BESLUIT (EU) 2021/1897 VAN DE RAAD
(Niet-wetgevingshandelingen)
INTERNaTIONaLE OVEREENKOMSTEN
BESLUIT (EU) 2021/1897 VAN DE RAAD
van 28 juni 2021
betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake de gemeenschappelijke luchtvaartruimte tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds
DE RaaD VaN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 100, lid 2, in samenhang met artikel 218, leden 5 en 7,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Overwegende hetgeen volgt:
(1) Op 12 december 2006 heeft de Raad de Commissie gemachtigd om onderhandelingen te openen met Oekraïne over een Overeenkomst voor een gemeenschappelijke luchtvaartruimte. Die onderhandelingen hebben geleid tot de parafering van de Overeenkomst inzake een gemeenschappelijke luchtvaartruimte tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds (“de overeenkomst”) op 28 november 2013.
(2) De ondertekening van de overeenkomst namens de Unie en de voorlopige toepassing ervan moeten de bevoegdheidsverdeling tussen de Unie en de lidstaten onverlet laten. Dit besluit mag niet zodanig worden geïnterpreteerd dat gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid van de Unie om haar externe bevoegdheid uit te oefenen op gebieden waarop de overeenkomst betrekking heeft en die onder gedeelde bevoegdheid vallen, in zoverre de Unie die bevoegdheid nog niet intern heeft uitgeoefend.
(3) Om zo snel mogelijk de voordelen van de overeenkomst te kunnen genieten, dient zij te worden ondertekend en op voorlopige basis te worden toegepast, in afwachting van de voltooiing van de voor de inwerkingtreding ervan vereiste procedures.
(4) De te volgen procedure behoort te worden vastgesteld met betrekking tot het standpunt dat de Unie moet innemen ten aanzien van besluiten die het gemengd comité overeenkomstig artikel 15, lid 3, punt a), van de overeenkomst neemt, waarbij wetgeving van de Unie wordt opgenomen in bijlage I bij die overeenkomst,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VaSTGESTELD:
Artikel 1
De ondertekening, namens de Unie, van de Overeenkomst inzake een gemeenschappelijke luchtvaartruimte tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Oekraïne, anderzijds, wordt hierbij goedgekeurd, onder voorbehoud van de sluiting van deze overeenkomst (1).
(1) Zie blz. 3 van dit Publicatieblad.
Artikel 2
De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) de Overeenkomst namens de Unie te ondertekenen.
Artikel 3
De overeenkomst wordt overeenkomstig artikel 38, lid 3, ervan op voorlopige basis toegepast, in afwachting van de voltooiing van de voor de inwerkingtreding ervan vereiste procedures.
Artikel 4
De Commissie is gemachtigd om, na ruim van tevoren te hebben overlegd met de Raad of, naar goeddunken van de Raad, met zijn voorbereidende instanties, het standpunt vast te stellen dat de Unie moet innemen ten aanzien van besluiten die het gemengd comité overeenkomstig artikel 15, lid 3, punt a), van de overeenkomst neemt om bijlage I bij de overeenkomst te herzien, voor zover het de opneming van wetgeving van de Unie in die bijlage betreft, onder voorbehoud van de nodige technische aanpassingen.
Artikel 5
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Luxemburg, 28 juni 2021.
Voor de Raad De voorzitter
M. do X. xXXXXXX