Triodos Bank. Dit zijn onze
Triodos Bank. Dit zijn onze
Algemene Voorwaarden Triodos Internetbankieren voor Particulier Gebruik
Vragen?
Heeft u vragen over deze voorwaarden, neemt u dan contact op met de mensen van Triodos Bank via telefoon 030 693 65 11.
Algemene Voorwaarden Triodos Internetbankieren
voor Particulier gebruik
1. Definities
In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder:
Bank: Triodos Bank NV, statutair gevestigd in Zeist
Klant: degene die met de bank een overeenkomst heeft gesloten;
Rekening: ieder(e) bij de bank aangehouden rekening waarop een elektronische dienst en/of een functionaliteit betrekking heeft;
Overeenkomst: de overeenkomst tussen de bank en de klant waarin het gebruik van een elektronische dienst en/of een functionaliteit is overeengekomen;
Derde: iedere door de bank toegelaten (rechts)persoon jegens wie met behulp van een elektronische dienst en/of een functionaliteit (rechts)handelingen verricht kunnen worden;
Elektronische dienst: één of meer door de bank aan de klant ter beschikking gestelde faciliteiten voor het op elektronische wijze verrichten van (rechts)handelingen jegens de bank en/ of een derde;
Functionaliteit: een door de bank en/of een derde aan de klant ter beschikking gestelde faciliteit (bijvoorbeeld een product of een dienst) waarvan de klant uitsluitend met behulp van een elektronische dienst gebruik kan maken;
Hulpmiddel: een door of namens de bank aan de klant ter beschikking gesteld middel dat (onder meer) benodigd is voor het gebruiken van een elektronische dienst en/of een functionaliteit;
Beveiligingscode: een code die door de klant (onder meer) moet worden dan wel wordt gebruikt:
- ter beveiliging van een elektronische dienst en/of een functionaliteit en/of een hulpmiddel, en/of
- om zich jegens de bank of via de bank jegens een derde te identificeren, en/of
- om (een) door hem verrichte (rechts-) handeling(en) te authenticeren;
Volmachtgever: degene(n), zowel samen als ieder afzonderlijk, die een klant gevolmachtigd heeft/hebben om via een elektronische dienst namens hem/hen (rechts)handelingen te verrichten.
2. Gebruik elektronische dienst en functionaliteit
2.1 De klant kan een elektronische dienst en/of een functionaliteit gebruiken voor het op elektronische wijze verrichten van (rechts)handelingen jegens de bank en/of een derde.
2.2 Indien een elektronische dienst en/ of een functionaliteit gebruikt wordt voor het sluiten dan wel wijzigen van een overeenkomst met de bank, dan
komt de desbetreffende overeenkomst dan wel de wijziging daarvan slechts tot stand indien en zodra de bank
de totstandkoming daarvan (langs elektronische weg) aan de klant heeft bevestigd.
3. Relatie derden
3.1 De bank is geen partij bij en is niet aansprakelijk en/of verantwoordelijk voor het sluiten, wijzigen dan wel beëindigen van overeenkomsten
dan wel het verrichten van (rechts-) handelingen tussen de klant en de volmachtgever enerzijds en een derde anderzijds.
3.2 Op de in het eerste lid bedoelde overeenkomsten dan wel (rechts-) handelingen kunnen door een derde gehanteerde voorwaarden van toepassing zijn.
4. Gebruiksvoorschriften en/of -aanwijzingen
4.1 De klant is verplicht een elektronische dienst, een functionaliteit, een hulpmiddel en/of een beveiligingscode te gebruiken overeenkomstig de door of namens de bank gegeven voorschriften en/of aanwijzingen.
4.2 De bank is bevoegd om nadere eisen en beperkingen te stellen aan het gebruik van een elektronische dienst en/of een functionaliteit zoals:
- het vaststellen van limieten, zoals minimum- en maximumbedragen of aantal eenheden per verrichting, opdracht en/of tijdseenheid,
- het vaststellen van specificaties voor (interneten/of telecommunicatie) diensten, apparatuur en/of programmatuur.
4.3 De bank is altijd bevoegd om een elektronische dienst en/of een functionaliteit geheel of gedeeltelijk op te schorten. De bank zal de klant hieromtrent informeren of hem in de gelegenheid stellen hiervan kennis te nemen.
4.4 De bank is bevoegd een (rechts) handeling die door een klant met behulp van een elektronische dienst
en/of een functionaliteit is verricht
niet uit te voeren indien zwaarwegende redenen of overmacht uitvoering van de desbetreffende (rechts) handeling niet toelaten.
4.5 De bank is altijd bevoegd om de eisen, beperkingen, voorschriften en/of aanwijzingen zoals omschreven in dit artikel te wijzigen. De bank zal de klant hieromtrent informeren of hem in de gelegenheid stellen hiervan kennis
te nemen.
5. Zorgplicht klant
5.1 De klant dient zorgvuldig om te gaan met een beveiligingscode en hulpmiddel.
5.2 Als de klant met behulp van een beveiligingscode en/of hulpmiddel in een beveiligde omgeving komt, dient hij voortdurend te controleren of hij zich nog in deze beveiligde omgeving bevindt.
5.3 De klant dient zijn beveilingscode geheim te houden voor andere personen, daaronder mede begrepen familieleden, huisgenoten, mederekeninghouders en gevolmachtigden. De klant mag een
beveiligingscode nergens (schriftelijk) vastleggen of op zodanige wijze bewaren dat andere personen
daarvan kunnen kennisnemen. Indien de klant weet of vermoedt dat een beveiligingscode aan een andere persoon bekend is, is hij verplicht dit onverwijld aan de bank te melden
bij een door de bank aangewezen meldpunt.
5.4 De klant mag de beveiligingscode niet aan andere personen ter beschikking stellen tenzij anders door de bank
is bepaald. Indien de klant weet of vermoedt dat een andere persoon ongeoorloofd de beschikking heeft
over een hulpmiddel, is hij verplicht dit onverwijld aan de bank te melden bij een door de bank aangewezen meldpunt.
5.5 Indien de bank een melding als bedoeld in artikel 5.3 of 5.4 heeft ontvangen, zal de bank overgaan tot het opschorten van het gebruik van alle elektronische diensten, functionaliteiten en andere door de bank ter beschikking gestelde diensten die de klant met behulp van een beveiligingscode en/of hulpmiddel kan gebruiken.
5.6 De klant dient ervoor te zorgen dat de door hem gebruikte (internet- en/ of telecommunicatie) diensten, apparatuur en programmatuur
geschikt en veilig zijn voor het gebruik van een elektronische dienst en/of een functionaliteit.
6. Hulpmiddel
6.1 De bank verstrekt gedurende de looptijd van de overeenkomst aan de klant een niet exclusief en niet- overdraagbaar, tenzij anders door de bank is bepaald, gebruiksrecht met betrekking tot een door de bank aan hem ter beschikking gesteld hulpmiddel. De (industriële en/
of intellectuele) eigendom van een hulpmiddel blijft bij de bank.
6.2 De klant zal een hulpmiddel op eerste verzoek van de bank:
- niet langer gebruiken
- inleveren bij de bank, en/of
- een eventueel vervangend hulpmiddel in gebruik nemen.
6.3 De klant draagt het risico van schade als gevolg van diefstal, verlies, beschadiging en/of het tenietgaan van een hulpmiddel. Op verzoek van de klant zal de bank een gestolen, verloren, beschadigd of tenietgegaan hulpmiddel voor rekening van de klant (doen) vervangen of herstellen.
7. Gebruik (internet- en/ of telecommunicatie) diensten, apparatuur en programmatuur
7.1 De klant draagt zorg voor de afname en aanschaf en ongestoorde beschikbaarheid van alle (internet- en/of telecommunicatie)diensten, apparatuur en programmatuur
die nodig zijn voor het gebruik van een elektronische dienst en/of een functionaliteit. De kosten hiervan komen voor rekening van de klant. De klant is verplicht zodanig met de (internet- en/of telecommunicatie) diensten, apparatuur en programmatuur om te gaan dat geen schade voor de bank en/of derden kan ontstaan.
7.2 De bank is bevoegd om informatie met betrekking tot de in het eerste lid genoemde diensten, apparatuur en programmatuur vast te leggen en te gebruiken voor zover dit dienstig is of kan zijn voor het gebruik van of in
verband met een elektronische dienst en/of een functionaliteit.
7.3 De klant is verplicht de in het eerste lid genoemde diensten, apparatuur en
programmatuur voor zover deze worden aangewend voor een elektronische dienst en/of een functionaliteit,
te gebruiken overeenkomstig de voorschriften en/of aanwijzingen van de bank.
7.4 De bank is geen partij bij (gesloten of nog te sluiten) overeenkomsten
tussen de klant en aanbieders van de in het eerste lid genoemde diensten, apparatuur en programmatuur
die nodig zijn voor het gebruik van een elektronische dienst en/of een functionaliteit.
8. Kosten
De bank is bevoegd de klant en de volmachtgever kosten in rekening te brengen voor het ter beschikking stellen en/of het gebruik van een elektronische dienst en/of een functionaliteit en/of hulpmiddel.
Daarnaast is de bank bevoegd kosten in rekening te brengen voor (rechts-) handelingen die door de klant met behulp van een elektronische dienst en/ of een functionaliteit worden en/of zijn verricht, ten laste van de
rekening waarop een (rechts)handeling betrekking heeft. De bank is altijd bevoegd deze kosten te wijzigen. De bank zal de klant hierover informeren of hem in de gelegenheid stellen
hiervan kennis te nemen.
9. Elektronische informatie
De bank is bevoegd om mededelingen, bevestigingen dan wel andere informatie uitsluitend op elektronische wijze aan de klant ter beschikking
te stellen (hierna te noemen: elektronische informatie). De klant is verplicht elektronische informatie zo spoedig mogelijk te controleren naar gelang de aard van de (rechts)handeling en met inachtneming van hetgeen hieromtrent is overeengekomen.
Indien niets is overeengekomen dient de klant ten minste één keer per twee weken de elektronische informatie te controleren. Indien de
klant een onjuistheid of onvolledigheid constateert, is hij verplicht de bank hierover zo spoedig mogelijk te informeren. De inhoud van door de bank ter beschikking gestelde elektronische informatie geldt als door de klant te zijn goedgekeurd indien de klant deze niet heeft betwist binnen twaalf maanden nadat de elektronische informatie geacht kan worden de klant te hebben
bereikt. Indien in de elektronische informatie rekenfouten voorkomen, is de bank bevoegd en verplicht die
rekenfouten te herstellen, ook nadat de genoemde termijn van twaalf maanden is verstreken.
10. Gebondenheid en bewijs
10.1 De klant en de volmachtgever zijn gebonden aan (rechts)handelingen die met behulp van de beveiligingscode van de klant en/of het hulpmiddel van de klant via een elektronische dienst en/of een functionaliteit zijn verricht.
10.2 De vastlegging of reproductie door de bank van verklaringen en/of andere informatie die door middel van een elektronische dienst en/of een functionaliteit van de klant zijn ontvangen, levert tussen de klant, de volmachtgever en de bank volledig bewijs daarvan op, zolang daartegen geen tegenbewijs is geleverd.
11. Uitsluiting aansprakelijkheid van de bank
11.1 Onverminderd het bepaalde in de Algemene Bankvoorwaarden is de bank niet aansprakelijk voor schade, van welke aard ook, als gevolg van:
a) het niet beschikbaar zijn van een elektronische dienst en/of een functionaliteit,
b) het niet of niet tijdig uitvoeren van een door de klant via een elektronische dienst en/of een functionaliteit verrichte (rechts)handeling tenzij dit volgens dwingend recht voor rekening van de bank komt,
c) niet actuele, onjuiste of onvolledige informatie en/of berekeningen,
d) een vertraging van en/of een onjuistheid in een verklaring - ongeacht de oorzaak - alsmede een onbevoegde kennisneming, wijziging en/of
verzending van een verklaring
e) het niet of gebrekkig functioneren van een hulpmiddel,
f) het niet of gebrekkig functioneren van (internet en/of telecommunicatie-) diensten en/of apparatuur en/of programmatuur van de klant, de
bank het onbevoegd gebruik van een beveiligingscode en/of hulpmiddel tot het moment dat de bank hiervan een melding heeft ontvangen zoals omschreven in artikel 5,
g) het handelen dan wel nalaten van de klant in strijd met een bepaling van de overeenkomst en/of deze algemene voorwaarden en/of de voorwaarden die op een elektronische dienst en/of een functionaliteit van toepassing zijn, en/ of het niet opvolgen door de klant van de voorschriften en/of aanwijzingen van de bank.
11.2 De bank is, onverminderd het in het eerste lid bepaalde, niet aansprakelijk voor gevolgschade en immateriële schade die voortvloeit uit en/of verband houdt met het gebruik
van een elektronische dienst, een functionaliteit en/of een hulpmiddel.
12. Beëindiging en opschorting
12.1 Indien de overeenkomst eindigt
-ongeacht de reden- worden automatisch alle in het kader van de overeenkomst overeengekomen elektronische diensten en/of
functionaliteiten beëindigd, tenzij de bank uitdrukkelijk anders aangeeft.
12.2 De bank is bevoegd om de overeenkomst en/of een elektronische dienst en/of een functionaliteit
met onmiddellijke ingang en zonder opzegging, ingebrekestelling of andere formaliteit te beëindigen:
- in geval van faillissement, surséance van betaling, ondercuratelestelling en/of overlijden van de klant en/of volmachtgever,
- bij beheer en/of onderbewindstelling van en/of bij beslag op (een gedeelte van) het vermogen van de klant en/of volmachtgever,
- bij van toepassingverklaring van een wettelijke schuldsaneringsregeling op de klant en/of volmachtgever,
- bij opheffing en/of beëindiging en/ of overdrachtvan (een aanmerkelijk
deel van) het bedrijf van de klant en/of volmachtgever,
- indien de klant en/of volmachtgever een rechtspersoon is: bij ontbinding, opheffing, fusie en/of splitsing van de klant en/of volmachtgever,
- indien de klant nalatig is in de nakoming van of in strijd handelt met een bepaling van de overeenkomst en deze algemene voorwaarden, en/of de voorwaarden die op een elektronische dienst en/of een functionaliteit van toepassing zijn,
- indien een rekening van de klant en/of volmachtgever wordt beëindigd, en/of
- indien de relatie tussen de bank met de klant en/of volmachtgever eindigt.
12.3 De bank is bevoegd in bijzondere gevallen -indien hiertoe naar haar oordeel aanleiding bestaat- de overeenkomst en/of een elektronische dienst en/of een functionaliteit en/of het gebruik van een beveiligingscode en/of hulpmiddel op te schorten en/of te beëindigen.
12.4 Zowel de klant als de bank kunnen de overeenkomst en/of het gebruik van een elektronische dienst en/of het gebruik van een functionaliteit opzeggen met inachtneming van een opzegtermijn van een maand. Deze opzegtermijn hoeft niet in acht te
worden genomen als dat in redelijkheid niet van de bank en/of de klant kan worden gevergd.
12.5 Ingeval van beëindiging dan wel opzegging van de overeenkomst en/of een elektronische dienst en/
of een functionaliteit is de bank bevoegd de door de klant via de desbetreffende elektronische dienst en/of functionaliteit gegeven nog niet uitgevoerde (rechts)handeling(en) niet meer uit te voeren.
13. Volmacht
13.1 Het verlenen van een volmacht om via eenelektronische dienst (rechts)handelingen te verrichten,
is uitsluitend mogelijk na verkregen toestemming van de bank. De bank kan aan die toestemming voorwaarden
verbinden en die voorwaarden wijzigen. De bank is bevoegd de hiervoor bedoelde toestemming door intrekking te beëindigen. De bank is niet verplicht om met een gevolmachtigde te handelen.
13.2 Een volmacht eindigt:
a) door faillissement, surséance van xxxxxxxx, ondercuratelestelling, overlijden van de volmachtgever die de volmacht (mede) heeft verleend, bij onderbewindstelling (van het vermogen) van de volmachtgever die de volmacht (mede) heeft verleend en bij van toepassing verklaring van een wettelijke schuldsaneringsregeling op de volmachtgever die de volmacht (mede) heeft verleend en indien de volmachtgever een rechtspersoon is
door opheffing en/of ontbinding van de volmachtgever die de volmacht (mede) heeft verleend,
b) door overlijden, faillissement en ondercuratelestelling van een gevolmachtigde,
c) door xxxxxxxxxx door de volmachtgever die de volmacht (mede) heeft verleend,
d) door opzegging door een gevolmachtigde,
e) door verloop van de tijd waarvoor de volmacht is verleend,
f) door beëindiging van de overeenkomst
tenzij de bank uitdrukkelijk anders aangeeft, en
g) indien de bank een mededeling heeft ontvangen van de volmachtgever die de volmacht(mede) heeft verleend dat hij niet akkoord gaat met een wijziging van de voorwaarden en/of de overeenkomst zoals omschreven in artikel 18.
14. Overeenkomst in het kader van de uitoefening van het beroep of bedrijf
Indien de overeenkomst is gesloten in het kader van de beroeps- of bedrijfsuitoefening van de klant
-zoals aangegeven in de overeenkomst- zijn de volgende bepalingen van toepassing:
14.1 De klant is bevoegd om een door de bank aan hem verstrekt hulpmiddel en/ of beveiligingscode in het kader van zijn beroeps- of bedrijfsuitoefening onder zijn verantwoordelijkheid in gebruik
te geven aan één of meer andere personen (hierna zowel samen als ieder afzonderlijk te noemen: gebruiker), een en ander in afwijking van het bepaalde in artikel 5 lid 3 en conform het bepaalde in artikel 5 lid 4.
14.2 De bank en de klant kunnen voor een hulpmiddel en/of beveiligingscode overeenkomen welke (rechts) handelingen daarmee (namens
de klant) verricht mogen worden. Indien voor een hulpmiddel en/ of beveiligingscode niets is
overeengekomen, wordt de gebruiker geacht met het betreffende hulpmiddel en/of de betreffende beveiligingscode alle (rechts)handelingen te mogen verrichten die via een elektronische dienst en/of een functionaliteit mogelijk zijn.
14.3 De klant staat er jegens de bank onvoorwaardelijk voor in:
a) dat de gebruiker volledig bevoegd is namens de klant met behulp van (een) door de bank aan de klant ter
beschikking gesteld(e) hulpmiddel(en) en/of beveiligingscode(s) de daarmee toegelaten (rechts)handelingen te verrichten,
b) dat hij de gebruiker vóór het in gebruik geven van een hulpmiddel en/of beveiligingscode informeert over:
- de op de overeenkomst en/of een elektronische dienst en/of een functionaliteit van toepassing zijnde voorwaarden, en
- de aan de klant bekend gemaakte gebruiksvoorschriften en/of aanwijzingen, en
c) dat de gebruiker de in lid 3 sub b bedoelde voorwaarden, gebruiksvoorschriften en/of
aanwijzingen nakomt als ware hij klant.
14.4 De klant is jegens de bank aansprakelijk voor het gebruik van een door de bank aan de klant verstrekt hulpmiddel en/of
beveiligingscode. De klant is jegens de bank onvoorwaardelijk gebonden aan (rechts)handelingen die verricht zijn met behulp van een aan hem door de bank verstrekt hulpmiddel en/of beveiligingscode.
14.5 Als de klant het gebruik van een aan hem verstrekt hulpmiddel en/ of beveiligingscode wil beëindigen
(bijvoorbeeld in geval van vermissing en/of diefstal), dan moet hij dit
bij een door de bank aangewezen meldpunt melden onder opgave van de specificaties van het hulpmiddel en/ of de beveiligingscode. In dat geval zal de bank overgaan tot het opschorten van het gebruik van het betreffende hulpmiddel en/of de betreffende beveiligingscode.
14.6 Indien de overeenkomst met meer dan één klant is aangegaan, wordt onder klant in de overeenkomst en deze
voorwaarden verstaan alle klanten, zowel samen als ieder afzonderlijk, en zijn alle klanten hoofdelijk aansprakelijk voor de verplichtingen die daaruit voortvloeien. In dat geval
worden alle klanten geacht elkaar over en weer volmacht te hebben gegeven om zelfstandig alle (rechts)handelingen die voortvloeien uit de overeenkomst en de van toepassing zijnde voorwaarden te verrichten alsmede een mededeling als vermeld in artikel17 te doen. Indien de hiervoor omschreven bevoegdheid om zelfstandig (rechts)handelingen te verrichten wordt beëindigd -ongeacht de reden- dan is de bank bevoegd de overeenkomst te beëindigen.
De bank is bevoegd alle mededelingen en aanzeggingen met betrekking tot de overeenkomst, deze algemene voorwaarden en de voorwaarden
die op een elektronische dienst en/ of een functionaliteit van toepassing zijn, te doen aan een klant. Elke klant is daaraan gebonden, behoudens tegenbewijs.
15. Fusie
De bank is bevoegd ingeval van fusie -waaronder mede wordt begrepen overdracht van (een gedeelte van) de activiteiten door de bank aan een andere instelling- de
rechtsverhouding(en), waarin de bank tot de klant en/of de volmachtgever staat, over te dragen aan de instelling, die (een gedeelte van) het bedrijf
van de bank voortzet. De klant en de volmachtgever worden geacht de bank hiervoor bij voorbaat toestemming te hebben verleend.
16. Wijziging elektronische dienst en/of functionaliteit
De bank is bevoegd een door haar ter beschikking gestelde elektronische dienst en/of een
functionaliteit te beëindigen dan wel inhoudelijk te wijzigen. De bank zal de klant hieromtrent al dan niet langs
elektronische weg informeren of hem in de gelegenheid stellen hiervan kennis te nemen.
17. Wijziging overeenkomst en voorwaarden
De bank is bevoegd deze algemene voorwaarden en/of de voorwaarden die op een elektronische dienst en/ of een functionaliteit van toepassing zijn, aan te vullen, te wijzigen en/of te vervangen. Zij zal de klant ten minste
dertig dagen voor de inwerkingtreding van een aanvulling, wijziging en/of
vervanging hieromtrent informeren dan wel in de gelegenheid stellen hiervan kennis te nemen. Indien de klant niet akkoord gaat met een aanvulling, wijziging en/of vervanging dient de bank de mededeling daarvan vijf dagen voordat de desbetreffende aanvulling, wijziging en/of vervanging in werking treedt, te hebben ontvangen en zal
de overeenkomst, de elektronische dienst en/of de functionaliteit waarop de aanvulling, wijziging en/of vervanging betrekking heeft, worden
beëindigd, tenzij de bank uitdrukkelijk aangeeft dat de overeenkomst en/of de desbetreffende elektronische dienst en/of de desbetreffende functionaliteit kan blijven doorlopen.
18. Citeertitel
Deze algemene voorwaarden kunnen worden aangehaald als: Algemene Voorwaarden Triodos Internet Bankieren.
Triodos Bank NV Utrechtseweg 44
Xxxxxxx 00
0000 XX Xxxxx
Telefoon 000 000 00 00
Fax 000 000 00 00
NF ABV 1110