Contract
Dit ontwerp van overeenkomst maakt geen aanbod uit. Dit ontwerp kan derhalve in dit stadium geen overeenkomst vormen, noch rechtsgevolgen tussen ons tot stand brengen. Een eventuele overeenkomst kan pas bestaan, nadat partijen een volledig akkoord hebben bereikt over de tekst ervan en de schriftelijke overeenkomst door alle partijen geldig is ondertekend.
OVEREENKOMST
betreffende
het verlenen van een domeinconcessie op een Goed in het beheer van De Vlaamse Waterweg
tussen
De Vlaamse Waterweg nv
en
XXXXXX
OVEREENKOMST
Tussen de ondergetekenden:
1. De Vlaamse Waterweg nv, naamloze vennootschap van publiek recht, opgericht bij het decreet van 2 april 2004 en gewijzigd met het decreet van 23 december 2016, met maatschappelijke zetel geves- tigd te 0000 Xxxxxxx, Havenstraat 44, (RPR: Antwerpen, afdeling Hasselt), en met ondernemings- nummer 0000.000.000, rechtsgeldig vertegenwoordigd door xxx. Xxxxx Xxxxxxxxxx [AAN TE VULLEN IN FUNCTIE VAN DELEGATIE], gedelegeerd bestuurder, die handelt in naam van de vennootschap ingevolge de beslissing van haar Raad van Bestuur in zitting van XXXXXXXXXX
Hierna: “DVW”;
EN
2. XXXXXXXXXX, met maatschappelijke zetel gevestigd te XXXXXXXXXX (RPR:XXXX) en met onderne- mingsnummer XXXXXXXXXX, rechtsgeldig vertegenwoordigd door XXXXXXXXXX;
Hierna: : “de Concessionaris”;
Partijen sub 1 t.e.m. 2 worden hierna individueel aangeduid als een “Partij” en gezamenlijk als de “Par- tijen”.
GELET OP:
- De door DVW georganiseerde marktraadpleging voor het verlenen van een domeinconcessie;
- De ingediende bieding van de Concessionaris, die integraal deel uitmaakt van deze concessie.
IS OVEREENGEKOMEN WAT VOLGT:
VOORWERP VAN DE CONCESSIE
Oppervlakte en ligging
DVW geeft middels onderhavige overeenkomst een Goed , hierna genoemd “het Goed”, in concessie aan de Concessionaris met een oppervlakte van @ m², gelegen te @, kadastraal gekend als @, zoals aan- geduid op bijgevoegd plan de dato @ en plannummer @, dat als bijlage 1 bij onderhavige overeenkomst gevoegd is.
De Concessionaris erkent de berekende oppervlakte van @ m² als nauwkeurig. Hij verklaart het Terrein te kennen en in dit verband van gelijk welke klacht af te zien, verborgen gebreken inbegrepen.
Bestemming
Het Goed wordt in concessie gegeven met het oog op XXXXXXXXXX [nauwkeurige gedetailleerde beschrij- ving van de activiteit en het maatschappelijk doel]. De Concessionaris verbindt zich ertoe op het Goed geen andere activiteiten uit te voeren.
De Concessionaris zal het Goed inrichten in functie van de aan- en/of afvoer van goederen via de water- weg. Indien uit de inrichting van het Goed zou blijken dat dit niet gebeurd is in functie van het goederen- vervoer via de waterweg, kan dit aanleiding geven tot de eenzijdige beëindiging van de concessieover- eenkomst conform de procedure zoals omschreven in artikel 9.1.
De Concessionaris zal met het oog op het verwezenlijken van deze bestemming de nodige vergunningen aanvragen binnen de 6 maanden na de inwerkingtreding van de concessieovereenkomst, in het bijzonder de omgevingsvergunning. Hij levert hiertoe alle inspanningen om de nodige uitvoerbare vergunningen tijdig te verkrijgen.
De Concessionaris zal DVW op de hoogte houden door een afschrift van de vergunning of een afschrift van de weigering per aangetekend schrijven over te maken.
Indien de Concessionaris niet de hierboven bedoelde aanvra(a)g(en) heeft ingediend binnen de 6 maan- den na inwerkingtreding van de concessie of niet gestart is met de exploitatie van zijn activiteiten conform de hierboven bepaalde bestemming binnen een termijn van 3 jaar na de inwerkingtreding van de conces- sie zoals bepaald in artikel 2.1., dan wordt dit aanzien als een ernstige contractuele wanprestatie en kan
de concessie eenzijdig beëindigd worden door DVW conform de procedure zoals omschreven in artikel 9.1.
Indien de exploitatie van de activiteiten van de concessionaris niet in overeenstemming is met de hierbo- ven bepaalde bestemming, dan wordt dit aanzien als een ernstige contractuele wanprestatie en kan de concessie eenzijdig beëindigd worden door DVW conform de procedure zoals omschreven in artikel 9.1.
[Afhankelijk van de bestemming, op te nemen als het om een risico-activiteit gaat die op het Goed zal worden uitgevoerd door de Concessionaris]: Indien de in het eerste lid van artikel 1.2 omschreven activi- teit voorkomt op de lijst bedoeld door artikel 6 van het Decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming, komen alle verplichtingen die door dit Decreet worden opge- legd aan zowel DVW als aan de Concessionaris en die ontstaan vanaf de inwerkingtreding van de concessie ten laste van de Concessionaris, die er de kosten van zal dragen. Alle uit dien hoofde aan DVW aangere- kende sommen zullen dienen te worden terugbetaald door de Concessionaris, die DVW zal vrijwaren te- gen alle vorderingen wegens bodemverontreiniging.
Staat van het Goed en plaatsbeschrijving
1.3.1. Algemeen
Het Terrein wordt in concessie gegeven in de staat waarin het zich bevindt, zonder dat DVW enig werk van verbetering, geschiktmaking of onderhoud moet uitvoeren. Een plaatsbeschrijving van het Terrein is opgenomen in bijlage 2 bij onderhavige overeenkomst.
DVW kan niet aansprakelijk worden gesteld voor om het even welke zichtbare of verborgen gebreken, noch voor huidige of toekomstige erfdienstbaarheden van openbaar nut op het Goed, van welke aard dan ook, waarvan de Concessionaris de uitoefening ongehinderd dient te laten gebeuren. Zij kan evenmin tij- dens de duur van de concessie gehouden zijn tot enige onderhouds- of inrichtingswerken, behoudens andersluidend schriftelijk akkoord.
1.3.2. Bodemtoestand
DVW verklaart dat er op het Goed bij haar weten geen risico-inrichting gevestigd is of was, zoals bedoeld in artikel 2 en artikel 6 van het Decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bo- dembescherming.
De verkrijger verklaart vóór het afsluiten van onderhavige overeenkomst, kennis te hebben gekregen van de inhoud van het bodemattest, dat de vennootschap bij OVAM heeft aangevraagd en afgeleverd werd op @ [Datum]. - bijlage 3
De inhoud van dit bodemattest luidt: “@”.
Gebruik van het Goed
§ 1 Alle inrichtings- en onderhoudskosten die verband houden met het Goed en de infrastructuur blijven tijdens de hele duur van de concessie uitsluitend ten laste van de Concessionaris. De Concessiona- ris is er derhalve toe gehouden het Goed te onderhouden.
De Concessionaris zal zich schikken naar de voorschriften die voortvloeien uit de reglementering inzake de bodemsanering en er alle kosten van dragen ter ontlasting van DVW met uitzondering van de kosten ten gevolge van bodemverontreiniging die dateert van vóór de inwerkingtreding van onderhavige conces- sieovereenkomst.
De concessionaris zal instaan voor de nivellering van het terrein zoals schematisch weergegeven in bij- lage X aan onderhavige overeenkomst. De nivellering die aldus ontstaat, dient niet opnieuw gewijzigd te worden bij het beëindigen van de concessie.
§ 2 [Optioneel, als het bedrijf grenst aan de waterweg] Aangezien de Concessionaris het Goed in concessie neemt met de verplichting tot het gebruik van de waterweg, is de Concessionaris gehouden zich vanaf de inwerkingtreding van onderhavige overeenkomst te voorzien van een domeinvergunning voor het gebruik van zowel de strook begrepen tussen de grens van de in onderhavige overeenkomst bedoelde gronden en de kademuur, als de kademuur zelf en de wateroppervlakte.
Deze verplichting doet niets af aan het precair karakter van deze domeinvergunning, maar de verplich- ting wordt opgeschort voor de duur dat DVW de domeinvergunning zou schorsen of tijdelijk zou intrek- ken. De schorsing of de tijdelijke intrekking van de domeinvergunning geeft op geen enkele wijze aanlei- ding tot enige schadevergoeding vanwege DVW aan de Concessionaris.
Xxxx en beperking van de toegestane rechten
1.5.1. Algemeen
Beide Partijen erkennen dat de concessie een precair recht betreft en bijgevolg niet kan worden aanzien als een zakelijk of persoonlijk recht. Door onderhavige overeenkomst kan de Concessionaris nooit zake- lijke rechten op het Goed verwerven, noch van andere rechten genieten dan deze uitdrukkelijk in onder- havige concessieovereenkomst omschreven.
1.5.2. Overdracht van rechten en toekennen van rechten aan derden
§ 1. De Concessionaris mag de rechten, voortvloeiend uit de onderhavige concessieovereenkomst dan wel deze concessieovereenkomst zelf niet afstaan, verhuren of overdragen, noch geheel of gedeeltelijk, noch van die rechten gebruikmaken voor een inbreng in een rechtspersoon of om uit onverdeeldheid te treden, zonder de voorafgaande, uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van DVW. De Concessionaris blijft hoe dan ook hoofdelijk aansprakelijk voor de uitvoering van de verbintenissen voortvloeiende uit de Concessie, tenzij anders wordt overeengekomen.
§ 2. Indien de Concessionaris de voorafgaande, uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming niet vraagt of de weigering van DVW negeert resp. DVW niet voorafgaand schriftelijk in kennis stelt, dan wordt dit aanzien als een ernstige contractuele wanprestatie en kan de concessie eenzijdig beëindigd door DVW worden conform de procedure in artikel 9.1.
DUUR VAN DE CONCESSIE
Duur – Vervaldag
Onderhavige concessieovereenkomst treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de datum van ondertekening door beide Partijen. Zij eindigt op de dag van de beëindiging van het concessie- recht, onverminderd het gestelde in artikel 2.3.
De concessie wordt toegekend voor een termijn van 27 jaar met aanvang op de dag van inwerkingtreding van onderhavige concessieovereenkomst om van rechtswege te eindigen op ,
zonder betekening van opzeg en zonder dat een stilzwijgende vernieuwing of verlenging zou kunnen in- treden.
Verlenging
De concessie kan worden verlengd indien de concessionaris tussen de 36ste en de 24ste maand vóór de einddatum van de lopende concessie de verlenging aanvraagt per aangetekende brief gericht aan DVW.
In geval van een beslissing tot toekenning van een verlenging zullen de modaliteiten van de eventuele verlenging van de concessie worden beoordeeld in functie van de richtlijnen die op dat ogenblik zullen gelden tussen het Vlaamse Gewest en DVW en in functie van de concrete onderhandelingen tussen Par- tijen. De verlenging komt enkel tot stand door de ondertekening door beide Partijen van een addendum houdende verlenging van de concessieovereenkomst ten laatste 21 maanden vóór de einddatum van de lopende concessie.
Bezetting van het Goed na het einde van de concessie
Ingeval de bezetting van het Goed hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk voortgezet wordt na hetzij (a) het einde van de duur van de onderhavige concessieovereenkomst of (b) na de datum waarop onderhavige conces- sieovereenkomst voortijdig is beëindigd overeenkomstig artikel 9.1. t.e.m. 9.2. en dit zonder het schrifte- lijk en voorafgaand addendum, dan wordt deze bezetting aanzien als een “bezetting zonder recht of titel” en is de Concessionaris een vergoeding verschuldigd wegens bezetting zonder recht of titel. Deze vergoe- ding wordt voor het geheel van de bezetting per kalenderdag bepaald zoals voorzien in artikel 5.2§4 Het niet tijdig voldoen van de verplichtingen voortvloeiende uit het Bodemdecreet inzake sluiting van risico- inrichting dan wel de overdracht van gronden wordt eveneens aanzien als een bezetting zonder recht of titel.
Zonder afbreuk te doen aan hetgeen uiteengezet is in artikel 6.3 en 6.4., zal het feit dat het Goed niet in goede staat of niet volledig ontruimd van alle opslag, goederen of afval – of ze nu aan de Concessionaris toebehoren of niet – terug ter beschikking gesteld wordt van DVW, worden gelijkgesteld met een voort- zetting van de bezetting zonder voorafgaand akkoord van DVW, en dit voor het geheel van het Goed.
Desgevallend zal de Concessionaris de vergoeding bepaald in artikel in artikel 5.2§4 verschuldigd zijn tot aan de volledige ontruiming of in-orde stelling van het Goed.
De Concessionaris blijft aansprakelijk inzonderheid wat betreft alle mogelijke verschuldigde belastingen, de leegstand of verwaarlozing van gebouwen.
De betaling van de vergoeding, hierboven vermeld, verleent de Concessionaris geen recht op de bezetting van het Goed, noch op hernieuwing of verlenging van de concessie.
BEPALINGEN M.B.T. BEDRIJVENTERREIN MANAGEMENT
Bedrijventerreinmanagement
Op het bedrijventerrein Woestijne is de feitelijke vereniging (FV) “Duurzaam Samenwerken Aalter” actief. De statuten van deze vereniging worden overgemaakt aan de concessionaris bijlage 4.
De Concessionaris verklaart zich akkoord dat hij door de ondertekening van de overeenkomst toetreedt tot de vereniging “Duurzaam Samenwerken Aalter” als B-lid. DVW maakt de BTM-vergoeding (zie art. 5.14) over aan de vereniging, zodat het lidmaatschap van de vereniging door de Concessionaris niet af- zonderlijk moet betaald worden.
Toegangscontrolesysteem
Op het bedrijventerrein Woestijne wordt een toegangscontrolesysteem ingevoerd.
De werking en consequenties van dit systeem zullen – van zodra het systeem is ontworpen – uitvoerig aan de concessionarissen op Woestijne worden toegelicht. De ingebruikname van het systeem kan aanleiding geven tot de opmaak van een addendum dat aan onderhevige overeenkomst zal worden bijgevoegd.
Intern reglement
Het intern reglement voor bedrijventerrein Woestijne is toegevoegd als bijlage 5 aan deze overeenkomst. De Concessionaris neemt hier kennis van en gaat hiermee akkoord.
Het intern reglement wordt kenbaar gemaakt aan de toegangen van Woestijne. De Concessionaris ver- bindt zich ertoe dit intern reglement kenbaar te maken aan zijn bezoekers met de verplichting tot nale- ving.
Dit reglement is opgemaakt door DVW en kan door haar éénzijdig gewijzigd worden indien noodzakelijk. Eke wijziging is slechts bindend nadat het schriftelijk werd ter kennis gebracht aan de Concessionaris.
CO2- NEUTRALITEIT
4.1 - De Concessionaris verbindt zich ertoe de CO2-neutraliteit na te leven conform het besluit van de Vlaamse regering van 16 mei 2007 houdende subsidiëring van bedrijventerreinen, zoals nader uitgewerkt in het ministerieel besluit van 1 oktober 2007 houdende de uitwerking van de CO2-neutraliteit op de bedrijventerreinen of iedere andere regelgeving die na de totstandkoming van onderhavige overeen- komst voormelde reglementering wijzigt, opheft en/of vervangt en gelijkaardige verplichting bevat.
De Concessionaris verbindt er zich bijgevolg toe haar elektriciteitsverbruik CO2-neutraal te hebben of de CO2-emissies ten gevolge van haar elektriciteitsverbruik te compenseren. Deze verbintenis is een resul- taatsverbintenis. Deze verbintenis kan als volgt worden nagekomen:
- Afsluiten groene stroomcontract: om aan de CO2-neutraliteit te voldoen kan de Concessionaris een con- tract afsluiten met een leverancier die de levering van groene stroom garandeert.
- Aankoop emissierechten: de Concessionaris kan er ook voor kiezen om zijn CO2-emissies te compenseren via de aankoop van emissierechten en overboeking van deze rechten naar een partijtegoedrekening van het Vlaamse Gewest.
- Opwekking groene stroom: de Concessionaris kan er ook voor kiezen om op het eigen terrein groene stroom op te wekken via windenergie, groene stroomcentrales,… of deel te nemen in de productie van dergelijke groene stroom op het terrein. Met groene stroom bedoelt men die stroom als vermeld in artikel 2, 16° van het decreet van 17 juli 2000 houdende organisatie van de elektriciteitsmarkt, zijnde elektriciteit opgewekt door gebruik te maken van hernieuwbare energiebronnen. De productie van deze groene stroom wordt afgetrokken van de te compenseren CO2-emissies.
- Een combinatie van de voorgaande wijzen.
De Concessionaris dient deze verbintenis voorts na te komen in overeenstemming met de maatregelen betreffende de CO2-neutraliteit opgenomen in het uitgifteplan dat krachtens artikel 9 van het besluit van de Vlaamse regering van 16 mei 2007 houdende subsidiëring van bedrijventerreinen werd opgesteld voor het bedrijventerrein waartoe de in gebruik en exploitatie gegeven gronden behoren.
De verplichting van de Concessionaris tot CO2-neutraliteit gaat in per 1 januari van het jaar dat volgt op de ingebruikname van het gebouw door de Concessionaris . Vanaf de voorlopige oplevering van het ge- bouw wordt dit geacht in gebruik te zijn genomen. Een gebeurlijk overschot van gecompenseerde CO2 kan door de Concessionaris worden overgedragen naar volgend jaar. De commercialisering van het over- schot aan opgewekte energie is toegelaten. Overdracht naar een andere vestiging op een ander terrein is echter niet mogelijk.
Indien de Concessionaris de rechten voortvloeiend uit onderhavige overeenkomst op enigerwijze over- draagt, is hij verplicht om de overnemer ook de verbintenis tot CO2-neutraliteit (inclusief de naleving van de maatregelen uit het uitgifteplan) op zich te doen nemen jegens DVW en om deze verbintenis ten aan- zien van derde-verkrijgers afdwingbaar te maken middels een kettingbeding.
4.2 - DVW, in haar hoedanigheid van beheerder in de zin van artikel 1, 5° van het ministerieel besluit van 1 oktober 2007 houdende de uitwerking van de CO2-neutraliteit op de bedrijventerreinen, is belast met het toezicht op de naleving door de Concessionaris van de verplichtingen tot CO2-neutraliteit. DVW kan de taak van beheerder toevertrouwen aan een derde.
Om dit toezicht mogelijk te maken, verschaft de Concessionaris jaarlijks voor 31 maart een overzicht van haar elektriciteitsverbruik gedurende het voorbije jaar aan de vennootschap of aan de door haar aange- stelde beheerder evenals de wijze waarop de CO2-uitstoot werd gecompenseerd (‘jaarlijks rapport’). En dit vanaf het jaar dat volgt op het jaar waarin de Concessionaris aan de CO2-neutraliteitsverplichting moet voldoen.
Indien de Concessionaris een contract heeft afgesloten met een groene stroomleverancier, dan dient zij elk jaar in haar jaarlijks rapport dit contract aan de beheerder voor te leggen.
Indien de Concessionaris haar CO2-uitstoot compenseert met de aankoop van verhandelbare emissie- rechten, dan dient zij in haar jaarlijks rapport de aankoop van deze emissierechten, de storting op de tegoedrekening en de overdracht naar de partijtegoedrekening van het Vlaamse Gewest aan te tonen.
Indien de Concessionaris eigen energie opwekt dan dient zij in haar jaarlijks rapport de eigen productie van groene stroom aan te tonen (bv door middel van groenestroomcertificaten). Indien de verkrijger deel- neemt in de opwekking van groene stroom, dient zij het deel van de productie dat volgens de samen- werkingsovereenkomst aan haar toekomt aan te tonen.
De Concessionaris blijft steeds verantwoordelijk voor de correctheid van de gegevens opgenomen in het jaarlijks rapport. DVW of de door haar aangestelde beheerder verlaat zich volledig op de door de Conces- sionaris aangeleverde gegevens. Zij verkeert niet in de mogelijkheid om de volledigheid, correctheid, nauwkeurigheid, accuraatheid of waarachtigheid van de aangeleverde gegevens te verifiëren.
De Concessionaris vrijwaart DVW of de door aangestelde beheerder voor gebeurlijke aansprakelijkheid voortvloeiend uit onvolledige, foutieve onnauwkeurige en/of inaccurate karakter van de gegevens in het jaarlijks rapport.
DVW of de door haar aangestelde beheerder houdt deze gegevens gedurende vijf jaar bij ter inzage voor de bevoegde inspectie.
4.3 - De Concessionaris is verplicht een energieboekhouding te voeren (in eigen beheer of opgedragen aan een derde). Een volledig bijgewerkte energieboekhouding moet op eenvoudig verzoek van DVW res- pectievelijke de beheerder binnen de tien werkdagen aan haar kunnen voorgelegd worden.
4.4 - Indien de Concessionaris niet in staat is om aan diens verplichting tot CO2-neutraliteit te voldoen, dan dient zij DVW of de door aangestelde beheerder hiervan onverwijld op de hoogte te brengen door het volgende schriftelijk (per fax of per e-mail) mede te delen:
- de omschrijving van de contractuele niet-nakoming;
- de redelijkerwijze voorziene duur van de niet-nakoming;
- voorstel van mogelijke remediërende middelen en inspanningen tot CO2-neutraliteit.
Het is tussen partijen goed begrepen dat dergelijke remediërende middelen en inspanningen essentieel tijdelijk van aard moeten zijn en dat de Concessionaris via deze weg haar contractuele verplichtingen niet op duurzame en structurele weg aan een derde kan overdragen.
4.5 - Indien de Concessionaris de CO2-verplichting niet naleeft en het Agentschap Economie met toepas- sing van artikel 11 van het Ministerieel Besluit van 1 oktober 2007 de subsidie voor het beheer terugvor- dert, zal de Concessionaris aansprakelijk kunnen gesteld worden voor het verlies van deze beheervergoe- ding en voor alle directe en indirecte schadelijke gevolgen die DVW of de door aangestelde beheerder zal lijden. Dit is inclusief de schadevergoedingsvorderingen jegens DVW of de door haar aangestelde beheer- der van andere op het bedrijventerrein aanwezige bedrijven wegens schade die zij lijden door het in ge- breke blijven van de Concessionaris .
CONCESSIERECHT + BEDRIJVENTERREINMANAGEMENTSVERGOEDING
Omschrijving van het recht/de vergoeding
Het concessierecht is verschuldigd voor het gebruik van de grond, zoals beschreven in art. 1.1. De bedrijventerreinmanagementsvergoeding (BTM-vergoeding) is niet inbegrepen in het con- cessierecht en omvat het volgende:
- Beheersvergoeding voor de dagelijkse werking van de interbedrijvenvereniging “Duurzaam Samenwerken Aalter”;
- Vergoeding voor de coördinatie van de interbedrijvenvereniging “Duurzaam Samenwerken Aalter”;
- Vergoeding voor het beheer van het toegangscontrolesysteem.
Bedrag van het recht/ de vergoeding
§ 1. Het bedrag van het concessierecht wordt berekend op de oppervlakte van het in concessie ge- geven voorwerp, omschreven in artikel 1.1. en is vastgesteld op @[bedrag vermeld op het kandidaat- stellingsformulier] EUR per m² en per jaar (excl. BTW).
§ 2. Het bedrag van de BTM-vergoeding wordt als volgt vastgesteld:
- Beheersvergoeding interbedrijvenvereniging: 0,02 EUR*/m²/jaar (excl. BTW);
- Vergoeding coördinator interbedrijvenvereniging: 0,06 EUR*/m²/jaar (excl. BTW);
- Vergoeding beheer toegangscontrolesysteem: 0,05 EUR*/m²/jaar (excl. BTW).
0,13 EUR*/m²/jaar (excl. BTW)
*(index per 10/2014)
§ 3. Het concessierecht en de BTM - vergoeding zijn verschuldigd vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de Concessionaris een uitvoerbare omgevingsvergunning heeft verkregen voor de realisatie van de bestemming zoals bedoeld in artikel 1.2, en uiterlijk op de dag waarop het Goed door de Concessionaris in gebruik wordt genomen, om welke reden ook. De vergoeding beheer toegangs- controlesysteem is verschuldigd vanaf de ingebruikname van het systeem, dat per aangetekend schrijven aan de concessionaris zal worden meegedeeld.
Het concessierecht en de BTM - vergoeding zullen op de eerste januari van ieder jaar aangepast worden aan het indexcijfer der consumptieprijzen volgens de volgende formule:
X * Y Z
Waarbij:
X = basisbedrag
Y = indexcijfer van de maand december voorafgaand aan de aanpassing
Z = basisindex van december 2020.
Deze vergoeding zal jaarlijks door DVW opgeëist worden door middel van de verzending van een factuur en is betaalbaar volgens de voorwaarden die op de factuur vermeld staan binnen de maand na factuur- datum.
§ 4. In geval van bezetting van het Goed, zoals bepaald en omschreven in artikel 2.3., wordt de ver- goeding voor het geheel van de bezetting per kalenderdag gebracht op:
- 1/10 van de maandelijkse concessievergoeding, per kalenderdag voor een vertraging van ten hoogste 30 dagen, en
- 1/5 van de maandelijkse concessievergoeding, per kalenderdag vanaf de 31ste kalenderdag.
In elk geval bedraagt deze vergoeding minimaal:
- € 500,00 per kalenderdag voor een vertraging van ten hoogste 30 dagen, en
- € 1.000,00 per dag vanaf de 31ste kalenderdag.
Dit alles onverminderd de schadevergoedingen en interesten die DVW kan vorderen.
§ 5. De Concessionaris wordt erop gewezen dat het verschuldigde concessierecht onderworpen is aan de BTW-heffing overeenkomstig de geldende BTW-reglementering.
§ 6. Tijdens de duur van de concessie kan het verschuldigde concessierecht niet worden aangepast, behoudens de bepalingen opgenomen in § 2 van onderhavig artikel. Elke wijziging aan onderhavige con- cessieovereenkomst op vraag van de Concessionaris kan evenwel aanleiding geven tot aanpassing van de voorwaarden.
§ 7. Gebruiksbeperkingen of andere voorzorgsmaatregelen of saneringswerken in verband met de bo- demverontreiniging die door de overheid aan de Concessionaris worden opgelegd, kunnen geen aanlei- ding geven tot vermindering of schorsing van de verplichting om het concessierecht te betalen.
Het aanvragen van een vergunning of beperkingen, opgelegd door de wetgeving, kunnen evenmin aanlei- ding geven tot vermindering of schorsing van de verplichting om het concessierecht te betalen, noch om te stellen dat het Goed niet ter beschikking kan worden gesteld.
Betaling der belastingen
De Concessionaris moet alle belastingen, retributies, heffingen, aanslagen en alle andere taksen ingevolge het gebruik van de gronden, opgelegd door de Staat, het Vlaamse Gewest, de provincie, de gemeente of andere openbare besturen, betalen en dit ter ontlasting van DVW.
Het bedrag der belastingen is betaalbaar op eerste verzoek, binnen de termijn en volgens de modaliteiten die vastgesteld zijn in de brief waarin de betaling geëist wordt.
Aanmaning – Niet-tijdig betalen van concessierecht of belastingen
De niet-betaling van het concessierecht uiterlijk op de vervaldag vermeld op de factuur, of de niet-betaling van de wettelijke gevorderde belastingen, wordt aanzien als een ernstige contractuele wanprestatie. In dat geval kan de concessie eenzijdig beëindigd worden door DVW conform de procedure voorzien in arti- kel 9.1.
Achterstal in de betaling
Ingeval van achterstal van meer dan één maand in het betalen van de concessierechten, van de belastin- gen, of van de onkosten, schadevergoedingen en intresten, voortvloeiend uit de bepalingen van onder- havige concessieovereenkomst, is de Concessionaris van rechtswege en zonder ingebrekestelling de ren- tevoet betalingsachterstand handelstransacties verschuldigd vanaf de vervaldag.
Garantie
§ 1. Een garantie onder de vorm van een bankgarantie ten belope van @ EUR, namelijk een bedrag gelijk aan één jaar niet-geïndexeerd concessierecht (inclusief BTW), zal door de Concessionaris binnen de maand na inwerkingtreding van de Concessieovereenkomst, ter beschikking gesteld worden.
§ 2. Hierbij dient gebruik gemaakt te worden van de volgende formulering:
“Wij … stellen ons tegenover De Vlaamse Waterweg nv onvoorwaardelijk en onherroepelijk borg voor de naleving van de verplichtingen die de firma … (hierna: de Concessionaris) heeft opgenomen in de overeen- komst … [titel overeenkomst opnemen, datum en partijen].
Wij verbinden ons ertoe om, na het verstrijken van de in de aanmaning van De Vlaamse Waterweg nv voorziene termijn om zich in de regel te stellen, aan De Vlaamse Waterweg nv, op eenvoudig verzoek, het bedrag uit te betalen dat de Concessionaris, in gebreke blijft te voldoen, en dit tot een maximum bedrag van …, in kapitaal, intresten en kosten.
Deze garantie blijft gelden totdat de Concessionaris aan al zijn contractuele verplichtingen heeft voldaan, ook ingeval deze in faillissement zou worden verklaard. In dat geval zal aan De Vlaamse Waterweg nv eveneens, op eenvoudig verzoek, betaald worden na het verstrijken van de in de aanmaning van De Vlaamse Waterweg nv voorziene termijn om zich in regel te stellen.”
§ 3. De garantie kan door DVW worden aangewend telkens wanneer de Concessionaris in gebreke blijft te voldoen aan diens verplichtingen die voortvloeien uit onderhavige concessieovereenkomst en na het doorlopen van de in onderhavige paragraaf vermelde stappen. Het in gebreke blijven van de Conces- sionaris zal door DVW telkens worden vastgesteld middels een aangetekende brief waarvan de borgsteller kopie ontvangt, waarin de Concessionaris tevens zal worden aangemaand om binnen de daarin voorziene termijn zich in de regel te stellen. DVW zal vervolgens over de garantie kunnen beschikken van zodra de voorziene termijn in de aanmaning om zich in de regel te stellen verstreken is zonder dat de Concessio- naris zich in de regel gesteld heeft. In dat geval zal DVW automatisch en zonder verdere verwittiging de garantie kunnen aanwenden.
§ 4. De garantie moet gedurende de volledige duur van onderhavige concessie gehandhaafd blijven. Ingeval deze wordt aangewend, heeft de Concessionaris 6 maanden de tijd om deze aan te vullen tot het bedrag van de initieel gestelde garantie.
Ingeval de Concessionaris geen garantie stelt respectievelijk aanvult binnen de hierboven voorziene ter- mijn, dan wordt dit aanzien als een ernstige contractuele wanprestatie en kan de concessie eenzijdig be- eindigd worden door DVW conform de procedure voorzien in artikel 9.1.
HET STATUUT VAN GEBOUWEN EN INSTALLATIES
Eigendom van de gebouwen en installaties
De gebouwen en installaties, die de Concessionaris op het Goed zou oprichten, worden zijn eigendom en dit op grond van het accessoire recht van opstal bij het gebruiksrecht dat op grond van de onderhavige concessieovereenkomst wordt toegekend en dit tijdens de duur van onderhavige concessieovereen- komst.
Voorwaarden aangaande de gebouwen en installaties
§ 1. Vooraleer gebouwen of installaties op het Goed op te richten, zal de Concessionaris dit voorne- men ter kennis brengen van DVW. Op aanvraag van DVW zal de Concessionaris alle informatie aangaande de geplande constructies zoals plannen, bescheiden en andere documenten aan DVW bezorgen.
De Concessionaris zal de nodige vergunningen en de noodzakelijke toelatingen bij de verschillende over- heden en besturen aanvragen en verkrijgen. Hij verbindt zich ertoe om voor de aanvang van de geplande werken een afschrift of kopie van alle terzake ingediende bescheiden, bekomen toelatingen en vergun- ningen aan DVW te betekenen en dit op straffe van niet-uitvoering van de werken.
De bomen of beplantingen die eventueel tijdens het oprichten van gebouwen en installaties door de Con- cessionaris op het Goed worden beschadigd of vernield, en die zonder de vereiste vergunning zijn gerooid, moeten door de Concessionaris op zijn kosten opnieuw worden aangeplant overeenkomstig de aandui- dingen van DVW en worden vergoed volgens de Uniforme methode voor waardebepaling van bomen.
§ 2. De door de Concessionaris opgerichte gebouwen en installaties op het Goed moeten door en op kosten van de Concessionaris in goede staat van onderhoud bewaard worden tot aan het einde van on- derhavige concessie.
§ 3. Het is de Concessionaris verboden om zonder voorafgaande en schriftelijke toelating van DVW de op te richten gebouwen en installaties, al dan niet met aanhorigheden en uitrusting, te bezwaren met een hypotheek of enige daad te stellen die tot gevolg zou kunnen hebben dat derden er enig zeker- heidsrecht, voorrecht of gebruiksrecht op zouden verkrijgen.
Bestemming van de gebouwen en de installaties opgericht door de Concessionaris bij het einde van de concessie
Bij het einde van de concessie om welke reden ook is de Concessionaris verplicht het Goed in zijn oor- spronkelijke staat te herstellen.
Veiligheidsmaatregelen
De Concessionaris is verplicht om de wettelijke veiligheidsmaatregelen te nemen om de door hem opge- richte gebouwen en installaties op het Goed te vrijwaren tegen ernstige voorvallen, zoals brand, storm- schade, bliksem, ontploffing en dergelijke, en dit vooraleer de Concessionaris overgaat tot de ingebruik- name van de door hem opgerichte gebouwen en installaties.
Niet-nageleefde termijnen
Ingeval het herstel in de oorspronkelijke staat, zoals bepaald in artikel 6.3, niet voltooid is bij het beëindi- gen van de concessie of bij het verstrijken van de door DVW toegestane termijn, heeft DVW het recht, hetzij deze werken, op kosten van de in gebreke blijvende Concessionaris, zonder voorafgaande aanma- ning of waarschuwing, geheel of gedeeltelijk uit te voeren of te doen uitvoeren op de volgens haar meest geschikte manier, hetzij de gebouwen en installaties die niet tijdig afgebroken zijn, geheel of gedeeltelijk te behouden, zonder dat zij in dat geval enige vergoeding aan de Concessionaris verschuldigd is.
AANSPRAKELIJKHEDEN
Algemeenheden
§ 1. DVW kan op geen enkele wijze aansprakelijk gesteld worden voor het niet naleven van wettelijke, decretale en reglementaire verplichtingen door de Concessionaris en is evenmin aansprakelijk voor het gebruik van het Goed indien dit gebruik niet met de geldende wetten en reglementen in overeenstem- ming is of zou zijn. Evenmin kan DVW aansprakelijk worden gesteld voor een foutieve daad of nalatigheid van de Concessionaris.
De Concessionaris zal DVW en het Vlaamse Gewest te allen tijde vrijwaren tegen vastgestelde inbreuken en zal bijgevolg instaan voor alle daaruit voortvloeiende gevolgen.
§ 2. De Concessionaris is verantwoordelijk zowel tegenover derden als tegenover DVW en het Vlaamse gewest voor alle verliezen, diefstallen, averij, schade, ongevallen, waardeverlies of nadeel die rechtstreeks of onrechtstreeks kunnen voortspruiten uit het gebruik van de rechten die voortvloeien uit onderhavige concessieovereenkomst, zelfs wanneer deze het gevolg zouden zijn van maatregelen voor- geschreven of uitgevoerd door DVW. De Concessionaris verzaakt in dit verband uitdrukkelijk aan alle ver- haal tegenover DVW. De Concessionaris zal DVW in dit verband tegen alle aanspraken van derden vrijwa- ren. De Concessionaris verbindt zich ertoe op eerste verzoek van DVW tussen te komen in alle geschillen in dit verband.
§ 3. De Concessionaris erkent uitdrukkelijk dat hij tegenover DVW nimmer enig bezwaar, met uit- sluiting van zware fout, grove nalatigheid of opzet in hoofde van DVW zal kunnen doen gelden tegen het gebruik dat zou kunnen gemaakt worden van de gronden, kaaivlakten, inrichtingen of werken, palend aan of gelegen in de nabijheid van het Goed, noch tegen het tot stand komen aldaar van inrichtingen, gerang- schikt als gevaarlijk, hinderlijk of ongezond.
Verzekeringen
7.2.1. Verzekering van de gebouwen en installaties opgericht door de Concessionaris
§ 1. De Concessionaris is ertoe gehouden het geheel de door hem opgerichte gebouwen en installaties (met aanhorigheden en uitrusting) op het Goed voor de volledige duur van onderhavige concessieover- eenkomst te verzekeren tegen de gevaren van brand, bliksem, ontploffing, neerstorten van vliegtuigen en stormschade. Deze verzekering dient te worden afgesloten vanaf de dag waarop met de bouwwerken begonnen wordt.
§ 2. Voormelde verzekering dient afgesloten te worden bij een in de EU gevestigde of vertegenwoor- digde verzekeringsmaatschappij aan de algemene voorwaarden en bepalingen van de Belgische brand- verzekeringspolis.
§ 3. Dit verzekeringscontract zal de clausule van de verhaalsafstand bevatten ten voordele van alle eventuele huurders, onderhuurders, onderconcessionarissen en alle eventuele andere gebruikers, van alle buren, verantwoordelijke personen en garanten, van DVW en het Vlaamse Gewest en van alle andere derden, waaronder deze die verantwoordelijkheid zouden dragen uit hoofde van diensten en werken.
GEGARANDEERDE OVERSLAG
De Concessionaris heeft in het kandidaatstellingsformulier zijn jaarlijkse overslaghoeveelheden als volgt opgegeven:
Jaar | Vooropgestelde hoeveelheid in ton/m3 / TEU1 |
jaar 1 | |
jaar 2 | |
jaar 3 | |
jaar 4 | |
jaar 5 | |
jaar 6 | |
jaar 7 | |
jaar 8 | |
jaar 9 | |
jaar 10 | |
Vanaf jaar 10 |
Indien de Concessionaris deze hoeveelheid niet behaalt zal van rechtswege het geïndexeerde concessie- recht verschuldigd voor het kalenderjaar waarin de hoeveelheid diende behaald te worden met 10 pro- cent worden verhoogd per schijf van 10 procent die minder werd overgeslagen.
In het kalenderjaar volgend op het jaar van ondertekening van onderhavige overeenkomst dient de ge- middelde jaarlijkse overslaghoeveelheid niet behaald te worden en is de verhoging bijgevolg niet van toe- passing. In het kalenderjaar daarop volgend dient 50 procent van de gemiddelde jaarlijkse overslaghoe- veelheid behaald te worden.
De verificatie van de verladen goederen gebeurt op basis van een gedetailleerde oplijsting op een digitaal formulier van DVW en ingevuld door de Concessionaris binnen een termijn van 60 kalenderdagen na af- loop van het kalenderjaar met vermelding van onder meer volgende gegevens:
- Datum van het laden/lossen van de goederen
- Naam van het schip dat de goederen heeft geladen/gelost
- Lading of lossing
- Gebruikte kade
NALEVEN VAN VERBINTENISSEN
Procedure voor de beëindiging omwille van contractuele wanprestatie
Indien een Partij een inbreuk vaststelt op de bepalingen van onderhavige concessieovereenkomst door de andere Partij, dan zal zij die andere Partij aangetekend in gebreke stellen op het adres opgegeven in onderhavige concessieovereenkomst.
Indien na voormelde ingebrekestelling geen aanvang wordt genomen door de in gebreke zijnde Partij om de vastgestelde inbreuk binnen een redelijke termijn te regelen, dan kan de niet in gebreke zijnde Partij de voortijdige beëindiging van deze concessieovereenkomst vorderen voor de bevoegde rechtbank. De in gebreke zijnde Partij lastens wie deze concessieovereenkomst voortijdig beëindigd wordt, is een schade- vergoeding verschuldigd voor de werkelijk geleden en bewezen schade van de niet in gebreke zijnde Partij.
De niet in gebreke zijnde Partij kan ondanks de vastgestelde contractuele wanprestaties tot de voortzet- ting van onderhavige concessieovereenkomst besluiten. De voortzetting van de overeenkomst doet geen afbreuk aan het recht op schadevergoeding waarop de niet in gebreke zijnde Partij aanspraak kan maken voor haar werkelijke geleden en bewezen schade ingevolge de contractuele wanprestaties.
Faillissement – vereffening
Onderhavige concessieovereenkomst neemt van rechtswege een einde ingeval van faillissement of veref- fening van de Concessionaris en wel vanaf de datum van het vonnis waarin het faillissement wordt uitge- sproken of tot de ontbinding wordt beslist. Vanaf deze datum is het Goed opnieuw ter beschikking van DVW en worden alle gebouwen en installaties haar eigendom zonder dat zij hiervoor enige vergoeding verschuldigd is.
In afwijking van het voorgaande lid, kan onderhavige concessieovereenkomst evenwel op verzoek van de curator of de vereffenaar(s) worden verdergezet, mits voorafgaande, uitdrukkelijke en schriftelijke toe- stemming van DVW, tot de curator of de vereffenaar(s) een overnemer gevonden heeft aan wie onder- havige concessieovereenkomst en de zich op het Goed bevindende gebouwen en installaties kunnen wor- den overgedragen.
DVW zal aan deze overdracht haar voorafgaande, uitdrukkelijke en schriftelijke goedkeuring verlenen voor zover de door de curator of vereffenaar(s) voorgestelde overnemer(s):
(i) zich ertoe verbindt de activiteiten en de bestemming zoals omschreven in artikel 1.2. na te leven;
(ii) alle aan DVW verschuldigde bedragen volledig vergoeden;
(iii) voldoende waarborgen biedt voor de verdere exploitatie van het Goed voor de volledige duur van onderhavige concessieovereenkomst en de naleving van de verbintenissen die hierin ver- vat zijn. De beoordeling hiervan behoort tot de discretionaire bevoegdheid van DVW.
VERPLICHTINGEN IN HET KADER VAN HET EINDE VAN DE CONCESSIE
Ten minste twaalf maanden vóór de einddatum van onderhavige concessieovereenkomst zal de Conces- sionaris op zijn kosten de nodige initiatieven nemen voor het bekomen van een bodemattest. Wanneer de Concessionaris in gebreke blijft inzake het nemen van de nodige initiatieven tot het bekomen van de bodemattesten, kan DVW dit initiatief van hem overnemen op kosten van de Concessionaris. De Conces- sionaris zal tevens instaan voor alle andere verplichtingen die op hem rusten krachtens het Decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming, zodat een overdracht in de zin van het Bodemdecreet vóór het einde van de concessie kan worden gerealiseerd.
In geval van beëindiging van de concessie in toepassing van artikel 9.1. t.e.m. 9.3., zal de Concessionaris dan wel curator of vereffenaar de nodige initiatieven nemen onmiddellijk na de kennisgeving van de be- eindiging.
ALGEMENE BEPALINGEN VERBONDEN AAN DE CONCESSIE
Adres
Elke adreswijziging in hoofde van een Partij wordt onverwijld meegedeeld aan de andere Partij.
Afpalingsstenen
Door de Concessionaris dienen alle maatregelen getroffen te worden opdat bestaande afpalingsstenen die ter plaatse de grenzen van het domein aanduiden, in oorspronkelijke staat behouden en niet bescha- digd worden. De afpalingsstenen, die verplaatst of verwijderd worden, moeten op kosten van de Conces- sionaris door een beëdigd landmeter, in aanwezigheid van DVW, worden teruggeplaatst.
Beschadigingen aan de waterweg en aanhorigheden
Eventuele beschadigingen aan de waterweg en zijn aanhorigheden die voortvloeien uit het gebruik van onderhavige concessieovereenkomst dienen door en op kosten van de Concessionaris te worden hersteld, volgens de aanduidingen van DVW.
Veiligheid
De Concessionaris moet te allen tijde de passende maatregelen nemen ter vrijwaring van de openbare veiligheid en de veiligheid van de scheepvaart. Hij mag de scheepvaart nooit belemmeren.
Personeel van DVW
Ten behoeve van de exploitatie van de waterweg moet aan het bevoegd personeel van DVW te allen tijde toegang worden verleend tot het Goed.
Rechtsopvolgers
Alle bepalingen en voorwaarden van onderhavige concessieovereenkomst, zijn uitvoerbaar lastens de rechtsopvolgers van de Concessionaris.
Erfdienstbaarheden van openbaar nut
De Concessionaris dient rekening te houden met de bestaande en toekomstige erfdienstbaarheden van openbaar nut die het Goed bezwaren en hij dient de uitoefening ervan ongehinderd te laten gebeuren.
Waterloop
Indien het terrein grenst een waterloop dient afhankelijk van de categorie van de waterloop de afstands- regel gerespecteerd te worden ivm de toegankelijk voor werken aan de waterloop. Deze afstand wordt gemeten vanaf de oever (taludinsteek). De waterloopbeheerder heeft te allen tijde een recht van door- gang in deze strook en de strook moet vlot toegankelijk zijn voor onderhoudswerken. De concessionaris staat in voor het onderhoud van deze strook door minimaal 2 maal per jaar te maaien.
REGISTRATIE
De registratiekosten, verbonden aan onderhavige concessieovereenkomst, zijn ten laste van de Concessi- onaris.
BETWISTINGEN
Alle conflicten en betwistingen m.b.t. (de geldigheid, interpretatie, toepassing of beëindiging) van deze overeenkomst zullen uitsluitend beslecht worden voor de bevoegde rechtbanken van het gerechtelijke arrondissement Limburg.
* *
*
Opgemaakt te …………………………………… op in 3 origineel ondertekende exemplaren,
waarvan elke Partij verklaart er één ontvangen te hebben en waarvan één bestemd is voor de registratie.
BIJLAGEN
1. Plan van het Goed met de kadastrale percelen (plannummer XXXXX);
2. Plaatsbeschrijving;
3. Bodemattest;
4. Grondverzet
5. Statuten vereniging "Duurzaam samenwerken Aalter"
6. Intern reglement
Voor De Vlaamse Waterweg nv,
Xxxxx Xxxxxxxxxx Gedelegeerd Bestuurder
Voor @
[Naam] [Hoedanigheid]