STATUTEN
STATUTEN
BEGRIPSOMSCHRIJVING
Artikel 1.
1. In deze statuten wordt verstaan onder:
a. de NSkiV: de Nederlandse Ski Vereniging;
b. het hoofdbestuur: het bestuur van de NSkiV;
c. de directeur: de directeur van de NSkiV;
d. de provincies: de in Nederland volgens de Provinciewet bestaande provincies, waarvan de grenzen worden gehanteerd zoals die gelden op één januari van het desbetreffende jaar;
e. de provinciale eenheden: de NSkiV kent twaalf provinciale eenheden, te weten voor elke Nederlandse provincie één eenheid;
f. de provinciaal vertegenwoordiger: de vertegenwoordiger van de provinciale eenheid;
g. de algemene vergadering: het hoogste orgaan van de NSkiV;
h. officieel orgaan: de periodieke uitgave van de NSkiV
i. skisport: alle vormen van sportbeoefening, waarbij gebruik gemaakt wordt van ski’s, inclusief rolski’s;
j. snowboardsport: alle vormen van sportbeoefening, waarbij gebruik gemaakt wordt van een snowboard;
k. breedtesport: alle vormen van sportbeoefening die niet volgens het hoofdbestuur geacht worden tot de topsport te behoren;
l. de sportraad: de vaste commissie die belast is met het voorbereiden en het uitvoeren van het beleid op het gebied van de breedtesport; en
m. het bureau: het bureau van de NSkiV.
NAAM, ZETEL, OPRICHTING EN DUUR
Artikel 2.
1. De vereniging draagt de naam: "Nederlandse Ski Vereniging".
2. De NSkiV is gevestigd te Utrecht.
3. De NSkiV is opgericht op acht oktober negentienhonderd zevenentwintig en duurt voort voor onbepaalde tijd.
4. Het verenigingsjaar loopt van één mei tot en met dertig april.
DOEL
Artikel 3.
1. De NSkiV heeft ten doel het bevorderen van de beoefening van en de belangstelling voor de ski- en de snowboardsport en aanverwante takken van sport en het in de ruimste zin van het woord behartigen van de belangen van haar leden op dat gebied.
De NSkiV stimuleert individuen te sporten en een levensstijl aan te leren ten einde vitaal en gezond te zijn. Eveneens stimuleert en inspireert zij individuen zichzelf te ontplooien en hun sportieve dromen na te streven.
2. De NSkiV tracht dit doel te bereiken door:
a. het bevorderen van een goede band tussen skiërs en snowboarders onderling en tussen skiërs, snowboarders en belangstellenden voor de ski- en de snowboardsport;
b. het instandhouden van een bureau;
c. het organiseren of doen organiseren van cursussen, bijeenkomsten, tochten, reizen en overige sneeuwsport gerelateerde producten en diensten;
d. het genereren van publiciteit, het geven van voorlichting en het verstrekken van adviezen;
e. het uitgeven of in samenwerking met anderen uitgeven van tijdschriften en andere publicaties en geschriften;
f. het bevorderen van de training en de begeleiding van wedstrijdskiërs en - snowboarders;
g. het instellen van kampioenschappen en het uitschrijven, organiseren en bevorderen van wedstrijden;
h. het samenwerken met en het zich aansluiten bij organisaties in binnen- en buitenland die een gelijkgerichte doelstelling hebben, waaronder ten minste de vereniging Nederlands Olympisch Comité*Nederlandse Sport Federatie (NOC*NSF), de Fédération Internationale de Ski (FIS) en de International Biathlon Union (IBU);
i. het ondersteunen van de lidrechtspersonen en institutionele leden;
j. het aangaan en instandhouden van een overeenkomst met de Stichting Instituut Sportrechtspraak (Instituut Sportrechtspraak) en het daarbij opdragen van de rechtspraak binnen de NSkiV aan (de rechtsprekende commissies van) het Instituut Sportrechtspraak, opdat de leden van de NSkiV onderworpen zijn aan het tuchtreglement dopingzaken, het dopingreglement, het tuchtreglement seksuele intimidatie, het reglement matchfixing en eventuele andere reglementen van het Instituut Sportrechtspraak, een en ander op de wijze zoals vermeld in artikel 12;
k. het direct en/of indirect verrichten van verzekeringsbemiddelingsactiviteiten;
l. het oprichten van-, het deelnemen in-, het voeren van beheer over-, het financieren van- of het samenwerken met- rechtspersonen en ondernemingen;
m. het verrichten van al hetgeen met het vorenstaande, in de ruimste zin genomen, in verband staat of daartoe kan bijdragen.
Artikel 4.
De NSkiV heeft geen winstoogmerk. De NSkiV verdeelt geen winst onder haar leden.
GELDMIDDELEN
Artikel 5.
1. De geldmiddelen van de NSkiV bestaan uit:
a. contributies;
b. opbrengsten van de activiteiten;
c. bijdragen;
d. subsidies;
e. sponsorgelden;
x. xxxxxxxxxxx, legaten en erfstellingen; en
g. alle andere baten en inkomsten.
2. Erfstellingen kunnen slechts worden aanvaard onder het voorrecht van boedel- beschrijving.
RECHTSBEVOEGDHEID EN ORGANEN
Artikel 6.
1. De NSkiV bezit volledige rechtsbevoegdheid.
2. De organen van de NSkiV zijn:
a. de algemene vergadering;
b. het hoofdbestuur;
c. de aanklager(s), de tuchtcommissie en de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak voor zover zij belast zijn met het berechten van overtredingen van het tuchtreglement dopingzaken, het dopingreglement, het tuchtreglement seksuele intimidatie en het reglement matchfixing van het Instituut Sportrechtspraak;
d. (ad hoc) commissies die krachtens de statuten door de algemene vergadering belast zijn met een rechtsprekende taak (artikel 13 van deze statuten);
e. de vaste commissies;
f. alsmede alle overige personen en commissies die krachtens de statuten door de algemene vergadering belast zijn met een nader omschreven taak en aan wie daarbij door de algemene vergadering beslissingsbevoegdheid wordt
toegekend
3. De organen als bedoeld in het tweede lid bezitten geen rechtspersoonlijkheid.
LEDEN EN LIDMAATSCHAP
Artikel 7.
1. De NSkiV kent:
a. Leden natuurlijke personen die voor het lidmaatschap van de NSkiV zijn aangemeld en voldoen aan de in het reglement natuurlijke personen vermelde eisen.
b. Ereleden kunnen slechts zijn natuurlijke personen aan wie het erelidmaatschap is verleend door de algemene vergadering op voorstel van het hoofdbestuur.
c. Leden van verdienste kunnen slechts zijn natuurlijke personen aan wie het lidmaatschap van verdienste is verleend door de algemene vergadering.
d. Lidrechtspersonen zijn de leden met de rechtspersoonlijkheid van ‘vereniging’ zonder winstoogmerk, zoals bedoeld in Titel 2 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, met volledige rechtsbevoegdheid, die ten doel hebben het - met inachtneming van de belangen van de NSkiV - op lokaal en regionaal niveau bevorderen van de beoefening van de skisport en aanverwante takken van sneeuwsport en voldoen aan de in het reglement lidrechtspersonen vermelde eisen.
e. Institutionele leden zijn de leden met rechtspersoonlijkheid conform Boek 2 Burgerlijk Wetboek – met uitzondering van de ‘vereniging’ zoals omschreven in lid 1 sub d van dit artikel - wier lidmaatschap van betekenis voor de NSkiV wordt geacht en voldoen aan de in het reglement institutionele leden vermelde eisen.
2. De algemene vergadering stelt in de desbetreffende reglementen de voorwaarden vast, die gelden voor toelating als lid van de NSkiV.
3. Al hetgeen hierna in deze statuten wordt vermeld met betrekking tot leden en lidmaatschappen, is van toepassing op alle categorieën leden en lidmaatschappen, tenzij het tegendeel uitdrukkelijk blijkt.
PROVINCIAAL VERTEGENWOORDIGER
Artikel 8.
1. Leden natuurlijke personen die niet tevens lid zijn van een lidrechtspersoon, worden in de algemene vergadering vertegenwoordigd door een provinciaal vertegenwoordiger.
2. De wijze van benoeming en de taken en bevoegdheden van een provinciaal vertegenwoordiger zijn geregeld in het reglement leden natuurlijke personen van de NSkiV.
3. De provinciaal vertegenwoordiger bezit geen eigen rechtspersoonlijkheid.
RECHTEN EN VERPLICHTINGEN VAN DE LEDEN
Artikel 9.
1. Leden van de NSkiV hebben het recht:
a. op het ontvangen van het officieel orgaan van de NSkiV, waar het leden natuurlijke personen betreft is dit recht nader omschreven in het reglement leden natuurlijke personen;
b. op het deelnemen aan activiteiten van de NSkiV. Leden genieten de rechten die door het hoofdbestuur voor hen zijn bedongen.
c. De in artikel 7 onder d genoemde verenigingen die hebben voldaan aan de artikel 10, lid 7 bedoelde verplichting, hebben recht op een jaarlijkse gedifferentieerde financiële bijdrage per lid van de NSkiV ten behoeve van het ontwikkelen en verrichten van in haar statuten vermelde activiteiten.
d. Het hoofdbestuur is bevoegd ten behoeve van de leden dan wel een of meer categorieën van de leden rechten te bedingen.
e. Ereleden en leden van verdienste zijn vrijgesteld van de betaling van contributie.
Artikel 10.
1. Leden van de NSkiV zijn verplicht:
a. de statuten en reglementen van de NSkiV, alsmede de besluiten van één van haar daartoe bevoegde organen na te leven;
b. de statuten en reglementen van het Instituut Sportrechtspraak na te leven, voor zover deze betrekking hebben op het tuchtreglement dopingzaken en het dopingreglement van het Instituut Sportrechtspraak, alsmede de met betrekking tot doping door de FIS, IBU en van toepassing verklaarde sport specifieke bepalingen na te leven, het tuchtreglement seksuele intimidatie van het Instituut Sportrechtspraak na te leven en het reglement matchfixing van het Instituut Sportrechtspraak na te leven;
c. de belangen van de NSkiV of van één van haar organen en van de ski- en of snowboardsport in het algemeen niet te schaden;
d. alle overige verplichtingen, welke de NSkiV in naam van haar leden aangaat of welke uit het lidmaatschap van de NSkiV voortvloeien te aanvaarden en na te komen.
2. De in het eerste lid onder b genoemde statuten, reglementen en besluiten van het Instituut Sportrechtspraak worden van kracht op de door het hoofdbestuur en het Instituut Sportrechtspraak gezamenlijk vastgestelde datum. Het hoofdbestuur maakt deze bekend via een mededeling aan de leden. Wijzigingen in voornoemde bepalingen worden op gelijke wijze bekendgemaakt.
3. Het hoofdbestuur is bevoegd ten behoeve van de leden dan wel een of meer categorieën van de leden - met goedkeuring van de algemene vergadering - in naam van de leden dan wel een of meer categorieën van de leden verplichtingen aan te gaan.
4. Het hoofdbestuur stelt, onder goedkeuring van de algemene vergadering, de financiële en andere verplichtingen van de leden vast. Eén van de voornoemde verplichtingen betreft het betalen van een jaarlijkse bijdrage of contributie. De contributie of jaarlijkse bijdrage behoeft niet voor alle onder artikel 7 genoemde leden gelijk te zijn. De contributie of jaarlijkse bijdrage is bij vooruitbetaling verschuldigd. Het hoofdbestuur kan indien bijzondere omstandigheden daarvoor aanleiding geven, uitstel van betaling, vermindering of gehele of gedeeltelijke kwijtschelding verlenen.
5. De in artikel 7 onder d genoemde verenigingen zijn verplicht in hun statuten een bepaling op te nemen houdende dat de tot haar vereniging toetredende dan wel toegetreden leden, zich verplichten lid te zijn dan wel te worden van de NSkiV.
6. De in artikel 7 onder d genoemde verenigingen zijn verplicht hun statuten zodanig in te richten, dat zij voldoen aan de eisen die het reglement lidrechtspersonen daaraan stelt.
7. Naast de onder lid 4 vermelde verplichtingen zijn verenigingen, zoals bedoeld in artikel 7 onder d, verplicht uiterlijk vóór één (1) maart van ieder jaar op een door het hoofdbestuur vastgestelde wijze opgave te doen van (het aantal) bij de vereniging geregistreerde leden per éénendertig december van het afgelopen kalenderjaar.
EINDE VAN HET LIDMAATSCHAP
Artikel 11.
1. Het lidmaatschap eindigt:
a. door het overlijden van het lid;
b. indien het lid - niet natuurlijk persoon - ophoudt te bestaan;
c. door opzegging door het lid natuurlijk persoon, institutioneel lid of lidrechtspersoon;
x. door opzegging namens het lid door het lidrechtspersoon dat het lid had aangemeld;
e. door opzegging namens de NSkiV, en
f. door ontzetting (royement).
2. Opzegging namens de NSkiV geschiedt door het hoofdbestuur;
3. Opzegging namens de NSkiV kan geschieden wanneer een lid niet langer voldoet aan de vereisten voor het lidmaatschap bij statuten en reglementen gesteld, wanneer een lid zijn verplichtingen jegens de NSkiV niet nakomt, als ook wanneer redelijkerwijs van de NSkiV niet kan worden gevergd zijn lidmaatschap te laten
voortduren.
4. Opzegging door een lid natuurlijk persoon, institutioneel lid of lidrechtspersoon dient schriftelijk te geschieden bij het bureau met een opzegtermijn van ten minste een (1) maand. Opzegging door een institutioneel lid of lidrechtspersoon geschiedt per dertig april van ieder jaar.
5. Opzegging namens een lid door het lidrechtspersoon dat het lid had aangemeld dient eveneens schriftelijk te geschieden bij het bureau, doch kan ook geschieden door het niet meer vermelden van het desbetreffende lid in de in artikel 10 lid 7 van de statuten bedoelde jaarlijkse opgave.
6. Een lid natuurlijk persoon, institutioneel lid of lidrechtspersoon kan echter zijn lidmaatschap onmiddellijk beëindigen indien redelijkerwijs niet van hem kan worden gevergd zijn lidmaatschap te laten voortduren.
7. Ontzetting kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de NSkiV of van organen van de NSkiV handelt, of de NSkiV op onredelijke wijze benadeelt. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het hoofdbestuur, tenzij een (ad hoc) commissie het daartoe bevoegde orgaan van de NSkiV is, zoals genoemd in artikel 13.
8. Het hoofdbestuur is verplicht het betrokken lid ten spoedigste met opgave van redenen schriftelijk in kennis te stellen van het besluit tot opzegging of ontzetting, onder vermelding van de datum waartegen is opgezegd of ontzet en onder verwijzing naar het recht van beroep op de algemene vergadering.
9. Een besluit tot ontzetting kan door het hoofdbestuur slechts worden genomen binnen drie (3) maanden nadat feiten en omstandigheden, die gronden tot ontzetting opleveren, ter kennis van het hoofdbestuur zijn gekomen of gebracht en niet dan nadat het betreffende lid in de gelegenheid is gesteld zich te verantwoorden.
10. Een besluit tot ontzetting kan door het hoofdbestuur slechts worden genomen in een vergadering waarin ten minste drie/vierde (3/4) gedeelte van het totaal aantal leden van het hoofdbestuur aanwezig is en met een meerderheid van ten minste drie/vierde (3/4) van het aantal geldig uitgebrachte stemmen.
11. Het lid heeft gedurende één maand na de ontvangst van de kennisgeving bedoeld in lid 5 van dit artikel recht van beroep op de algemene vergadering. Gedurende en hangende het beroep is het lid geschorst.
12. De algemene vergadering beslist omtrent het beroep in haar eerstkomende bijeenkomst waar het beroep kan worden geagendeerd. De algemene vergadering kan de opzegging of ontzetting ongedaan maken.
13. Het hoofdbestuur is te allen tijde bevoegd een lid te schorsen, indien gronden tot opzegging of ontzetting aanwezig zijn.
14. Een schorsing die niet binnen drie (3) maanden gevolgd wordt door een besluit tot opzegging of ontzetting, eindigt door het verloop van die termijn.
15. Een lid kan vanwege een overtreding van een dopingbepaling, een bepaling seksuele intimidatie betreffende of een matchfixingsbepaling tevens uit het lidmaatschap worden ontzet (geroyeerd) door de tuchtcommissie en de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak, zulks met inachtneming van het tuchtreglement dopingzaken, het dopingreglement, het tuchtreglement seksuele intimidatie respectievelijk het reglement matchfixing van het Instituut Sportrechtspraak.
16. Een lid natuurlijk persoon , institutioneel lid of lidrechtspersoon dat zijn lidmaatschap opzegt casu quo een lid namens wie het lidmaatschap is opgezegd, heeft geen recht op gehele of gedeeltelijke restitutie van door casu quo namens hem betaalde of verschuldigde contributie.
17. Royement van een lidrechtspersoon of institutioneel lid houdt tevens in intrekking van aansluiting.
TUCHTRECHTSPRAAK VAN DE NSKIV ARTIKEL 12.
1. Overtredingen van de statuten, van de reglementen en/of van besluiten worden berecht door het hoofdbestuur van de NSkiV.
2. Aan de leden kunnen door de aanklager(s) van het Instituut Sportrechtspraak maatregelen worden opgelegd wegens het niet naleven van de van toepassing verklaarde reglementen van het Instituut Sportrechtspraak. De aanklager van het Instituut Sportrechtspraak wordt bijgestaan door het ambtelijk secretariaat en het juridisch secretariaat van het Instituut Sportrechtspraak.
3. Een door de betrokkene geaccepteerd schikkingsvoorstel van de aanklager(s) van het Instituut Sportrechtspraak is bindend, zowel voor het betrokken lid, de andere leden van de NSkiV als voor de NSkiV zelf. Alle leden, organen en commissies van de NSkiV zijn gehouden mee te werken aan het ten uitvoer leggen van de door de aanklager(s) opgelegde sanctie(s).
4. In afwijking van het in lid 1 bepaalde worden overtredingen doping betreffende berecht door de tuchtcommissie en de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak, zulks met inachtneming van het tuchtreglement dopingzaken en het dopingreglement van het Instituut Sportrechtspraak met inbegrip van de daarvan deel uitmakende bijlagen, waaronder - maar niet uitsluitend - de bijlage dispensaties en de bijlage whereabouts, alsmede de door een internationale sportfederatie, waarvan de NSkiV lid is of waarbij de NSkiV is aangesloten, op de NSkiV van toepassing verklaarde sportspecifieke dopingbepalingen.
Wanneer het tuchtreglement dopingzaken van het Instituut Sportrechtspraak niet meer van toepassing is worden overtredingen van het dopingreglement van het Instituut Sportrechtspraak vanaf de nader door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak te bepalen datum berecht met inachtneming van het
dopingreglement van het Instituut Sportrechtspraak. Wanneer in het tuchtreglement dopingzaken van het Instituut Sportrechtspraak of in het dopingreglement van het Instituut Sportrechtspraak in bepaalde gevallen wordt verwezen naar de toepasselijkheid van het algemeen tuchtreglement van het Instituut Sportrechtspraak is in die gevallen het algemeen tuchtreglement van het Instituut Sportrechtspraak van toepassing.
5. In afwijking van het in lid 1 bepaalde worden overtredingen seksuele intimidatie betreffende berecht door de tuchtcommissie en door de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak, zulks met inachtneming van het tuchtreglement seksuele intimidatie van het Instituut Sportrechtspraak.
6. In afwijking van het in lid 1 bepaalde worden overtredingen matchfixing betreffende berecht door de tuchtcommissie en door de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak, zulks met inachtneming van het reglement matchfixing van het Instituut Sportrechtspraak.
7. De tuchtrechtspraak van het Instituut Sportrechtspraak is - voor zover het doping, seksuele intimidatie en matchfixing betreft - op alle leden van de NSkiV van toepassing omdat de NSkiV met het Instituut Sportrechtspraak een overeenkomst in de zin van artikel 46 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek heeft gesloten waarin de NSkiV deze tuchtrechtspraak aan het Instituut Sportrechtspraak heeft opgedragen. Het hoofdbestuur doet van de overeenkomst die het met het Instituut Sportrechtspraak heeft gesloten schriftelijk mededeling aan alle leden van de NSkiV.
8. Het hoofdbestuur behoeft voor het aangaan en het wijzigen van de overeenkomst met het Instituut Sportrechtspraak de voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering.
9. Het tuchtreglement dopingzaken, het dopingreglement, het tuchtreglement seksuele intimidatie en het reglement matchfixing van het Instituut Sportrechtspraak worden vastgesteld en gewijzigd door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak. De reglementen regelen de bevoegdheden en werkwijze van de tuchtcommissie en van de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak, alsmede de overtredingen, de op de leggen straffen, de procesgang en de rechten en verplichtingen van het in overtreding zijnde lid.
10. Het tuchtreglement dopingzaken, het dopingreglement, het tuchtreglement seksuele intimidatie en het reglement matchfixing van het Instituut Sportrechtspraak treden in de NSkiV in werking op de door het hoofdbestuur met het Instituut Sportrechtspraak overeengekomen datum, van welke datum het hoofdbestuur aan de leden via een publicatie mededeling doet. Wijzigingen in deze reglementen treden in werking op de door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak vastgestelde datum. Het hoofdbestuur doet van deze datum alsmede van de wijzigingen in genoemde reglementen via een publicatie mededeling aan de leden. De NSkiV is niet bevoegd zelf een wijziging in genoemde reglementen aan te brengen.
11. Het tuchtreglement dopingzaken, het dopingreglement, het tuchtreglement seksuele intimidatie en het reglement matchfixing van het Instituut Sportrechtspraak zijn van toepassing volgens de laatste, door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak vastgestelde versie, zoals gepubliceerd op de website van het Instituut Sportrechtspraak.
12. Het hoofdbestuur is op grond van het tuchtreglement dopingzaken, het dopingreglement, het tuchtreglement seksuele intimidatie en het reglement matchfixing van het Instituut Sportrechtspraak bevoegd een ordemaatregel te nemen, welke ordemaatregel een beleidsmaatregel is en geen tuchtrechtelijke straf.
13. De NSkiV en haar leden aanvaarden te allen tijde en zonder enig voorbehoud volledig de toepasselijkheid van het tuchtreglement dopingzaken, het dopingreglement, het tuchtreglement seksuele intimidatie en het reglement matchfixing van het Instituut Sportrechtspraak. De verplichting om deze reglementen te aanvaarden en na te komen geldt voor de leden tevens als een verplichting in de zin van artikel 27 van Boek 2 respectievelijk als een verbintenis van de leden in de zin van artikel 34a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
14. De leden aanvaarden voor de duur van hun lidmaatschap van de NSkiV de in dit artikel te hunnen laste door de NSkiV in de overeenkomst met het Instituut Sportrechtspraak aangegane verplichtingen, alsmede voor de duur na de beëindiging van hun lidmaatschap van de NSkiV wanneer zij alsdan betrokken zijn bij een bij het Instituut Sportrechtspraak in behandeling zijnde zaak, zulks totdat in die zaak onherroepelijk is beslist.
15. Voor de duur van de in lid 7 bedoelde overeenkomst zijn de aanklager(s), de tuchtcommissie en de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak een orgaan van de NSkiV. De tuchtcommissie en de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak spreken recht in naam van de NSkiV en hun uitspraken gelden als uitspraken van de NSkiV. De aanklager kan maatregelen nemen overeenkomstig de van toepassing verklaarde reglementen. De maatregel geldt als maatregel van de NSkiV.
16. De aanklager(s), leden van de tuchtcommissie en leden van de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak worden benoemd door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak. De commissies van het Instituut Sportrechtspraak worden bijgestaan door het ambtelijk secretariaat en het juridisch secretariaat van het Instituut Sportrechtspraak. Wanneer gesproken wordt over de tuchtcommissie en de commissie van beroep worden hieronder tevens begrepen hun algemeen voorzitters, kamers, kamervoorzitters alsmede het ambtelijk en het juridisch secretariaat van het Instituut Sportrechtspraak.
De reglementen die de NSkiV van toepassing heeft verklaard krachtens overeenkomst met het Instituut Sportrechtspraak regelen de wijze van het benoemen van de leden van de tuchtcommissie van het Instituut Sportrechtspraak en van de leden van de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak,
hun samenstelling, bevoegdheden en werkwijze, alsmede de overtreding, de op te leggen straffen, de procesgang en de rechten en verplichtingen van het in overtreding zijnde lid. Diezelfde reglementen regelen de wijze van het benoemen van de aanklager(s), de kwaliteitseisen waar een aanklager aan moet voldoen, de bevoegdheden en werkwijzen van de aanklager(s), de mogelijke maatregelen en besluiten die de aanklager kan nemen, de voorstellen die de aanklager aan de betrokkene kan doen, de procesgang en de rechten en verplichtingen van het in overtreding zijnde lid.
Een aanklager treedt af indien hij tot het hoofdbestuur, de tuchtcommissie van het Instituut Sportrechtspraak, de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak of de commissies als bedoeld in artikel 13 lid 1 wordt benoemd.
17. De tuchtcommissie en de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak kennen elk een kamer die is belast met het behandelen van overtredingen betreffende doping, seksuele intimidatie respectievelijk matchfixing.
18. Een uitspraak van de tuchtcommissie en van de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak is bindend, zowel voor het betrokken lid, de andere leden van de NSkiV als voor de NSkiV zelf. De in lid 12 genoemde ordemaatregel van het hoofdbestuur is bindend voor de duur van die maatregel.
19. Alle leden, organen en commissies van de NSkiV zijn gehouden mee te werken aan het tot stand komen van een uitspraak van de tuchtcommissie van het Instituut Sportrechtspraak en/of van de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak en zijn tevens gehouden mee te werken aan het ten uitvoer leggen van de door deze commissies opgelegde straffen.
20. Wanneer de reglementering van de internationale sportfederatie daarin voorziet, kunnen leden van de NSkiV die door de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak tuchtrechtelijk zijn bestraft hiervan in beroep gaan bij de Court of Arbitration for Sports (CAS) te Lausanne (Zwitserland). Op deze laatste beroepsprocedure zijn van toepassing de reglementen en besluiten van de CAS. De reglementen van het Instituut Sportrechtspraak zijn alsdan op die beroepsprocedure niet van toepassing.
21. Wanneer een beslissing van de aanklager(s), de tuchtcommissie of de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak tot gevolg heeft dat een besluit nietig is of wordt vernietigd, kan hieraan door een lid noch door derden enig recht op schadeloosstelling worden ontleend, terwijl evenmin aanspraak kan worden gemaakt op een gewijzigde uitslag of op het opnieuw houden van een wedstrijd en/of evenement.
22. De door het Instituut Sportrechtspraak in de NSkiV krachtens een overeenkomst uit te oefenen tuchtrechtspraak geschiedt in naam, ten behoeve, alsmede voor rekening en risico van de NSkiV De NSkiV vrijwaart het Instituut Sportrechtspraak, zijn aanklager(s), zijn bestuursleden, zijn tuchtrechters, zijn ambtelijke secretariaat, zijn
juridisch secretariaat, zijn deskundigen en zijn juridisch adviseur voor elke aansprakelijkheid ten aanzien van zowel de door of namens het Instituut Sportrechtspraak verzorgde rechtspleging als met betrekking tot de bij de oprichting van het Instituut Sportrechtspraak en nadien gekozen en toegepaste constructie van rechtspleging door het Instituut Sportrechtspraak in de NSkiV.
TUCHTRECHTSPRAAK EN GESCHILLEN (ADHOC) DISIPLINAIRE COMMISSIE EN (AD HOC) COMMISSIE VAN BEROEP NSKIV:
Artikel 13.
1. De (ad hoc) Disciplinaire Commissie van de NSkiV en de (ad hoc) Commissie van Beroep van de NSkiV zijn de bevoegde organen van de NSkiV tot het uitoefenen van tuchtrechtspraak, waaronder mede begrepen klachtenbehandeling en geschillenbeslechting, voor zover deze rechtspraak niet is voorbehouden aan het Instituut Sportrechtspraak. Behoudens de aan het Instituut Sportrechtspraak opgedragen (tucht)rechtspraak gelden de NSkiV reglementen, als de van toepassing zijnde reglementen van de NSkiV. Welke reglementen door het hoofdbestuur van de NSkiV worden vastgesteld en gewijzigd.
2. Naast de (ad hoc) Disciplinaire Commissie van de NSkiV en de (ad hoc) Commissie van Beroep van de NSkiV, bestaat er ook de “Commissie van Beroep Sportstimuleringsfonds”. Ook deze beroepscommissie is een orgaan van de NSkiV zoals bedoeld in artikel 6 lid 2 onder d . De taken en bevoegdheden van de Commissie van Beroep Sportstimuleringsfonds zijn, op voorstel van het hoofdbestuur, vastgesteld door de algemene vergadering in het reglement Commissie van Beroep Sportstimuleringsfonds.
3. De (ad hoc) Disciplinaire Commissie van de NSkiV en de (ad hoc) Commissie van Beroep van de NSkiV die belast zijn met het uitoefenen van tuchtrechtspraak, voor zover niet vallend onder het bereik van het in lid 2 genoemde reglement, worden ad hoc door het hoofdbestuur of door de algemene vergadering ingesteld en opgeheven.
4. Indien het hoofdbestuur de in lid 3 genoemde commissies ad hoc heeft ingesteld, worden leden van de betreffende commissies door het hoofdbestuur benoemd en ontslagen.
Indien de algemene vergadering de in lid 3 genoemde commissies ad hoc heeft ingesteld, worden leden van de betreffende commissies door de algemene vergadering benoemd en ontslagen.
5. Taken en bevoegdheden van de (ad hoc) Disciplinaire Commissie van de NSkiV respectievelijk van de (ad hoc) Commissie van Beroep van de NSkiV zijn op voorstel van het hoofdbestuur, vastgesteld door de algemene vergadering in het reglement Disciplinaire Commissie en Commissie van beroep van de NSkiV.
6. Strafbaar is elk handelen of nalaten:
a. dat in strijd is met de statuten, reglementen, wedstrijdbepalingen en/of besluiten van de NSkiV of van de organen van de NSkiV;
b. dat de belangen van de NSkiV, van een van haar organen en/of van de ski en of snowboardsport in het algemeen schaadt.
7. De NSkiV is verplicht een door de FIS/ IBU opgelegde sanctie over te nemen en de leden zijn verplicht zich aan die sanctie te houden.
8. Indien een beslissing, in geval van een overtreding als bedoeld in lid 2, tot gevolg heeft dat een besluit nietig is of wordt vernietigd, kan hieraan door het betrokken lid noch door derden enig recht op schadeloosstelling worden ontleend, terwijl evenmin aanspraak kan worden gemaakt op een gewijzigde uitslag of op het opnieuw houden van een wedstrijd en/of evenement.
9. Aan de uitspraak, die hetzij in eerste hetzij in hoogste instantie is gedaan door een in dit artikel bedoelde commissie met een rechtsprekende taak, kan noch door de leden van de NSkiV noch door derden enig recht op schadevergoeding jegens de NSkiV worden ontleend.
Artikel 14.
1. De inrichting en de uitoefening van de tuchtrechtspraak geschiedt overeenkomstig het bepaalde in de reglementen.
2. Een lid kan zich door opzegging of op enige andere wijze niet onttrekken aan een behandeling van de zaak door een commissie met een rechtsprekende taak noch aan de daaruit voortkomende strafoplegging.
ALGEMENE VERGADERING - SAMENSTELLING
Artikel 15.
1. De algemene vergadering wordt gevormd door de ereleden, de leden van verdienste, de hierna in lid 3 van dit artikel te noemen vertegenwoordigers van de lidrechtspersonen en de in lid 4 van dit artikel te noemen provinciale vertegenwoordigers casu quo hun plaatsvervangers.
2. Ereleden en leden van verdienste hebben het recht om in de bijeenkomsten van de algemene vergadering het woord te voeren en ook ongevraagd adviezen aan de algemene vergadering en het hoofdbestuur uit te brengen, doch missen in de bijeenkomsten van de algemene vergadering het stemrecht, tenzij zij uit anderen hoofde stemrecht kunnen uitoefenen.
3. Elk bestuur van een lidrechtspersoon wijst uit zijn midden een persoon aan, niet zijnde een hoofdbestuurslid, die in de bijeenkomst van de algemene vergadering het stemrecht namens de betrokken lidrechtspersoon uitoefent.
4. De stemmen namens de provinciale eenheden worden uitgebracht door de provinciale vertegenwoordigers en, bij hun afwezigheid, door hun plaatsvervangers.
5. Een lidrechtspersoon kan zijn stem(men) doen uitbrengen door diegene die
namens een ander lidrechtspersoon het stemrecht uitoefent, zulks met dien verstande dat niemand voor meer dan twee lidrechtspersonen het stemrecht kan uitoefenen.
Voor het uitbrengen van een stem namens een ander lidrechtspersoon dient door de volmachtgever een schriftelijke volmacht te worden afgegeven voor aanvang van de algemene vergadering.
6. Een provinciale eenheid kan haar stemmen doen uitbrengen door een (plaatsvervangend) vertegenwoordiger van een andere provinciale eenheid, zulks met dien verstande dat niemand voor meer dan twee provinciale eenheden het stemrecht kan uitoefenen.
Voor het uitbrengen van een stem namens een andere provinciale eenheid dient door de volmachtgever een schriftelijke volmacht te worden afgegeven voor aanvang van de algemene vergadering.
ALGEMENE VERGADERING - LEIDING
Artikel 16.
1. De bijeenkomsten van de algemene vergadering worden geleid door de voorzitter van het hoofdbestuur.
Bij afwezigheid of ontstentenis van de voorzitter, treedt één der andere leden van het hoofdbestuur, door het hoofdbestuur aan te wijzen, als voorzitter van de bijeenkomst op.
Wordt ook op deze wijze niet in de leiding van de bijeenkomst voorzien, dan voorziet de algemene vergadering daarin zelf.
2. Het in een bijeenkomst van de algemene vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter van die bijeenkomst omtrent de uitslag van een stemming, is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgesteld voorstel.
3. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het in lid 2 van dit artikel bedoelde oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid van de algemene vergadering, of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt.
Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
ALGEMENE VERGADERING -STEMRECHT
Artikel 17.
1. Het aantal stemmen dat namens elk lidrechtspersoon kan worden uitgebracht, is afhankelijk van het aantal leden natuurlijke personen van het desbetreffende lidrechtspersoon, als zodanig ingeschreven op éénendertig december van het
voorafgaande verenigingsjaar en wordt vastgesteld volgens onderstaande schaal: AANTAL LEDEN: AANTAL STEMMEN:
a. minder dan éénhonderd: één (01);
b. éénhonderd tot en met vijfhonderd: twee (02);
x. xxxx dan vijfhonderd: drie (03).
Het aantal stemmen dat namens de gezamenlijke provinciale eenheden kan worden uitgebracht, zal steeds de helft bedragen van het aantal stemmen dat namens de gezamenlijke lidrechtspersonen kan worden uitgebracht, terwijl het aantal stemmen dat namens iedere provinciale eenheid kan worden uitgebracht één/twaalfde (1/12) bedraagt van het aantal stemmen dat namens de gezamenlijke provinciale eenheden kan worden uitgebracht, waarbij, indien het laatst bedoeld aantal niet door twaalf
(12) deelbaar is, dit aantal zal worden verhoogd tot het dichtstbijzijnd door twaalf
(12) deelbaar getal.
Het hoofdbestuur is verplicht bij de in artikel 18 lid 13 van deze statuten bedoelde oproeping van het aantal stemmen dat namens de lidrechtspersonen casu quo namens de provinciale eenheden kan worden uitgebracht melding te maken.
2. Leden die stemrecht hebben in de algemene vergadering mogen geen dienstbetrekking hebben met de NSkiV en mogen tevens geen lid zijn van het hoofdbestuur.
3. De algemene vergadering kent de vertegenwoordigers van institutionele leden slechts spreekrecht toe.
VERGADERORDE
Artikel 18.
1. Toegang tot de bijeenkomsten van de algemene vergadering hebben:
a. de ereleden en de leden van verdienste;
b. de hoofdbestuursleden;
c. de provinciale vertegenwoordigers (en hun plaatsvervangers);
d. ten hoogste drie (3) bestuursleden van ieder lidrechtspersoon;
e. ten hoogste drie (3) vertegenwoordigers van ieder institutioneel lid;
f. de leden van de vaste commissies en de commissies ad hoc;
g. de leden van de financiële commissie;
h. de directeur; en
i. andere medewerkers van het bureau, daartoe door het hoofdbestuur of de directeur uitgenodigd.
2. Geen toegang tot de bijeenkomsten van de algemene vergadering hebben (vertegenwoordigers van) leden die zijn geschorst.
3. De voorzitter van de vergadering kan andere personen en organisaties op de bijeenkomsten van de algemene vergadering uitnodigen en/of toelaten.
4. In de bijeenkomsten van de algemene vergadering kunnen zij die toegang hebben
tot die bijeenkomsten, het woord voeren.
Zij die slechts op uitnodiging van het hoofdbestuur of de directeur toegang hebben, kunnen slechts het woord voeren indien zij daartoe door de voorzitter worden uitgenodigd.
5. In elk verenigingsjaar wordt ten minste één bijeenkomst van de algemene vergadering gehouden, te weten de jaarvergadering.
6. In de jaarvergadering, te houden voor één december van elk jaar, komen onder meer aan de orde:
a. het verslag van de financiële commissie;
b. de goedkeuring van het verenigingsbeleid (waaronder mede wordt begrepen het beleid ten aanzien van samenwerkingsverbanden waarin de NSkiV in de ruimste zin genomen participeert en het beleid ten aanzien van deelnemingen van de NSkiV), alsmede van het jaarverslag;
c. de voorziening in vacatures van het hoofdbestuur;
d. de voorziening in vacatures in de financiële commissie;
e. de voorziening in vacatures in de vaste commissies;
f. de vaststelling van de contributie van de leden voor het komende verenigingsjaar;
g. de vaststelling van de financiële bijdragen aan de lidrechtspersonen; en
h. de vaststelling van de begroting voor het komende verenigingsjaar.
7. Het hoofdbestuur roept de algemene vergadering voorts bijeen, wanneer het dit wenselijk of noodzakelijk acht.
8. Het hoofdbestuur is verplicht de algemene vergadering bijeen te roepen indien ten minste een zodanig aantal stemgerechtigden als bevoegd is tot het uitbrengen van één/tiende (1/10) van het aantal stemmen dat in een bijeenkomst van de algemene vergadering kan worden uitgebracht, of indien ten minste tien (10) lidrechtspersonen en/of ten minste drie (3) provinciale vertegenwoordigers gezamenlijk daartoe een schriftelijk verzoek, met opgave van de te behandelen punten, bij het hoofdbestuur indienen.
9. In dit geval is het hoofdbestuur verplicht op een termijn van niet langer dan acht (8) weken tot het bijeenroepen van de algemene vergadering over te gaan.
10. Indien aan het verzoek geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot de bijeenroeping overgaan op de wijze waarop het hoofdbestuur de algemene vergadering bijeenroept en/of bij advertentie in drie (3) dag- of weekbladen die in grote delen van Nederland worden gelezen.
11. De hieraan verbonden kosten zijn, voor zover zij ter beoordeling van de financiële commissie niet bovenmatig zijn, voor rekening van de NSkiV.
12. De bijeenkomsten van de algemene vergadering worden door het hoofdbestuur ten minste vier (4) weken tevoren, onder vermelding van de te behandelen agendapunten, aangekondigd in het officieel orgaan van de NSkiV.
13. Zij die toegang hebben tot de bijeenkomst van de algemene vergadering worden door het hoofdbestuur ten minste vier (4) weken tevoren schriftelijk en onder opgave van de te behandelen agendapunten, voor de bijeenkomst van de algemene vergadering opgeroepen.
Betreft de oproeping de jaarvergadering, dan worden tevens ten minste het jaarverslag en het verslag van de financiële commissie toegezonden.
14. Het hoofdbestuur maakt ten minste zes (6) weken voor de te houden bijeenkomst van de algemene vergadering de voorlopige agendapunten - zo mogelijk voorzien van een toelichting - schriftelijk bekend aan hen die toegang hebben tot de bijeenkomst van de algemene vergadering.
15. Het hoofdbestuur is verplicht die onderwerpen op de agenda voor de bijeenkomst van de algemene vergadering op te nemen, waarvan een bestuur van een lidrechtspersoon of een (plaatsvervangend) vertegenwoordiger van een provinciale eenheid de opneming ten minste twee (2) weken voor de datum van de bijeenkomst van de algemene vergadering schriftelijk aan het hoofdbestuur heeft verzocht.
Het hoofdbestuur zal van de aanvulling van de agenda aan hen die toegang hebben tot de bijeenkomst van de algemene vergadering ten minste één (1) week voor die bijeenkomst kennis geven.
TAAK EN BEVOEGDHEDEN:
Artikel 19.
1. Aan de algemene vergadering komen alle bevoegdheden toe, die niet door wet of statuten aan andere organen, genoemd in artikel 6, lid 2 zijn opgedragen.
2. De aan de algemene vergadering toekomende regelgevende macht betreft het vaststellen en wijzigen van de statuten en van het algemeen reglement van de NSkiV.
3. De bevoegdheid tot ontbinding van de NSkiV komt uitsluitend toe aan de algemene vergadering en kunnen niet aan andere organen worden overgedragen.
4. De algemene vergadering stelt de jaarlijkse begroting en de jaarrekening van de NSkiV vast.
5. De algemene vergadering kan het hoofdbestuur ter verantwoording roepen over het terzake van de NSkiV gevoerde beleid.
6. Vaste commissies voor advisering bij en uitvoering van zaken van de NSkiV worden ingesteld door de algemene vergadering, dat tevens taken en bevoegdheden vaststelt. De samenstelling van die commissies kan worden overgelaten aan het hoofdbestuur.
BESLUITVORMING ALGEMENE VERGADERING
Artikel 20.
1. Voor zover deze statuten niet anders bepalen, worden alle besluiten van de
algemene vergadering genomen met volstrekte meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen.
2. Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, heeft een tweede stemming plaats tussen de twee (2) personen die het hoogste aantal stemmen hebben behaald.
3. Over personen wordt schriftelijk, over zaken xxxxxxxxx gestemd, tenzij de algemene vergadering, op voorstel van de voorzitter van de betreffende bijeenkomst, unaniem anders beslist.
Xxxxxx en niet juist uitgebrachte stemmen tellen niet mee.
Bij staking van stemmen over personen wordt een tweede keer gestemd. Staken de stemmen wederom, dan beslist het lot.
Bij staking van stemmen over zaken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
4. Indien voor een bepaalde vacature slechts één persoon kandidaat is gesteld, wordt deze zonder hoofdelijke stemming geacht te zijn verkozen, tenzij de algemene vergadering anders beslist.
NOTULEN ALGEMENE VERGADERING
Artikel 21.
Van het in een bijeenkomst van de algemene vergadering verhandelde worden door de secretaris of een ander door de voorzitter van de betreffende bijeenkomst aangewezen persoon notulen gehouden, die in de eerstkomende bijeenkomst van de algemene vergadering worden vastgesteld.
JAARVERSLAG EN REKENING EN VERANTWOORDING
Artikel 22.
1. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de NSkiV en van alles betreffende de werkzaamheden van de NSkiV, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde rechten en verplichtingen van NSkiV kunnen worden gekend.
2. Het hoofdbestuur brengt in de jaarvergadering zijn jaarverslag over het afgelopen verenigingsjaar uit.
3. Het jaarverslag bevat een balans per ultimo van het afgelopen verenigingsjaar en een staat van baten en lasten over het afgelopen verenigingsjaar.
4. De balans en de staat van baten en lasten van de NSkiV moeten jaarlijks worden onderzocht door een van de NSkiV onafhankelijke register-accountant of accountant-administratieconsulent, die ter zake een verklaring ten behoeve van de algemene vergadering opstelt.
5. Deze verklaring en het door de financiële commissie opgemaakt schriftelijk verslag
aan de algemene vergadering worden door het hoofdbestuur tegelijkertijd met het jaarverslag ten minste vier (4) weken tevoren toegezonden aan hen die toegang hebben tot de bijeenkomst van de algemene vergadering.
6. Goedkeuring van het jaarverslag door de algemene vergadering strekt het hoofdbestuur tot décharge.
HOOFDBESTUUR - SAMENSTELLING
Artikel 23.
1. De NSkiV wordt bestuurd door een hoofdbestuur, dat bestaat uit tenminste vijf en ten hoogste negen leden.
2. De algemene vergadering benoemt het hoofdbestuur. Kandidaatstelling, benoeming gebeurt op de wijze zoals voorzien in het “Besturingsmodel en bestuursprofielen van de NSkiV” en het Algemeen Reglement.
3. Tot leden van het hoofdbestuur zijn uitsluitend benoembaar leden natuurlijke personen.
4. De voorzitter en de portefeuillehouders topsport en breedtesport worden door de algemene vergadering in functie benoemd. Genoemde functies zijn niet in één persoon verenigbaar. De portefeuillehouder breedtesport is steeds de voorzitter van de Sportraad.
5. Het lidmaatschap van het hoofdbestuur is onverenigbaar met een rechtsprekende functie binnen de NSkiV.
6. Leden van het hoofdbestuur mogen niet zodanige belangen hebben, dat deze naar de mening van hoofdbestuur en/of de algemene vergadering tot belangenconflicten kunnen voeren.
7. Indien het hoofdbestuur onvoltallig is, behoudt het niettemin zijn bevoegdheden, onverminderd de verplichting zo spoedig mogelijk in de vacature(s) te doen voorzien.
TERMIJN HOOFDBESTUURSLIDMAATSCHAP
Artikel 24.
1. De leden van het hoofdbestuur worden benoemd voor een termijn van ten hoogste vier (4) jaar, na het verstrijken waarvan zij ten hoogste één maal aansluitend herbenoembaar zijn.
Een tussentijds benoemd bestuurslid neemt op het rooster van aftreden de plaats in van degene in wiens plaats hij benoemd werd, xxxxx met dien verstande dat een tussentijds benoemd bestuurslid de termijn van degene in wiens plaats hij treedt afmaakt, na het verstrijken waarvan hij ten hoogste één maal aansluitend herbenoembaar is.
2. In afwijking van lid 1 kan een lid van het hoofdbestuur langer dan de gemelde maximale aaneengesloten periode van acht jaar (8) in functie zijn:
a. indien met het oog op het waarborgen van de continuïteit de algemene vergadering een overgangsmaatregel instelt waarbij het bestuurslid wiens maximale aaneengesloten zittingstermijn is verstreken de resterende jaren van zijn benoemingsperiode kan volmaken, of een overgangsmaatregel instelt voor een periode van maximaal twee (2) jaar; of
b. indien de algemene vergadering het bestuurslid wiens maximale aaneengesloten zittingstermijn is verstreken dispensatie verleent doordat hij zitting kan nemen in een internationaal bestuur onder de voorwaarde dat hij ook deel uitmaakt van het bestuur van de NSkiV voor de periode dat hij deel uitmaakt van het bestuur van de internationale federatie.
Een overgangsmaatregel als bedoeld onder a of een incidentele dispensatie als bedoeld onder b behoeft de voorafgaande goedkeuring van NOC*NSF. Het bestuur zal hiertoe alvorens een voorstel aan de algemene vergadering te doen een gemotiveerd verzoek indienen bij NOC*NSF.
TAAK EN BEVOEGDHEDEN HOOFDBESTUUR
Artikel 25.
1. Het hoofdbestuur is belast met het besturen van de NSkiV.
2. Het hoofdbestuur is bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten tot het verkrijgen, vervreemden of bezwaren van registergoederen of het aangaan van overeenkomsten, waarbij de NSkiV zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheid voor een schuld van een derde verbindt.
3. Het hoofdbestuur is bevoegd met het Instituut Sportrechtspraak een de leden bindende overeenkomst aan te gaan krachtens welke overeenkomst het uitoefenen van de tuchtrechtspraak met betrekking tot overtredingen betreffende doping, seksuele intimidatie respectievelijk matchfixing in de NSkiV wordt opgedragen aan het Instituut Sportrechtspraak.
4. De leden van het hoofbestuur ontvangen voor hun werkzaamheden geen bezoldiging. Gemaakte onkosten in het kader van de werkzaamheden ten behoeve van de NSkiV, kunnen, mits binnen redelijke grenzen, worden vergoed.
5. De NSkiV wordt vertegenwoordigd door het hoofdbestuur, alsmede door de voorzitter, tezamen met hetzij de secretaris, hetzij de penningmeester, hetzij de directeur. De voorzitter wordt bij afwezigheid vervangen door de vicevoorzitter.
6. Het hoofdbestuur mandateert de directeur schriftelijk om de NSkiV te vertegenwoordigen, binnen de grenzen die het hoofdbestuur in het directiestatuut stelt en voor zover het de dagelijkse gang van zaken betreft. De directeur is verantwoording schuldig aan het hoofdbestuur.
EINDE HOOFDBESTUURSLIDMAATSCHAP EN SCHORSING
Artikel 26.
1. Elk lid van het hoofdbestuur kan te allen tijde door de algemene vergadering worden geschorst en ontslagen.
2. Het hoofdbestuur kan om dringende redenen een hoofdbestuurslid schorsen in afwachting van het besluit van de eerstkomende algemene vergadering, waarin een voorstel tot ontslag van het betrokken lid van het hoofdbestuur kan worden geagendeerd.
3. Voor het nemen van een besluit tot schorsing door het hoofdbestuur is het bepaalde in artikel 11 lid 10 van dienovereenkomstige toepassing.
4. Een schorsing die niet binnen zes (6) maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag door de algemene vergadering, eindigt door het verloop van die termijn.
5. Het hoofdbestuurslidmaatschap eindigt voorts:
a. door het eindigen van het lidmaatschap van de NSkiV;
b. door schriftelijk bedanken;
c. door periodiek aftreden; en
d. indien een lid van het hoofdbestuur werkzaamheden voor de NSkiV verricht, waarvoor hij een honorarium ontvangt.
BUREAU / DIRECTEUR
Artikel 27.
1. De NSkiV kent een bureau, dat functioneert onder de verantwoordelijkheid van het hoofdbestuur.
2. De dagelijkse leiding en het dagelijks beheer van het bureau alsmede het dagelijkse financiële beheer van de NSkiV zijn opgedragen aan de directeur.
3. Het hoofdbestuur benoemt en ontslaat de directeur, stelt zijn taak- en functieomschrijving, alsmede zijn arbeidsvoorwaarden vast.
4. Aanstelling en ontslag van de overige personeelsleden van de NSkiV, alsmede het vaststellen van hun arbeidsvoorwaarden geschiedt door de directeur.
REGLEMENTEN
Artikel 28.
1. De NSkiV kent een algemeen reglement, op voorstel van het hoofdbestuur vast te stellen door de algemene vergadering en één of meer andere reglementen vast te stellen door het hoofdbestuur of op voorstel van het hoofdbestuur door de algemene vergadering. Het algemeen reglement dient ter nadere uitwerking van organisatie, taken en bevoegdheden van de NSkiV. Het algemeen reglement noch andere reglementen binnen de NSkiV mogen in strijd zijn met de wet of statuten.
2. Wijzigingen van de reglementen of andere regelingen van de FIS of IBU werken zonder nader besluit door op de reglementen van de NSkiV mitsdien het gaat om
zaken die tevens door de NSkiV in de reglementen worden behandeld.
3. De reglementen van het Instituut Sportrechtspraak worden vastgesteld en gewijzigd door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak, op grond van een met het Instituut Sportrechtspraak gesloten overeenkomst.
4. Het in lid 1 en 2 bepaalde geldt niet voor het tuchtreglement dopingzaken, het dopingreglement, het tuchtreglement seksuele intimidatie en het reglement matchfixing van het Instituut Sportrechtspraak.
STATUTENWIJZIGING
Artikel 29.
1. In de statuten van de NSkiV kan geen verandering worden gebracht dan door een besluit van de algemene vergadering, tot de bijeenkomst waarvan is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.
2. Zij die de oproeping tot een bijeenkomst van de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste zes (6) weken voor die bijeenkomst een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, ter kennis van de ereleden, de leden van verdienste, de besturen van de lidrechtspersonen en de vertegenwoordigers van de provinciale eenheden (en hun plaatsvervangers) hebben gebracht.
3. Op de agenda voor de bijeenkomst van de algemene vergadering dient het voorstel tot statutenwijziging te worden vermeld.
4. Een besluit tot statutenwijziging moet worden genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde (2/3) der geldig uitgebrachte stemmen.
5. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt.
6. Tot het doen verlijden van de akte is ieder hoofdbestuurslid bevoegd.
ONTBINDING/VEREFFENING
Artikel 30.
1. De NSkiV kan worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering. Het bepaalde in de leden 1 en 4 van artikel 29 van deze statuten is van overeenkomstige toepassing.
2. De algemene vergadering bepaalt bij het besluit tot ontbinding de bestemming van een eventueel batig saldo, en wel zodanig dat dit ten goede zal komen aan een organisatie die een soortgelijk doel als dat van de NSkiV nastreeft.
3. Bij ontbinding van de NSkiV geschiedt de vereffening door een door de algemene vergadering aan te stellen commissie van vereffenaars.
4. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht.
INSCHRIJVING IN HET HANDELSREGISTER
Artikel 31.
Het hoofdbestuur is verplicht de NSkiV te doen inschrijven in het handelsregister, gehouden door de Kamer van Koophandel en Fabrieken, binnen welker gebied de NSkiV haar zetel heeft en in dat register die gegevens die volgens de wet daarin dienen te worden vermeld te doen opnemen.
SLOTBEPALING
Artikel 32.
In alle gevallen waarin deze statuten of de reglementen van de NSkiV niet voorzien, beslist de algemene vergadering.