OVEREENKOMST
OVEREENKOMST
tussen de Europese Gemeenschap en de Raad van Europa inzake samenwerking tussen het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten en de Raad van Europa
DE EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna „de Gemeenschap” genoemd, enerzijds,
en
DE RAAD VAN EUROPA,
anderzijds,
hierna „de partijen” genoemd,
OVERWEGENDE dat de Raad van de Europese Unie op 15 februari 2007 Verordening (EG) nr. 168/2007 tot oprichting van een Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (hierna „het Bureau” genoemd) heeft vastgesteld,
OVERWEGENDE dat het Bureau ten doel heeft de betrokken instellingen, organen, instanties en agentschappen van de Gemeenschap en haar lidstaten wanneer zij het Gemeenschapsrecht uitvoeren, bijstand en expertise te bieden op het gebied van de grondrechten om hen te helpen de grondrechten volledig te eerbiedigen wanneer zij op hun respectieve bevoegdheidsgebieden maatregelen nemen of acties ontwerpen,
OVERWEGENDE dat het Bureau bij de vervulling van zijn taken refereert aan de grondrechten zoals die zijn omschreven in artikel 6, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, met inbegrip van de door het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van 4 november 1950 gewaarborgde rechten en vrijheden,
OVERWEGENDE dat de Raad van Europa een aanzienlijke ervaring en expertise heeft opgebouwd in intergouvernemen tele samenwerking en hulpactiviteiten op het gebied van de mensenrechten, en op dat gebied tevens verscheidene toezicht- en controlemechanismen alsook de functie van Commissaris voor de Mensenrechten van de Raad van Europa heeft ingesteld,
OVERWEGENDE dat het Bureau bij de vervulling van zijn taken zo nodig rekening houdt met reeds door de Raad van Europa verrichte werkzaamheden,
OVERWEGENDE dat het Bureau zijn activiteiten met die van de Raad van Europa moet coördineren om doublures te voorkomen en om complementariteit en meerwaarde te waarborgen, met name op het gebied van zijn jaarlijkse werk programma en samenwerking met het maatschappelijke middenveld,
OVERWEGENDE dat overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EG) nr. 168/2007 nu nauwe banden moeten worden gelegd tussen het Bureau en de Raad van Europa,
OVERWEGENDE dat de vertegenwoordigers van de lidstaten van de Europese Unie op hun bijeenkomst in de Europese Raad van 16 en 17 december 2004 zijn overeengekomen dat het Bureau een belangrijke rol zal spelen bij de versterking van de samenhang en de consistentie van het EU-beleid inzake mensenrechten,
OVERWEGENDE dat de richtsnoeren inzake de betrekkingen tussen de Raad van Europa en de Europese Unie, vastgesteld op de derde top van staatshoofden en regeringsleiders van de Raad van Europa (op 16 en 17 mei 2005 in Warschau), verwijzen naar het Bureau als een gelegenheid om de samenwerking met de Raad van Europa verder te versterken en om bij te dragen tot een grotere samenhang en meer complementariteit,
OVERWEGENDE dat het op 23 mei 2007 tussen de Raad van Europa en de Europese Unie gesloten Memorandum van overeenstemming een algemeen kader bevat voor de samenwerking op het gebied van mensenrechten en fundamentele vrijheden en de rol van de Raad van Europa onderstreept als het referentiepunt voor de mensenrechten, de rechtstaat en de democratie in Europa,
OVERWEGENDE dat het Bureau, overeenkomstig het Memorandum van overeenstemming de eenheid, geldigheid en doeltreffendheid van de door de Raad van Europa ter controle van de bescherming van de mensenrechten in zijn lidstaten gebruikte instrumenten eerbiedigt,
OVERWEGENDE dat het aan de Raad van Europa is om een onafhankelijke persoon als lid van de raad van bestuur en van het dagelijks bestuur van het Bureau aan te wijzen,
HEBBEN OMTRENT HET VOLGENDE OVEREENSTEMMING BEREIKT:
I. Bedridden
1. Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt ver staan onder:
a) „Intergouvernementele comités van de Raad van Europa”: elk comité of orgaan dat door of met machtiging van het Co mité van ministers is opgericht op grond van artikel 15, onder a), artikel 16 of artikel 17 van het Statuut van de Raad van Europa;
b) „Toezichtcomités mensenrechten van de Raad van Europa”: het Europees Comité voor sociale rechten, het Europees Co mité inzake de voorkoming van foltering en onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing, de Commissie tegen racisme en intolerantie, het Deskundigencomité van het Eu ropees Handvest voor regionale of minderheidstalen, het Ad viescomité van het kaderverdrag inzake de bescherming van nationale minderheden en andere dergelijke onafhankelijke organen die de Raad van Europa in de toekomst kan op richten;
c) „Bureau”: de organen waarnaar wordt verwezen in artikel 11 van Verordening (EG) nr. 168/2007 van de Raad wat hun respectieve bevoegdheidsdomeinen betreft.
II. Algemeen samenwerkingskader
2. In deze overeenkomst wordt een kader voor samenwer king tussen het Bureau en de Raad van Europa vastgesteld om doublures te voorkomen en om complementariteit en meer waarde te waarborgen.
3. Tussen het Bureau en de Raad van Europa worden op het gepaste niveau regelmatige contacten gelegd. De directeur van het Bureau en het secretariaat van de Raad van Europa wijzen elk een contactpersoon aan die specifiek aangelegenhe den in verband met hun samenwerking behandelt.
4. In de regel worden vertegenwoordigers van het secreta riaat van de Raad van Europa door het dagelijks bestuur van het Bureau uitgenodigd om als waarnemers de vergaderingen van de raad van bestuur van het Bureau bij te wonen. Dit geldt niet voor specifieke agendapunten waarvoor, omwille van hun in terne aard, een dergelijke aanwezigheid niet gerechtvaardigd zou zijn. De vertegenwoordigers kunnen ook worden uitgenodigd op andere bijeenkomsten die door de raad van bestuur van het Bureau worden georganiseerd, met inbegrip van de bijeen komsten bedoeld in artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 168/2007.
5. Vertegenwoordigers van het Bureau worden als waarne mers uitgenodigd voor bijeenkomsten van de intergouverne mentele comités van de Raad van Europa waarvoor het Bureau belangstelling heeft laten blijken. Op uitnodiging van het be trokken comité mogen vertegenwoordigers van het Bureau als waarnemers bijeenkomsten of gedachtewisselingen bijwonen die worden georganiseerd door toezichtcomités mensenrechten van de Raad van Europa of door bij deelovereenkomsten opgerichte comités. Vertegenwoordigers van het Bureau kunnen ook wor den uitgenodigd om deel te nemen aan door het Comité van ministers van de Raad van Europa georganiseerde gedachtewis selingen.
6. De samenwerking heeft betrekking op alle activiteiten van het Bureau, zowel de huidige als de toekomstige.
III. Uitwisseling van informatie en gegevens
7. Onverminderd de respectievelijk voor het Bureau en voor de Raad van Europa geldende regels in verband met gegevens bescherming, verschaffen het Bureau en de Raad van Europa elkaar informatie en gegevens die zij in het kader van hun taken hebben verzameld, met inbegrip van toegang tot online-infor matie. Op die manier verschafte informatie en gegevens kunnen door het Bureau en de Raad van Europa worden gebruikt bij de vervulling van hun respectieve taken. Deze bepalingen hebben geen betrekking op vertrouwelijke gegevens en taken.
8. Het Bureau houdt terdege rekening met de arresten en beschikkingen van het Europees Hof voor de rechten van de mens op het gebied van de activiteiten van het Bureau en, zo nodig, met bevindingen, verslagen en activiteiten op het gebied van de mensenrechten van de toezichtcomités mensenrechten en van de intergouvernementele comités van de Raad van Eu ropa, alsook met die van de Commissaris voor de Mensenrech ten van de Raad van Europa.
9. Wanneer het Bureau informatie gebruikt uit bronnen bij de Raad van Europa, geeft het de oorsprong en de referentie daarvan aan. De Raad van Europa handelt op dezelfde wijze wanneer hij informatie gebruikt uit bronnen van het Bureau.
10. Het Bureau en de Raad van Europa garanderen door middel van hun netwerken de ruimst mogelijke verspreiding van de resultaten van hun respectieve taken op wederzijdse basis.
11. Het Bureau en de Raad van Europa garanderen een regelmatige uitwisseling van informatie over voorgestelde, aan de gang zijnde of uitgevoerde taken.
IV. Methoden van samenwerking
12. Tussen het Bureau en het secretariaat van de Raad van Europa vindt regelmatig overleg plaats, met het doel de activi teiten van het Bureau te coördineren met die van de Raad van Europa om doublures te voorkomen en complementariteit, meerwaarde en het best mogelijke gebruik van beschikbare mid delen te garanderen, met name wat betreft het uitvoeren van onderzoek en wetenschappelijke enquêtes, alsook het opstellen van conclusies, adviezen en verslagen, te coördineren met die van de Raad van Europa om complementariteit en het best mogelijke gebruik van beschikbare middelen te garanderen.
13. Dergelijk overleg heeft met name betrekking op:
a) het opstellen van het jaarlijkse werkprogramma van het Bureau;
b) het opstellen van het jaarverslag van het Bureau over grond rechtenaangelegenheden die tot de werkterreinen van het Bureau behoren;
c) samenwerking met het maatschappelijk middenveld, en in het bijzonder deelname van de Raad van Europa aan het oprichten en de werkzaamheden van het platform voor de grondrechten van het Bureau.
14. Op grond van dit overleg kan worden overeengekomen dat het Bureau en de Raad van Europa gezamenlijke en/of complementaire taken betreffende onderwerpen van gemeen schappelijk belang zullen uitvoeren, zoals de organisatie van conferenties of workshops, gegevensverzameling en -analyse of het opzetten van gedeelde informatiebronnen of -producten.
15. De samenwerking tussen het Bureau en de Raad van Europa kan verder worden bevorderd via door het Bureau aan de Raad van Europa toegekende subsidies. De administratieve kaderovereenkomst van 2004 tussen de Commissie en de Raad van Europa over de toepassing van de verificatieclausule op de door de Raad van Europa beheerde en door de Europese Ge meenschap gefinancierde of medegefinancierde activiteiten is van toepassing.
16. Tijdelijke uitwisselingen van personeel tussen het Bu reau en de Raad van Europa kunnen tot stand komen via een overeenkomt tussen de secretaris-generaal van de Raad van Eu ropa en de directeur van het Bureau, voor zover de betrokken toepasselijke personeelsstatuten dat toestaan.
V. Aanstelling door de Raad van Europa van een onafhankelijke persoon die zitting heeft in het dagelijks bestuur en de raad van
bestuur van het Bureau
17. Het Comité van ministers van de Raad van Europa stelt een onafhankelijke persoon aan die zitting heeft in het dagelijks bestuur en de raad van bestuur van het Bureau, alsook een plaatsvervanger. De door de Raad van Europa aangestelde per sonen beschikken over de nodige ervaring in het beheren van organisaties uit de openbare of de particuliere sector en over kennis op het gebied van grondrechten.
18. De Raad van Europa brengt het Bureau en de Commis sie op de hoogte van de aanstellingen.
19. De door de Raad van Europa in de raad van bestuur aangestelde persoon wordt uitgenodigd om aan de vergaderin gen van het dagelijks bestuur deel te nemen. Er wordt terdege rekening gehouden met zijn standpunten, in het bijzonder om meerwaarde en complementariteit tussen de activiteiten van het Bureau en die van de Raad van Europa te waarborgen. Hij beschikt over stemrecht in het dagelijks bestuur met betrekking tot de voorbereiding van de besluiten van de raad van bestuur, waarover hij overeenkomstig artikel 12, lid 8, van Verordening (EG) nr. 168/2007 mag stemmen.
VI. Algemene en slotbepalingen
20. Geen enkele bepaling van deze overeenkomst mag dus danig worden uitgelegd dat de partijen hun respectieve taken niet langer kunnen uitoefenen.
21. De Overeenkomst van 10 februari 1999 tussen de Eu ropese Gemeenschap en de Raad van Europa voor de instelling van een nauwe samenwerking tussen het Waarnemingscentrum en de Raad van Europa overeenkomstig artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1035/97 van de Raad van 2 juni 1997 houdende oprichting van een Europees Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat wordt door onderhavige overeenkomst ingetrokken en vervangen.
22. Deze overeenkomst treedt in werking na ondertekening door de naar behoren gemachtigde vertegenwoordigers van de partijen.
23. De overeenkomst kan met wederzijdse instemming van beide partijen worden gewijzigd. De partijen evalueren de uit voering van deze overeenkomst ten laatste op 31 december 2013 met het oog op een eventuele herziening daarvan.
Съставено в Брюксел на осемнадесети юни две хиляди и осма година. Hecho en Estrasburgo, el dieciocho de junio de dos mil ocho.
Ve Štrasburku dne osmnáctého června dva tisíce osm. Udfærdiget i Strasbourg den attende juni to tusind og otte. Geschehen zu Strassburg am achtzehnten Juni zweitausendacht.
Kahe tuhande kaheksanda aasta juunikuu kaheksateistkümnendal päeval Strasbourgis. 'Εγινε στo Στρασβoύργo, στις δέκα οκτώ Ιουνίου δύο χιλιάδες οκτώ.
Done at Strasbourg on the eighteenth day of June in the year two thousand and eight. Fait à Strasbourg, le dix-huit juin deux mille huit.
Fatto a Strasburgo, addì diciotto giugno duemilaotto. Strasbūrā, divtūkstoš astotā gada astoņpadsmitajā jūnijā.
Priimta du tūkstančiai aštuntų metų birželio aštuonioliktą dieną Strasbūre. Kelt Strasbourgban, a kétezer-nyolcadik év június tizennyolcadik napján. Magħmul fi Strasburgu, fit-tmintax-il jum ta' Ġunju tas-sena elfejn u tmienja. Gedaan te Straatsburg, de achttiende juni tweeduizend acht.
Sporządzono w Strasburgu dnia osiemnastego czerwca roku dwa tysiące ósmego. Încheiat la Strasbourg, la optsprezece iunie două mii opt.
Feito em Estrasburgo, em dezoito de Junho de dois mil e oito. V Štrasburgu dňa osemnásteho júna dvetisícosem.
V Strasbourgu, dne osemnajstega junija leta dva tisoč osem.
Tehty Strasbourgissa kahdeksantenatoista päivänä kesäkuuta vuonna kaksituhattakahdeksan. Som skedde i Strasbourg den artonde juni tjugohundraåtta.
За Европейската общност Por la Comunidad Europea Za Evropské společenství
For Det Europæiske Fællesskab Für die Europäische Gemeinschaft Euroopa Ühenduse nimel
Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα
For the European Community Pour la Communauté européenne Per la Comunità europea
Eiropas Kopienas vārdā Europos bendrijos vardu
Az Európai Közösség részéről Għall-Komunità Ewropea
Voor de Europese Gemeenschap W imieniu Wspólnoty Europejskiej Pela Comunidade Europeia
Pentru Comunitatea Europeană Za Európske spoločenstvo
Za Evropsko skupnost Euroopan yhteisön puolesta För Europeiska gemenskapen
За Съвета на Европа
Por el Consejo de Europa Za Radu Evropy
For Europarådet Für den Europarat
Euroopa Nõukogu nimel
Για το Συμβούλιο της Ευρώπης For the Council of Europe Pour le Conseil de l'Europe Per il Consiglio d'Europa Eiropas Padomes vārdā Europos Tarybos vardu
Az Európa Tanács részéről Għall-Kunsill ta' l-Ewropa Voor de Raad van Europa W imieniu Rady Europy Pelo Conselho da Europa Pentru Consiliul Europei Za Radu Európy
Za Svet Evrope
Euroopan neuvoston puolesta För Europarådet