ALGEMENE VOORWAARDEN
ALGEMENE VOORWAARDEN
voor huur van onroerend goed in beheer bij de Haven Amsterdam. (tekst 1991)
1. Aanvaarding
a. De huurder aanvaardt het gehuurde in de staat waarin het zich bij de ingang van de huur bevindt. Onder de staat van het gehuurde wordt mede verstaan de toestand van het terrein en de ondergrond met hetgeen zich daarop en daarin bevindt.
b. De huurder verklaart, dat het gehuurde zich bij de ingang van de huur in goede en schone staat bevindt, behoudens voor zover anders is vermeld in een bij de overeenkomst gevoegd, door partijen gewaarmerkt rapport.
De gemeente zal niet aansprakelijk zijn voor zichtbare of onzichtbare gebreken van het gehuurde.
2. Bestemming en gebruik
a. Kantoren, werkplaatsen en inrichtingen voor het personeel, die dienstbaar zijn aan de in de overeenkomst genoemde bestemming, worden geacht aan die bestemming te voldoen.
b. Zonder schriftelijke toestemming van de gemeente is gebruik in strijd met de in de overeenkomst genoemde bestemming verboden.
c. Aan de in lid b bedoelde toestemming kunnen voorwaarden worden verbonden, waaronder wijziging van de huurprijs.
d. Indien het gebruik van het gehuurde door de huurder voorzieningen aan gemeente-eigendommen vereist, komen de daaraan verbonden kosten voor rekening van de huurder.
e. Het gehuurde mag niet zodanig worden bebouwd of gebruikt, dat de mogelijkheden van bebouwing of gebruik van aangrenzend terrein zouden worden beperkt, onverminderd wettelijke bepalingen op dit gebied.
3. Tijdsduur
Na afloop van de in de overeenkomst genoemde huurperiode wordt de overeenkomst stilzwijgend verlengd voor een periode van telkens een half jaar, behoudens schriftelijke opzegging ten minste drie kalendermaanden voor afloop van de periode, waarvoor zij is aangegaan of laatstelijk stilzwijgend verlengd.
4. Huurprijsaanpassingen
Met ingang van 1 januari van elk jaar wordt de huurprijs aangepast bij het verloop van het algemeen prijsniveau door de geldende huurprijs te verhogen of te verlagen met een percentage dat overeenkomt met een/zevende deel van het percentage, afgeleid van de voor het kalender jaar waarin de aanpassingsdatum valt, vastgestelde aanpassingscoëfficiënt voor vijfjaarlijkse aanpassing als bedoeld in artikel 3 lid 13 van de Algemene Bepalingen voor voortdurende erfpacht (Gemeenteblad 1967, afdeling 3, volgno. 36).
De aangepaste huurprijs wordt naar boven afgerond op hele euro´s. Deze huurprijs wordt zo spoedig mogelijk ter kennis van de huurder gebracht. Te late kennisgeving kan de huurder noch ontslaan van zijn verplichting tot bijbetaling, noch zijn recht op terugbetaling teniet doen.
Haven Amsterdam is een bedrijf van de Gemeente Amsterdam
5. Vervaldagen en betaling
a. De huurprijs dient bij vooruitbetaling zonder enige korting, aftrek of compensatie, te worden voldaan in twee gelijke halfjaarlijkse termijnen op 2 januari en 1 juli van elk jaar, door overschrijving op rekening 4500181 bij de Postbank ten name van Haven Amsterdam.
b. De huurprijs voor de periode van de datum van ingang van de huur tot de eerstvolgende vervaldatum alsmede alle overige ingevolge de overeenkomst verschuldigde bedragen dienen te zijn voldaan uiterlijk op de eenentwintigste dag na de factuurdatum.
c. Op eerste aanzegging van de gemeente zal de huurder tot zekerheid voor de nakoming van zijn verplichtingen voortvloeiende uit de huurovereenkomst een doorlopende bankgarantie volgens door de gemeente voorgeschreven model verstrekken tot een bedrag ter hoogte van de huurprijs per jaar, vermeerderd met de omzetbelasting.
6. Belastingen, verzekeringspremie en nutsvoorzieningen
a. Alle wegens genot krachtens zakelijk recht, feitelijk gebruik of anderszins ter zake van het gehuurde terrein of daarop aanwezige opstallen geheven belastingen, ongeacht door of van wie zij geheven worden, komen voor rekening van de huurder. Indien de gemeente ter zake van een dergelijke belasting wordt aangeslagen, zal de huurder het betrokken bedrag op eerste aanzegging van de gemeente aan haar voldoen.
b. De door de gemeente verschuldigde premie voor de brandverzekering van op het gehuurde terrein aanwezige eigendommen van de gemeente komt voor rekening van de huurder.
c. De kosten van verbruik van elektriciteit, gas, water of andere nutsvoorzieningen met betrekking tot het gehuurde, ongeacht door wie of aan wie zij in eerste aanleg in rekening worden gebracht, komen voor rekening van de huurder.
7. Onderhoud en schadeherstel
a. Behoudens voor zover hierna anders wordt bepaald, komt het onderhoud van het gehuurde voor rekening van de gemeente. De huurder zal de daaraan verbonden werkzaamheden gedogen en de uitvoering daarvan niet belemmeren. Indien voor rekening van de gemeente komende reparaties moeten worden verricht, zal de huurder de gemeente daarvan terstond in kennis stellen. Indien grove reparaties in de zin van artikel 841 van het Burgerlijk Wetboek nodig zijn, kan de gemeente besluiten deze achterwege te laten onder aanbieding van een evenredige verlaging van de huurprijs dan wel wijziging van de voorwaarden of beëindiging van de overeenkomst.
b. Voor rekening van de huurder zijn geringe en dagelijkse reparaties als bedoeld in artikel 1619 van het Burgerlijk Wetboek.
c. Onder de in lid b bedoelde reparaties worden mede verstaan het herstellen van plaatselijke verzakkingen in bestratingen en andere verhardingen op het terrein en in loodsen, en het vervangen van lampen.
d. De huurder zal alle maatregelen nemen nodig ter voorkoming van schade aan het gehuurde, waaronder begrepen schade door vorst, sneeuw en andere weersomstandigheden.
e. De huurder is aansprakelijk voor alle schade aan het gehuurde, tenzij de schade is ontstaan buiten schuld van de huurder, zijn personeel en tot bezoek bevoegden en onbevoegden genoegzaam van het gehuurde zijn geweerd.
f. Het bepaalde in lid e geldt niet voor schade door brand, tenzij die is veroorzaakt door schuld van de huurder of van personen voor wie hij verantwoordelijk is.
g. De huurder zal het gehuurde niet zodanig mogen belasten dat daaruit gevaar, schade of hinder kan optreden voor eigendommen van de gemeente of van derden. De vloeren van de gemeenteloodsen op de begane grond zullen niet zwaarder mogen worden belast dan met een gelijkmatig verdeelde belasting van 4000 kg per m².
h. De huurder houdt voor zijn rekening het terrein op hoogte met inbegrip van de daarin voorkomende taluds.
i. De huurder zal de terreinstrook tussen de terreingrens en de openbare weg op eerste aanzegging van de gemeente inzaaien met graszaad en daarna regelmatig onderhouden.
j. De huurder zorgt voor het schoon- en vrij van afval en/of onkruid houden van het gehuurde en de terreinstrook tussen de terreingrens en de openbare weg. Deze verplichting strekt zich, voor wat het gehuurde betreft, mede uit over de zich daarin bevindende:
- putten, kolken, afvoeren en rioleringen,
- geleidesleuven van schuifdeuren,
- railsleuven en wissels van haven- en kraansporen.
k. De huurder is aansprakelijk voor zich langs kademuren bevindende reddingskabels en/of reddingsstaven. Voor zijn rekening komen:
- het herstel van beschadigde gedeelten en
- de kosten van vervanging van ontvreemde gedeelten.
l. Zonder schriftelijke toestemming van de gemeente mag de huurder geen wijzigingen aanbrengen aan elektrische installaties, gas- en waterleidingen, of andere onderdelen van het gehuurde.
8. Voorkomen van hinder
De huurder zal alle maatregelen nemen nodig om te voorkomen, dat in samenhang met de uitvoering van de overeenkomst gevaar, schade of hinder voor de gemeente of voor derden kan ontstaan.
9. Aansluitingen
a. De aanleg en het onderhoud van aansluitingen aan ontsluitingswegen geschiedt voor rekening van de huurder, overeenkomstig de daarvoor bij de gemeente geldende normen en voorwaarden.
b. De aanleg van water-, gas- en elektriciteitsleidingen en andere nutsvoorzieningen en de aansluiting daarvan op het openbare net geschiedt overeenkomstig de daarvoor bij de onderscheidene diensten en bedrijven geldende normen en voorwaarden.
10. Werken, kabels en leidingen
a. De huurder zal gedogen, dat de gemeente of derden met een daartoe strekkende vergunning of opdracht van de gemeente, binnen de grenzen van het gehuurde werken uitvoeren, waaronder constructie, wijziging, uitbreiding en herstel van sporen, kraanbanen, leidingen, kabels en rioleringen en alle daarbij behorende objecten en inrichtingen.
b. De huurder zal gedogen, dat kranen en spoormaterieel worden doorgevoerd over aanwezige en nog aan te leggen sporen.
c. De gemeente draagt er zorg voor, dat de huurder zo min mogelijk wordt belemmerd in de uitoefening van zijn bedrijf.
d. De op en in het gehuurde aanwezige sporen, kraanbanen, kabels, leidingen en rioleringen zullen voor rekening van de huurder worden verlegd, indien de noodzaak daartoe ontstaat door maatregelen van de huurder.
11. Graafverbod
a. De huurder mag in het gehuurde niet graven of doen graven zonder schriftelijke toestemming van de gemeente.
b. Het bepaalde in de leden d en e van artikel 7 is van overeenkomstige toepassing.
12. Bebouwing
a. Bebouwing van het terrein en wijziging van de bebouwing mag slechts geschieden volgens plannen waarvoor de huurder schriftelijke toestemming van de gemeente heeft verkregen. Onder bebouwing worden mede verstaan alle getimmerten, van welke aard ook, met name ook hekken en rasterwerken.
b. Het bepaalde in de leden d en e van artikel 7 is van overeenkomstige toepassing.
13. Terreinafscheidingen
a. De huurder zal op eerste aanzegging van de gemeente het gehuurde terrein voor zijn rekening deugdelijk afscheiden van andere, niet aan hem verhuurde terreinen en de afscheidingen in goede staat onderhouden. Met betrekking tot gemeenschappelijke afscheidingen rust de onderhoudsverplichting op elk van de buren.
b. De voor het verkeer noodzakelijke doorgangen in deze afscheidingen moeten goed afsluitbaar zijn.
c. De bediening van de doorgangen zal door en voor rekening van de huurder geschieden.
d. De huurder zal gedogen, dat door de gemeente of door derden afscheidingen van aansluitende terreinen aan de zijne worden aangesloten of bevestigd.
14. Drainage en lozingen
a. De huurder zal voor zijn rekening zodanige voorzieningen treffen, dat van het gehuurde geen hemelwater wordt geloosd op aangrenzende terreinen of wegen.
b. De huurder zal op eerste aanzegging van de gemeente de lozingsinrichtingen in en op het gehuurde terrein voor zijn rekening aansluiten op het gemeenteriool. De voor zodanige aansluiting op grond van de desbetreffende verordening verschuldigde heffingen komen voor rekening van de huurder.
c. Het bepaalde in de leden d en e van artikel 7 is van overeenkomstige toepassing.
15. Waterdiepte
a. Indien zulks in de overeenkomst is bepaald, houdt de gemeente de bodem van de haven voor het gehuurde op de in de overeenkomst genoemde diepte, behoudens inachtneming van een eventueel onder water talud.
b. Op of in de bodem van de haven voor het gehuurde aanwezige voorwerpen en stoffen zullen geacht worden afkomstig te zijn van het bedrijf van de huurder of van schepen die aldaar ten behoeve van zijn bedrijf hebben geladen of gelost, behoudens voor zover het tegendeel aannemelijk is.
c. Alle extra kosten, die voor de gemeente uit de aanwezigheid van de in lid b bedoelde voorwerpen en stoffen voortvloeien, zal de huurder op eerste aanzegging aan de gemeente vergoeden, onverminderd het bepaalde in artikel 26 en behoudens voor zover het tegendeel als bedoeld in lid b aannemelijk is.
d. Onder de in lid c bedoelde kosten worden eveneens gerekend de kosten van herstel van schade aan baggermaterieel en bedrijfsschade van het uitvoerend baggerbedrijf als gevolg van de aanwezigheid van voorwerpen of stoffen als in lid b bedoeld.
e. De gemeente heeft het recht voor de aanvang van de baggerwerkzaamheden een door haar vast te stellen zekerheid van de huurder te verlangen voor de nakoming van zijn betalingsverplichting in verband met het in de leden c en d bepaalde.
f. De gemeente zal geacht worden tijdig aan een verplichting als in lid a bedoeld te hebben voldaan, indien de baggerwerkzaamheden plaatsvinden zo
spoedig mogelijk nadat van onvoldoende waterdiepte gebleken is.
g. Een verplichting van de gemeente als in lid a bedoeld vervalt, indien de nakoming daarvan in redelijkheid niet meer kan worden gevergd wegens oorzaken, die in redelijkheid niet aan de gemeente kunnen worden toegerekend, of wegens de hoogte van de kosten, die voortvloeien uit verontreiniging van de bodem van de haven.
h. De bepalingen van de leden b tot en met e van dit artikel gelden ook, indien in de overeenkomst geen verplichting van de gemeente als in lid a bedoeld is opgenomen.
16. Meerbolders
a. Op eerste aanzegging van de gemeente zal de huurder gedogen, dat op het gehuurde meerbolders ten behoeve van de gemeente of van derden worden geplaatst.
b. Voor het hebben en gebruiken van bolders zullen wederzijds geen kosten in rekening worden gebracht.
17. Aanleggen van schepen
a. Aan het gehuurde mogen geen vaartuigen aanleggen dan met goed vinden van de huurder.
b. De huurder zal op eerste aanzegging van de havenmeester toestaan, dat aan tijdelijk ongebruikte gedeelten van het gehuurde vaartuigen aan leggen die niet voor zijn bedrijf bestemd zijn. De huurder zal toe staan, dat de bemanning van die vaartuigen zich over het terrein naar en van boord begeeft.
18. Verlichting
a. De lichten die op het terrein, aan of in de daarop gebouwde opstallen en op de aan het gehuurde gemeerde schepen worden gebruikt, moeten zodanig van schermen zijn voorzien, dat zij naar het oordeel van de havenmeester de herkenning van havenlichten niet belemmeren en voor de scheepvaart niet storend zijn.
b. De gemeente is bevoegd op het gehuurde één of meer havenlichten te plaatsen. De kosten van aanleg en onderhoud zijn voor haar rekening.
c. De huurder is verplicht in bijzondere gevallen op eerste aanzegging van de havenmeester de buitenverlichting aan de waterzijde van gehuurde opstallen te laten branden.
d. De kosten van het stroomverbruik, voortvloeiende uit het in lid b en lid c bepaalde, komen voor rekening van de huurder voor zover zij binnen redelijke grenzen blijven.
19. Onderhuur
a. De huurder mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de gemeente het gehuurde of de daarop gebouwde opstallen niet gehe el of gedeeltelijk aan anderen verhuren of, onder welke titel ook, door anderen laten gebruiken. Aan deze toestemming kunnen voorwaarden worden verbonden, waaronder wijziging van de huurprijs.
b. Onder "anderen" worden in lid a niet verstaan bedrijven waarin de huurder een meerderheidsbelang heeft.
c. De huurder blijft tegenover de gemeente onverminderd aansprakelijk voor alle uit de overeenkomst voor hem voortvloeiende verplichtingen.
20. Aansprakelijkheid voor schade en gemis
a. De gemeente zal niet aansprakelijk zijn voor enige schade, door de huurder of derden geleden in samenhang met de uitvoering van de overeenkomst, behoudens voor zover die schade het gevolg is van opzet, grove schuld of grove nalatigheid van de gemeente.
b. In geval van een tijdelijke, buiten schuld van de huurder ontstane en niet voor zijn rekening komende, langer dan dertig dagen voortdurende verhindering of vermindering van het huurgenot ten gevolge van een niet onder zijn onderhoudsplicht vallend gebrek van het gehuurde, zal de gemeente hem een evenredige vermindering van de huurprijs toestaan vanaf de dag waarop hij van het gebrek schriftelijk aan de gemeente heeft kennis gegeven, tot die waarop het gebrek is verholpen. Andere of verdergaande aanspraken van de huurder zijn uitgesloten, behoudens voor zover sprake is van opzet, grove schuld of grove nalatigheid van de gemeente.
21. Gebruik
a. De huurder mag het gehuurde niet langer dan zes maanden ongebruikt laten.
b. Voor de duur van de overeenkomst zal de huurder niet gerechtigd zijn om hetgeen hij op of in het gehuurde ten dienste van het gebruik overeenkomstig de bestemming zal hebben gebracht, weg te nemen anders dan in het kader van de normale uitoefening van zijn bedrijf.
c. Op eerste aanzegging van de gemeente zal de huurder tot zekerheid voor de nakoming van zijn verplichtingen uit de overeenkomst de in lid b bedoelde zaken bij authentieke of geregistreerde onderhandse akte als bedoeld in artikel 3:237 van het (nieuwe) Burgerlijk Wetboek aan de gemeente verbinden, nochtans zonder deze in de macht van de gemeente te hoeven brengen.
22. Xxxxxx enz. door derden
De huurder zal, indien de gemeente de vestiging van inrichtingen op terreinen in de omgeving van het gehuurde toelaat of heeft toegelaten, terzake van uit een dergelijke vestiging eventueel voor hem voortvloeiend gevaar, schade of hinder geen vergoeding van de gemeente vorderen.
23. Verkeer langs het gehuurde
De huurder zal het verkeer langs het gehuurde op geen enkele wijze hinderen. Hij zal zorgen, dat van zijn bedrijf afkomstige of voor zijn bedrijf bestemde voertuigen niet buiten het gehuurde worden geparkeerd, opgesteld of behandeld, ongeacht of ter plaatse al dan niet een wachtverbod geldt.
24. Toegang gemeente-personeel
a. De huurder zal bevoegde ambtenaren van de gemeente te allen tijde op het gehuurde terrein en in de daarop gebouwde opstallen toelaten ter controle op de naleving van de bepalingen van de overeenkomst.
b. Deze ambtenaren zullen daarbij stoornis in het bedrijf van de huurder zoveel mogelijk voorkomen en zich gedragen overeenkomstig de veiligheidsvoorschriften van de huurder.
25. Reclame
Op en aan het gehuurde mag geen reclame worden aangebracht zonder schriftelijke toestemming van de gemeente.
26. Milieuhygiëne
a. De huurder zal zich onthouden van elk handelen of nalaten, waardoor op, in of nabij het gehuurde verontreiniging van bodem, grondwater, oppervlaktewater of waterbodem of andere vormen van milieuverontreiniging kunnen ontstaan of bevorderd worden.
b. Indien verontreiniging als in lid a bedoeld aanwezig is of dreigt te ontstaan, zal de huurder de gemeente daarvan terstond in kennis stellen.
c. De huurder zal aansprakelijk zijn voor op, in of nabij het gehuurde aanwezige verontreiniging als in lid a bedoeld, behoudens voor zover die verontreiniging hetzij voor de aanvang van de huur of van vooraf gaand gebruik door de huurder van het gehuurde reeds ter plaatse aanwezig was, hetzij niet is veroorzaakt of bevorderd door enig handelen of nalaten van hem, van zijn personeel of van derden die tijdens de huur of het voorafgaande gebruik toegang tot het gehuurde hebben gehad.
d. De gemeente zal tijdens of na afloop van de huur steeds gerechtigd zijn, na overleg met de huurder, een onderzoek in te stellen naar de aanwezigheid, omvang, oorzaak en/of gevolgen van verontreiniging als in lid a bedoeld.
e. Indien verontreiniging als in lid a bedoeld aanwezig is of dreigt te ontstaan zal de gemeente, na overleg met de huurder, gerechtigd zijn tot het vaststellen en uitvoeren of door de huurder of een derde doen uitvoeren van maatregelen, die naar haar oordeel nodig zijn ter opheffing, beperking of voorkoming van die verontreiniging of de vermoedelijke oorzaken of mogelijke gevolgen daarvan.
f. De huurder zal gehouden zijn alle gegevens te verschaffen en medewerking te verlenen, welke de gemeente in verband met onderzoek of maatregelen als in dit artikel bedoeld nodig acht, en voorts personen, belast met dat onderzoek of die maatregelen, en daarbij te gebruiken hulpmiddelen op en in het gehuurde toe te laten.
g. De gemeente is niet aansprakelijk voor schade, welke de huurder mocht lijden als gevolg van onderzoek of maatregelen als in dit artikel bedoeld, behoudens voor zover die schade het gevolg is van opzet, grove schuld of grove nalatigheid van de gemeente. De kosten van dat onderzoek en die maatregelen zijn voor rekening van de huurder, tenzij hij voor de verontreiniging niet aansprakelijk is.
h. De huurder zal zich ten genoegen van de gemeente verzekeren tegen de voor hem uit dit artikel voortvloeiende risico's, voor zover zulks binnen de grenzen der redelijkheid op de Nederlandse Assurantiebeurs mogelijk is.
27. Vereiste vergunningen en dergelijke
Verlening door de gemeente als verhuurder van een ingevolge enige bepaling van de overeenkomst vereiste toestemming, goedkeuring, vergunning, ontheffing, vrijstelling of dergelijke zal niet strekken tot vervanging van noch prejudiciëren op de verlening van een ingevolge enige wet of verordening vereiste toestemming, goedkeuring, vergunning, ontheffing, vrijstelling of dergelijke, en vice versa.
28. Wanprestatie
a. Bij gebreke van tijdige betaling van hetgeen de huurder ingevolge enige bepaling van de overeenkomst aan de gemeente verschuldigd is, zal hij, onverminderd het bepaalde in lid b, een rente verschuldigd zijn van 1% per maand over het verschuldigde bedrag vanaf de vervaldag tot de dag der voldoening. Deze rente zal verschuldigd zijn door het enkele feit van de vertraging in de betaling, zonder dat enige aanmaning of mededeling, dat op vergoeding van de rente aanspraak wordt gemaakt, zal zijn vereist.
b. Bij gebreke van tijdige nakoming van enige ingevolge de overeenkomst of enige wet of verordening op de huurder rustende verplichting, heeft de gemeente het recht de overeenkomst tussentijds, zonder enige vergoeding, met inachtneming van een termijn van één maand, te beëindigen en vergoeding te eisen van kosten, schaden en interessen die door het in gebreke blijven van de huurder zijn veroorzaakt.
29. Ontruiming bij afloop van de huur
a. Bij het einde van de overeenkomst zal de huurder, behoudens voor zover de gemeente alsdan anders bepaalt, het gehuurde, ontdaan van hetgeen hij daarop en daarin heeft aangebracht en naar behoren ontruimd, ter vrije beschikking van de gemeente stellen, waarbij door hem moet worden aangetoond dat het gehuurde zich bevindt in de in artikel 1 lid b bedoelde staat. Hij zal noch voor de waarde van de te verwijderen of van de achter te laten objecten noch voor de kosten van verwijdering schadeloosstelling kunnen vragen.
b. Zolang het gehuurde niet tijdig behoorlijk is ontruimd, blijft de huurder een vergoeding gelijk aan de huurprijs verschuldigd, onverminderd het recht van de gemeente op vergoeding van kosten, schaden en interessen.
30. Exploten; kosten
a. Indien de gemeente enige in de overeenkomst bedoelde aanzegging bij deurwaardersexploot doet, zal de huurder de kosten van een dergelijk exploot betalen.
b. Indien op, in, aan of met betrekking tot het gehuurde of daarop geplaatste of te plaatsen eigendommen van de gemeente, onderhouds-, herstel- of andere werkzaamheden moeten worden verricht, waarvan de kosten ingevolge enige bepaling van de overeenkomst of van de wet ten laste van de huurder komen, zal de gemeente gerechtigd zijn te verlangen, dat die werkzaamheden aan de gemeente worden opgedragen tegen vergoeding op basis van de daarvoor door de gemeente alsdan gehanteerde tarieven, waarin begrepen een opslag voor algemene kosten.
c. Alle buitengerechtelijke en gerechtelijke kosten, die de gemeente moet maken tot behoud en uitoefening van haar rechten uit de overeenkomst, komen ten laste van de huurder.
31. Slotbepalingen
a. De in de overeenkomst opgenomen beperkingen van de aansprakelijkheid van de gemeente gelden niet voor zover die aansprakelijkheid door verzekering zal zijn gedekt.
b. Wijzigingen van deze Algemene Voorwaarden zullen, behoudens voor zover zij voor de huurder onredelijk bezwarend mochten zijn, voor de huurder bindend zijn dertig dagen, nadat hij schriftelijk van de gewijzigde voorwaarden in kennis gesteld zal zijn.
c. Mochten gewijzigde beleidsinzichten van de gemeente of andere zwaarwegende gronden ontleend aan het algemeen belang wijziging - anders dan van de Algemene Voorwaarden - of gehele of gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst rechtvaardigen, dan zal de gemeente alvorens daartoe een vordering in te stellen over een dergelijke wijziging of ontbinding met de huurder in onderhandeling treden.
d. Bij de uitvoering van de overeenkomst zal de gemeente de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht nemen.
e. Indien de huurder zijn naam of adres wijzigt, zal hij de gemeente daarvan in kennis stellen.