Samenwerkingsregeling afvalinzameling
Samenwerkingsregeling afvalinzameling
tussen
de gemeente Oude IJsselstreek
en gemeente Doetinchem
Versie 10 maart 2011
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Doetinchem en Oude IJsselstreek,
OVERWEGENDE DAT:
Voor een doelmatige uitvoering van de gemeentelijke taken op het gebied van de afvalstoffeninzameling c.a., waarvoor in de Wet milieubeheer (gemeentelijke zorgplicht ten aanzien van de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen) de kaders zijn gesteld, intergemeentelijke samenwerking wenselijk is.
Met intergemeentelijke samenwerking op het gebied van de afvalinzameling kostenbesparing, vermindering van kwetsbaarheid en verbetering van continuïteit en kwaliteit van de dienstverlening wordt beoogd.
De uitvoeringsorganisatie van de gemeente Doetinchem de afvalinzameling in de gemeenten Doetinchem en Oude IJsselstreek effectief en efficiënt kan verzorgen.
In de toekomst een verdere uitbreiding van de intergemeentelijke samenwerking in de regio op het gebied van de afvalinzameling c.a. tot de mogelijkheden behoort.
Mede met het oog op toekomstige regionale ontwikkelingen in dit stadium gekozen is voor een praktische en lichte samenwerkingsvorm, te weten de "centrumgemeenteconstructie".
De gemeente Doetinchem als centrumgemeente wordt aangewezen.
De gemeenten hun autonomie ten aanzien van het afvalstoffenbeleid behouden en volledige zeggenschap houden over prijs en kwaliteit van de uitvoering van de afvalinzameling.
De gemeenteraden van Doetinchem en Oude IJsselstreek toestemming hebben verleend voor het aangaan van deze gemeenschappelijke regeling.
De gemeente Oude IJsselstreek (het college van Burgemeester en Wethouders van) bij besluit d.d. 29 maart 2011, onder verwijzing naar artikel 7, eerste lid van de Afvalstoffenverordening van de gemeente Oude IJsselstreek, aan de gemeente Doetinchem een uitsluitend recht in de zin van artikel 1 sub bbb van het Bao (Besluit aanbestedingsregels overheidsopdrachten) heeft verleend, inhoudende dat de gemeente Doetinchem bij uitsluiting gerechtigd is om in de gemeente Oude IJsselstreek diensten op het gebied van de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen c.a. te verzorgen. De exacte inhoud van de door Doetinchem te verrichten diensten zal worden/ is beschreven in de dienstverleningsovereenkomst.
BESLUITEN
Gelet op artikel 8, derde lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen de volgende ‘Samenwerkingsregeling afvalstoffeninzameling Doetinchem – Oude IJsselstreek’ aan te gaan.
Artikel 1 Algemene bepalingen Deze regeling verstaat onder:
a. De gemeenten: de aan deze regeling deelnemende gemeenten (Doetinchem en Oude
IJsselstreek).
b. De uitvoeringsorganisatie: de centrumgemeente, waar de uitvoeringsdienst is ondergebracht en van waaruit de in deze regeling beschreven taken en activiteiten voor de gemeenten worden uitgevoerd.
c. Centrumgemeente: de gemeente Doetinchem.
d. Dienstverleningsovereenkomst: de overeenkomst die de gemeenten sluiten ter uitvoering van deze regeling en waarin de afspraken met betrekking tot kwaliteit en prijs van de dienstverlening zijn opgenomen.
Artikel 2 Doel en reikwijdte van de regeling
1. De regeling wordt aangegaan ter behartiging van het belang van een goede uitvoering van de taken van de gemeenten op het gebied van de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen c.a.
2. De uitvoeringsorganisatie is belast met de uitvoering van de in het eerste lid genoemde taken.
3. De gemeenten sluiten één of meer dienstverleningsovereenkomsten, ter realisering van de in lid 1 genoemde doelstellingen en ter uitwerking van deze regeling.
Artikel 3 Portefeuillehouderoverleg
1. De portefeuillehouders ‘Afval’ van de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten komen tenminste eenmaal per jaar in vergadering bijeen voor overleg en afstemming inzake deze regeling.
2. Het hoofd van de uitvoeringsorganisatie is als adviseur aanwezig bij het overleg als bedoeld in lid 1 en adviseert de portefeuillehouders over aan de orde zijnde onderwerpen. Het hoofd van de uitvoeringsorganisatie kan zich in deze vergaderingen door een of meer adviseurs of medewerkers van de uitvoeringsorganisatie laten bijstaan.
Artikel 4 De uitvoeringsorganisatie
1. De uitvoeringsorganisatie voert met inachtneming van het bepaalde in deze regeling de dienstverleningsovereenkomst(en) uit.
2. De verantwoordelijkheid voor de organisatorische vormgeving en de aansturing van de uitvoeringsorganisatie, inclusief alle personele aangelegenheden, ligt bij de centrumgemeente.
3. De bevoegdheid tot het nemen van besluiten noodzakelijk voor de uitvoering van de dienstverleningsovereenkomst(en) mandateren de bestuursorganen van de gemeenten aan het hoofd van de uitvoeringsorganisatie met de mogelijkheid van ondermandaat.
4. De uitvoeringsorganisatie verricht de werkzaamheden ter uitvoering van de dienstverleningsovereenkomst(en) vanuit de centrumgemeente.
5. De uitvoeringsorganisatie legt rekening en verantwoording af aan het portefeuillehouderoverleg.
Artikel 5 Informatie en verantwoording
1. De uitvoeringsorganisatie verzorgt de managementinformatie aan de gemeenten. In de dienstverleningsovereenkomsten worden nadere afspraken gemaakt over frequentie en inhoud van de managementrapportages.
2. Op verzoek van de gemeente(n) levert de uitvoeringsorganisatie informatie aan die de gemeente(n) nodig heeft (hebben) voor beleidsvoorbereiding en/of –vaststelling.
3. De centrumgemeente draagt namens de deelnemende gemeenten zorg voor naleving van informatie- en verantwoordingsplichten jegens derden.
Artikel 6 Financiële bepaling
1. De kostenverdeling, alsmede de kostensoorten en toerekening van kosten, verbonden aan de dienstverlening door de centrumgemeente worden uitgewerkt in één of meer dienstverleningsovereenkomsten.
2. De centrumgemeente stelt jaarlijks vóór 1 april voorafgaande aan het kalenderjaar een concept begroting op van de uitvoeringsorganisatie, die ter goedkeuring wordt voorgelegd aan het portefeuillehouderoverleg.
3. Het portefeuillehouderoverleg stelt jaarlijks vóór 1 mei de concept begroting vast ten behoeve van de begrotingsbehandelingen door de gemeenteraden.
4. De centrumgemeente verzendt jaarlijks vóór 1 april aan de gemeenten een nacalculatie van het afgelopen kalenderjaar op basis van werkelijke kosten en aantallen en hoeveelheden.
5. De gemeente Oude IJsselstreek betaalt aan de centrumgemeente per maand een voorschot dat gelijk is aan 1/12e van de in lid 1 opgenomen kosten.
Artikel 7 Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing
1. Toetreding tot de Regeling door andere gemeenten behoeft goedkeuring van de deelnemende gemeenten
2. Deze regeling kan worden gewijzigd, dan wel worden opgeheven na een daartoe strekkend besluit van de deelnemende gemeenten.
3. De deelnemende gemeenten kunnen besluiten tot opheffing van de regeling. In dat geval stelt de centrumgemeente een liquidatieplan op met daarin opgenomen de financiële gevolgen van de opheffing.
4. Uittreding vindt niet eerder plaats dan per 31 december van enig jaar, met inachtneming van een termijn van aanzegging aan de andere gemeenten van tenminste een jaar.
5. De financiële gevolgen van uittreding, gerelateerd aan niet direct af te bouwen personele en materiële kosten (frictiekosten), komen voor rekening van de gemeente Doetinchem.
6. De deelnemende gemeenten zullen zich maximaal inspannen om frictiekosten tot een minimum te beperken.
7. Voor de vaststelling van de financiële gevolgen van uittreding als bedoeld in lid 5 wordt voorafgaande aan die uittreding door de deelnemende gemeenten gezamenlijk advies gevraagd aan een onafhankelijke externe deskundige. Het advies van deze deskundige is voor de deelnemende gemeenten bindend.
Artikel 8 Slotbepalingen
1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2011 en wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.
2. De centrumgemeente zendt deze regeling aan Gedeputeerde Staten van Gelderland.
3. De gemeenten dragen op de gebruikelijke wijze zorg voor bekendmaking van de regeling.
4. Deze regeling wordt aangehaald als "Samenwerkingsregeling afvalinzameling Doetinchem en Oude IJsselstreek".