Breedpad 21
Xxxxxxxx 00
0000 XX Xxxxxxxxxx
Xxxxxxx 000
0000 XX Xxxxxxxxxx
Tel. (0513) 61 44 44
Fax (0513) 62 37 42
xxxx@xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx
VERZEKERING KLASSIEKE MOTORRIJTUIGEN - polisvoorwaarden KM2011
HOOFDSTUK 1 - definities en nadere bepalingen
pagina
1.1 VERZEKERINGNEMER 1
1.2 VERZEKERDE 1
1.3 VERZEKERAAR 1
1.4 ONZEKER VOORVAL 1
1.5 VERZEKERINGSOVEREENKOMST 1
1.6 MOTORRIJTUIG 1
1.7 AANHANGWAGEN 1
1.8 VERZEKERINGSGEBIED 1
1.9 GETAXEERDE WAARDE 1
1.10 DAGWAARDE 1
1.11 VERZEKERDE BEDRAGEN 1
1.12 EIGEN RISICO 2
1.13 SCHADE 2
1.14 ZORGPLICHT / VOLDOENDE ZORG / BEVEILIGING 2
1.15 INSPECTIE 2
1.16 REGISTER VERMISTE MOTORRIJTUIGEN 2
1.17 CORRESPONDENTIE 2
HOOFDSTUK 2 - dekking
2.1 AANSPRAKELIJKHEID 2/3
2.2 CASCO 3
2.3 UITSLUITINGEN 3/4
2.4 HULPVERLENING 4/5
2.5 TERRORISME 5
HOOFDSTUK 3 - schade
3.1 VERPLICHTINGEN VAN VERZEKERDE 5
3.2 REGELING VAN SCHADE AAN DERDEN 5
3.3 REGELING VAN SCHADE DOOR BESCHADIGING
OF VERLIES VAN HET MOTORRIJTUIG 5
3.4 VERGOEDING VAN SCHADE 6
3.5 VERHAALSRECHT 6
3.6 VERVAL VAN RECHTEN 6
HOOFDSTUK 4 - premie
4.1 PREMIEBEREKENING 6
4.2 PREMIEBETALING 6
4.3 PREMIERESTITUTIE 6
HOOFDSTUK 5 - duur en wijziging van de verzekeringsovereenkomst
5.1 AANVANG 7
5.2 BEPERKING VAN DE DEKKING EN SCHORSING
VAN DE VERZEKERING 7
5.3 HERZIENING TARIEVEN EN/OF VOORWAARDEN 7
5.4 RISICOWIJZIGING 7
5.5 INSPECTIE 7
5.6 EINDE 7
HOOFDSTUK 1 – definities en nadere bepalingen
1.1 VERZEKERINGNEMER
De natuurlijke of rechtspersoon die als wederpartij van verzekeraar de verzekeringsovereenkomst is aangegaan en daarmee zijn financieel belang bij het motorrijtuig verzekert.
1.2 VERZEKERDE
1.2.1 Verzekeringnemer;
1.2.2 de door de verzekeringnemer gemachtigde bestuurder van het motorrijtuig;
1.2.3 de eigenaar, de houder en de inzittenden van het motorrijtuig.
1.3 VERZEKERAAR
Kuiper Assuradeuren BV, onderdeel van Kuiper Verzekeringen BV, optredend als gevolmachtigde van de in de polis genoemde risicodragende verzekeringsmaatschappijen.
1.4 ONZEKER VOORVAL
Een gebeurtenis waarvan het ten tijde van het schadegeval voor partijen onzeker was dat daaruit reeds schade was ontstaan of dat daaruit naar de normale loop van omstandigheden nog schade zou ontstaan.
1.5 VERZEKERINGSOVEREENKOMST
1.5.1 Wettelijke definitie
De wettelijke definitie van een verzekeringsovereenkomst is vastgelegd in artikel 7:925 Burgerlijk Wetboek (BW).
1.5.2 Grondslag
De grondslag van de verzekering is het originele door verzekeringnemer ondertekende aanvraagformulier tezamen met de direct of later door of namens hem gedane mededelingen en verklaringen. De op basis hiervan door verzekeraar opgemaakte polis en andere ondertekende documenten of mededelingen worden aan het bij verzekeraar bekende laatste adres van verzekeringnemer gezonden en geven de inhoud van deze overeenkomst weer.
1.5.3 Polis
De polis bestaat uit het door verzekeraar afgegeven polisblad met bijbehorende polisvoorwaarden en eventuele polisaanhangsels en/of volgbladen met clausules.
1.5.4 Persoonsgegevens
Ten behoeve van het aangaan, wijzigen en uitvoeren van verzekeringsovereenkomsten en/of financiële diensten, het beheren van daaruit voortvloeiende relaties en het voorkomen en bestrijden van fraude vraagt verzekeraar om persoonsgegevens. Deze gegevens kunnen eveneens worden aangewend voor het maken van statistische analyses, voor het voeren van marketingactiviteiten en voor het kunnen voldoen aan wettelijke verplichtingen.
Op de verwerking van persoonsgegevens is de “Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen” van toepassing. De volledige tekst van deze gedragscode is op te vragen bij het Verbond van Verzekeraars (Postbus 93450, 2509 AL DEN HAAG) of te raadplegen via xxx.xxxxxxxxxxxx.xx.
In verband met een verantwoord acceptatiebeleid kan verzekeraar bij de Stichting CIS te Zeist informatie inwinnen over een verzekerde. Doel hiervan is risico’s te beheersen en fraude tegen te gaan. Het privacyreglement van de Stichting CIS is van toepassing, zie xxx.xxxxxxxxxxxx.xx.
1.5.5 Klachten
Klachten en geschillen die betrekking hebben op de bemiddeling, totstandkoming en uitvoering van deze overeenkomst kunnen eerst worden voorgelegd aan de klachtencoördinator van Kuiper Verzekeringen BV. Is verzekeringnemer niet tevreden met diens standpunt, dan kan hij zich wenden tot de Stichting Klachteninstituut Financiële Dienstverlening, Xxxxxxx 00000, 0000 XX XXX XXXX, xxx.xxxxx.xx.
1.5.6 Bevoegde rechter
Indien verzekeringnemer geen gebruik wil maken van de in 1.5.5 genoemde mogelijkheden of wanneer hij de behandeling van zijn klacht nog niet bevredigend vindt, kan hij het geschil voorleggen aan een bevoegde rechter in Nederland.
1.5.7 Toepasselijk recht
Op deze verzekeringsovereenkomst is het Nederlands recht van toepassing.
1.6 MOTORRIJTUIG
Hieronder wordt verstaan:
1.6.1 het in de polis vermelde motorrijtuig;
1.6.2 de niet in het verzekerd bedrag begrepen zaken welke aan het motorrijtuig zijn toegevoegd tot maximaal € 1.000,-.
1.7 AANHANGWAGEN
Een één- of meerassig object, dat aan het motorrijtuig is gekoppeld of na koppeling daarvan is losgeraakt, maar nog niet veilig buiten het verkeer tot stilstand is gekomen.
1.8 VERZEKERINGSGEBIED
De verzekering is van kracht in de landen waarvoor het door verzekeraar afgegeven “Internationaal Motorrijtuigverzekeringsbewijs” (groene kaart) geldig is.
1.9 GETAXEERDE WAARDE (DESKUNDIGENTAXATIE volgens artikel 7:960 BW)
De door een deskundige vastgestelde waarde van het motorrijtuig. Deze deskundige dient als zodanig door verzekeraar te zijn erkend.
1.10 DAGWAARDE
Het naar objectieve maatstaven vast te stellen bedrag, benodigd om een naar leeftijd, soort, kwaliteit, uitrusting en staat van onderhoud gelijkwaardig motorrijtuig of enig onderdeel daarvan aan te schaffen. Indien de dagwaarde van het verzekerd motorrijtuig hoger wordt vastgesteld dan het hiervoor in de polis genoemde verzekerd bedrag, dan geldt evenwel dat verzekerd bedrag als dagwaarde.
1.11 VERZEKERDE BEDRAGEN
De in de polis vermelde verzekerde bedragen vormen de maximale verplichtingen van verzekeraar.
1.12 EIGEN RISICO
Een eigen risico is het niet verzekerde gedeelte van een schade. Het in de polis vermelde eigen risico wordt dan ook per schadegebeurtenis ingehouden op het schadebedrag, doch niet op vergoeding:
- van schade uit hoofde van wettelijke aansprakelijkheid;
- van hulpverleningskosten;
- van schade wegens totaal verlies van het gehele motorrijtuig.
Indien het motorrijtuig wordt bestuurd door een persoon die ten tijde van het ongeval de 24-jarige leeftijd nog niet heeft bereikt, geldt uitsluitend voor cascoschade een extra eigen risico van € 75,- per gebeurtenis.
Voor ruitvervanging geldt een eigen risico van € 150,- per gebeurtenis. In het geval van ruitreparatie geldt geen eigen risico.
Zodra verzekeraar daarom verzoekt, is verzekeringnemer verplicht om een door verzekeraar voorgeschoten eigen risico terug te betalen.
1.13 SCHADE
1.13.1 Personenschade
Schade door letsel of aantasting van de gezondheid van personen, al dan niet de dood tot gevolg hebbend, met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade.
1.13.2 Materiële schade
Schade door beschadiging, vernietiging, vermissing of verlies van zaken, met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade.
1.14 ZORGPLICHT / VOLDOENDE ZORG / BEVEILIGING
Zorgplicht is de op verzekerde rustende verplichting tot het betrachten van normale voorzichtigheid en het als goed huisvader nemen van alle in redelijkheid van hem te verlangen maatregelen ter voorkoming of beperking van schade. Voldoet verzekerde niet aan deze zorgplicht, dan is er sprake van onvoldoende zorg (slecht huisvaderschap).
Onder voldoende zorg wordt in ieder geval verstaan:
- het tussen 00:00 en 06:00 uur stallen van het motorrijtuig in een bij het woonhuis van verzekerde aanwezige afgesloten ruimte;
- het stallen van het motorrijtuig in een zich elders bevindende afgesloten ruimte;
- het achterlaten van het motorrijtuig terwijl het deugdelijk is afgesloten;
- het gebruik maken van een eventueel in het motorrijtuig aanwezige diefstalbeveiliging.
Beveiliging motorrijwielen
Buiten een deugdelijk afgesloten ruimte is schade aan of verlies van een motorrijwiel ontstaan door diefstal, braak, joyriding, verduistering, vandalisme of vermissing alleen gedekt indien het motorrijwiel is afgesloten/beveiligd met het door de fabrikant aangebrachte standaardslot én met een goedgekeurd ART-slot. De verzekeringnemer dient na schade het gebruik van de sloten aan te tonen door overlegging van alle sleutels (dus ook de reservesleutels) van de sloten.
1.15 INSPECTIE
Een vrijblijvend door of namens verzekeraar op diens kosten uit te voeren visuele opname van het motorrijtuig en/of de wijze van stalling, met onder andere het doel om tot een goede risicobeoordeling te komen. Het niet (laten) uitvoeren van zo een inspectie tast de in de polis neergelegde rechten en plichten van verzekerde en verzekeraar niet aan.
1.16 REGISTER VERMISTE MOTORRIJTUIGEN
Verzekeraar zal diefstal, vermissing of verduistering van het motorrijtuig laten opnemen in een of meer registers van vermiste motorrijtuigen.
1.17 CORRESPONDENTIE
Schriftelijk verkeer tussen verzekeraar en verzekerde mag ook per fax of per e-mail geschieden. Van aanvraagformulieren en desgewenst van schadeformulieren, reparatienota’s en dergelijke dient verzekeraar de originele exemplaren te ontvangen.
HOOFDSTUK 2 - dekking
Als primaire voorwaarde voor het bestaan van polisdekking geldt dat een schade het gevolg is van een “onzeker voorval”. Hiermee beantwoordt deze overeenkomst aan het vereiste van “onzekerheid” als bedoeld in artikel 7:925 BW.
2.1 AANSPRAKELIJKHEID
Met voorbijgaan aan hetgeen in deze voorwaarden anders is bepaald, wordt de verzekering geacht aan de door of krachtens de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM) gestelde eisen te voldoen.
2.1.1 Dekking
Indien dit in de polis is vermeld, dekt de verzekering gedurende de looptijd ervan de aansprakelijkheid van de verzekerden voor:
2.1.1.1 schade toegebracht met of door het motorrijtuig, dan wel met of door het motorrijtuig in combinatie met een aanhangwagen;
2.1.1.2 personenschade toegebracht aan de bestuurder van het motorrijtuig, voor zover de schade niet wordt gedekt door een andere verzekering of voorziening, al dan niet van oudere datum.
Geen schadevergoeding zal worden verleend indien de vorderende partij een ander is dan de rechtstreeks bij de gebeurtenis betrokken natuurlijke persoon of diens nagelaten betrekkingen.
2.1.2 Vervoerde zaken
Onder de dekking is mede begrepen de aansprakelijkheid voor schade toegebracht met of door zaken, anders dan tijdens laden en lossen, die:
- zich bevinden op dan wel vallen of gevallen zijn van het motorrijtuig of van de aanhangwagen;
- zijn bevestigd op of aan het motorrijtuig of de aanhangwagen, dan wel daaraan zijn gekoppeld.
2.1.3 Schade aan eigen motorrijtuigen
Onder de dekking is mede begrepen de aansprakelijkheid voor de directe schade aan een ander motorrijtuig dat verzekeringnemer of de bestuurder in eigendom toebehoort. Onder deze dekking is derhalve niet begrepen de daaruit voortvloeiend gevolgschade.
2.1.4 Schade aan zaken van de passagiers
Onder de dekking is mede begrepen de aansprakelijkheid voor schade aan persoonlijke - tot de particuliere huishouding van de passagiers behorende - zaken, mits ook het motorrijtuig tijdens de gebeurtenis is beschadigd.
2.1.5 Schade aan het interieur
Onder de dekking is mede begrepen schade aan het interieur van het motorrijtuig als deze is verontreinigd tijdens het kosteloos vervoeren van gewonde personen.
2.1.6 Verzekerde bedragen
2.1.6.1 De dekking geldt tot maximaal de voor aansprakelijkheid verzekerde bedragen per gebeurtenis voor alle verzekerden tezamen.
2.1.6.2 Voor een gebeurtenis die plaatsvindt in een land waar krachtens een met de WAM overeenkomende wet of enige andere wettelijke verplichting een hoger bedrag is voorgeschreven, verleent de verzekering dekking voor dat hogere bedrag. Uiteraard dient dat betreffende land binnen het verzekeringsgebied te vallen.
2.1.7 Dekking boven het verzekerd bedrag
Zo nodig boven het verzekerd bedrag vergoedt verzekeraar:
2.1.7.1 de door de verzekerde gemaakte bereddingskosten ter voorkoming, stabilisering of vermindering van schade (artikel 7:957 BW), mits verzekerde voor de schade aansprakelijk is en de aansprakelijkheid onder de polis is gedekt. Deze kosten worden per gebeurtenis vergoed tot ten hoogste éénmaal het verzekerde bedrag;
2.1.7.2 de met toestemming of op verlangen van verzekeraar gemaakte kosten in verband met een te voeren civiele en/of strafrechtelijke procedure;
2.1.7.3 de wettelijke rente over het door de verzekering gedekte gedeelte van de hoofdsom.
2.1.8 Zekerheidstelling
Indien ter waarborging van de rechten van de benadeelden door een overheid het stellen van een zekerheid wordt verlangd om de opheffing van een op het motorrijtuig gelegd beslag of de invrijheidstelling van de verzekerde te verkrijgen, zal verzekeraar deze zekerheid stellen tot ten hoogste € 50.000,- voor alle verzekerden tezamen. De verzekerde voor wie de zekerheid wordt gesteld, dient ter zake van de gebeurtenis jegens verzekeraar aanspraak op vergoeding te hebben.
Uitsluitend verzekeraar is gerechtigd over de zekerheidstelling te beschikken zodra deze wordt vrijgegeven. De verzekerde is verplicht alle medewerking te verlenen om terugbetaling te verkrijgen.
2.2 CASCO
2.2.1 Dekking
Indien dit in de polis is vermeld, heeft de verzekeringnemer recht op vergoeding van schade door beschadiging of verlies van het in de polis omschreven motorrijtuig door:
2.2.1.1 RUBRIEK A - brand
a brand, ontploffing, kortsluiting - ook als gevolg van een eigen gebrek - en blikseminslag.
2.2.1.2 RUBRIEK B - brand/diefstal
a de onder rubriek A (zie 2.2.1.1) genoemde gebeurtenissen, alsmede:
b joyriding, oplichting, vermissing, diefstal, inbraak en verduistering door anderen dan de verzekeringnemer. Diefstal of verduistering van losse onderdelen is van deze dekking uitgesloten.
2.2.1.3 RUBRIEK C - beperkt casco
a/b de onder de rubrieken A en B (zie 2.2.1.1 en 2.2.1.2) genoemde gebeurtenissen, alsmede:
c beschadiging van voor-, zij- en achterruiten, inclusief de door de glasscherven veroorzaakte andere schade aan het motorrijtuig;
d natuurrampen, waaronder overstroming en lawine;
e hagel;
f storm (minimaal windkracht 7);
g botsing met dieren, voor zover de schade rechtstreeks door de botsing met het dier is toegebracht;
h relletjes, waaronder worden verstaan incidentele geweldsmanifestaties;
i luchtvaartuigen en daaruit vallende voorwerpen;
j een plotseling van buiten het motorrijtuig komend onheil, ontstaan tijdens het transporteren van het motorrijtuig door een professionele vervoersonderneming. Schade ontstaan tijdens takelen en slepen, alsmede kras-, schram- en lakschade, is van deze dekking uitgesloten.
2.2.1.4 RUBRIEK D - volledig casco
a/j de onder de rubrieken A, B en C (zie 2.2.1.1, 2.2.1.2 en 2.2.1.3) genoemde gebeurtenissen, alsmede:
k een plotseling van buiten komend onheil, ontstaan tijdens het transporteren van het motorrijtuig door verzekerde zelf (inclusief op- en afladen). Kras-, schram- en lakschade is van deze dekking uitgesloten;
l botsing, aanrijding, slippen, omslaan, van de weg of te water geraken, vandalisme, vernieling of een ander plotseling van buiten het motorrijtuig komend onheil, ook als gevolg van een eigen gebrek.
2.2.2 Bijzondere kosten
In geval van een gedekte gebeurtenis vergoedt verzekeraar zonodig boven het verzekerd bedrag de redelijkerwijs gemaakte kosten van noodreparatie, berging, bewaking en vervoer (na verkregen toestemming van de hulpverleningsinstantie) naar een door verzekerde gekozen herstelbedrijf, alsmede de bijdragen in averij grosse.
2.3 UITSLUITINGEN
2.3.1 Algemeen
Van de dekking is uitgesloten schade veroorzaakt of ontstaan:
2.3.1.1 door opzet of roekeloosheid van verzekerde (art. 7:952 BW);
2.3.1.2 terwijl de feitelijke bestuurder niet wettelijk bevoegd is het motorrijtuig of de combinatie van het motorrijtuig met een aanhangwagen te besturen. Deze uitsluiting is niet van toepassing indien de feitelijke bestuurder:
- verzuimd heeft het rijbewijs te laten vernieuwen, respectievelijk te laten verlengen en de geldigheidsduur niet langer dan 1 jaar is verstreken;
- geslaagd is voor het rijvaardigheidsexamen, maar het rijbewijs nog niet in ontvangst heeft genomen;
2.3.1.3 tijdens het oefenen voor of deelnemen aan snelheidsritten of -wedstrijden;
2.3.1.4 terwijl het motorrijtuig voor andere doeleinden (zoals verhuur, handel, beroepsmatig vervoer van personen of van zaken, waaronder gevaarlijke of milieu-verontreinigende stoffen, waarvoor een wettelijke vergunning is vereist) dan uitsluitend voor particuliere of hobbymatige doeleinden wordt gebruikt.
De hiervoor genoemde uitsluitingen gelden niet voor de verzekerde die aantoont, dat de daarin bedoelde omstandigheden zich buiten zijn weten en tegen zijn wil hebben voorgedaan en hem daarvoor redelijkerwijs geen verwijt treft.
Voorts geeft de verzekering geen dekking voor schade:
2.3.1.5 veroorzaakt of ontstaan uit gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer en muiterij. Deze zes genoemde vormen van molest, alsmede de definities daarvan, vormen een onderdeel van de tekst die door het Verbond van Verzekeraars in Nederland op 2 november 1981 ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te Den Haag is gedeponeerd. Genoemde definities maken deel uit van deze polis;
2.3.1.6 veroorzaakt door, optredende bij of voortvloeiende uit atoomkernreactie, onverschillig hoe de reactie is ontstaan. Onder atoomkernreactie is te verstaan iedere kernreactie waarbij energie vrijkomt, zoals kernfusie, kernsplijting, kunstmatige en natuurlijke radioactiviteit;
2.3.1.7 ontstaan gedurende de tijd, dat het motorrijtuig in beslag is genomen of wordt gebruikt krachtens een besluit van een Nederlandse of vreemde overheid;
2.3.1.8 indien verzekeringnemer niet of niet tijdig heeft voldaan aan alle verplichtingen die uit deze verzekering voortvloeien en daardoor de belangen van verzekeraar heeft geschaad.
2.3.2 Aansprakelijkheid
Voorts is van de dekking uitgesloten:
2.3.2.1 voor zover elders in de polis niet anders is bepaald, de aansprakelijkheid voor schade:
- aan zaken die de verzekerde in eigendom toebehoren;
- aan zaken die de verzekerde onder zich heeft;
- aan zaken die met of door het motorrijtuig en/of aanhangwagen worden vervoerd, met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade,
- toegebracht aan degene die het motorrijtuig bestuurt;
2.3.2.2 schade, die het gevolg is van aansprakelijkheid van hen die zich door diefstal of geweldpleging de macht over het motorrijtuig hebben verschaft en van hen die, dit wetende, het motorrijtuig zonder geldige reden gebruiken;
2.3.2.3 de aansprakelijkheid van de verzekerde, die uitsluitend voorvloeit uit een door hem of namens hem aangegane contractuele verplichting.
2.3.3 Casco
Voorts is van de dekking uitgesloten:
2.3.3.1 schade aan het motorrijtuig die is veroorzaakt terwijl de bestuurder op het moment van de gebeurtenis onder invloed van alcoholhoudende drank of enig bedwelmend of opwekkend middel (waaronder soft- en harddrugs) verkeerde en hij daardoor niet in staat kon worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen, dan wel dat dit hem door de wet of overheid is of zou zijn verboden. Ook wanneer de bestuurder heeft geweigerd zijn medewerking te verlenen aan een ademanalyse, een bloedonderzoek of een ander onderzoek ter vaststelling van het in artikel 8 van de Wegenverkeerswet bedoelde gehalte of gebruik, wordt geen schadevergoeding verleend.
Verzekeraar zal geen beroep doen op deze uitsluiting indien de verzekeringnemer aantoont dat de daarin genoemde omstandigheden zich buiten zijn voorkennis en tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem ter zake van deze omstandigheden geen verwijt treft;
2.3.3.2 schade die het gevolg is van aan de verzekerde te verwijten onvoldoende zorg voor het motorrijtuig (zie 1.14);
2.3.3.3 diefstal of verduistering van losse onderdelen;
2.3.3.4 schade aan het motorrijtuig ontstaan ten gevolge van weersinvloeden, tenzij een dergelijke schade het gevolg is van een gebeurtenis als genoemd in 2.2;
2.3.3.5 schade uitsluitend aan banden;
2.3.3.6 schade waarbij sprake is van geheel of gedeeltelijk frauduleus handelen. Met fraude wordt bedoeld, het op oneigenlijke gronden en wijze verkrijgen van een uitkering waarop geen recht bestaat, óf het verkrijgen van een uitkering onder valse voorwendselen.
2.4 HULPVERLENING
2.4.1 Dekking
De verzekerde heeft recht op hulp en vergoeding van kosten voor zover:
2.4.1.1 de hulpverlening tot stand komt in overleg met en na instemming van de hulpverleningsinstantie;
2.4.1.2 het motorrijtuig ten minste voor aansprakelijkheid onder deze polis bij verzekeraar is verzekerd;
2.4.1.3 de verzekerde zijn volledige medewerking verleent en zijn recht op hulp aantoont aan de hand van de hulpkaart.
2.4.2 Hulpverlening in Nederland
Indien het motorrijtuig in Nederland door een ongeval, brand of enig ander plotseling van buiten komend onheil niet meer kan rijden of de bestuurder of een andere inzittende daardoor niet in staat is het motorrijtuig te besturen draagt de hulpverleningsinstantie zorg voor:
2.4.2.1 het vervoer van het motorrijtuig en de aanhangwagen naar een door de verzekerde te bepalen adres in Nederland;
2.4.2.2 het vervoer per taxi van de bestuurder en de inzittenden met hun bagage naar een door de verzekerde te bepalen adres in Nederland.
2.4.3 Hulpverlening buiten Nederland
Indien het motorrijtuig buiten Nederland doch binnen het verzekeringsgebied door een ongeval, brand of enig ander plotseling van buiten komend onheil niet meer kan rijden of de bestuurder of een andere inzittende daardoor niet in staat is het motorrijtuig te besturen, bestaat recht op:
2.4.3.1 vergoeding van de noodzakelijke kosten van berging en slepen van het motorrijtuig en de aanhangwagen naar de dichtstbijzijnde garage, waar zonodig ook de schade kan worden beoordeeld en hersteld;
2.4.3.2 vergoeding van de kosten van het vervoer van het motorrijtuig en de aanhangwagen naar een door de verzekerde te bepalen adres in Nederland, mits het motorrijtuig niet binnen 4 werkdagen, ook niet door middel van een noodreparatie, zodanig kan worden gerepareerd, dat de (terug-)reis op technisch verantwoorde wijze kan plaatsvinden;
2.4.3.3 de terugreiskosten van de bestuurder en de passagiers, indien niet met het motorrijtuig kan worden teruggereisd. Vergoed worden de kosten van vervoer per:
- taxi naar het dichtstbijzijnde spoorwegstation;
- trein (2e klasse) naar het spoorwegstation in Nederland, dat het dichtst bij de plaats van bestemming ligt;
- taxi van het hiervoor bedoelde station naar de plaats van bestemming.
Reiskosten worden alleen vergoed, indien betalingsbewijzen kunnen worden overgelegd. Op de reiskosten worden de bespaarde brandstofkosten in mindering gebracht.
2.4.4 Hulpverlening in geval van mechanische storing
Indien voor het motorrijtuig de volledige cascodekking (zie 2.2.1.4 rubriek D) van kracht is en het motorrijtuig niet meer kan rijden door een mechanische storing, bestaat recht op vergoeding van:
2.4.4.1 de onder 2.4.2 genoemde kosten voor hulpverlening in Nederland;
2.4.4.2 de onder 2.4.3. genoemde kosten voor hulpverlening buiten Nederland. Bij hulpverlening in geval van mechanische storing in het buitenland bestaat tevens recht op vergoeding van:
- de noodzakelijke kosten van hulp langs de weg tot ten hoogste € 125,- per gebeurtenis;
- de kosten voor het namens de verzekerde bestellen en toezenden van onderdelen, die noodzakelijk zijn om het motorrijtuig rijklaar te maken, indien deze onderdelen ter plaatse niet of niet op korte termijn verkrijgbaar zijn. De kosten van de onderdelen zelf zijn voor rekening van de verzekerde.
Het recht op hulpverlening in geval van mechanische storing bestaat uitsluitend indien:
2.4.4.3 de mechanische storing buiten de woonplaats van de verzekerde is ontstaan;
2.4.4.4 binnen Nederland de mechanische storing niet binnen 3 uur kan worden opgeheven;
2.4.4.5 buiten Nederland de mechanische storing niet binnen 4 werkdagen kan worden opgeheven.
2.4.5 Voorgeschoten kosten
Alle in verband met de hulpverlening door de hulpverleningsinstantie voorgeschoten kosten, die niet door de verzekering zijn gedekt, zijn voor rekening van de verzekerde. De verzekerde is verplicht om na opgave terstond tot terugbetaling over te gaan. Voor bedragen boven
€ 750,- kan een betaling vooraf worden verlangd.
2.4.6 Andere hulpverleningsinstanties
In geval van samenloop van hulpverleningsrechten zal de hulpverleningsinstantie niet verwijzen naar andere hulpinstanties, onverminderd het recht de kosten te verhalen op andere verzekeraars.
2.5 TERRORISME
Voor schade als gevolg van terrorisme, kwaadwillige besmetting en/of preventieve maatregelen en handelingen of gedragingen ter voorbereiding daarvan, hierna zowel gezamenlijk als afzonderlijk te noemen het “terrorismerisico”, is de schadevergoeding/dekking beperkt tot de uitkering zoals omschreven in het Clausuleblad terrorismedekking bij de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. De afwikkeling van een schademelding op grond van het terrorismerisico geschiedt overeenkomstig het Protocol afwikkeling claims van deze herverzekeraar.
Opmerking: het Clausuleblad terrorismedekking en het bijbehorende protocol van de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. zijn op 6 januari 2005 respectievelijk 12 juni 2003 gedeponeerd bij de Rechtbank te Amsterdam onder nummer 6/2005 respectievelijk onder nummer 79/2003.
HOOFDSTUK 3 - schade
3.1 VERPLICHTINGEN VAN VERZEKERDE
Verzekerde of de tot uitkering gerechtigde is gehouden:
3.1.1 binnen redelijke grenzen alle maatregelen te nemen die tot voorkoming of vermindering van schade kunnen leiden (artikel 7:957 BW);
3.1.2 schade welke hij onder deze verzekering wenst te verhalen zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is na het ontstaan ervan of het bekend worden ermee aan verzekeraar te melden (artikel 7:941 lid 1 BW);
3.1.3 binnen redelijke termijn alle inlichtingen en bescheiden te verschaffen die voor de verzekeraar van belang zijn om zijn uitkeringsplicht te beoordelen (artikel 7:941 lid 2 BW);
3.1.4 de belangen van verzekeraar in acht te nemen en zich te onthouden van elke gedraging die aan het recht van de verzekeraar tegen derden afbreuk doet (artikel 7:962 lid 1 BW;
3.1.5 alvorens met reparatie aan te vangen verzekeraar in staat te stellen expertise te (laten) verrichten en hieraan alle medewerking te verlenen;
3.1.6 van diefstal, vermissing, verduistering, vandalisme of kwaadwillige beschadiging terstond aangifte te doen bij de politie;
3.1.7 vóór schadevergoeding wegens diefstal, vermissing of verduistering van het gehele motorrijtuig alle delen van het kentekenbewijs aan verzekeraar ter beschikking te stellen én de eigendomsrechten van de verzekerde zaak/zaken aan verzekeraar over te dragen door ondertekening van een daartoe bestemde akte.
Elk recht op schadevergoeding vervalt, indien de verzekerde of tot uitkering gerechtigde deze verplichtingen niet is nagekomen en daardoor de belangen van verzekeraar heeft geschaad, of bij schade onjuiste gegevens heeft verstrekt. Van een benadeling is geen sprake bij een terechte erkenning van aansprakelijkheid of bij een erkenning van louter feiten.
3.2 REGELING VAN SCHADE AAN DERDEN
Verzekeraar belast zich met de regeling en de vaststelling van de schade. Aanspraken van benadeelden tot vergoeding van personenschade zullen worden behandeld en afgewikkeld met inachtneming van het bepaalde in artikel 7:954 BW.
3.3 REGELING VAN SCHADE DOOR BESCHADIGING OF VERLIES VAN HET MOTORRIJTUIG
3.3.1 Indien de schade meer bedraagt dan € 500,- is de verzekeringnemer verplicht verzekeraar in de gelegenheid te stellen de schade door een expert te laten opnemen, alvorens tot reparatie wordt overgegaan.
3.3.2 Bij verschil van mening over de schadevaststelling heeft verzekeringnemer het recht om op eigen kosten een contra-expert te benoemen. Voordat de door verzekeringnemer benoemde contra-expert zijn werkzaamheden aanvangt dient hij tezamen met de door verzekeraar benoemde expert overeen te komen wie eventueel als derde deskundige zal optreden. Houden beide experts een blijvend meningsverschil over de omvang van de schade, dan dienen de verschillende uitkomsten eerst aan verzekeraar te worden voorgelegd. Verzekeraar beslist daarna of hij de hoogste taxatie volgt, dan wel dat de derde deskundige wordt ingeschakeld. Indien de derde deskundige daadwerkelijk wordt ingeschakeld, dient zijn schadevaststelling binnen de grenzen van de door andere experts genoemde bedragen te blijven. De kosten van de derde deskundige komen voor rekening van verzekeraar.
3.3.3 In geval van oplichting en bij verduistering, vermissing of diefstal van het motorrijtuig ontstaat een eventueel recht op schadevergoeding 30 dagen na de melding van de gebeurtenis bij verzekeraar, echter niet eerder dan wanneer het onderzoek is afgerond en de eigendomsrechten aan verzekeraar zijn overgedragen. Verzekeringnemer dient akkoord te gaan met het registreren van de vermissing in een of meer registers van vermiste motorrijtuigen.
3.3.4 In geval van totaal verlies in technische zin zal betaling van de vastgestelde schadevergoeding plaatsvinden, nadat het chassisnummer van het motorrijtuig is doorgehaald en alle delen van het kentekenbewijs door verzekeraar zijn ontvangen.
3.4 VERGOEDING VAN SCHADE
3.4.1 Indien in het verzekerd bedrag de BTW niet is begrepen, geschiedt de schadevergoeding exclusief BTW.
3.4.2 Verzekeraar vergoedt in geval van:
3.4.2.1 beschadiging van het motorrijtuig de herstelkosten tot ten hoogste het verschil tussen de waarde van het motorrijtuig onmiddellijk voor het ontstaan van de beschadiging en de waarde van de restanten. Indien enig onderdeel of materiaal, noodzakelijk voor herstel van een schade aan het motorrijtuig regulier niet of niet binnen redelijke termijn leverbaar is, vergoedt verzekeraar de gangbare aankoopprijs van het betreffende onderdeel of materiaal. Indien het onderdeel of materiaal niet meer in de handel verkrijgbaar is vindt vergoeding plaats op basis van de laatst bekend zijnde gangbare aankoopprijzen;
3.4.2.2 verduistering, vermissing of diefstal van het gehele motorrijtuig en bij totaal verlies van het motorrijtuig in technische zin, de waarde daarvan onmiddellijk voor het verlies.
3.4.3 In geval van beschadiging of verlies van beeld- en geluidsapparatuur vergoedt verzekeraar de dagwaarde daarvan tot ten hoogste
€ 500,-.
3.4.4 Vergoeding van schade op basis van de getaxeerde waarde
Indien uit de polis blijkt dat het verzekerd bedrag door een deskundige is vastgesteld (overeenkomstig artikel 7:960 BW):
3.4.4.1 zal de getaxeerde waarde als uitgangspunt bij vergoeding van schade dienen;
3.4.4.2 vindt vergoeding plaats op basis van totaal verlies indien de reparatiekosten meer bedragen dan 2/3 van de getaxeerde waarde.
3.4.4.3 Geldigheidsduur van het taxatierapport
Tenzij anders in de polis is vermeld, heeft het taxatierapport een geldigheidsduur van 36 maanden, te rekenen vanaf de in het taxatierapport genoemde taxatiedatum. Indien niet tijdig een nieuwe taxatie heeft plaatsgevonden, wordt bij schadevaststelling geen rekening meer gehouden met de getaxeerde waarde en vindt vergoeding plaats op basis van de dagwaarde.
3.5 VERHAALSRECHT
Verzekeraar zal ten aanzien van schade aan derden geen gebruik maken van het verhaalsrecht tegenover de verzekeringnemer, als de schade van een benadeelde door een ander dan de verzekeringnemer is veroorzaakt of nadat de verzekering wegens geen belang bij het motorrijtuig is beëindigd en is voldaan aan de verplichting tot kennisgeving van wijziging van het belang.
Verzekeraar doet geen afstand van het verhaalsrecht voor schade aan het motorrijtuig:
3.5.1 jegens de verzekerden voor zover de schade is ontstaan onder de omstandigheden, die volgens de polisvoorwaarden ten opzichte van hen een uitsluitingsgrond opleveren;
3.5.2 ontstaan gedurende de tijd, dat het motorrijtuig tegen betaling in behandeling, onderhoud of reparatie is.
3.6 VERVAL VAN RECHTEN
Elk uit deze verzekering voortvloeiend recht op schadevergoeding vervalt:
3.6.1 indien binnen 36 maanden na de schriftelijke definitieve beslissing van verzekeraar tegen hem geen rechtsvordering is ingesteld;
3.6.2 indien de kennisgeving van een schade later dan 3 jaar na de gebeurtenis plaatsvindt.
HOOFDSTUK 4 - premie
4.1 PREMIEBEREKENING
Tenzij anders in de polis wordt vermeld is de premie voor deze verzekering gebaseerd op:
4.1.1 particulier en hobbymatig gebruik, waaronder wordt verstaan het rijden:
- in clubverband;
- van en naar de clubevenementen;
- voor genoegen;
4.1.2 het aantal kilometers, dat jaarlijks met het motorrijtuig wordt gereden;
4.1.3 het woonadres van de verzekeringnemer of van de meest regelmatige bestuurder.
4.2 PREMIEBETALING
Onderstaande bepalingen voldoen aan de in artikel 7:934 BW gestelde eisen.
4.2.1 De premie voor de eerste termijn vanaf de ingangsdatum van de verzekering wordt “aanvangspremie” genoemd. Hieronder wordt mede verstaan de premie in verband met een tussentijdse wijziging. Wanneer verzekeraar de aanvangspremie inclusief kosten en assurantiebelasting niet binnen 30 dagen na ontvangst van het betalingsverzoek op zijn rekening heeft bijgeschreven gekregen dan wel contant heeft ontvangen, wordt de dekking zonder nadere ingebrekestelling geschorst vanaf de datum van ontvangst van het betalingsverzoek.
4.2.2 De premie inclusief kosten en assurantiebelasting voor de termijnen volgend op de eerste termijn wordt “vervolgpremie” genoemd.
- Wanneer verzekeraar de vervolgpremie niet binnen 14 dagen na de premievervaldatum op zijn rekening heeft bijgeschreven gekregen dan wel contant heeft ontvangen, wordt de dekking geschorst met ingang van de 15e dag nadat verzekeringnemer na de vervaldatum schriftelijk is aangemaand.
- Wanneer verzekeringnemer de vervolgpremie weigert te betalen, wordt geen dekking verleend voor schade welke op of na de premievervaldatum plaatsvindt.
4.2.3 Geschorste dekking wordt in kracht hersteld op de dag volgende op de dag waarop verzekeraar de premie(s) en alle kosten heeft ontvangen en geaccepteerd.
4.3 PREMIERESTITUTIE
Bij tussentijdse beëindiging van de verzekering bestaat recht op restitutie van teveel betaalde premie, behalve indien verzekerde verzekeraar opzettelijk heeft misleid of heeft geprobeerd dat te doen.
In geval van beëindiging van de overeenkomst op grond van artikel 5.6.1.1 vindt restitutie van premie plaats onder aftrek van 25% van de te restitueren premie. In alle andere gevallen vindt volledige restitutie van teveel betaalde premie plaats.
Verzekeraar heeft het recht om in geval van beëindiging van de verzekering administratiekosten in rekening te brengen.
HOOFDSTUK 5 - duur en wijziging van de verzekeringsovereenkomst
5.1 AANVANG
5.1.1 De overeenkomst vangt aan te 00.00 uur van de in de polis vermelde ingangsdatum, tenzij de overeenkomst tot stand is gekomen op basis van een ‘voorlopige dekking’. In dat geval geldt als aanvang het tijdstip waarop verzekeraar het motorrijtuig in dekking heeft genomen.
5.1.2 Mits verzekeraar geen voorlopige dekking heeft afgegeven en de eerste termijn van de overeenkomst ten minste een jaar bedraagt, kan verzekeringnemer nog een beroep doen op de bij wet geregelde bedenktijd van 14 dagen, gerekend vanaf de dag dat hij de polis heeft ontvangen. Hij kan de overeenkomst dan zonder opgave van redenen ontbinden, in welk geval geacht wordt dat deze niet heeft bestaan.
5.1.3 De overeenkomst is aangegaan tot de in de polis genoemde hoofdpremievervaldatum. Daarna is de overeenkomst voor onbepaalde duur van kracht.
Opmerking: bij ongewijzigde voortzetting ontvangt verzekeringnemer geen nieuwe polis.
5.1.4 Indien verzekeringnemer ter vervanging van het verzekerde motorrijtuig een ander voor verzekeraar acceptabel motorrijtuig ter verzekering aanbiedt, dan heeft dat geen gevolgen voor de duur van de overeenkomst. De eventueel resterende premie wordt verrekend met de premie voor het vervangende motorrijtuig.
5.2 BEPERKING VAN DE DEKKING EN SCHORSING VAN DE VERZEKERING
Uitsluitend in geval van totale revisie van het motorrijtuig (mits de revisie langer duurt dan 6 maanden) en bij aantoonbare verkoop van het motorrijtuig (in afwachting van de aankoop van een ander motorrijtuig) kan de dekking worden beperkt of geschorst. Bij schorsing van de dekking blijft eventueel resterende premie voor verzekeringnemer gereserveerd. Wordt er geen ander motorrijtuig aangeboden, dan eindigt de verzekering automatisch 24 maanden na de schorsingsdatum.
Opmerking: in andere gevallen kan bij al dan niet tijdelijk niet (kunnen) gebruiken van het motorrijtuig géén schorsing of beperking van de dekking plaatsvinden.
5.3 HERZIENING TARIEVEN en/of VOORWAARDEN
Verzekeraar heeft het recht de tarieven en/of de voorwaarden en bloc te herzien en deze aanpassing(en) in te voeren. Hiervan zal schriftelijk mededeling aan verzekeringnemer worden gedaan.
5.4 RISICOWIJZIGING
Verzekerde is verplicht verzekeraar vooraf in kennis te stellen van ingrijpende constructieve wijzigingen van het motorrijtuig en van wijzigingen van het gebruik, de kilometrage en het woonadres (zie 4.1). Is er naar het oordeel van verzekeraar sprake van een risicoverzwaring, dan is hij gerechtigd een nieuw verzekeringsvoorstel te doen of de verzekering te beëindigen. Hiervan krijgt verzekeringnemer naar behoren bericht.
5.5 INSPECTIE
Verzekeraar heeft het recht het motorrijtuig en/of de wijze van stalling voor de aanvang en/of tijdens de looptijd van de verzekering te (laten) inspecteren, met onder andere het doel om tot een goede risicobeoordeling te komen. Indien de risicobeoordeling daartoe aanleiding geeft is verzekeraar gerechtigd een nieuw verzekeringsvoorstel te doen of de verzekering te beëindigen. Hiervan krijgt verzekeringnemer naar behoren bericht.
5.6 EINDE
Deze verzekering eindigt:
5.6.1.1 per de eerste hoofdpremievervaldatum indien verzekeringnemer haar uiterlijk een maand voor deze datum schriftelijk opzegt. Na de eerste hoofdpremievervaldatum is de verzekering door verzekeringnemer dagelijks opzegbaar, eveneens met een opzegtermijn van een maand;
5.6.1.2 per de eerste hoofdpremievervaldatum indien verzekeraar haar uiterlijk twee maanden voor deze datum schriftelijk opzegt. Na de eerste hoofdpremievervaldatum is de verzekering door verzekeraar dagelijks opzegbaar, eveneens met een opzegtermijn van twee maanden;
5.6.2 per datum waarop verzekeraar de in 5.3 bedoelde aanpassingen invoert, mits verzekeringnemer de verzekering binnen een maand na ontvangst van deze mededeling schriftelijk opzegt. Dit recht geldt niet indien de aanpassingen voor hem niet nadelig zijn of wanneer deze voortvloeien uit wettelijke bepalingen;
5.6.3 per datum waarop verzekeraar de verzekering overeenkomstig het in 5.4 of 5.5 bedoelde verzekeringsvoorstel aanpast, mits verzekeringnemer de verzekering binnen een maand na ontvangst van deze aanpassing schriftelijk opzegt;
5.6.4 twee maanden na de datum waarop verzekeraar verzekeringnemer schriftelijk te kennen heeft gegeven de verzekering op grond van de in 5.4 of 5.5 bedoelde risicoverzwaring niet te kunnen voortzetten;
5.6.5 per datum van verkoop of andere eigendomsovergang met verlies van de feitelijke macht over het motorrijtuig. De verzekeringnemer of zijn erfgenamen zijn verplicht daarvan binnen 8 dagen aan verzekeraar mededeling te doen;
5.6.6 zodra het gehele motorrijtuig totaal verloren is verklaard;
5.6.7 zodra verzekeringnemer zich buiten Nederland vestigt. De verzekeringnemer is verplicht verzekeraar hiervan terstond in kennis te stellen;
5.6.8 zodra het motorrijtuig gewoonlijk in het buitenland wordt gestald. De verzekeringnemer is verplicht verzekeraar hiervan terstond in kennis te stellen;
5.6.9 zodra het motorrijtuig een buitenlands kenteken gaat voeren. De verzekeringnemer is verplicht verzekeraar hiervan terstond in kennis te stellen.
5.6.10 Verzekeringnemer en verzekeraar hebben tot een maand na betaling of eventuele (gedeeltelijke) afwijzing van een schade het recht de verzekering schriftelijk op te zeggen, in welk geval de verzekering een maand (opzegging door verzekeringnemer) of twee maanden (opzegging door verzekeraar) na de datum van deze opzegging eindigt.