OVEREENKOMST TOT WIJZIGING VAN
OVEREENKOMST TOT WIJZIGING VAN
DE VIERDE ACS-EG-OVEREENKOMST VAN LOME
ondertekend op 4 november 1995 in Mauritius
PREAMBULE
ZIJNE MAJESTEIT DE KONING DER BELGEN,
XXXX MAJESTEIT DE XXXXXXXX XXX XXXXXXXXXX,
XX XXXXXXXXX XXX XX XXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXX,
DE PRESIDENT VAN DE HELLEENSE REPUBLIEK:
ZIJNE MAJESTEIT DE KONING VAN SPANJE,
DE PRESIDENT VAN DE FRANSE REPUBLIEK,
DE PRESIDENT VAN IERLAND,
DE PRESIDENT VAN DE ITALIAANSE REPUBLIEK,
ZIJNE KONINKLIJKE HOOGHEID DE XXXXXXXXXXX XXX XXXXXXXXX,
HARE MAJESTEIT DE XXXXXXXX XXX XXXXXXXXXXX,
XX XXXXXXXX XXXXXXXXX XXX XX XXXXXXXXX XXXXXXXXXX,
DE PRESIDENT VAN DE PORTUGESE REPUBLIEK,
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK FINLAND,
DE REGERING VAN HET KONINKRIJK ZWEDEN,
HARE MAJESTEIT DE KONINGIN VAN HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT- BRITTANNIE EN NOORD-IERLAND,
partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, hierna “de Gemeenschap” genoemd, wier Staten hierna “Lid-Staten” worden genoemd,
en
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE EN DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
enerzijds, en
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK ANGOLA,
HARE MAJESTEIT DE KONINGIN VAN ANTIGUA EN BARBUDA,
HET STAATSHOOFD VAN HET GEMENEBEST VAN DE BAHAMA’S,
HET STAATSHOOFD VAN BARBADOS,
HARE MAJESTEIT DE KONINGIN VAN BELIZE,
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK BENIN,
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK BOTSWANA.
DE VOORZITTER VAN BURKINA FASSO,
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK BOEROENDI,
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK KAMEROEN,
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK KAAPVERDIE,
DE PRESIDENT VAN DE CENTRAALAFRIKAANSE REPUBLIEK,
DE PRESIDENT VAN DE ISLAMITISCHE BONDSREPUBLIEK DER COMOREN,
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK KONGO,
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK IVOORKUST,
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK DJIBOUTI,
DE REGERING VAN HET
DE PRESIDENT VAN DE
DE PRESIDENT VAN DE
DE PRESIDENT VAN DE
DE PRESIDENT VAN DE
GEMENEBEST DOMINICA,
DOMINICAANSE REPUBLIEK,
STAAT ERITREA,
FEDERALE DEMOCRATISCHE REPUBLIEK ETHIOPIE,
SOEVEREINE DEMOCRATISCHE REPUBLIEK FIJI,
DE PRESIDENT VAN DE GABONESE REPUBLIEK,
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK GAMBIA,
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK GHANA,
HARE MAJESTEIT DE KONINGIN VAN GRENADA,
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK GUINEE,
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK GUINEE-BISSAU,
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK EQUATORIAAL-GUINEE,
DE PRESIDENT VAN DE COÖPERATÍEVE REPUBLIEK GUYANA,
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK HAÏTI,
HET STAATSHOOFD VAN JAMAICA,
DE XXXXXXXXX XXX XX XXXXXXXXX XXXXX,
XX XXXXXXXXX XXX XX XXXXXXXXX KIRIBATI,
ZIJNE MAJESTEIT DE KONING VAN HET KONINKRIJK LESOTHO,
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK LIBERIA,
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK MADAGASCAR,
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK MALAWI,
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK MALI,
DE PRESIDENT VAN DE ISLAMITISCHE REPUBLIEK MAURITANIË,
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK MAURITIUS,
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK MOZAMBIQUE,
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK NAMIBIË,
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK NIGER,
HET STAATSHOOFD VAN DE FEDERALE REPUBLIEK NIGERIA,
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK OEGANDA,
HARE MAJESTEIT DE KONINGIN VAN DE ONAFHANKELIJKE STAAT PAPOEA-NIEUW- GUINEA,
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK RWANDA,
HARE MAJESTEIT DE KONINGIN VAN SINT-KITTS EN NEVIS,
HARE MAJESTEIT DE KONINGIN VAN SINT-LUCIA,
HARE MAJESTEIT DE KONINGIN VAN SINT-VINCENT EN DE GRENADINEN,
HET STAATSHOOFD VAN DE ONAFHANKELIJKE STAAT WEST-SAMOA,
DE PRESIDENT VAN DE DEMOCRATISCHE REPUBLIEK SÄO TOMÉ EN PRÍNCIPE,
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SENEGAL,
DE XXXXXXXXX XXX XX XXXXXXXXX XXX XXXXXXXXXX,
XX XXXXXXXXX XXX XX XXXXXXXXX SIERRA LEONE,
HARE MAJESTEIT DE KONINGIN VAN DE SALOMONSEILANDEN,
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SOEDAN,
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SURINAME,
ZIJNE MAJESTEIT DE KONING VAN HET KONINKRIJK SWAZILAND,
DE PRESIDENT VAN DE VERENIGDE REPUBLIEK TANZANIA,
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK TSJAAD,
DE PRESIDENT VAN DE TOGOLESE REPUBLIEK,
ZIJNE MAJESTEIT KONING XXXXX’XXXX XXXXX XX VAN TONGA,
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK TRINIDAD EN TOBAGO,
HARE MAJESTEIT DE KONINGIN VAN TUVALU,
DE REGERING VAN VANUATU,
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK ZAÏRE,
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK ZAMBIA,
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK ZIMBABWE,
wier Staten hierna “ACS-Staten” worden genoemd,
anderzijds,
partijen bij de op 15 december 1989 te Lomé ondertekende Vierde ACS-EG-Overeenkomst, hierna “de Overeenkomst” te noemen,
GELET op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, enerzijds, en de Overeenkomst van Georgetown tot oprichting van de groep van Staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan, anderzijds ;
GELET op de Overeenkomst ;
OVERWEGENDE dat in artikel 366, lid 1, van de Overeenkomst is bepaald dat de Overeen- komst is gesloten voor een periode van tien jaar die is aangevangen op 1 maart 1990 ;
OVERWEGENDE dat, niettegenstaande deze bepaling, artikel 366, lid 2, van de Overeenkomst voorziet in de mógelijkheid in het kader van een herziening halverwege de looptijd de bepalingen van de Overeenkomst te wijzigen ;
OVERWEGENDE dat in artikel 4 van het Financieel Protocol bij de Overeenkomst wordt bepaald dat een nieuw Financieel Protocol wordt gesloten voor de tweede periode van vijf jaar waarop de Overeenkomst betrekking heeft :
VERLANGENDE opnieuw hun gehechtheid te bevestigen aan de beginselen van vrijheid. democratie en eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden en van de rechtsstaat en wensende deze beginselen tot een essentieel element van de gewijzigde Overeenkomst te maken ;
BEZORGD over de ernstige verslechtering van de prestaties op handelsgebied van de ACS- Staten in de loop van de laatste jaren :
CONSTATERENDE dat het dan ook van het grootste belang is in het kader van de ACS-EG- samenwerking bijzondere aandacht te besteden aan de ontwikkeling van de handel, een fundamenteel element voor een zelfstandig in stand gehouden ontwikkeling ;
OVERWEGENDE dat hiertoe voorts een doelmatig, gecoördineerd en coherent gebruik van de instrumenten van de Overeenkomst van essentieel belang is ;
VERLANGENDE de kwaliteit en de doelmatigheid van de ACS-EG-samenwerking te verhogen ;
HEBBEN BESLOTEN de volgende Overeenkomst tot wijziging van de Overeenkomst aan te gaan en hebben te dien einde als hun gevolmachtigden aangewezen :
ZIJNE MAJESTEIT DE KONING DER BELGEN :
De xxxx Xxxxxxxx XXXXXXX,
Staatssecretaris van Ontwikkelingssamenwerking ;
HARE MAJESTEIT DE KONINGIN VAN DENEMARKEN :
De heer Xxx Staatssecretaris ;
XX XXXXXXXXX XXX XX XXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXX :
De xxxx Xxxxxx XXXXX,
Staatsminister bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken ;
DE PRESIDENT VAN DE HELLEENSE REPUBLIEK
De heer Xxxxxxx XXXXXXX,
Plaatsvervangend Minister van Buitenlandse Zaken ;
ZIJNE MAJESTEIT DE KONING VAN SPANJE
De xxxx Xxxxxxxx XXXX XXXXXX, Staatssecretaris voor Handel ;
DE PRESIDENT VAN DE FRANSE REPUBLIEK :
De xxxx Xxxxxxx XXXXXXXX,
Afgevaardigd Minister belast met samenwerking ;
DE PRESIDENT VAN IERLAND
De xxxx Xxxxxx XXXX,
Directeur-Generaal bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken ;
DE PRESIDENT VAN DE ITALIAANSE REPUBLIEK :
De xxxx Xxxxxxxx XXXXXXXXX,
Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
ZIJNE KONINKLIJKE HOOGHEID DE XXXXXXXXXXX XXX XXXXXXXXX :
De xxxx Xxxxxxx XXXXXXXX,
Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Samenwerking ;
HARE MAJESTEIT DE KONINGIN DER NEDERLANDEN
De xxxx Xxxxxx XXXXXX,
Directeur-Generaal voor Europese Samenwerking ;
XX XXXXXXXX XXXXXXXXX XXX XX XXXXXXXXX XXXXXXXXXX :
Xxxxxxx Xxxxxx XXXXXXX XXXXXXX,
Staatssecretaris bij het Bondsministerie van Buitenlandse Zaken ;
DE PRESIDENT VAN DE PORTUGESE REPUBLIEK
De xxxx Xxxx XXXXXX,
Staatssecretaris voor samenwerking en ontwikkeling ;
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK FINLAND :
De xxxx Xxxxx XXXXXXXX,
Minister van milieu en ontwikkelingssamenwerking ;
DE REGERING VAN HET KONINKRIJK ZWEDEN :
De xxxx Xxxx XXXXXXXX,
Onder-Staatssecretaris voor internationale ontwikkelingssamenwerking ;
HARE MAJESTEIT DE KONINGIN VAN HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND :
Xxxx XXXXXXX,
Foreign Affairs Spokesman ;
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE EN DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN :
De heer Xxxxxx XXXXXX,
Minister van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk Spanje, Fungerend Voorzitter van de Raad van de Europese Unie ;
De heer Joäo de Deus PINHEIRO,
Lid van de Commissie van de Europese Gemeenschappen ;
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK ANGOLA :
De xxxx Xxxx XXXXXXXX XXXXXXXX,
Vice-Minister voor planning en economische coördinatie ;
HARE MAJESTEIT DE KONINGIN VAN ANTIGUA EN BARBUDA :
De xxxx Xxxxxxx X. Xxxxxx, Minister-Adviseur ;
HET STAATSHOOFD VAN HET GEMENEBEST VAN DE BAHAMA’S :
De xxxx Xxxxxx X. XXXXXXX,
Buitengewoon en gevolmachtigd Ambassadeur bij de Europese Unie ;
HET STAATSHOOFD VAN BARBADOS :
Xxxxxxx Xxxxxx X. XXXXXX,
Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken, Toerisme en internationaal vervoer ;
HARE MAJESTEIT DE KONINGIN VAN BELIZE :
De heer Xxxxxxxx XXXXXX,
Minister van Iándbouw en visserij ;
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK BENIN :
De xxxx Xxxxxx XXXXX-TOZO,
Buitengewoon en gevolmachtigd Ambassadeur bij de Europese Unie ;
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK BOTSWANA :
The Honourable Lieutenant General Xxxxxxx XXXXXXX, Minister van Buitenlandse Zaken ;
DE PRESIDENT VAN BURKINA FASSO :
De xxxx Xxxxxxxx XXXXXXXXX,
Buitengewoon en gevolmachtigd Ambassadeur bij de Europese Unie ;
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK BOEROENDI :
De heer Xxxxxx XXXXXXXXXX, Minister van het Plan ;
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK KAMEROEN :
De xxxx Xxxxxx XXXXXX,
Minister van Economische Zaken en Financiën ;
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK KAAPVERDIË :
De heer Xxxx X ui x XXXXX,
Buitengewoon en gevolmachtigd Ambassadeur bij de Europese Unie ;
DE PRESIDENT VAN DE CENTRAALAFRIKAANSE REPUBLIEK :
De heer Dogo NENDJE BHE,
Minister van Economische Zaken, het Plan en Internationale Samenwerking ;
DE PRESIDENT VAN DE ISLAMITISCHE BONDSREPUBLIEK DER COMOREN :
De heer Xxxxxxxx ABDALLAH,
Minister van Buitenlandse Zaken en Samenwerking ;
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK KONGO :
De xxxx Xxx Xxxxxx Xxxxx XXXXXX,
Afgevaardigd Minister bij het Ministerie van Economische Zaken en Financiën, belast met de begroting van de coördinatie der nutsbedrijven ;
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK IVOORKUST :
De heer N’xxxxx XXXXXXX,
Afgevaardigd-Minister bij de Eerste Minister, belast met Economische Zaken, Financiën en het Plan ;
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK DJIBOUTI :
De xxxx Xxx Xxxx XXXXX,
Minister van industrie, energie en mijnen ;
DE REGERING VAN HET GEMENEBEST DOMINICA : De heer N.M. XXXXXXX,
Minister van handel en marketing ;
DE PRESIDENT VAN DE DOMINICAANSE REPUBLIEK :
De heer Xxxxx XXXXXXXX,
Secretary of State and National Authorizing Officer for Xxxx XX Convention ;
DE PRESIDENT VAN DE STAAT ERITREA :
De xxxx XXXXXXX XXXXXX,
Director of Macro Policy and International Economic Cooperation in the President’s Office ;
DE PRESIDENT VAN DE FEDERALE DEMOCRATISCHE REPUBLIEK ETHIOPIË :
De xxxx Xxxxx XXXX,
Minister van Economische Zaken, ontwikkeling en samenwerking ;
DE PRESIDENT VAN DE SOEVEREINE DEMOCRATISCHE REPUBLIEK FIJI :
De xxxx Xxxx Xxxxxx VESIKULA,
Vice-Eerste Minister en Minister van landbouw, visserij en bossen ;
DE PRESIDENT VAN DE GABONESE REPUBLIEK :
De xxxx Xxxx XXXX,
Afgevaardigd Minister bij de Minister van Financiën, Economische Zaken, begroting en deelnemingen ;
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK GAMBIA :
De xxxx Xxxx Xxxxx JAHUMPA,
Minister van Financiën en Economische Zaken ;
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK GHANA :
De xxxx Xxxx Xxxx ABANKWA,
Buitengewoon en gevolmachtigd Ambassadeur bij de Europese Unie ;
-HARE MAJESTEIT DE KONINGIN VAN GRENADA :
De heer Xxxxxx XXXXXX, Zaakgelastigde bij de Europese Unie ;
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK GUINEE :
De heer Xxxx XXXXXX,
Buitengewoon en gevolmachtigd Ambassadeur bij de Europese Unie ;
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK GUINEE-BISSAU :
De xxxx Xxxxxxxxx XXXXX,
Minister van het plan en samenwerking ;
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK EQUATORIAAL-GUINEE :
De xxxx Xxxxxxx MBA 0L0 ANDEME,
Hoofd van de Missie bij de Europese Unie ;
DE PRESIDENT VAN DE COÖPERATIEVE REPUBLIEK GUYANA :
De xxxx Xxxxxxx X. XXXXX, Minister van Buitenlandse Zaken ;
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK HAÏTI :
De heer Xxxx-Xxxxx XXXXXXXXX,
Minister van planning en buitenlandse samenwerking ;
HET STAATSHOOFD VAN JAMAICA :
De xxxx Xxxxxxx XXXXXX,
Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken en buitenlandse handel ;
DE PRESIDENT VAN D E R E PUBLIE K K ENIA :
Dr Xxxxxx Xxxxxx XXXXXXX,
Buitengewoon en gevolmachtigd Ambassadeur bij de Europese Unie ;
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK KIRIBATI :
De xxxx Xxxxx Xxxxx XXXXXXXXXX,
Buitengewoon en gevolmachtigd Ambassadeur van de Missie van Papoea-Nieuw-Guinea bij de Europese Unie ;
ZIJNE MAJESTEIT DE KONING VAN HET KONINKRIJK LESOTHO :
De heer Moeketsi SENAOANA,
Minister van Financiën en economische planning ;
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK LIBERIA :
Xxxxxxx Xxxxxxx XXXXXXXX, Zaakgelastigde bij de Europese Unie ;
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK MADAGASCAR :
De xxxx Xxxxxxxx XXXXXXXXXXXXXX,
Ambassadeur van Madagascar bij de Republiek Mauritsius ;
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK MALAWI :
De heer F. Xxxxx XXXXXXXXX,
Minister van handel en industrie ;
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK MALI :
De heer N’Tji Xxxxx XXXXXX,
Buitengewoon en gevolmachtigd Ambassadeur bij de Europese Unie ;
DE PRESIDENT VAN DE ISLAMITISCHE REPUBLIEK MAURITANIË :
De heer Xxxxxx ould SAMBA,
Secretaris-Generaal van het Ministerie van het Plan ;
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK MAURITIUS :
De heer Xxxxxxxxxx NABABSING,
Vice-Eerste Minister en Minister van economische planning en ontwikkeling ;
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK MOZAMBIQUE :
Xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxxx XXXXX XXXXXXXXX,
Vice-Minister van Buitenlandse Zaken en samenwerking, Nationaal Ordonnateur ;
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK NAMIBIË :
De xxxx Xxxxxxx XXXXXXX,
Vice-Minister van landbouw, waterreserves en landbouwontwikkeling ;
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK NIGER :
De xxxx Xxxxxxxxxxx XXXXXXXX, Minister van Financiën en het Plan ;
HET STAATSHOOFD VAN DE FEDERALE REPUBLIEK NIGERIA :
Chief Ayo OGUNLADE,
Minister van nationale planning ;
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK OEGANDA :
De heer M.N. RUKIKAIRE,
Minister van Financiën en Economische Planning ;
HARE MAJESTEIT DE KONINGIN VAN DE ONAFHANKELIJKE STAAT PAPOEA-NIEUW-GUINEA :
De heer Moi AVEI,
Minister voor Economische Planning ;
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK RWANDA :
De heer Xxxx-Xxxxxxxxx BIRARA, Minister van het Plan ;
HARE MAJESTEIT DE KONINGIN VAN SINT-KITTS
De xxxx Xxxxx XXXXXXX,
EN NEVIS :
Buitengewoon en gevolmachtigd Ambassadeur van Sint Lucia bij de Europese Unie ;
HARE MAJESTEIT DE KONINGIN VAN SINT-LUCIA :
De xxxx Xxxxx XXXXXXX,
Buitengewoon en gevolmachtigd Ambassadeur van Sint Lucia bij de Europese Unie ;
HARE MAJESTEIT DE KONINGIN VAN SINT-VINCENT EN DE GRENADINEN :
De xxxx Xxxxx XXXXXXX,
Buitengewoon en gevolmachtigd Ambassadeur van Sint Lucia bij de Europese Unie ;
HET STAATSHOOFD VAN DE ONAFHANKELIJKE STAAT WEST-SAMOA :
De heer Xxxxxxxx X. MALIELEGAOI,
Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën ;
DE PRESIDENT VAN DE DEMOCRATISCHE REPUBLIEK SÄO TOMÉ EN PRÍNCIPE :
De xxxx Xxxxxxxxx XXXXXX da COSTA,
Minister van Buitenlandse Zaken en Samenwerking ;
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SENEGAL :
De xxxx Xxxxxxx XXXX,
Buitengewoon en gevolmachtigd Ambassadeur bij de Europese Unie ;
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK DER SEYCHELLEN :
Mevrouw Xxxxxxxx de ST. JORRE,
Minister van Buitenlandse Zaken, het Plan en Ontwikkeling ;
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SIERRA LEONE :
De heer Xxxxxx 0. XXXXXXX,
Staatssecretaris voor Ontwikkeling en Economische Planning ;
HARE MAJESTEIT DE KONINGIN VAN DE SALOMONSEILANDEN :
De heer Xxxxx XXXXX,
Minister van het Nationaal Plan en Ontwikkeling ;
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SOEDAN :
De xxxx Xxxxxxx Xxxxxx XXXXX, Minister van Financiën ;
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SURINAME :
de xxxx Xxxxxxx X. XXXXXX
Minister van Handel en Nijverheid
ZIJNE MAJESTEIT DE KONING VAN HET KONINKRIJK SWAZILAND :
De heer Xxxxx Xxxxxxxxxxxx XXXXXXX, Minister van Handel en Nijverheid ;
DE PRESIDENT VAN DE VERENIGDE REPUBLIEK TANZANIA :
De heer M.T. KIBWANA,
Commissaris bij het Ministerie van Financiën, belast met buitenlandse financiën ;
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK TSJAAD :
Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxx XXXX,
Minister van he t Plan en van Samenwerking ;
DE PRESIDENT VAN DE TOGOLESE REPUBLIEK :
De xxxx Xxxxxxx Latevi-Xxxxx XXXXXX,
Buitengewoon en gevolmachtigd Ambassadeur bij de Europese Unie
ZIJNE MAJESTEIT KONING XXXXX’XXXX XXXXX XX VAN TONGA :
De xxxx Xxxxx XXXX,
Buitengewoon en gevolmachtigd Ambassadeur bij de Europese Unie
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK TRINIDAD EN TOBAGO :
De heer Xxxxxxxx XXXXXXXXXXX,
Buitengewoon en gevolmachtigd Ambassadeur bij de Europese Unie ;
HARE MAJESTEIT DE KONINGIN VAN TUVALU :
De heer Kaliopate Tavola
Buitengewoon en gevolmachtigd Ambassadeur voor Fiji bij de Europese Unie ;
DE REGERING VAN VANUATU :
De xxxx Xxxxx XXXXX,
Minister van Economische Zaken ;
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK ZAÏRE :
De heer MOZAGBA Ngbuka,
Vice-Eerste Minister en Minister van Interne Samenwerking ;
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK ZAMBIA :
De heer Dipak K.A. PATEL,
Minister van Handel en Nijverheid ;
DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK ZIMBABWE :
De xxxx Xxxxx XXXXXX, Minister van Landbouw
DIE, na overlegging van hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten,
OVEREENSTEMMING HEBBEN BEREIKT OMTRENT HETGEEN VOLGT :
Overeenkomstig de procedure van artikel 366 wordt de Vierde ACS-EG-Overeenkomst gewijzigd als volgt :
A. IN DE GEHELE TEKST VAN DE OVEREENKOMST WORDT :
1. “Europese Economische Gemeenschap” vervangen door “Europese Gemeenschap”, “EEG”
vervangen door “EG” en “Raad “Raad van de Europese Unie”.
van de Europese Gemeenschappen” vervangen door
2. “Gemachtigde” vervangen door “delegatiehoofd”.
B. DE PREAMBULE
3. In de preambule wordt de volgende tekst ingevoegd als zevende overweging :
“VERLANGENDE hun banden verder te verstevigen door een intensievere politieke dialoog en de uitbreiding daarvan tot onderwerpen en problemen van buitenlands beleid en veiligheid, en kwesties van algemeen belang, en/of van gemeenschappelijk belang voor een groep van landen ;“.
C. EERSTE DEEL - ALGEMENE BEPALINGEN BETREFFENDE DE ACS-EG-SAMENWERKING
4. Aan artikel 4 wordt de volgende alinea toegevoegd :
“Bij het ondersteunen van de ontwikkelingsstrategieën van de ACS-Staten wordt naar behoren rekening gehouden met de doelstellingen en prioriteiten van het samenwerkings- beleid van de Gemeenschap en het ontwikkelingsbeleid en de prioriteiten van de ACS- Staten.“.
5. Artikel 5 wordt vervangen door :
“Artikel 5
1. De samenwerking heeft een ontwikkeling ten doel waarin de mens, de stuwende kracht en voornaamste begunstigde ervan, centraal staat en die dus uitgaat van de eerbiediging en de verbetering van al diens rechten. De samenwerkingsactiviteiten liggen in dit positieve perspectief, waarin de eerbiediging van de rechten van de mens erkend wordt als een fundamentele factor voor werkelijke ontwikkeling en waarin de samen- werking zelf wordt beschouwd als een bijdrage tot de verbetering van deze rechten.
In een dergelijk perspectief zijn ontwikkelingsbeleid en samenwerking nauw verbonden met de eerbiediging en het genot van de fundamentele rechten en vrijheden van de mens en met de erkenning en toepassing van de democratische beginselen, de consolidatie van de rechtsstaat en behoorlijk bestuur. De rol van individuen en groepen wordt erkend om overeenkomstig artikel 13 concreet te zorgen voor werkelijke deelneming van de bevol- kingen aan de ontwikkelingsinspanningen. In dit verband is behoorlijk bestuur een bijzonder doel van samenwerkingsmaatregelen.
De eerbiediging van de mensenrechten, de democratische beginselen en de rechtsstaat, die aan de betrekkingen tussen de ACS-Staten en de Gemeenschap en aan alle bepalingen van de Overeenkomst ten grondslag ligt, en waardoor de partijen bij de Overeenkomst zich in hun binnenlands en buitenlands beleid laten leiden, vormt een essentieel bestanddeel van de Overeenkomst.
2. De partijen bij de Overeenkomst verklaren derhalve wederom bijzonder gewicht te hechten aan de menselijke waardigheid en de rechten van de mens, waarnaar het individu en de volken rechtmatige verlangens koesteren. De bedoelde rechten zijn alle rechten van de mens, aangezien de categorieën die daarin worden onderscheiden ondeelbaar en onderling afhanke-
lijk zijn, waarbij elke categorie haar eigen rechtmatigheid behandeling ; de fundamentele rechten van de persoon ; de economische, sociale en culturele rechten.
leder individu heeft, in zijn eigen land of in een gastland, waardigheid en op de bescherming van de wet.
heeft : een niet-discriminerende
de burgerlijke en politieke rechten ;
recht op eerbiediging van zijn
Door de ontwikkeling, zonder welke de waardigheid, het welzijn en de ontplooiing van het individu en de volken niet mogelijk is, draagt de ACS-EGsamenwerking bij tot het wegnemen van wat het volledige en daadwerkelijke genot van hun economische, sociale, politieke en culturele rechten in de weg staat.
De partijen bij de Overeenkomst bevestigen andermaal dat zij krachtens het internationale recht gehouden zijn en zich ertoe verbonden hebben om alle vormen van discriminatie op grond van etniciteit, afkomst, ras, nationaliteit, huidskleur, geslacht, taal, godsdienst of enige andere status te bestrijden en zodoende uit de weg te ruimen. Deze verbintenis heeft meer in het bijzonder betrekking op alle situaties in de ACS-Staten of in de Gemeenschap die van invloed kunnen zijn op de doelstellingen van de Overeenkomst. De Lid-Staten van de Gemeen- schap (en/of in voorkomend geval de Gemeenschap zelf) en de ACS-Staten blijven er in het kader van de juridische of administratieve maatregelen die zij aangenomen hebben of zullen aannemen, op toezien dat migrerende werknemers, studenten en andere buitenlandse onderdanen die zich legaal op hun grondgebied bevinden, met name voor wat betreft hun
huisvesting, onderwijs, gezondheidszorg, andere sociale diensten en werkgelegenheid, enkel opzicht gediscrimineerd worden op basis van ras, godsdienst, cultuur of sociale achtergrond.
in geen
3. Op verzoek van de ACS-Staten kunnen financiële middelen conform de voorschriften van de samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering worden aangewend voor het verbeteren van de rechten van de mens in de ACS-landen en voor maatregelen gericht op democra-
tisering, versterking van de rechtsstaat en behoorlijk bestuur. Praktische maatregelen, van de overneid of van particulieren, ter bevordering van de mensenrechten en de democratie, met name op juridisch gebied, kunnen worden ten uitvoer gelegd met organisaties met een Internationaal erkende deskundigheid op dit gebied.
Om institutionele en bestuurlijke hervormingen te ondersteunen kunnen de voor dit doel in het Financieel Protocol uitgetrokken middelen bovendien worden gebruikt als aanvulling voor de door de betrokken ACS-Staat in het kader van zijn indicatieve programma genomen maatre- geien, in het bijzonder in de voorbereidings- en startfase van de betreffende projecten en
programma’s.“.
6. In artikel 6 wordt lid 2 vervangen door :
“2. De_partijen bij de Overeenkomst erkennen dat prioriteit moet worden toegekend aan de bescherming van het milieu en het behoud van de natuurlijke hulpbronnen, wezenlijke voorwaarden voor een duurzame en evenwichtige ontwikkeling zowel op economisch als op menselijk vlak. Zij erkennen dat het van belang is in de ACS-Staten te streven naar de totstandkoming van een omgeving die bevorderlijk is voor de ontwikkeling van de markteconomie en de particuliere sector.“.
7. Het volgende artikel 6 bis wordt toegevoegd “Artikel 6 bis
De partijen bij de Overeenkomst erkennen het fundamentele belang van de handel als stimulans voor het ontwikkeiingsproces. De Gemeenschap en de ACS-Staten komen daarom overeen hoge prioriteit aan de ontwikkeling van de handel te geven, ten einde de groei van de economieën van de ACS-Staten te versnellen en deze harmonieus en geleidelijk te integreren in de wereldeconomie. Als erkenning daarvan moeten passende middelen aan de expansie van de handel van de ACS-Staten worden besteed.“.
8. Artikel 12 wordt vervangen door :
“Artikel 12
Onverminderd artikel 366 bis stelt de Gemeenschap, indien zij in het kader van haar bevoegdheden een maatregel overweegt die, gelet op de doelstellingen van de Overeen- komst, van invloed kan zijn op de belangen van de ACS-Staten, deze daarvan tijdig in kennis. Met het oog hierop doet de Commissie haar voorstellen voor maatregelen van deze aard tegelijkertijd aan het secretariaat van de ACS-Staten toekomen. Zo nodig kan ook op initiatief van de ACS-Staten een verzoek om inlichtingen worden ingediend.
Op verzoek ván deze Staten vindt onverwijld overleg plaats opdat, voordat het uiteinde- lijke besluit wordt genomen, rekening kan worden gehouden met hun bezwaren ten aanzien van de gevolgen van deze maatregelen.
Na dit overleg kunnen de ACS-Staten hun bezwaren bovendien schriftelijk aan de Gemeenschap kenbaar maken en voorstellen voor wijzigingen doen die aangeven hoe hun bezwaren ondervangen moeten worden.
Indien de Gemeenschap geen gevolg geeft aan de voorstellen van de ACS-Staten, stelt zij de ACS-Staten daar zo spoedig mogelijk van in kennis, onder opgaaf van redenen.
De ACS-Staten ontvangen ook, voor zover mogelijk van tevoren, passende informatie over de inwerkingtreding van deze besluiten.“.
9. Het volgende artikel 12 bis wordt ingevoegd :
“Artikel 12 bis
Gezien het potentieel van constructieve, bijdragen van gedecentraliseerde samen- werkingsinstanties aan de ontwikkeling van de ACS-Staten komen de partijen bij de Overeenkomst overeen hun maatregelen ter aanmoediging van de deelneming van ACS- en EU-instanties aan samenwerkingsactiviteiten te intensiveren. De in het kader van de Overeenkomst beschikbare middelen mogen met het oog daarop worden gebruikt ter ondersteuning van gedecentraliseerde samenwerkingsactiviteiten. Deze activiteiten dienen te beantwoorden aan de door de ACS-Staten vastgestelde priori- teiten, richtsnoeren en ontwikkelingsmethoden.“.
10 . Het volgende artikel 15 bis wordt ingevoegd :
“Artikel 15 bis
De ontwikkeling van de handel is gericht op de ontwikkeling, diversificatie en uit- breiding van de handel van de ACS-Staten en de verbetering van hun concurrentie- vermogen op hun binnenlandse markten, de regionale en de intra-ACS-markt, en de Gemeenschaps- en internationale markten. De partijen bij de Overeenkomst verbinden zich ertoe alle in het kader van de Overeenkomst beschikbare middelen, zoals handels- samenwerking en financiële en technische samenwerking, voor de verwezenlijking van dit doel in te zetten. Zij komen tevens overeen de bepalingen van de Overeenkomst
op coherente en gecoördineerde wijze ten uitvoer te leggen.“.
11. De artikelen 20, 21 en 22 vervallen.
12. Aan artikel 30 wordt het volgende lid 3 toegevoegd :
“3. Bovendien voert de Raad van Ministers een verruimde politieke dialoog. Daartoe treffen de partijen bij de Overeenkomt de nodige maatregelen om een daadwerkelijke dialoog te waarborgen.
De dialoog kan ook plaatsvinden buiten dit kader, met een geografische of andere samenstelling die is afgestemd op de te behandelen onderwerpen, indien de partijen bij de Overeenkomst de behoefte daartoe gevoelen.“.
13. In artikel 32 wordt lid 1 vervangen door :
” 1. De Paritaire Vergadering is op paritaire basis samengesteld uit leden van het Europees Parlement voor de Gemeenschap, enerzijds, en uit Parlementsleden of, bij ontstentenis daarvan, vertegenwoordigers die door het Parlement van de betrokken ACS-Staat zijn aangewezen, anderzijds. Indien er geen Parlement is, moet de deel- neming van een vertegenwoordiger vooraf worden goedgekeurd door de Paritaire Vergadering.“.
D. TWEEDE DEEL - SECTOREN VAN DE ACS-EG-SAMENWERKING
14. Aan artikel 50 wordt het volgende lid 3 toegevoegd :
“3. De in lid 2 bedoelde specifieke overeenkomsten mogen de produktie en de handelsstromen in de regio’s van de ACS niet in gevaar brengen.“.
15. In artikel 51, tweede alinea, worden de punten b), c) en e) vervangen door :
“ b) wanneer als voedselhulp verstrekte produkten worden verkocht, moet dat gebeuren tegen een prijs die de nationale markt niet ontregelt en de ontwikkeling en uitbreiding van de regionale handel in de betrokken produkten niet belemmert. De tegenwaardefondsen die daaruit ontstaan worden gebruikt voor de financiering van de tenuitvoerlegging en/of werking van projecten of programma’s die bij voorrang de plattelandsontwikkeling betreffen ; zij kunnen, rekening houdend met artikel 226, onder d), eveneens gebruikt worden voor verantwoorde en gezamen- lijk overeengekomen doeleinden ;
c) wanneer de verstrekte produkten gratis worden uitgedeeld, moet dat bijdragen tot de verwezenlijking van voedselprogramma’s die in het bijzonder op de kwetsbare bevolkingsgroepen zijn gericht, of dienen ter betaling van verrichte werkzaam- heden ; daarbij moet rekening worden gehouden met de handelsstromen van de betrokken ACS-Staten en in de regio :
e) de verstrekte produkten moeten in de eerste plaats beantwoorden aan de behoeften van de begunstigden, Bij de keuze ervan dient met name rekening te worden gehouden met de verhouding kostprijs/specifieke voedingswaarde, alsmede met de mogelijke gevolgen van die keuze voor de consumptiegewoonten en voor de ontwikkeling van de binnenlandse en regionale handel.“.
16 . Artikel 87 wordt vervangen door :
“Artikel 87
1. Het Comité van Ambassadeurs benoemt de leden van een Comité voor industriële samenwerking, houdt toezicht op de werkzaamheden van dit Comité, en bepaalt de samenstelling en de werkwijze ervan.
2. Het Comité voor industriële samenwerking volgt de stand van zaken met betrek- king tot de tenuitvoerlegging van het ACS-EG-beleid inzake industriële samen- werking. Met betrekking tot het Centrum voor industriële ontwikkeling (Cl0) onderzoekt het Comité en hecht het zijn goedkeuring aan :
a) de algemene strategie van het Cl0 ;
b) de verdeling op jaarbasis van het op grond van Financieel Protocol toegewezen totaalbedrag ;
artikel 3 van het Tweede
c) de jaarlijkse begroting en de jaarrekeningen van het CIO.
3. Het Comité voor industriële samenwerking brengt verslag uit aan het Comité van Ambassadeurs. Afgezien van bovengenoemde taken voert het de taken uit welke in zijn reglement van orde worden omschreven evenals de andere taken welke het door het Comité van Ambassadeurs krijgt toegewezen.“.
17. Artikel 88 vervalt.
18. Artikel 89 wordt vervangen door :
“Artikel 89
1. Het ClO draagt bij aan de vestiging en uitbreiding van industriële ondernemingen in de ACS-Staten, met name door het aanmoedigen van gezamenlijke initiatieven van ondernemingen uit de Gemeenschap en uit de ACS-Staten. Het ClO gaat daarbij selectief te werk en legt de nadruk op mogelijkheden voor joint ventures en onderaanneming.
2. Het ClO :
a) concentreert zich ter wille van de doeltreffendheid op de ACS-Staten welke :
i) op grond van artikel 281, lid 2, onder b) en c), in hun indicatief programma de steun voor industriële ontwikkeling of de particuliere sector in het algemeen hebben geïdentificeerd ; en/of
ii) financiële bijdragen en bijstand hebben ontvangen van andere communautaire instellingen voor het stimuleren en de ontwikkeling van de particuliere en/of industriële sector ;
b) ontwikkelt zijn activiteiten in het kader van de tenuitvoerlegging van de programma’s ter ondersteuning van de industriële ontwikkeling of de particuliere sector onder door de onder a) bedoelde ACS-Staten voor hun indicatieve programma’s zijn vastgesteld ;
c) treedt actiever op in de onder a) bedoelde Staten inzonderheid met betrekking tot het identificeren van projecten en projectontwikkelaars en het verstrekken van hulp bij het indienen van die projecten bij de financieringsinstellingen ;
d) verleent prioriteit aan het identificeren van ondernemers met levensvatbare industriële projecten van kleine tot middelgrote omvang en, indien die projecten beantwoorden aan de behoeften van de betrokken ACS-Staten, aan het hun verlenen van bijstand voor het bevorderen en uitvoeren ervan.
3. De Commissie, de Europese Investeringsbank (hierna de “Bank” te noemen) en het ClO houden in het kader van hun respectieve verantwoordelijkheden een efficiënte samenwerking in stand. Met het oog daarop en op de samenhang van de communautaire steunmaatregelen ten behoeve van de particuliere sector in het algemeen en de industriële sector in het bijzonder in de in lid 2, onder a), bedoelde ACS-Staten, werkt de Commissie in overleg met de Bank en in samenwerking met het ClO steunprogramma’s voor genoemde sectoren uit die richtsnoeren betreffende de te volgen strategie omvatten.“.
19. Artikel 91 wordt vervangen door :
“Artikel 91
Het ClO staat onder leiding van een directeur, bijgestaan door een adjunct-directeur, die beide op grond van hun beroepsbekwaamheid en van hun technische en leiding- gevende capaciteiten worden aangetrokken, met inachtneming van de bepalingen van bijlage XIV, en door het Comité voor industriële samenwerking worden benoemd. De directie van het ClO voert het door het Comité voor industriële samenwerking uitgewerkte beleid uit en is verantwoording verschuldigd aan de raad van bestuur.“.
20. Artikel 92 -wordt vervangen door :
“Artikel 92
1. Het Comité voor industriële samenwerking benoemt de leden van de raad van bestuur van het CIO, houdt toezicht op de werkzaamheden van de raad van bestuur, en bepaalt de samenstelling en de werkwijze ervan. De raad wordt, op basis van pariteit tussen de ACS-Staten en de Gemeenschap, samengesteld uit zes onaf- hankelijke, hooggekwalificeerde personen met aanzienlijke ervaring op het gebied van de industriële samenwerking. Een vertegenwoordiger van respectievelijk de Commissie, de Bank, het secretariaat van de ACS-Staten en het secretariaat van de Raad wonen de vergaderingen van de raad van bestuur als waarnemer bij.
2. De raad van bestuur :
a) legt het Comité voor industriële samenwerking de voorstellen betreffende de algemene strategie, jaarlijkse begroting en jaarrekeningen van het ClO die hij OP voorstel van de CIO-directie heeft goedgekeurd, ter overweging en goedkeuring voor ;
b) hecht op voorstel van de directeur van het ClO zijn goedkeuring aan de meerjarige en jaarlijkse activiteitenprogramma’s, het jaarverslag, de organisatiestructuur, het personeelsbeleid en de personeelsformatie ; en
c) ziet erop toe dat de door het Comité voor industriële samenwerking goedgekeurde algemene strategie en jaarlijkse begrotingen door de CIO-directie naar behoren en doeltreffend ten uitvoer worden gelegd.
3. Afgezien van bovengenoemde taken voert de raad van bestuur de taken uit welke
in zijn reglement van orde worden omschreven evenals de andere taken welke hem door het Comité voor industriële samenwerking worden toegewezen. De raad brengt aan het Comité voor industriële samenwerking periodiek verslag uit over alle met het vervullen van zijn taken verband houdende aangelegenheden.“.
21. In artikel 93 wordt lid 3 vervangen door :
“3. Het statuut van het CIO, het financieel reglement, de regeling welke van toe- passing is op het personeel en het reglement van orde worden na de ondertekening van het Tweede Financieel Protocol door het Comité van Ambassadeurs vast- gesteld.“.
22. De artikelen 94, 95 en 96 vervallen.
23. In artikel 129 wordt ” 1. ” ingevoegd aan het begin van de enige alinea en worden de volgende leden 2 en 3 toegevoegd :
“2. Met het oog op de bevordering en ontwikkeling van het maritieme handelsverkeer van de ACS-Staten kunnen de partijen bij de Overeenkomst, in het kader van de tenuitvoerlegging van de samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering en binnen het bestek van de bestaande instrumenten, speciale aandacht verlenen aan het vergemakkelijken en bevorderen van de toegang voor maritieme ondernemingen van de ACS-Staten tot in het kader van de Overeenkomst beschikbare middelen, inzonder- heid met betrekking tot projecten en programma’s die gericht zijn op de verbetering van het concurrentievermogen van hun zeevervoersdiensten.
3. De Gemeenschap kan bijstand verlenen in de vorm van risicodragend kapitaal en/of leningen van de Bank voor het financieren van projecten en programma’s in de in dit artikel genoemde sectoren.“.
24. Artikel 135 wordt vervangen door :
“Artikel 135
Ter verwezenlijking van de in artikel 15 bis genoemde doelstellingen nemen de partijen bij de Overeenkomst maatregelen tot ontwikkeling van de handel vanaf het stadium van de conceptie tot het uiteindelijke stadium van de distributie van de produkten.
Het doel hiervan is te bewerkstelligen dat de ACS-Staten optimaal profijt trekken van de bepalingen van de Overeenkomst en dat zij onder zo gunstig mogelijke omstandig- heden kunnen deelnemen aan de markt van de Gemeenschap en aan de binnenlandse, subregionale, regionale en internationale markten door diversificatie en vergroting in waarde en omvang van het goederen- en dienstenverkeer van de ACS-Staten.
Te dien einde verbinden de ACS-Staten en de Gemeenschap zich ertoe ervoor te zorgen dat bij het opstellen van de nationale en regionale programma’s waarin
artikel 281 en andere desbetreffende bepalingen van de Overeenkomst voorzien, hoge prioriteit wordt toegekend aan programma’s voor ontwikkeling van de handel.“.
25. In artikel 136 worden de leden 1 en 2 vervangen door :
" 1. Naast de ontwikkeling van de handel tussen de ACS-Staten en de Gemeenschap wordt bijzondere aandacht besteed aan maatregelen om de autonomie van de
ACS-Staten op te voeren, de handel tussen de ACS-Staten onderling en de inter- nationale handel uit te breiden en de regionale samenwerking op het gebied van handel en diensten te verbeteren.
2. In het kader van de instrumenten waarin de Overeenkomst voorziet en overeen- komstig de desbetreffende bepalingen, bestrijken de op verzoek van de ACS-Staten en de ACS-regio’s te treffen maatregelen met name de volgende domeinen :
steun voor het uitstippelen van het passende macro-economische beleid dat noodzakelijk is voor de ontwikkeling van de handel :
steun voor het uitwerken van een passend wettelijk en bestuursrechtelijk kader of hervorming van het bestaande kader, alsmede voor de hervorming van de admini- stratieve procedures :
- totstandbrenging van samenhangende handelsstrategieën ;
_ steun voor de ACS-Staten bij de ontwikkeling van hun binnenlandse capaciteiten, informatiesystemen en besef van de rol en het belang van de handel in de economische ontwikkeling ;
- steun voor versterking van de bij de handel behorende infrastructuur en in het bijzonder ondersteuning van het streven van de ACS-Staten naar ontwikkeling en verbetering van de infrastructuur van de ondersteunende diensten, met inbegrip van vervoer- en opslag- faciliteiten, om te zorgen voor hun daadwerkelijke deelneming aan de distributie van goederen en diensten en met het oog op vergroting van de uitvoer van de ACS-Staten ;
_ ontwikkeling van het menselijk potentieel en van de vakbekwaamheid op het gebied van handel en diensten in het bijzonder in de sectoren verwerking, afzet, distributie en vervoer voor de markt van de Gemeenschap en de regionale en internationale markten ;
- steun voor de ontwikkeling van de particuliere sector en in het bijzonder aan kleine en middelgrote ondernemingen bij het zoeken naar en ontwikkelen van produkten, afzet- markten en op export gerichte joint ventures :
- steun voor ACS-acties die beogen particuliere investeringen en joint ventures te stimuleren en aan te trekken :
- oprichting, aanpassing en uitbreiding, in de ACS-Staten, van organisaties voor de ontwikkeling van het handels- en dienstenverkeer, met speciale aandacht voor de bijzondere behoeften van de organisaties in de minst ontwikkelde, niet aan zee grenzende en insulaire ACS-Staten ;
_ ondersteuning van het streven van de ACS-Staten naar kwaliteitsverbetering en aanpassing van hun produkten aan de marktbehoeften en naar diversificatie van hun afzetgebieden ;
- steun voor de pogingen van markten van derde landen ;
de ACS-Staten om beter door te dringen op de
_ maatregelen op het gebied van de handelsontwikkeling, met name intensivering van de contacten en van de uitwisseling van informatie binnen het bedrijfsleven in de ACS-Staten, de Lid-Staten van de Gemeenschap en derde landen ;
- steun aan de ACS-Staten voor de toepassing van moderne marketingtechnieken in sectoren en programma’s die gericht zijn op de produktie op gebieden als land- bouw- en plattelandsontwikkeling.“.
26. In artikel 136, lid 4, wordt het woord ‘should’ vervangen door ‘may’ (betreft alleen de Engelse tekst).
27. Artikel 141 wordt vervangen door :
“Artikel 141
1. De Stichting voor culturele samenwerking tussen de ACS-Staten en de Gemeen- schap evenals andere gespecialiseerde instellingen kunnen in hun activiteitensfeer een bijdrage leveren tot de verwezenlijking van de in deze titel genoemde doelstellingen.
2. De daartoe op het gebied van de culturele samenwerking verrichte activiteiten omvatten :
a) studies, onderzoek en activiteiten inzake de culturele aspecten die zich bij de inachtneming van de culturele dimensie van de samenwerking aftekenen :
b) studies, onderzoek en activiteiten ter bevordering van de culturele identiteit van de bevolkingen van de ACS-Staten en alle initiatieven die kunnen bijdragen tot de interculturele dialoog.“.
28. In artikel 159 wordt punt j) vervangen door :
“j) ondersteuning, op verzoek van de betrokken ACS-Staten, van maatregelen en structuren die bijdragen tot de coördinatie van het sectoriële beleid, met inbegrip
van ontwikkeling van de handel, en het structurele aanpassingsproces
29. In artikel 164 wordt lid 1, onder d), vervangen door :
“d) Financieringsaanvragen voor regionale samenwerkingsacties tussen ACS-Staten kunnen worden ingediend door de Raad van Ministers of, via een specifieke delegatie van bevoegdheden, door het Comité van Ambassadeurs. De Gemeen- schap stelt in verband hiermee de ACS-Staten bij het begin van de door het Tweede Financieel Protocol bestreken periode in kennis van het bedrag van de voor regionale samenwerking tussen de ACS-Staten beschikbare financiële middelen ;” .
E. DERDE DEEL - DE INSTRUMENTEN VAN DE ACS-EG-SAMENWERKING
30 . In artikel 167 wordt lid 2 vervangen door :
“2. Bij het nastreven van dit doel zal bijzondere aandacht worden besteed aan het verkrijgen van daadwerkelijke extra voordelen voor de handel van de ACS-Staten met de Gemeenschap en het verbeteren van de toegankelijkheid van hun produkten tot de
markt ten einde het groeitempo van hun handel en inzonderheid van hun export naar
de Gemeenschap te versnellen en het handelsverkeer tussen de partijen bij de Overeenkomst meer in evenwicht te brengen en zo de uitvoer naar regionale en internationale markten te versnellen.“.
31. In artikel 177 wordt lid 1 vervangen door
” 1. Indien de toepassing van de bepalingen van dit hoofdstuk leidt tot ernstige verstoringen in een van de sectoren van het economische leven van de Gemeenschap of van een of meer Lid-Staten of hun externe financiële stabiliteit in gevaar brengt of indien moeilijkheden rijzen die achteruitgang in een sector van het economische leven van de Gemeenschap of een regio van de Gemeenschap tot gevolg kunnen hebben, kan de Gemeenschap vrijwaringsmaatregelen nemen. Deze maatregelen worden onverwijld ter kennis van de Raad van Ministers gebracht.“.
32. In artikel 178 wordt lid 3 vervangen door :
“3. Het in de leden 1 en 2 bedoelde voorafgaande overleg vormt evenwel geen beletsel voor onmiddellijke beslissingen die de Gemeenschap krachtens artikel 177, lid 1, zou kunnen nemen wanneer bijzondere omstandigheden daartoe nopen.“.
33. In artikel 18 1, tweede alinea, wordt punt 4 vervangen door :
“4. Wanneer de Gemeenschap vrijwaringsmaatregelen op grond van artikel 177 neemt kan op verzoek van de betrokken partijen bij de Overeenkomst over deze maat- regelen overleg in de Raad van Ministers plaatsvinden, met name ten einde te waarborgen dat de hand wordt gehouden aan artikel 177, lid 3.“.
34. In artikel 187, lid 1, wordt punt 24 vervangen door :
“24. Verse bananen 0803 00 11 en 19",
en wordt het volgende punt 50 toegevoegd :
“50. Karakoelhuiden ex | 4301 | 30 | 00 |
ex | 4302 | 13 | 00 |
ex | 4302 | 30 | 31.“. |
35. Aan artikel 193 wordt het volgende punt 4 toegevoegd
“4. de als gevolg van de toepassing van artikel 366 bis, lid 3. eerste alinea, ter beschikking gekomen bedragen.“.
36. Aan artikel 19 4 wordt het volgende lid 5 toegevoegd :
“5. Na de verlaging bedoeld in lid 2 kan de transfergrondslag naar aanleiding van een tekort aan uit hoofde van het systeem beschikbare middelen niet extra worden verlaagd indien de transfergrondslag door verjaging op grond van lid 2 in het geval van minstontwikkelde of niet aan zee grenzende ACS-Staten kleiner is dan
2 miljoen ecu, en in het geval van insulaire Staten kleiner is dan 1 miljoen ecu.“.
37. Artikel 203 wordt vervangen door :
“Artikel 203
1. Indien het onderzoek van :
a) de in het toepassingsjaar op de markt gebrachte produktie in vergelijking met de referentieperiode ; of
b) de totale uitvoer uitgedrukt als een percentage van de op de markt gebrachte produktie voor dezelfde periode : of
c) het aandeel van de uitvoer naar de Gemeenschap in de totale uitvoer voor dezelfde periode : of
d) de som van de onder b) en c) bedoelde cijfers
een aanzienlijke vermindering aan het licht brengt, vindt overleg plaats tussen de Commissie en die ACS-Staat om uit te maken of de transfergrondslag gehandhaafd dan wel verlaagd moet worden en, in het laatste geval, in welke mate.
2. Voor de toepassing van het bepaalde in lid 1 wordt een vermindering als aanzienlijk aangemerkt wanneer zij ten minste 20 % bedraagt.“.
39.
39.
40.
In artikel 209 wordt lid 4 vervangen door :
“4. Indien e r reeds een bijsturingsprogramma loopt dat op herstructurering van de produktie- en exportactiviteiten dan wel op diversificatie gerichte maatregelen Omvat, worden de middelen in overeenstemming met die maatregelen en ter ondersteuning van een samenhangend hervormingsbeleid gebruikt.“.
In artikel 21 1 wordt lid 1 vervangen door :
” 1. Bij de ondertekening van de in artikel 205, lid 2, bedoelde transferovereenkomst wordt het transferbedrag in ecu gestort op een rentedragende rekening in een Lid- Staat waarvoor twee handtekeningen - die van de ACS-Staat en die van de Commissie - vereist zijn. De rente wordt op deze rekening gecrediteerd.“.
Aan artikel 220 wordt het volgende punt p) toegevoegd :
” P steun te verlenen voor de uitstippeling en uitvoering van handelsbeleidsvormen en programma’s ter bevordering van de harmonische en geleidelijke integratie van de ACS-Staten in de wereldeconomie.“.
41. In artikel 224 :
wordt punt d) vervangen door :
“d) budgettaire steun om de binnenlandse financiële problemen te verlichten :
i) hetzij rechtstreeks, voor de ACS-Staten met convertibele en vrij verhan- delbare valuta ;
ii) hetzij onrechtstreeks, door het gebruik van tegenwaardefondsen Uit
hoofde van de verschillende communautaire instrumenten :”
_ wordt punt i) vervangen door :
“i) de menselijke en materiële middelen ter aanvulling van die welke door de
ACS-Staten worden bekostigd en die strikt noodzakelijk zijn voor een efficiënt en doelmatig beheer van en toezicht op de projecten en programma’s die worden gefinancierd door het Europees Ontwikkelingsfonds, hierna “het Fonds” genoemd ;”
- en wordt het volgende punt m) toegevoegd :
“m) steun voor institutionele en administratieve hervormingsmaatregelen met het oog op democratisering en ontwikkeling van de rechtsstaat.“.
42. In artikel 230 wordt lid 2, onder g) vervangen door :
“g) gedecentraliseerde samenwerkingsinstanties van de ACS-Staten en de Gemeen- schap, ten einde hen in staat te stellen om in het kader van de gedecentraliseerde samenwerking economische, culturele, sociale en educatieve projecten en programma’s in de ACS-Staten op te zetten.“.
43. In artikel 233 wordt lid 4 vervangen door :
“4. Wanneer de financiële steun via bemiddeling aan de uiteindelijke begunstigde dan wel rechtstreeks aan de uiteindelijke begunstigde in de particuliere sector wordt verstrekt :
a) worden de voorwaarden waaronder de middelen via bemiddeling aan de uiteinde- lijke begunstigde of rechtstreeks aan de uiteindelijke begunstigde worden ver- strekt, vastgelegd in de financierings- of de leningsovereenkomst ;
b) wordt een eventueel uit de doorleentransactie voor de bemiddelende instantie of uit de rechtstreekse kredietverstrekking voor de uiteindelijke begunstigde in de particuliere sector voortvloeiende financiële marge, na aftrek van de admini- stratieve kosten, de financiële risico’s en de wisselkoersrisico’s en de kosten van de aan de uiteindelijke begunstigde verstrekte technische bijstand, aangewend voor ontwikkelingsdoeleinden onder de in de financierings- of de lening- overeenkomst vastgestelde voorwaarden.“.
4 4 . In artikel 234 :
- wordt de aanhef vervangen door :
” 1. Risicodragend kapitaal kan de vorm aannemen van leningen, deelnemingen Of
andere semikapitaalbijstand.“,
- wordt in lid 1 het volgende punt b) bis ingevoegd :
“ b) bis. De bijdragen in semikapitaal kunnen bestaan uit voorschotten van aandeelhouders, converteerbare obligaties, leningen met recht OP winstdeling of elke soortgelijke bijdragevorm.“,
wordt in lid 1 het punt c ) vervangen door :
“ c) De voorwaarden voor transacties met risicodragend kapitaal zijn afhankelijk van de kenmerken van elk project of programma en zijn over het algemeen gunstiger dan die voor gesubsidieerde leningen. De rentevoet voor leningen aan ACS-Staten of bemiddelende instanties dient in ieder geval lager te zijn dan 3 %.“,
- worden in lid 1 de volgende punten c) bis en c) ter ingevoegd :
“ c) bis Middelen in de vorm van risicodragend kapitaal kunnen worden aan- gewend als bijdrage voor studies ter voorbereiding van investeringen en technische bijstand, zoals bedoeld in artikel 268, lid 1, onder g). De leningen worden in dat geval slechts afgelost indien de investering heeft plaatsgehad.
c) ter De participaties of andere vormen van semikapitaalbijstand worden vergoed op basis van de resultaten van het betrokken project of programma en de tot stand gekomen winst wordt door de Gemeenschap en de bij bedoeld project of programma betrokken partijen gedeeld.“,
- en wordt lid 2, onder b) vervangen door :
“ b) in geval van financiering met behulp van risicodragend kapitaal ten behoeve van kleine en middelgrote ondernemingen, hierna “KMO’s” genoemd, wordt het wisselkoersrisico verdeeld over enerzijds de Gemeenschap en anderzijds de andere betrokken partijen. Gemiddeld wordt het wisselkoersrisico gelijkelijk verdeeld.“.
45. In artikel 235 wordt het volgende punt b) bis ingevoegd :
" b) bis Wanneer het gaat om rechtstreekse financiering in de particuliere sector ten behoeve van zuiver commerciële projecten, wordt de in punt b) vermelde rentesubsidie niet toegepast op leningen die worden toegekend aan niet-ACS- kredietnemers of aan ACS-ondernemingen waarvan de meerderheid van de aandelen niet in ACS-handen zijn.“.
46. In artikel 236 wordt punt a) vervangen door :
“ a) draagt met de door haar beheerde middelen bij tot de economische en industriële ontwikkeling van de ACS-Staten op nationale en regionale schaal ; daartoe financiert zij bij voorrang rendabele projecten en programma’s, of andere OP bevorderen van de particuliere sector gerichte investeringen, in de sectoren industrie, landbouwindustrie, toerisme, mijnbouw, energie, alsmede vervoer en telecommunicatie voor zover deze op die sectoren betrekking hebben. Naast deze prioritaire sectoren kan de Bank in andere sectoren, met name de teelt van industriegewassen, rendabele projecten en programma’s uit eigen middelen financieren ; ".
47. In artikel 243 wordt ” 1." toegevoegd aan het begin van de eerste alinea en wordt het volgende lid 2 toegevoegd :
“2. De ACS-Staten en de Gemeenschap erkennen eveneens dat het noodzakelijk is het opzetten van regionale hervormingsprogramma’s aan te moedigen door erop toe te zien dat bij het uitwerken en uitvoeren van de nationale programma’s naar behoren rekening wordt gehouden met de regionale activiteiten die van invloed zijn op de nationale ontwikkeling. De steun voor structurele aanpassing moet te dien einde eveneens gericht zijn op :
a) het van bij het begin van de situatiebeoordeling in aanmerking nemen van maat- regelen ter aanmoediging van de regionale integratie en van de gevolgen van een grensoverschrijdende aanpassing ;
b) het ondersteunen van de harmonisatie en coördinatie van het macro-economisch en sectorieel beleid, met inbegrip van de belasting- en douanestelsels, met het oog op zowel de regionale integratie als een structurele hervorming op nationaal niveau ;
c) het aanmoedigen en ondersteunen van de tenuitvoerlegging hervormingsbeleid op regionaal niveau ;
van een sectorieel
d) het ondersteunen van de liberalisering van de handel, het betalingsverkeer en de buitenlandse investeringen.“.
48. In artikel 244 wordt punt c) vervangen door :
“ c) de steun draagt bij tot de verwezenlijking van de prioritaire doelstellingen van de ACS-Staten op het gebied van de ontwikkeling, zoals landbouw- en plattelands- ontwikkeling, continuïteit van de voedselvoorziening, PMDT, ontwikkeling van de handel en milieubescherming, alsook tot verlichting van de schuldenlast ;".
49. In artikel 246 wordt de aanhef van lid 1 vervangen door :
” 1. Alle ACS-Staten komen in principe in aanmerking voor steun voor structurele aanpassing, afhankelijk van de omvang van de aangevangen of overwogen hervormingen op macro-economisch of sectorieel gebied, met inachtneming van de regionale context, de doeltreffendheid ervan en de mogelijke gevolgen voor de economische, sociale en politieke aspecten van de ontwikkeling en tevens gelet op de economische en sociale problemen van die Staten, zoals die kunnen worden beoor- deeld aan de hand van de volgende factoren :“.
50. In artikel 247 :
- wordt lid 2 vervangen door :
“2. Aanpassingssteun wordt verleend in de vorm van :
a) sectoriële of algemene invoerprogramma’s overeenkomstig artikel 224, onder c), en artikel 225 ;
b) budgettaire steun overeenkomstig artikel 224, onder d) ;
c) technische bijstand die verband houdt met steunprogramma’s voor structurele aanpassing.“,
- wordt lid 4 vervangen door :
“4. De steun voor structurele aanpassing wordt soepel ten uitvoer gelegd door toepassing van de volgende instrumenten naargelang van de omstandigheden :
a) een algemeen invoerprogramma (AlP) in overeenstemming met het begrip “steun voor structurele aanpassing” zoals dat in de Overeenkomst wordt omschreven, dat normaliter het meest geschikte instrument is voor landen die macro-economische hervormingen invoeren ;
b) budgettaire steun aan de ACS-Staten met het oog op een meer integere. doeltreffende en onpartijdige tenuitvoerlegging van hun begrotingen ;
c) een sectorieel invoerprogramma (SIP), ter ondersteuning van een sectorieel
aanpassingsprogramma of om in geval van macro-economische meer sectorieel effect te sorteren.“,
hervormingen
- wordt het volgende lid 5 toegevoegd :
“5. De in lid 4 omschreven instrumenten kunnen onder dezelfde voorwaarden eveneens worden aangewend voor het verlenen van steun aan de op grond van artikel 246 in aanmerking komende ACS-Staten die op intraregionale economische liberalisatie gerichte hervormingen tot stand brengen ten aanzien waarvan de balans voor het overgangsstadium nettokosten te zien geeft.“.
51. In artikel 248 wordt punt c) vervangen door :
“c) een zo ruim en doorzichtig mogelijke toegang voor het ACS-bedrijfsleven tot de middelen van het programma en aanbestedingsprocedures die zijn afgestemd op de administratieve en commerciële praktijken van de betrokken Staat, waarbij voor in te voeren goederen een optimale prijs/kwaliteit-verhouding en met betrek- king tot de harmonisatie van de procedures voor het verlenen van steun voor structurele aanpassing de nodige samenhang met de op internationaal niveau verwezenlijkte vooruitgang wordt gewaarborgd ;“.
ACP-CE/nl 5 7
52. In titel II I , hoofdstuk 2, wordt de volgende afdeling 4 bis ingevoegd :
“Afdeling 4 bis Gedecentraliseerde samenwerking
Artikel 251 A
1. Ter versterking en diversifiëring van de basis voor de ontwikkeling op lange termijn van de ACS-Staten en om alle instanties van de ACS-Staten en de Gemeenschap die een bijdrage kunnen leveren aan de autonome ontwikkeling van de ACS-Staten aan te moedigen initiatieven te ontplooien, steunt de ACS-EG-samenwerking, binnen de door de betrokken ACS-Staten te bepalen grenzen, deze ontwikkelingsactiviteiten in het kader van een gedecentraliseerde samenwerking, met name door bundeling van de werkzaamheden en de middelen van de instanties in de ACS-Staten en in de Gemeenschap. Met deze vorm van samenwerking wordt in het bijzonder beoogd om de vaardigheden, de innovatieve aanpak en het potentieel van de gedecentraliseerde samenwerkingsinstanties in dienst te stellen van de ontwikkeling van de ACS-Staten.
ACP-CE/nl 5 8
2. De in dit artikel bedoelde instanties zijn de gedecentraliseerde overheden, plattelands- en dorpsgemeenschappen, coöperaties, vakbonden, onderwijs- en onderzoeksinstellingen, niet- gouvernementele organisaties op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en andere verenigingen, groepen en instanties die op eigen initiatief kunnen bijdragen en wensen bij te dragen aan de ontwikkeling van de ACS-Staten, op voorwaarde dat de instanties en/of de activiteiten geen winstoogmerk hebben.
Artikel 251 B
1. In het kader van de ACS-EG-samenwerking worden bijzondere inspanningen verricht om de initiatieven van de instanties van de ACS-Staten aan te moedigen en te steunen en met name de vaardigheden van deze instanties te versterken. In dit kader steunt de samenwerking de activiteiten van de ACS-instanties die hetzij autonoom zijn, hetzij worden ontwikkeld tezamen met gelijksoortige instanties uit de Gemeenschap, die hun kennis en ervaring, hun technologische en organisatorische capaciteiten of hun financiële middelen aan hun ACS- collega’s ter beschikking stellen.
2. De gedecentraliseerde samenwerking stimuleert de inbreng door instanties uit de ACS- Staten en de Gemeenschap van financiële en technische middelen die een aanvulling vormen op het ontwikkelingswerk en werkt partnerschappen tussen deze instanties in de hand. Zij kan de gedecentraliseerde samenwerkingsactiviteiten met inachtneming van de in de
artikelen 25 1 C, 251 D en 251 E gedefinieerde voorwaarden financieel en/of technisch steunen uit de middelen waarin de Overeenkomst voorziet.
3. De rol en de prerogatieven van de overheden van de ACS-Staten worden bij het organi- seren van deze vorm van samenwerking geëerbiedigd.
Artikel 251 C
1. De gedecentraliseerde samenwerkingsactiviteiten kunnen worden gesteund met de financiële middelen van het indicatieve programma of met tegenwaardefondsen. De steun zal in de mate worden gegeven waarin hij nodig is voor een vruchtbare uitvoering van de voorgestelde acties, op voorwaarde dat de levensvatbaarheid daarvan overeenkomstig de bepalingen betreffende samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering werd vastgesteld.
2. De projecten of programma’s die onder deze vorm van samenwerking vallen, kunnen al dan niet gerelateerd zijn aan programma’s in de concentratiesectoren van de indicatieve programma’s, maar kunnen ook een wijze zijn om de specifieke doelstellingen van het indicatieve programma te bereiken of het resultaat van initiatieven van gedecentraliseerde instanties.
Artikel 25 1 D
1. In het kader van de gedecentraliseerde samenwerking uit te voeren projecten en programma’s dienen door de ACS-Staten te worden goedgekeurd. Deze activiteiten worden gefinancierd met bijdragen van :
a) het Fonds, in welk geval de bijdrage normaliter niet meer mag bedragen dan drie vierde van de totale kosten van elk project of programma en de 300.000 ecu niet mag overschrijden. De bijdrage van het Fonds wordt afgeboekt van de subsidies uit hoofde van het nationale of regionale indicatieve programma ;
b) de gedecentraliseerde samenwerkingsinstanties, mits de door hen ingebrachte financiële, technische, materiële en andere middelen normaliter niet minder bedragen dan 25 % van ‘de geraamde kosten van het project of programma ; en
c) bij uitzondering, de betrokken ACS-Staat, via een financiële bijdrage, de beschikbaar- stelling van infrastructuurvoorzieningen of de verlening van diensten.
2. Voor de in het kader van de gedecentraliseerde samenwerking gefinancierde projecten en programma’s gelden de procedures die zijn vastgesteld in hoofdstuk 5 van deze titel, met name in artikel 290.
Artikel 25 1 E
Naast de aan de gedecentraliseerde samenwerkingsinstanties in deze afdeling, in de artikelen 252 en 253 betreffende microprojecten, in artikel 278, lid 2, onder c), inzake projecten voor technische samenwerking, en in artikel 300 inzake spoedhulp geboden mogelijkheden, kunnen de ACS-Staten verzoeken om of instemmen met de deelneming van gedecentraliseerde samenwerkingsinstanties aan de tenuitvoerlegging van andere projecten en programma’s van het Fonds, met name die welke in eigen beheer worden uitgevoerd in
overeenstemming met artikel 299 en andere toepasselijke bepalingen van de Overeenkomst.“.
53. Aan artikel 254 wordt het volgende lid 3 toegevoegd :
“3. Wanneer de uit hoofde van dit artikel voor een activiteit verstrekte financiële middelen onvoldoende zijn om aan de noodsituatie het hoofd te bieden, kan een deel van de middelen van het nationale indicatieve programma, die als gevolg van het onvermogen van de betrokken ACS-Staat o m zijn indicatieve programma te
ondertekenen of uit te voeren niet zijn vastgelegd, op verzoek van de betrokken ACS- Staat of van de ACS-Staten ten behoeve van de betrokken ACS-Staat of door de Gemeenschap na voorafgaand overleg met de ACS-Staten, ten behoeve van de bevolking worden gebruikt voor spoedhulp, humanitaire bijstand of rehabilitatiesteun na de urgentiefase.“.
54. Aan artikel 274 wordt het volgende lid 3 toegevoegd :
55.
“3. Voor de toepassing van hoofdstuk 5, afdeling 5, van deze titel omvatten nemingen van de Lid-Staten” ondernemingen van de LGO.“.
Artikel 281 wordt vervangen door :
“Artikel 28 1
1. Bij de aanvang van de periode waarin het Tweede Financieel Protocol van sing is :
“onder-
toepas-
a) geeft de Gemeenschap iedere ACS-Staat een duidelijke indicatie van alle indicatieve programmeerbare financiële middelen waarover hij gedurende deze periode kan beschikken en deelt zij alle andere nuttige informatie mee :
b) wordt elke ACS-Staat die in aanmerking komt voor de specifieke middelen bestemd voor structurele aanpassingssteun overeenkomstig artikel 246, in kennis gesteld van het hem toekomende geraamde bedrag van de eerste tranche ;
c) ontvang? iedere ACS-Staat van de Bank een globale indicatie van de eigen middelen van de Bank en de risicokapitaalmiddelen waarvoor hij gedurende deze periode in aanmerking kan komen.
2. Na ontvangst van de in lid 1 vermelde informatie wordt door elke ACS-Staat op basis van en overeenkomstig zijn ontwikkelingsdoelstellingen en -prioriteiten een ontwerp van een indicatief programma opgesteld en bij de Gemeenschap ingediend, omvattende :
a) de prioritaire ontwikkelingsdoelstellingen van de betrokken ACS-Staat op nationaal en regionaal niveau :
b) de concentratiesector of -sectoren waarop de steun moet worden toegespitst, waarbij de nadruk valt op leniging van de armoede en duurzame ontwikkeling en de daartoe in te zetten middelen ;
c) voorstellen voor ontwikkeling van de particuliere en/of de industriële sector waarvoor volgens de ACS-Staat risicodragend kapitaal en andere beschikbare middelen kunnen worden gebruikt :
ACP-CE/nl 6 3
d) de meest adequate maatregelen en activiteiten voor het verwezenlijken van de doelstel- lingen in de geïdentificeerde concentratiesector(en) of, wanneer deze activiteiten niet voldoende welomlijnd zijn, de hoofdlijnen van de programma ’s ter ondersteuning van het beleid dat de ACS-Staat in de geïdentificeerde concentratiesectoren voert ;
e) in voorkomend geval, voorstellen voor het beheer van het indicatieve programma en de overeenkomstig artikel 224, onder i), vereiste steun ;
f) de voor projecten en programma ’s buiten de concentratiesector gereserveerde middelen, de hoofdlijnen van de elementen voor de in artikel 290 bedoelde meerjaren- programma ’s, alsmede een indicatie van de voor elk van deze elementen in te zetten middele n ;
g) waar mogelijk, de specifieke en duidelijk geïdentificeerde nationale projecten en actie- programma ’s, met name die welke een voortzetting vormen van reeds lopende projecten en actieprogramma ’s :
h) in voorkomend geval, een niet voor de concentratiesector bestemd beperkt gedeelte van de programmeerbare middelen dat de ACS-Staat voorstelt ter ondersteuning van structu- rele aanpassing te gebruiken :
i) alle voorstellen voor regionale projecten en programma ’s ;
ACP-CE/nl 6 4
j) een tijdschema voor de tenuitvoerlegging van het indicatieve programma. inclusief betalingsverplichtingen en betalingen ;
k) de voorzieningen ter dekking van eventuele reclamaties en van onverwachte stijgingen van kosten en uitgaven.“.
56. Artikel 282 wordt vervangen door :
"Artikel 282
1. Over het ontwerp van indicatief programma wordt van gedachten gewisseld door de betrokken ACS-Staat en de Gemeenschap, die naar behoren rekening houdt met de nationale behoeften van de ACS-Staat en zijn soevereine recht om de eigen strategieën, prioriteiten en ontwikkelingsmodellen alsmede zijn macro-economische en sectoriële beleid vast te stellen.
2. Het indicatieve programma wordt in onderling overleg tussen de Gemeenschap en de betrokken ACS-Staat vastgesteld aan de hand van het ontwerp van indicatief programma dat door deze Staat is voorgesteld en met inachtneming van de in de artikelen 3 en 4 uiteengezette beginselen, en is zowel voor de Gemeenschap als voor deze Staat bindend zodra het is aangenomen. Er worden met name in aangegeven alle in artikel 281, lid 2, vermelde elementen en een bedrag dat 70 % van de indicatieve toewijzing vertegenwoordigt, behalve voor die ACS-Staten voor welke de omvang van het indicatieve bedrag of de concentratie van het indicatieve programma op één enkel project afzonderlijke toewijzingen niet rechtvaardigt.
3. in het indicatieve programma wordt de nodige soepelheid ingebouwd om ervoor te zorgen dat de activiteiten voortdurend beantwoorden aan de doelstellingen en om rekening te houden met eventuele veranderingen in de economische situatie, de prioriteiten en de doelstellingen van de betrokken ACS-Staat. Het kan op verzoek van de betrokken ACS-Staat worden herzien. Het moet worden herzien wanneer de betrokken ACS-Staat bij de tenuitvoerlegging van het programma een hoog niveau van betalingsverplichtingen heeft bereikt en in eik geval uiterlijk drie jaar na de datum waarop het Tweede Financieel Protocol van kracht is geworden.
4. Aan het einde van de in lid 3 bedoelde herziening kunnen de voor de tenuitvoerlegging van het indicatieve programma vereiste middelen worden toegewezen, waarbij naar behoren rekening wordt gehouden met :
a) de indicatieve toewijzing ;
b) de voortgang geboekt met de tenuitvoerlegging van de in artikel 281, lid 2, vermelde elementen van het programma en het overeengekomen tijdschema van betalings- verplichtingen en betalingen in het licht van het jaarlijks verslag van het delegatiehoofd en de nationale ordonnateur, als bedoeld in artikel 284, lid 3 ;
c) de staat van voorbereiding van de activiteiten die de ACS-Staat in het kader van de tweede fase van het indicatieve programma voornemens is te ontplooien ; en
d) de specifieke situatie van de betrokken ACS-Staat.
5. Na de in de leden 3 en 4 vermelde herzrening en in eik geval uiterlijk aan het einde van de looptijd van het Tweede Financieel Protocol worden alle niet toegewezen middelen die nog van de programmeerbare middelen resteren, gebruikt voor de financiering van activiteiten die vallen onder het toepassingsgebied van de samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering, met name activiteiten die betrekking hebben op programmeerbare steun, behalve indien door de Raad van Ministers anders wordt besloten.“.
57. Artikel 283 wordt vervangen door :
“Artikel 283
De Gemeenschap en de betrokken ACS-Staat nemen alle maatregelen die noodzakelijk zijn om te zorgen dat het indicatieve programma zo spoedig mogelijk wordt aangenomen en wel, behalve in uitzonderlijke omstandigheden, binnen twaalf maanden na de ondertekening van het Tweede Financieel Protocol.“.
58. Artikel 284 wordt vervangen door :
“Artikel 284
1. Afgezien van de financiële middelen voor spoedhulp, rentesubsidies en regionale
samenwerking bestaat de programmeerbare steun uit subsidies.
2. Om rekening te houden met de economische en financiële moeilijkheden van de in artikel 330 vermelde minst ontwikkelde landen wordt 50 % van het risicodragend kapitaal globaal aan deze landen toegewezen. Voorts wordt ten minste 50 % van de risicokapitaalmiddelen gebruikt ter ondersteuning van ACS-Staten die actief maat- regelen ter ondersteuning van investeringen in de particuliere sector onderschrijven en ten uitvoer leggen.
3. De nationale ordonnateur en het delegatiehoofd maken binnen 90 dagen na het einde van elk kalenderjaar een verslag over de tenuitvoerlegging van het indicatieve programma op dat zij voorleggen aan het Comité voor Samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering. Zij treffen tevens de nodige maatregelen om erop toe te zien dat het bij de programmering overeengekomen tijdschema voor de betalings- verplichtingen en de betalingen in acht wordt genomen, stellen de oorzaken van de bij de tenuitvoerlegging opgetreden vertragingen vast en stellen de nodige maatregelen voor om dit euvel te verhelpen. Het Comité bestudeert de verslagen overeenkomstig zijn taken en bevoegdheden krachtens de Overeenkomst.“.
59. Aan artikel 287, lid 2, wordt het volgende punt i) toegevoegd :
“i) verenigbaarheid met het handelsbeleid en de programma’s voor handelsont- wikkeling van de ACS-Staten en effect op hun concurrentievermogen op de binnenlandse, regionale, internationale en Gemeenschapsmarkten.“.
60. Artikel 290 wordt vervangen door :
“Artikel 290
1. Ter bespoediging van de procedures en in afwijking van de artikelen 288 en 289 kunnen financieringsbesluiten betrekking hebben op meerjarenprogramma’s wanneer het gaat om de financiering van :
a) opleiding ;
b) gedecentraliseerde activiteiten ;
c) microprojecten ;
d) handelsbevordering en -ontwikkeling ;
e) maatregelenpakketten van beperkte omvang voor een bepaalde sector ;
f) steun voor project-/programmabeheer ;
g) technische samenwerking.
2. In de in lid 1 genoemde gevallen kan de betrokken ACS-Staat het delegatiehoofd een meerjarenprogramma voorleggen met de hoofdlijnen, de geplande activiteiten en de voorgestelde financiële verplichtingen :
a) Het financieringsbesluit voor elk meerjarenprogramma wordt genomen door de hoofdordonnateur. De brief van de hoofdordonnateur aan de nationale ordon- nateur waarin dit besluit wordt meegedeeld, is de financieringsovereenkomst in de zin van artikel 291.
b) In het kader van de aldus goedgekeurde meerjarenprogramma’s voert de nationale ordonnateur of, in voorkomend geval, de gedecentraliseerde samenwerkings- instantie, aan wie voor dit doel taken werden gedelegeerd, of enige andere in aanmerking komende begunstigde iedere maatregel uit overeenkomstig de bepalingen van de Overeenkomst en de hierboven bedoelde financierings- overeenkomst. Wanneer de uitvoering wordt verricht door gedecentraliseerde samenwerkingsinstanties of andere in aanmerking komende begunstigden, behouden de nationale ordonnateur en het delegatiehoofd de financiële verantwoordelijkheid en houden zij regelmatig toezicht op de activiteiten ten einde hen in staat te stellen om onder meer hun verplichtingen overeenkomstig lid 3 na te komen.
3. Aan het eind van eik jaar zendt de nationale ordonnateur de Commissie een verslag
toe over de tenuitvoerlegging van de meerjarenprogramma’s, dat is opgesteld in overleg met het delegatiehoofd.“.
61. In artikel 294, lid 1, onder a) worden de punten i), ii), en iii) vervangen door :
“i) voor alle natuurlijke personen, vennootschappen of ondernemingen, organen van de overheid of organen met overheidsdeelneming van de ACS-Staten en de
Lid-Staten ;
ii) voor coöperaties en andere publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van vennootschappen zonder winstoogmerk uit de Lid-Staten en/of de ACS-Staten ;
iii) voor alle gemeenschappelijke ondernemingen of combinaties van die onder- nemingen of die vennootschappen uit de ACS-Staten en/of de Lid-Staten.“.
62. In artikel 296 wordt lid 1, onder b) vervangen door :
“ b) het concurrentievermogen van de aannemers, leveranciers en adviseurs uit de Lid-Staten en de ACS-Staten ;“.
63. In artikel 316 wordt lid 1 vervangen door :
” 1. De Commissie wordt in elke ACS-Staat of in elke regionale groep die daarom uitdrukkelijk verzoekt, vertegenwoordigd door een delegatie onder leiding van een delegatiehoofd, wiens aanstelling door de betrokken
ACS-Staat of ACS-Staten is goedgekeurd.“.
64. In artikel 3 7 7
- wordt de volgende nieuwe alinea als eerste alinea ingevoegd :
“Het delegatiehoofd vertegenwoordigt de Commissie op alle domeinen die onder haar bevoegdheid vallen en in al haar activiteiten.“,
- wordt de aanhef van de tweede alinea vervangen door :
“In het bijzonder met betrekking tot de samenwerking ontvangt het delegatiehoofd de nodige instructies en bevoegdheden voor een vlot verloop van de voorbereiding, het onderzoek en de uitvoering van de projecten en programma’s en krijgt daarbij de nodige steun. Met het oog daarop heeft het delegatiehoofd, in nauwe samenwerking met de nationale ordonnateur, de volgende taken :“.
64 | bis. | In artikel 331, punt 10, wordt na het eerste streepje het volgende streepje ingevoegd : - Artikel 194, lid 5. |
64 | ter. | Aan artikel 331, punt 12, wordt het volgende streepje toegevoegd - Artikel 284, lid 2. |
64 | quater | In artikel 334, punt 9, wordt vóór het eerste streepje het volgende streepje ingevoegd : |
64 quinques
- Artikel 194, lid 5.
In artikel 337, punt 9, wordt vóór het eerste streepje het volgende ingevoegd :
- Artikel 194, lid 5.
streepje
F. VIJFDE DEEL - SLOTBEPALINGEN
65. Artikel 364 wordt vervangen door :
“Artikel 364
Indien de onderhandelingen met Zuid-Afrika vóór de inwerkingtreding van de bepalingen tot wijziging van de Overeenkomst overeenkomstig artikel 366, lid 2, leiden tot een akkoord over zijn toetreding tot de Overeenkomst, dan handelt de Raad van Ministers, niettegenstaande de in artikel 363 genoemde toetreding+voorwaarden, overeenkomstig de uitkomst van die onderhandelingen en neemt hij een besluit over de modaliteiten en voorwaarden van de toetreding van die Staat, met inachtneming van de specifieke kenmerken van Zuid-Afrika.
Deze modaliteiten en voorwaarden zullen worden vermeld in een speciaal protocol dat een integrerend onderdeel van de Overeenkomst zal vormen.
In geval van een positief besluit wordt Zuid-Afrika opgenomen bij de Staten die de Overeenkomst hebben ondertekend, zonder dat daarvoor verdere bekrachtiging door de partijen bij de Overeenkomst is vereist. In het Besluit van de Raad van Ministers wordt de datum vermeld waarop de toetreding van kracht wordt.“.
66. Het volgende artikel 364 bis wordt ingevoegd :
“Artikel 364 bis
1. Mocht Somalië om toetreding tot de Overeenkomst verzoeken dan zal de Raad van
Ministers dat verzoek Staat.
behandelen en een besluit nemen over de toetreding van die
2. Indien de Raad van Ministers een positief besluit bereikt vóór de inwerkingtreding van de bepalingen tot wijziging van de Overeenkomst dan wordt Somalië opgenomen bij de Staten die de Overeenkomst hebben ondertekend op dezelfde voet als de andere partijen bij de Overeenkomst.
3. Indien de Raad van Ministers een positief besluit bereikt na de inwerkingtreding van de bepalingen tot wijziging van de Overeenkomst dan wordt de Overeenkomst, zoals gewijzigd, voor Somalië effectief van kracht op de eerste dag na die waarop Somalië zijn bekrachtigingsinstrumenten neerlegt. In het belang van die Staat kan de Raad van Ministers echter in zijn besluit bepalen dat sommige in de Overeenkomst vastgestelde rechten en verplichtingen voor Somalië op een andere datum van toepassing
worden.“.
67. Het volgende artikel 366 bis wordt ingevoegd :
“Artikel 366 bis
1. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder de term “partij” verstaan de Gemeenschap en de Lid-Staten van de Europese Unie enerzijds, en iedere ACS-Staat anderzijds.
2. Indien een partij van mening is dat een andere partij een verplichting met betrekking tot een van de in artikel 5 genoemde essentiële onderdelen niet is nagekomen, verzoekt zij de betrokken partij, behoudens in geval van bijzondere urgentie, om overleg te plegen ten einde de situatie nader te bezien en zo nodig recht te zetten.
Voor zulk overleg, en om een oplossing te vinden :
- wordt de Gemeenschap vertegenwoordigd door haar voorzitterschap, bijgestaan door de
Lid-Staat die als vorige het voorzitterschap zal
het voorzitterschap heeft bekleed en de Lid-Staat die als volgende bekleden, tezamen met de Commissie ;
- worden de ACS-Staten vertegenwoordigd door de ACS-Staat die het co-voorzitterschap bekleedt, bijgestaan door de ACS-Staten die het voorgaande en het volgende
co-voorzitterschap bekleden. Aan het overleg wordt eveneens deelgenomen door twee door de betrokken partij aangewezen andere leden van de ACS-Raad van Ministers.
Het overleg begint uiterlijk 15 dagen na het verzoek en duurt als regel niet langer dan
30 dagen.
3. De partij die niet-nakoming van een verplichting heeft gesteld kan bij het verstrijken van de in lid 2, derde alinea, genoemde termijn, indien ondanks alle inspanningen geen oplossing is gevonden, of onmiddellijk, in geval van urgentie of weigering van overleg, passende maatregelen nemen, waaronder indien nodig gehele of gedeeltelijke schorsing van de toepassing van de Overeenkomst ten aanzien van de betrokken partij. Tot schorsing zal pas in laatste instantie worden overgegaan.
De betrokken partij wordt van elke dergelijke maatregel vooraf in kennis gesteld ; de maatregel wordt ingetrokken zodra de redenen ervoor hebben opgehouden te bestaan.“.
G. TWEEDE FINANCIEEL PROTOCOL
68. Het onderstaande Tweede Financieel Protocol is van toepassing tijdens de tweede periode van vijf jaar die door de Overeenkomst wordt bestreken.
“TWEEDE FINANCIEEL PROTOCOL
Artikel 1
1. Voor de in deel III, titel II, hoofdstukken 1 en 3, en titel III van de Overeenkomst vermelde doeleinden beloopt het totale bedrag van de financiële steun van de Gemeenschap over een periode van vijf jaar te rekenen vanaf 1 maart 1995, 14.625 miljoen ecu.
Dit totale bedrag omvat :
een bedrag van 12.967 miljoen ecu uit hoofde van het Europees Ontwikkelingsfonds. waarvan 292 miljoen ecu afkomstig is van niet toegekende of niet-besteedbare middelen die uit de voorgaande Fondsen zijn getransfereerd. Dit bedrag wordt als volgt verdeeld :
i) voor de in de artikelen 220, 221 en 224 genoemde doeleinden : 9.592 miljoen ecu in de vorm van subsidies, waarvan 1.400 miljoen ecu voor steun voor structurele aanpassing, welke overeenkomstig artikel 281, lid 2, onder e), kunnen worden aangevuld in het kader van de ontwikkelingshulp op lange termijn ;
ii)
voor de in de artikelen 220, 221 en 224 genoemde ecu in de vorm van risicodragend kapitaal ;
doeleinden : 1.000 miljoen
iii) voor de in de artikelen 186 tot en met 212 genoemde doeleinden : 1.800 miljoen ecu in de vorm van transfers ter stabilisatie van de exportopbrengsten ;
iv) voor de in de artikelen 214 tot en met 219 genoemde doeleinden : 575 miljoen ecu in de vorm van subsidies uit hoofde van SYSMIN ;
b) voor de in de artikelen 220, 221 en 224 genoemde doeleinden : 1.658 miljoen ecu in de vorm van leningen van de Bank uit eigen middelen overeenkomstig de in haar statuten neergelegde voorwaarden. Voor deze leningen gelden de bepalingen van artikel 235 inzake rentesubsidies.
2. De Bank beheert de uit eigen middelen verstrekte leningen, met inbegrip van de rente- subsidies, alsmede het risicodragend kapitaal. Alle andere financieringsmiddelen uit hoofde van de Overeenkomst worden door de Commissie beheerd.
Artikel 2
Ter financiering van de in de artikelen 254 en 255 van de Overeenkomst bedoelde steun :
a) wordt een speciale toewijzing van 260 miljoen ecu gevormd in het kader van het in artikel 1, onder a), i), bedoelde bedrag, waarvan 140 miljoen ecu voor de in artikel 254 bedoelde hulp en 120 miljoen ecu voor de in artikel 255 bedoelde hulp ;
b) kunnen, ingeval de in een van bovengenoemde artikelen bedoelde speciale toewijzing is uitgeput voordat dit Financieel Protocol afloopt, kredieten uit hoofde van het andere artikel worden getransfereerd ;
c) worden bij het verstrijken van de geldigheidsduur van dit Financieel Protocol de niet vastgelegde kredieten voor spoedhulp en hulp aan vluchtelingen, repatrianten en ontheemden teruggestort in het Fonds met het oog op de financiering van andere maatregelen op het gebied van de samenwerking inzake de ontwikkelingsfinanciering, tenzij de Raad van Ministers anders beslist :
d) ingeval de speciale toewijzing is uitgeput voordat dit Financieel Protocol afloopt en met inachtneming van andere middelen waarvoor de ACS-Staten voor dezelfde doeleinden in aanmerking kunnen komen, nemen de ACS-Staten en de Gemeenschap, in de bevoegde gezamenlijke instellingen, passende maatregelen om voor de in de artikelen
254 en 255 bedoelde situaties een oplossing te vinden.
Artikel 3
1. Van de uit hoofde van artikel 1, onder a), i), beschikbare subsidies wordt een bedrag van
1.300 miljoen ecu gereserveerd voor de financiering van regionale projecten en programma’s van de ACS-Staten.
2. Uit de uit hoofde van dit artikel toegewezen bedragen, draagt de Gemeenschap het volgende bij :
i) in de vorm van een afzonderlijke toewijzing, een bedrag van ten hoogste
73 miljoen ecu aan de financiering van de begroting van het Centrum voor Industriële Ontwikkeling ;
ii) een bedrag van ten hoogste 4 miljoen ecu aan de in bijlage LXVIII genoemde doeleinden ;
iii) een indicatief bedrag van 85 miljoen ecu aan de financiering van de in artikel 138 bepaalde regionale programma’s voor de ontwikkeling van de handel :
iv) een bedrag van 80 miljoen ecu voor de in a rt i k e l 224, punt m), bepaalde stimulerende financiering van institutionele steun.
3. De Bank kan deze middelen aanvullen uit de door haar beheerde middelen door bij te dragen aan de financiering van regionale projecten en programma’s.
Artikel 4
Het eventueel in het Fonds resterende bedrag dat aan het einde van het laatste jaar van toepassing van dit Financieel Protocol niet is vastgelegd of betaald, wordt volledig gebruikt, onder dezelfde voorwaarden als de in de Overeenkomst neergelegde.“.
H. PROTOCOL Nr. 1 - BETREFFENDE DE DEFINITIE VAN HET BEGRIP “PRODUKTEN VAN OORSPRONG” EN DE METHODEN VAN ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING
69. In Protocol nr. 1, titel 1, artikel 5, wordt “10 %” vervangen door “15 %“.
70. In Protocol nr. 1, titel 1, artikel 6, wordt het volgende lid 5 toegevoegd :
“5. Op verzoek van de ACS-Staten worden produkten van oorsprong uit een tot een coherente geografische eenheid behorend aangrenzend ontwikkelingsland dat geen ACS-Staat is, beschouwd van oorsprong te zijn uit de ACS-Staat waar ze een verdere be- of verwerking ondergaan, mits:
de in de ACS-Staat uitgevoerde be- of verwerking meer inhoudt dan de in artikel 3, lid 3, genoemde handelingen. Voorts moeten onder de hoofdstukken
50 tot en met 63 van het geharmoniseerd systeem ingedeelde produkten in de ACS-Staat ten minste een be- of verwerking ondergaan ten gevolge waarvan het verkregen produkt onder een andere post van het geharmoniseerd systeem wordt ingedeeld dan de produkten van oorsprong uit het niet-ACS- ontwikkelingsland. Voor de in bijlage X bij dit Protocol vermelde produkten gelden uitsluitend de specifieke, in kolom 3 van die bijlage genoemde be- of verwerkingen, ongeacht het feit of het verkregen produkt onder een andere post wordt ingedeeld,
de ACS-Staten, de Gemeenschap en de andere betrokken landen een overeen- komst over deugdelijke administratieve procedures hebben gesloten ten einde erop te kunnen toezien dat dit lid correct wordt toegepast.
Dit lid is niet van toepassing op tonijnconserven die zijn ingedeeld in hoofdstuk 3 of hoofdstuk 16 van het geharmoniseerd systeem, op rijstprodukten van GN-code 1006 en op de in bijlage XI bij dit Protocol vermelde textielprodukten.
Om te bepalen of produkten van oorsprong zijn uit het ontwikkelingsland ACS-Staat is, zal dit Protocol van toepassing zijn.
dat geen
De ACS-EG-Raad van Ministers beschikt over verzoeken van ACS-Staten op grond van een verslag van het bij artikel 30 ingestelde ACS-EG Comité voor douane- samenwerking.“,
71. In Protocol nr. 1, titel ll. artikel 21, lid 1, wordt “2.820 ecu” vervangen door “3.140 ecu” en in lid 2 wordt “30 april 1991” vervangen door “30 april 1997” en ” 1 oktober 1988” door ” 1 oktober 1994”.
72. In Protocol nr. 1, titel II, artikel 22, lid 2, worden “200 ecu” en “565 ecu’ vervangen door respectievelijk “230 ecu” en “630 ecu” .
73. in Protocol nr. 1, titel lil, artikel 31, lid 8, wordt de eerste alinea vervangen door :
“ 8. De afwijkingen voor tonijnconserven en tonijnzijden worden op verzoek auto- matisch verleend binnen de grenzen van een jaarlijks contingent van 4,000 ton voor tonijnconserven en van 500 ton voor tonijntijden.“.
74. Protocol 1, titel IV, wordt vervangen door :
“TITEL IV
CEUTA EN MELILLA
Artikel 32
Bijzondere voorwaarden
1. De in dit Protocol gebruikte term “Gemeenschap” omvat niet Ceuta en Melilla. De uitdrukking “produkten van oorsprong uit de Gemeenschap” omvat niet de produkten van oorsprong uit Ceuta en Melilla.
2. Dit Protocol is mutatis mutandis van toepassing om te bepalen of in Ceuta en
Melilla ingevoerde de ACS-Staten.
produkten beschouwd kunnen worden als zijnde van oorsprong uit
3. Wanneer geheel en al in Ceuta en Melilla, in de LGO of in de Gemeenschap verkregen produkten be- of verwerkingen ondergaan in de ACS-Staten, worden zij geacht geheel en al in de ACS-Staten te zijn verkregen.
4. De in Ceuta en Melilla, in de LGO of in de Gemeenschap verrichte be- Of verwerkingen worden geacht te zijn verricht in de ACS-Staten wanneer de verkregen produkten later be- of verwerkingen ondergaan in de ACS-Staten.
5. Voor de toepassing van de leden 3 en 4 worden de in artikel 3, lid 3, onder a), b),
c) en d), genoemde ontoereikende behandelingen niet als bewerkingen of verwerkingen beschouwd.
6. Ceuta en Melilla worden als één enkel grondgebied beschouwd.“.
75. In Protocol nr. 1 worden aan het eind de volgende bijlagen X en XI ingevoegd :
“BIJLAGE X
Be- of verwerking van textielmaterialen van oorsprong uit in artikel 6, lid 5. van dit protocol bedoelde ontwikkelingslanden die het karakter van produkt van
oorsprong uit een ACS-land verlenen Textielstoffen en textielwaren die onder afdeling XI zijn ingedeeld
GN-code | Omschrijving | Be- of verwerking van materialen die niet van oorsprong zijn waardoor het karakter van produkt van oorsprong wordt verkregen |
(1) | (2) | (3) |
ex 5101 | Wol, niet gekaard en niet gekamd : - ontvet, niet gecarboniseerd - gecarborniseerd Afval van wol, van fijn of van grof haar, gecarboniseerd Katoen, niet gekaard en niet gekamd. gebleekt Synthetische of kunstmatige Stapelvezels : - niet gekaard, niet gekamd, noch Op andere wijze bewerkt met het oog OP het spinnen - gekamd, gekaard of andere | |
Vervaardiging uit ongewassen wol, met inbegrip van afval van wol, waarvan de waarde niet meer dan 50 % | ||
bedraagt van de prijs af fabriek van het produkt | ||
Vervaardiging uit ontvene wol, niet gecarboniseerd. | ||
waarvan de waarde niet meer dan 50 % bedraagt van | ||
de prijs af fabriek van het produkt | ||
ex 5103 | Vervaardiging uit afval waarvan de waarde niet meer | |
dan 50 % bedraagt van de prijs af fabriek van het | ||
produkt | ||
ex 5201 | Vervaardiging uit ruwe katoen waarvan de waarde niet | |
meer dan 50 % bedraagt van de prijs af fabriek van het | ||
produkt | ||
5501 t/m | ||
5507 | ||
Vervaardiging uit chemische Stoffen of textielmassa | ||
Vervaardiging uit chemische stoffen, textielmassa of afval van GN-code 5505 |
(1) | (3) | |
ex Hoofdstuk 50 t/m 55 5601 | Garens en monofilamcnten, andere dan papiergarens . bedrukt of geverfd - andere Weefsels, andere dan weefsels van papiergarens : - bedrukt of geverfd - andere Watten van textielstof en artikelen daarvan ; textielvezels met een lengte van niet meer dan 5 mm (scheerbaar), noppen van textielstof | vervaardiging uit : natuurlijke vezels, niet gekamd of op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen, ruwe zijde of zijdeafval, chemische stoffen of textielmassa. of synthetische of kunstmatige stapelvezels, kabel van filamenten of afval van vezels, niet gekaard, niet gekamd, noch op andere wijze behandeld met het oog op het spinnen of bedrukken of verven van ongebleekte of voorgebleekte (1) garens of monofilamenten, gepaard gaande met voorbehandelingen of eindbewerkingen (twisten en textureren worden niet als zodanig beschouwd) waarbij de waarde van het niet van oorsprong zijnde materiaal (inclusief garens) niet meer dan 48 % bedraagt van de prijs af fabnek van het produkt Vervaardiging uit : natuurlijke vezels, niet gekaard, niet gekamd of op andere wijze voorbehandeld met het oog op het spinnen, ruwe zijde of zijdeafval. chemische stoffen of textielmassa, of synthetische of kunstmatige stapelvezels. kabel van filamenten of afval van vezels, niet gekamd, noch op andere wijze behandeld met het oog op het spinnen vervaardiging uit garens of bedrukken of verven van ongebleekte of voorgebleekte weefsels, gepaard gaande met voorbehandelingen of eindbewerkingen (1) (2) Vervaardiging Uit garens Vervaardiging uit vezels |
ACP-CE/nl 85
(1)
560 2
(2)
Vilt, ook indien geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen :
(3)
- bedrukt of geverfd
Vervaardiging uit vezels of
bedrukken of verven van ongebleekt
of voorgebleekt vilt, gepaard gaande met voorbehandelingen of eind- bewerkingen (1 )(2)
- geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen
Impregneren, bekleden of voorzien van inlagen van vilt, ongebleekt (3)
- andere
Vervaardiging uit vezels
560 3
Gebonden textielvlies, ook indien geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen :
- bedrukt of geverfd
Vervaardiging uit vezels of
bedrukken of verven van ongebleekt of voorgebleekt Qebonden textiel- vlies, gepaard gaande met voor- behandelingen of eind-
bewerkingen (1 )(2)
- geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen
Impregneren, bekleden of voorzien van inlagen van gebonden textiel- vlies, ongebleekt (3)
- andere
Vervaardiging uit vezels
560 4
Draad en koord van rubber, omwoeld of omvlochten met textiel : textielgarens, alsmede strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij de GN-codes 5404 of 5405, geïmpregneerd, bekleed, bedekt of ommanteld met rubber of met kunststof :
- draad en koord van rubber, omwald of omvlochten met textiel
Vervaardiging uit garens of koord van rubber, niet bekleed met textiel- stoffen
- andere
Impregneren, bekleden, bedekken of ommantelen van textielgarens. strippen en artikelen van dergelijke vorm, ongebleekt
(1) | (2) | (3) |
560 7 560 9 5704 Hoofdstuk 58 | Bindgaren, touw en kabel, al dan niet gevlochten, ook indien geïmpregneerd, bekleed, bedekt of ommanteld met rubber of kunststof Artikelen van garen, van strippen of dergelijke vormen, bedoeld bij GN-code 5404 of 5405, van bindgaren, van touw of van kabel, elders genoemd noch elders onder begrepen Tapijten van vilt, niet getuft of gevlokt, ook indien geconfectioneerd Speciale weefsels ; getufte textielstoffen ; kant, tapisserieën, passementwerk ; borduurwerk : borduurwerk, aan het stuk, in banden of in de vorm van motieven (GN-code 5810) bedrukt of geverfd geimpregneerd, bekleed of bedekt andere | Vervaardiging uit vezels, kokosgarens of synthetische of kunstmatige garens van filamenten of mono- filamenten Vervaardiging uit vezels, kokosgarens of synthetische of kunstmatige garens van filamenten of mono- filamcnten Vervaardiging uit vezels Vervaardiging waarbij de waarde van de gebruikte materialen niet meer dan 50 % van de prijs af fabriek van het produkt bedraagt Vervaardiging uit garens of bedrukken of verven van weefsels, vilt of gebonden textielvlies, ongebleekt of voorgebleekt, gepaard gaande met voorbehandelingen of eindbewerkingen (1 )(2) Vervaardiging uit weefsels, vilt of gebonden textielvlies, ongebleekt Vervaardiging uit garens |
(1) | (2) | (3) |
5901 | Weefsels bedekt met lijm of met zetmeel- | Vervaardiging uit ongebleekte vezels |
achtige stoffen, van de soort gebruikt voor | ||
het -boekbinden, voor het kartonneren, voor | ||
foedraalwerk of voor dergelijk gebruik, | ||
calqueerlinnen en tekenlinnen ; schilderdoek ; | ||
stijflinnen (buckram) en dergelijke weefsels | ||
van de soort gebruikt voor steunvormen van | ||
hoeden | ||
0000 | Xxxxxxxxxxxxxxxxxx (“type cord fabric”) van | Vervaardiging uit garens |
garens van een hoge sterktedraad, van nylon | ||
of van andere polyamiden. van polyester of | ||
van viscoserayon | ||
5903 | Weefsels, geïmpregneerd, bekleed of bedekt | Vervaardiging uit ongebleekte |
met, dan wel met inlagen van kunststof, | weefsels | |
andere dan die bedoeld bij GN-code 5902 | of | |
bedrukken of verven van ongebleekte | ||
of voorgebleekte weefsels, gepaard | ||
gaande met voorbehandelingen of | ||
eindbewerkingen (1) (2) | ||
5904 | Linoleum, ook indien in bepaalde vorm | Vervaardiging uit weefsel, vilt of |
gesneden, vloerbedekking, bestaande uit een | gebonden textielvlies, ongebleekt | |
deklaag of een bekleding op een drager van | ||
textiel, ook indien in bepaalde vorm gesneden | ||
5905 | Wandbekleding van textielstof | Vervaardiging uit ongebleekte vezels |
of | ||
bedrukken of verven van ongebleekte | ||
of voorgebleekte weefsels, gepaard | ||
gaande met voorbehandelingen of | ||
eindbewerkingen (1) (2) | ||
590 6 | Gegummeerde weefsels, andere dan die | Vervaardiging uit gebleekt brei- of |
bedoeld bij GN-code 5902 | haakwerk aan het stuk of uit andere | |
gebleekte weefsels | ||
5907 | Xxxxxxxx, anderszins geïmpregneerd, bekleed of bedekt ; beschilderd voor theatercoulissen, | Vervaardiging uit ongebleekte vezels of |
voor achtergronden van studio ’s of voor | bedrukken of verven van ongebleekte | |
dergelijk gebruik | of voorgebleekte weefsels, gepaard gaande met voorbehandelingen of | |
eindbewerkingen (1) (2) |
(1) | (2) | (3) |
0000 | Xxxxxx, pitten en wieken, voor lampen, voor komforen, voor aanstekers, voor kaarsen en dergelijke, Qeweven, gevlochten of gebreid ; gloeikousjes en rondgebreide buisjes voor het vervaardigen van gloeikousjes, ook indien geïmpregneerd | Vervaardiging uit garens |
5909 | Brandslangen en dergelijke slangen, van textielstoffen, ook indien gewapend, met beslag of met toebehoren van andere stoffen | Vervaardiging uit vezels of garens |
5910 | Drijfriemen, drijfsnaren en transportbanden, van textielstoffen, ook indien versterkt met metaal of met andere stoffen | Vervaardiging uit vezels of garens |
5911 | Produkten en artikelen van textiel, voor technisch gebruik, bedoeld bij aantekening 7 bij hoofdstuk 59 van de gecombineerde nomenclatuur : | |
- polijtschijven en -ringen, andere dan vilt | Vervaardiging uit garens, uit afval van weefsels of uit lompen en vodden bedoeld bij GN-code 6310 | |
- andere Vervaardiging uit vezels of garens |
Hoofdstuk 60 Brei- en haakwerk aan het stuk
- bedrukt of geverfd
Vervaardiging uit garens of
bedrukken of verven van brei- en
haakwerk aan het stuk, ongebleekt of voorgebleekt, gepaard gaande met voorbehandelingen of eind-
bewerkingen (1) (2)
- andere I Vervaardiging uit garens
(1) | (2) | (3) |
⚫ Hoofd- stuk 61 - ⚫ ex Hoofd- Stuk 62 | Kleding en kledingtoebehoren. van brei- of haakwerk - verkregen door aaneennaaien of op andere wijze samenvoegen van twee of meer stukken brei- of haakwerk, die hetzij op maat zijn gesneden, hetzij direct in vorm zijn verkregen - andere Kleding en kledingtoebehoren, andere dan van brei- of haakwerk, met uitzondering van de produkten van de GN-codes 6213 en 6214, waarop de hierna volgende regels van toepassing zijn : - volledig of voltooid - onvolledig of onvoltooid Zakdoeken, sjaals, sjerpen, hoofddoeken en halsdoeken, mantilles, sluiers, voiles en dergelijke artikelen : - geborduurd | Volledige confectie (4) Vervaardiging uit garens Volledige confectie (4) Vervaardiging uit garens Vervaardiging Uit garens of vervaardiging uit niet-geborduurde weefsels waarvan de waarde niet meer dan 40 % bedraagt van de prijs af fabriek van het produkt |
- andere Vervaardiging uit garens
⚫ Zie ook de lijst van produkten in Bijlage XI waarop de cumulatieprocedure niet van toepassing is.
(1) | (2) | (3) |
6301 t/m ex 6306 | Dekens : tafel, bedde- en huishoudlinnen : vitrages, gordijnen en rolgordijnen. bed- en gordijnvalletjes daaronder begrepen : andere artikelen voor stoffering, andere dan die bedoeld bij GN-code 9404 ; zakken voor verpakkingsdoelcinden ; dekkleden en zonne- schermen voor winkelpuien en dergelijke ; tenten ; kampeerartikelen : - van vilt of gebonden textielvlies : - niet geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen - geïmpregneerd, bekleed, bedekt of met inlagen - andere : - van brei- of haakwerk : - niet geborduurd - geborduurd - andere dan van brei- of haakwerk - niet geborduurd | Vervaardiging uit vezels Impregneren, bekleden, bedekken, of voorzien van inlagen, van vilt of geboden textielvlies, ongebleekt (3) Volledige confectie (4) Volledige confectie (4) of vervaardiging uit niet-geborduurd brei- of haakwerk aan het stuk waarvan de waarde niet meer dan 40 % bedraagt van de prijs af fabriek van het produkt Vervaardiging uit garens |
(1) (2) (3)
6301 t/m ex 6306 (vervolg) 6307 6308 | - geborduurd Andere geconfectioneerde artikelen (patronen voor kleding daaronder begrepen). met uitzondering van waaiers, geraamten en handgrepen daarvan, en delen van zulke geraamten en handgrepen : - dweilen, vaatdoeken, stofdoeken, poetsdoeken en dergelijke - andere Stellen of assortimenten, bestaande uit weefsel en garen, ook indien met toebehoren, voor de vervaardiging van tapijten, van tapisserieën, van geborduurde tafelkleden en servetten of van dergelijke artikelen van textiel, opgemaakt voor de verkoop in het klein | Vervaardiging uit garens of vervaardiging uit niet-geborduurde weefsels waarvan de waarde niet meer dan 40 % bedraagt van de prijs af fabriek van het produkt Vervaardiging uit garens Vervaardiging waarbij de totale waarde van de gebruikte materialen niet meer dan 40 % bedraagt van de prijs af fabriek van het produkt Opneming in een stel of assortiment waarvan de totale waarde van alle daarin opgenomen artikelen welke niet van oorsprong zijn niet meer dan 25 % van de prijs af fabriek van het stel of assortiment bedraagt |
(1) De term “voorgebleekt” die in de lijst van bijlage 10 wordt gebruikt om het stadium van bewerking aan te geven dat vereist is bij het gebruik van bepaalde materialen die niet van oorsprong Zijn, is van toepassing op bepaalde garens, -weefsels en brei- of haakwerk aan het stuk die na het spinnen of weven alleen maar zijn gewassen.
Voorgebleekte produkten bevinden zich in een vroeger produktiestadium dan gebleekte produkten die een aantal behandelingen in baden met bleekmiddelen hebben ondergaan (oxydanten zoals waterstofperoxyde en krimpmiddelen).
(2) Om als een be- of verwerking te worden beschouwd die de oorsprong verleent, dient het thermodrukken gepaard te gaan met het bedrukken van het transferpapier.
(3) De termen “geïmpregneerd, bedekt of met inlagen” omvat niet de bewerkingen die uitsluitend ten doel hebben de weefsels samen te voegen.
(4) De term “volledige confectie” in de lijst van bijlage 10 houdt in dat alle bewerkingen na het snijden van de weefsels of het direct in vorm verkrijgen van het brei- en haakwerk dienen te worden verricht.
Het feit dat een of meer eindbewerkingen niet werden verricht, betekent echter niet noodzakelijkerwijs dat de confectie niet als volledig kan worden beschouwd.
Voorbeelden van eindbewerkingen zijn :
- het bevestigen van knopen en/of andere sluitsystemen ;
- het vervaardigen van knoopsgaten ;
- het zomen van broeken, mouwen, jurken en rokken ;
- het aanbrengen van garnituren en toebehoren zoals zakken, etiketten, insignes, enz. ;
- het strijken en het op andere wijze klaarmaken van kledingstukken voor de verkoop als confectie. Opmerkingen betreffende de eindbewerkingen - Bijzondere gevallen
Bij bepaalde produktieprocédés kunnen de eindbewerkingen van een dusdanige betekenis zijn, met name in het geval van een combinatie van eindbewerkingen, dat ze niet meer als een simpele eindbewerking kunnen worden beschouwd.
In dergelijke gevallen wordt confectie die deze bewerkingen nog niet heeft ondergaan niet als volledig beschouwd.
BIJLAGE XI
Textielprodukten waarop de cumulatieprocedure met sommige in artikel 6, lid 5. van dit Protocol bedoelde ontwikkelingslanden niet van toepassing is
6101 10 90 6101 20 90 6101 30 90 6102 10 90 6102 20 90 6102 30 90 6110 10 10 6110 10 31 6110 10.35 6110 1038 6110 10 91 0000 0000 0000 10 98 6110209 1 6 1 1 0 2 0 9 9 6110309 1 6 1 1 0 3 0 9 9 | Truien, jumpers, pullovers (met of zonder mouwen), twinsets, vesten en jasjes (andere dan verkregen door het aaneennaaien van in vorm gesneden stukken) ; anoraks, windjakken, blousons en dergelijke, van brei- of haakwerk |
620 3 41 10 6203 41 90 6203 42 31 6203 42 33 6203 42 35 6203 42 90 6203 43 19 6203 43 90 6203 49 19 6203 49 50 6204 61 10 6204623 1 6 2 0 4 6 2 3 3 6 2 0 4 6 2 3 9 6 2 0 4 6 3 1 8 6 2 0 4 6 9 1 8 6211 3242 6211 3342 6211 4242 6 2 1 1 4 3 4 2 | Shorts en andere korte broeken (andere dan zwembroeken), lange broeken, geweven, voor heren en jongens ; lange broeken, gewe- ven van wol, van katoen of van synthetische of van kunstmatige vezels, voor dames en meisjes ; delen voor het onderlichaam van trainingspakken met voering, van katoen of van synthetische of van kunstmatige vezels, andere dan van categorie 16 of 29 |
PROTOCOL Nr. 7 BETREFFENDE RUND- EN KALFSVLEES
76. In Protocol nr. 7 worden de artikelen 1, 2 en 4 vervangen door :
“Artikel 1
Binnen de in artikel 2 vastgestelde grenzen worden de invoerrechten, andere dan douanerechten, op rund- en kalfsvlees van oorsprong uit de ACS-Staten met 92% verlaagd.
Artikel 2
Onverminderd artikel 4 is de in artikel 1 kalenderjaar en per land van toepassing vlees :
genoemde verlaging van de invoerrechten per op de onderstaande hoeveelheden ontbeend
Botswana | 18.916 | ton |
Kenia | 142 | ton |
Madagascar | 7.579 | ton |
Swaziland | 3.363 | ton |
Zimbabwe | 9.100 | ton |
Namibië | 13.000 | ton. |
Artikel 4
Indien een van de in artikel 2 genoemde ACS-Staten in een bepaald jaar niet bij machte is de totale toegestane hoeveelheid te leveren en niet in aanmerking wenst te komen voor de in artikel 3 bedoelde maatregelen, kan de Commissie het ontbrekende quantum over de andere betrokken ACS-Staten verdelen. In dat geval stellen de betrokken ACS-Staten de Commissie elk jaar, uiterlijk op 1 september, de ACS-Staat of ACS-Staten voor die bij machte zijn de nieuwe extra hoeveelheid te leveren, onder vermelding van de ACS-Staat die niet bij machte is het totale hem toegewezen quantum te leveren, met dien verstande dat deze nieuwe tijdelijke toewijzing de aanvankelijke hoeveelheden niet mag wijzigen.
De Commissie verzekert dat uiterlijk op 1 december een besluit wordt genomen.“.
J. PROTOCOL Nr. 10 BETREFFENDE DUURZAAM BOSBEHEER
77. Het volgende Protocol nr. 10 wordt toegevoegd :
“PROTOCOL Nr. 10
betreffende duurzaam bosbeheer
1. De Gemeenschap en de ACS-Staten erkennen het belang van en de behoefte aan rationeel bosbeheer met het oog op het op lange termijn verzekeren van een duurzame exploitatie van de bossen in de ACS-Staten in overeenstemming met de Beginselverklaring van Rio over het milieu en de ontwikkeling met inbegrip van de juridisch niet-bindende beginselen inzake bossen, de Kaderovereenkomst van de VN betreffende klimaatverandering en de Verdragen inzake biologische diversiteit en woestijnvorming.
2. Er wordt bijzondere prioriteit verleend aan maatregelen ter ondersteuning en aanmoediging van de inspanningen van de ACS-Staten en hun organisaties om hun bosbestanden te beschermen, te herstellen en duurzaam te exploiteren, met inbegrip van die welke OP het bestrijden van woestijnvorming betrekking hebben.
3. De Gemeenschap en de ACS-Staten spitsen hun inspanningen toe op maatregelen ter bevordering van :
a) de instandhouding van bedreigde tropische bossen en hun biologische diversiteit, alsmede de regeneratie van beschadigde tropische bossen, waarbij rekening wordt gehouden met de behoeften van de plaatselijke bevolking en het belang dat zij heeft bij een duurzaam gebruik van bosprodukten, de verschillende activiteiten en factoren die oorzaak zijn van ontbossing, de noodzaak de plaatselijke bevolking bij het kiezen, plannen en uitvoeren van maatregelen te betrekken, de verschillen tussen de landen en regio’s en de maatregelen om deze problemen aan te pakken ;
b) de aanleg van bufferzones ter ondersteuning van de instandhouding, de verjonging en de duurzame exploitatie van tropische bossen, als onderdeel van een ruimer grondgebruiks- plan ;
c) een duurzaam beheer van de bossen die voor de produktie van timmerhout en andere daaruit vervaardigde produkten zijn aangewezen, zodat tegen het jaar 2000 en op basis van passende plannen voor het beheer die produkten uit hernieuwbare bestanden worden verkregen, met een bijzondere voorkeur voor op de gemeenschap gebaseerde, klein- schalige bosbouw ;
d) het OP gang en tot ontwikkeling brengen van plaatselijk aangepaste herbebossings- en bosbeheersactiviteiten evenals het herstellen van de vruchtbaarheid van gedegradeerde bosgrond. vooral in het kader van nationale en regionale campagnes ter bestrijding van woestijnvorming ;
e) de institutionele opbouw in de bosbouwsector met nadruk op capaciteitsuitbreiding om te kunnen voorzien in de behoefte aan opleidingsprogramma ’s voor de plaatselijke bevolking, bosbeheerders en onderzoekers, aan wetgeving, aan een groter politiek en maatschappe- lijk draagvlak, aan de versterking van de instellingen en aan organisaties en verenigingen die zich met bosbouwactiviteiten bezighouden ;
f) het uitwerken en uitvoeren van actieprogramma ’s op lokaal, nationaal en regionaal niveau voor het verbeteren van het beheer, de bescherming en de duurzame exploitatie van bossen, rekening houdend met de oorzaken van ontbossing binnen en buiten de bosbouw- sector ;
g) de invoering van een strategisch en adaptief researchbeleid gericht op het verschaffen van de kennis en planningbekwaamheid die nodig zijn voor het in stand houden en duurzaam beheren van bossen alsmede voor het opzetten van projecten en programma ’s begeleidende onderzoeksactiviteiten.
4. Gezien het belang van hout en houtprodukten voor de economieën van de ACS-Staten concentreren de Gemeenschap en de ACS-Staten zich in het kader van bovenomschreven soorten maatregelen op :
a) het verbeteren van de handel en de afzet van hout uit bossen ten aanzien waarvan duurzame exploitatiemethoden worden toegepast ;
b) steun voor het uitwerken en opzetten van certificatiesystemen voor hout uit tropische bossen met inachtneming van de beginselen inzake duurzaam beheer, als onderdeel van de overwogen internationaal geharmoniseerde certificatiesystemen voor alle soorten hout en houtprodukten ;
c) steunmaatregelen gericht op het vergroten van het aandeel van tropisch hout en produkten van tropisch hout uit bossen ten aanzien waarvan duurzame exploitatie- methoden worden toegepast, in de totale produktie van deze sector in de ACS-Staten,
ten einde de economische ontwikkeling en industrialisatie in deze Staten aan te moedigen, en de werkgelegenheidsvooruittichten en exportinkomsten te vergroten ;
d) het bevorderen en diversificeren van de internationale handel in tropisch hout uit bestanden waarvan de duurzaamheid het gevolg is van een verbetering van de structurele kenmerken van de internationale markten en de toepassing van prijzen die in overeen- stemming met de kosten van een duurzaam beheer van de bossen en terzelfdertijd renderend voor en eerlijk ten opzichte van beide partijen zijn ;