Beobank NV/SA
ALGEMEEN REGLEMENT DER VERRICHTINGEN
Beobank NV/SA
Dit Reglement is van toepassing vanaf 1 mei 2016.
INHOUDSOPGAVE
BLZ.
VOORWOORD 5
HOOFDSTUK I: ALGEMENE BEPALINGEN 6
Artikel 1. Doel van dit Reglement 6
Artikel 2. Handtekening van de vertegenwoordigers van de Bank 6
Artikel 3. Informatieplicht van de Klant 6
Artikel 4. Bescherming van de persoonlijke levenssfeer 8
Artikel 5. Volmachten 10
Artikel 6. Specimen van de handtekening 11
Artikel 7. Minderjarigen 11
Artikel 8. Verzending van de briefwisseling 12
Artikel 9. Ontvangst en verzending van formulieren en waardepapieren 12
Artikel 10. Vorm van de opdrachten die aan de Bank worden gegeven 13
Artikel 11. Herroeping of wijziging van opdrachten die aan de Bank werden gegeven 14
Artikel 12. Uitvoering van de opdrachten door de Bank – Bestendige opdracht - Domiciliëring 14
Artikel 13. Bewijs van de uitvoering van opdrachten 15
Artikel 14. Aansprakelijkheid van de Bank 16
Artikel 15. Bewijs van de verplichtingen van de Klant 17
Artikel 16. Waarborgen ten voordele van de Bank 17
Artikel 17. Controle van het rekeninguittreksel - Betwistingen – Rechtzettingen - Klachten 18
Artikel 18. Overlijden 19
Artikel 19. Stopzetting van een dienst – Beëindiging van de relatie 20
Artikel 20. Slapende rekeningen en safes 21
Artikel 21. Tarieven, kosten en vergoedingen 23
Artikel 22. Archieven 23
Artikel 23. Belangenconflicten 23
Artikel 24. Wijziging van het Reglement en/of de tarieven 24
Artikel 25. Toepasselijk recht, taalkeuze en verantwoordelijkheid van de Bank 25
Artikel 26. Keuze van woonplaats en bevoegde rechtbanken 25
HOOFDSTUK II: STORTEN VAN GELD 26
Artikel 27. Algemene bepalingen 26
Artikel 28. Zichtrekeningen 26
Artikel 29. De Beobank Money Market 27
Artikel 30. De basisbankdienst 27
Artikel 31. De spaarrekening 27
Artikel 32. Termijnrekeningen 27
Artikel 33. Rekeningen in buitenlandse munteenheden 28
Artikel 34. Rekeninguittreksels 28
Artikel 35. Rekeningen geopend of activa gestort op naam van meerdere personen 28
Artikel 36. Boeking van de interesten 29
HOOFDSTUK III: VERRICHTINGEN OP DE REKENING 30
Artikel 37. Bijzondere bepalingen in verband met cheques 30
Artikel 38. Bijzondere bepalingen in verband met betalingsopdrachten 31
Artikel 39. Aankoop en verkoop van buitenlandse deviezen 32
HOOFDSTUK IV: BESCHERMING VAN DEPOSITO’S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN 33
Artikel 40. Draagwijdte van de bescherming 33
Artikel 41. Tegemoetkomingsreglement van het Beschermingsfonds voor Xxxxxxxx’x en Financiële Instrumenten 34
HOOFDSTUK V: INCASSERING VAN HANDELSPAPIER 35
Artikel 42. Algemene bepalingen 35
Artikel 43. Bijzondere bepalingen met betrekking tot de tegeldemaking van handelspapier 35
HOOFDSTUK VI: BELEGGINGSPRODUCTEN 36
Artikel 44. Algemeen 36
Artikel 45. Klantenclassificatie 36
Artikel 46. Beschrijving van het adviesmodel gehanteerd door de Bank voor de verkoop van beleggingsproducten en verzekeringsproducten met een spaar- of beleggingscomponent 37
Artikel 47. Uitvoeringsbeleid 38
Artikel 48. Rapportering aan de Klant 39
Artikel 49. Uitvoeringsmodaliteiten 40
Artikel 50. Inschrijvingen 42
Artikel 51. Regularisatie van effecten 42
Artikel 52. Terugbetaalbare coupons en effecten - Kasbons 42
Artikel 53. Bewaring van effecten - Deponering en terugneming 43
HOOFDSTUK VII: DE NOMINEE-DIENST 45
Artikel 54. Het beleggen in aandelen op naam 45
Artikel 55. Informatie aan de Nominee-beleggers 45
Artikel 56. Vrijblijvend karakter van het Nominee-stelsel 46
Artikel 57. Gevolgen in geval van insolventie van de Nominee 46
HOOFDSTUK VIII: VERHURING VAN BRANDKOFFERS 47
Artikel 58. Algemeenheden 47
HOOFDSTUK IX: TOEPASSELIJKE REGELS INZAKE BETAAL-INSTRUMENTEN 48
Artikel 59. Definitie 48
Artikel 60. Verantwoordelijkheden van de Klant inzake Betaalinstrumenten 48
Artikel 61. Verantwoordelijkheden van de Bank inzake Betaalinstrumenten 49
Artikel 62. Gebruikslimieten 49
Artikel 63. Blokkering van het Betaalinstrument 50
Artikel 64. Kosten van Betaalinstrumenten en de daaraan verbonden diensten 50
Artikel 65. Transacties in andere deviezen 50
Artikel 66. Beobank-kaarten 50
Artikel 67. Klachten- en buitengerechtelijke beroepsprocedure 51
VOORWOORD
Het Algemeen Reglement der Verrichtingen (hierna “dit Reglement” genoemd) bepaalt de respectievelijke rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de zakelijke relatie tussen Beobank NV/SA, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is te Xxxxxxxx Xxxxxxxxxxx 000x, 0000 Xxxxxxx, XXX XX 0401.517.147, FSMA 19688 A (hierna "de Bank" genoemd) en haar klanten (hierna “de Klant(en)” genoemd).
Onder “de Klant” wordt verstaan iedere persoon die medecontractant is van de Bank, evenals zijn/haar volmachthouder, en die een dienst of product van de Bank gebruikt (of in een recent verleden heeft gebruikt). De Klant kan zowel een natuurlijke persoon zijn als een rechtspersoon, of een groepering zonder rechtspersoonlijkheid.
De Klant erkent kennis te hebben genomen van dit Reglement en zijn inhoud te aanvaarden, van zodra hij een zakelijke relatie aangaat met de Bank.
Dit Reglement is op elk ogenblik beschikbaar op xxx.xxxxxxx.xx en in de verkooppunten van de Bank. Op deze manier wordt dit Reglement geacht geldig te zijn meegedeeld aan de Klanten van de Bank en op adequate wijze beschikbaar te zijn voor derden.
Beobank onderschrijft de gedragscodes ontwikkeld in het kader van Xxxxxxxx (voor meer informatie, zie xxxxx://xxx.xxxxxxxx.xx/xx/xxxx-xxxxxxxx/xxxxxxxxxxxx).
HOOFDSTUK I: ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1. Doel van dit Reglement
Dit Reglement regelt de verhoudingen tussen de Bank en haar Klanten, zonder afbreuk te doen aan hetgeen bepaald is in briefwisseling, in bijzondere overeenkomsten (zoals kredietovereenkomsten) of in specifieke reglementen die bepaalde types van verrichtingen beheersen. Wanneer in dit Reglement en in de voornoemde bijzondere documenten geen bepalingen zijn voorzien, zullen de Klanten en de Bank zich houden aan de bankgebruiken.
Artikel 2. Handtekening van de vertegenwoordigers van de Bank
Elk document waarin een verbintenis van de Bank wordt vastgelegd, evenals elk ontvangstbewijs of kwitantie is slechts tegenstelbaar aan de Bank wanneer het ondertekend is door personen die bevoegd zijn om de Bank te verbinden, en in de mate dat zij optreden in deze hoedanigheid.
Artikel 3. Informatieplicht van de Klant
3.1. Het uitvoeren van bankverrichtingen met de Klant(en) is onderworpen aan het verstrekken van inlichtingen van allerlei aard. Deze inlichtingen kunnen onder meer betrekking hebben op hun identiteit, hun burgerlijke staat, hun woonplaats, hun statuut, hun juridische hoedanigheid, hun vertegenwoordigers, hun huwelijksstelsel, hun inkomsten, hun uitgaven, de herkomst van hun fondsen, hun activiteiten, hun fiscale toestand, en in voorkomend geval op hun statuten, hun volmachthouders, hun inschrijving bij de Kruispuntbank voor Ondernemingen, hun ondernemingsnummer, hun NACE-code en elke andere inlichting die de Bank nuttig acht. De Klant bezorgt de Bank tevens alle documenten of bewijsstukken die de Bank nuttig acht.
3.2. De medetitularissen van een rekening moeten zich individueel identificeren overeenkomstig de bepalingen van dit artikel 3. Zij zijn ten overstaan van de Bank hoofdelijk en ondeelbaar aansprakelijk voor elke verbintenis die betrekking heeft op deze rekening. Wanneer de Bank geconfronteerd wordt met een vordering van de andere medetitularissen met betrekking tot de tegoeden op deze rekening of hun fiscale behandeling, zal zij elke medetitularis mogen beschouwen als de titularis van een proportioneel deel van de tegoeden van de rekening.
3.3. Rechtspersonen moeten aan de Bank een afschrift voorleggen van hun gecoördineerde statuten en van de wijzigingen die eraan worden aangebracht, evenals van hun publicatie in het Belgisch Staatsblad. De organen van de rechtspersoon worden geacht over een algemene vertegenwoordigingsbevoegdheid te beschikken. De beperkingen van deze bevoegdheid, evenals de interne regels die haar beheersen, kunnen (behoudens uitdrukkelijk afwijkende overeenkomst) niet worden tegengeworpen aan de Bank.
Om een precieze identificatie toe te laten van de personen die bevoegd zijn om de rechtspersoon te vertegenwoordigen, moet de rechtspersoon aan de Bank ook een lijst bezorgen van al zijn bestuurders en hun respectieve bevoegdheden, zoals gepubliceerd in
het Belgisch Staatsblad, en een recto-verso kopie van hun identiteitskaart. Daarnaast moet de rechtspersoon de Bank informeren over haar uiteindelijke begunstigden.
De Bank is geenszins verplicht om dergelijke opzoekingen spontaan uit te voeren.
3.4. De verenigingen, vennootschappen en groeperingen zonder rechtspersoonlijkheid moeten zich identificeren door het voorleggen van hun statuten (indien ze hierover beschikken), van de identificatiedocumenten van al hun leden of vertegenwoordigers. Bovendien moet aan de Bank de verenigings-, vennootschaps- of samenwerkingsovereenkomst worden overgemaakt, of ieder gelijkaardig document dat het bestaan van de vereniging, de vennootschap of de groepering aantoont. Elk lid en/of elke vennoot is hoofdelijk en ondeelbaar aansprakelijk ten overstaan van de Bank.
3.5. Elke tussenpersoon van een economisch rechthebbende moet, indien de identificatie van deze rechthebbende onmogelijk blijkt te zijn, op zijn erewoord verklaren dat de fondsen en waardepapieren toevertrouwd aan de Bank geen onwettige of misdadige oorsprong hebben in de zin van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en financiering van het terrorisme.
3.6. Indien de in het kader van dit artikel 3 overgemaakte documenten uit het buitenland komen of in een vreemde taal zijn opgesteld, mag de Bank aan de Klant vragen om haar een beëdigde vertaling te bezorgen. De Bank voert een eenvoudig onderzoek van de authenticiteit en de interpretatie van deze documenten en kan verder niet aansprakelijk worden gesteld.
3.7. De Bank kan de rekeningen of lopende verrichtingen blokkeren totdat de in het kader van dit artikel 3 te verstrekken gegevens aan haar worden bezorgd, of tot hun juistheid aangetoond is.
3.8. Elke wijziging van één of meer van de in dit artikel 3 vernoemde gegevens moet onmiddellijk aan de Bank worden gemeld via een door de Klant ondertekend schrijven dat vergezeld is van de nodige bewijsstukken. De Bank erkent geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het niet of laattijdig meedelen van inlichtingen of van het meedelen van verkeerde, verouderde, onvolledige of niet-authentieke inlichtingen door de Klant.
3.9. De Bank kan bovendien op elk ogenblik de opening en de evolutie van de bankrelatie controleren teneinde er de Belgische en buitenlandse regelgeving op toe te passen, evenals de circulaires van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA), de circulaires van de Nationale Bank van België, de Level Playing Fields van Febelfin en de goede praktijken op het domein van de strijd tegen het witwassen, op het vlak van de integriteit, van de verplichtingen in het kader de Compliance politiek van de Bank, van internationale sancties en van het beleid dat binnen de Bank van kracht is.
Op grond van haar lidmaatschap van de groep Crédit Mutuel, behoudt de Bank zich het recht voor om op elke bankrelatie regelgeving toe te passen die uitgevaardigd werd in Frankrijk, in zoverre deze toepasselijk is.
De Klant blijft zelf verantwoordelijk voor de naleving van alle regelgeving die eventueel op hem van toepassing is met inbegrip van de fiscale regelgeving en de regelgeving
betreffende kapitaalcontroles van de buitenlandse landen waarvan de Klant resident en/of staatsburger is.
Artikel 4. Bescherming van de persoonlijke levenssfeer
4.1. De Bank mag de persoonsgegevens van de Klant (hierna “de Gegevens” genoemd) verwerken in overeenstemming met de hieronder bepaalde principes.
De Bank zal de Gegevens enkel verwerken in overeenstemming met de Belgische Wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.
De Bank kan de Gegevens enkel verwerken voor het toestaan en het beheer van producten en diensten, om de kredietwaardigheid van de Klant te beoordelen, om hem producten en diensten voor te stellen, voor het voorkomen en bestrijden van bedrog door Klanten of aangestelden van de Bank, voor het opvolgen van klachten en geschillen, voor het maken van statistieken en het uitvoeren van tests, in het kader van de wetgeving tegen witwassen en terrorisme of om te voldoen aan andere wettelijke verplichtingen, met inbegrip van deze waarnaar wordt verwezen in de artikelen 3.9 en 4.2 van dit Reglement. Tevens kan de Bank de Gegevens gebruiken voor het opstellen van een consumentenprofiel, teneinde gepaste producten en diensten aan de Klant voor te stellen; in dit kader kan de Bank ook individuele verrichtingen van de Klant analyseren.
Alleen wie dit nodig heeft voor het uitoefenen van zijn/haar job, krijgt toegang tot de Gegevens.
De Bank kan de Gegevens meedelen aan haar dienstverleners en aan vennootschappen die deel uitmaken van dezelfde groep. Daarbij dwingt de Bank uitdrukkelijke waarborgen af voor de bescherming van de Gegevens.
De Bank kan de Gegevens ook laten verwerken buiten de Europese Unie. Dit doet de Bank uitsluitend voor de doelstellingen die hierboven worden beschreven, en middels een overeenkomst die is opgesteld conform de normen van de Europese Unie.
De Bank meldt verwerkingen van persoonsgegevens bij de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer.
De Klant kan op elk moment een uittreksel opvragen van zijn gegevens in het bestand van de Bank, en deze zo nodig laten verbeteren. Hiertoe dient hij enkel een brief met een recto- verso kopie van zijn identiteitskaart te richten aan Beobank NV/SA, Verantwoordelijke voor de verwerking, Xxxxxxxx Xxxxxxxxxxx 000x, 0000 Xxxxxxx. Op elk ogenblik kan de Klant zich verzetten tegen de verwerking van zijn gegevens voor promotiedoeleinden. Dit kan hij gewoon vragen in de kantoren en agentschappen, of per brief aan de afdeling Marketing van de Bank.
4.2. Artikel 322, §3 van het Wetboek van Inkomstenbelasting verplicht de Bank om bepaalde gegevens over de Klant en bepaalde van zijn/haar rekeningen en contracten eenmaal per jaar over te maken aan het Centraal Aanspreekpunt (CAP) bij de Nationale Bank van
Xxxxxx, xx Xxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx. De overdracht van de gegevens gebeurt uiterlijk op 31 maart van elk jaar en heeft betrekking op het vorige kalenderjaar.
Het CAP laat aan de ambtenaren belast met de vestiging en de invordering van de inkomstenbelastingen toe om in welomschreven gevallen na te gaan bij welke financiële instellingen een belastingplichtige rekeningen of contracten heeft. Vervolgens kan de ambtenaar aan deze instellingen bijkomende informatie vragen.
De bovengenoemde verplichting geldt sinds 1 januari 2014 voor de bestaande en nieuwe contracten en voor de nieuwe rekeningen. Ook de rekeningen die bestonden in de loop van 2010, 2011, 2012 of 2013 dienden te worden meegedeeld.
Deze mededeling gebeurt in de vorm van een lijst van rekeningen en contracten, waarvan de Klant op om het even welk moment in het desbetreffende kalenderjaar, titularis of medetitularis is geweest.
De Bank deelt de volgende gegevens van de Klant aan het Centraal Aanspreekpunt mee:
1) voor natuurlijke personen: het rijksregisternummer en, indien dit niet voorhanden is, de naam, voornaam, geboortedatum en geboorteplaats van de Klant,
2) voor rechtspersonen: (indien toepasselijk) het inschrijvingsnummer van de Klant bij de Kruispuntbank van Ondernemingen,
3) voor andere Klanten: de volledige naam van de Klant, en indien toepasselijk zijn rechtsvorm en land van vestiging.
De Klant heeft het recht om bij de Nationale Bank van België inzage te bekomen in de gegevens die de Bank op zijn naam bij het Centraal Aanspreekpunt heeft geregistreerd. Indien deze gegevens onjuist of ten onrechte werden geregistreerd, heeft de Klant het recht om ze door de Bank te laten verbeteren of verwijderen.
De gegevens worden in het Centraal Aanspreekpunt bewaard gedurende 8 jaar, te rekenen vanaf de afsluitingsdatum van het laatste kalenderjaar waarin gegevens over de Klant werden meegedeeld.
4.3. In het kader van het toekennen van een krediet raadpleegt de Bank (al naargelang het voorliggende dossier) de Centrale voor Kredieten aan Particulieren (CKP), de Centrale voor Kredieten aan Ondernemingen (CKO) en het Bestand van de Niet-gereglementeerde Registraties (ENR) bij de Nationale Bank van België om zich ervan te verzekeren dat het aangevraagde krediet in overeenstemming is met de financiële mogelijkheden en de terugbetalingscapaciteit van de Klant. Indien de Bank het krediet toekent, en telkens de Klant zich in wanbetaling bevindt, meldt de Bank dit aan hetzelfde respectieve bestand, in overeenstemming met de wetgeving die terzake geldt.
4.4. De Bank kan verplicht zijn om persoonsgegevens van de Klant mee te delen aan de FOD Financiën, met het oog op de doorgifte van deze persoonsgegevens aan buitenlandse belastingdiensten in het kader van een uitwisselingsverdrag waarbij België aangesloten is. Deze verplichting betreft alle rekeningen die de Klant bij de Bank aanhoudt. De Klant heeft het recht om, op zijn verzoek, ingelicht te worden van de specifieke gegevens die meegedeeld zijn of zullen worden, en om ze te laten verbeteren indien ze niet (meer)
correct zijn. Hiertoe dient de Klant een brief met een recto-verso kopie van zijn identiteitskaart te richten aan Beobank NV/SA, Verantwoordelijke voor de verwerking, Xxxxxxxx Xxxxxxxxxxx 000x, 0000 Xxxxxxx.
4.5. In de teksten “Privacy online toepassingen” en “Beleid op het vlak van cookies” op xxx.xxxxxxx.xx, verschaft de Bank nadere inlichtingen over veilig online bankieren en over het gebruik van cookies.
Artikel 5. Volmachten
5.1. De Bank stelt haar Klanten standaarddocumenten voor onderhandse volmachten ter beschikking. De Bank behoudt zich het recht voor om geen rekening te houden met standaarddocumenten voor onderhandse volmachten die onnauwkeurig of onvolledig zijn, en met volmachten die in een andere vorm zouden zijn verleend. De Bank kan bovendien steeds vergen dat een notariële volmacht wordt verstrekt.
5.2. Tenzij uitdrukkelijk anders bepaald, machtigt de op grond van dit artikel 5 verleende volmacht de volmachthouder om eender welke verrichting uit te voeren en eender welke handeling te stellen, in naam van de Klant en op de rekening verbonden met de volmacht. De Klant is als enige aansprakelijk voor het misbruik dat de volmachthebber zou maken van de rekening.
5.3. Volmachten die door de Klant worden verleend, kunnen enkel worden herroepen bij aangetekende brief of in de door de Bank voorgeschreven, schriftelijke vorm. De Bank is geenszins aansprakelijk voor de gevolgen die zouden kunnen voortvloeien uit onjuiste of onvolledige berichten voor herroeping van de volmacht.
De aansprakelijkheid van de Bank kan evenwel slechts worden ingeroepen na het verstrijken van drie bankwerkdagen na de ontvangstdatum van de herroeping.
De stopzetting van de uitwerking van de volmacht door één van de oorzaken voorzien in artikel 2003 van het Burgerlijk Wetboek (overlijden, verbod, kennelijk onvermogen van de volmachtgever of volmachthouder) heeft slechts gevolg ten overstaan van de Bank vanaf de derde bankwerkdag nadat deze laatste kennis heeft genomen van de gebeurtenis die aanleiding geeft tot de toepassing van het genoemde artikel 2003, zonder dat zij zelf deze gebeurtenis dient op te sporen.
De lastgever moet zelf de volmachthouder en de eventuele andere partijen verwittigen van de herroeping. In geval van herroeping van de volmacht, moet hij er zelf voor zorgen dat de volmachthouder de cheques, kaarten, sleutels, overschrijvingsformulieren of ieder ander document of formulier in zijn bezit, teruggeeft aan de Bank. Bij gebreke van of bij laattijdige uitvoering door de volmachthouder, zal enkel de lastgever de gevolgen van het onrechtmatig gebruik dragen.
Artikel 6. Specimen van de handtekening
6.1. De houders van rekeningen, speciën, effecten of andere tegoeden bij de Bank en hun volmachthouders zijn gehouden om, in het kader van hun relatie met de Bank, een specimen van hun handtekening te deponeren.
6.2. Bij rechtspersonen zijn de specimens van de te deponeren handtekeningen deze van de personen die gemachtigd zijn om met de Bank te handelen, overeenkomstig de statuten van de rechtspersoon of de hen toegekende volmachten. De Bank is niet aansprakelijk wanneer zij een opdracht uitvoert van een persoon waarvan de handtekening werd gedeponeerd, maar die niet meer over een geldige volmacht of over de gepaste juridische hoedanigheid beschikt, terwijl dit niet aan de Bank werd meegedeeld.
6.3. De Bank is enkel gehouden tot de eenvoudige vergelijking van de handtekening op de verkregen opdracht met het gedeponeerde specimen. De Bank voert de opdracht slechts uit indien deze vergelijking haar toelaat redelijkerwijs te geloven dat de opdracht uitgaat van de Klant. De Bank is hieromtrent slechts aansprakelijk voor de gevolgen van een door haar gemaakte zware fout.
Artikel 7. Minderjarigen
7.1. Bij het uitvoeren van verrichtingen ten behoeve van minderjarige Klanten, streeft de Bank in de mate van het mogelijke steeds het belang van de minderjarige na. Daarom heeft de Bank te allen tijde het recht om toelichting en, in voorkomend geval, bewijsstukken te vergen vanwege de wettelijke vertegenwoordiger van de minderjarige Klant.
7.2. Alle gelden en waarden van de minderjarige Klant behoren deze in eigendom toe. De wettelijke vertegenwoordigers verbinden zich ertoe deze te beheren, gebruiken en herbeleggen als een goede huisvader in het exclusieve belang van de minderjarige. Zij vrijwaren de Bank hoofdelijk en ondeelbaar tegen elke vordering hieromtrent. Indien de rekening wordt geopend door een derde in het kader van een schenking, stelt de Bank een overeenkomst op met een beding ten behoeve van de minderjarige. Deze overeenkomst moet door de schenker(s) worden ondertekend. Tijdens de minderjarigheid van de Klant kunnen de schenker(s) en de wettelijke vertegenwoordiger(s) van de minderjarige Klant geen verrichtingen uitvoeren op de desbetreffende rekening(en).
7.3. Elke ouder wordt geacht op te treden met het akkoord van de andere ouder. Indien het vermogen van een minderjarige Klant enkel nog beheerd wordt door één van de ouders of een derde, dan moet deze laatste dit onmiddellijk aan de Bank meedelen via afgifte van een kopie van de akte of van een vonnis hieromtrent. Bij het achterblijven of verzwijgen van deze informatie, kan de Bank niet aansprakelijk worden gesteld voor de nadelige gevolgen die hieruit zouden kunnen voortvloeien. Bij twijfel kan de Bank de toelating van de vrederechter vereisen.
7.4. Wanneer de minderjarige Klant meerderjarig wordt, zal de Bank de Klant uitnodigen in haar kantoren, teneinde hem alle relevante inlichtingen te verschaffen, en een specimen van zijn handtekening te bekomen zoals bedoeld in artikel 6 van dit Reglement.
7.5. De Bank past dezelfde regels toe voor verlengd minderjarige Klanten als voor Klanten onder de vijftien jaar.
Artikel 8. Verzending van de briefwisseling
8.1. De briefwisseling die voor de Klant bestemd is, wordt op zijn kosten naar zijn wettelijke verblijfplaats verstuurd, tenzij indien hij uitdrukkelijk een ander adres opgeeft. In de gevallen waarin de wet dit voorschrijft, verschaft de Bank de informatie aan de Klant kosteloos.
De Klant dient elke wijziging in het adres waarnaar de briefwisseling moet worden gestuurd, onmiddellijk aan de Bank mee te delen in een door hem ondertekend schrijven of via een telefonische mededeling aan Beobank Service Center indien de Klant toegang heeft tot deze service. Om veiligheidsredenen kan de Bank vergen dat de Klant een bijkomend bewijs van de wijziging van zijn adres meedeelt.
De Bank houdt slechts rekening met de wijzigingen die haar op die manier worden meegedeeld na het verstrijken van de derde bankwerkdag volgend op de ontvangst van het bericht.
Zonder afbreuk te doen aan wat hierboven werd gesteld, is elke mededeling geldig betekend aan de Klant van zodra deze mededeling geadresseerd is aan het laatste adres van de Klant dat bij de Bank bekend is.
De Klant heeft de verplichting op regelmatige tijdstippen kennis te nemen van zijn rekeninguittreksels en van de mededelingen van de Bank, en dit zo snel mogelijk na de ontvangst ervan.
8.2. De verzending van briefwisseling aan de Klant is ten opzichte van de Klant voldoende bewezen door het voorleggen van een kopie van deze briefwisseling. Deze kopie mag een andere vorm hebben dan het origineel indien het verschil in vorm het gevolg is van het gebruik van de ene of de andere informaticatechniek.
8.3. Alle briefwisseling die naar de Bank wordt gestuurd, moet duidelijk de naam en het volledige adres vermelden van de zetel, het agentschap of de dienst waaraan de betrokken briefwisseling is gericht. De Bank wijst elke aansprakelijkheid af voor gevallen waarin de Klant niet het juiste adres van de Bank zou gebruiken.
8.4. De briefwisseling in verband met bankverrichtingen voor rekening van meerdere personen wordt opgestuurd naar het adres dat deze personen hebben opgegeven.
Artikel 9. Ontvangst en verzending van formulieren en waardepapieren
De Bank beveelt de Klant aan om iedere deponering van contanten, cheques, waardepapieren of overschrijvingsformulieren in een gewone brievenbus van de Bank te vermijden. Deze aanbeveling wordt herinnerd op iedere brievenbus. Bij niet-navolging van deze aanbeveling door de Klant zal hij de volledige verantwoordelijkheid dragen voor de gevolgen van verlies, diefstal of vervalsing van de gedeponeerde contanten, cheques,
waardepapieren of overschrijvingsformulieren. Algemeen gezien gebeurt de verzending van effecten, waardepapieren of documenten, van welke aard ook, van en naar de Bank uitsluitend op risico van de Klant.
Artikel 10. Vorm van de opdrachten die aan de Bank worden gegeven
10.1. De Bank stelt haar Klanten diverse formulieren ter beschikking voor het geven van opdrachten. De Klanten zijn gehouden deze met de grootste zorg te bewaren en zijn verantwoordelijk voor de gevolgen die kunnen voortvloeien uit diefstal of verlies, evenals voor het onrechtmatige gebruik dat ervan zou kunnen worden gemaakt.
10.2. De opdrachten dienen duidelijk, volledig en uitdrukkelijk het doel en de modaliteiten van de uit te voeren verrichting te vermelden. De Klant is verplicht de volgende vermeldingen op te nemen in zijn opdrachten:
• zijn voornaam en familienaam of maatschappelijke benaming
• een telefoonnummer waarop hij kan worden bereikt
• zijn woonplaats of maatschappelijke zetel
• zijn rekeningnummer bij de Bank
• het aantal verzonden bladzijden (voor de verzendingen per fax)
• of hij al dan niet een ontvangstbewijs met betrekking tot zijn instructies wenst. Deze instructies dienen ondertekend te zijn door de Klant of zijn volmachthouder(s).
De Klant draagt zelf de nadelige gevolgen van bedrog of vergissingen in verband met instructies die hij niet eigenhandig aan de Bank heeft overgemaakt, tenzij hij het bewijs levert van bedrog of zware nalatigheid in hoofde van de Bank of haar aangestelden.
10.3. De Bank behoudt zich het recht voor om opdrachten of instructies niet uit te voeren die onvolledig of onnauwkeurig zijn, waarvan de authenticiteit haar twijfelachtig lijkt (bv. omdat de Bank over redelijke aanwijzingen beschikt dat een verrichting frauduleus zou kunnen zijn) of die haar ongepast lijken met het oog op de geldende regelgeving of haar interne procedures. In dit geval zal zij de Klant op de wijze die zij het meest gepast acht in kennis stellen van haar weigering evenals, indien mogelijk en indien de wet dit toelaat, van de redenen van haar weigering en van de wijze waarop de Klant zijn opdracht kan corrigeren.
De Bank is slechts gehouden tot een snelle analyse om overduidelijke fouten en hiaten op te sporen. De Klant is aansprakelijk voor elke interpretatiefout vanwege de Bank, en voor elke vertraging die zou voortvloeien uit de onvolledigheid of onduidelijkheid van zijn opdrachten of instructies.
10.4. Opdrachten gegeven per telefoon worden enkel aanvaard in het kader van de procedure "Beobank Service Center". Het is niet mogelijk effecten te verhandelen per telefoon.
10.5. De Bank kan tevens opdrachten van haar Klanten ontvangen via de post, via telefax of via e-mail met ondertekende bijlage. In al deze gevallen erkent de Klant dat hij geldig verbonden is door (het afschrift van) de handtekening(en) op het document ontvangen door de Bank, in zoverre deze handtekening(en) op het eerste gezicht overeenstemt met het (de) specimen(s) overgemaakt aan de Bank. Indien deze voorwaarde is vervuld, heeft de fax of de e-mail-bijlage dezelfde waarde als het origineel.
Indien zij dit nodig acht, zal de Bank een telefonische bevestiging vragen vooraleer zij tot de uitvoering van de ontvangen opdracht overgaat. Indien de Klant niet kan worden bereikt op het door hem opgegeven nummer, hoeft de Bank de opdracht niet uit te voeren, maar behoudt zij het recht om dit toch te doen.
10.6. De Klanten kunnen hun opdrachten eveneens doorgeven via de elektronische terminals in de verkooppunten van de Bank (Beobank SelfBanking) of via “Beobank Online”.
10.7. Bijzondere bepalingen inzake betalingsopdrachten worden voorzien in artikel 38 van dit Reglement.
Artikel 11. Herroeping of wijziging van opdrachten die aan de Bank werden gegeven
11.1. Elke herroeping of wijziging van een opdracht die aan de Bank wordt gegeven, moet haar schriftelijk ter kennis worden gebracht, de handtekening dragen van de opdrachtgever en duidelijk vermelden welke opdracht herroepen of gewijzigd dient te worden.
De Bank spant zich in om rekening te houden met herroepingen of wijzigingen vanaf hun ontvangst.
11.2. Indien het een betalingsopdracht betreft in de zin van het Wetboek van economisch recht (d.i. een opdracht die betrekking heeft op verrichtingen op een betaalrekening, bv. een zichtrekening, maar niet : een spaar-, termijn- of effectenrekening), kan de Klant zijn opdracht slechts herroepen in de gevallen voorzien in artikel 38 van dit Reglement.
11.3. Voor orders inzake beleggingen gelden de bepalingen van artikel 49.4 van dit Reglement.
Artikel 12. Uitvoering van de opdrachten door de Bank – Bestendige opdracht - Domiciliëring
12.1. Zonder afbreuk te doen aan de rechten en bevoegdheden die haar worden toegekend door dit Reglement, behoudt de Bank zich het recht voor om, bij gebrek aan dwingende instructies, te bepalen wat de meest juiste wijze van uitvoering is van de haar toevertrouwde opdrachten.
12.2. Elke inschrijving op rekening van een verrichting waarvan de afloop niet is gekend op het moment van de inschrijving, wordt behoudens andersluidende overeenkomst uitgevoerd "op voorwaarde van goede afloop", ook wanneer deze clausule niet uitdrukkelijk is voorzien.
Bij gebrek aan goede afloop annuleert de Bank de inschrijving op de rekening ambtshalve en zonder voorafgaandelijk bericht.
12.3. Elke som die op een rekening wordt gecrediteerd, mag door de Bank willekeurig worden gebruikt voor de uitvoering van opdrachten zonder dat zij onderscheid dient te maken op basis van de prioriteit van de opdrachten.
Elke automatische debetverrichting (bestendige opdracht, overschrijving met memo- datum, automatische spaaropdracht, ...) waarvan de uitvoeringsdatum samenvalt met een
weekend, een feestdag of een banksluitingsdag, zal uitgevoerd worden op de bankwerkdag die eraan voorafgaat (de volgende bankwerkdag voor wisselverrichtingen).
De Bank is niet verplicht om een bestendige opdracht uit te voeren wanneer er onvoldoende provisie is op de desbetreffende rekening; in dit geval kan zij een einde stellen aan de bestendige opdracht.
12.4. De Klant die titularis is van een zichtrekening kan aan zijn schuldeisers een volmacht verschaffen met het oog op de domiciliëring van zijn betalingen. Gedurende acht weken te rekenen van de datum van uitvoering van de betaling via domiciliëring, zal de Bank de betaling ongedaan maken op eenvoudig verzoek van de Klant en ongeacht diens motief. De Bank is niet verplicht om een betaling via domiciliëring uit te voeren als er onvoldoende provisie is op de desbetreffende rekening; ingeval zij zelf de gemandateerde is, kan zij vervolgens besluiten om een einde te stellen aan de domiciliëring, zonder dat de Klant zich hiertegen kan verzetten.
12.5. Ingeval van niet-uitvoering van de betaling via domiciliëring of bestendige opdracht wegens gebrek aan provisie, kan de Bank de rekening van de Klant debiteren voor het forfaitaire bedrag dat aangegeven wordt in de tarieven van de Bank, om de kosten te dekken die ze heeft gemaakt.
12.6. Als de betaling via domiciliëring wordt uitgevoerd ondanks het feit dat de provisie onvoldoende is, verbindt de Klant er zich toe om zijn rekening onverwijld aan te zuiveren.
12.7. Ingeval van een Europese domiciliëring kan de Klant de domiciliëring slechts geldig beëindigen bij zijn schuldeiser; indien de Bank zelf de gemandateerde is (klassieke domiciliëring), dient de Klant zich te wenden tot de Bank.
12.8. De valutadatum van een verrichting wordt bepaald in de tarieven van de Bank, en voor wat betalingsopdrachten in de zin van het Wetboek van economisch recht betreft, in de artikelen 38.8 en 38.9 van dit Reglement.
Artikel 13. Bewijs van de uitvoering van opdrachten
13.1. De uitvoering van een opdracht is voldoende bewezen door de registratie van de verrichting in de boeken van de Bank, of door de vermelding op het rekeninguittreksel van de Klant. Behoudens tegenbewijs, vormen deze stukken een afdoend bewijs dat de opdracht werd uitgevoerd conform de instructies van de Klant. Voor zover nodig en in afwijking van artikel 1341 van het Burgerlijk Wetboek kan de Bank het bewijs van dergelijke opdrachten leveren met alle rechtsmiddelen.
De Bank heeft het recht om haar documenten elektronisch te archiveren, hetzij digitaal hetzij op een andere wijze, zonder dat haar kan worden verweten dat zij de originelen niet heeft bewaard.
13.2. De Bank behoudt zich bovendien de mogelijkheid voor om een klankopname te maken van telefonisch gegeven opdrachten. Deze opname vormt een bewijs van de telefonisch gegeven opdracht of instructie.
Tevens kan de Bank de opnamen aanwenden voor trainingdoeleinden. De toegang tot de opgenomen gesprekken is aan strikte voorwaarden onderworpen, en voorbehouden aan personen die de opnamen nodig hebben voor de uitvoering van hun taak.
In sommige gevallen kan de Bank door de wet worden verplicht om opnamen vrij te geven, bijvoorbeeld in het kader van een gerechtelijk onderzoek.
De Bank bewaart de opnamen niet langer dan noodzakelijk is in het kader van deze doelstellingen, met een minimum van 18 maanden voor wat betreft de aangiften van verlies of diefstal van betaalinstrumenten.
De opname van telefoongesprekken is onderworpen aan de Wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens. Als de Klant bijkomende vragen heeft over de opname van gesprekken of over de verwerking van persoonsgegevens in het algemeen, kan hij zich schriftelijk wenden tot Beobank NV/SA, Verantwoordelijke voor de verwerking, Xxxxxxxx Xxxxxxxxxxx 000x, 0000 Xxxxxxx.
Als hij niet wil dat zijn gesprek wordt opgenomen, kan de Klant zich voor bankverrichtingen wenden tot één van de verkooppunten van de Bank.
13.3. De binnenkomende en uitgaande e-mails geregistreerd in de bestanden van de Bank, bewijzen dat de boodschappen werden verzonden of ontvangen en tonen hun datum en inhoud aan.
Artikel 14. Aansprakelijkheid van de Bank
14.1. Tenzij uitdrukkelijk anders bepaald, is de Bank aansprakelijk voor elke zware of opzettelijke fout, maar niet voor vergissingen of lichte fouten die zij, haar personeel of haar aangestelden plegen in het kader van hun beroepsactiviteit.
14.2. Tenzij bij een ernstige fout of bedrog, aanvaardt de Bank geen aansprakelijkheid ingeval haar computers om welke reden dan ook buiten dienst raken (zelfs indien tijdelijk), ingeval van vernieling of uitwissing van de daarin opgeslagen gegevens, of bij frauduleus gebruik door derden.
14.3. De aansprakelijkheid van de Bank jegens de Klant zal in geen geval aanleiding geven tot een vergoeding van de onrechtstreekse schade van financiële, commerciële of andere aard.
14.4. De Bank aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor de schade die haar Klanten zouden ondervinden wegens gebeurtenissen die te wijten zijn aan overmacht. Worden onder andere beschouwd als gevallen van overmacht: natuurrampen, oorlog, oproer, terrorisme, staking (zelfs van haar eigen personeel), lock-out, gewapende overvallen en inbraak in de gebouwen of de kluizen, op het transport van waardepapieren of op het informaticanetwerk van de Bank; fouten of vertragingen die te wijten zijn aan andere financiële instellingen of derden; branden; onderbrekingen van de elektrische stroom, van telefonische verbindingen of andere telecommunicatie, evenals storingen of pannes in het informaticanetwerk; vergissingen of onderbrekingen van de activiteiten van de
postdiensten; maatregelen genomen door een Belgische, Europese of enige andere overheid.
14.5. In geval van oorlog, onrusten, oproer, bezetting van het grondgebied door buitenlandse of illegale krachten, is de Bank niet verantwoordelijk voor de schade die voor haar Klanten kan ontstaan uit verrichtingen die worden opgedragen door personen die hiertoe feitelijk gemachtigd zijn.
Artikel 15. Bewijs van de verplichtingen van de Klant
Het bewijs van de algemene verplichtingen van de Klant tegenover de Bank is voldoende geleverd door de kennisgeving van dit Reglement en van de eventueel toepasselijke bijzondere voorwaarden aan de Klant. De Bank kan deze verplichtingen aan de Klant kenbaar maken op de wijze die zij het meest geschikt acht, met inbegrip van (al of niet aangetekende) brieven, vermeldingen op het rekeninguittreksel, telefax, e-mail, enz.. Het volstaat dat de Bank in deze berichten verwijst naar de beschikbaarheid van dit Reglement of van de bijzondere voorwaarden in haar verkooppunten en op xxx.xxxxxxx.xx.
Het bewijs van de bijzondere verplichtingen van de Klant kan door de Bank worden geleverd door middel van om het even welk document dat afkomstig is van de Klant, hetzij in originele vorm, hetzij in de vorm van een fotokopie, een kopie van een microfilm of elektronische communicatie, de opname van een telefonische mededeling, enz.
Artikel 16. Waarborgen ten voordele van de Bank
16.1. Alle documenten, tegoeden, vorderingen, roerende waarden, handelspapieren en edele metalen die werden of zullen worden toevertrouwd aan de Bank, door de Klant of voor zijn rekening (“Waarden”), vormen van rechtswege een ondeelbaar en bevoorrecht pand voor de Bank tot waarborg van de volledige uitvoering (in kapitaal, rente, commissies, hoofd- en bijkomende kosten) van alle huidige of toekomstige verbintenissen en verplichtingen van de Klant, met inbegrip van de voorwaardelijke of termijnschulden waartoe hij zich heeft verbonden of zal verbinden tegenover de Bank wegens welke oorzaak ook, alléén dan wel samen met derden, hoofdelijk of niet. Indien de Klant zijn verbintenissen jegens de Bank te laat nakomt, kan de Bank de voornoemde Waarden inhouden en overgaan tot het te gelde maken ervan binnen de door de wet voorziene termijnen. De opbrengst ervan wordt ambtshalve aangewend voor de aanzuivering van de verbintenissen, in hoofdsom, interesten, kosten en toebehoren tegenover de Bank.
16.2. Tenzij anders overeengekomen, vormen alle zichtrekeningen in euro die geopend zijn op naam van dezelfde titularis, slechts de elementen van één enkele en ondeelbare rekening courant. De Bank behoudt zich de mogelijkheid voor om op elk moment en op eenvoudig bericht debetsaldi over te boeken op creditrekeningen of omgekeerd.
16.3. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van artikel 16.2 van dit Reglement, bestaat er samenhang tussen alle verrichtingen die een Klant uitvoert met de Bank. De Bank kan op elk ogenblik, zelfs na het faillissement van de Klant of in geval van samenloop, het principe van de schuldvergelijking toepassen tussen alle eisbare en niet-opeisbare vorderingen van haarzelf en van de Klant. Hierbij kan de Bank ook overgaan tot
wisselverrichtingen en tot het uitvoeren van stortingen van rekening op rekening. De saldi van de op naam van de Klant geopende rekeningen kunnen zonder ingebrekestelling of andere formaliteit worden overgedragen op rekeningen die hoofdelijk en/of ondeelbaar werden geopend op naam van de Klant en van derden.
16.4. Ter ondersteuning en ter aanzuivering van zijn verplichtingen tegenover de Bank en onder voorbehoud van gevallen van wettelijke onoverdraagbaarheid, draagt de Klant aan de Bank alle schuldvorderingen over die hij bezit of zal bezitten tegenover derden, en met name tegenover huurders, pachters of andere personen die over een zakelijk of persoonlijk recht op een hem toebehorend roerend of onroerend goed beschikken, tegenover verzekeringsmaatschappijen, banken en financiële instellingen, werkgevers en instellingen voor sociale zekerheid (binnen de wettelijke perken), tegenover schuldenaars van rente en, in het algemeen, van alle bedragen die hem om welke reden ook zouden toekomen. De Klant verbindt zich ertoe om, op aanvraag van de Bank, alle inlichtingen en documenten betreffende deze schuldvorderingen te verstrekken.
Artikel 17. Controle van het rekeninguittreksel - Betwistingen – Rechtzettingen - Klachten
17.1. Elke boeking op rekening wordt vastgesteld door een rekeninguittreksel. De Klant dient de rekeninguittreksels die hem worden verstuurd door de Bank zo spoedig mogelijk na ontvangst op hun juistheid te controleren.
17.2. Indien de Klant (een) vergissing(en) of onregelmatighe(i)d(en) vaststelt op zijn rekeninguittreksel(s) of op enige andere wijze kennis krijgt van (een) verrichting(en) op zijn rekening die zonder zijn toestemming is/zijn gebeurd, dan dient hij de Bank hier onverwijld van op de hoogte te stellen. Xxxxxx, dan doet de Klant onherroepelijk afstand van zijn aanspraken omtrent de verrichting tegenover de Bank, die deze verrichting derhalve als juist en goedgekeurd mag beschouwen.
Indien het een betalingstransactie betreft in de zin van het Wetboek van economisch recht, dan dient de Klant de Bank tevens onverwijld, maar uiterlijk binnen de dertien maanden na de datum van de verrichting op de hoogte te stellen van zijn betwisting.
Voor andere verrichtingen dient de Klant de Bank tevens onverwijld, maar uiterlijk binnen een termijn van één maand na de datum van zijn rekeninguittreksel op de hoogte te stellen van zijn betwisting.
17.3. De Bank heeft steeds het recht om rechtzettingen aan te brengen op verrichtingen die zij per vergissing zou hebben laten doorgaan. Zij meldt deze rechtzetting zo spoedig mogelijk aan de Klant, op de wijze die zij het meest gepast acht. Indien de rechtzetting door de Bank onmogelijk is en de Klant aan de Bank sommen verschuldigd is, zullen de verschuldigde bedragen vanaf de ingebrekestelling debetinteresten opleveren tegen de toepasbare rentevoet voor ongeoorloofde debetstanden op zichtrekeningen.
17.4. Voor eventuele klachten dient de Klant eerst contact op te nemen met de Bank, d.w.z. Beobank NV/SA, Klantendienst, Xxxxxxxx Xxxxxxxxxxx 000x, 0000 Xxxxxxx (tel. 02/000.00.00 - fax 02/000.00.00 – e-mail: xxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx). De Bank stuurt de Klant binnen de vijf (5) werkdagen een bericht van ontvangst. Op voorwaarde dat de klacht volledig en duidelijk is, spant de Bank zich in om op de klacht te antwoorden
binnen de maand nadat zij ze heeft ontvangen. Als de Bank de klacht niet binnen één maand kan beantwoorden, brengt zij de Klant hiervan op de hoogte, met vermelding van de termijn binnen dewelke een antwoord mag worden verwacht. Als de Klant niet akkoord gaat met het antwoord van de Bank, dan kan hij contact opnemen met de Ombudsman in financiële geschillen, Xxxxx Xxxx XX, Xxxxxx Xxxxxx XX-xxxx 0, 0000 Xxxxxxx (tel. 02/000.00.00 - fax 02/000.00.00 - e-mail: xxxxxxxxx@xxxxxxxxx.xx). De Bemiddelingsdienst brengt een niet-bindend advies uit. De procedure verloopt volledig schriftelijk. Het beroep op de Bemiddelingsdienst is kosteloos.
Artikel 18. Overlijden
18.1. Bij het overlijden van een Klant of zijn/haar echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende, moet de Bank onmiddellijk verwittigd worden. Indien ze niet of laattijdig verwittigd wordt, aanvaardt de Bank geen enkele aansprakelijkheid voor verrichtingen die na het overlijden zouden worden uitgevoerd door de medetitularissen of volmachthebbers van de overledene.
18.2. Na ontvangst van het bericht van overlijden worden de rekening(en), xxxxxx(s) en bezittingen van de overledene en die van zijn echtgen(o)t(e) of wettelijk samenwonende geblokkeerd en de eraan verbonden bestendige opdrachten, domiciliëringen en volmachten opgeheven. Een inventaris van de inhoud van de koffers wordt doorgegeven aan de Administratie der Registratie en Domeinen. Voor zover de geldende wetgeving (onder meer op het vlak van sociale en fiscale schulden) het toelaat, worden deze rekeningen en koffers vrijgemaakt wanneer de Bank in het bezit werd gesteld van de stukken waaruit de afwikkeling van de erfenis blijkt, en het schriftelijke akkoord van de rechthebbenden heeft gekregen.
Wat de documenten van buitenlandse oorsprong betreft, aanvaardt de Bank geen enkele aansprakelijkheid betreffende hun echtheid, geldigheid of de interpretatie ervan.
Bij het overlijden van een Klant, richt de Bank de briefwisseling inzake de erfopvolging, behoudens andersluidende overeenkomst, aan het laatst gekende adres van de Klant. Zij kan de betrokken correspondentie ook naar één van de rechthebbenden sturen of naar de notaris of gelijk welke andere persoon die de belangen van de rechthebbenden behartigt.
18.3. Tot het ogenblik waarop een akte of attest met de erfopvolging aan de Bank wordt voorgelegd, heeft de langstlevende echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende (hierna “de langstlevende” genoemd) het recht aan de Bank een voorschot te vragen op de sommen van de nalatenschap, in de vorm van een betaling of cashafhaling van de zicht-, spaar- of termijnrekeningen die staan op naam van de overledene én de langstlevende samen, alsook - indien zij met elkaar gehuwd waren - van de zicht-, spaar- of termijnrekeningen op naam van de overledene alleen of van de langstlevende alleen. Geen voorschot kan worden verstrekt van een rekening waarvan de overledene of langstlevende houder is samen met een derde.
Het voorschot kan maximaal de helft bedragen van het totaal der uitstaande saldi op het ogenblik van het overlijden van de Klant, met een maximum van 5.000 EUR, uitgezonderd begrafeniskosten, de kosten van laatste ziekte gedurende één jaar en andere kosten waarvoor de artikelen 19 en 20 van de Hypotheekwet een voorrecht voorzien en waarvoor
een bewijs wordt voorgelegd. Voor de berekening van de uitstaande saldi wordt rekening gehouden met alle tegoeden op zicht-, spaar- en termijnrekeningen van de Klant bij alle banken, op het ogenblik van zijn overlijden.
De Bank kan niet aansprakelijk worden gesteld indien de langstlevende de Bank niet of onvoldoende in kennis stelt van al zijn tegoeden. De Bank behoudt zich derhalve het recht voor om elk uitbetaald of in cash afgehaald bedrag dat de genoemde limieten overschrijdt, van de langstlevende terug te vorderen. De Bank wijst erop dat de langstlevende bij overschrijding van deze limieten het recht verliest om de nalatenschap te verwerpen of te aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving, en elk recht verliest in de nalatenschap ten belope van het bedrag dat de genoemde limieten overschrijdt.
Indien de langstlevende zelf geen Klant is bij de Bank, dient eerst te worden voldaan aan de identificatievereisten zoals voorzien in artikel 3 van dit Reglement.
18.4. De Bank behoudt zich het recht voor om gevolg te geven aan verzoeken tot inlichtingen, afkomstig van een mede-erfgenaam of van een legataris, en de eventuele kosten hiervan ten laste te leggen van de nalatenschap.
18.5. De Bank zal de vergoeding vermeld in haar tarieven eisen voor de taken die werden uitgevoerd in het kader van de nalatenschap van de Klant. De vergoeding wordt afgetrokken van het vermogen van de Klant. Alle erfgenamen zijn hoofdelijk en ondeelbaar gehouden tot deze vergoeding.
Artikel 19. Stopzetting van een dienst – Beëindiging van de relatie
19.1. De Bank kan op elk ogenblik en zonder dat zij hierover verantwoording hoeft af te leggen, besluiten om bepaalde diensten niet langer aan te bieden. De Bank stelt de Klant(en) hiervan tijdig op de hoogte, op de wijze die zij het meest gepast acht.
19.2. De Bank kan, behoudens andersluidende overeenkomst, op elk moment en zonder dat zij deze beslissing moet rechtvaardigen een einde maken aan de relaties die zij onderhoudt met de Klant.
Ook de Klant kan, behoudens andersluidende overeenkomst, op elk moment en zonder dat hij deze beslissing hoeft te verantwoorden een einde stellen aan de relaties die hij onderhoudt met de Bank
De beslissing tot beëindiging dient respectievelijk aan de Bank/de Klant te worden betekend door middel van een ter post aangetekend schrijven.
Behoudens de uitzonderingen hieronder of in bijzondere voorwaarden bepaald, wordt de beëindiging van kracht na verloop van een opzeggingstermijn van één maand. Voor betalingsdiensten in de zin van het Wetboek van economisch recht (bv. een lopende rekening), evenals voor spaarrekeningen zoals bedoeld in artikel 2 van het Koninklijk Besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het Wetboek van inkomstenbelastingen 1992 (gereglementeerde spaarrekeningen) dient de Bank een opzeggingstermijn te respecteren van twee maanden en de Klant een opzeggingstermijn van één maand.
In geval van fout, nalatigheid, bedrog of niet-naleving van de overeenkomst met de Bank, door de Klant, zijn vertegenwoordiger, zijn bediende of volmachthouder, zal de Bank de relatie met de Klant onmiddellijk kunnen beëindigen, zonder dat zij een opzegtermijn moet in acht nemen.
19.3. Van zodra de eventuele opzeggingstermijn is verstreken, worden alle eventuele verbintenissen van de Klant onmiddellijk van rechtswege en zonder ingebrekestelling opeisbaar, tenzij een andere termijn is overeengekomen (bv. bij een termijnrekening) of door de wet is bepaald (bv. bij een lening).
De tegoeden van de Klant bij de Bank brengen vanaf het verstrijken van de opzeggingstermijn geen interesten meer op.
In geval van vroegtijdige opzegging van een overeenkomst voor de levering van producten en/of diensten, betaalt de Bank enkel in de wettelijk verplichte gevallen pro rata temporis de kosten terug (bv. in het geval van een vooraf betaalde jaarlijkse bijdrage voor een betaalinstrument). In alle andere gevallen is de Bank niet tot enige terugbetaling van kosten of bijdragen verplicht.
Indien door de Klant sluitingskosten verschuldigd zijn, dan zal de Bank deze inhouden op het beschikbare bedrag dat aanwezig is op de rekeningen van de Klant. Wanneer de Klant na terugbetaling van alle verschuldigde sommen over een creditsaldo zou beschikken ten overstaan van de Bank, kan deze laatste dit saldo ter beschikking stellen van de Klant op de wijze die zij gepast acht.
Artikel 20. Slapende rekeningen en safes
20.1. Natuurlijke personen die houder zijn van (een) zicht-, spaar-, termijn- of effectenrekening(en), of hun rechthebbenden, dienen zich elke vijf jaar minstens één keer kenbaar maken aan de Bank, door middel van een verrichting uitgevoerd op één van hun rekeningen of door een contact (hetzij in persoon, hetzij via hun vertegenwoordiger) met de Bank.
Bij gebrek aan een dergelijke tussenkomst word(t)(en) deze rekening(en) beschouwd als (een) slapende rekening(en) in de zin van de Wet van 24 juli 2008 houdende diverse bepalingen.
Voor een goed begrip dient te worden vermeld dat rekeningen die geblokkeerd zijn om gerechtelijke, wettelijke of conventionele bepalingen, niet onder de wetgeving op de slapende rekeningen vallen en dit zolang deze blokkering duurt.
20.2. Indien de Bank de Klant (overeenkomstig artikel 20.1 van dit Reglement) beschouwt als houder van één of meer slapende rekeningen en het totale creditsaldo van deze rekening(en) 20 EUR of meer bedraagt, dan zal de Bank de Klant een brief sturen, om zo de door de wet vereiste tussenkomst tot stand te brengen.
Indien de Klant of zijn rechthebbende(n) geen gevolg geven aan dit schrijven binnen de termijn van één maand na verzending, dan spoort de Bank de Klant op, overeenkomstig
de procedure bepaald in de wet. De Bank heeft het recht de Klant kosten aan te rekenen voor de opsporing.
Indien de opsporing voor de Bank nuttige informatie oplevert, stuurt zij een aangetekende brief aan de Klant of zijn rechthebbende(n) teneinde de genoemde tussenkomst tot stand te brengen. Indien de Klant of zijn rechthebbende(n) geen gevolg ge(eft)(ven) aan dit schrijven binnen de termijn van één maand na verzending, dient de Bank alle tegoeden van de slapende rekeningen over te dragen aan de Deposito- en Consignatiekas en de desbetreffende rekening af te sluiten. De Bank is bijgevolg bevrijd van al haar verplichtingen ten overstaan van de Klant, die zich tot de Deposito- en Consignatiekas dient te wenden om zijn tegoeden terug te vorderen.
20.3. Voor tegoeden waarvan de waarde minder dan EUR 20 bedraagt, zal de Bank geen enkele opzoeking ondernemen. Zij worden zonder meer overgedragen aan de Deposito- en Consignatiekas. De Klant en zijn rechthebbende(n) verliest/verliezen elke mogelijkheid om deze tegoeden terug te vorderen.
20.4. Een slapende safe is een safe waarvoor de huurprijs sedert minstens 5 jaar niet betaald is en waarvan de huurovereenkomst door de Bank opgezegd is. De verzegelde omslagen die in bewaring zijn bij de Bank en die gedurende minstens 5 jaar niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een tussenkomst van de Klant, zijn rechthebbenden of zijn wettelijke vertegenwoordiger, worden gelijkgesteld met slapende safes.
20.5. Indien de Bank de Klant (overeenkomstig artikel 20.4 van dit Reglement) beschouwt als huurder van een slapende safe, dan zal de Bank de Klant een brief sturen.
Indien de Klant of zijn rechthebbende(n) geen gevolg geven aan dit schrijven binnen de termijn van één maand na verzending, dan spoort de Bank de Klant op, overeenkomstig de procedure bepaald in de wet. De Bank heeft het recht de Klant kosten aan te rekenen voor de opsporing; deze kosten mogen niet meer dan 100 EUR bedragen. Dit bedrag dekt niet de kosten voor het openbreken van de safe noch de deurwaarderskosten.
Indien de opsporing voor de Bank nuttige informatie oplevert, stuurt zij een aangetekende brief aan de Klant of zijn rechthebbende(n) teneinde de genoemde tussenkomst tot stand te brengen. Indien de Klant of zijn rechthebbende(n) geen gevolg geven aan dit schrijven binnen de termijn van één jaar, opent de Bank de safe in aanwezigheid van een gerechtsdeurwaarder vóór het einde van het tweede jaar volgend op het ogenblik waarop de safe een slapende safe is geworden.
De gerechtsdeurwaarder stelt een inventaris op van de inhoud van de safe. De inhoud van de safe wordt in een verzegelde omslag bewaard met uitzondering van de speciën die op een zichtrekening op naam van de Klant worden ingeschreven.
De Bank mag aan de Klant kosten aanrekenen voor het openen van de safe en het opstellen van de inventaris.
De gegevens betreffende de verzegelde omslagen worden door de Bank aan de Deposito- en Consignatiekas overgedragen in de maand die volgt op de maand waarin de safe geopend werd.
De materiële levering van de verzegelde omslag en zijn inventaris aan de Deposito- en Consignatiekas gebeurt minstens een keer per jaar. De Bank is bijgevolg bevrijd van al
haar verplichtingen ten overstaan van de Klant, die zich tot de Deposito- en Consignatiekas dient te wenden om zijn tegoeden terug te vorderen.
De verzegelde omslagen geleverd aan de Deposito- en Consignatiekas worden eigendom van de Staat na het verstrijken van een termijn van dertig jaar die ingaat op de datum waarop de safe een slapende safe is geworden.
Artikel 21. Tarieven, kosten en vergoedingen
21.1. Voor de diverse diensten die zij aanbiedt, rekent de Bank kosten aan die zijn opgenomen in een tarievenlijst die aan de Klant wordt meegedeeld of ter beschikking gesteld overeenkomstig de geldende wettelijke bepalingen. De Klant zorgt ervoor dat hij er kennis van neemt alvorens zijn verrichtingen uit te voeren of opdrachten over te maken.
21.2. Daarnaast draagt de Klant alle kosten, interesten, commissies, vorderingen, taksen en belastingen die op grond van regelgeving, overeenkomst of gebruik toepasselijk zijn op de diensten en producten aangeboden aan de Klant.
Voor betalingsdiensten in de zin van het Wetboek van economisch recht, betalen de betaler en de begunstigde in principe elk de kosten opgelegd door hun respectieve betalingsdienstaanbieder; enkel in het geval van een wisselverrichting kan een andere kostenregeling worden overeengekomen.
21.3. De Bank behoudt zich het recht voor om een vergoeding te innen voor prestaties die zij zou dienen te leveren bij geschillen tussen de Klant en derden, ongeacht of dit gebeurt met de uitdrukkelijke toestemming van de Klant, dan wel omdat hiertoe een verplichting bestaat. Hiertoe behoren onder meer de kosten als gevolg van inbeslagnemingen, verzet, klachten of andere gelijkaardige procedures met betrekking tot het vermogen van de Klant.
21.4. De Bank kan de kosten en vergoedingen bedoeld in dit artikel 21 aan de Klant aanrekenen en zijn rekening(en) debiteren, vanaf hun opeisbaarheid.
21.5. De belastingen op inkomsten die de Bank betaalt in haar hoedanigheid van schuldenaar of tussenpersoon blijven ten laste van de begunstigde van de inkomsten. De Bank is niet aansprakelijk voor schade die het gevolg zou zijn van het niet-naleven van de fiscale wetgeving door de Klant.
Artikel 22. Archieven
De Bank heeft het recht om haar archieven bij te houden in de vorm die zij het meest geschikt acht.
Artikel 23. Belangenconflicten
De Bank heeft een beleid uitgewerkt inzake belangenconflicten en heeft passende organisatorische en administratieve maatregelen getroffen om te voorkomen dat
belangenconflicten tussen de Bank en haar cliënten, of tussen haar cliënten onderling, de belangen van cliënten zouden schaden.
Het beleid inzake belangenconflicten omvat de maatregelen genomen door de Bank om potentiële belangenconflicten te identificeren, te beheren en te documenteren.
De Bank heeft verscheidene potentiële belangenconflicten geïdentificeerd en onderzocht die in haar Cartografie van Potentiële Belangenconflicten werden opgenomen. Deze Cartografie inventariseert onder meer de procedures en controlemaatregelen die zijn voorzien om deze conflicten te beheren.
De Bank heeft de volgende conflicten weerhouden als conflicten die een aanzienlijk risico voor de Klant kunnen meebrengen:
1. Het risico bestaat dat de aangestelden van de Bank advies geven dat niet geschikt is of onvoldoende wijst op de risico’s van bepaalde financiële producten om hun verkoopscijfers en hun verloning te verhogen. De Bank beheert dit belangenconflict door de opleiding van haar aangestelden, duidelijke verkoopsprocedures, een procedure van goedkeuring van de incentive-programma’s en variabele verloning, een beleid inzake inducements en controle van de verkoopspraktijken.
2. Het risico bestaat dat de aangestelden van de Bank een voorkeursbehandeling geven aan bepaalde productleveranciers in ruil voor geschenken van deze leveranciers. De Gedragscode van de Bank (die door alle personeelsleden ondertekend wordt) bevat een Geschenkenbeleid dat door de Bank voldoende wordt geacht om dit potentiële belangenconflict te beheersen.
3. De Bank beveelt slechts een selectie van producten aan haar klanten aan. In dit selectieproces zijn beveiligingen ingebouwd om te vermijden dat de selectie andere doelstellingen nastreeft dan het belang van de Klant.
De Bank houdt een register bij van de belangenconflicten die zich voordoen binnen de Bank en werkt dit regelmatig bij.
De Klant kan op aanvraag meer informatie krijgen over het beleid van de Bank inzake belangenconflicten.
Artikel 24. Wijziging van het Reglement en/of de tarieven
24.1. De Bank behoudt zich het recht voor om dit Reglement en haar tarieven zoals vermeld in artikel 21 van dit Reglement, op elk ogenblik te wijzigen. Deze wijziging wordt schriftelijk meegedeeld aan de Klant, hetzij in de vorm van een duurzaam medium dat aan de Klant wordt verstuurd, hetzij door middel van een bericht dat bij de rekeninguittreksels wordt gevoegd met vermelding van de wijze waarop de Klant van de gewijzigde tekst kennis kan nemen.
24.2. Indien de Klant een consument is in de zin van het Wetboek van economisch recht, deelt de Bank de wijziging mee minstens twee maanden vóór ze van toepassing wordt, ofwel zo snel mogelijk bij een wijziging van rentevoeten of wisselkoersen die het rechtstreekse
gevolg is van een wijziging van de referentierentevoet of -wisselkoers waarop de Bank zich baseert.
24.3. Indien de Klant geen consument is in de zin van het Wetboek van economisch recht, deelt de Bank de wijziging mee minstens 30 kalenderdagen vóór ze van toepassing wordt, ofwel zo snel mogelijk bij een wijziging van rentevoeten of wisselkoersen die het rechtstreekse gevolg is van een wijziging van de referentierentevoet of -wisselkoers waarop de Bank zich baseert.
24.4. Gedurende de in artikel 24.2 of artikel 24.3 vermelde termijn kan de Klant de relatie met de Bank kosteloos beëindigen via een ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs, gericht aan de hoofdzetel van de Bank. Wanneer de Klant dit niet doet, wordt hij verondersteld de wijziging te hebben aanvaard.
Artikel 25. Toepasselijk recht, taalkeuze en verantwoordelijkheid van de Bank
Alle rechten en verplichtingen van Klant tegenover de Bank zijn, behoudens uitdrukkelijk andersluidende bepaling, onderworpen aan het Belgisch recht.
De door de Bank te leveren informatie is beschikbaar in het Nederlands of het Frans, naar keuze van de Klant. Het is mogelijk dat bepaalde informatie, met name informatie met betrekking tot financiële instrumenten, alleen in het Engels beschikbaar is. De Klant kan ook communiceren met de Bank, hetzij in het Nederlands, hetzij in het Frans, hetzij in het Engels, dit naar keuze van de Klant.
Artikel 26. Keuze van woonplaats en bevoegde rechtbanken
Elke betwisting tussen de Bank en de Klant kan enkel voor de rechtbank worden gebracht in het gebied waar de Bank haar maatschappelijke zetel heeft, of in het gebied waar de Klant zijn wettelijke verblijfplaats heeft, op voorwaarde dat dit in België ligt.
HOOFDSTUK II: STORTEN VAN GELD
Artikel 27. Algemene bepalingen
27.1. De Bank opent voor alle vooraf goedgekeurde natuurlijke en rechtspersonen zicht-, spaar- en termijnrekeningen in euro of in buitenlandse valuta.
27.2. Behoudens bijzondere overeenkomst, moet elke rekening op elk ogenblik een creditsaldo vertonen. De Bank behoudt zich dan ook het recht voor om de uitvoering van elke opdracht waarvoor er onvoldoende provisie is, geheel of gedeeltelijk te weigeren of uit te stellen.
27.3. Het feit dat de Bank een schuld op de rekening toestaat, kan nooit worden ingeroepen als zijnde een recht om die schuld te behouden of te herhalen.
De Bank kan op elk ogenblik de onmiddellijke terugbetaling eisen van de schuld.
27.4. Elke storting of betaling wordt geacht aan de Klant bevestigd te zijn door middel van een ontvangstbewijs dat hem wordt ter beschikking gesteld, of door eenvoudige inschrijving op zijn rekening.
27.5. De Bank stelt geautomatiseerde loketten uitgerust met een depositokluis ter beschikking van de Klant. Elke bankwerkdag worden de nummers van de aangetroffen deposito- enveloppes en eventuele bijzonderheden betreffende hun staat in een register genoteerd.
De inhoud van de enveloppe zal tegenover de Klant voldoende bewezen zijn door de schriftelijke stukken van de Bank, niettegenstaande tegenstrijdige vermeldingen op het transactieborderel.
Deze vermeldingen op de schriftelijke stukken van de Bank vormen het bewijs van storting en van het bedrag, behoudens tegenbewijs door de Klant.
27.6. De Bank behoudt zich het recht voor om afhalingen in cash voor een bedrag hoger dan
5.000 EUR te onderwerpen aan een wachttermijn van twee bankwerkdagen. Voor een cashafhaling in een andere munteenheid dan euro kan een langere wachttermijn van toepassing zijn.
Artikel 28. Zichtrekeningen
28.1. De modaliteiten voor het gebruik van de zichtrekeningen van de Bank zijn bepaald in de documenten voor de opening van een rekening.
28.2. Bij de opzegging van een geoorloofde debetstand en de sluiting van een rekening, zullen de kosten (inclusief de interesten) die contractueel vastgelegd werden, dan wel in dit Reglement of in de tarievenlijst van de Bank worden bepaald, van rechtswege en zonder ingebrekestelling blijven aangerekend worden tot de volledige aanzuivering van het debetsaldo.
28.3. Als de rekening wordt geopend op naam van verscheidene personen of van een feitelijke vereniging, zijn de medetitularissen of vennoten hoofdelijk en ondeelbaar gehouden het eventuele debetsaldo terug te betalen. Ze kunnen niet het voorrecht van uitwinning of van schuldsplitsing inroepen, ongeacht of zij optreden als handelaar of niet.
Artikel 29. De Beobank Money Market
29.1. De interesten lopen vanaf de eerste dag dat het geld op de Beobank Money Market wordt gedeponeerd en worden dagelijks berekend.
29.2. De rentevoeten kunnen dagelijks worden aangepast. Zodra het kapitaal in een hogere of lagere schijf terechtkomt, krijgt de Klant een hogere of lagere rentevoet en die rentevoet wordt vanaf de eerste eurocent toegepast.
29.3. De verworven interesten worden maandelijks betaald op de eerste dag van de volgende maand.
Artikel 30. De basisbankdienst
Voor deze rekening gelden alle bepalingen die van toepassing zijn op de zichtrekening, tenzij deze strijdig zouden zijn met de bepalingen van hoofdstuk 8 van boek VII van het Wetboek van economisch recht. Wanneer het toegelaten aantal jaarlijkse verrichtingen overschreden wordt of wanneer de voorwaarden om te kunnen genieten van de basisbankdienst niet meer zijn vervuld, worden weer de normale kosten en werkingsregels toegepast.
Artikel 31. De spaarrekening
De Bank behoudt zich de mogelijkheid voor om de opnamen te onderwerpen aan een termijn van vijf kalenderdagen wanneer zij 1.250 EUR overtreffen en om de afhalingen te beperken tot 2.500 EUR per halve kalendermaand.
Artikel 32. Termijnrekeningen
32.1. De termijndeposito's zijn beschikbaar op de vervaldag, zonder voorafgaande kennisgeving. Wanneer de rekening vervalt op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag, wordt de vervaldag vastgesteld op de daaropvolgende bankwerkdag.
32.2. De Bank kan toelaten dat de Klant zijn tegoeden opvraagt vóór de vervaldag; daar de Klant de overeenkomst hiermee verbreekt, zal de Bank in dat geval een boete toepassen.
Artikel 33. Rekeningen in buitenlandse munteenheden
De Bank is niet aansprakelijk voor het verlies, de schade of eventuele gevolgen van fiscale of andere bepalingen uitgevaardigd in het land dat overeenstemt met de munteenheid van de rekening of in het land waar de gelden werden geplaatst.
Artikel 34. Rekeninguittreksels
De Bank en de Klant kunnen overeenkomen met welke regelmaat de Bank aan de Klant een rekeninguittreksel verstrekt.
Voor wat betreft de betalingsdiensten in de zin van het Wetboek van economisch recht (d.w.z. alle diensten die betrekking hebben op verrichtingen op een betaalrekening, bv. een zichtrekening, maar geen spaar-, termijn- of effectenrekening) stelt de Bank maandelijks een rekeninguittreksel ter beschikking van de Klant, op voorwaarde dat in de loop van die maand verrichtingen werden uitgevoerd.
De Bank stelt het rekeninguittreksel ter beschikking van de Klant op papier of op een andere duurzame drager (bv. via Beobank Online).
Artikel 35. Rekeningen geopend of activa gestort op naam van meerdere personen
35.1. De Bank opent desgevraagd zicht- en depositorekeningen op naam van meerdere titularissen (hierna “de medetitularissen” genoemd). De medetitularissen kunnen ofwel samen ofwel afzonderlijk over de rekening beschikken, afhankelijk van hetgeen werd overeengekomen met de Bank. Voor het overige is de werking van deze rekeningen onderworpen aan de regels die van toepassing zijn op het type van rekeningen waartoe zij behoren.
35.2. Als de medetitularissen afzonderlijk kunnen beschikken over de tegoeden op een rekening, dan kan elk van hen tevens één of meer mandatarissen aanstellen die alle verrichtingen op de betrokken rekening mag/mogen uitvoeren (met inbegrip van de afsluiting van de rekening).
35.3. Alle medetitularissen van een rekening zijn hoofdelijk verplicht tegenover de Bank tot terugbetaling van elk debetsaldo dat de rekening zou vertonen.
35.4. Alle instructies inzake een rekening die wordt geopend of activa die worden gestort op naam van een naakte eigenaar en een vruchtgebruiker moeten, behoudens tegenstrijdige overeenkomst en onder voorbehoud van eventuele volmachten, worden ondertekend door de naakte eigenaar én de vruchtgebruiker.
35.5. Zodra zij op de hoogte wordt gesteld van het overlijden van een medetitularis, gaat de Bank over tot de boekhoudkundige afsluiting van de rekening en blokkeert zij deze. Afgezien van hetgeen bepaald is in artikel 18.3 van dit Reglement inzake het voorschot voor de langstlevende, zijn latere beschikkingen slechts toegelaten mits het akkoord van de erfgenamen van de overledene. Als de rekening op de datum van het overlijden een debetsaldo vertoont, zijn de erfgenamen hoofdelijk en ondeelbaar gehouden tot de
betaling van het debetsaldo overeenkomstig de voorwaarden die gelden voor rekeningen op naam van één enkele titularis.
35.6. Via aangetekend schrijven kan elke medetitularis de Bank verzoeken om de mogelijkheid om afzonderlijk over de rekening te beschikken te blokkeren. Na een termijn van zeven (7) bankwerkdagen vanaf de ontvangst van dit verzoek door de Bank, zal enkel over de rekening kunnen worden beschikt mits een gezamenlijk akkoord van alle medetitularissen. De Bank zal hen verwittigen op kosten van de aanvrager.
Artikel 36. Boeking van de interesten
36.1. Tenzij anders wordt overeengekomen sluit de Bank jaarlijks de klantenrekeningen af om de interesten te kunnen boeken. De Bank behoudt zich echter het recht voor om de klantenrekeningen ook op andere ogenblikken af te sluiten.
36.2. Tenzij hiervan uitdrukkelijk wordt afgeweken, brengt elk debetsaldo van een rekening, in kapitaal of in waarde, van rechtswege en zonder ingebrekestelling interesten op die evenredig met de verstreken periode worden berekend, op basis van de maximale door de wet toegelaten rentevoet.
HOOFDSTUK III: VERRICHTINGEN OP DE REKENING
Artikel 37. Bijzondere bepalingen in verband met cheques
37.1. De Bank kan chequeboekjes leveren aan Klanten of hun mandatarissen die haar daarom verzoeken. De Bank behoudt zich het recht voor om deze aanvraag te weigeren, het aantal aan de Klant ter beschikking gestelde cheques te beperken of de teruggave te eisen van ieder aan de Klant afgeleverde chequeboekje of –formulier, en dat zonder opgave van redenen.
37.2. Het krijgen van een chequeboekje impliceert voor de rekeninghouder dat hij zich ertoe verbindt het zeer zorgvuldig te bewaren. De Klant is verantwoordelijk voor alle gevolgen die kunnen voortvloeien uit het verlies, de diefstal of het misbruik van cheque- formulieren.
De Klant is ertoe gehouden de Bank onmiddellijk te verwittigen bij verlies, diefstal of misbruik van zijn chequeformulieren en dit schriftelijk te bevestigen indien de melding zelf niet schriftelijk is gebeurd. De Klant aanvaardt bovendien om elke door de Bank voorgeschreven formaliteit binnen de door haar voorziene termijn te vervullen.
37.3. De Bank behoudt zich het recht voor om de betaling van ongedekte cheques te weigeren. In elk geval behoudt de Bank zich het recht voor om de betaling te weigeren van:
• cheques die niet uit een boekje komen dat door haar werd afgeleverd of die uit een boekje komen dat ze heeft afgeleverd maar waarvoor de Klant geen ontvangstbewijs heeft getekend,
• cheques die niet worden aangeboden in het agentschap waar de Klant zijn rekening heeft,
• cheques die onvolledig of onjuist zijn ingevuld; de Bank is geenszins aansprakelijk voor de vertragingen die voortvloeien uit de rechtzetting hiervan.
37.4. De Bank behoudt zich het recht voor om onmiddellijk een einde te stellen aan het recht van de Klant of zijn mandataris om cheques uit te schrijven die hij in zijn bezit heeft, wanneer de omstandigheden dit rechtvaardigen. De uitgifte zonder voorafgaande toereikende provisie geeft de Bank het recht om de rekening af te sluiten zonder opzegtermijn, en om de commerciële relatie met de Klant te beëindigen.
In dat geval moet de Klant ongebruikte chequeformulieren onmiddellijk teruggeven. Indien de Bank haar relaties met de Klant tegelijk verbreekt, wordt het eventuele creditsaldo van de rekening hem slechts ter beschikking gesteld na teruggave van de ongebruikte chequeformulieren.
De Klant die zijn relaties met de Bank verbreekt, is er eveneens toe gehouden de chequeformulieren die hij in zijn bezit heeft, terug te bezorgen.
37.5. In verband met bankcheques voor een bedrag hoger dan 5.000 EUR, behoudt de Bank zich het recht voor om de overhandiging of de verzending aan de Klant te onderwerpen aan een wachttermijn van drie bankwerkdagen. Voor een bankcheque in een andere munteenheid dan euro kan een langere wachttermijn van toepassing zijn.
37.6. De Klant die een cheque wenst te herroepen dient de begunstigde hier vooraf via een aangetekend schrijven van in te lichten, en de schriftelijke aanvraag tot herroeping samen met een kopie van het bericht aan de begunstigde, aan de Bank over te maken. Rekening houdend met het voorrecht van de begunstigde van de cheque op de provisie, heeft de Bank het recht om de betrokken rekening te debiteren voor een som gelijk aan het bedrag van de cheque tot er een akkoord is gesloten tussen de Klant en de begunstigde of tot er een definitief vonnis is uitgesproken. Deze maatregel geldt eveneens indien de Klant zich tegen de betaling van een cheque verzet.
De Bank kan op geen enkele wijze aansprakelijk worden gesteld indien zij optreedt zoals bedoeld in dit artikel 37.6. Alle kosten die uit deze handelwijze voortvloeien, met inbegrip van eventuele procedurekosten, zijn ten laste van de Klant.
Deze bepaling doet geen afbreuk aan de bepalingen van artikel 29 en 32 van de Eenvormige wet op de cheque, volgens dewelke de herroeping van een cheque slechts effect ressorteert na het verstrijken van de aanbiedingstermijn.
De Bank houdt geen rekening met herroepingen van cheques waarvan het bedrag 250 EUR niet overschrijdt.
De Bank is er niet toe gehouden gevolg te geven aan aanvragen tot verzet tegen of herroeping van een cheque na of tijdens de dag waarop de cheque ter betaling werd voorgelegd.
37.7. Alle kosten ingevolge het gebruik van cheques en onder andere inzake verzet, herroeping, certificatie of niet-betaling zijn ten laste van de Klant.
Artikel 38. Bijzondere bepalingen in verband met betalingsopdrachten
38.1. Onder “betalingsopdracht” wordt verstaan : elke opdracht aan de Bank om een betalingstransactie uit te voeren in de zin van het Wetboek van economisch recht. Dit zijn bij voorbeeld betalingen van of op een zichtrekening, maar niet betalingen van of op een spaarrekening.
38.2. Betalingsopdrachten moeten worden opgesteld in de daartoe geëigende vorm of op de daartoe geëigende informaticadrager. De Bank behoudt zich niettemin het recht voor om anders opgestelde betalingsopdrachten uit te voeren. Verrichtingen via Beobank Service Center, Beobank Online, Beobank Mobile of via automatische loketten (Beobank SelfBanking) worden uitgevoerd volgens eigen modaliteiten.
38.3. Zodra een betalingsopdracht door de Bank is ontvangen, kan ze niet meer worden herroepen, tenzij de (desgevallend door de Klant aangegeven) uitvoeringsdatum nog niet verstreken is; in dat geval kan de Klant de betalingsopdracht herroepen tot aan het einde van de bankwerkdag die aan de uitvoeringsdatum voorafgaat.
38.4. De Bank is niet verplicht te controleren of er overeenstemming bestaat tussen de identiteit van de opdrachtgever of de begunstigde enerzijds, en de aangeduide rekeningnummers die gedebiteerd of gecrediteerd moeten worden anderzijds. Wanneer de Bank een valse of vervalste opdracht zou hebben uitgevoerd, is de toepassing van de artikelen 1239, 1240,
1241 en 1937 van het Burgerlijk Wetboek uitdrukkelijk uitgesloten; de Bank is dus niet gehouden om de Klant (als bewaargever of schuldeiser) terug te betalen.
38.5. Betalingsopdrachten worden slechts uitgevoerd wanneer het saldo van de rekening voldoende is voor de betaling. Betalingsopdrachten worden niet gedeeltelijk uitgevoerd. Voor de uitvoering van betalingsopdrachten wordt niet noodzakelijk rekening gehouden met de volgorde waarin zij op de Bank toekomen.
38.6. De Bank zorgt ervoor dat de rekening van de bank van de begunstigde wordt gecrediteerd voor het bedrag van de betalingstransactie uiterlijk aan het einde van de eerstvolgende bankwerkdag na het tijdstip waarop de Bank de betalingsopdracht ontvangt. Indien het tijdstip van ontvangst niet op een bankwerkdag valt, wordt de betalingsopdracht geacht te zijn ontvangen op de eerstvolgende bankwerkdag. De Bank kan een uiterste tijdstip aan het einde van een bankwerkdag vaststellen, waarna een ontvangen betalingsopdracht wordt geacht op de eerstvolgende bankwerkdag te zijn ontvangen. Indien het gaat om een betalingsopdracht met toekomstige uitvoeringsdatum, wordt het tijdstip van ontvangst geacht de overeengekomen dag te zijn.
38.7. Voor betalingstransacties die op papier worden geïnitieerd, worden de termijnen bedoeld in artikel 38.6 van dit Reglement verlengd met een bijkomende bankwerkdag. Indien de Klant gebruik maakt van de mogelijkheid om cash geld te deponeren in een speciaal daartoe beveiligde brievenbus, dan wordt het tijdstip van ontvangst van de gelden geacht te vallen op de eerstvolgende dag waarop het desbetreffende verkooppunt open is.
38.8. De valutadatum van de creditering van de betaalrekening van de Klant valt op de bankwerkdag waarop het bedrag van de betalingstransactie op de rekening van de Bank wordt gecrediteerd. De Bank zorgt ervoor dat het bedrag van de betalingstransactie ter beschikking komt van de Klant onmiddellijk nadat het bedrag op de rekening van de Bank is gecrediteerd. De Bank kan niet aansprakelijk worden gesteld indien de gelden niet onmiddellijk kunnen worden afgehaald via automatische geldverdelers, andere dan deze gelegen in een Beobank Banking Center.
38.9. De valutadatum van de debitering van de betaalrekening van de Klant valt niet vroeger dan het tijdstip waarop het bedrag van de betalingstransactie van die rekening werd gedebiteerd.
Artikel 39. Aankoop en verkoop van buitenlandse deviezen
39.1. De Klant aanvaardt zich te schikken naar de bepalingen die worden voorgeschreven door de bevoegde wisseldiensten.
39.2. Indien de Klant zijn verplichtingen op de vervaldag niet nakomt, kan de Bank de aankoop- of verkoopovereenkomst opzeggen met onmiddellijke ingang. Elk verlies dat het gevolg zou zijn van de annulering van een verrichting op termijn, ongeacht de reden hiervoor, wordt ten laste gelegd van de Klant, desgevallend door debitering van zijn rekening.
HOOFDSTUK IV: BESCHERMING VAN DEPOSITO’S EN FINANCIËLE INSTRUMENTEN
Artikel 40. Draagwijdte van de bescherming
40.1. De Bank neemt deel aan het Belgische beschermingssysteem voor deposito’s en financiële instrumenten zoals geregeld in de Wet van 17 december 1998 en in het Koninklijk Besluit van 14 november 2008. Deze bescherming bestaat in een tussenkomst van het Beschermingsfonds voor Xxxxxxxx’x en Financiële Instrumenten en van het Bijzonder Beschermingsfonds voor Deposito’s en Levensverzekeringen, ten voordele van bepaalde spaarders en beleggers ingeval de Bank in gebreke blijft.
40.2. Binnen de limieten en onder de voorwaarden aangegeven in het reglement van tussenkomst van het Beschermingsfonds voor Deposito’s en Financiële Instrumenten (het “Fonds”) biedt dit systeem een dubbele bescherming.
De eerste bescherming dekt, ten belope van maximaal 100.000 EUR, het verlies van geld dat de Klant aanhoudt bij de Bank onder de vorm van:
a) deposito’s op (zicht-, termijn- of spaar-)rekeningen opgesteld in euro of in een andere munteenheid van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte,
b) kasbons, obligaties of andere bancaire schuldvorderingsbewijzen, uitgegeven door de Bank, opgesteld in euro of in een andere munteenheid van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte, die op naam staan en gedematerialiseerd zijn of in open bewaargeving worden gehouden of
c) gelddeposito’s die voor de Klant worden gehouden in afwachting van de verwerving van financiële instrumenten, ongeacht de munteenheid waarin ze zijn uitgedrukt.
De tweede bescherming dekt, ten belope van maximaal 20.000 EUR, de financiële instrumenten (d.w.z. effecten zoals aandelen, obligaties, gemeenschappelijke beleggingsfondsen, beveks,... ) die de Klant bij de Bank in bewaring heeft gegeven, in het geval de Klant deze effecten niet meer zou kunnen recupereren, mocht de Bank in gebreke blijven.
Deze beschermingen zijn cumuleerbaar. Derhalve kan het maximale bedrag dat het Fonds aan een spaarder of belegger kan toekennen, oplopen tot 120.000 EUR, afhankelijk van de aard en het bedrag van de activa die de Klant aan de Bank heeft toevertrouwd.
Deze dubbele bescherming dient te worden begrepen per (natuurlijke of rechts-) persoon en per financiële instelling die toegetreden is tot het Fonds. Alle schuldvorderingen van de Klant tegenover een financiële instelling die in gebreke blijft, en die in aanmerking komen voor een terugbetaling door het Fonds worden na wettelijke of conventionele vergelijking verrekend met de schulden van de Klant.
40.3. Binnen de limieten en overeenkomstig de bepalingen van zijn tegemoetkomings- reglement, biedt het Bijzonder Beschermingsfonds voor Deposito’s en Levens- verzekeringen een bescherming voor levensverzekeringscontracten met een gewaarborgde rentevoet die vallen onder tak 21 en onderworpen zijn aan het Belgische recht. Het Fonds komt tussen indien de verzekeringsonderneming in gebreke blijft, tot
100.000 EUR per verzekeringsnemer en per verzekeringsonderneming. Bijkomende inlichtingen zijn beschikbaar op de website xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx.
Artikel 41. Tegemoetkomingsreglement van het Beschermingsfonds voor Xxxxxxxx’x en Financiële Instrumenten
41.1. De precieze voorwaarden waaraan moet voldaan worden om een tegemoetkoming te bekomen zijn vermeld in het tegemoetkomingsreglement van het Beschermingsfonds voor Deposito’s en Financiële Instrumenten; dit reglement bepaalt de aard van de vergoedbare tegoeden, de berekeningsmethode van de tegemoetkoming, de voorwaarden waaraan de begunstigden moeten voldoen en hoe de tegemoetkoming praktisch in zijn werk gaat. Het genoemde reglement is beschikbaar op xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx.
41.2. Indien minstens twee personen rechten hebben op een rekening en hun rechten kunnen worden uitgeoefend op basis van de handtekening van slechts één van hen (handelend in een andere hoedanigheid dan die van volmachthouder), dan geniet elk van die personen een tussenkomst van het Fonds ten belope van het deel van de tegoeden dat hem toekomt. Behoudens andersluidende instructie worden de delen van de rechthebbenden geacht gelijk te zijn.
Indien de hierboven genoemde personen leden zijn van een vereniging, een groepering of een onverdeeldheid zonder rechtspersoonlijkheid en niet geïdentificeerd zijn of kunnen worden, dan worden zij in afwijking van de vorige paragraaf geacht slechts één persoon te zijn voor de berekening van de tussenkomst van het Fonds.
41.3. De tegoeden op een globale klantenrekening, alsook de tegoeden op een rubriekrekening op naam van individuele klanten genieten, wanneer de titularis deze niet meer kan terugvorderen, het bijzondere voorrecht van terugbetaling voorzien voor de deposito’s bedoeld in artikel 77, §1 van de Wet van 6 april 1995 op de controle van de beleggingsondernemingen.
41.4. Bijkomende inlichtingen kunnen worden bekomen bij het Beschermingsfonds voor Xxxxxxxx’x en Financiële Instrumenten, de Xxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx en op xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx.
HOOFDSTUK V: INCASSERING VAN HANDELSPAPIER
Artikel 42. Algemene bepalingen
De Bank kan instaan voor de incassering van handelspapier van diverse aard (effecten, cheques, kwijtingen, enz.) in België en het buitenland, alsook voor de documentaire incassering. Deze verrichtingen worden geregeld door de "Uniforme Reglementering betreffende de Incasseringen" (publicatie nr. 322) opgesteld door de Internationale Kamer van Koophandel te Parijs, in zoverre de bepalingen hiervan niet strijdig zijn met dit Reglement en de bijzondere voorwaarden die van kracht zijn tussen de Klant en de Bank. De Klant erkent de toepasselijkheid van de Uniforme Reglementering betreffende de Incasseringen. De desbetreffende verrichtingen zijn onderworpen aan het invorderingstarief dat beschikbaar is in alle agentschappen van de Bank.
De Bank is niet verplicht om de berichten die door de wet zijn voorzien in geval van niet- aanvaarding of niet-betaling, aan de Klant of aan andere ondertekenaars van de documenten op te sturen. De Bank zal deze berichten enkel versturen op uitdrukkelijk verzoek van de Klant en mits betaling van de kosten die deze met zich meebrengen.
Artikel 43. Bijzondere bepalingen met betrekking tot de tegeldemaking van handelspapier
Wanneer de Bank effecten en documenten verzendt binnen België of naar haar buitenlandse correspondenten teneinde deze te gelde te maken, dan doet zij dit voor rekening en op risico van de Klant.
De Bank is niet aansprakelijk voor de gevolgen van de foutieve uitvoering van de opdracht indien de instructies van de Klant onnauwkeurig, onvolledig of onjuist zijn. Zij is evenmin verantwoordelijk voor de gevolgen van de foutieve interpretatie die de correspondent zou geven aan de ontvangen instructies, of voor het feit dat deze zijn betalingen zou staken.
HOOFDSTUK VI: BELEGGINGSPRODUCTEN
Artikel 44. Algemeen
De Bank stelt aan haar Klanten in België beleggingsproducten voor, voornamelijk gemeenschappelijke beleggingsfondsen en beveks (“de Fondsen”). Af en toe stelt de Bank eveneens gestructureerde producten voor. Voor elk van deze producten stelt de Bank de juridisch vereiste documentatie ter beschikking met de nodige informatie over het product, de eventuele risico’s en kosten. De Klant is zelf verantwoordelijk om deze documentatie door te nemen, om meer uitleg te vragen indien iets hem niet duidelijk is, en om geen documenten te tekenen die hij niet volledig verstaat.
De Klant kan bij de Bank tevens individuele aandelen en obligaties aankopen.
Alle beleggingsproducten zijn blootgesteld aan risico’s met inbegrip van een mogelijk verlies van het belegde kapitaal. Beleggingsproducten zijn geen bankdeposito’s en worden niet gewaarborgd door de Bank.
De Bank beperkt zich tot het geven van beleggingsadvies en tot het ontvangen en doorgeven van orders en houdt zich vooralsnog niet bezig met discretionair vermogensbeheer (de Klant blijft zelf verantwoordelijk voor elke beleggingsbeslissing), noch met fiscaal, juridisch of erfrechtelijk advies (voor dergelijke vragen moet de Klant een extern adviseur raadplegen).
Artikel 45. Klantenclassificatie
De Bank beschouwt al haar Klanten als retail-klanten. Dit heeft tot gevolg dat de beleggingsklanten van de Bank de hoogste graad van bescherming onder de toepasselijke regelgeving genieten. De Bank voorziet niet in de mogelijkheid voor de Klant om van categorie te veranderen.
De Bank kan geen beleggingsrekening openen voor een Klant die volgens de Amerikaanse belastingwetgeving beschouwd wordt als US Person (een Amerikaanse staatsburger of resident, of een houder van een green card). Indien een bestaande Klant een US Person wordt (bijvoorbeeld door te verhuizen naar de Verenigde Staten), moet hij onmiddellijk de Bank informeren en zijn bestaande beleggingsrekening afsluiten. Indien zij binnen de 60 kalenderdagen geen instructies ontvangt van de Klant, kan de Bank voor rekening van de Klant overgaan tot de verkoop van de beleggingsproducten op de af te sluiten rekening, tegen marktwaarde.
Artikel 46. Beschrijving van het adviesmodel gehanteerd door de Bank voor de verkoop van beleggingsproducten en verzekeringsproducten met een spaar- of beleggingscomponent
46.1. Het adviesmodel van de Bank omvat alle tegoeden van een Klant bij de Bank en houdt rekening met zijn behoeften op het vlak van reserve, bescherming en groei.
Om beleggingsadvies te kunnen verstrekken dat geschikt is voor de Klant, moet de Bank vooraf de nodige informatie verzamelen. Daarom dient de Klant tijdens een voorafgaand gesprek informatie te verschaffen over zijn persoonlijke situatie, zijn beleggingsdoelstellingen, zijn risicoprofiel, zijn kennis en ervaring van producten, en indien van toepassing, de activaverdeling in zijn portefeuille in vergelijking met modelportefeuilles. Op basis van deze informatie, die wordt opgenomen in een vragenlijst, maakt de Bank het beleggingsprofiel op van de Klant. Klanten die weigeren informatie te geven over hun kennis en ervaring kunnen enkel een verkooptransactie uitvoeren.
46.2. Het advies van de Bank geeft aan of een transactie geschikt is voor de Klant, rekening houdend met zijn beleggingsprofiel.
De Bank beveelt slechts een selectie van aanbevolen fondsen en gestructureerde producten aan, maar nooit individuele aandelen of obligaties.
Als tussenpersoon in verzekeringen, kan de Bank tevens verzekeringsproducten aanbevelen met een spaar- of beleggingscomponent.
46.3. De klant is verplicht om de Bank in kennis te stellen van alle wijzigingen in eerder verstrekte informatie, en van alle nieuwe informatie die op het beleggingsprofiel van invloed kan zijn. De Bank nodigt de Klant ook regelmatig uit in haar kantoren om zijn beleggingsprofiel bij te werken.
46.4. Voor Klanten met een gemeenschappelijke beleggingsrekening maakt de Bank een beleggingsprofiel op naam van de relatie en geeft ze advies op basis van het beleggersprofiel van de relatie. Bij elke transactie houdt de Bank rekening met de kennis en ervaring van de medetitularis die effectief de transactie uitvoert.
46.5. Voor minderjarige Klanten, evenals voor ondernemingen en aanverwante entiteiten maakt de Bank een profiel aan op naam van de minderjarige, respectievelijk de onderneming en geeft ze advies op basis van dit profiel. Bij de beoordeling van de kennis en ervaring houdt de Bank rekening met de kennis en ervaring van de volmachthouder of de wettelijke vertegenwoordiger die effectief de transactie uitvoert.
46.6. Indien de Klant in het kader van een adviesrelatie beslist om het advies van de Bank niet te volgen en een transactie wenst uit te voeren die niet beantwoordt aan zijn profiel, kan de Bank deze transactie toch uitvoeren op voorwaarde dat de Klant over kennis en ervaring beschikt. In het verslag van het adviesgesprek wordt deze transactie aangeduid als zijnde “Tegen advies”.
46.7. Een Klant kan eveneens transacties uitvoeren op eigen initiatief en zonder advies van de Bank. De Bank kan deze transactie uitvoeren op voorwaarde dat de Klant de vragen heeft beantwoord met betrekking tot zijn kennis en ervaring. Alvorens de transactie uit te
voeren informeert de Bank de Klant over de al dan niet gepastheid van de transactie. In het verslag van het adviesgesprek wordt deze transactie aangeduid als zijnde “Zonder advies”.
46.8. Aan Klanten die niet wensen te handelen in het kader van een adviesrelatie of aan Klanten die systematisch handelen zonder of tegen advies van de Bank, kan de Bank vragen deze keuze te bevestigen op het document “Verklaring van kennis en ervaring”. Vanaf dan zal de Bank hen geen beleggingsadvies meer geven.
46.9. De Bank is niet verantwoordelijk voor het opvolgen van de beleggingsportefeuilles. De Bank adviseert de Klant wanneer hij een transactie wil uitvoeren, maar is niet verantwoordelijk om de Klant op eigen initiatief te contacteren met beleggingsvoorstellen of om hem te waarschuwen dat zijn beleggingsportefeuille niet meer in overeenstemming is met zijn profiel of activaverdeling.
Artikel 47. Uitvoeringsbeleid
47.1. De Bank streeft ernaar om eerlijk te handelen wanneer ze aan haar beleggingsklanten diensten van uitvoering van orders of van ontvangst en doorgifte van orders verstrekt.
De Bank heeft haar uitvoeringsbeleid onderverdeeld in drie categorieën, volgens het type van beleggingsproducten die ze verdeelt:
- fondsen,
- gestructureerde producten en
- andere financiële instrumenten met inbegrip van aandelen en obligaties genoteerd op gereglementeerde markten, eurobonds en staatsobligaties.
47.2. Orders van fondsen worden uitgevoerd tegen de netto inventariswaarde van het fonds op het moment van de uitvoering. Orders worden verwerkt via Fundsettle of via een corresponderende beleggingsonderneming. De orders moeten op tijd ontvangen worden, vóór de door de Bank toegepaste cut-off time.
47.3. Op regelmatige basis verdeelt de Bank eveneens gestructureerde producten. Alle informatie die vereist is om de belegging en de uitvoering te beoordelen wordt beschreven in het prospectus (inclusief alle in het prospectus door verwijzing opgenomen documenten en de Final Terms of het Pricing Supplement), dat ter beschikking is in alle verkooppunten, op de maatschappelijke zetel van de Bank of online op xxx.xxxxxxx.xx in geval van een publieke plaatsing. De definitieve Final Terms (of het definitieve pricing supplement) zullen na de afsluiting van de inschrijvingsperiode beschikbaar zijn in de verkooppunten, op de maatschappelijke zetel van de Bank of op xxx.xxxxxxx.xx. Voor elk aanbevolen gestructureerd product zal het verkooppunt ook altijd een technische fiche (fact sheet) bezorgen aan de Klant.
De Bank wijst de Klant erop dat een eventuele kapitaalbescherming enkel geldig is op de vervaldag. Niettemin kan de Klant zijn gestructureerde belegging(en) op eigen initiatief verkopen vóór de vervaldag, op voorwaarde dat het bedrag van zijn order minstens het toepasselijke minimumbedrag voor verkoop bedraagt. De orders tot vervroegde verkoop worden uitgevoerd tegen de biedprijs die door de tegenpartij gegeven wordt op het ogenblik van de uitvoering. De Klant kan een indicatieve secundaire marktprijs (biedprijs)
krijgen bij zijn verkooppunt en/of op xxx.xxxxxxx.xx; dit zijn echter historische prijzen (normaal gezien wekelijks aangepast); ze zijn enkel indicatief en garanderen op geen enkele wijze de prijs waartegen het order zal worden uitgevoerd. Het order tot vervroegde verkoop zal afgehandeld worden door Euroclear Core System (Euclid) en de bankrekening van de Klant bij de Bank zal overeenkomstig worden gecrediteerd.
47.4. Voor andere financiële instrumenten biedt de Bank enkel diensten aan van ontvangst en doorgifte van orders volgens de specifieke instructies die de Klant bevestigt op het transactieborderel. De Bank zal de orders met de specifieke instructies doorgeven aan een niet-verwante derde-makelaar, die deze orders zal uitvoeren.
De Klant kan de plaats van uitvoering kiezen uit een lijst van beurzen waartoe de makelaar toegang heeft. De keuze kan evenwel worden beperkt door de aard van het order (bv. voor minder liquide beleggingsproducten).
Bij gebrek aan specifieke instructies van de Klant of indien het onmogelijk is om de instructies van de Klant inzake de plaats van uitvoering te respecteren, zal het uitvoeringsbeleid van de derde-makelaar van toepassing zijn en zullen verscheidene factoren (zoals doorgaans beschikbare prijzen, liquiditeit en uitvoeringssnelheid) in overweging worden genomen. Verkooporders zullen altijd, zelfs indien de Klant een andersluidende instructie geeft, worden uitgevoerd op de beurs waar het financieel instrument initieel werd aangekocht. Door het indienen van een order stemt de Klant toe met het uitvoeringsbeleid en met de eventuele uitvoering van zijn order buiten een gereglementeerde markt of een multilaterale handelsfaciliteit (MTF).
De Bank herziet op regelmatige basis haar keuze van derde-makelaars om er zeker van te zijn dat zij op consistente wijze de “optimale uitvoering” (best execution) verschaffen. Ze kan zich hiervoor baseren op een algemeen overzicht van het uitvoeringsbeleid van de makelaar.
In zoverre de specifieke instructies van de Klant inzake de uitvoering van het order (en meer bepaald het type order en de keuze van de plaats van uitvoering) worden gevolgd, is het beleid van de makelaar inzake optimale uitvoering niet van toepassing.
47.5. Als de Bank op de hoogte wordt gebracht van een materiële moeilijkheid bij de uitvoering van een order, zal ze alle redelijke stappen ondernemen om de Klant hierover in te lichten.
47.6. Indien de Klant meer informatie wenst omtrent het uitvoeringsbeleid van de Bank, kan hij steeds de Bank contacteren.
Artikel 48. Rapportering aan de Klant
48.1. Elke verrichting op effecten die uitgevoerd wordt door tussenkomst van de Bank geeft aanleiding tot de verzending van een bericht van uitvoering ten laatste op de dag volgend op de dag waarop de Bank zelf bevestiging van de uitvoering heeft ontvangen. Behoudens onmiddellijke betwisting vanwege de Klant, wordt de verrichting beschouwd als definitief goedgekeurd door de Klant.
48.2. De Bank stuurt de Klant minstens eenmaal per jaar een overzicht van de waarden die ze in bewaring heeft. Als de Klant de Bank niet onmiddellijk verwittigt dat hij het hiermee niet eens is, wordt het overzicht geacht als juist te zijn erkend.
Artikel 49. Uitvoeringsmodaliteiten
49.1. De Bank kan zich gelasten met de uitvoering van beursorders in België en in het buitenland.
De Bank behoudt zich het recht voor om de orders door te geven aan een gereglementeerde beleggingsonderneming voor uitvoering.
De orders worden uitgevoerd op risico van de Klant, in overeenstemming met de instructies die aan de Bank werden gegeven, evenals met de gebruiken en reglementeringen van de beurs waar zij worden uitgevoerd.
De Bank kan de orders van de Klant in één of meerdere fases uitvoeren, afhankelijk van de marktvoorwaarden die op dat ogenblik gelden.
Alle instructies van de Klant worden uitgevoerd overeenkomstig de marktprijzen, die toepasselijk zijn op het moment van de verrichting, behalve indien de Klant uitdrukkelijk koerslimieten aan de Bank heeft opgelegd.
De instructies vanwege verschillende Klanten betreffende dezelfde categorieën van roerende waarden, worden door de Bank uitgevoerd in volgorde van ontvangst.
49.2. De door de Klant aangekochte effecten worden automatisch in een effectendossier geplaatst dat op naam van de Klant wordt geopend en dat onderworpen is aan het tarief voor bewaarlonen toepasselijk voor het deponeren van dergelijke effecten. De opening van een effectenrekening veronderstelt de opening van een daaraan gekoppelde zicht- of spaarrekening bij de Bank, teneinde verrichtingen toe te staan van aankoop, verkoop, regularisatie of inning van de coupons van effecten. De gelden afkomstig van de verkoop van effecten worden als credit geboekt op de eraan gekoppelde klantenrekening.
49.3. De Bank behoudt zich het recht voor:
a) om orders te weigeren inzake verrichtingen en producten die de Bank gewoonlijk niet behandelt;
b) om enkel orders die schriftelijk zijn ontvangen uit te voeren;
c) om orders enkel op dezelfde dag uit te voeren indien zij vóór 11 uur ’s ochtends van diezelfde werkdag binnenkomen; zoniet, dan kan de Bank het order uitvoeren op de eerstvolgende werkdag;
d) om aankooporders slechts uit te voeren voor zover het bedrag dat beschikbaar is op de rekening minstens gelijk is aan de waarde van het order (vermeerderd met makelaarslonen en taksen), of minstens 135% van deze waarde indien het order is uitgedrukt in een buitenlandse munt; voor aankooporders zonder koerslimiet kan de Bank een bijkomende marge in acht nemen; indien het aankooporder uitgevoerd werd zonder dat het bedrag op de rekening toereikend was, kan de Bank het deel van de gekochte effecten dat onbetaald is gebleven opnieuw verkopen op kosten van de Klant;
e) om verkooporders slechts uit te voeren na ontvangst van de effecten en na deponering ervan in een effectendossier;
f) om een aankooporder dat gekoppeld is aan een verkooporder pas uit te voeren nadat het verkooporder is gerealiseerd;
g) om op kosten van de Klant de effecten terug te kopen die het voorwerp zijn van een verkooporder en die niet tijdig werden geleverd of onregelmatig zijn;
h) om de opbrengst van de verkoop van effecten aan te wenden voor de aanzuivering van de verbintenissen van de Klant ten overstaan van de Bank, wat ook de aard van deze verbintenissen moge zijn;
i) om de aangekochte effecten als waarborg aan te wenden indien er op de rekeningen van de Klant onvoldoende provisie is voor de terugbetaling van het bedrag van de verrichting.
49.4. De Klant kan zijn order niet herroepen. De Bank behoudt zich derhalve het recht voor om de annulering hiervan te weigeren. Als de Klant zijn order wilt wijzigen en de Bank dit niettemin aanvaardt, dan moet de Klant een borderel tot annulering van het oorspronkelijke order ondertekenen, en daarna een nieuw order met zijn aangepaste instructies geven. Iedere afwijking van het onherroepelijke karakter van een order, moet louter als een gedogen vanwege de Bank worden beschouwd en zal nooit een recht op herhaling creëren. De annuleringskosten kosten worden vrij door de Bank vastgelegd in functie van de interne of externe kosten van de Bank, welke rechtstreeks of onrechtstreeks uit de annuleringsaanvraag voortvloeien. Deze kosten worden volledig door de Klant gedragen.
Indien de Klant een nog niet uitgevoerd order bevestigt, zonder uitdrukkelijk aan te geven dat het om een bevestiging gaat, dan zal dit order worden beschouwd als een nieuw order dat aan het eerste wordt toegevoegd.
In principe worden ingediende orders automatisch geannuleerd wanneer de financiële instrumenten waarop ze betrekking hebben, het voorwerp uitmaken van een financiële verrichting (betaling coupon, dividenden enz.) die ter kennis werd gebracht van de Bank.
Bij gebrek aan andersluidende instructies blijven orders geldig tot de laatste dag van het jaar waarin zij gegeven worden.
49.5. Voor beursorders die op buitenlandse beurzen worden uitgevoerd en onmiddellijk uitvoerbaar zijn, zal de afrekening plaatsvinden aan de wisselkoers van het moment waarop de Bank het order van de Klant afrekent. Indien het order niet onmiddellijk uitvoerbaar is, zal de afrekening gebeuren aan de wisselkoers van het moment waarop de Bank het bericht van uitvoering uit het buitenland ontvangt; indien geen wisselkoers wordt genoteerd op die dag, dan zal de Bank zich baseren op de eerstvolgende notering.
Indien de opdrachtgever niet vermeldt dat de verrichting langs een deviezenrekening moet verlopen, dan zal zij verrekend worden in euro.
49.6. De orders worden uitgevoerd volgens de voorwaarden voorzien in de tarievenlijst van de Bank, die beschikbaar is in al haar verkooppunten en op xxx.xxxxxxx.xx. Door het geven van een order geeft de Klant te kennen dat hij instemt met deze tarievenlijst. De Bank rekent geen rechtstreekse kost aan voor beleggingsadvies, maar ontvangt wel
commissies voor haar tussenkomst in de uitvoering van (geadviseerde en niet- geadviseerde) orders.
De Bank is enkel verplicht om de rekening van de Klant te crediteren wanneer ze de gelden of de financiële instrumenten die voortvloeien uit verrichtingen effectief ontvangen heeft. In ieder geval (zelfs bij afwezigheid van een uitdrukkelijke vermelding) worden de rekeningen gecrediteerd “onder gebruikelijk voorbehoud” en onder voorbehoud van het effectief binnenkomen van de gelden of financiële instrumenten op de rekening. De Bank is gemachtigd om iedere verrichting, waarvan de afloop betwist wordt, terug te boeken op de rekening van de Klant.
49.7. De effecten die het voorwerp uitmaken van beursverrichtingen of van inschrijving, reizen op risico en op kosten van de Klant.
Artikel 50. Inschrijvingen
De Bank kan instaan voor de inschrijving van haar Klanten op uitgiften, kapitaalverhogingen, enz. in België en in het buitenland. Zij kan eveneens instaan voor de aankoop en de verkoop van inschrijvings- of toewijzingsrechten. De voorwaarden voorzien in de bepalingen van dit Reglement inzake uitvoeringsmodaliteiten zijn eveneens van toepassing op deze verrichtingen.
Artikel 51. Regularisatie van effecten
De Bank kan instaan voor alle regularisaties in België en in het buitenland, zoals de vernieuwing van couponbladen, omwisselingen, afstempelingen, en vergelijkbare verrichtingen.
Artikel 52. Terugbetaalbare coupons en effecten - Kasbons
52.1. De Bank kan instaan voor het innen van terugbetaalbare coupons en effecten.
52.2. Indien de aan de Klant uitgekeerde terugbetaalbare coupons of effecten nadien niet door de Bank kunnen worden geïnd ingevolge verzet, afschrijving of welke andere oorzaak ook, dan behoudt de Bank zich het recht voor om de rekening van de Klant ambtshalve te debiteren voor het bedrag dat zij betaald heeft of, indien dit onmogelijk is, om van de Klant de terugbetaling van dit bedrag te eisen, vermeerderd met alle kosten en koersverschillen.
Bij afgifte door de Klant van fysieke coupons voor inning, is de Bank verplicht om uitdrukkelijk voorbehoud te maken wat betreft de goede afloop van de verrichting. Bij onmogelijkheid om tot inning over te gaan, behoudt de Bank zich het recht voor om niet over te gaan tot betaling ervan.
Coupons die niet worden geïnd, worden niet gekapitaliseerd en brengen dus geen enkele interest op, afgezien van de kasbons waarvoor interestkapitalisatie is voorzien.
52.3. Gezien de beperkingen inzake de handel in deviezen en de export van kapitalen, die in verschillende landen bestaan of later kunnen worden uitgevaardigd, is de Bank genoodzaakt het meest uitdrukkelijke voorbehoud te maken wat de goede afloop van de in het buitenland uitgevoerde verrichtingen betreft.
52.4. Op uitdrukkelijke vraag van de Klant kan de Bank een door haar tussenkomst uitgegeven kasbon terugkopen vóór de vervaldag. De Klant kan zijn aanvraag tot terugkoop bij de Bank indienen ten vroegste 2 kalendermaanden na de datum van uitgifte en ten laatste 2 kalendermaanden vóór de vervaldatum van de kasbon. De Bank zal een terugkoopprijs aan de Klant voorstellen. Als de Klant deze prijs aanvaardt, zal de terugkoop onder deze voorwaarden plaatsvinden. De kosten en eventuele taksen verbonden aan de terugkoop zijn ten laste van de Klant, aan het op dat ogenblik geldende tarief.
Artikel 53. Bewaring van effecten - Deponering en terugneming
53.1. De Klant kan effecten deponeren en gedematerialiseerde effecten inschrijven op een effectenrekening geopend bij de Bank. De Bank treedt in dat geval op als bewaarnemer van de betrokken effecten. De Bank houdt zich evenwel het recht voor om de deponering of inschrijving van bepaalde effecten te weigeren of te aanvaarden onder voorwaarden.
53.2. Deposito’s van effecten kunnen alle werkdagen gebeuren tijdens de openingsuren van de loketten. Bij het deponeren van Belgische of buitenlandse effecten, wordt aan de Klant een kwijting afgeleverd met de identificatie van de effecten die in bewaring gegeven worden.
53.3. De Klant geeft de Bank de toelating om de effecten die hij haar heeft toevertrouwd, in bewaring te geven bij Belgische of buitenlandse (inter)professionele bewaarnemers. Dienaangaande aanvaardt de Klant dat de verplichtingen voortvloeiend uit de reglementen, gebruiken en overeenkomsten tussen de Bank en de onderbewaarnemer hem tegenstelbaar zijn.
De verantwoordelijkheid van de Bank beperkt zich tot de selectie en een periodiek onderzoek van deze onderbewaarnemers. Zij houdt daarbij rekening met de reputatie en de deskundigheid van de onderbewaarnemers. De Bank is niet verantwoordelijk voor het verlies van de effecten bij de onderbewaarnemer en voor onrechtmatige handelingen van de onderbewaarnemer, tenzij indien zou blijken dat de Bank bij de selectie van de onderbewaarnemer een keuze heeft gemaakt die een normaal en zorgvuldig bankier in dezelfde omstandigheden niet zou hebben gemaakt. Bij onvermogendheid van de onderbewaarnemer is het mogelijk dat de Klant niet al zijn activa recupereert .
In voorkomend geval kan de onderbewaarnemer beschikken over een voorrecht, een recht van compensatie of een ander zakelijk zekerheidsrecht ten overstaan van de effecten van de Klant.
De effecten worden bij de onderbewaarnemer gedeponeerd op een globale rekening op naam van de Bank (omnibusrekening). De Bank zal er te allen tijde op toezien dat effecten die haar zelf toebehoren, in haar bestanden duidelijk onderscheiden worden van diegene die ze bij de onderbewaarnemer bewaart voor rekening van de Klant.
53.4. De Bank heeft een aantal procedures ingesteld om de activa die ze voor rekening van de Klant bijhoudt, zo goed mogelijk te beschermen; met name een duidelijke en nauwkeurige interne boekhouding van de activa bijgehouden voor rekening van de Klant, veiligheids- procedures in verband met het aanvaarden van instructies, regelmatig nazicht van de boekhouding van de Bank, regelmatige audits en opleiding en/of certificatie van haar aangestelden.
De Bank zal de effecten van de Klant niet gebruiken in verband met effectenfinancieringstransacties of anderszins van deze effecten gebruik maken voor eigen rekening of voor rekening van een andere Klant.
53.5. De Klant geeft de nodige instructies betreffende de verrichtingen die dienen te worden uitgevoerd met in bewaring gegeven effecten. Bij gebrek aan instructies voert de Bank de verrichtingen naar best vermogen uit voor rekening van de Klant. In dit geval is zij niet verantwoordelijk voor de eventuele laattijdige uitvoering van deze verrichtingen. Dit geldt ondermeer voor de uitoefening van inschrijvingsrechten, voorkeurrechten en alle andere rechten die gekoppeld zijn aan de gedeponeerde effecten.
De Bank erkent geen adviesverplichting in het kader van de deponering van effecten. Bij gebrek aan instructies vanwege de Klant, heeft de Bank geen enkele verplichting om dit gebrek op de ene of de andere manier te ondervangen.
De Bank zal bovendien niet aansprakelijk zijn voor het niet in kennis stellen van een Klant van het bestaan van class actions of collectieve acties, proxy voting of gelijkaardige operaties, ook al zou de Bank op de hoogte zijn van deze acties of operaties en ook al zou de Bank occasioneel het bestaan van zulke acties of operaties aan de Klant meedelen.
Onder bepaalde voorwaarden kan de Bank een beding van naakte eigendom en vruchtgebruik koppelen aan een effectenrekening. De voorwaarden voor de opening en de werking van een dergelijke rekening worden bepaald in een afzonderlijke overeenkomst, die getekend moet worden door alle naakte eigenaars en vruchtgebruikers. De Bank geeft geen advies in deze materie.
53.6. De Bank is niet aansprakelijk voor schade die de Klant zou lijden ingevolge onregelmatigheden die dateren van voor de deponering en bijvoorbeeld betrekking hebben op de uitoefening van bepaalde rechten die gekoppeld zijn aan de effecten, de juridische geldigheid van de eigendom of het bezit van de effecten enz..
De Bank is enkel verantwoordelijk voor de weglating of de niet-uitvoering van verrichtingen die in het order staan vermeld, indien de Klant aantoont dat de Bank een zware fout heeft begaan of bedrog heeft gepleegd.
53.7. De Klant aanvaardt dat de effecten die hij in bewaring geeft, onderworpen zijn aan het principe van de fungibiliteit (d.w.z. de onderlinge verwisselbaarheid) en dat zij dus kunnen worden vervangen door effecten met andere nummers maar van dezelfde aard en met gelijke waarde - tenzij dit niet verenigbaar zou zijn met de kenmerken van het effect.
HOOFDSTUK VII: DE NOMINEE-DIENST
Artikel 54. Het beleggen in aandelen op naam
De belegger die inschrijft op aandelen op naam heeft de keuze om zichzelf rechtstreeks als aandeelhouder in te schrijven in het aandelenregister van een instelling voor collectieve belegging, ofwel in te gaan op het aanbod van de nominee-dienst, die voorgesteld wordt door de Bank en omschreven wordt in de FSMA-circulaire van 24 oktober 2007.
De nominee-dienst houdt in dat de rechten van elke houder van aandelen op naam (de "Nominee-belegger") worden ingeschreven op een individuele effectenrekening bij de Bank (de “Nominee”), maar gezamenlijk voor het geheel van de Nominee-beleggers worden ingeschreven in het aandelenregister van de instelling voor collectieve belegging.
De Bank staat in voor de correcte registratie van de rechten van de Nominee-beleggers in de individuele effectenrekeningen. Als centraliserende tussenpersoon staat de Bank bovendien in voor hun inschrijving in het aandelenregister. De Nominee-belegger kan de toestand en de waardering van zijn aandelen op naam continu opvolgen, dankzij de regelmatige mededelingen van de Bank.
De rechtsverhouding tussen de Bank en de Nominee-beleggers, evenals de individuele rechten van elke Nominee-belegger worden beheerst door het Belgische recht.
Artikel 55. Informatie aan de Nominee-beleggers
De Nominee-belegger heeft recht op de mededeling van alle informatie die volgens de wet moet worden meegedeeld aan houders van aandelen op naam (periodieke rapporten, documenten inzake algemene vergaderingen, jaarrekeningen enz.). De Bank zal deze inlichtingen verschaffen via een link op haar website naar de websites van de fondshuizen; elke Nominee-belegger zal uitgenodigd worden om die websites te raadplegen teneinde inlichtingen te bekomen over de aandelen op naam die zijn ingeschreven op zijn effectenrekening.
Het stemrecht van de aandeelhouder komt in het Nominee-stelsel niet in het gedrang. Indien de Nominee-belegger geen gebruik maakt van zijn stemrecht, zal de Bank – mits dit toegelaten is door de wetgeving waaraan de instelling voor collectieve belegging is onderworpen - het stemrecht eventueel uitoefenen namens de Nominee-belegger en dit steeds uitsluitend in het belang van de Nominee-belegger.
De Nominee-belegger die gebruik wenst te maken van zijn stemrecht, moet de Bank contacteren om een attest van aandeelhouderschap te bekomen. Om te kunnen stemmen dient hij dit attest over te maken aan de instelling voor collectieve belegging en moet hij de praktische instructies volgen die gegeven worden door de instelling voor collectieve belegging.
Artikel 56. Vrijblijvend karakter van het Nominee-stelsel
De Klant heeft steeds het recht om van bij de aanvang te kiezen voor de rechtstreekse inschrijving van zijn aandelen in het aandeelhoudersregister. Tevens kan hij op elk moment kiezen om van het nominee-stelsel over te schakelen naar een rechtstreekse inschrijving. In dit geval wordt hij rechtstreeks en in persoonlijke naam ingeschreven in het aandelenregister van de instelling voor collectieve belegging. De belegger dient deze keuze steeds tijdig en uitdrukkelijk te maken en mee te delen aan de Bank. Omdat de behandeling van inschrijvingen en bewegingen in het kader van rechtstreekse inschrijvingen extra administratief werk vergt voor de Bank, zal zij kosten aanrekenen voor elke rechtstreekse inschrijving, evenals voor elke wijziging van een nominee- inschrijving naar een rechtstreekse inschrijving. Deze kosten worden weergegeven in de tarievenlijst van de instelling voor collectieve belegging.
Artikel 57. Gevolgen in geval van insolventie van de Nominee
Ingevolge het Koninklijk Besluit nr. 62 van 10 november 1967 betreffende de bewaargeving van vervangbare financiële instrumenten en de vereffening van transacties op deze instrumenten, heeft de houder van de inschrijving op een effectenrekening (hier de Nominee-belegger) een terugvorderingsrecht met betrekking tot de effecten die zijn eigendom zijn; dit terugvorderingsrecht is tegenstelbaar aan derden, met name ingeval van insolventie van de Bank. In dit kader kan het voorkomen dat de aanspraken in rechte van de Nominee-belegger in conflict komen met de aanspraken van andere schuldeisers van de Bank. De patrimoniumrechten van de belegger zijn in dat geval verzekerd dankzij de inschrijving op een effectenrekening.
HOOFDSTUK VIII: VERHURING VAN XXXXXXXXXXXX
Artikel 58. Algemeenheden
De Bank kan brandkoffers ter beschikking stellen aan Klanten die over een zichtrekening beschikken. De Bank aanvaardt in dit kader slechts een middelenverbintenis overeenkomstig de bepalingen van het huurcontract voor de brandkoffer. De huurtarieven voor de koffers worden gepubliceerd in de tarievenlijst van de Bank, die beschikbaar is in haar verkooppunten en op xxx.xxxxxxx.xx. Indien men de toegangscode kwijt is of heeft vergeten, zijn de boorkosten ten laste van de huurder.
HOOFDSTUK IX: TOEPASSELIJKE REGELS INZAKE BETAAL-
INSTRUMENTEN
Artikel 59. Definitie
De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op alle betaalinstrumenten in de zin van het Wetboek van economisch recht, met inbegrip van:
- kredietkaarten en debetkaarten die toegang verschaffen tot de diensten van de Beobank Service Centers, Atos, Banxafe, enz. en
- de toegangscodes, uitrusting en instrumenten die de Klant toelaten om bankverrichtin- gen uit te voeren of informatie te vergaren over zijn rekeningen via Beobank Online, bv. de Digipass en de Beobank mobile app
(hierna genoemd “Betaalinstrument(en)”).
Artikel 60. Verantwoordelijkheden van de Klant inzake Betaalinstrumenten
60.1. De Klant dient het Betaalinstrument te gebruiken in overeenstemming met dit Reglement en de bijzondere voorwaarden die desgevallend van toepassing zijn op de uitgifte en het gebruik van het Betaalinstrument. Zodra hij het Betaalinstrument ontvangt, dient de Klant alle redelijke maatregelen te nemen om de veiligheid van het Betaalinstrument en zijn gepersonaliseerde veiligheidskenmerken (bv. de geheime code) te waarborgen. Met name deelt de Klant nooit zijn geheime code mee, zelfs niet aan een (vermeende) vertegenwoordiger van de Bank. Bovendien vermijdt de Klant voor de hand liggende cijfercombinaties zoals zijn geboortedatum of de geboortedatum van een familielid, de postcode van zijn gemeente, een deel van zijn telefoonnummer, een reeks cijfers van het type 1111, 1234, enz.. De Klant vermijdt het gebruik van dezelfde geheime code voor verschillende betaalinstrumenten, al of niet uitgegeven door de Bank. De Klant mag het Betaalinstrument nooit onbewaakt laten op het werk, op een openbare plaats of op een voor het publiek toegankelijke plaats.
60.2. Van zodra de Klant kennis heeft van het verlies, de diefstal of het onrechtmatige of niet- toegestane gebruik van het Betaalinstrument, moet hij dit onmiddellijk melden aan de Bank door het Beobank Service Center te bellen op het nummer 02/626.50.50. Professionele Klanten kunnen terecht op het nummer 02/626.57.00.
60.3. Vóór de kennisgeving van de feiten is de Klant ten belope van maximaal 150 EUR aansprakelijk voor de gevolgen van het gebruik ingevolge het verlies of de diefstal van het Betaalinstrument, evenals voor het onrechtmatige gebruik van het Betaalinstrument indien hij heeft nagelaten de veiligheid van de gepersonaliseerde veiligheidskenmerken te waarborgen. Deze beperking geldt niet indien de Klant bedrieglijk heeft gehandeld, dan wel opzettelijk of met grove nalatigheid één of meer van zijn verplichtingen niet is nagekomen. Tenzij hij bedrieglijk of opzettelijk heeft gehandeld, wordt de Klant niet aansprakelijk gesteld indien het Betaalinstrument werd gebruikt zonder fysieke voorlegging en zonder elektronische identificatie, of indien het werd nagemaakt door een derde of onrechtmatig werd gebruikt, terwijl de Klant op het moment van de betwiste transactie in het bezit was van het Betaalinstrument.
Als grove nalatigheid worden onder meer beschouwd:
- de geheime code in een gemakkelijk herkenbare vorm noteren op het Betaalinstrument of op een voorwerp of document dat in de nabijheid van het Betaalinstrument wordt bewaard;
- de geheime code laten bestaan uit al te voor de hand liggende cijfercombinaties, zoals de eigen geboortedatum of opeenvolgende cijfers;
- diefstal of verlies niet onmiddellijk melden na vaststelling hiervan.
60.4. De gevolgen van elk gebruik na de melding zijn voor rekening van de Bank, tenzij de Klant bedrieglijk heeft gehandeld of opzettelijk of met grove nalatigheid één of meer van zijn verplichtingen niet is nagekomen.
60.5. De Klant blijft er niettemin altijd toe gehouden oprecht samen te werken met de Bank en/of de autoriteiten, in geval van bedrieglijk gebruik van het Betaalinstrument.
Artikel 61. Verantwoordelijkheden van de Bank inzake Betaalinstrumenten
61.1. De Bank is verantwoordelijk voor:
- de niet-uitvoering of de onjuiste uitvoering van transacties met behulp van een Betaalinstrument, verricht op apparaten, terminals of voorzieningen die door de Bank worden aanvaard en waarop zij al dan niet toezicht houdt;
- de transacties verricht zonder de instemming van de Klant;
- elke fout in het beheer van de rekening, behalve wanneer de niet-uitvoering, de onjuiste uitvoering, de onregelmatigheid of de fout aan de Klant kan worden toegeschreven.
61.2. Wanneer de Bank verantwoordelijk is, zal ze de Klant onmiddellijk schadeloos stellen. De Bank behoudt zich evenwel het recht voor om eerst een prima facie onderzoek uit te voeren met betrekking tot bedrog in hoofde van de Klant. De genoemde schadeloosstelling bevat, in zoverre toepasselijk, het bedrag van de niet-uitgevoerde of onjuist uitgevoerde transactie, het bedrag dat vereist is om de aanvankelijke situatie te herstellen, eventuele andere financiële compensaties en in voorkomend geval de rente op de voornoemde bedragen.
61.3. Aangezien de informatie-uitwisseling tussen de informaticasystemen van Atos en de Bank niet geïntegreerd is, kan er een verschil bestaan tot maximum één bankwerkdag in de update van informatie tussen de beide systemen. De saldi die in elk van de twee systemen aangegeven worden, houden dus niet noodzakelijk rekening met verrichtingen die op dezelfde dag worden uitgevoerd op het andere systeem.
Artikel 62. Gebruikslimieten
De uitvoering van verrichtingen is beperkt tot het beschikbare bedrag op de rekening en tot één of meer maximumbedragen per type verrichting en/of per periode vastgesteld door de Bank en meegedeeld aan de Klant op de wijze die de Bank gepast acht. Deze limieten kunnen variëren naargelang het gekozen Betaalinstrument en zijn veiligheidskenmerken. Binnen de limieten meegedeeld door de Bank, kan de Klant de gebruikslimieten van het Betaalinstrument wijzigen via een schriftelijk verzoek aan de Klantendienst.
Artikel 63. Blokkering van het Betaalinstrument
De Bank heeft het recht om het Betaalinstrument te blokkeren om objectief gerechtvaardigde redenen die verband houden met de veiligheid van het Betaalinstrument, het vermoeden van niet-toegestaan of bedrieglijk gebruik of, in het geval van een Betaalinstrument verbonden met een kredietovereenkomst, het aanzienlijk toegenomen risico dat de Klant niet in staat is zijn betalingsplicht na te komen. De Bank stelt de Klant van de blokkering op de hoogte, tenzij dit objectief gerechtvaardigde veiligheidsoverwegingen zou doorkruisen of verboden is krachtens andere toepasselijke wetgeving.
Artikel 64. Kosten van Betaalinstrumenten en de daaraan verbonden diensten
Artikel 65. Transacties in andere deviezen
Transacties in andere valuta dan de euro worden op het rekeninguittreksel zowel in euro als in de desbetreffende munteenheid weergegeven. De omrekening naar euro gebeurt op basis van de wisselkoers die geldt op de dag waarop de transacties door de Bank boekhoudkundig worden verwerkt.
Artikel 66. Beobank-kaarten
66.1. De Beobank-kaart is persoonlijk en moet onmiddellijk na ontvangst worden gehandtekend op de rugzijde. De Klant mag de kaart aan niemand anders toevertrouwen. De kaart is bestemd voor de aanschaf van goederen en diensten zonder contante betaling in handelszaken die het logo van de kaart voeren, voor overdrachten naar een andere rekening (cash transfers) en voor cashafhaling aan geldautomaten of bij betalingsdienstaanbieders die het logo van de kaart afficheren.
66.2. Ten laatste tijdens de maand die volgt op de verzending van de kaart, ontvangt de Klant een geheime code in een gesloten omslag. Hij mag als enige deze code kennen. Ook de Bank is niet op de hoogte van deze code. De code vervangt de geschreven handtekening bij elektronisch betalingsverkeer en vormt behoudens betwisting het bewijs van het akkoord van de Klant. De Klant neemt alle noodzakelijke voorzorgsmaatregelen zodat derden de kaart niet kunnen gebruiken. De Klant deelt zijn code aan niemand mee, noteert ze nergens en vernietigt het document waarop de code wordt vermeld. Indien de Klant zijn geheime code is vergeten, dient hij de Klantendienst (02/626.50.50) te verwittigen. Er wordt dan een nieuwe code aangemaakt, die zal worden toegestuurd naar zijn thuisadres.
66.3. De Klant die beschikt over een debetkaart met het logo voor contactloos betalen, kan ook zonder het gebruik van zijn geheime code verrichtingen uitvoeren tot het maximumbedrag dat de Bank bepaalt in haar tarieven. Om veiligheidsoverwegingen zal
de Klant na het overschrijden van dit maximumbedrag opnieuw zijn geheime code moeten invoeren, ook voor een lager bedrag.
66.4. Bij een kaartbetaling in een tankstation is het exacte bedrag van de betaling niet vooraf gekend en dus wordt er een vast bedrag gereserveerd tijdens de tankbeurt. Het exacte bedrag van de tankbeurt zal onmiddellijk na de tankbeurt worden afgetrokken van het bedrag dat beschikbaar is voor de betalingen met de kaart. Het saldo van het gereserveerde bedrag wordt uiteraard onmiddellijk vrijgegeven.
66.5. De kaart is geldig tot de laatste dag van de maand en het jaar die op de kaart worden vermeld. Wanneer de kaart vervalt, wordt automatisch een nieuwe kaart gestuurd naar de Klant, voor zover hij steeds aan zijn financiële verplichtingen heeft voldaan. De Bank is verantwoordelijk voor de verzending van de kaart tot de ontvangst ervan door de Klant. Van zodra de Klant zijn nieuwe kaart ontvangt, dient hij de oude te vernietigen.
Artikel 67. Klachten- en buitengerechtelijke beroepsprocedure
Afgezien van de klachtenprocedure die voorzien is in artikel 17 van dit Reglement, kan de Klant zich voor klachten inzake betaalinstrumenten wenden tot de Algemene Directie Economische Inspectie bij de FOD Economie, K.M.O. en Middenstand, Centrale Diensten
– Front Office, NG III, 3e verdieping, Xxxxxx Xxxxxx XX-xxxx 00, 0000 Xxxxxxx (tel.: 02/000.00.00).