Contract
Addendum ‘Non-discriminatie en inclusie 2021-2022’ bij het sectorconvenant 2021 - 2022 afgesloten tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de sector van de Taxiondernemingen en de diensten voor het verhuur van voertuigen met bestuurder (PC 140.02)
Tussen de VLAAMSE REGERING,
hierbij vertegenwoordigd door:
- Xxxxxxx Xxxxx Xxxxxxx, De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw,
hierna de “Vlaamse Regering” genoemd,
en de SOCIALE PARTNERS VAN SECTOR van de Taxiondernemingen en de diensten voor het verhuur van voertuigen met bestuurder,
met als vertegenwoordigers voor de werkgevers:
- De xxxx Xxx Xxxxxxxxxxx, Voorzitter van het Sociaal Fonds voor de taxiondernemingen en de diensten van verhuur van voertuigen met bestuurder;
- De xxxx Xxxxxx Xxxxxxxxxxxx, Secretaris-generaal van de Nationale Groepering van ondernemingen met Taxi- en Locatievoertuigen met chauffeur;
met als vertegenwoordigers voor de werknemers:
- De xxxx Xxxx Xxxxxxxx, Algemeen sectorverantwoordelijke vervoer over de weg en logistiek ACV-Transcom;
- De xxxx Xxxx Xxxx, Wegvervoer en logistiek ABVV-BTB;
hierna “de sector” genoemd,
Wordt overeengekomen wat volgt:
Verbintenissen van de Vlaamse Regering
Artikel 1. De Vlaamse Regering verbindt er zich toe in het kader van voorliggende overeenkomst tijdens de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2022 een maximale toelage van
85.000 EUR uit te betalen aan het Sociaal Fonds voor de Taxiondernemingen en Diensten voor het Verhuur van Voertuigen met bestuurder, Metrologielaan 8, te 0000 Xxxxxxx (ondernemingsnummer: 0412.541.790 - bankrekeningnummer: XX00 0000 0000 0000) ter financiering van acties ter bestrijding van discriminatie en bevordering van inclusie.
Artikel 2. De in deze overeenkomst opgenomen engagementen zijn inspanningsverbintenissen en resultaatsverbintenissen. Bij de afrekening wordt de verantwoording van de inspanningen én van de resultaten beoordeeld:
- 80% van de projectsubsidie wordt verbonden aan de inspanningen die geleverd worden door de sector;
- 20% van de projectsubsidie wordt verbonden aan de resultaatsverbintenissen die bij de acties worden vermeld: twintig percent van het in artikel 1 vermelde bedrag wordt uitbetaald in zoverre de resultaatsverbintenis per actie is behaald. Als een verbintenis niet wordt behaald, wordt de twintig percent a rato van het aantal behaalde resultaatsverbintenissen uitbetaald;
- De storting van de subsidie wordt geregeld via het Ministerieel Besluit houdende toekenning van een projectsubsidie aan het Sociaal Fonds voor de Taxiondernemingen en Diensten voor het Verhuur van Voertuigen met bestuurder ter uitvoering van het addendum “Non- discriminatie en inclusie 2021-2022” bij het sectorconvenant (2021-2022) afgesloten tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de sector van de Taxiondernemingen en Diensten voor het Verhuur van Voertuigen met bestuurder.
Verbintenissen van de sector
Artikel 3. De sector van de Taxiondernemingen en Diensten voor het Verhuur van Voertuigen met bestuurder verbindt zich ertoe om, vertrekkende van een sectorale visie op de werkcomponent van non-discriminatie en inclusie, de sectorale realiteit en de sectorspecifieke uitdagingen en prioriteiten een aantal doelgerichte acties op te zetten ter versterking van de werkcomponent van non-discriminatie en inclusie.
De acties geformuleerd in dit addendum hebben betrekking op:
- Sensibiliserende, informerende en ondersteunende acties met betrekking tot non- discriminatie en inclusie. De sector baseert zich voor het formuleren van deze acties op de omgevingsanalyse en visie die geformuleerd staat in het sectorconvenant 2021 – 2022.
- Opstart van een monitoringsproces:
o Uitvoering van een risicoanalyse als voorbereiding op de nulmeting;
o uitvoering van een sensibiliserende nulmeting;
o Interne sectorale dialoog over de risicoanalyse resultaten van de nulmeting, ontwerp van een (volwaardig, ondermeer en minimaal inhakend op de nulmeting) actieplan en voorbereiding van de uitrol van het actieplan.
- Volgende principes werden als kader voor de monitoringproces door de overheid aangereikt:
1. We zetten de ingeslagen weg van zelfregulering door sectoren verder.
2. De zelfregulering verloopt bij voorkeur aan de hand van een door de overheid aangereikte methodiek. Die methodiek werd beschreven in het expertenrapport “het terugdringen van arbeidsmarktdiscriminatie in de Vlaamse sectoren: academische visie en instrumenten” (Xxxxx, X., Xxxxxxxx, X., Xxxxxx-Xxxx Xxxxxxxxx d.d. 31/10/2020).
3. De toepassing van de methodiek wordt opgevolgd door een intersectorale begeleidingsgroep ‘monitoring discriminatie’. De begeleidingsgroep voorziet tevens in begeleiding bij de methodiek, inspelend op vragen van sectoren.
4. De methodiek is sensibiliserend van aard. Er wordt geen koppeling gemaakt met handhaving. Het expertenrapport suggereert op p. 53 dat handhaving sensibilisering versterkt en kan aanvullen. Hier gaan we niet op in.
5. De methodiek neemt het sectorniveau als uitgangspunt. Resultaten worden enkel op geaggregeerd niveau verzameld, intern besproken en openbaar gemaakt. Resultaten op ondernemingsniveau worden geanonimiseerd weergegeven.
6. De methodiek bestaat uit 3 fasen: een nulmeting – een actiefase – een opvolgmeting. In het addendum ligt de klemtoon op de nulmeting.
7. De methodiek omvat 5 kwaliteitscriteria. Die kwaliteitscriteria worden geborgd vanuit de sector, de externe partner en de begeleidingsgroep ‘Monitoring discriminatie’.
8. De meting zelf verloopt bij voorkeur via een correspondentietest. De correspondentietest wordt idealiter voorafgegaan door een risicoanalyse. De risicoanalyse is een dynamisch instrument en kan verder aangevuld en verrijkt worden met informatie uit de correspondentietest.
9. Het menu dat in het expertenrapport wordt aangereikt voor de actiefase is een inspiratiemenu. De daarin voorgestelde acties zijn geen verplichting. Ze helpen de sectoren een breder zicht te krijgen op mogelijke, doelgerichte acties. Zo kan bijvoorbeeld een sector de keuze maken om, vanuit sensibiliserend en actiegericht oogpunt, een mysteryshopping te organiseren. Dit is geen verplichting. Zo kan een sector ervoor kiezen om de (meer gedetailleerde, op bedrijfsniveau verzamelde) informatie uit de nulmeting te gebruiken om een begeleiding op het niveau van een onderneming op te starten. In dat geval maakt de sector een afspraak over het gebruik van deze informatie. Ook dit is geen verplichting.
10. Enkele elementen worden nog, in de loop van het proces en in de looptijd van het addendum, in samenspraak met de sectoren nader bepaald en meegedeeld. Voor wat betreft het aantal in de nulmeting mee te nemen discriminatiegronden, of en met welke sectoren een clustering aangewezen is: hierover wordt op basis van informatie uit de risicoanalyses vanuit de begeleidingsgroep ‘monitoring discriminatie’ een advies geformuleerd.
Artikel 4. De sector verbindt er zich toe de subsidie enkel aan te wenden voor de loonkosten en werkingsmiddelen ter uitvoering van deze acties.
Artikel 5. Ter verantwoording en ter evaluatie van deze overeenkomst bezorgt de sector ten laatste op 31 januari 2023 een eindrapport aan het departement Werk en Sociale Economie. Het eindrapport omvat:
- de rapportering over de verschillende initiatieven ter realisering van dit addendum;
- de toetsing van het behalen van de resultaatsverbintenis(sen);
- de verantwoording van de aanwending van de ontvangen subsidiebedragen.
Het departement Werk en Sociale Economie bezorgt de richtlijnen inzake de rapportering tijdig aan de sector.
Omgevingsanalyse
1. Sector in cijfers en trends
1.1 De sector vandaag en morgen – koffiedik kijken
1.1.1 Interviews met stakeholders
Om een relevant beeld te schetsen voor de komende convenantperiode van de sector van de taxibedrijven en de diensten voor het verhuur van voertuigen met bestuurder in Vlaanderen en Brussel kunnen we vandaag niet buiten een aantal nieuwe fenomenen die tegelijk op de sector afkomen: de coronacrisis, de liberalisering van de markt, de bestuurderspas voor chauffeurs en exploitanten, het plan vervoer op maat. Elk van deze fenomenen heeft een zeer grote impact op de sector; al deze fenomenen tegelijk geven een caleidoscopisch beeld waaruit moeilijk duidelijke conclusies getrokken kunnen worden.
Om een beeld van de sector te schetsen dat enigszins gefundeerd is, werden interviews afgenomen met stakeholders om deze convenant op te maken. Deze stakeholders zijn: de sociale partners, enkele bedrijven uit de sector met uiteenlopende profielen en het sociaal fonds van de taxisector in Nederland. De stakeholders werden o.a. bevraagd naar de te verwachten impact van deze fenomenen en naar de evolutie van de sector op korte (tot einde 2020), middellange (de komende convenantsperiode) en lange termijn (de toekomst). Daarnaast werd er gepeild naar de behoeften die deze evolutie met zich mee zouden brengen, bij de bedrijven en de werknemers. Deze info is de basis geweest voor de opmaak van deze sectorconvenant.
1.1.2 De Coronacrisis
De Coronacrisis treft de sector van taxi’s en VVB zeer zwaar. De sector is nauw verbonden met de activiteiten van andere sectoren zoals de evenementensector, de horeca, de reissector, het internationale bedrijfsleven, … Uit interviews is naar voren gekomen dat de werkelijke impact van de crisis pas duidelijk zal beginnen worden zodra de tijdelijke werkloosheid voor de sector niet meer beschikbaar is.
Waar de stakeholders het niet helemaal met elkaar over eens zijn, is het moment van de heropleving: wanneer kruipt de sector weer definitief uit zijn dal en wordt er weer aangeworven. Voorspellingen gaan van voorzichtige stappen in januari 2021 tot misschien ergens in 2022.
1.1.3 Een nieuwe bestuurderspas voor chauffeurs en exploitanten
Op 1 januari 2020 werd de taxisector in Vlaanderen geliberaliseerd. Dat betekent in de praktijk dat taxi’s met een Vlaamse vergunning overal in Vlaanderen klanten mogen oppikken. Een zeer belangrijke voorwaarde om als taxichauffeur te mogen rijden in Vlaanderen is de nieuwe bestuurderspas. Om deze bestuurderspas te krijgen, moet men onder andere voldoen aan de taalvereisten die de Vlaamse regering heeft opgelegd. Tegen 5 juli 2021 moeten chauffeurs een A2 niveau Nederlands kunnen bewijzen om zo’n bestuurderspas te krijgen. In 2022 zal het vereiste niveau nog hoger liggen (op dit moment is dat niveau B1).
Het is onduidelijk hoeveel chauffeurs er niet het vereiste niveau hebben om een bestuurderspas aan te vragen. Maar alle sociale partners geven wel aan dat dit een probleem is in de sector.
In 2020 zijn de sociale partners en de sectorconsulenten druk bezig geweest met voorbereidend werk om dit probleem structureel aan te pakken. Volgende prioritaire problemen zijn gedetecteerd:
• De testen die chauffeurs moeten afleggen als ze geen bewijs hebben om hun niveau aan te tonen, vragen ook andere competenties dan Nederlandse taalvaardigheid om te slagen.
• We weten niet hoeveel chauffeurs het niveau nu niet halen, hoe groot de afstand is tot het eindniveau dat gevraagd wordt en waar deze chauffeurs zitten.
• Het gevraagde niveau Nederlands is zo hoog dat de laaggeschoolden zelden of nooit dit niveau halen in een opleiding Nederlands (niveau Centrum voor Basiseducatie).
• De tijdsspanne is enorm krap en het niveau is zo hoog dat we zelfs geen opleidingstraject kunnen organiseren voor wie nu het niveau A2 heeft en binnen twee jaar B1 moet hebben.
• Het zal niet realistisch zijn voor chauffeurs, die 50 uur in een taxi zitten, om lessen na de werkuren te kunnen volgen.
De sociale partners en de sectorconsulenten hebben volgende stappen gezet om het probleem aan te pakken:
• Verzamelen van alle achtergrondinfo (bv betekenis taalniveaus, werking testen, oud
taalprofiel bestuderen, …).
• Verzamelen van signalen vanuit de sector (bedrijven, vragen aan vakbonden, …) en van buiten de sector (Agentschappen Integratie en Inburgering die de testen afnemen, VDAB en Kiem en hun ervaringen, …).
• Analyse van alle informatie en signalen – opstellen besprekingsdossier.
• Standpuntbepaling door de sociale partners.
• Voorwaarden formuleren.
• Opmaken dossier en presentatie voor betrokken kabinetten.
• Informatie delen met de politiek en urgentiebesef creëren.
Als er opening komt in het dossier op Vlaams niveau, dan kunnen we als sectorfonds werken aan een ondersteunend beleid met opleidingen en andere ondersteunende tools.
1.1.4 Modernisering van de sector en het nieuwe Europese beleid
Met het nieuwe Vlaamse taxidecreet start er in 2021 een proces van verregaande digitalisering van de sector. Zo zullen er in alle voertuigen track and trace-systemen geïnstalleerd worden die de voertuigen permanent digitaal verbinden. Dit opent nieuwe mogelijkheden om te werken met mobiliteitsplatformen in Vlaanderen. Ook de vergroening van het wagenpark wordt ver doorgedreven. Tegen 2030 zullen er vanuit de sector nog enkel zero-emissievoertuigen op de weg rijden. Meer dan 6.000 voertuigen zullen zo hun bijdrage leveren aan de klimaatdoelstellingen. Deze digitalisering en vergroening ligt volledig in lijn met het nieuw aangekondigd Europees beleid.
1.2 De sector in cijfers
1.2.1 De sector als een van de meest toegankelijke werkgevers voor kansengroepen
Uit de groepssectorfoto 2020 blijkt dat de taxisector een van de meest toegankelijke werkgevers is voor wie kortgeschoold is en weinig werkervaring heeft.
1.2.2 Toenemende diversiteit in de sector
De sector biedt zeer veel kansen voor werklozen uit alle kansengroepen (aanwervingen in 2019):
• kortgeschoolden (47,6 % van de aangeworven werkloze werkzoekenden),
• personen met een migratieachtergrond (38,9 %) van heel uiteenlopende origine,
• 55-plus (17,2 %),
• personen met een arbeidshandicap (10 % ),
• en langdurig werkzoekenden (27,9 %).
Deze kansengroepen blijven ook in de sector:
• 52,4% van de werknemers is 50+,
• 17,5% van de werknemers heeft een VOP,
• De taxichauffeur blijft wel nog steeds een mannenberoep: bijna 9/10 zijn mannen. (bron groepssectorfoto 2020: tabellen p. 19, 26 en 33)
Visie op het vlak van non-discriminatie en inclusie
Sinds 1 juli 2020 heeft elke taxichauffeur die in Vlaanderen wil rijden een bestuurderspas nodig. Om deze te bekomen, moet men onder andere kunnen bewijzen dat men het vastgelegd niveau Nederlands ( A2 begin 2021 – B1 eind 2022) kan spreken en schrijven. Deze nieuwe vereiste heeft een grote impact op de sector. Niet enkel anderstalige werknemers, maar ook sommige laaggeschoolde werknemers hebben moeite om dit te bewijzen of om dit niveau te halen. Deze problematiek vraagt een grote inspanning van de sector en ook van het sociaal fonds, Het ontwikkelen van een NT2-beleid voor de sector is een centrale uitdaging.
De toegankelijkheid op vlak van taal komt ook terug in de andere actiedomeinen van dit addendum.
Daarnaast zijn de afgelopen jaren verschillende acties/initiatieven opgestart die de moeite waard zijn om verder te zetten. Daaronder valt onder meer het promoten van de brochure rond non- discriminatie die de afgelopen convenantsperiode is uitgewerkt in samenwerking met andere sectoren. Maar ook een actie rond digitale geletterdheid, een thema dat voor onze sector zeer belangrijk is en zal zijn de komende jaren, valt hieronder.
Acties
Sensibiliserende, informerende en ondersteunende acties ter bestrijding van discriminatie en ter bevordering van inclusie
Actie 1: Onderzoeken of de sector een opleidingsaanbod kan creëren van NT2 voor chauffeurs die de bestuurderspas willen halen | |
Omschrijving | Het sectorfonds zal trachten om, samen met gespecialiseerde externe partners, een laagdrempelig aanbod van NT2 te organiseren. In eerste instantie moeten we een duidelijke niveaubepaling vastleggen, met een differentiatie naar een schriftelijk en een mondeling niveau. Vervolgens moeten we in kaart brengen hoeveel chauffeurs op dit moment niet in aanmerking komen voor een gelijkstelling op het eindniveau, hoever ze van dit eindniveau zitten en in welke regio deze chauffeurs wonen/werken. Daarnaast moeten we zoveel mogelijk drempels in kaart brengen voor chauffeurs om zo’n opleiding te volgen (denk maar aan locatie, kostprijs, tijdstip versus shiftenwerk, klassikale aanpak, methodieken, specifieke en alledaagse documenten uit de praktijk, … ). Op basis van deze cijfers en drempels kunnen we de juiste opleidingspartners zoeken. Enkel wanneer chauffeurs het zien zitten om zo’n aanbod op maat te volgen, zullen zij de grote inspanning daarvoor leveren. Daarnaast onderzoeken we de mogelijkheid voor een aanbod NT2 voor toekomstige werkzoekenden met beroepsaspiratie Taxichauffeur, samen met de VDAB. |
Timing | Doorlopend 2021-2022. |
Betrokken partners | Deze actie wordt voorbereid in samenwerking met de verschillende Agentschappen Integratie en Inburgering van Antwerpen, Gent, Brussel en Vlaanderen (voormalige Huizen van het Nederlands). Wij hopen voor de uitwerking van deze actie ook met hen samen te werken. Op dit moment zijn we daar gezamenlijk gesprekken rond aan het voeren. Voor deze actie zullen we ook samenwerken met geschikte en geïnteresseerde opleidingsinstellingen, denk maar aan CVO’s, CBE’s en Ambassador. Het kiezen van deze instellingen is onderdeel van de actie. Voor een mogelijk aanbod voor werkzoekenden zullen we samenzitten met VDAB. Als het mogelijk en zinvol blijkt om lessen Nederlands te organiseren, zullen we tenslotte ook intens samenwerken met onze sociale partners en enkele belangrijke werkgevers. Het sociaal fonds zal dan een kader uitwerken waarin deze lessen aangeboden kunnen worden. Dat zal onder meer omschrijven welk engagement er verwacht wordt en welke (financiële) ondersteuning het sociaal fonds zal leveren. Enkele werkgevers zullen ook hun expertise over |
het dagdagelijkse werk van een taxichauffeur delen met de externe partners. | |
Inspanningsverbintenis | Het sociaal fonds onderzoekt met partners of het mogelijk is om een relevant aanbod uit te werken voor huidige en toekomstige chauffeurs dat een antwoord biedt op de huidige nood aan taalverbetering. |
Actie 2: Een ondersteunend beleid opzetten voor bedrijven en chauffeurs met betrekking tot de nieuwe taalvereisten Nederlands opgelegd door de Vlaamse Overheid | |
Omschrijving | In het kader van de nieuwe bestuurderspas voor chauffeurs zal het sectorfonds een ondersteunend beleid opzetten voor zijn bedrijven en chauffeurs met betrekking tot die taalvereisten. Het sociaal fonds zal zoveel mogelijk relevante informatie vergaren en ter beschikking stellen van de bedrijven en chauffeurs via zoveel mogelijk kanalen. Dat kan gaan over veranderingen in de wetgeving, de praktische toepassing ervan en mogelijke consequenties van de wetgeving op de werking van de bedrijven. Daarnaast zal het fonds het behalen van de taalvereisten faciliteren door drempels voor chauffeurs weg te werken. Daarvoor zal het actief op zoek gaan naar externe partners die een rol kunnen opnemen in dit ondersteunend beleid. Op dit moment wordt de verantwoordelijkheid voor het uitreiken van de bestuurderspas voor chauffeurs en dus ook het bepalen van het niveau Nederlands volledig bij de steden en gemeenten gelegd. Samen met de Agentschappen Integratie en Inburgering willen we wat houvast aanbieden en aanbevelingen meegeven. Maar ook het afleggen van een test bij die agentschappen blijkt niet voor elke chauffeur makkelijk, ook al heeft die het niveau. We hebben daarover al vanuit verscheidene hoeken signalen gekregen. Verschillende drempels kunnen daarin een rol spelen: digitale ongeletterdheid, angst voor testen, beperkte schriftelijke geletterdheid, angst voor het onbekende, … . |
Timing | Deze timing van deze actie is in de eerste plaats afhankelijk van externe partners, in de eerste plaats van de Vlaamse overheid. Deze actie is reeds gestart in 2020 en zal zeker nog het hele jaar 2021 doorlopen. |
Betrokken partners | Deze actie werd voorbereid in samenwerking met de verschillende Agentschappen Integratie en Inburgering (Antwerpen, Gent, Brussel en Vlaanderen). Wij hopen voor de uitwerking van deze actie ook met hen samen te werken, alsook met de andere noodzakelijke partners voor deze actie (zoals de administratie Mobiliteit, vzw Kiem, … ). |
Resultaatsverbintenissen | 2021-2022: Het sociaal fonds zal zoveel mogelijk relevante informatie ter beschikking stellen voor de chauffeurs via zoveel mogelijk kanalen. |
Actie 3: Inzetten van het zakwoordenboekje voor taaloefenkansen | |
Omschrijving | In de convenantsperiode 2017-2019 werd met de Transportcluster een zakwoordenboekje opgemaakt voor de transportsectoren. (ook wel Quizlet-app genoemd). Aansluitend op de acties ter bevordering van NT2, zal er bekeken worden hoe het zakwoordenboekje voor de taxisector breder kan ingezet worden om chauffeurs op te leiden in NT2. |
Timing | Doorlopend 2021-2022. |
Betrokken partners | Deze actie wordt voorbereid in samenwerking met de verschillende Agentschappen Integratie en Inburgering (Antwerpen, Gent, Brussel en Vlaanderen). Wij hopen voor de uitwerking van deze actie ook met hen samen te werken. Op dit moment zijn we daar gezamenlijk gesprekken rond aan het voeren. |
Inspanningsverbintenissen | Het sociaal fonds zal onderzoeken hoe het zakwoordenboekje verder kan ingezet worden om chauffeurs op te leiden in NT2. |
Actie 4: Bedrijven van de sector helpen bij de opmaak van een onthaalbrochure op maat | |
Omschrijving | Het onthaal en de begeleiding van nieuwe chauffeurs is van groot belang voor hun integratieproces in het bedrijf. Hoe beter het onthaal en de begeleiding verlopen, des te sneller voelt de nieuwe werknemer zich thuis, levert hij een kwaliteitsvolle dienstverlening en is de kans groter dat hij lang in de sector tewerkgesteld blijft. Aangezien de sector vooral bestaat uit kleine en zelfs micro- ondernemingen, hebben veel bedrijven geen onthaalprocedure. Om de bedrijven te ondersteunen in dit ‘onthaalproces’, heeft de sector een sjabloon voor een onthaalbrochure ontwikkeld die werkgevers kunnen personaliseren en gebruiken bij het onthaal van hun nieuwe chauffeurs. Het sjabloon werd opgemaakt met aandacht voor anderstalige werknemers. Het gebruik van pictogrammen en symbolen maakt het begrijpelijk voor iedereen. De sectorconsulenten begeleiden het bedrijf in de opmaak van hun gepersonaliseerde onthaalbrochure. |
Timing | Deze actie is afhankelijk van de heropleving van de sector. Dit zal dus eerder een actie zijn voor de tweede helft van 2021? |
Betrokken partners | De onthaalbrochure wordt altijd opgemaakt in samenwerking met het betrokken bedrijf. |
Inspanningsverbintenissen | Het sectorfonds zal voor 2021 1 gepersonaliseerde onthaalbrochure opstellen met de betrokken bedrijven. |
Actie 5: Jaarlijkse actie tijdens de week van de digitale geletterdheid | |
Omschrijving | Elk jaar loopt in september de week van de digitale geletterdheid. Tijdens deze week zal er speciale aandacht zijn voor dit thema naar werkgevers. Afhankelijk van het jaarlijkse thema zal er een ander aspect aan bod komen. |
Timing | Jaarlijks rond de maand september. |
Betrokken partners | We onderzoeken of we dit in samenwerking kunnen doen met partners. |
Inspanningsverbintenissen | Het sociaal fonds zal een jaarlijkse actie opzetten rond het thema. |
Actie 6: De intersectorale handleiding non-discriminatie verder promoten en verspreiden | |
Omschrijving | We werken hard om de anti-discriminatiewetgeving en een duurzaam HR- en diversiteitsbeleid in onze sectoren extra aandacht te geven. Hiervoor werd op initiatief van Woodwize een intersectorale werkgroep opgericht, waar nu reeds 20 collega’s sectoren in participeren. Na het uitwerken van de intersectorale handleiding non-discriminatiecode, willen we deze verder verspreiden en promoten, zodat deze handleiding geen dode letter blijft, maar leeft in onze bedrijven. Daarom blijven wij ons inzetten om deze non-discriminatiehandleiding nog ruimer kenbaar te maken bij de bedrijven via intersectorale acties en aangepaste ondersteuning/promotionele filmpjes. Wij willen bedrijven bewust maken van de verschillende vormen van discriminatie via een intersectorale sensibiliseringscampagne, aangevuld met teasers, tips en tricks met betrekking tot non- discriminatie, opleidingen, … . We willen met deze werkgroep ook input leveren aan de intersectorale adviseur. |
Timing | 2021: bepalen welke acties mee ondersteund zullen worden, meewerken aan het organiseren van intersectorale infosessies en het verspreiden van de teasers om op een ludieke manier het thema aan te kaarten. 2022: toolbox uitwerken met verschillende oplossingen waarmee bedrijven aan de slag kunnen om om te gaan met discriminatie binnen het bedrijf. |
Betrokken partners | Woodwize, de sectorconsulenten van de 20 andere sectoren. |
Inspanningsverbintenissen | De sector zal actief deelnemen aan de intersectorale vergaderingen en werkgroepen en zal de acties die hieruit verder vloeien, bekend maken bij de bedrijven (via bedrijfsbezoeken, website, mailings, … ). |
Uitvoering van een risicoanalyse als aanloop naar de nulmeting
Actie: Uitvoering van een risicoanalyse als aanloop naar de nulmeting | |
Omschrijving | Uitvoering van een bredere, diepere omgevingsanalyse om 1) een bredere context te schetsen, 2) achterliggende mechanismen te verkennen, 3) de nulmeting (zijnde de correspondentietest) voor te bereiden en aan te vullen en 4) een goede vertaalslag te kunnen maken naar doelgerichte acties inspelend op de sector. De sector baseert zich hiervoor op de methodiek zoals aangereikt in het expertenrapport “het terugdringen van arbeidsmarkt- discriminatie in de Vlaamse sectoren: academische visie en instrumenten (Xxxxx, X., Xxxxxxxx, X., Xxxxxxxxx, P.P)” opgesteld op 30/10/2020 (zie p. 37 tem 43). De risicoanalyse wordt als aanloop en ter voorbereiding van de nulmeting doorgelopen. De sector kan hiervoor bronnen en een vragenschema raadplegen zoals meegegeven in het expertenrapport. De sector zal hierin begeleid worden vanuit de begeleidingsgroep ‘monitoring discriminatie’. |
Timing | 2021. |
Betrokken partners | Departement WSE, collega sectoren, sociale partners, werkgevers, intersectorale adviseur en begeleidingsgroep ‘monitoring discriminatie’. |
Inspanningsverbintenis | De sector brengt een kort verslag over de risicoanalyse uit ten aanzien van de begeleidingsgroep ‘monitoring discriminatie’. |
Uitvoering van een sensibiliserende nulmeting
Actie: Uitvoering van een sensibiliserende nulmeting | |
Omschrijving | Uitvoering van een sensibiliserende nulmeting aan de hand van een correspondentietest. Voor de uitvoering van de correspondentietest baseert de sector zich op de methodiek zoals beschreven in het rapport “het terugdringen van arbeidsmarkt-discriminatie in de Vlaamse sectoren: academische visie en instrumenten (Xxxxx, X., Xxxxxxxx, X., Xxxxxxxxx, P.P.)” opgesteld op 30/10/2020, zie p. 23 tem 36. De sector volgt daarbij de kwaliteitscriteria, zoals beschreven op p. 19 – 21). De kwaliteitscriteria worden geborgd vanuit de sector, de externe partner en de begeleidingsgroep ‘monitoring discriminatie’. De sector zal voor de uitvoering beroep doen op een externe dienstverlener. De uitvoering gebeurt in afstemming met een begeleidingsgroep die het ganse monitoringsproces zal begeleiden. Voorafgaand aan de start van de nulmeting, zal de begeleidingsgroep een advies verlenen met betrekking tot de te |
testen discriminatiegronden en of en met welke sectoren een clustering aangewezen kan zijn. De sector maakt voor de aanstelling van een externe dienstverlener gebruik van de raamovereenkomst die door de overheid geboden wordt. Na de uitvoering van de correspondentietest kan/zal de sector de risicoanalyse verder aanvullen. De risicoanalyse is een dynamisch instrument en kan verder aangevuld en verrijkt worden met informatie uit de nulmeting (zie p. 40, 7.3.2). Dit laat tevens toe dat een bredere context voor de nulmeting geschetst kan worden. | |
Timing | 2022. |
Betrokken partners | Departement WSE, collega sectoren, sociale partners, werkgevers, intersectorale adviseur en begeleidingsgroep ‘monitoring discriminatie’. |
Inspanningsverbintenis | De sector onderneemt een nulmeting. De sector volgt de methodiek, kwaliteitscriteria en afspraken uit de begeleidingsgroep op. |
Interne sectorale dialoog over de risicoanalyse resultaten nulmeting, ontwerp van een (meer volwaardig) actieplan en aanloop uitrol actieplan
Actie: Bespreking resultaten nulmeting en overleg binnen de sector met oog op ontwerp van een (meer volwaardig) actieplan | |
Omschrijving | De sector zal de resultaten van de risicoanalyse en nulmeting bespreken met de sectorale sociale partners. De sector vertaalt deze resultaten naar passende en doelgerichte acties. Deze acties worden voorgesteld in een ontwerp van volwaardig actieplan. De sector zorgt voor een transparante rapportering over de methodologie en resultaten. De rapportering bevat enkel gegevens op geaggregeerd niveau. Dit wil zeggen dat de gegevens van de ondernemingen geanonimiseerd werden. De sector dient een rapportering van de resultaten van de nulmeting en een ontwerp van actieplan bij het Departement WSE in. De sector zorgt ook voor een publieke rapportering. De sector stemt een (gezamenlijke) communicatie-werkwijze af met de begeleidingsgroep. |
Timing | 2022. |
Betrokken partners | Sociale partners, begeleidingsgroep ‘monitoring discriminatie’, Departement WSE. |
Inspanningsverbintenis | De sector zorgt voor een transparante rapportering over de methodiek en resultaten. |
De sector dient een rapportering van de nulmeting (risicoanalyse en correspondentietest) en ontwerp van actieplan bij het Departement WSE in. |
Rode draden
Intersectorale toets | 1. Verschillende acties worden opgezet en/of uitgevoerd met de Transportcluster. Een actie wordt uitgevoerd met een bredere groep sectoren: • actie 6. 2. Voor onze acties die vallen onder het brede taalbeleid stellen we ons open op voor expertise delen en eventueel samenwerken met andere sectoren die geïnteresseerd zijn; om dit indien nodig te faciliteren, rekenen we op de nieuwe samenkomsten georganiseerd door de intersectorale adviseur: • actie 1, actie 2, actie 3. 3. We zullen uiteraard ook actief bijdragen aan de werking van de intersectorale adviseur non-discriminatie en inclusie. Dit zal actie-overschrijdend zijn. |
Relancetoets | Het sectorfonds tracht, wat het thema van het addendum betreft, vooral in te zetten op de ontwikkelingen in verband met de bestuurderspas. Dat zie je terug in de acties rond het opzetten van een NT2-beleid: • actie 1, actie 2, actie 3. |
Partnerschappen op het snijvlak leren, werken en innoveren als middel om de complexe en maatschappelijke uitdagingen aan te gaan | Het thema NT2-beleid is een innoverend thema voor de sector en breder. Alle acties onder deze noemer, vallen onder deze rode draad: • actie 1, actie 2, actie 3. |
Competentie- en loopbaangericht werken | De sector werkt, als laagdrempelige instapsector voor heel wat kansengroepen, over de hele lijn competentiegericht. Deze manier van werken zie je vooral terug in volgende acties: • actie 1, actie 2, actie 3. |
Algemene bepalingen inzake financiering, beëindiging, wijziging, evaluatie, controle en toezicht van de overeenkomst
Beëindiging
Het addendum ‘non-discriminatie en inclusie 2021-2022’ wordt afgesloten voor een periode van 2 jaar en kan niet stilzwijgend worden verlengd.
Het addendum ‘non-discriminatie en inclusie 2021-2022’ eindigt hetzij bij het verstrijken van de looptijd, hetzij bij onderlinge overeenkomst tussen de partijen, hetzij door opzegging. De partijen kunnen op elk moment het sectorconvenant ‘non-discriminatie en inclusie 2021-2022’ opzeggen, mits ze een opzegtermijn van 6 maanden in acht nemen. De kennisgeving van de opzegging gebeurt per aangetekende brief. De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de eerste werkdag na de kennisgeving. Het addendum ‘non-discriminatie en inclusie 2021-2022’ kan door de Vlaamse Regering worden beëindigd zonder inachtname van een opzegtermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding als het algemeen belang dat in buitengewone omstandigheden vereist. Als bij de evaluatie door het departement Werk en Sociale Economie wordt vastgesteld dat de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties op ernstige wijze tekortschieten in de verwezenlijking van de beoogde doelstellingen, kan de Vlaamse Regering het addendum ‘non-discriminatie en inclusie 2021-2022 eenzijdig beëindigen zonder opzegtermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding.
Wijzigbaarheid
De Vlaamse Regering bepaalt na voorafgaand overleg tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners in het Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité, de wijze waarop bijsturingen of wijzigingen van het actieplan of van de verbintenissen in het addendum ‘non-discriminatie en inclusie 2021-2022’ tijdens de looptijd worden doorgevoerd.
Evaluatie
Het departement Werk en Sociale Economie voorziet een sjabloon voor de inhoudelijke en financiële rapportage. Bij de opvolgingsmomenten en evaluaties wordt nagegaan of de aangegane verbintenissen ook effectief zijn bereikt.
Controle en toezicht
De sociaalrechtelijke inspecteurs van de administratie zijn belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van het decreet op de sectorconvenants en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan in het geval van een vastgestelde inbreuk het addendum ‘non- discriminatie en inclusie 2021-2022’ opschorten.
Opgemaakt in drie originele exemplaren waarvan elke partij een exemplaar ontvangt te Brussel op
Namens de Vlaamse Regering,
De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale Economie en Landbouw,
Xxxxx XXXXXXX
Namens de sociale partners van de sector voor de Taxiondernemingen en Diensten voor het Verhuur van Voertuigen met bestuurder,
met als vertegenwoordigers voor de werkgevers:
De xxxx Xxx XXXXXXXXXXX,
Voorzitter van het Sociaal Fonds voor de taxiondernemingen en de diensten van verhuur van voertuigen met bestuurder
De xxxx Xxxxxx XXXXXXXXXXXX,
Secretaris-generaal van de Nationale Groepering van ondernemingen met Taxi- en Locatievoertuigen met chauffeur
en met als vertegenwoordigers voor de werknemers:
De xxxx Xxxx XXXXXXXX,
Algemeen sectorverantwoordelijke vervoer over de weg en logistiek ACV-Transcom;
De xxxx Xxxx XXXX, Wegvervoer en logistiek ABVV-BTB