PARTIJEN
Concept Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 0000 Xxxxxxxxx Xxxxxxx
Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied
Concept- Versie6 dd 29 mei2013
PARTIJEN
1. De provincie Utrecht, gevestigd te Utrecht aan Achimedeslaan 6 te Utrecht, hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door <PERSOON> , handelend ter uitvoering van het besluit van gedeputeerde staten van <DATUM>, kenmerk …..hierna te noemen: ‘Opdrachtgever’.
2. Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, in deze vertegenwoordigd door gemandateerde, hierna te noemen: ‘Opdrachtnemer’.
Gezamenlijk te noemen partijen,
OVERWEGENDE
• dat partijen in 2013 zullen werken aan een verdere invulling van professioneel opdrachtgever- en opdrachtnemerschap;
• dat deze Dienstverleningsovereenkomst voor 2013 een overeenkomst in ontwikkeling is;
Verklaren te zijn overeengekomen:
BEGRIPPEN
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
a. Opdrachtgever: de organisatie aan wie de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving en het voeren van verweer is opgedragen.
b. Opdrachtnemer: de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied die de opdracht van de Opdrachtgever aanneemt.
c. Opdracht: de afspraak tussen Opdrachtnemer en Opdrachtgever waarin de Opdrachtnemer zicht verbindt werkzaamheden te verrichten tegen een afgesproken vergoeding door de Opdrachtgever.
d. BRZO: Besluit risico’s zware ongevallen 1999.
e. IPPC: Richtlijn IntegratedPollution Prevention and Control (2008/1/EG) evenals diens opvolger Richtlijn Industriële emissies (2010/75/EU).
f. IPPC– 4: Inrichtingen die vallen onder de in bijlage 1 van de IPPC genoemde activiteiten in categorie 4, zijnde chemische industrie.
g. Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
ARTIKELEN
Artikel 1. Opdrachtomschrijving
1.1 De Opdrachtgever verleent aan de Opdrachtnemer de opdracht tot het uitvoeren van de BRZO-taken , de taken voortvloeiend uit de Wabo voor wat betreft de milieu-onderdelen en de taken uit de Wet milieubeheer voor de bedrijven in het gebied van de Opdrachtgever die vallen onder het BRZO en de IPPC-categorie 4.
1.2 Bij het uitvoeren van de opdracht neemt de Opdrachtnemer het door de Opdrachtgever verleende mandaat in acht.
1.3 De binnen de opdracht te leveren taken, producten en diensten zijn op hoofdlijnen omschreven in bijlage 1 van dit document. De Opdrachtnemer aanvaardt de opdracht.
1.4 Op de opdracht bedoeld in het eerste lid is het Dienstverleningshandvest Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied van toepassing, zoals vastgesteld op 9 januari 2013 door het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst (zie bijlage 3).
Artikel 2. Productcatalogus
Ter uitvoering van deze overeenkomst handelen partijen volgens de in de Productcatalogus van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied per product vastgelegde kwaliteitseisen en afspraken. Voor zover er nog geen Productcatalogus beschikbaar is, zijn de landelijk in de
‘Landelijke Aanpak Toezicht (LAT) Risicobeheersing Bedrijven’ vastgelegde kwaliteitseisen van toepassing.
Artikel 3. Verplichtingen Opdrachtgever
3.1 De Opdrachtgever blijft als bevoegd gezag verantwoordelijk voor de te verlenen omgevingsvergunning, waaronder de kwaliteit daarvan, voor het toezicht en voor de handhaving. De Opdrachtnemer verplicht zich tot een juiste en zorgvuldige uitoefening van de opdracht, met inachtneming van de daarbij te geven instructies, en met inachtneming van de wet.
3.2 De Opdrachtgever zal alle informatie die de opdrachtnemer nodig heeft voor zijn taakuitvoering op aanvraag digitaal aanleveren.
3.3 De Opdrachtgever is verantwoordelijk voor het opstellen van een lokaal handhavingsprogramma. De Opdrachtnemer kan hierbij adviseren over op te nemen acties rond de BRZO- en/of IPPC-4-bedrijven. Bij aanvang van 2013 wordt gewerkt met vigerende lokale handhavingsprogramma’s.
3.4 De Opdrachtgever blijft verantwoordelijk voor zaken en procedures die zijn aangevangen voor afsluiting van de dienstverleningsovereenkomst, tenzij expliciet anders overeengekomen.
3.5 De Opdrachtgever blijft verantwoordelijk voor eventuele onjuistheden en gebreken in bestaande dossiers die worden overgedragen aan de Opdrachtnemer en voorts voor gebreken ontstaan door afstemming van de verschillende digitale systemen voor zover die zijn ontstaan door gebreken van het systeem van de Opdrachtgever.
Artikel 4. Verplichtingen Opdrachtnemer
4.1 De Opdrachtnemer is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het geleverde advies, vergunning, toezicht of handhaving zover behorend tot het opgedragen takenpakket.
4.2 De Opdrachtnemer bekijkt, indien van toepassing, de situatie ter plaatse en wint, indien nodig, informatie in over de lokale situatie.
4.3 Op verzoek van Opdrachtgever licht Opdrachtnemer haar verleende diensten toe.
4.4 De Opdrachtnemer rapporteert aan de Opdrachtgever over de voortgang van de opdracht. De rapportages omvatten standaard:
• het aantal ontvangen en behandelde vergunningaanvragen en/of meldingen;
• het aantal uitgevoerde controles;
• het aantal ingekomen en afgehandelde klachten;
• het aantal geconstateerde overtredingen;
• het aantal opgelegde sancties;
• het aantal ingekomen handhavingsverzoeken, bezwaar- en beroepschriften met betrekking tot de genomen beschikkingen en de voortgang daarvan;
• overige relevante informatie.
Artikel 5. Leveringstermijnen
5.1 Voor adviezen in het kader van een Omgevingsvergunning worden door de Opdrachtnemer zodanige termijnen in acht genomen dat een tijdige besluitvorming binnen de wettelijke termijnen niet in het geding komt.
5.2 Voor adviezen en overige producten die niet in het kader van een Omgevingsvergunning worden verstrekt, gelden de termijnen, zoals die tussen de Opdrachtnemer en de Opdrachtgever worden afgesproken.
Artikel 6. Kwaliteitseisen
6.1 Bij het uitwisselen van gegevens maken de partijen desgevraagd gebruik van de vooraf vastgestelde standaarden en modellen indien die door de Opdrachtgever geleverd worden.
6.2 De Opdrachtnemer levert een advies, toezicht of handhaving van adequaat niveau. Hieronder wordt in ieder geval verstaan dat de wijze waarop de toetsing van aanvragen plaatsvindt, duidelijk, eenduidig, transparant, juridisch correct en herleidbaar dient te zijn. Voorts dat bij adviezen en vergunningen altijd het aspect van handhaafbaarheid wordt meegenomen.
6.3 Xxxxxxxx, alsmede brieven en beschikkingen inzake toezicht en handhaving en vergunningen dienen tijdig te worden geleverd, zorgvuldig tot stand te komen en/of deugdelijk gemotiveerd te zijn.
Artikel 7. Relatiebeheer
7.1 Partijen wijzen relatiebeheerders aan die bij de uitvoering van de overeenkomst optreden als aanspreekpunt.
7.2 De relatiebeheerders van partijen voeren zo vaak als nodig is overleg over de voortgang van de dienstverlening en de inhoud en werking van de in en krachtens deze overeenkomst gestelde rechten en verplichtingen.
Artikel 8. Procesafspraken over duur, wijziging, beëindiging
8.1 De overeenkomst wordt gesloten voor een periode van vijf kalenderjaren met een jaarlijkse actualisatie.
8.2 De overeenkomst kan in goed overleg worden verlengd voor een periode van vijf jaar. Iedere verlenging dient uitdrukkelijk en schriftelijk te geschieden.
8.3 Indien een van de partijen tijdens de uitvoering van de overeenkomst constateert dat het voor een behoorlijke uitvoering geboden is om wijziging aan te brengen in de te verlenen diensten, dan wel deze aan te vullen, licht deze partij de andere partij in en treden partijen in overleg.
8.4 De partijen kunnen alleen wijzigingen aanbrengen in de artikelen van deze dienstverleningsovereenkomst wanneer zowel Opdrachtgever als Opdrachtnemer hiermee schriftelijk instemmen.
Artikel 9. Financiële aspecten
Financiering vindt plaats middels kwartaalbevoorschotting. Met deze DVO is voor 2013 een bedrag van € 90.900 gemoeid, zoals gespecificeerd in bijlage 1, punt 1, voor een periode van 6 maanden. Ingangsdatum voor de betalingsverplichting is de ingangsdatum van de werkzaamheden 1 juli 2013. Afgerekend wordt op basis van de werkelijk gemaakte uren.
Artikel 10. Bezwaar en beroep
Na het verlenen of afwijzen van een beschikking dient de Opdrachtnemer, indien door de Opdrachtgever gewenst, het advies, de vergunning of de handhavingsbeschikking binnen de door de Opdrachtgever gegeven termijn schriftelijk (verweerschrift) en/of mondeling (bij de hoorzitting) toe te lichten tijdens bezwaar en beroep. Tevens dient de Opdrachtnemer, in bezwaar en beroepszaken de aan de beschikking ten grondslag liggende stukken binnen de daartoe gegeven termijn over te leggen.
Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend
te Zaanstad datum 2013
Het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied,
de secretaris de voorzitter
xx.xx. R.D. Woittiez drs. Th.L.N. Weterings
te Utrecht datum: 2013
Namens het college van gedeputeerde staten van de provincie Utrecht,
Bijlage 1 Specificatie opdrachtomschrijving op hoofdlijnen
1. Taken die de Opdrachtgever structureel aan de Opdrachtnemer opdraagt, zijn:
2. Hoofdtaak | Xxxxxx in uren per jaar | Bedrag per jaar | Omvang in uren vanaf 1 juli voor 2013 | Bedrag voor 2013 vanaf 1 juli |
Vergunningverlening | 800 | € 72.000 | 400 | € 36.000 |
Wabo-milieu | 800 | 400 | ||
Wabo-overig | 0 | 0 | ||
Toezicht & Handhaving | 920 | € 82.800 | 460 | € 41.400 |
XXXX | 000 | 000 | ||
XXXX coördinatie | 120 | 60 | ||
Wabo-Wet milieubeheer | 400 | 200 | ||
Wabo-overig | 0 | 0 | ||
Meerwerk | 300 | € 27.000 | 150 | € 15.750 |
Totaal | 2.020 | € 181.800 | 1.010 | € 90.900 |
Er is gerekend met een standaard uurtarief van € 90 exclusief BTW.
Structureel betreft de taak naar schatting 2.020 uren per jaar ad € 181.800. De ingangsdatum is 1 juli 2013. Daarom is voor 2013 voor 6 maanden met deze DVO € 90.900 gemoeid voor
1.010 uren.
Een deel van de taak is vraagafhankelijk, bijvoorbeeld het aantal te behandelen vergunningaanvragen of meldingen. Ook het aantal handhavingstrajecten is niet goed voorspelbaar. Voor deze producten wordt een vast bedrag begroot en in de bevoorschotting opgenomen. Aan het eind van het jaar wordt afgerekend op basis van de werkelijk bestede uren. Xxxxxxx van mogelijke overschrijding wordt vroegtijdig met u het gesprek aangegaan over herpriotering of extra financiering. Om te voorkomen dat tussentijds het aantal uren omhoog gesteld moet worden is een post met meerwerk van 300 uur opgenomen. Dit geldt voor de taken die zijn opgenomen in de dienstverleningsovereenkomst.
3. Onder de taken wordt verstaan dat toegepast voor de bedrijven genoemd in artikel 3 van deze bijlage de volgende taken worden uitgevoerd:
• vergunningverlening van door de Opdrachtgever te verlenen Wabo-vergunningen
(inclusief BRZO) of de afhandeling van hieraan verwante meldingen (milieu), waarbij de betreffende gemeente adviseert over de in de vergunning op te nemen BRIKS-aspecten;
• toezicht (integraal) over de onder de Wabo, BRZO, Wet milieubeheer en onderliggende
AMvB’s vallende regelgeving;
• onderzoek van overlastmeldingen in het kader van de Wet milieubeheer;
• handhavingbeschikkingen in het kader van de Wabo, BRZO, Wet milieubeheer en onderliggende AMvB’s vallende regelgeving;
• bedrijfsmatige bodemtaken volgens het Besluit bodemkwaliteit;
• deelname aan (voor-)overleggen die met deze taken samenhangen.
Daarnaast worden in het kader van de begeleidingonder BRZO-toezicht de volgende taken uitgevoerd:
• het voorbereiden van een periodiek bestuurlijk vast te stellen inspectieprogramma BRZO;
• het jaarlijks voorbereiden van een BRZO-inspectie jaarprogramma;
• zorg dragen voor informatieverstrekking aan de coördinerende BRZO-RUD (DCMR) ten behoeve van rapportages aan het Rijk (‘Staat van de Veiligheid’), invoeren van gegevens in het Register Risicosituatie Gevaarlijke Stoffen (RRGS, Risicokaart) en andere verplichte vormen van informatieverstrekking over BRZO.
4. Het betreft momenteel de bedrijven:
a. SC Johnson Europlant B.V., Xxxxx Xxxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 XX Xxxxxxxxx;
b. Handelsmaatschappij Smit Vecht, Xxxxxxx 00, 0000 XX Xxxxxxxxxx;
c. GBV Weco Vuurwerk BV, Xxxxxxxxxxxx 00, 0000 XX Xxxxxxxxxx.
Naar verwachting zal er in 2013 een vergunning worden aangevraagd voor een vierde bedrijf. Dit bedrijf zal dan worden toegevoegd aan deze lijst. De uren voor dit vierde bedrijf zijn in de urenberekening meegenomen.
5. De opdrachtnemer voldoet aan het volgende door opdrachtgever gestelde kpi’s:
% binnen de termijn verleende milieuvergunningen | 90% |
% van het aantal gecontroleerde bedrijven dat de bij de eerste controle aangetroffen (majeure) overtredingen binnen de daar voor bestemde termijn ongedaan heeft gemaakt zonder toepassing van bestuursdwang | 75% |
% van het geplande aantal Wm-bedrijven dat in 2013 1x is bezocht en gecontroleerd | 90% |
% van de milieuklachten waarover binnen 2 weken na het indienen van de milieuklacht aan de klager wordt gemeld hoe de provincie ermee om zal gaan | 80% |
6. Door de vestiging of sluiting van bedrijven of veranderingen in bedrijven kan het aantal bedrijven waarop deze Dienstverleningsovereenkomst betrekking heeft veranderen. Indien dit het geval is treden de Opdrachtgever en Opdrachtnemer zo spoedig mogelijk met elkaar in overleg om vast te stellen welke gevolgen dat heeft voor deze overeenkomst en de eis om aan de wettelijke verplichtingen te voldoen.
7. Indien in het kader van een Omgevingsvergunning leges of in het kader van een handhavingszaak dwangsommen moeten worden geïnd, wordt dit gedaan door de Opdrachtgever, volgens de provinciale procedure. De Omgevingsdienst stelt de benodigde informatie ter beschikking.
8. De Opdrachtnemer voert de taken uit binnen de door de Opdrachtgever in bijlage 2 geformuleerde beleidskaders.
9. Indien de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied het voornemen heeft om een gemeenschappelijk handhavingsprogramma of een nalevingsstrategie vast te stellen, wordt het voornemen hiertoe tijdig kenbaar gemaakt naar de Opdrachtgever. Het streven is om gemeenschappelijk beleid zo veel als mogelijk vooraf af te stemmen. De Opdrachtnemer ziet een meerwaarde in een gemeenschappelijk handhavingsprogramma voor de deelnemers in de gemeenschappelijke regeling en de BRZO-contractspartners. De Opdrachtnemer is voornemens om in overleg met alle partners een gemeenschappelijk handhavingsprogramma op te stellen; de vaststelling daarvan gebeurd door de Opdrachtgevers.
10. Op basis van de aan de Omgevingsdienst verstrekte gegevens kan (nog) geen acceptatiescan uitgevoerd worden. De verstrekte gegevens geven geen blijk van ernstige achterstanden en knelpunten bij de Opdrachtgever. Indien in de loop van 2013 blijkt dat die er toch zijn, zullen partijen overleggen over uitvoering. Zij kunnen dan beslissen om achterstanden en
knelpunten op te lossen en de meerkosten daarvan te verrekenen (à € 90 per uur en projectgebonden kosten) of te heroriënteren binnen het beschikbare budget.
11. Deze Dienstverleningsovereenkomst is een stap in een groeiproces naar een uitontwikkeld professioneel opdrachtgever- en opdrachtnemerschap, zoals is beschreven in het Bedrijfsplan van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. Vanwege dit proces zal de Opdrachtnemer in 2013 in beginsel eenmaal per vier maanden rapporteren over deze voortgang. Operationeel inhoudelijke afstemming over vergunningen, inspecties, handhaving en advies vindt plaats tussen medewerkers van Opdrachtgever en Opdrachtnemer. De opdrachtnemer spant zich in om één maal per maand de kengetallen bij de Opdrachtgever aan te leveren.
12. De Opdrachtnemer levert de jaarrekening van de Omgevingsdienst en een verantwoordingsrapportage over 2013 in beginsel vóór 1 maart 2014 op incl. een verklaring van een onafhankelijke accountant die onder meer toetst aan de van toepassing zijnde regelgeving.
13. Deze Dienstverleningsovereenkomst bevat afspraken over de opdracht die de Opdrachtgever geeft aan de Omgevingsdienst. Omdat de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied vanaf 2013 gebouwd en gevormd wordt, kan een deel van de gewenste opdracht nu nog niet in deze Dienstverleningsovereenkomst worden verwerkt. Dit betreft onder meer wensen over de vormgeving en organisatie van de frontoffice en de ict en de gevolgen van keuzes hieromtrent voor zowel de opdracht gevende partij als de Omgevingsdienst.
Zo nodig zullen hierover op een later moment aanvullende afspraken aan de DVO worden toegevoegd. Uitgangspunt is dat de Opdrachtnemer het loket en front-office is voor vergunningaanvragen en de front-office voor milieuklachten.
14. De Opdrachtnemer betrekt bij de Wabo-brede vergunningverlening medewerkers van de Opdrachtgever bij de onderdelen die niet over milieu inclusief BRZO gaan, zoals de toetsing aan de vigerende bestemmingsplannen of welstand. De relevante procedures worden in samenhang en zo integraal mogelijk door de Opdrachtnemer in opdracht van de Opdrachtgever uitgevoerd.
15. De Samenwerkingsovereenkomst Wabo tussen de Provincie Utrecht en de gemeenten in Utrecht van 12 oktober 2010 is hierbij onverminderd van toepassing. Dat betekent dat in het geval van een meervoudige omgevingsvergunning de betreffende gemeente de gedeelten van de vergunning niet zijnde milieu aanlevert bij de Opdrachtnemer en dat de Opdrachtgever de volledige vergunning verleend. In het geval van een onderdeel uit de Waternet leveren de waterschap dit deel aan. Integrale handhaving vindt plaats in overleg met de betreffende gemeenten en/of waterschappen. Voor 2014 zullen nieuwe afspraken gemaakt worden over de afhandeling van meervoudige omgevingsvergunningen. Het voornemen van de Opdrachtgever is om de taken voor de BRZO-bedrijven Wabo-breed in te brengen.
Bijlage 2 Beleidskaders
Elke Opdrachtgever stelt zelf beleid vast. Wat betreft beleidskaders voor uitvoeringsbeleid streeft de Omgevingsdienst ernaar dit zoveel als mogelijk op elkaar af te stemmen.
De Opdrachtnemer baseert zich bij de uitvoering van de taken ten behoeve van de Opdrachtgever, naast de landelijke beleidskaders, ook op de door Opdrachtgever geformuleerde beleidskaders welke in deze bijlage genoemd zijn.
Voor de in opdracht van de Provincie Utrecht uit te voeren taken zijn de volgende beleidskaders relevant:
• Bestuurlijk toezichtprogramma majeure risicobedrijven Regio Xxxxxx Xxxx 0000-0000
• Provinciale Nalevingsstrategie Omgevingsrecht 2012-2015 (vastgesteld door GS op 20-12- 2011)
• Beleidsplan Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving 2013-2015 (vastgesteld door GS op 14-5-2013)
• Beleidsnota Grijze en groene regelgeving
• Samenwerkingsovereenkomst Wabo tussen de Provincie Utrecht en de gemeenten in Utrecht, 12 oktober 2010;
• Landelijke Handhavingsstrategie XXXX 0000 dd 14 januari 2012
Bijlage 3 Dienstverleningshandvest Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2013
Het algemeen bestuur van het openbaar lichaam Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied
Overwegende dat het wenselijk is algemene voorwaarden te stellen waaronder de omgevingsdienst zijn dienstverlening aan zijn opdrachtgevers verricht;
Gelet op
artikel 231 e.v. van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek;
artikel 35 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied;
Besluiten
het navolgende handvest vast te stellen:
het Dienstverleningshandvest Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2013
Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen
Artikel 1: Begripsbepalingen
In dit dienstverleningshandvest wordt verstaan onder:
a. eigenaar: | het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst, bedoeld in artikel 4 van de regeling; |
b. opdrachtnemer: | Het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst, bedoeld in artikel 4 van de regeling; |
c. opdrachtgever: | Gedeputeerde staten van een provincie, het college van burgemeester en wethouders van een gemeente, het dagelijks bestuur van een waterschap; |
de dienstverleningsovereenkomst, bedoeld in artikel 36 van de regeling, getroffen tussen opdrachtgever en opdrachtnemer met inachtneming van dit dienstverleningshandvest; | |
e. ambtenaren: | ambtenaren, als bedoeld in artikel 1 van de Ambtenarenwet alsmede degenen die op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam zijn; |
f. basistakenpakket: | het vigerende basistakenpakket, zoals vastgesteld door het |
Interprovinciaal Overleg, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de Unie van Waterschappen en de ministers van Justitie en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu; | |
g. directeur: | de secretaris van de Omgevingsdienst, bedoeld in artikel 26 van de regeling; |
h. plustakenpakket: | alle taken waarvan de uitvoering wordt opgedragen aan de Omgevingsdienst, voor zover deze niet behoren tot het basistakenpakket; |
i. regeling: | de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied; |
j. Omgevingsdienst: | het openbaar lichaam bedoeld in artikel 3 van de regeling |
k. stadsdeel: | een stadsdeel als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Verordening op de stadsdelen van de gemeente Amsterdam |
x. xxxxxxxxxxx: | de basistaken en de plustaken. |
Hoofdstuk 2: Takenpakket
Artikel 2: Minimale inbreng
Een opdrachtgever draagt ten minste de uitvoering van de bevoegdheden genoemd in artikel 32 van de regeling op aan de opdrachtnemer, voor zover hij voor de eigen gemeente, provincie of stadsdeel en waterschap bevoegd zijn.
Artikel 3: Basistakenpakket
Indien de landelijke wet- en regelgeving of het basistakenpakket worden veranderd, kan dit bindende gevolgen hebben voor het takenpakket. De opdrachtnemer inventariseert welke gevolgen dit heeft voor het takenpakket van de Omgevingsdienst en zorgt dat de opdrachtgever hiervan op de hoogte wordt gesteld.
Artikel 4: Plustaken
1. Een opdrachtgever kan een verzoek tot structurele uitbreiding van het takenpakket ter kennis brengen van de eigenaar.
2. Als een opdrachtgever een taak structureel wil inbrengen geldt hiervoor een minimumperiode van vijf jaren, onverminderd het bepaalde in artikel 5, vierde lid.
3. De eigenaar kan, op voordracht van de opdrachtnemer, een verzoek om plustaken uit te voeren weigeren omdat de taken niet in het expertisepakket of het karakter van de Omgevingsdienst passen of omdat de taken niet naar behoren uit kunnen worden gevoerd.
4. Opdrachtgever en opdrachtnemer maken nadere afspraken over de uitvoering van de plustaken door opdrachtnemer in de dienstverleningsovereenkomst. Daarbij wordt in elk geval het moment van start van de uitvoering geregeld.
Artikel 5: Voorwaarden aan vermindering van het takenpakket
1. Opdrachtgever kan een verzoek tot vermindering van het takenpakket schriftelijk ter kennis brengen van de opdrachtnemer. De opdrachtnemer informeert de eigenaar hieromtrent.
2. Een verzoek tot vermindering van het basistakenpakket wordt gelijkgesteld met een verzoek tot uittreding als bedoeld in artikel 54 van de regeling.
3. Het tweede lid is niet van toepassing, wanneer wijzigingen in nationale en bovennationale wet- en regelgeving nopen tot wijziging van het takenpakket.
4. In afwijking van het tweede lid wordt een verzoek tot vermindering van het takenpakket van de provincie Utrecht of Flevoland behandeld overeenkomstig een verzoek voor vermindering van plustaken.
5. Voor een verzoek tot stopzetting van plustaken wordt een opzegtermijn van tenminste één jaar in acht genomen. De opdrachtgever moet de met deze opzegging gepaard gaande redelijke frictiekosten vergoeden.
Hoofdstuk 3: Dienstverlening
Artikel 6: Uitgangspunten
1. De opdrachtnemer staat in voor de integriteit van zijn handelen, dient ten opzichte van de opdrachtgever (des)kundig te handelen, dient zijn professionele en relationele onafhankelijkheid te waarborgen, vermijdt dat in de dienstverlening andere belangen dan die van de dienstverlening zelf een rol spelen en verplicht zich ertoe de opdrachtgever op zijn handelwijze aan te spreken indien deze zich niet als goed opdrachtgever gedraagt.
2. De opdrachtgever staat in voor een verantwoord opdrachtenbeleid.
3. De opdrachtgever is zorgvuldig in het verstrekken van informatie die gevraagd en ongevraagd nodig is om de dienstverlening goed en doelmatig te kunnen uitvoeren.
4 De opdrachtgever stelt zich als betrouwbare partner op door afspraken op tijd en volledig na te komen, inclusief het betalen van de facturen.
Artikel 7: Totstandkoming dienstverlening
De dienstverlening vangt aan, zodra een dienstverleningsovereenkomst en het daarbij behorende mandaatbesluit zijn vastgesteld. In de dienstverleningsovereenkomst kan een andere termijn van aanvang worden afgesproken.
Artikel 8: Opdrachtgeverschap en opdrachtnemerschap
1. De opdrachtgever kan een ambtenaar werkzaam bij zijn provincie, gemeente, waterschap onderscheidenlijk stadsdeel machtigen hem te vertegenwoordigen als opdrachtgever. Dit dienstverleningshandvest is dan onverkort van toepassing op de handelingen van deze ambtenaar.
2. De opdrachtnemer kan de directeur of een ambtenaar werkzaam bij de Omgevingsdienst machtigen hem te vertegenwoordigen als opdrachtnemer. Dit dienstverleningshandvest is dan onverkort van toepassing op de handelingen van deze ambtenaar.
Artikel 9: Kaders uitoefening bevoegdheden
1. De opdrachtnemer betrekt bij de uitoefening van de aan hem opgedragen bevoegdheden het ter zake opgestelde beleid van de opdrachtgever alsmede de door het vertegenwoordigende orgaan van de betreffende gemeente, provincie, waterschap onderscheidenlijk stadsdeel vastgestelde kaders.
2. Een ambtenaar is niet bevoegd tot het nemen van een besluit indien hij een persoonlijk belang heeft bij het uitoefenen van die bevoegdheid.
3. De opdrachtgever treedt bij voorgenomen nieuw beleid of beleidswijzigingen in overleg met de opdrachtnemer inzake uitvoeringsaspecten indien dat beleid raakt aan de taken en bevoegdheden die de Omgevingsdienst uitvoeren.
4. De opdrachtgever zendt de opdrachtnemer alle informatie die noodzakelijk is voor de uitvoering van het bepaalde in het eerste lid.
5. Indien de opdrachtnemer vindt dat in afwijking van het beleid bedoeld in het eerste lid, moet worden besloten, dan legt hij het concept- besluit voor aan de opdrachtgever.
Artikel 10: Informatieplicht
1. Een ieder aan wie bij of krachtens de regeling of dit dienstverleningshandvest mandaat of ondermandaat is verleend, informeert de opdrachtgever bij zwaarwegende omstandigheden en gebeurtenissen die betrekking hebben op de gemandateerde bevoegdheden.
2. Onverminderd het eerste lid, heeft de opdrachtnemer een aan de uitoefening van de bevoegdheid voorafgaande informatieplicht en een signaleringsplicht jegens de opdrachtgever indien de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid voor de opdrachtgever naar verwachting politieke en maatschappelijke gevolgen kan hebben of indien een besluit tot consequentie kan hebben dat de opdrachtgever aansprakelijk kan worden gesteld of anderszins kan worden aangesproken. In de gevallen bedoeld in de vorige volzin verschaft de opdrachtnemer alle benodigde informatie en voert hij overleg met de opdrachtgever alvorens de bevoegdheden uit te oefenen.
3. De directeur en de burgemeester, commissaris van de koningin of het college overleggen regelmatig over de planning, de aantallen en de kwaliteit van de te nemen en reeds genomen besluiten door de directeur namens de burgemeester, commissaris van de koningin en het college.
Hoofdstuk 4:
Financiering vindt plaats middels kwartaalbevoorschotting. Dit geldt voor zowel de lumpsum bijdrage als de bijdrage via programmabudgetten. De opdrachtgever voorziet de opdrachtnemer voor 1 januari van het eerste kwartaalvoorschot. Kader voor de eindafrekening zijn de producten uit de Productcatalogus en een per jaar vastgesteld uurtarief voor losse opdrachten. Zie ook artikel 2.
Artikel 11: Planning en control cyclus
Jaarlijks stelt de eigenaar, op voordracht van de opdrachtnemer, voor 1 januari de precieze kalender voor de Planning en control cyclus van de Omgevingsdienst vast, waarbij wordt gezorgd voor een goede aansluiting van de cycli voor begroting en jaarrekening van de Omgevingsdienst en de gemeente, de provincie, het waterschap onderscheidenlijk het stadsdeel.
Artikel 12: Tariefvaststelling
Jaarlijks stelt de eigenaar de tarieven vast die voor de dienstverleningsovereenkomst van het volgende jaar van belang zijn.
Artikel 13: Productcatalogus
1. Jaarlijks stelt de opdrachtnemer de Producten- en Dienstencatalogus voor de Omgevingsdienst voor het volgende jaar vast, waarin de standaardkwaliteitseisen voor de te leveren producten en de daarbij behorende prijsstelling zijn vastgelegd.
2. Tussentijds is het toegestaan om in goed overleg tussen de opdrachtgever en de opdrachtnemer de Producten- en Dienstencatalogus of de standaardkwaliteitseisen te wijzigen ten behoeve van optimalisering van de werkzaamheden.
3. De opdrachtnemer kan wijzigingen van de Producten- en Dienstencatalogus in overweging nemen, indien de noodzaak daartoe door meer dan één opdrachtgever is aangegeven en in vol- doende mate is gemotiveerd.
Artikel 14: Standaard dienstverleningsovereenkomst
1. Jaarlijks stelt de opdrachtnemer de standaard dienstverleningsovereenkomst voor de Omgevingsdienst voor het volgende jaar vast, die later per opdrachtgever kan worden ingevuld met producten, aantallen en bedragen, als ook kan worden aangevuld met overige in onderling overleg tussen opdrachtnemer en opdrachtgever te bepalen zaken.
2. De opdrachtnemer kan wijzigingen van standaard dienstverleningsovereenkomst in overweging nemen, indien de noodzaak daartoe door meer dan één opdrachtgever is aangegeven en in vol- doende mate is gemotiveerd.
Hoofdstuk 5: Aansprakelijkheden
Artikel 15: Aansprakelijkheid
1. De opdrachtgever blijft aansprakelijk voor de vermogensrechtelijke gevolgen van de besluiten die namens hem in mandaat worden genomen door het dagelijks bestuur of ambtenaren, onverminderd het bepaalde in artikel 1:1, vierde lid, en artikel 10:2 van de Algemene wet bestuursrecht.
2. De Omgevingsdienst is aansprakelijk voor de tekortkomingen in de uitvoering van de opdracht door de opdrachtnemer, voor zover deze het gevolg zijn van het niet in acht nemen door de opdrachtnemer van de zorgvuldigheid, de (des)kundigheid dan wel de professionaliteit waarop in het kader van de betrokken dienstverlening mag worden vertrouwd.
3. De aansprakelijkheid voor de schade veroorzaakt door de tekortkomingen wordt beperkt tot het bedrag van de dienstverlening dat de Omgevingsdienst voor zijn werkzaamheden in het kader van die betreffende dienstverlening heeft ontvangen.
Artikel 16: Verzekering
Betrokken partijen regelen in goed overleg, en samen met hun verzekeraars, dat hun wettelijke aansprakelijkheidsrisico’s in verband met de uitvoering van deze overeenkomst zijn verzekerd en houden deze verzekering gedurende de looptijd van de overeenkomst in stand.
Hoofdstuk 6: Geschillen
Artikel 17: Regeling geschillen
1. Indien tussen opdrachtgever en opdrachtnemer een geschil ontstaat over de interpretatie of uitvoering van dit handvest of de dienstverleningsovereenkomst, dan zullen de partijen zich sterk inspannen om een en ander minnelijk met elkaar op te lossen.
2. Indien een minnelijke oplossing niet wordt bereikt, dan wordt het geschil voorgelegd aan de secretaris van de opdrachtgever en de voorzitter van de Omgevingsdienst bedoeld in artikel 25 van de regeling.
3. Indien met toepassing van lid twee een minnelijke oplossing niet wordt bereikt, dan kunnen geschillen via mediation of een bindend advies worden beëindigd, nadat de eigenaar in de gelegenheid is gesteld een aanbeveling te doen omtrent de oplossing.
4. Bindend advies wordt uitgebracht door een onafhankelijke commissie van drie adviseurs, waarvan iedere partij één van de adviseur aanwijst. De derde adviseur wordt door de beide voornoemde adviseurs aangewezen. Adviseurs brengen een bindend advies uit, binnen vier weken nadat de derde adviseur is benoemd.
5. Indien een van de partijen niet meewerkt aan het tot stand brengen van mediation of een bindend advies, dan kan het geschil, na ingebrekestelling, door de dan gerede partij worden voorgelegd aan de bevoegde rechter.
6. Elke partij draagt de eigen kosten, voortvloeiend uit de procedures betreffende dit artikel.
Artikel 18: Escalatieladder
1. Wanneer de opdrachtnemer het takenpakket geheel of ten dele niet naar behoren uitvoert kan de opdrachtgever de dienstverlening tijdelijk opschorten en het mandaatbesluit tijdelijk intrekken totdat de Omgevingsdienst aantoont de betreffende dienstverlening weer te kunnen uitvoeren binnen het kader van dit handvest en de afgesproken dienstverleningsovereenkomst, bedoeld in artikel 36 van de regeling. De opdrachtgever kan de betreffende taken in de schorsingsperiode door een derde laten uitoefenen. De kosten komen voor rekening van de betrokken partij. Artikel 17 is van toepassing.
2. De opdrachtgever gaat niet over tot het toepassen van het eerste lid dan nadat de opdrachtnemer een redelijke termijn is gesteld om die taken naar behoren te vervullen.
3. Voordat de in het tweede lid gestelde termijn wordt gesteld wordt in overleg getreden met de opdrachtnemer.
4. De deelnemer kan bij intrekking van het mandaat op grond van wanprestatie of onrechtmatige daad van de Omgevingsdienst de in verband met de betreffende bevoegdheden aan de Omgevingsdienst overgedragen fte’s terugnemen.
Hoofdstuk 7: Overige bepalingen
Artikel 19: Geheimhouding
Opdrachtnemer is verplicht geheimhouding te betrachten met betrekking tot alle gegevens, waarvan de partijen of de personen waarvan deze partij zich bij de uitvoering van de werkzaamheden bedient, kennisneemt en waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat deze gegevens een vertrouwelijk karakter hebben.
Artikel 20: Informatieprotocol
Opdrachtnemer stelt, in overleg met de opdrachtgever, een informatieprotocol vast waarin de wijze van het geven van informatie over de uitvoering van opdrachten aan derden is vastgelegd
Artikel 21: Onvoorziene omstandigheden
1. Opdrachtgever(s) en eigenaar treden in overleg indien er sprake is van onvoorziene of gewijzigde omstandigheden, die van dien aard zijn dat dit handvest behoort te worden gewijzigd.
2. Opdrachtgever(s) en eigenaar treden in overleg indien onverbindende of onuitvoerbare bepalingen het noodzakelijk maken dat dit handvest behoort te worden gewijzigd.
3. Opdrachtgever en opdrachtnemer zullen als redelijk handelende partijen alles in het werk stellen om met elkaar tot een gewijzigde of nieuwe dienstverleningshandvest te geraken.
Hoofdstuk 8: Slotbepalingen
Artikel 22: Toezending
1. Dit handvest wordt ter kennisneming gezonden aan een opdrachtgever, doch in elk geval aan de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Beemster, Diemen, Haarlemmermeer, Ouder-Amstel, Purmerend, Uithoorn en Zaanstad, aan gedeputeerde staten van Noord-Holland, Flevoland en Utrecht en aan de dagelijkse besturen van de stadsdelen Centrum, Nieuw-West, Noord, Oost, West, Zuid en Zuidoost.
2. Dit handvest wordt tevens ter kennisneming gezonden aan de raden van de gemeenten, provinciale staten van de provincies en de deelraden van de stadsdelen, genoemd in het eerste lid.
3. De eerste twee leden zijn van overeenkomstige toepassing op een wijziging van dit handvest.
Artikel 23: Citeerwijze
Dit handvest wordt aangehaald als Dienstverleningshandvest Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied 2013.
Artikel 24: Inwerkingtreding
1. Dit handvest treedt in werking op de dag na toezending aan betrokken partijen, overeenkomstig artikel 3:41 van de Algemene wet bestuursrecht.
2. Het handvest bindt de betrokken partijen pas, wanneer het in de dienstverleningsovereenkomst, bedoeld in artikel 36 van de regeling, van toepassing is verklaard.
Bijlage 4: Overige informatie
1. Werkvoorraden en achterstanden
Er is voor de Provincie Utrecht geen sprake van achterstanden.
2. Reactie op overlastmeldingen en contact met andere Omgevingsdiensten
De Opdrachtnemer stemt piketdiensten buiten kantoortijden en in gevallen van overlastmeldingen, bijzondere situaties, calamiteiten en crisissituaties af met de gemeente en andere lokale instanties.
3. Escalatieafspraken (bij incidenten) in relatie tot mandaat
In geval van bijzondere situaties, calamiteiten en crisissituaties informeert de Opdrachtnemer de Opdrachtgever.
In geval de noodzaak zich voordoet (zwaarwegende) handhavingsmaatregelen toe te passen, informeert Opdrachtnemer de Opdrachtgever daar vooraf over.
Bij het toepassen van spoedeisende bestuursdwang informeert de Opdrachtnemer de Opdrachtgever uiterlijk de eerstvolgende werkdag daarna. Bij bestuursdwang wordt de Opdrachtgever regelmatig geïnformeerd over het vervolg van het dossier.
4. Accountmanagement
De dagelijkse sturing en afstemming van het opdrachtgeverschap / eigenaarschap dient zo laag mogelijk in de organisatie plaats te vinden. De Omgevingsdienst stelt in haar afdeling Advies en expertise relatiebeheerders aan die als gesprekspartner fungeren voor de gemeente. De opdrachtnemer zal aan de Opdrachtgever contactpersonen overleggen voor vergunningverlening en toezicht en handhaving.
5. Conflicterend belang
Van de opdrachtnemer wordt verwacht dat die een signalerende functie heeft als van een wettelijk kader wordt afgeweken bij de taakuitvoering in opdracht van één van de Opdrachtgevers en daarmee belangen van andere Opdrachtgevers in het geding kunnen komen, zodat tijdig (inter-)bestuurlijk overleg kan plaatsvinden.
6. DIV
Archiefbescheiden waarvan de latende organisaties archiefzorgdrager zijn en die bij de Omgevingsdienst in beheer worden gegeven, in casu alle archiefbescheiden met betrekking tot vergunningverlening die de Omgevingsdienst vanaf de start in mandaat zal uitvoeren, zullen worden gevormd en beheerd overeenkomstig het voor de Omgevingsdienst geldende Besluit Informatiebeheer en de daaruit voortvloeiende werkinstructies
7. Crisismanagement
De Opdrachtgever draagt vooralsnog geen crisisbeheersingstaken over.