STATUTENWIJZIGING
Pensioenfederatie
Op, veertien december tweeduizend twintig, verscheen voor mij, xx. Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxx, notaris te Leiden:
xxxxxxx Xxxxx Xxxx,
_
gevolmachtigd directeur en handelend als gevolmachtigde van na te melden vereniging en ter uitvoering van het hierna te noemen besluit.
De verschenen persoon, handelend als gemeld, verklaarde:
- Bij akte op zestien juni tweeduizend elf verleden werd opgericht de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid: Pensioenfederatie, gevestigd te
‘s-Gravenhage, met adres: Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxxx 00 xx 0000 XX ‘s-Gravenhage, ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 52988368.
- De statuten van gemelde vereniging werden laatstelijk gewijzigd bij akte op eenentwintig december tweeduizend zestien verleden voor genoemde notaris Xxxxxxxx.
- De algemene ledenvergadering van gemelde vereniging heeft op
drie december xxxxxxxxxxx twintig conform het bepaalde in artikel 16 van _
haar statuten besloten de statuten van de vereniging te wijzigen, bij welk besluit de verschenen persoon tevens is gemachtigd tot het passeren van deze akte.
- Van gemeld besluit blijkt uit (een uittreksel van) de notulen van de
algemene ledenvergaderingen, waarin een voorstel tot wijziging van de statuten en machtiging aan de orde is geweest, welke notulen aan deze
akte zullen worden gehecht.
De verschenen persoon, handelend als gemeld, verklaarde dat als gevolg van voornoemd besluit tot statutenwijziging de statuten van de vereniging met
ingang van eenendertig december tweeduizend twintig zullen worden gewijzigd en in zijn geheel zullen luiden als volgt:
STATUTEN.
Naam en Zetel.
Artikel 1.
1. De vereniging met volledige rechtsbevoegdheid draagt de naam:
Pensioenfederatie.
2. Zij heeft haar zetel te gemeente ‘s-Gravenhage.
Doel.
Artikel 2.
1. De vereniging heeft ten doel:
het behartigen van de belangen van pensioenfondsen in de Europese Unie, voor wie het Nederlandse sociaal- en arbeidsrecht van toepassing is op de
deelnemers bij de betreffende pensioenfondsen, alsmede het bevorderen van de samenwerking tussen deze pensioenfondsen, op alle daarvoor in aanmerking komende gebieden.
2. De vereniging tracht haar doel te bereiken door:
a. het onder de aandacht brengen van de belangen van haar leden bij de relevante stakeholders;
b. het verlenen van nader door het bestuur vast te stellen diensten aan haar leden;
c. het bieden van een passende informatievoorziening voor haar leden;
d. het instellen van rechtsvorderingen als bedoeld in artikel 305a van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek,
onder inzet van alle rechtens geoorloofde middelen voor zover zij kunnen bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstelling.
Geldmiddelen.
Artikel 3.
1. De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit:
a. de jaarlijkse contributie van de leden;
b. projectfinanciering door de leden op incidentele basis;
x. xxxxxxxxxxx, legaten en erfstellingen;
d. donaties;
e. subsidies;
f. alle andere baten en inkomsten.
2. Erfstellingen kunnen slechts worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving.
Lidmaatschap.
Artikel 4.
1. Onverminderd het bepaalde in lid 5 van dit artikel kunnen leden van de vereniging zijn in de Europese Unie gevestigde pensioenfondsen, bij wie voor _
de deelnemers bij het betreffende pensioenfonds het Nederlandse sociaal- en
arbeidsrecht van toepassing is, waarbij worden onderscheiden bedrijfstakpensioenfondsen, beroepspensioenfondsen, algemene pensioenfondsen en ondernemingspensioenfondsen.
2. Aanmelding voor het lidmaatschap geschiedt schriftelijk bij het bestuur, dat binnen drie maanden na de aanmelding over de toelating beslist.
3. Het bestuur kan aan de toetreding tot het lidmaatschap nadere in een reglement vast te leggen voorwaarden verbinden.
4. Bij afwijzing heeft de belanghebbende recht op beroep op de algemene ledenvergadering, schriftelijk in te stellen binnen één maand nadat het betreffende besluit – onder verwijzing naar zijn recht op beroep – te zijner kennis is gebracht. In de eerstvolgende algemene ledenvergadering wordt hieromtrent een besluit genomen.
5. Andere dan in het eerste lid genoemde rechtspersonen kunnen lid worden op basis van een door het bestuur hierover te nemen bijzonder bestuursbesluit. _
Einde van het lidmaatschap.
Artikel 5.
1. Het lidmaatschap is persoonlijk. Het lidmaatschap van een lid, welk lid door fusie of splitsing ophoudt te bestaan, gaat over op de verkrijgende
rechtspersoon onderscheidenlijk overeenkomstig de aan de akte van splitsing_
gehechte beschrijving op één van de verkrijgende rechtspersonen, mits de verkrijgende rechtspersoon voldoet aan de vereisten voor lidmaatschap.
2. Het lidmaatschap eindigt:
- door opzegging door het lid;
- door opzegging door de vereniging, wanneer een lid ophoudt te bestaan, _
failliet wordt verklaard of surseance van betaling aanvraagt, zijn verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt of wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren; of
- door ontzetting van het lid, wanneer een lid in strijd met de statuten, reglement of besluiten van de vereniging handelt of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
3. Opzegging van het lidmaatschap door een lid kan slechts geschieden tegen het einde van het verenigingsjaar en met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden door middel van een aangetekend schrijven aan het bestuur. Indien een opzegging niet tijdig heeft plaatsgevonden, loopt het lidmaatschap door tot het einde van het volgende verenigingsjaar.
4. Een lid kan zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een _
maand nadat een besluit waarbij zijn rechten zijn beperkt of zijn verplichtingen zijn verzwaard, hem is bekend geworden of medegedeeld; het _
besluit is alsdan niet op hem van toepassing. Deze bevoegdheid tot opzegging
is de leden ontzegd voor het geval van wijziging van de bij deze statuten nauwkeurig omschreven rechten en verplichtingen.
Een lid kan zijn lidmaatschap ook met onmiddellijke ingang opzeggen, indien _
van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren en voorts binnen een maand nadat hem een besluit is
medegedeeld tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm, tot _
fusie of splitsing.
5. Opzegging door de vereniging, op een van de gronden beschreven in lid 2, geschiedt door het bestuur bij aangetekend schrijven met opgave van redenen aan het desbetreffende lid met een opzegtermijn van vier weken. Bij de algemene ledenvergadering kan tegen het besluit tot opzegging door de vereniging beroep worden ingesteld.
6. De ontzetting wordt - onverminderd het in de volgende volzin bepaalde - gedaan door het bestuur en wordt onverwijld schriftelijk per aangetekende brief aan het lid met opgave van redenen medegedeeld. Het bestuur neemt
een besluit tot ontzetting niet dan nadat hij de betrokkene schriftelijk van de _
tegen hem bestaande bezwaren in kennis heeft gesteld en daarover in een bestuursvergadering heeft gehoord, althans hem daartoe behoorlijk schriftelijk heeft opgeroepen.
7. Het betrokken lid staat binnen één maand na ontvangst van de kennisgeving _
van het besluit tot opzegging of ontzetting beroep open op de algemene
ledenvergadering.
8. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid, te wiens opzichte het besluit tot opzegging of ontzetting is genomen, geschorst; gedurende de schorsing is het lid niet bevoegd vergaderingen van de vereniging bij te wonen of zich daar te doen vertegenwoordigen, met uitzondering van de algemene ledenvergadering waarin het besluit tot schorsing en/of het (beroep tegen het) besluit tot opzegging of ontzetting wordt behandeld. Het bestuur is bevoegd in naar zijn oordeel daarvoor in
aanmerking komende gevallen te besluiten dat de betrokkene gedurende de _
hiervoor bedoelde termijn niet bevoegd zal zijn overige, krachtens de statuten verleende rechten uit te oefenen. Het bestuur dient de betrokkene onverwijld bij aangetekende brief daarvan mededeling te doen.
9. Het beroep moet bij aangetekend schrijven worden ingediend bij het bestuur.
10. Bij opzegging door de vereniging en bij ontzetting eindigt het lidmaatschap:
a. indien het betrokken lid geen beroep als bedoeld in lid 10 van dit artikel heeft ingesteld: onmiddellijk na het verstrijken van de beroepstermijn;
b. indien het betrokken lid beroep als bedoeld in lid 10 van dit artikel bij de _
algemene ledenvergadering heeft ingesteld: op de dag van ontvangst van de kennisgeving van de afwijzende beslissing van de algemene ledenvergadering.
11. Zij van wie het lidmaatschap, op welke wijze dan ook, is geëindigd verliezen daardoor terstond alle voor hen daaraan verbonden rechten en functies. Zij zijn verplicht op de eerste aanmaning van het bestuur aan de vereniging te voldoen al hetgeen zij reeds uit hoofde van het lidmaatschap aan de vereniging verschuldigd zijn.
Verplichtingen van de leden.
Artikel 6.
1. De leden zijn verplicht jaarlijks contributie te betalen op basis van een door de algemene vergadering vastgestelde contributiesystematiek.
2. De leden zijn verplicht bij te dragen aan een door de algemene ledenvergadering vast te stellen bijdrage ter financiering van projecten.
3. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar eindigt, blijft de jaarlijkse bijdrage voor het hele jaar verschuldigd.
Organen.
Artikel 7.
De vereniging kent de volgende organen:
a. het bestuur;
b. de algemene ledenvergadering.
Bestuur.
Artikel 8.
1. Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging behoudens de beperkingen volgens de statuten.
Bij de vervulling van hun taak richten de bestuurders zich naar het belang van_
de vereniging en de met haar verbonden organisatie.
2. Het bestuur bestaat uit zes (6) bestuurders namens
bedrijfstakpensioenfondsen (bestuurders A), vier (4) bestuurders namens ondernemingspensioenfondsen (bestuurders B) en twee (2) bestuurders namens beroepspensioenfondsen (bestuurders C).
Indien in deze statuten wordt gesproken van bestuurders, worden daaronder _
verstaan zowel de bestuurders A als de bestuurders B en C, tenzij het tegendeel blijkt.
3. Slechts natuurlijke personen zijn tot bestuurder benoembaar.
4. a. Tot bestuurder A zijn slechts benoembaar, bestuurders en/of directeuren (direct) verbonden aan de leden die behoren tot de
bedrijfstakpensioenfondsen. Indien de verbondenheid aan de leden die behoren tot de bedrijfstakpensioenfondsen komt te vervallen, dan wordt_
het lidmaatschap van bestuurder A beëindigd.
b. Tot bestuurder B zijn slechts benoembaar, bestuurders en/of directeuren (direct) verbonden aan de leden die behoren tot de ondernemingspensioenfondsen. Indien de verbondenheid aan de leden die behoren tot de ondernemingspensioenfondsen komt te vervallen, dan wordt het lidmaatschap van bestuurder B beëindigd.
c. Tot bestuurder C zijn slechts benoembaar, bestuurders en/of directeuren (direct) verbonden aan de leden die behoren tot de beroepspensioenfondsen. Indien de verbondenheid aan de leden die behoren tot de beroepspensioenfondsen komt te vervallen, dan wordt het lidmaatschap van bestuurder C beëindigd.
5. De benoeming van bestuurders geschiedt door de algemene ledenvergadering op een bindende voordracht van een benoemingsadviescommissie, wat inhoud dat de leden alleen kunnen kiezen uit de kandida(a)t(en) die in de voordracht zijn vermeld. De benoemingsadviescommissie is een commissie van de algemene ledenvergadering en bestaat uit vier (4) vertegenwoordigers
van de leden en de voorzitter van het bestuur. In de agenda voor de algemene ledenvergadering worden de door het bestuur voorgedragen kandida(a)t(en) _
voor de benoemingsadviescommissie en de door de
benoemingsadviescommissie voorgedragen kandida(a)t(en) voor het bestuur genoemd. Indien door de algemene ledenvergadering een (enkele) voordracht door de benoemingsadviescommissie wordt verworpen, wordt door de benoemingsadviescommissie nieuwe kandida(a)t(en) voorgedragen. De taak en de werkwijze van de benoemingsadviescommissie wordt vastgelegd in een reglement, welk reglement wordt vastgesteld door de algemene ledenvergadering.
6. Per lid kan slechts één kandidaat tot bestuurder worden benoemd. Leden van de benoemingsadviescommissie komen niet voor benoeming tot bestuurder in aanmerking.
7. De benoeming van een bestuurder geschiedt voor een tijdvak van maximaal vier jaar. Het aftreden van bestuurders vindt plaats volgens een door het bestuur vast te stellen rooster van aftreden. Een bestuurder kan terstond worden voorgedragen voor herbenoeming voor een nieuw tijdvak van maximaal vier jaar. Een bestuurder kan twee keer worden herbenoemd.
8. Bij een door tussentijds aftreden ontstane vacature neemt de nieuwe bestuurder de plaats in van degene die hij opvolgt, maakt de nieuwe bestuurder het termijn van zijn voorganger af en vervolgens kan de nieuwe bestuurder tweemaal worden herbenoemd.
9. Het bestuur kan uit zijn midden een dagelijks bestuur benoemen. Het bestuur bepaalt bij reglement de samenstelling, de omvang, de taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur, zulks met inachtneming van het in de wet en deze statuten bepaalde.
10. Het bestuur kan een voorzitter voordragen aan de algemene ledenvergadering. De algemene ledenvergadering benoemt de voorzitter.
11. De voorzitter kan een onafhankelijke voorzitter zijn, welke niet een persoon is als bedoeld als in artikel 8 lid 4. Deze onafhankelijke voorzitter maakt geen deel uit van het bestuur en heeft daarin ook geen stemrecht. Verder heeft deze alle bevoegdheden die deze statuten aan hem of haar toekennen.
12. Indien een of meer bestuursfuncties vacant zijn dan blijft het bestuur bevoegd. Het bestuur is gehouden zo spoedig mogelijk een algemene ledenvergadering bijeen te roepen waarin in de op te vullen vacature of vacatures wordt voorzien.
13. Xxxxxxx van ontstentenis of belet van een of meer bestuurders, berust het bestuur tijdelijk bij de overblijvende bestuurders. Xxxxxxx van ontstentenis of _
xxxxx van alle bestuurders berust het bestuur van tijdelijk bij die persoon of
personen die daartoe door de algemene ledenvergadering worden aangewezen.
Onder belet wordt in deze statuten in ieder geval verstaan de omstandigheid _
dat
a. de bestuurder gedurende een periode van meer dan zeven dagen onbereikbaar is door ziekte of vermissing of andere oorzaken; of
b. de bestuurder is geschorst;
c. de bestuurder een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de vereniging en de met haar verbonden of organisatie, als bedoeld in artikel 12 lid 2 van deze statuten.
14. De algemene ledenvergadering stelt de vergoeding vast die bestuurders ontvangen als vergoeding voor hun werkzaamheden.
Het bestuur stelt het remuneratiebeleid ten aanzien van de voorzitter van het bestuur vast.
Vrijwaring Artikel 9
1. De vereniging vrijwaart elk (voormalig) lid van het bestuur en zijn gevolmachtigden voor alle uitgaven (met inbegrip van in redelijkheidgemaakte en onderbouwde honoraria van advocaten,
adviseurs,rechtshulpverleners of andere vertegenwoordigers), geldelijke gevolgen van vonnissen, geldboetes en in het kader van schikkingen betaalde_
bedragen die daadwerkelijk en redelijkerwijs door hem zijn gemaakt in
verband met een actie, rechtszaak of procedure voortkomend uit en/of verband houdend met elke (voorgenomen) actie in of buiten rechte ongeacht
het feit of dit een reële of beweerde actie betreft wegens een handelen of nalaten in de uitoefening van de functie van een lid van het bestuur of van een andere functie die hij of zij op verzoek van de vereniging vervult.
2. Onverminderd het in lid 1 bepaalde wordt geen vrijwaring gegeven tegen een vordering, geschil of kwestie ten aanzien waarvan door de Nederlandse
rechter bij gewijsde wordt vastgesteld dat degene, zoals bedoeld in lid 1, zich_
schuldig heeft gemaakt aan grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag bij de _
uitoefening van zijn taken voor de vereniging. Onverminderd het in lid 1 en de vorige volzin bepaalde, wordt alleen vrijwaring verleend indien degene, zoals _
bedoeld in lid 1, eerst overgaat tot:
- het betrekken een adviseur, advocaat, rechtshulpverlener of eenvertegenwoordiger;
- het voeren van verweer, het maken van bezwaar dan wel anderszinsreageren op een reële of beweerde actie;
- het betalen van (schade)vergoedingen, dan wel het anderszins betalen van geldelijke bedragen;
- het treffen van een (of meerdere) schikking(en), nadat door het bestuur _
met inachtneming van hetgeen is bepaald in lid 1 en de vorige volzin is beslist ten aanzien van de vrijwaring en de wijze van uitvoering van de
hierboven aangegeven zaken en aan degene die het betreft van deze beslissing een schriftelijke bevestiging daarvan is verzonden en degene, _
zoals bedoeld in lid 1, door ondertekening van deze beslissing ook alle voorwaarden van de vereniging onderschrijft en per aangetekende post _
retour heeft gezonden.
3. De vereniging stelt in ieder geval de volgende voorwaarden:
- kosten die worden gemaakt bij de verdediging in een civiele of strafrechtelijke actie, rechtszaak of procedure worden betaald door de vereniging vóór de uiteindelijke beslissing in een dergelijke actie, rechtszaak of procedure, na ontvangst van een toezegging van of namens degene, zoals bedoeld in lid 1, dat hij het bedrag terugbetaalt, tenzij uiteindelijk wordt vastgesteld dat hij recht heeft op vrijwaring door de vereniging volgens lid 1 van dit artikel. De toezegging hiertoe wordt gedaan door ondertekening en retourzending van de hierboven genoemde beslissing;
- niettegenstaande de overige bepalingen van dit artikel stelt degene, zoals bedoeld in lid 1, de vereniging zonder enige vertraging in kennis, zodra hij zich bewust wordt van een vordering of mogelijke vordering die tegen hem wordt ingesteld en heeft degene, zoals bedoeld in lid 1, de plicht gemaakte kosten te matigen.
4. Geen vrijwaring wordt gegeven indien de betrokken schade is gedekt door een verzekering en de verzekeraar de schade heeft vergoed of
indien de betrokken schade door de schuld van degene zoals bedoeld in _
lid 1 niet door een verzekering is gedekt.
5. De vereniging heeft de bevoegdheid een verzekering af te sluiten en te handhaven namens degene, zoals bedoeld in lid 1, tegen diens beweerde of
daadwerkelijke aansprakelijkheid in al die hoedanigheden of voortvloeiend uit zijn hoedanigheid als zodanig, ongeacht of de vereniging de bevoegdheid heeft hem te vrijwaren tegen dergelijke aansprakelijkheid onder het bepaalde in dit artikel.
Xxxxxxxxx en ontslag.
Artikel 10.
1. Elke bestuurder kan te allen tijde door de algemene ledenvergadering worden geschorst of ontslagen. Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag eindigt door het verloop van die termijn. Het bestuur kan om dringende redenen een bestuurder schorsen in
afwachting van het besluit van de eerstvolgende algemene ledenvergadering._
2. Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts:
a. door bedanken;
b. door periodiek aftreden;
c. wanneer een bestuurder een door het bestuur vast te stellen onverenigbare functie aanvaardt.
Bureau en directeur.
Artikel 11.
1. Het bestuur houdt toezicht op het functioneren van het bureau van de vereniging en is bevoegd tot het benoemen en ontslaan van de directeur van _
het bureau. Het bestuur stelt de rechtspositie van de directeur van het bureau
en het remuneratiebeleid vast.
2. De directeur is bij de bestuursvergadering aanwezig, tenzij het bestuur anders besluit.
3. De taken en bevoegdheden van de directeur worden door het bestuur vastgelegd in een directiereglement.
Besluitvorming bestuur.
Artikel 12.
1. Het bestuur stelt jaarlijks het vergaderschema vast. De voorzitter kan besluiten extra bestuursvergaderingen in te lassen. Daarnaast kunnen extra bestuursvergaderingen worden ingelast op verzoek van een derde van de leden van het bestuur.
2. Bij stemming tijdens de bestuursvergadering heeft elke bestuurder één stem, _
tenzij het bepaalde in lid 4 van toepassing is.
Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de vereniging en de met haar verbonden of organisatie.
Wanneer hierdoor geen bestuursbesluit zou kunnen worden genomen, wordt het besluit genomen door de algemene vergadering.
3. Bij afwezigheid van een bestuurder mag deze een andere bestuurder schriftelijk machtigen om namens hem een stem uit te brengen. Ingeval alle in functie zijnde bestuurders A, B of C afwezig of niet vertegenwoordigd zijn, kunnen er geen bestuursbesluiten worden genomen en zal er een nieuwe bestuursvergadering worden gehouden. Als in de nieuwe bestuursvergadering
weer al die bestuurders A, B of C afwezig of niet vertegenwoordigd zijn kunnen er door het bestuur wel besluiten worden genomen.
4. Bij onvoltalligheid van het bestuur wordt de stem of worden de stemmen, die door respectievelijk een of meerdere bestuurders A, B of C zou zijn uitgebracht als er geen vacature was of vacatures waren, proportioneel verdeeld over respectievelijk de overblijvende bestuurder(s) A, B of C, met dien verstande dat één bestuurder nooit meer dan de helft van het totaal aantal uit te brengen stemmen kan uitbrengen.
5. Het bestuur neemt besluiten bij meerderheid van stemmen. Als de stemmen _
staken, wordt er bij de bestuursvergadering volgend op deze nogmaals over het te nemen besluit gestemd. Staken de stemmen weer, dan wordt het voorstel beschouwd als zijnde afgewezen.
6. De navolgende besluiten van het bestuur kunnen slechts worden genomen met een meerderheid van twee/derde van de uitgebrachte stemmen:
a. het besluit tot het instellen van een rechtsvordering als bedoeld in artikel 305a van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek;
b. het besluit tot schorsing van een bestuurder;
c. het besluit tot opzegging van en/of ontzetting uit het lidmaatschap;
d. het besluit tot het aanstellen van een directeur;
e. het besluit tot het doen van een uitgave boven een bedrag van tweehonderd vijftigduizend euro (EUR 250.000,-) buiten de door de algemene ledenvergadering vastgestelde begroting om;
f. het besluit tot het aangaan van een lening.
7. Het uitgesproken oordeel van de voorzitter dat door het bestuur een besluit is genomen is beslissend.
8. Van een bestuursvergadering worden door het bureau notulen gehouden, die in een volgende bestuursvergadering worden vastgesteld.
9. Besluiten van het bestuur kunnen ook buiten vergadering worden genomen, _
schriftelijk of op andere wijze, mits het desbetreffende voorstel aan alle in functie zijnde bestuurders is voorgelegd en geen van hen zich tegen de desbetreffende wijze van besluitvorming verzet. Van een besluit buiten vergadering dat niet schriftelijk is genomen wordt door of namens de directeur een verslag opgemaakt waarin dit besluit wordt vastgelegd.
Schriftelijke besluitvorming geschiedt door middel van schriftelijke verklaringen van alle in functie zijnde bestuurders.
Bestuursbevoegdheid en vertegenwoordiging.
Artikel 13.
1. Het bestuur is, mits met de voorafgaande goedkeuring van de algemene ledenvergadering, bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
Het hiervoor bepaalde geldt mede voor de bevoegdheid tot vertegenwoordiging van de vereniging ter zake van voormelde
(rechts)handelingen.
2. Onverminderd het in de laatste volzin van lid 1 van dit artikel bepaalde, wordt de vereniging vertegenwoordigd door het bestuur.
De bevoegdheid tot vertegenwoordiging komt mede toe aan:
a. een bestuurder A, B of C gezamenlijk handelend met een bestuurder met_
een andere aanduiding en beiden deel uitmakend van het dagelijks bestuur;
b. de voorzitter en een andere bestuurder gezamenlijk handelend.
3. Het bestuur kan besluiten tot het verlenen van volmacht aan de directeur om _ de vereniging binnen de grenzen van die volmacht en de jaarlijkse begroting, _ als bedoeld in artikel 15 lid 4, te vertegenwoordigen. Het bestuur kan tevens _ besluiten aan derden een volmacht te verlenen, om de vereniging binnen de _
grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
4. In alle gevallen waarin de vereniging een tegenstrijdig belang heeft met een of meer bestuurders kan de algemene ledenvergadering een of meer personen aanwijzen om de vereniging te vertegenwoordigen.
5. Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen_
van zijn taak te doen uitvoeren door commissies die door het bestuur worden benoemd.
Verenigingsjaar en Jaarverslag.
Artikel 14.
1. Het verenigingsjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging en van _
alles betreffende de werkzaamheden van de vereniging, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de vereniging kunnen worden gekend.
3. Het bestuur brengt in een algemene ledenvergadering te houden binnen zes
maanden na afloop van een verenigingsjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene ledenvergadering, een jaarverslag uit over de gang _ van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en _
de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de
algemene ledenvergadering voor. Deze stukken worden ondertekend door de bestuurders; ontbreekt de ondertekening van één of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt. Het bestuur voegt daarbij een verklaring van de accountant als bedoeld in artikel 393 lid 1 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek over de getrouwheid van de stukken.
4. Het bestuur is verplicht de bescheiden bedoeld in de leden 2 en 3 ten minste _
zeven jaren te bewaren. Algemene ledenvergadering. Artikel 15.
1. De algemene ledenvergadering bestaat uit de leden van de vereniging. Elk lid _
wordt vertegenwoordigd door een bestuurder van het betreffende lid, dan wel een door het bestuur van het betreffende lid daartoe schriftelijk
gemachtigd natuurlijke persoon.
2. Het bestuur roept de algemene ledenvergadering bijeen, wanneer het dit wenselijk oordeelt of wanneer het daartoe volgens de wet of deze statuten verplicht is.
3. De leden worden ten minste veertien dagen van tevoren (elektronisch) schriftelijk onder opgave van de agenda ter vergadering geroepen.
4. In de algemene ledenvergadering komen in ieder geval ter stemming aan de orde:
a. de voorziening in (tussentijdse) vacatures in het bestuur tenzij artikel 8 lid 9 van toepassing is;
b. goedkeuring van het jaarverslag en het verlenen van kwijting aan het bestuur;
x. xxxxxxxxx xxx xxxxxxxx aan de bestuurders van wie het bestuurslidmaatschap is geëindigd;
d. de vaststelling van de begroting en de contributie voor het volgende verenigingsjaar;
e. de vaststelling van het meerjarenbeleidsplan;
f. voorstellen van het bestuur of de leden, aangekondigd bij de oproeping voor de algemene ledenvergadering;
5. Van een algemene ledenvergadering worden door het bureau notulen gehouden, die in dezelfde algemene ledenvergadering dan wel in een volgende algemene ledenvergadering worden vastgesteld.
6. De algemene ledenvergaderingen worden geleid door de voorzitter. Bij ontstentenis of belet treedt één van de bestuurders, door het bestuur aan te _
wijzen, als voorzitter op.
Besluitvorming algemene ledenvergadering.
Artikel 16.
1. Toegang tot de algemene ledenvergadering hebben:
- Ieder lid van de vereniging dat niet geschorst is, vertegenwoordigd conform het bepaalde in artikel 15 lid 1 en met inachtneming van het bepaalde in artikel 5 lid 10;
- alle bestuurders;
- de voorzitter;
- de directeur; en
- door de directeur aan te wijzen vertegenwoordigers van het bureau.
2. Over toelating van andere dan de in lid 1 bedoelde personen beslist de voorzitter van de algemene ledenvergadering.
3. De algemene ledenvergadering kan slechts rechtsgeldig besluiten met een gewone meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen in een algemene ledenvergadering, tenzij de statuten anders vermelden.
In afwijking van de vorige volzin kan de algemene ledenvergadering slechts rechtsgeldig besluiten over voorziening in (tussentijdse) vacatures in het bestuur met een twee derde meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen.
4. Ieder lid, dat niet geschorst is, kan in de algemene ledenvergadering in ieder
geval één stem uitbrengen.
Voor elke vijftienduizend euro (EUR 15.000,-) contributie die een lid per jaar verschuldigd is, de eerste vijftienduizend euro (EUR 15.000,-) niet meegeteld, _
kan ieder lid één stem extra uitbrengen in de algemene ledenvergadering.
5. Een lid dat krachtens lid 4 stemgerechtigd is, kan aan één ander een schriftelijke volmacht verlenen tot het uitbrengen van zijn stem/stemmen.
6. Het ter algemene ledenvergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter dat door de algemene ledenvergadering een besluit is genomen is beslissend. _
7. Indien het bestuur bij de oproeping tot een algemene ledenvergadering de
mogelijkheid daartoe heeft geopend, zijn de leden bevoegd hun stemrecht door middel van een elektronisch communicatiemiddel uit te oefenen, mits (i) de voorwaarden te stellen aan het gebruik van het communicatiemiddel zoals de verbinding, de beveiliging en dergelijke bij de oproeping worden bekendgemaakt, (ii) het lid kan worden geïdentificeerd, (iii) het lid rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen op de vergadering, en
(iv) indien deze mogelijkheid daartoe is geopend, het lid kan deelnemen aan de beraadslagingen.
8. Indien het bestuur de mogelijkheid daartoe schriftelijk heeft geopend, kunnen stemmen voorafgaand aan de algemene vergadering via een elektronisch communicatiemiddel worden uitgebracht, doch niet eerder dan de dertigste dag voor die van de vergadering, op een speciaal daartoe aangewezen e- mailadres.
Deze stemmen worden gelijkgesteld met stemmen die in de algemene vergadering worden uitgebracht.
Statutenwijziging. Ontbinding en vereffening.
Artikel 17.
1. Een besluit tot wijziging van deze statuten kan slechts worden genomen met _
twee derde van de geldig uitgebrachte stemmen in een algemene ledenvergadering.
Een besluit tot aangifte van faillissement en aanvragen van surseance van
betaling of ontbinding van de vereniging kan slechts worden genomen met twee derde van de geldig uitgebrachte stemmen in twee stemmingen van de _ algemene ledenvergaderingen. Na de eerste stemming wordt niet eerder dan_
drie weken en niet later dan zes weken een tweede stemming van de algemene ledenvergadering bijeengeroepen. Bij de tweede stemming is twee _ derde van de geldig uitgebrachte stemmen in de algemene ledenvergadering _
nodig.
2. Op de agenda van de algemene ledenvergadering dient een voorstel tot statutenwijziging, aangifte van faillissement en aanvragen van surseance van _
betaling of ontbinding te worden vermeld.
3. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is de directeur dan wel _
een door het bestuur gemachtigd persoon bevoegd onder overlegging van een
door de voorzitter, dan wel door diens plaatsvervanger, ondertekend uittreksel uit de notulen van de algemene ledenvergadering.
4. Bij ontbinding van de vereniging is het bestuur belast met de vereffening. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht.
5. Een eventueel batig saldo bij vereffening zal toevallen aan de leden volgens de sleutel die de verdeling van de contributie over de leden regelt, tenzij bij het besluit tot ontbinding aan dit saldo al een andere bestemming is gegeven.
Reglement.
Artikel 18.
1. Het bestuur is bevoegd tot vaststelling of wijziging van reglementen.
2. Een reglement mag niet in strijd zijn met de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat, noch met de statuten.
Slotbepaling.
Artikel 19.
In gevallen waarin de statuten niet voorzien, besluit het bestuur.
Overgangsbepaling.
Artikel 20
Indien het wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek in verband met de uniformering en de verduidelijking van enkele bepalingen omtrent het bestuur en _
_
de raad van commissarissen van rechtspersonen (Wet bestuur en toezicht
rechtspersonen) (parlementair nummer 34491) in werking treedt, komt artikel 13 lid 4 te vervallen en zal artikel 13 lid 5 worden vernummerd naar artikel 13 lid 4. SLOTVERKLARINGEN
De verschenen personen zijn mij, notaris, bekend.
Voor het verlijden van de akte is door mij, notaris, aan de verschenen personen mededeling gedaan van de zakelijke inhoud van de akte en heb ik daarop een
toelichting gegeven. De verschenen personen verklaarden van de inhoud van de akte te hebben kennis genomen en met beperkte voorlezing in te stemmen. Deze _
akte is verleden te ‘s-Gravenhage op de dag die in het hoofd van de akte is
vermeld. Onmiddellijk na beperkte voorlezing is de akte ondertekend door de verschenen personen en mij, notaris.
Volgt ondertekening.
UITGEGEVEN VOOR AFSCHRIFT