Subsidieovereenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap en Het Archief en Museum van het Vlaams leven te Brussel vzw over de werking van Het Archief en Museum van het Vlaams leven te Brussel (AMVB) als bovenlokaal ingedeelde culturele archiefinstelling...
Subsidieovereenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap en Het Archief en Museum van het Vlaams leven te Brussel vzw over de werking van Het Archief en Museum van het Vlaams leven te Brussel (AMVB) als bovenlokaal ingedeelde culturele archiefinstelling voor de beleidsperiode 2024-2028
De Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, voor wie optreedt de xxxx Xxx Xxxxxx, Vlaams minister van Buitenlandse Zaken, Cultuur, Digitalisering en Facilitair Management;
en
Het Archief en Museum van het Vlaams leven te Brussel vzw, vertegenwoordigd door Xxxxx Xxxxxxxxx, voorzitter en An Rydant, directeur;
KWAMEN HET VOLGENDE OVEREEN:
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen en beleidskader
Afdeling 1 Definities
Artikel 1. In deze subsidieovereenkomst wordt verstaan onder:
1° Cultureelerfgoeddecreet: Decreet van 23 december 2021 houdende de ondersteuning van cultureelerfgoedwerking;
2° Uitvoeringsbesluit: Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het Cultureelerfgoeddecreet van 23 december 2021;
3° Strategische Visienota voor Cultureel Erfgoed: de Strategische Visienota voor Cultureel Erfgoed van minister Xxx Xxxxxx, goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 31 maart 2021;
4° Administratie: de administratieve dienst, bevoegd voor de uitvoering van het Cultureelerfgoeddecreet, met name het Departement Cultuur, Jeugd en Media;
5° AMVB: de naam van de cultureel-erfgoedwerking als bovenlokaal ingedeelde archieforganisatie waarvoor de werkingssubsidie wordt toegekend. Deze werking is een onderdeel van de
rechtspersoon ‘Het Archief en Museum van het Vlaams Leven te Brussel vzw’, waarmee deze
overeenkomst wordt gesloten.
Afdeling 2 Voorwerp van de subsidieovereenkomst
Art. 2. De subsidieovereenkomst volgt uit de beslissing van de Vlaamse Regering van 29 september 2023 over de werkingssubsidies voor de beleidsperiode 2024-2028.
De subsidieovereenkomst verduidelijkt waarvoor de Vlaamse Regering een werkingssubsidie toekent aan AMVB als bovenlokaal ingedeelde culturele archiefinstelling.
Afdeling 3. Duur van de subsidieovereenkomst
Art. 3. De subsidieovereenkomst wordt gesloten voor een beleidsperiode van vijf jaar, die start op 1 januari 2024 en eindigt op 31 december 2028.
Hoofdstuk 2. Doelstellingen en aandachtspunten
Afdeling 1. Decretale doelstelling waarvoor de subsidie wordt toegekend
Art. 4. AMVB is als collectiebeherende organisatie ingedeeld bij het bovenlokale niveau. AMVB voert de cultureel-erfgoedwerking blijvend uit op een bovenlokaal niveau rekening houdend met de indelingscriteria zoals bepaald in het Cultureelerfgoeddecreet, artikel 26.
AMVB geeft uitvoering aan de cultureel-erfgoedwerking op bovenlokaal niveau door het realiseren van de doelstellingen zoals bepaald in artikel 5 van deze overeenkomst.
Afdeling 2. Doelstellingen
Art. 5. AMVB voert gedurende de beleidsperiode onderstaande doelstellingen uit. De doelstellingen zijn gebaseerd op de ingediende aanvraag 2024-2028. De doelstellingen houden rekening met het advies en de geformuleerde aandachtspunten in de beslissing van de Vlaamse Regering, vermeld in artikel 6.
1. Het AMVB is een pluralistische, open en kwaliteitsgerichte organisatie met een transparante en duurzame werking.
1.1. Het AMVB houdt vast aan de beginselen van goed bestuur in de organisatie, en wil in de komende beleidsperiode verder inzetten op diversifiëring en verjonging.
1.2. Het AMVB ontwikkelt een gedegen en duurzaam personeelsbeleid, met gedocumenteerde aanwervingen, evaluaties, kansen op bijscholingen en zo nodig verbetertrajecten, met tussenevaluatie eind 2026.
1.3. Het AMVB geeft rekenschap van een gezond en transparant financieel beleid en zoekt verder naar nieuwe inkomsten.
1.4. Het AMVB zet nog meer dan voorheen in op ecologisch duurzaam handelen. Door het nastreven van het label “Ecodynamische organisatie” verkleint het in de komende beleidsperiode aanzienlijk zijn ecologische voetafdruk.
1.5. Het AMVB hecht zeer veel belang aan samenwerking en netwerking. Zo participeren we aan intensieve afstemming binnen de archiefsector en nemen we onze verwijsfunctie ter harte,
o.m. door lidmaatschap bij Archiefpunt en de VVBAD.
2. Het AMVB herkent en verzamelt collecties die representatief zijn voor de Nederlandstalige gemeenschap(pen) in Brussel.
2.1. Het AMVB voert een duurzaam collectiebeleid, vastgelegd in een formeel en omvattend collectieplan, met bijzondere aandacht voor waardering en afstoting.
2.2. Het AMVB zet in op een passieve en proactieve verwervingspraktijk, gericht op het verwerven van archief van organisaties uit maatschappelijke sectoren van welke we geen of merkelijk minder bronnen bewaren (aan de hand van “hiaatmatrix”).
2.3. Het AMVB verwerft digitaal erfgoed en sensibiliseert hierrond.
3. Het AMVB staat in voor het behouden en borgen van het erfgoed van de Nederlandstalige Brusselse erfgoedgemeenschap(pen)
3.1. Het AMVB voldoet aan de internationale standaarden voor materieel beheer van de collectie, met bijzondere aandacht voor de bewaaromstandigheden van historische en fragiele collecties.
3.2. Het AMVB ondersteunt archiefvormers en Brusselse verenigingen bij hun collectiezorg, onder meer door het erfgoeddepotconsulentschap en het ter beschikking stellen van de scanstudio.
3.3. Het AMVB investeert in onderzoek naar de ontwikkeling van een gedeelde digitale depotinfrastructuur om tegemoet te komen aan de noden met betrekking tot born digital en gedigitaliseerd erfgoedmateriaal.
3.4. Het AMVB maakt zijn collectie op verschillende manieren toegankelijk onder meer door de registratieachterstand weg te werken en door het voorzien van voldoende toegangen en het uitbouwen van de digitale leeszaal.
3.5. Het AMVB heeft oog voor immaterieel cultureel erfgoed.
4. De collectie van het AMVB is bron en onderwerp van historisch, wetenschappelijk, archivistisch toegepast en populariserend onderzoek
4.1. Het AMVB doet aan wetenschappelijk onderzoek in het kader van zijn collectie-en publiekswerking.
4.2. Het AMVB faciliteert onderzoek van derden, o.m. door het versterken van de banden met de academische wereld inclusief het uitbouwen van een doordachte stagestructuur.
4.3. Het AMVB ontsluit de resultaten van zijn onderzoek en dat van derden in het semestrieel tijdschrift Arduin, zijn website en/of via thematische tentoonstellingen.
5. Het AMVB optimaliseert de valorisatie en presentatie van zijn collectie en nodigt allen uit deze te ontdekken, zowel projectmatig als structureel, al dan niet op basis van samenwerkingen
5.1. Het AMVB formuleert een ambitieuze en actuele visie rond publiekswerking (inclusief doelgroepenbeleid).
5.2. Het AMVB continueert de inspanningen om tweejaarlijks een grote tentoonstelling op te zetten en doet hiervoor beroep op extra projectmiddelen.
5.3. Het AMVB zal in de tussenliggende periodes zijn collectie presenteren in een vaste (maar mobiele) opstelling.
5.4. Het AMVB zal kleinere tijdelijke tentoonstellingen hosten of produceren, al dan niet in partnerschap met andere organisaties, zo nodig met kleine projectsubsidies
5.5. Het AMVB heeft oog voor een betere uitbating van zijn infrastructuur.
5.6. Het AMVB verhoogt de toegankelijkheid, vindbaarheid en bruikbaarheid van de collectie
5.7. Het AMVB zet de collectie dynamisch en doelgroepenspecifiek in om de maatschappelijke relevantie van het erfgoed te benutten.
6. Het AMVB heeft een dynamische publiekswerking met aandacht voor participatie.
6.1. Het AMVB formuleert een visie over publiekswerking.
6.2. Het AMVB integreert participatief werken structureel in de werking.
6.3. Het AMVB ondersteunt archiefvormers en Brusselse verenigingen bij hun collectiezorg, o.m. door het erfgoeddepotconsulentschap en het ter beschikking stellen van de scanstudio.
6.4. Het AMVB maakt werk van een geïntegreerd vrijwilligersbeleid.
6.5. Het AMVB benut de kansen en de opgebouwde expertise en netwerken voor het bereiken van een stijgend aantal bezoekers.
6.6. Ons archief profileert zich als een open huis voor onze erfgoedgemeenschap.
7. Het AMVB verwerft digitaal erfgoed en sensibiliseert hierrond
7.1. Het AMVB sensibiliseert rond digital born en gedigitaliseerd erfgoed
7.2. Het AMVB verwerft van digital born archief
8. Het AMVB staat borg voor het bewaren en het later kunnen ontsluiten van het reeds gedigitaliseerde en het nieuwe digitale erfgoed van de Nederlandstalige Brusselse erfgoedgemeenschap(pen).
8.1. We bestendigen AIDA als duurzame oplossing voor het ingesten en bewaren van de born-digital archieven in de collectie
9. Het AMVB maakt werk van een rebranding en lanceert de nieuwe naam uiterlijk in 2027 (verjaardagsfeest 50-jarig bestaan).
9.1. Het AMVB formuleert een toekomstgerichte missie en visie.
9.2. Het AMVB profileert zich als sterk merk en zal hiervoor werken aan een naamswijziging.
9.3. Het AMVB werkt aan een grotere visuele herkenbaarheid.
9.4. Het AMVB voorziet zijn website van een nieuwe look en feel mits hiervoor extra middelen gevonden worden.
10. Het AMVB formuleert een visie over communicatie en vergroot zijn zichtbaarheid in de media
10.1. Het AMVB formuleert een visie over communicatie.
10.2. Het AMVB komt minstens met de grote projecten in de nationale media.
10.3. Het AMVB optimaliseert zijn eigen doelgroepenspecifiek communicatiebeleid om de collectie, werking en erfgoedgemeenschap(pen) wervend en breed in beeld te brengen
10.4. Het AMVB is actief op de sociale media..
10.5. Het AMVB professionaliseert zijn publiekswerking en communicatiebeleid.
Afdeling 3. Aandachtspunten
Art. 6. De Vlaamse Regering formuleerde bij haar beslissing volgende generieke aandachtspunten: 1° Blijf bij de uitvoering van de werking aandacht hebben voor de beleidsprioriteiten en
aandachtspunten van de Strategische Visienota Cultureel Erfgoed.
2° Hou de financiering van de organisatie op peil. De extra ondersteuning door Vlaanderen mag niet tot gevolg hebben dat de inrichtende macht haar inbreng vermindert.
3° Stem het digitale beleid van de organisatie af met de overkoepelende Vlaamse initiatieven op het vlak van digitalisering.
De Vlaamse Regering formuleerde bij haar beslissing volgende specifieke aandachtspunten:
1° Voer een fundamentele denkoefening uit over een toekomstgerichte missie en visie voor de organisatie en grijp hiervoor de geplande re-branding en het jubileumjaar 2027 aan (zie 9).
2° Versterk de functies 'presenteren en toeleiden' en 'participeren' door het uitwerken van een ambitieuze en actuele visie rond publiekswerking (inclusief doelgroepenbeleid) en communicatie. Introduceer daarbij op een structurele manier het participatieve werken (zie 6, 9 en 10).
3° Werk prioritair verder de registratie-achterstand weg (zie 3.4).
AMVB engageert zich om, bij de uitvoering van deze overeenkomst, gevolg te geven aan deze aandachtspunten. Met de aandachtspunten werd rekening gehouden bij het bepalen van de doelstellingen in artikel 5.
Hoofdstuk 3. Bepalingen over goed bestuur
Art. 7. AMVB engageert zich om te voldoen aan de principes van goed bestuur, zoals bepaald in artikel 68 van het uitvoeringsbesluit bij het Cultureelerfgoeddecreet.
Hoofdstuk 4. Middelen
Afdeling 1. Subsidiebedrag
Art. 8. De Vlaamse Gemeenschap geeft in uitvoering van het Cultureelerfgoeddecreet en in uitvoering van de beslissing van de Vlaamse Regering een jaarlijkse werkingssubsidie van 509.000 euro voor de beleidsperiode 2024-2028 voor de uitvoering van deze subsidieovereenkomst.
Het subsidiebedrag kan eenzijdig door de subsidieverstrekker naar beneden worden bijgesteld wegens beleidswijzigingen of besparingsmaatregelen zoals bepaald door artikel 20 van het Besluit Vlaamse Codex Overheidsfinanciën.
De werkingssubsidie van de Vlaamse Gemeenschap wordt toegekend ter ondersteuning van de personeels- en werkingskosten.
De werkingssubsidie wordt, binnen de perken van de jaarlijkse begrotingsdecreten, jaarlijks geïndexeerd zoals bepaald door artikel 86 van het Cultureelerfgoeddecreet.
Afdeling 2. Uitbetaling
Art. 9. De werkingssubsidie wordt, zoals bepaald door artikel 59 van het Uitvoeringsbesluit, jaarlijks beschikbaar gesteld in de vorm van twee voorschotten en een saldo:
1° een eerste voorschot van 45% van de werkingssubsidie die voor dat werkingsjaar is toegekend, wordt uitbetaald vanaf 1 februari;
2° een tweede voorschot van 45% van de werkingssubsidie die voor dat werkingsjaar is toegekend, wordt uitbetaald vanaf 1 juli;
3° het saldo van 10 % van de werkingssubsidie die voor dat werkingsjaar is toegekend, wordt uitbetaald na de uitvoering van het jaarlijkse toezicht.
Openstaande financiële verplichtingen ten opzichte van de Vlaamse Gemeenschap kunnen verrekend worden op de voorschotten en het saldo, vermeld in artikel 59, eerste lid van het Uitvoeringsbesluit.
Afdeling 3. Reserve
Art. 10. Bij het jaarlijkse toezicht stelt de administratie de reserves vast die ten laste van subsidies zijn aangelegd. Na afloop van de beleidsperiode worden de reserves, die niet voldoen aan de bepalingen van het Besluit Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 17 mei 2019, ingehouden door of teruggestort aan de Vlaamse overheid.
Conform artikel 72 van het Besluit Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 17 mei 2019 gelden de volgende regels voor reservevorming:
1° Maximaal 20% van het op jaarbasis toegewezen subsidiebedrag kan worden aangewend voor de aanleg van reserves.
De totale gecumuleerde reserves kunnen maximaal 50% van het subsidiebedrag van de laatst gesubsidieerde werkingsperiode bedragen.
Na motivering kan in de subsidiebeslissing of de rechtsgrond ervan worden afgeweken van de hoger vermelde maximumpercentages.
2° Reserves die ten laste van subsidies aangelegd zijn conform 1°, mogen alleen worden aangewend voor de doelstelling waarvoor de initiële subsidie is toegekend.
3° Reserves die ten laste van de subsidie zijn aangelegd, worden teruggevorderd op het einde of bij de vervroegde stopzetting van de gesubsidieerde activiteit.
4° Een sociaal passief aanleggen ten laste van de subsidie kan alleen als er daarvoor in een rechtsgrond is voorzien in een decreet of reglementaire bepaling.
Hoofdstuk 5. Communicatie
Afdeling 1. Beschikbaar stellen van informatie
Art. 11. Beide partijen engageren zich om optimaal de informatie beschikbaar te stellen die van belang is voor de andere partij. Er wordt hierbij rekening gehouden met eventuele vertrouwelijkheid van
informatie of de privacy. Beide partijen engageren zich om de andere partij zo vroeg mogelijk in te lichten bij evoluties of ontwikkelingen die voor de andere partij of voor de uitvoering van de overeenkomst van belang zijn.
Afdeling 2. Communicatieve Return
Art. 12. AMVB moet, in uitvoering van artikel 35 van het Cultureelerfgoeddecreet, de steun van de Vlaamse Gemeenschap vermelden bij alle publieke communicatie in het kader van de cultureelerfgoedwerking door de standaard logo's en de bijbehorende tekst en baselines te gebruiken die zijn vastgesteld door de Vlaamse Regering.
Afdeling 3. Openbaarmaking van de resultaten van de gesubsidieerde activiteiten
Art. 13. AMVB maakt de resultaten van de gesubsidieerde activiteiten bekend. De organisatie maakt die resultaten bekend via de website van de organisatie.
Afdeling 4. Gebruik van het Nederlands
Art. 14. AMVB erkent het belang van het gebruik van het Nederlands bij de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten.
Hoofdstuk 6. Toezicht en Evaluatie
Afdeling 1. Jaarlijkse verantwoording
Art. 15. AMVB bezorgt jaarlijks uiterlijk op 1 april een verantwoording over het voorgaande jaar aan de administratie.
De jaarlijkse verantwoording bestaat uit:
1° een functionele verantwoording waarin gerapporteerd wordt over de doelstellingen waarvoor de werkingssubsidie is toegekend;
De functionele verantwoording mag de verantwoording zijn die ook voor het eigen bestuur wordt opgemaakt. Indien deze verantwoording een andere structuur heeft, wordt een duidelijke koppeling gemaakt met de doelstellingen in deze overeenkomst. De functionele verantwoording mag beknopt zijn. Het schetst kort de acties die werden gerealiseerd ter uitvoering van de doelstellingen. Een goede verantwoording beschrijft niet louter de acties maar geeft ook weer in hoeverre deze bijdragen aan de realisatie van de doelstellingen en in welke mate de doelstellingen gerealiseerd zijn. Er wordt gevraagd om dit evaluerend aspect steeds op te nemen in de rapportage.
2° een financiële verantwoording die bestaat uit:
a) de jaarrekening, die bestaat uit de balans, de resultatenrekening en de toelichting, van de rechtspersoon. De jaarrekening wordt opgesteld conform de standaardmodellen die de Nationale Bank van België ter beschikking stelt;
b) het verslag van een erkende accountant of bedrijfsrevisor die niet betrokken is bij de dagelijkse werking van de organisatie, met commentaar bij de waarheidsgetrouwe weergave van de balans en de resultatenrekening;
c) een overzicht van de individuele bezoldigingen, waarin de totale loonkost per werknemer vermeld wordt;
3° een lijst met beleidsrelevante gegevens, zoals voorzien in het model van het jaarverslag. De jaarlijkse verantwoording verloopt via het digitaal subsidieportaal van de administratie.
Als er naast de werking waarvoor de organisatie op basis van het Cultureelerfgoeddecreet een werkingssubsidie ontvangt nog andere activiteiten worden georganiseerd, dan moet de gesubsidieerde
werking zowel functioneel als financieel apart identificeerbaar zijn. Als dat niet blijkt uit de documenten vermeld in het tweede lid, wordt in voorkomend geval bij het functionele en financiële verslag een aparte rapportage bijgevoegd die betrekking heeft op de werking waarvoor de organisatie op basis van het Cultureelerfgoeddecreet een werkingssubsidie ontvangt.
Als AMVB voor de uitvoering van de doelstellingen een beroep doet op een ondersteunende organisatie en deze organisatie een deel van de subsidie ontvangt, dienen de jaarrekening en eventuele andere relevante documenten van deze ondersteunende organisatie toegevoegd te worden aan de jaarlijkse verantwoording.
De administratie kan op ieder ogenblik aanvullende informatie en documenten vragen. Afdeling 2. Jaarlijks toezicht op de werkingssubsidie
Art. 16. De administratie oefent een jaarlijks toezicht uit op de aanwending van de werkingssubsidie.
De administratie kan alle initiatieven nemen die ze nodig acht voor de uitoefening van het toezicht op de aanwending van de werkingssubsidie.
Afdeling 3. Evaluatie van de uitvoering van de subsidieovereenkomst
Art. 17. De administratie, eventueel bijgestaan door externe experten, voert minstens twee keer een evaluatie uit:
1° een tussentijdse evaluatie; 2° een eindevaluatie.
De tussentijdse evaluatie omvat een zakelijk-beheersmatige evaluatie en een inhoudelijke evaluatie van de doelstellingen en aandachtspunten. Bij de zakelijk-beheersmatige evaluatie wordt het engagement om te voldoen aan de principes van goed bestuur getoetst. De inhoudelijke evaluatie betreft een globale inschatting over de mate waarin de doelstellingen zoals vermeld in artikel 5 werden uitgevoerd.
De administratie zal in het verslag van de tussentijdse evaluatie ook bevindingen vermelden die kunnen wijzen op het niet voldoen aan de criteria voor indeling. De administratie neemt enkel een signaalfunctie op. Indien de administratie op basis van de tussentijdse evaluatie het blijven beantwoorden aan de indelingscriteria onvoldoende kan garanderen, zal een beoordelingscommissie in de volgende aanvraagronde gevraagd worden om de werking opnieuw toetsen aan de indelingscriteria en daarover een globaal advies formuleren.
De tussentijdse evaluatie gebeurt mede op basis van een zelfevaluatie door de organisatie. De administratie geeft daarover tijdig instructies. De bevindingen van de tussentijdse evaluatie worden meegedeeld uiterlijk zes maanden voor het indienen van een aanvraag voor een werkingssubsidie voor de volgende beleidsperiode.
De eindevaluatie wordt uitgevoerd na het indienen van de jaarlijkse verantwoording voor het laatste jaar van de beleidsperiode. De bevindingen van de eindevaluatie worden meegedeeld binnen twee maanden na de uitvoering van de eindevaluatie.
De administratie kan alle initiatieven nemen die ze nodig acht voor de evaluatie. Afdeling 4. Participatie aan onderzoek
Art. 18. AMVB engageert zich om deel te nemen aan onderzoek, georganiseerd door de administratie en steunpunten, met het oog op het verzamelen van beleidsrelevante informatie.
AMVB verleent aan de Vlaamse Gemeenschap en steunpunten een kosteloos, niet-exclusief gebruiksrecht om de informatie die wordt opgevraagd in functie van de aanvraag, de verantwoording, en de evaluatie van de subsidie, met inbegrip van de documenten die er onderdeel van uitmaken en de intellectuele eigendomsrechten die erop rusten, geheel of gedeeltelijk te reproduceren en te delen. Op basis van dit gebruiksrecht kunnen de Vlaamse Gemeenschap en steunpunten deze informatie aanwenden om hun beleid voor te bereiden of te evalueren en om beleidsrelevant onderzoek uit te voeren, of uit te laten voeren. Dit gebruiksrecht is niet beperkt in de tijd noch in ruimte.
Afdeling 5. Delen van informatie
Art. 19. Indien in het kader van artikel 18 informatie wordt overgemaakt die persoonsgegevens bevat, zien de partijen erop toe dat hierbij steeds de bepalingen van Hoofdstuk 7 van het Cultureelerfgoeddecreet, en de principes van de Algemene Verordening Gegevensbescherming worden nageleefd.
Hoofdstuk 7. Sanctionering
Art. 20. Als er bij het jaarlijkse toezicht of de evaluatie ernstige tekortkomingen worden vastgesteld kunnen volgende maatregelen opgelegd worden, zoals bepaald in artikel 42 van het Cultureelerfgoeddecreet:
1° inhouding of terugvordering van een deel van of van de volledige toegekende werkingssubsidie; 2° definitieve stopzetting van de werkingssubsidie.
De maatregel die wordt opgelegd, staat in een redelijke verhouding tot de vastgestelde tekortkomingen.
Hoofdstuk 8. Slotbepalingen
Afdeling 1. Decretale kader
Art. 21. Deze subsidieovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van het Cultureelerfgoeddecreet. De bepalingen in het Cultureelerfgoeddecreet en in de besluiten die genomen worden in uitvoering van dit decreet hebben steeds voorrang op de bepalingen in deze subsidieovereenkomst.
Afdeling 2. Wijzigingen
Art. 22. Bijsturingen en eventuele daaruit voortvloeiende wijzigingen van deze subsidieovereenkomst zijn mogelijk, op verzoek van elke partij en mits beide partijen akkoord gaan.
Opgemaakt als digitaal document dat iedere partij verklaart ontvangen te hebben.
Voor de Vlaamse Gemeenschap,
De Vlaams minister van Buitenlandse Zaken, Cultuur, Digitalisering en Facilitair Management
Xxx XXXXXX
Voor Het Archief en Museum van het Vlaams leven te Brussel vzw,
(Signature)
An Rydant
Digitally signed by Xx Xxxxxx (Signature) Date: 2024.02.06
10:20:52 +01'00'
Xxxxx Xxxxxxxxx (Signature)
Digitaal ondertekend door Xxxxx Xxxxxxxxx (Signature)
Datum: 2024.02.06
10:39:56 +01'00'
directeur An Rydant | voorzitter Xxxxx Xxxxxxxxx |