INLEIDING
BESTUURSOVEREENKOMST 2002 – 2004
2e jaarverslag 01/01/2003 tot 31/12/2003
INLEIDING
Hierna volgt het tweede jaarverslag over de stand van zaken betreffende de verbintenissen uit de bestuursovereenkomst van het RIZIV, dat de periode van 1 januari 2003 tot 31 december 2003 bestrijkt,
Bij de opmaak van dit verslag is met de volgende elementen rekening gehouden :
1. het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, inzonderheid artikel 8, § 3;
2. het koninklijk besluit van 8 april 2002 tot goedkeuring van de eerste bestuursovereenkomst van het RIZIV;
3. artikel 2 van het samenwerkingsprotocol dat op 24 september 2002 is gesloten tussen de administrateur-generaal van het RIZIV en de regeringscommissarissen die de Staat vertegenwoordigen;
4. de wijzigingsclausule 2003 bij de bestuursovereenkomst 2002-2004 van 24 maart 2003;
5. het tweede halfjaarlijkse verslag over de stand van zaken betreffende de verbintenissen uit de bestuursovereenkomst, dat de periode van 1 januari 2003 tot 30 juni 2003 bestrijkt;
6. het verslag dat de regeringscommissaris op 25 september 2003 aan de minister van Sociale Zaken en aan de minister van Begroting heeft bezorgd over het in punt 5 bedoelde tweede halfjaarlijkse verslag;
7. de oprichting bij het RIZIV van een moderniseringscel die inzonderheid belast is met de follow-up van de bestuursovereenkomst via een bestuursplan en boordtabellen, enerzijds, en coördinatie en steun voor de uitwerking van het strategisch managementplan van het RIZIV, anderzijds.
8. de nieuwe opdrachten die werden toegewezen aan het Riziv, o.a. inzake de uitvoering van de nieuwe opdrachten van de DGEC, de voorbereiding voor de implementatie van de multifunctionele aangifte, de nieuwe financiering van de rustoorden, de verkiezingen van de tandartsen, de organisatie van de uitbetaling van de beschikbaarheidshonoraria.
Dit verslag bestaat uit drie delen :
▪ Een beschrijving met een balans van de in 2003 nagekomen verbintenissen en de perspectieven op het vlak van de verwezenlijking van de verbintenissen voor 2004;
▪ De bijgewerkte boordtabellen;
▪ De 40 bijlagen ter staving van de verwezenlijking van de verbintenissen in 2003.
Anoniem ziekenhuisverblijf (art. 6 – deel 1)
BALANS 2003
O Eind 2002 – begin 2003 heeft de Dienst de AZV-bestanden van de editie 9 (gegevens over de ziekenhuisverblijven in 2001) ontvangen. Hierop is de dienst overgegaan tot het bepalen van de richtlijnen en het uitvoeren van voorafgaande controles en controles. Daarna heeft de Dienst de resultaten van deze voorafgaande controles en controles geanalyseerd op het vlak van kwaliteit en volledigheid en de redenen van verwerping onderzocht. De dienst beschikt sinds september 2003 over een gebruiksklaar bestand voor editie 9.
O Daarenboven heeft de dienst de richtlijnen bepaald die de V.I.’s moeten naleven bij de
overdracht van editie 10 (gegevens van 2002). Deze richtlijnen zijn op 15 oktober 2003 door de Commissie voor informatieverwerking goedgekeurd. Het Verzekeringscomité heeft ermee ingestemd om, op verzoek van de V.I.’s, de afleveringstermijn van de gegevens met drie maanden te verlengen. De V.I.’s hebben deze richtlijnen ontvangen via de omzendbrief V.I. 2003/393 van 9 december 2003.
O Bij het lezen van de boordtabel stellen we onder andere het volgende vast:
▪ Overeenkomstig onze verbintenis, heeft het Instituut zich ruimschoots gehouden aan de termijn van negen maanden (streefwaarde voor 2003) vanaf de datum van ontvangst van het laatste aanvaardbare bestand dat nodig is om een representatieve gegevensbank samen te stellen voor het ter beschikking stellen van de gevalideerde AZV-gegevens. De Dienst is zijn verbintenis binnen een termijn van 3,4 maanden voor editie 9 nagekomen. Ter vergelijking: de termijnen bedroegen respectievelijk 4,3 maanden; 3,8 maanden en 3,3 maanden voor de edities 6, 7 en 8;
• het aantal dagen vertraging bij het afleveren van de aanvaardbare bestanden ten opzichte van de datum die in de omzendbrief is vastgesteld (gemiddelde voor alle V.I.’s) ligt iets hoger voor editie 9 dan voor de vorige editie (51 dagen voor de gegevens van 2001 tegenover 15 dagen voor de gegevens van 2000), maar ligt nog steeds beduidend lager dan de eerste referentie-edities (169 dagen voor editie 5; 450 dagen voor editie 6 en 286 voor editie 7);
PERSPECTIEVEN 2004
O Door de langdurige afwezigheid van de projectleider, werkt zijn vervanger momenteel aan het opstellen van het verslag aan de V.I.’s in verband met de kwaliteit en de volledigheid van de overgedragen gegevens (Editie 9, gegevens 2001). Dit verslag aan de V.I.’s zal eind maart 2004 worden opgestuurd.
O Tevens moet worden opgemerkt dat het Instituut zich vanaf 2004 ertoe verbindt om de termijnen die nodig zijn voor het ter beschikking stellen van de gevalideerde AZV-
gegevens terug te brengen tot zes maanden vanaf de datum van ontvangst van het laatste aanvaardbare bestand dat nodig is om een representatieve gegevensbank samen te stellen.
Bijlage 1 :
- Omzendbrief V.I. 2003/393 van 9 december 2003.
Anoniem ziekenhuisverblijf – 2e luik (art. 6)
Inleiding: Volgens de verbintenissen wordt op basis van de in het Riziv beschikbare gegevens, in 2003 en 2004 een domein bestudeerd ter opsporing van verblijven waar regels van de nomenclatuur niet gerespecteerd werden of waar overbodige prestaties werden verricht. Vervolgens worden de betrokken ziekenhuizen op de hoogte gebracht van hun praktijk en de resultaten van de studie worden meegedeeld aan de aanbelangende overlegorganen en de LOK’s. Voorstellen tot wijzigingen en verduidelijkheden worden zonodig geformuleerd. Het doel van dit alles is een vermindering van onverklaarbare afwijkende ziekenhuispraktijken en een bijsturing van de reglementaire bepalingen waar mogelijk.
BALANS 2003
De Dienst voor geneeskundige verzorging en de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle (DGEC) hebben in een gemengde werkgroep de “transuretrale prostatectomieën” als thema gekozen voor de eerste studie. Die courante heelkundige ingreep die bestaat in de verwijdering van de prostaat langs endoscopische weg, wordt in de meeste Belgische algemene ziekenhuizen uitgevoerd, meestal in het kader van urinaire klachten door goedaardige hypertrofie van de prostaat.
De studie is verricht op basis van de facturatiegegevens van 2000 van de verzekeringsinstellingen.
De medische praktijk, de correctheid van de facturatie en de conformiteit met de nomenclatuurregels is onderzocht tijdens 7788 ziekenhuisverblijven . Er wordt hoofdzakelijk nagegaan hoe dikwijls elke verplegingsinrichting beroep doet op medische handelingen (per verstrekking of per groep van gelijkgestelde verstrekkingen) en op geneesmiddelen.
Ziekenhuizen die zich extreem positioneerden en waarbij een afwijking relevant was rekening houdende met het bedrag, het aantal betrokken verblijven en prestaties, werden aangeschreven voor bijkomende informatie. In totaal werden 54 ziekenhuizen aangeschreven. De antwoorden waren zeer uiteenlopend: soms concreet, soms zeer algemeen, soms vrij vaag. De bekomen informatie is gebruikt in de analyse van het studiemateriaal en is uiteindelijk verwerkt in het definitief rapport van de studie.
De belangrijkste vaststelling van het rapport is dat in een aantal ziekenhuizen de medische praktijk voor verbetering vatbaar is aangezien er frequent prestaties worden verricht of geneesmiddelen worden toegediend die in vergelijking met guidelines of wetenschappelijke literatuur niet aangewezen zijn. Er werd ook vastgesteld dat in sommige ziekenhuizen bepaalde regels van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen niet gerespecteerd werden; dit is ook een reden van uitgaven verschillen tussen de verplegingsinrichtingen.
Het rapport bevat de resultaten van de detailanalyse per prestatie en geneesmiddel. Daarnaast is er een overzicht per ziekenhuis en er worden tenslotte voorstellen voor verbetering van de nomenclatuur geformuleerd, die kunnen bijdragen tot een meer uniforme vergoeding van de geleverde prestaties.
De feedback aan de ziekenhuizen over hun praktijk heeft plaatgehad in april 2003 voor de ‘afwijkende’ ziekenhuizen en eind 2003 voor de overige ziekenhuizen. Ziekenhuizen met duidelijk afwijkende praktijk (een vijftigtal) zullen in de toekomst aan de hand van recentere gegevens opgevolgd worden (zie perspectieven).
De informatie over de vaststellingen en conclusies i.v.m. de medische praktijk is aan de NRKP gestuurd en voorgelegd aan het Comité DGEC, het Verzekeringscomité, en aan de betrokken LOK’s, opdat daarover kan worden gedebatteerd. Het rapport is beschikbaar op de internet- site van het Riziv.
Het tweede onderzoeksthema van de gemengde werkgroep is een gedetailleerde analyse met betrekking tot de reanimatieverstrekkingen. De preliminaire studie is aan de gang.
PERSPECTIEVEN 2004
Wanneer de gegevens over TURP betreffende de periode die volgt op de informatiecampagne beschikbaar zullen zijn, zal nagegaan worden of de “afwijkende” gedragingen verdwenen zijn. Zo niet kan de DGEC een grondiger onderzoek uitvoeren.
De gedetailleerde analyse i.v.m. het tweede thema, nl. reanimatieverstrekkingen, wordt uitgevoerd in de loop van 2004. Het rapport zelf wordt verwacht tegen eind 2004.
Bijlage 2 : Rapport TURP.
Bijzonder solidariteitsfonds (art. 7)
BALANS 2003
O De waarden opgenomen in de boordtabel in bijlage zijn zeer opmerkelijk, zeker in vergelijking met de vooropgestelde streefwaarden. Enkele voorbeelden voor het 4de trimester 2003: 99,75% van de dossiers is voorbereid in een termijn van 20 dagen. Het percentage van de uitvoering van de beslissingen van het CGD binnen de 20 dagen is 100%. Tenslotte werden alle beslissingen van het CGD binnen de 15 dagen aan de sociaal verzekerde betekend.
O Op verzoek van de Regeringscommissaris, die de Minister van Sociale zaken vertegenwoordigt, is een streefwaarde van “maximum 40 werkdagen voor de
voorbereiding van 100% van de dossiers” toegevoegd worden in de boordtabel (in bijlage vanaf het tweede semester 2003). Het gaat dus over de maximale termijn dat die de Dienst in normale omstandigheden voor ieder dossier zou moeten kunnen respecteren.
O Rekening houdende met het probleem voor de VI om de data van de kennisgevingen aan de sociaal verzekerden te verzamelen (om de termijnen voor de volledige behandeling van
de dossiers te identificeren), is voorgesteld om van die indicator af te zien en de informatie te exploiteren met betrekking tot de betalingstermijn van de sociaal verzekerden. Die informatie, die in het raam van de financiële verantwoordelijkheid van de VI jaarlijks over twee maanden wordt ingezameld, zou voor de beslissingen die door het RIZIV in november 2002 en maart 2003 zijn bekendgemaakt, kunnen worden meegedeeld.
O De creatie van een geïnformatiseerd medisch gegevensbestand (hulpmiddel bij beslissingen en statistisch instrument) is afgewerkt in 2003.
O Ter informatie, in 2003 werden 3690 dossiers behandeld.
O De informatiebrochure die bestemd is voor de beroepsmensen uit de gezondheidssector, is na aanpassing aan de programmawet van 8 april 2003, volledig afgewerkt in juni 2003, voor wat betreft de tussenkomsten voor de aanvragen voor uitzonderlijke prestaties in België, voor hun aanvragen van verlenging (art. 25 § 2), alsook voor de tussenkomsten voor zorgen in het buitenland (art. 25 § 4).
Voor wat betreft de aanvragen voor kinderen met chronische ziekten (art. 25 § 3), is nog geen brochure opgesteld, omdat enerzijds de termijn tussen de publicatiedatum van deze wet (zelfs rekening houdend met de programmawet van 24 december 2002) en de datum van verschijningsdatum van onze brochure veel te kort was, en anderzijds omdat het onmogelijk was een brochure op te stellen zolang het uitvoeringsbesluit niet is verschenen.
O De eerste versie van de informatiebrochure voor het “grote publiek” (werk van de communicatiecel van het RIZIV) wordt voorbereid in functie van het uitvoeringsbesluit die ingevolge de Programmawet van 24/12/02 zal worden gepubliceerd.
PERSPECTIEVEN 2004
O Finaliseren tegen 30 juni 2004 van de eerste versie van de informatiebrochure voor het “grote publiek” (werk van de communicatiecel van het RIZIV).
O Aangezien de Dienst nog niet over gegevens beschikt om het aantal en de aard van de BSF-dossiers voor kinderen te kunnen evalueren (tot vandaag zijn slechts weinig aanvragen ingediend), is de impact van de creatie van deze bijzondere bepaling op de prestaties van de Dienst nog niet bepaald.
O Op het einde van 2004 een inventaris opmaken van de redenen voor het terugsturen van
de dossiers naar de verzekeringsinstellingen.
O Aanpassen van de inhoud van de informatiebrochure die bestemd is voor de beroepsmensen uit de gezondheidssector, op basis van de evolutie van de reglementering en de feed-back van de “gebruikers”.
O Opmaken van het jaaroverzicht 2004 van de beslissingen van het Fonds.
O Tegen februari 2004 een jaarverslag opmaken over het aantal klachten en de typologie ervan.
O Op informaticavlak: Verderzetten van de programmatie-activiteiten, alsook de nodige aanpassingen doorvoeren voor de BSF “kinderen”.
Bijlage : geen.
Beheer van de vergoedbare farmaceutische specialiteiten (art 8)
De voornaamste verbintenis bestaat erin de wettelijke termijnen voor het onderzoek van de aanvragen tot aanneming voor vergoeding van de farmaceutische specialiteiten na te leven. De dienst beschikt over een bepaalde termijn om het voorstel van de Commissie tegemoetkoming geneesmiddelen (CTG) aan de Minister te sturen. Op 31 december 2003 was 98 % van de dossiers met deadline (CTG) in 2003 behandeld binnen de wettelijke termijn. Voor meer toelichtingen verwijzen we naar bijgaande boordtabel.
BALANS 2003 & PERSPECTIEVEN 2004
Volgende verbintenissen moesten uiterlijk op eind 2003 zijn nagekomen:
1. Vanaf 1 april 2002, invoering van het systeem van gegevensuitwisseling met de farmaceutische firma’s.
Die verbintenis is op dit ogenblik nog niet nagekomen.
Wat het technisch niveau en de inhoud betreft is de functie “ indienen van dossiers” operationeel. Intern wordt het trouwens reeds verscheidene maanden gebruikt. Vooraleer deze functie als interactieve dienst echt in praktijk te brengen wou de Beheerseenheid voor farmaceutische specialiteiten:
➢ rekening houden met de opmerkingen van de acht farmaceutische firma’s die bereid waren de applicatie te testen,
➢ het probleem van de computerveiligheid oplossen dat samenhangt met de vernieuwing van de verbintenissen tussen het RIZIV en de farmaceutische firma’s (december 2002).
Aanvullende oorzaak van de vertraging is de herziening in functie van een geherstructureerde databank.
Het probleem van computerveiligheid is opgelost, wachtwoorden en toegangscodes zijn, op basis van de verbintenissen 2004 (getekend voor 01.01.2004) , meegedeeld aan de bedrijven. De interactieve dienst van gegevensuitwisseling met de farmaceutische bedrijven via internet zal in een eerste fase effectief toegepast worden voor de mededeling van verkochte hoeveelheden en omzetten 2003, met automatische berekening van vergoeding en heffingen 2004. Dit is operationeel sinds 23.01.2004.
De eerste helft van 2004 zal verder gewerkt worden aan de herstructurering van de databank, waardoor de interactieve dienst, functie “indienen van dossiers”, zal kunnen gerealiseerd worden. Het afronden van de herstructurering van deze databank, loopt vertragingen op door andere ‘prioritaire’ opdrachten in het breed kader van dit projekt (niet voorzien in de bestuursovereenkomst, maar wel noodzakelijk voor het uitvoeren van dienstopdrachten, vb. inning vergoeding/heffingen, bijwerken referentievergoedingssysteem,…).
2. Op 31 december 2002, klaar zijn met een evaluatieverslag van het beslissingsproces van de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen, waarin eventueel voorstellen tot verbetering worden gedaan.
Die verbintenis is gerealiseerd op 10 april 2003. Het evaluatieverslag is opgemaakt en goedgekeurd op die datum.
Gezien de complexiteit van de evaluatie van de CTG werking en de voorstellen van punten ter verbetering, aanpassingen van reglementering vragen, werd de tweede evaluatie uitgesteld. Ondertussen is er een evaluatieproces gestart in samenwerking met het Cabinet, maar het resultaat stemt qua timing, eerder overeen met het voorziene derde evaluatierapport. Dit rapport zal overgemaakt worden aan de Minister op 6 februari 2004.
Uitgaande van deze ervaring is het voorstel om de eerste halfjaarlijkse evaluatieverslagen te laten vallen, en ons te beperken tot de evaluatieverslagen op jaarbasis.
3. De dossiers die aan de leden van de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen worden voorgelegd, zijn gestandaardiseerd. Voor de verschillende fasen van de werkprocedure van de Commissie Tegemoetkoming Geneesmiddelen worden standaarddocumenten gebruikt, maar ook het doorsturen van die documenten naar de leden van die commissie is gestandaardiseerd (server, e-mail of brief naargelang van de aard van de mededeling). De verbintenis is gerealiseerd.
4. De integratie in de bestaande databank van de historiek van de gegevens betreffende de administratieve verwerking van de aanvragen is nog niet rond. Die historiek bestaat maar zit wel in een afzonderlijke databank.
Een databank met de administratieve gegevens bestaat sinds de start van de CTG (01.01.2002) en de gegevens op zich zijn dus beschikbaar. Wat niet gerealiseerd werd, is de integratie van de beide databanken tot een geheel, gezien de problemen van vertraging bij de herstructurering van de databank van vergoedbare specialiteiten (zie pt.1). Deze integratie is nu voorzien in het kader van het strategisch managementplan, tegen eind 2004.
Bijlage 3 : verzameltabel
Farmanet (art 9)
BALANS 2003
O Het ontwerp van koninklijk besluit dat de overdracht regelt van de gegevens van het “uniek spoor” tussen de VI’s en het RIZIV is aan het Comité voor de Evaluatie van de Geneeskundige praktijk inzake Geneesmiddelen (CEG) en, in de loop van de maand maart, aan het Verzekeringscomité voorgelegd. Vervolgens is het in april, voor advies, doorgestuurd naar de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, die zich positief heeft uitgesproken. Ten slotte heeft de Raad van State het RIZIV haar adviezen ter zake meegedeeld. Het KB wordt momenteel aan de Koning en aan de Minister voorgelegd, om door hen te worden ondertekend.
O Overeenkomstig de wijzigingsclausule bij de overeenkomst, wordt om de twee maanden een specifiek onderwerp op de website van het Instituut geplaatst. Deze onderwerpen zijn gekozen door de Cel Farmanet en goedgekeurd door het CEG. Bovendien neemt de Administrateur-generaal van het RIZIV kennis van de onderwerpen, vooraleer ze op het web worden geplaatst.
In chronologische volgorde ging het om de volgende onderwerpen:
▪ De gemiddelde brutokost per DDD (mei-juni);
▪ De cholesterolverlagende middelen (juli-augustus);
▪ Bloedplaatjesaggregatieremmers (september-oktober).
Deze verschillende onderwerpen (tabellen, grafieken en commentaren) worden bij dit verslag gevoegd.
Het 4e onderwerp, dat handelt over het gebruik van de antibiotica, bevindt zich niet op de internet site, maar is wel opgenomen als bijlage 2 bij het recente nationaal akkoord tussen geneesheren en ziekenfondsen, met betrekking op de voorschrijfgegevens van verschillende categorieën van geneesmiddelen.
O De gegevens die nodig zijn om de boordtabellen 2001 op te stellen, zijn aan het CEG voorgelegd. De Cel Farmanet heeft echter een lichte vertraging opgelopen, doordat het CEG haar had gevraagd nieuwe ratio’s vast te leggen, waardoor de boxplots (gebaseerd op de ratio’s) niet tijdig konden worden bezorgd. Deze vertraging is weggewerkt, aangezien de boxplots sinds oktober 2003 zijn opgesteld en de farmaceutische boordtabellen 2001 nu zijn bekendgemaakt en enkele dagen na 31 december 2003 op de website zijn geplaatst.
O De Farmanetgegevens 2001, per groep van voorschrijvers, zijn eveneens op de website van het RIZIV geplaatst.
O Ten slotte moet, wat de verbintenissen die verband houden met de bekendmaking van gegevens en informatie op het internet betreft, worden opgemerkt dat de chronologische gegevens vanaf 1997 eveneens op de website beschikbaar zijn, met zoekfunctie (keuze uit therapeutische categorieën, de manier waarop de gegevens en variabelen worden weergegeven).
O De verslagen met betrekking tot de kwaliteit van de Farmanetgegevens, met de vaststellingen en eventuele richtlijnen, zijn opgesteld en naar de VI’s en TD’s opgestuurd, zodat de kwaliteit van de doorgestuurde gegevens kan worden verbeterd.
Uit de boordtabellen blijkt dat de maximale vertraging die de VI’s kennen bij het overdragen van de definitieve versie gevoelig gedaald is en van 74 dagen voor het 2e semester van 2000 teruggevallen is op 9 dagen voor het 1e semester van 2003 (1e semester 2001: 12 dagen; 2e semester 2001: 93 dagen en 2e semester 2002: 86 dagen). De gemiddelde vertraging bij de overdracht van de definitieve versie door de VI’s is dan weer van 19,9 dagen voor het 2e semester van 2000 naar 3 dagen voor het 1e semester van 2003 gezakt (1e semester 2001: 3,3 dagen; 2e semester 2001: 14,3 dagen en 2e semester 2002: 14,9 dagen). Bovendien is het percentage foutieve registraties voor alle VI’s samen van 2,4 voor het 2e semester van 2000 teruggelopen tot 1,8 voor het 1e semester van 2003 (1e semester 2001: 9 %; 2e semester 2001: 12,8 %; 1e semester
2002: 2 % en 2e semester 2002: 1,8 %).
O In het raam van de nieuwe taken, inzake indicatoren, die aan het CEG zijn toevertrouwd, is een werkgroep “Indicatoren” van het CEG samengesteld en zijn er studies uitgevoerd met betrekking tot de methodologie voor de uitwerking van deze indicatoren. Na de voorstelling van de resultaten en de bespreking van een ontwerp van methodologie, is het CEG het eens geraakt over de statistische methodologie voor het opstellen van de indicatoren. Het CEG wacht momenteel op voorstellen van de Commissie voor de Terugbetaling van de Geneesmiddelen (CTG), in verband met de geneesmiddelen van hoofdstuk IV die aan een aposteriori-controle kunnen worden onderworpen, dit met het oog op de concrete implementatie van deze methodologie.
O De Cel Farmanet heeft eveneens de laatste hand gelegd aan het interne budgettair jaarverslag, dat een overzicht geeft van de budgettaire maatregelen binnen het domein van de geneesmiddelen (ambulante sector) en de impact ervan. De Dienst heeft een lijst opgesteld van de maatregelen die zijn genomen en heeft de nodige informatie hieromtrent verzameld, om vervolgens na te gaan in hoeverre de verschillende maatregelen de voorziene besparingen hebben opgeleverd.
PERSPECTIEVEN 2004
O In 2004 blijven de verbintenissen voor het merendeel dezelfde als in 2003 (specifieke onderwerpen op het internet, ter beschikking stellen van de gegevens 2002 per groep van voorschrijvers, van de farmaceutische boordtabellen 2002, van verslagen met betrekking tot de kwaliteit van de Farmanetgegevens,…).
O Wat het dossier “uniek spoor” betreft, heeft de Cel Farmanet, op basis van de adviezen van de Raad van State, op 13 januari 2004, het Kabinet van de Minister van Sociale Zaken een nieuw ontwerp van koninklijk besluit bezorgd. Hierop moeten de praktische modaliteiten voor de uitvoering van deze gegevensoverdracht tussen de VI’s en het RIZIV worden vastgelegd, zelfs als dit de verbintenissen die in de wijzigingsclausule bij de bestuursovereenkomst zijn vastgelegd, overstijgt.
Hierbij signaleren we ook de creatie van een bemiddelingsorgaan, die belast is met het oplossen van problemen die zich kunnen stellen tussen de VI’s en TD’s. de 2 controlediensten van het Riziv (DEGC en DAC) zullen hierbij een belangrijke rol spelen.
O Ter informatie, de volgende specifieke onderwerpen zijn aan het CEG voorgelegd en door het CEG goedgekeurd:
▪ Het gebruik van antimycotische middelen en van terbinafine in het bijzonder;
▪ De top-10 van de meest voorgeschreven geneesmiddelen in 2003;
▪ Het gebruik van middelen tegen tuberculose en van rifampicine;
▪ Het gebruik van immunosuppressiva in de ambulante sector;
▪ Het gebruik van diuretica na de ALLHAT-studie;
▪ Het gebruik van hormonale substitutietherapieën bij de vrouw.
Bijlagen : 4-11
- De laatste versie van het ontwerp van koninklijk besluit dat de overdracht van de gegevens “uniek spoor” tussen de VI’s en het RIZIV regelt (met het advies van de Raad van State en het advies van de Commissie ter bescherming van de persoolijke levenssfeer);
- De eerste drie specifieke onderwerpen die op de website zijn geplaatst;
- De methodologie die het CEG volgt bij het uitwerken van de indicatoren;
- De gegevens 2001 per groep van voorschrijvers;
- De verslagen in verband met de kwaliteit van de Farmanetgegevens (een VI-exemplaar en daarnaast een TD-exemplaar);
- De farmaceutische boordtabellen 2001;
- Het interne budgettair jaarverslag dat een overzicht geeft van de budgettaire maatregelen 2001-2003 binnen het domein van de geneesmiddelen (ambulante sector);
- Bijlage 2 bij het recentste akkoord geneesheren-ziekenfondsen.
Herwaardering van de statistische en boekhoudkundige gegevens (art. 10)
Voorafgaandelijke opmerkingen:
“De bedoeling is de mogelijkheden van het statistische en boekhoudkundige apparaat, hoofdzakelijk op het vlak van de opvolging van de uitgaven, te versterken op basis van een analyse van de verschillende factoren die de kwaliteit, de waarde en de uitvoeringstermijnen ervan kunnen beïnvloeden, en door de invoering van een bestendige monitoring van de stromen van de financiële gegevens."(zie bestuursovereenkomst, blz. 33).
Aangezien de doelstelling opnieuw moest worden gedefinieerd en er bijgevolg daaromtrent geen semestrieel verslag is opgemaakt, stellen we voor om alle verbintenissen, overeenkomstig de overeenkomst en de bijhorende wijzigingsclausule 2003, te overlopen.
Verbintenissen uit het contract :
• Een inventaris opmaken van de statistische en boekhoudkundige gegevens die de verzekeringsinstellingen aan de directie voor actuariële, economische en sociale studiën hebben bezorgd, van de beheersinformatie die de administratie op basis van die gegevens heeft opgesteld en van het gebruik dat van die informatie wordt gemaakt teneinde het nut ervan vast te stellen.
Gerealiseerd in 2002
• Het Verzekeringscomité en de Algemene raad een verslag bezorgen met richtlijnen voor een eventuele herstructurering van de statistische en boekhoudkundige gegevens.
In uitvoering
• Een inventaris opmaken van maatregelen die zowel in het Instituut als bij de verzekeringsinstellingen worden overwogen om de termijnen voor het ter beschikking stellen van de gegevens te verkorten en de kwaliteit ervan te verbeteren; dat geldt zowel voor de door de verzekeringsinstellingen geleverde gegevens als voor de door het Instituut geproduceerde informatie.
In uitvoering
• Analyseren (elk jaar) :
- voor elk ziekenhuis, van de snelheid en de regelmaat van de facturering alsook van de kwaliteit van de gefactureerde gegevens;
- voor elke verzekeringsinstelling, van de snelheid en de regelmaat, zowel van de verwerking van de magneetbandfacturatie als van de boeking van de vergoede bedragen;
Gerealiseerd in 2002 en 2003
• Nieuwe regels voorstellen voor de facturatie door de ziekenhuizen en voor de boeking door de verzekeringsinstellingen, waardoor het RIZIV de werkelijke evolutie van de uitgaven beter kan opvolgen.
In uitvoering
• Elk jaar een vergelijkende tabel opstellen van de evolutie van de uitgaven per verstrekkingsperiode en per boekingsperiode voor de belangrijkste categorieën van verzorging.
Gerealiseerd in 2003
• Verbintenis opgenomen in de overeenkomst: Op basis van een analyse van de consumptie van de verzorging in verband met chronische pathologieën of met de veroudering van de bevolking, voorstellen uitwerken voor de uitbreiding van de statistische gegevens tot bepaalde kenmerken van de verzekerde bevolking.
Wijzigingsclausule 2003 bij de overeenkomst: Zich concentreren op de essentiële determinanten in de huidige en toekomstige consumptie van de geneeskundige verzorging en bijgevolg voorstellen tot uitbreiding van de statistische gegevens uitwerken, waaraan vanaf 2004 een concrete vorm kan worden gegeven.
In uitvoering
• Voorstellen formuleren voor de aanpassing van de termijnen van de procedures tot vaststelling van de begrotingen waarbij meer rekening wordt gehouden met de beschikbaarheidstermijnen van de beslissende beheersinformatie.
Gerealiseerd in 2003
In het algemeen was in de wijzigingsclausule 2003 bij de overeenkomst bepaald dat de verbintenissen die in die doelstelling waren opgenomen in overleg met het IMA ten laatste op 30 juni 2003 opnieuw zouden worden gedefinieerd.
Er wordt thans in samenwerking met het IMA een concrete vorm gegeven aan die herziening van de verbintenissen, door het project opnieuw af te stemmen op de belangrijkste verbintenis van deze doelstelling, namelijk het opstellen van een verslag met betrekking tot de richtlijnen voor de herstructurering van de statistische en boekhoudkundige gegevens.
BALANS 2003 & PERSPECTIEVEN 2004
• Een verslag met richtlijnen voor een eventuele herstructurering van de statistische en boekhoudkundige gegevens voorleggen aan het Verzekeringscomité en aan de Algemene raad.
De herdefiniëring van het statistische en boekhoudkundige apparaat van het RIZIV hangt in grote mate af van de rol van het Federaal kenniscentrum voor de gezondheidszorg en het Intermutualistisch agentschap, die zijn opgericht bij de programmawet van 24 december 2002, alsook van de nieuwe Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle.
Daarom is in 2003 beslist om een strategische groep V.I. – Dienst voor geneeskundige verzorging en Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle op te richten, teneinde gezamenlijk de voorstellen voor de herstructurering (wijziging of schrapping) van onze statistische en boekhoudkundige bepalingen uit te werken. Er hebben reeds verschillende vergaderingen plaatsgevonden en er is reeds een ontwerp-verslag opgesteld. Op basis daarvan zijn er 5 Werkgroepen samengesteld:
- WG 1: Aanpassing van het protocol voor de gegevensoverdracht tussen de V.I.’s en de DGEC;
- WG 2: Vereenvoudiging van de huidige gegevensstromen (documenten C, N en P);
- WG 3: Aanpassing van de stroom van gegevens inzake AZV en Farmanet;
- WG 4: Ontwikkeling van een permanent steekproefsysteem met betrekking tot de verzekerden. In die WG zullen ook vertegenwoordigers van het Federaal Planbureau en van de universitaire teams worden uitgenodigd;
- WG 5 : Afbakening van de inhoud en van de controletaken van het RIZIV en de V.I.’s. Sommige van die werkgroepen hebben reeds vergaderd en verslagen worden thans opgemaakt. Het verslag van de WG2 is voltooid en is toegevoegd als bijlage.
Het definitieve verslag met daarin alle conclusies van die 5 WG’en is gepland voor het 2de trimester van 2004.
Aangezien dat project verband houdt met dat van het Datawarehouse, moet overigens ook melding worden gemaakt van de contacten en ontmoetingen tussen de verantwoordelijken van het RIZIV en die van het IMA, om de complementariteit in de samenwerking inzake gegevensinzameling, -overdracht en -exploitatie in het bijzonder te preciseren.
Zoals benadrukt in de voorafgaande bemerkingen, vormt die verbintenis het belangrijkste element van het project van artikel 10 en zal die bijgevolg in 2004 het grootste deel van de arbeidstijd van de ambtenaren in beslag nemen.
• Een inventaris opmaken van maatregelen die zowel in het Instituut als bij de verzekeringsinstellingen worden overwogen om de termijnen voor het ter beschikking stellen van de gegevens te verkorten en de kwaliteit ervan te verbeteren; dat geldt zowel voor de door de verzekeringsinstellingen geleverde gegevens als voor de door het Instituut geproduceerde informatie.
Om een inventaris op te maken van de te overwegen maatregelen voor de verbetering van de kwaliteit en de verkorting van de termijnen voor de overdracht van de gegevens van de V.I.’s en van het RIZIV, moet in de eerste plaats op basis van validiteitcontroles een inventaris van de meest voorkomende fouten worden opgemaakt. De Commissie voor informatieverwerking werkt momenteel aan die inventaris. Zijn reeds opgenomen in de inventaris:
- De documenten C en N (Nota I 2003/22 van 02/04/03)
- De documenten P (Nota I 2002/58 van 12/11/02)
- De documenten PH (Nota I 2003/36 van 26/05/03)
De inventaris van de fouten betreffende de documenten FH is gepland voor eind maart 2004. Zodra de inventaris van de fouten is opgemaakt, zal een verslag aan de V.I.’s worden opgemaakt, met het oog op de verbetering van de kwaliteit van de gegevens. Dit is reeds gebeurd voor:
- De documenten C en N (cfr exemplaar overgemaakt de Landsbond van de onafhankelijke ziekenfondsen) ;
- De documenten P (cfr exemplaar VI 9) ;
- De documenten PH (cfr exemplaar VI 1, nota I 2003/36 add. van 26/05/03) ;
- De documenten STATMD (cfr nieuwe instructies omzendbrief VI 2003/156 van 11/04/03).
Het verslag betreffende de documenten FH is eveneens gepland voor begin maart 2004.
De controle op de validiteit van de documenten en de aanbevelingen aan de V.I.’s met het oog op de verbetering van de kwaliteit en de verkorting van de termijnen voor de overdracht van de bestanden zijn voortdurende activiteiten. Ze zijn evenwel geïntensiveerd, namelijk voor de documenten C en N (cumulatieve maandelijkse bestanden).
• Analyseren (elk jaar) :
- voor elk ziekenhuis, van de snelheid en de regelmaat van de facturering, alsook van de kwaliteit van de gefactureerde gegevens;
- voor elke verzekeringsinstelling, van de snelheid en de regelmaat, zowel van de verwerking van de magneetbandfacturatie, als van de boeking van de vergoede bedragen.
Het eerste verslag, dat betrekking heeft op de snelheid en de regelmaat van de facturering door de ziekenhuizen, inclusief de termijnen waarbinnen de V.I.’s de gegevens aanvaarden (nota met de titel : “Invloed van de evolutie van de vertraging in de boeking van de uitgaven die met behulp van de magnetische dragers zijn ingevoerd”) is opgesteld (Nota C.G.V. 2003/214 + add. van 7.7.2003) en is een bijwerking van het verslag van 2002 met als titel “Analyse van de gegevens STAT MD – magnetische dragers van de ziekenhuizen” (Nota CGV 2002/334).
Aan de hand van dat verslag stelt de Dienst meer bepaald vast dat, op basis van de gegevens STAT MD die het mogelijk maken het gedrag van de ziekenhuizen te volgen, een indicator kan worden opgesteld die onderhevig is aan de verschillende factoren die het goede verloop van het factureringsproces in de ziekenhuizen en van het boekingsproces bij de V.I.’s beïnvloeden. Hier moeten ook de nieuwe instructies betreffende de definities van het statistische model STAT MD worden vermeld, die een betere interpretatie van de gegevens mogelijk moeten maken (voormelde omzendbrief V.I.- 2003/156 van 11.4.2003).
Wat betreft het andere verslag over de snelheid en de regelmaat van de boeking van de bedragen door de V.I.’s, maakt de Dienst elke maand een analyse van de oorzaken van de vertraging. Aldus wordt, bij wijze van voorbeeld, in de analyse van maart 2003 (“Evolutie van de maandelijkse uitgaven van de verzekering voor geneeskundige verzorging”, nota CGV 2003/210 van 8.7.2003) meer bepaald de aandacht erop gevestigd dat de versnelde opmaak van de magnetische dragers door de ziekenhuizen in 2001 deels is geneutraliseerd door een vertraging in de aanvaarding van die dragers door de V.I.’s. Voor het overige kent de aanvaarding van de magnetische dragers door de V.I.’s een stabiele evolutie.
• Nieuwe regels voorstellen voor de facturering door de ziekenhuizen en voor de boeking door de verzekeringsinstellingen, waardoor het RIZIV de werkelijke evolutie van de uitgaven beter kan opvolgen.
Algemeen genomen krijgen de voorstellen in verband met de nieuwe regels een concrete vorm en worden ze voortdurend doorgespeeld.
Dit betekent meer precies dat de ziekenhuizen met een onregelmatig factureringstempo en – gedrag hiervan in 2004 via de STAT MD op de hoogte zullen worden gesteld. Aan die ziekenhuizen zal worden gevraagd wat de redenen zijn voor hun gedrag en hoe ze die toestand zullen verhelpen.
Overigens zal, nog steeds in 2004, meer bepaald worden voorgesteld om van een systeem van driemaandelijkse facturering over te stappen naar een systeem van maandelijkse facturering of zullen sommige instellingen tot facturering op magnetische drager worden verplicht (revalidatiecentra, de rust- en verzorgingstehuizen, de rustoorden voor bejaarden,...)
• Elk jaar een vergelijkende tabel opstellen van de evolutie van de uitgaven per verstrekkingsperiode en per boekingsperiode voor de belangrijkste categorieën van verzorging.
Zoals aangekondigd in het jaarverslag 2002 en om de redenen die daarin werden uiteengezet, werd in 2003 die vergelijking tussen de bedragen betreffende de verstrekkingen verricht in de loop van een jaar en de boekhoudkundige gegevens in de loop van datzelfde jaar voor enkele belangrijke categorieën verricht voor de periode 1999-2001 (Nota C.B.C. 2003/140). De bijwerking tot 2002 moet nog gebeuren.
Aan de hand van die vergelijking kan eventueel een belangrijk verschil tussen de bedragen betreffende de verstrekkingen verricht in de loop van een jaar en de geboekte gegevens in de loop van datzelfde jaar aan het licht worden gebracht. Die vergelijkende analyse wint dus nog aan belang in het kader van de toepassing van de financiële verantwoordelijkheid van de V.I.’s in geval van overschrijding van de begrotingsdoelstelling met meer dan 2%.
Indien immers de toename van het geboekte uitgavenniveau van het jaar ten opzichte van dat van het vorige jaar “significant hoger” is (artikel 16 van de wet van 14 januari 2002 houdende maatregelen inzake gezondheidszorg) dan de stijging van het uitgavenniveau voor de verstrekkingen die tijdens het jaar zijn verricht, ten opzichte van het analoge uitgavenpeil van het vorige jaar, is een verhoging van het door de V.I.’s verschuldigde bedrag mogelijk.
In casu heeft de Commissie voor begrotingscontrole in 2003 voorgesteld om het door de V.I.’s verschuldigde bedrag voor 2001 niet op te trekken (nota C.B.C. 2003/69).
• Verbintenis opgenomen in de overeenkomst: Op basis van een analyse van de consumptie van de verzorging in verband met chronische pathologieën of met de veroudering van de bevolking, voorstellen uitwerken voor de uitbreiding van de statistische gegevens tot bepaalde kenmerken van de verzekerde bevolking.
Wijzigingsclausule 2003 bij de overeenkomst : zich concentreren op de essentiële determinanten in de huidige en toekomstige consumptie van de geneeskundige verzorging en bijgevolg voorstellen tot uitbreiding van de statistische gegevens uitwerken, waaraan vanaf 2004 een concrete vorm kan worden gegeven.
Voor die reflectie over de uitbreiding van de statistische gegevensinzameling zal men zich laten leiden door:
- de in 2002 gerealiseerde inventaris van de statistische en boekhoudkundige gegevens die de V.I.’s aan het RIZIV hebben verstrekt, de beheersinformatie die het Instituut op basis daarvan heeft opgesteld en het gebruik dat van die informatie wordt gemaakt om het nut ervan te bepalen;
- de resultaten in 2004 van de 5 werkgroepen die zijn opgericht om het verslag uit te werken met de richtlijnen voor een eventuele herstructurering van de statistische en boekhoudkundige gegevens.
Daar die verbintenis aangaande de uitbreiding van de statistische gegevensinzameling dus duidelijk is gekoppeld aan die betreffende de richtlijnen voor de herstructurering van de statistische en boekhoudkundige gegevens, stellen wij voor ze te hergroeperen.
• Voorstellen formuleren voor de aanpassing van de termijnen van de procedures tot vaststelling van de begrotingen, waarbij meer rekening wordt gehouden met de beschikbaarheidtermijnen van de beslissende beheersinformatie.
De nota is klaar. De Dienst geeft daarin een beschrijving en een analyse van de huidige toestand op het vlak van de vaststelling van de begroting en de evolutie ervan. De Dienst beschrijft de manier waarop de technische ramingen op basis van de beschikbare gegevens zijn verricht, opdat de Algemene raad de globale begrotingsdoelstelling vóór 31 december kan vaststellen. In de nota worden achtereenvolgens de stand van zaken in verband met de vaststelling en de uitsplitsing van de globale begrotingsdoelstelling, alsook de opmaak van de begroting van de “ontvangsten en uitgaven” behandeld.
Tot besluit van de nota meent de Dienst dat de huidige toestand in de praktijk geen ernstige problemen doet rijzen op het vlak van het begrotingsbeheer van de ziekteverzekering. De Dienst zal bovendien een maand winnen voor de voorbereiding van de begrotingsramingen, aangezien het begin van het parlementair jaar voortaan is vastgelegd op de 2e dinsdag van de maand september (in plaats van oktober).
Bijlagen : 12-23
- “Validiteitscontroles van de documenten P – Meest voorkomende fouten” (nota I 2002/58 van 12.11.2002);
- “Documenten C en N – Maandelijkse controles” (Nota I 2003/22 van 2.4.2003);
- “Problematiek bij de tariefcontroles op de documenten PH : Validiteit van het terugbetaalde bedrag en het persoonlijk aandeel” (Nota I 2003/36 van 26.5.2003);
- Verslag aan de V.I.’s met het oog op de verbetering van de kwaliteit van de gegevens C en N (cf. exemplaar verzonden naar de Landsbond van de Neutrale Ziekenfondsen);
- Verslag aan de V.I.’s met het oog op de verbetering van de kwaliteit van de gegevens P (cf. exemplaar V.I. 9);
- Verslag aan de V.I.’s met het oog op de verbetering van de kwaliteit van de gegevens PH (cf. exemplaar V.I. 1, nota I 2003/36 add. van 26.5.2003);
- Verslag aan de V.I.’s met het oog op de verbetering van de kwaliteit van de STAT MD (cf. de nieuwe instructies in de omzendbrief V.I. 2003/156 van 11.4.2003);
- “Invloed van de evolutie van de vertraging in de boeking van de uitgaven die met behulp van de magnetische dragers zijn ingevoerd” (Nota CGV 2003/214 + add. van 7.7.2003);
- “Evolutie van de maandelijkse uitgaven van de verzekering voor geneeskundige verzorging – maart 2003” (Nota CGV 2003/210 van 8.7.2003);
- “Vergelijkende tabellen en grafieken inzake de evolutie van de uitgaven per verstrekkingsperiode en per boekingsperiode voor enkele belangrijke categorieën van geneeskundige verzorging (Nota C.B.C. 2003/140);
- Nota van 13.8.2003 met de titel “Bestuursovereenkomst – Art. 10 – Eindverslag voor de verbintenis : “Voorstellen formuleren voor de aanpassing van de termijnen van de procedures tot vaststelling van de begrotingen, waarbij meer rekening wordt gehouden met de beschikbaarheidstermijnen van de beslissende beheersinformatie”;
- Het verslag van WG2, Vereenvoudiging van de bestaande gegevensstromen (documenten C, N en P).
Activering van de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen (art.11)
BALANS 2003
O Verbintenis nr.1: Evalueren van het aangepaste karakter van de nieuwe cumulatiebepaling en voorstellen van eventuele aanpassingen, meer bepaald op basis van de analyse van de gevallen van gerechtigden die de vroegere cumulatiebepaling behouden.
Op basis van het verslag dat door de Dienst voor uitkeringen in 2003 is opgesteld, met betrekking tot de evaluatie van de nieuwe cumulatiebepaling en betreffende de voorstellen van nieuwe aanpassingen heeft de Dienst aan de VI’s gevraagd hun reacties mede te delen. Tot op vandaag hebben zij hun opmerkingen of commentaren nog niet bezorgd in verband met de aanpassing van de cumulatiebepaling, met het oog op de afschaffing van de overgangsregeling (of, voor de vroegere gevallen -bij een activiteit waarvoor vóór 1.4.2002 toestemming is verleend-, het behoud van de oude regel wanneer deze gunstiger is).
Er moet evenwel worden herinnerd aan de grote inspanningen die worden gevraagd aan de VI’s, inzake uitkeringen (invoering van een bedrijfsvoorheffing vanaf 1.1.2004, projecten rond elektronische gegevensuitwisseling, DMFA, geïnformatiseerde bijdragebon, elektronische ASR, …). Hiernaast moet ook worden onderstreept dat de Minister van Sociale zaken xxxxx heeft herinnerd dat hij vanaf 1 januari 2005 de overgangsregeling niet meer wil verlengen.
O Verbintenis nr.2: Opmaken van een verslag waarin de voorwaarden en de voordelen van een overheveling van de herscholing naar de uitkeringsverzekering worden omschreven.
Wij herinneren eraan dat dit verslag betreffende de overdracht van de herscholing van het College van de geneesheren-directeurs (CGD) naar de Dienst voor uitkeringen al is opgesteld en als bijlage bij het jaarverslag 2002 is gevoegd.
O Verbintenis nr.3:
- Bestuursovereenkomst: Evalueren van de algemene voorwaarden die momenteel in het kader van de toelating voor een gedeeltelijke hervatting van bepaalde activiteiten zijn vastgelegd, en voorstellen formuleren ter aanpassing of wijziging van die voorwaarden na onderzoek met alle betrokken instanties.
- Wijzigingsclausule 2003 bij de bestuursovereenkomst: Teneinde de inhoud van dit onderzoek te verrijken, wenst de dienst een vergelijkend onderzoek in Europa te voeren naar de systemen die vrij dicht bij het onze staan wat betreft de toegestane hervatting van bepaalde beroepsactiviteiten (Frankrijk, Duitsland, het groothertogdom Luxemburg en Nederland).
Zoals in de wijzigingsclausule bij de overeenkomst bepaald is, heeft de dienst een vergelijkend onderzoek verricht naar de invaliditeitsregelingen in de buurlanden (Frankrijk, Nederland, Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg). Dit verslag, dat bijzondere aandacht besteedt aan het probleem van de activering, is tijdens de zitting van 17 oktober 2003 aan de Geneeskundige raad voor invaliditeit voorgesteld. We herinneren xxxxx dat dit document al als bijlage bij ons laatste halfjaarlijks verslag is gevoegd.
Vervolgens heeft de dienst op aanvraag van de Hoge commissie van de GRI en op basis van het voormelde vergelijkend onderzoek een nota uitgewerkt in verband met de voorstellen tot wijziging of tot aanpassing van de wetgevende en reglementaire bepalingen en ook de voornaamste thema’s van de op te richten werkgroep. Met het oog op de efficiëntie heeft de dienst besloten een werkgroep aan te stellen om de externe partners te betrekken bij de uitwerking van een einddocument betreffende de evaluatie van de arbeidsongeschiktheid en de concrete voorstellen tot verbetering of aanpassing van de reglementering ter zake. Dit document is intern al met de betrokken personeelsleden van de Dienst voor uitkeringen besproken.
O Verbintenis nr.4: Invoeren van een inzameling van ruimere gegevens in verband met
de activering of de gedeeltelijke hervatting van activiteiten, in samenwerking met de verzekeringsinstellingen en via een elektronische overdracht.
Wat betreft de invoering van een elektronische gegevensstroom tussen de VI’s en de Dienst, betreffende de activering of gedeeltelijke hervatting van activiteiten en meer in het bijzonder de toepassing van de cumulatiebepaling, vlot de gegevensinzameling zeer goed. Het syntheseverslag dat door de Dienst voor uitkeringen is opgesteld, in verband met de moeilijkheden waarop men stuit (de laattijdige ontvangst van de gegevens van bepaalde VI’s, het soms zeer hoge percentage foutieve gegevens, de laattijdige levering van de verbeteringen, …) heeft zeker bijgedragen tot de goede uitvoering van deze verbintenis. Deze nieuwe stroom is dus operationeel voor de VI’s 1, 2, 3, 4 en 5 (de gegevens voor de VI 6 ontbreken nog altijd). Bovendien moet worden opgemerkt dat de controle van deze gegevens voor de VI’s 2, 4 en 5 een ietwat lagere kwaliteit laat zien.
Alvorens over te gaan naar de perspectieven voor 2004, kunnen wij tenslotte, meer bepaald aan de hand van de boordtabellen, vaststellen dat het percentage gerechtigden in de arbeidsongeschiktheid die een toegestane activiteit hebben hervat, is gestegen, zowel in de primaire arbeidsongeschiktheid (van 2,28 % tijdens het 1e kwartaal 2002 tot 4,24 % tijdens het 2e kwartaal 2003), als in de invaliditeit (van 5,65 % tijdens het 1e kwartaal 2002 tot 6,40 % tijdens het 2e kwartaal 2003).
PERSPECTIEVEN 2004
O Verbintenis nr.1: Evalueren van het aangepaste karakter van de nieuwe cumulatiebepaling en voorstellen van eventuele nieuwe aanpassingen, meer bepaald op basis van de analyse van de gevallen van gerechtigden die de vroegere cumulatiebepaling behouden.
In 2004 zal de dienst, op basis van het evaluatieverslag van de nieuwe cumulatiebepaling en van de bemerkingen die ter zake door de VI’s zijn bezorgd, toezien op de voorbereiding van de inwerkingstelling, vanaf 1 januari 2005, van de nieuwe wetgevende bepalingen.
O Verbintenis nr.2: Opmaken van een verslag waarin de voorwaarden en de voordelen van een overheveling van de herscholing naar de uitkeringsverzekering worden
omschreven.
Zoals wij in het jaarverslag 2002 hadden aangegeven, zullen het grondiger onderzoek van deze kwestie, evenals het hieromtrent te formuleren standpunt, in 2004 moeten worden behandeld, rekening houdende met de proefprojecten die het CGD inzake herscholing heeft ondernomen (één per taalregio). Alvorens zich uit te spreken over de opportuniteit van de in overweging genomen bevoegdheidoverdracht, zou het resultaat van deze proefprojecten zowel het CGD als de GRI nuttige gegevens kunnen opleveren.
O Verbintenis nr.3:
- Bestuursovereenkomst: Evalueren van de algemene voorwaarden die nu in het kader van de toestemming voor een gedeeltelijke hervatting van bepaalde activiteiten zijn vastgelegd, en voorstellen formuleren ter aanpassing of wijziging van die voorwaarden na onderzoek met alle betrokken instanties.
- Wijzigingsclausule 2003 bij de bestuursovereenkomst: Teneinde de inhoud van dit onderzoek te verrijken, wenst de dienst een vergelijkend onderzoek in Europa te voeren naar de systemen die vrij dicht bij het onze staan wat betreft de toegestane hervatting van bepaalde beroepsactiviteiten (Frankrijk, Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg en Nederland).
De data van de eerste vergaderingen van de werkgroep, evenals de samenstelling ervan (leden van het Beheerscomité, vertegenwoordigers van de V.I.’s, administratieve diensten en medische directies), zouden begin 2004 moeten worden vastgelegd. Het voornoemde document, dat reeds intern is besproken, zal dienen als basis voor de eerste gedachtewisselingen tussen de verschillende leden van de werkgroep. De vergaderingen zouden gedurende het eerste kwartaal van 2004 moeten plaatshebben. Zodra de debatten zijn afgesloten, zal aan de betrokken instanties (Beheerscomité en Geneeskundige Raad voor Invaliditeit) een definitief verslag worden bezorgd, vooraleer het naar de Minister van Sociale zaken wordt doorgestuurd.
O Verbintenis nr. 4: Invoeren van een inzameling van ruimere gegevens in verband met de activering of de gedeeltelijke hervatting van activiteiten, in samenwerking met de verzekeringsinstellingen en via een elektronische overdracht.
De Dienst zal in 2004 trachten de gegevens van VI 6 te bekomen en zal de andere VI’s zijn opmerkingen in verband met de reeds uitgevoerde controles doorspelen, zodat de gegevensstroom voor alle VI’s in gebruik kan worden genomen en kwaliteit levert.
Bijlagen : 24-25
- Voorbereidend document bij de werkzaamheden van de werkgroep (Nota B.U. 2004/04).
- Rapport over de evalutie van de nieuwe cumulatiebepaling en de voorstellen voor eventuele aanpassingen (nota T.Z.R. 2003/9).
Modernisering en vereenvoudiging van de informatiestromen betreffende de verzekerbaarheid (art. 12)
De verbintenissen hebben betrekking op de vereenvoudiging en de verbetering van de administratieve procedures, o.a. bij de creatie van een nieuwe gegevensstroom en het gegevensbeheer van die stroom. Die nieuwe gegevensstroom moet een meer systematische en kwalitatieve controle van de verzekerbaarheid mogelijk maken, en op middellange termijn het aantal fouten van de VI doen dalen.
BALANS 2003
O Ontwikkelen van informaticaprogramma’s voor de Dienst voor administratieve controle met het oog op de identificatie van bijzondere categorieën van rechthebbenden (reeds gerealiseerd op 31/12/2002). De informaticaprogramma’s worden aangepast op basis van de behoeften van de interne controle.
Het elektronisch doorsturen van de gegevens van de verzekeringsinstellingen betreffende de ledentallen is beveiligd.
O Ontwikkelen van programma’s waardoor verschillende situaties kunnen worden
vergeleken om anomalieën op te sporen (reeds gerealiseerd op 31/12/2002). De informaticaprogramma’s worden aangepast op basis van de behoeften.
Die programma’s laten toe om op basis van de analyse van de gegevens in de gegevensstromen van de verzekeringsinstellingen, anomalieën op te sporen die in de ziekenfondsen zullen worden gecontroleerd. De koppeling met andere gegevensbanken (RVA, RSVZ,…) waardoor verschillende situaties kunnen worden vergeleken, moet nog verder worden uitgewerkt. De toegangen tot de gegevensbanken werden gevraagd en de dienst kreeg vanwege het Toezichtscomité van de KSZ de toestemming om deze gegevensbanken te consulteren. De informatica-technische uitvoering van de raadpleging is in voorbereiding.
De resultaten van de verwerking per semester gedurende 2003 zijn alsvolgt: Gedurende 1ste semester 2003: ledentallen op datum van 31/12/2002:
• De bestanden van het tweede semester 2002 die door de VI zijn verbeterd op basis van de hun meegedeelde opmerkingen en richtlijnen zijn als definitief aanvaard.
Gedurende 2de semester 2003: ledentallen op datum van 30/06/2003:
• De gegevens (op datum van 30 juni 2003) zijn binnen de termijnen door de verzekeringsinstellingen bezorgd, nl. tegen 31 augustus 2003 (zie boordtabel)
• De informaticaprogramma’s die nodig zijn voor de analyse van de bestanden (opsporen van verwerpingen en anomalieën) zijn ontwikkeld.
• De verwerpingen en anomalieën op die bestanden zijn gecontroleerd.
• De bestanden zullen als definitief aanvaard worden van zodra de DAC een beslissing zal nemen over de verwerpingen die nog moeten onderzocht worden.
• Specifieke categorieën van rechthebbenden voor wie gerichte controle in de ziekenfondsen vereisen zijn bepaald.
PERSPECTIEVEN 2004
Gedurende 1ste semester 2004: ledentallen op datum van 30/12/2003:
Afhankelijk van de behoeften en noden van de Dienst voor interne controle worden specifieke informaticaprogramma’s ontwikkeld om andere specifieke anomalieën te identificeren.
Gedurende 2de semester 2004: ledentallen op datum van 30/06/2004:
Tegen eind augustus zal de dienst de gegevens van de ledentallen ontvangen van de verzekeringsinstellingen. Vervolgens start de controleprocedure van de verwerpingen en anomalieën op die bestanden (tegen half september 2004).
De activiteiten met betrekking op het creëren van de link met andere externe gegevensbanken (RVA, RSVZ,…) op het vlak van de informatica ,om de verschillende situaties te kunnen vergelijken, zullen verdergezet worden.
Tegen 1 oktober 2004 zal een rapport gerealiseerd worden, met daarin een beschrijving van de uitgevoerde studies, de geïdentificeerde anomalieën en de kritieke situaties die gerichte controles bij de ziekenfondsen vereisten.
Bijlagen : nihil
Informatie aan de zorgverleners (art. 13)
BALANS 2003
O Er is een perscommuniqué over de 4 modules (zie verslag eerste semester 2003) en de beoogde doelstellingen opgesteld (cfr bijlage) en tegelijkertijd is een ontmoeting met de gespecialiseerde pers georganiseerd om het initiatief van de DGEC toe te lichten. De modules zijn beschikbaar op de internet-site van het Riziv.
O Verspreiding van de brochures in de onderwijsinstellingen is afgewerkt.
O Een aangepaste versie van de 4 modules zal elke 6 maand beschikbaar zijn. Indien echter vroeger wijzigingen tussenkomen zullen ze tussentijds bijgewerkt worden, met kleuraanduiding van de wijzigingen.
O Er is ook de mogelijkheid voorzien om opmerkingen toe te zenden via een e-mail adres.
O De bijkomende module over ‘De verpleegkundige zorgen’ is reeds gefinaliseerd. De brochure is beschikbaar gesteld op de internetsite van het Riziv op 28 januari 2004.
PERSPECTIEVEN 2004
O Een tweede bijkomende module is in voorbereiding. Het betreft de ‘Geneesheer-specialist in opleiding’. Het ter beschikking stellen van de module is voorzien in de loop van 2004.
O De nieuwe verantwoordelijke van het project is aangeduid om de continuïteit te verzekeren.
O Aanpassing / actualisering van de modules, op grond van vragen gesteld door de zorgverleners (FAQ) en hun opmerkingen en op grond van de feedback vanuit de provincies.
O Evaluatie van de bruikbaarheid en impact: in een eerste fase actief feedback vragen op het niveau van de universiteiten en de hogescholen.
O Tenslotte zullen initiatieven om een breder publiek van zorgverleners te bereiken, genomen worden. Het gaat o.a. over een meer zichtbare verwijzing op de website van het
Riziv, betere toegang tot de modules (sleutelwoorden, menu, FAQ,…), het ter beschikking stellen van papieren versies voor niet-internet-gebruikers.
Bijlage : Geen.
Gewestelijke invaliditeitscommissies (art. 14)
BALANS 2003
O Zoals voorzien is de procedure voor de behandeling van de klachten in het raam van de werking van de gewestelijke invaliditeitscommissies gedefinieerd (cfr bijlage bij het eerste semestrieel rapport 2003). De ombudsdienst is effectief in werking getreden sinds het eind van de maand mei 2003 : eind december 2003 waren er 7 klachten geregistreerd.
O Gelijktijdig is de informatiefolder over de procedure en de rechten voor de sociaal verzekerden die voor de GCGRI zijn opgeroepen, afgewerkt in samenwerking met de
communicatiecel (cfr. bijlage bij het eerste semestrieel rapport 2003). In de loop van 2004 zal de informatiefolder worden bijgewerkt, op basis van eventuele opmerkingen.
O Het bepalen van de evaluatiecriteria van de dossiers die in de GCGRI aankomen, is in uitvoering;
O Het eerste verslag over de werking van de GCGRI, meer bepaald de aanwezigheden van
de adviserend geneesheren op de GCGRI’s in het vierde trimester 2002 is toegevoegd in bijlage;
O Het tweede verslag over de werking van de GCGRI – jaar 2003 is in uitvoering.
O Het informaticaprogramma om elk dossier op basis van voornoemde evaluatiecriteria te identificeren, wordt nog uitgewerkt (er moeten nog verbeteringen worden aangebracht).
PERSPECTIEVEN 2004
O In de werkgroep DGEC finaliseren van de evaluatiecriteria van de dossiers die in de GCGRI aankomen.
O Afwerken van het informaticaprogramma dat de monitoring van de dossiers mogelijk maakt. De finalisering is voorzien tegen 31 maart 2004.
O Opstellen van het tweede verslag over de werking van de GCGRI – jaar 2003 is voorzien tegen 31 maart 2004.
Bijlage : 26
- de aanwezigheden van de adviserend geneesheren op de GCGRI’s in het vierde trimester 2002
Werking van de organen – Luik tevredenheidsenquête bij de leden van de RIZIV-oganen (art. 15)
BALANS 2003
O Ter herinnering, in 2002 had dit ontwerp van bestuursovereenkomst tot doel:
1. zich op korte termijn in te lichten over de tevredenheidsgraad en over de verwachtingen van de leden van de RIZIV-organen ten opzichte van de werking van die organen (verbintenis nr. 1);
2. een analytisch verslag van de resultaten, conclusies en aanbevelingen over te maken aan de beheersorganen (verbintenis nr. 2).
O Ter herinnering: deze enquête wijst op een algemeen tevredenheidsniveau van 4,0 op een schaal van 1 (zeer zwak) tot 5 (zeer goed). De participatiegraad bedraagt dan weer 32,0%, dit wil zeggen dat 490 vragenlijsten zijn ingevuld op een totaal van 1.531 (effectieve en plaatsvervangende) mandaten.
O Het verslag betreffende de tevredenheid van de leden behelst meestal twee delen: een deel dat gemeenschappelijk is voor alle organen en een facultatief deel dat eigen is aan elk orgaan.
Het eerste deel, dat door de Moderniseringscel is opgesteld, geeft de methodologische aanpak, de analyse van de resultaten en de belangrijkste sterke en zwakke punten van de administratie weer.
Het tweede deel, dat door het secretariaat van elk orgaan is uitgewerkt, heeft betrekking op eventuele voorstellen om de kwaliteit van de administratieve ondersteuning te verbeteren.
Eind 2003 is elk verslag aan de leden van de betrokken organen meegedeeld.
Net zoals voor het tweede deel van het verslag heeft elke secretaris, naargelang van de scores die binnen zijn eigen orgaan zijn behaald, gekozen op welke manier het verslag zou worden voorgesteld (ter informatie, ter advies, ter discussie,…).
Wie meer informatie wil, herinneren we eraan dat het verslag betreffende de tevredenheidsenquête bij de leden van de organen (algemeen deel) reeds als bijlage bij het halfjaarlijks verslag van 1 januari 2003 tot 30 juni 2003 is gevoegd.
PERSPECTIEVEN 2004
Het project is beëindigd.
Er moet evenwel worden opgemerkt dat in het kader van ons strategisch plan 2003-2007 is voorzien in de realisatie van een periodieke (driejaarlijkse) evaluatie van de tevredenheid bij de leden van de organen van de Dienst voor Geneeskundige Verzorging (de dienst waaraan de meeste RIZIV-organen zijn verbonden). De volgende enquête zou dus in 2005 kunnen plaatsvinden.
Bijlage: geen
Werking van de organen – Luik analyse van de opdrachten en de samenstelling van de organen van de Dienst voor geneeskundige verzorging (art. 15)
BALANS 2003
Ter herinnering, in 2002 heeft de projectleider een grondige analyse uitgevoerd van de reglementering en de wetgeving met betrekking tot de opdrachten en de samenstelling van de organen van de Dienst voor Geneeskundige Verzorging.
Vervolgens is in 2003, op basis van deze analyse, een eerste ontwerpverslag voor intern gebruik opgesteld, met kritische commentaar en vereenvoudigingspistes die met de betrokken partijen moeten worden besproken. Na overleg met de beslissingsorganen van het RIZIV is een tweede tussentijds verslag opgesteld.
Wij voegen, ter informatie, deze twee werkdocumenten toe. Bij de lezing van het tweede tussentijdse verslag, worden verschillende pistes overwogen: de integratie van de activiteiten en de opdrachten van het Comité voor de evaluatie van de medische praktijk inzake geneesmiddelen in de Nationale raad voor kwaliteitspromotie (NRKP), de overdracht van de opdrachten van de technische accrediteringsraad naar de accrediteringsstuurgroep, de afschaffing van de Commissie van beroep, de overdracht van de erkenning van sommige beroepsmensen uit de gezondheidssector van het RIZIV naar de FOD Volksgezondheid (hier moet worden opgemerkt dat, in het kader van ons strategisch plan 2003-2007, deze piste is aangenomen en bij de operationele doelstellingen voor 2004 is gevoegd), de hervorming van een aantal profielencommissies,…
PERSPECTIEVEN 2004
In de loop van het eerste kwartaal 2004 en vanaf het tweede ontwerpverslag, zal er worden vergaderd met de externe partners van de organen (V.I.’s, zorgverleners, Overheid) omtrent de hervormingen die moeten worden doorgevoerd, en dit in het kader van een werkgroep die door de Administrateur-generaal wordt samengeroepen.
Op basis van de informatie die tijdens deze overlegvergaderingen wordt verzameld, zal de projectleider overgaan tot het herlezen en aanpassen van de bestaande reglementaire en wetgevende teksten. De bekendmaking van nieuwe teksten die maatregelen invoeren met het oog op een optimalisering van de werking van de organen, is voorzien voor eind 2004.
Bijlagen : 27-28
- Eerste tussentijds verslag, m.b.t. de voorstellen omtrent de opdrachten en de samenstelling van bepaalde organen van de Dienst voor Geneeskundige Verzorging;
- Tweede tussentijds verslag m.b.t. de voorstellen omtrent de opdrachten en de samenstelling van bepaalde organen van de Dienst voor Geneeskundige Verzorging.
Werking van de organen – Deel Inventaris van de human ressources die vereist zijn voor de vergaderingen van de Dienst voor geneeskundige verzorging (art. 15)
BALANS 2003
Er wordt aan herinnerd dat deze doelstelling tot doel heeft:
▪ de objectivering, door de kwantificering van eensdeels het aantal gewerkte uren en anderdeels het aantal ingezette personen, van de investering van de ambtenaren van het RIZIV in de deelneming aan de verschillende organen die bij de Dienst voor geneeskundige verzorging zijn ingesteld (raden, commissies, colleges,…)
▪ en de indiening van een analytisch verslag van de resultaten en conclusies bij de beheersorganen.
Het aanvankelijk in aanmerking genomen aantal referentiejaren nl. 2, is uitgebreid naar 3 (1999, 2000 en 2002), opdat de evolutie van het verschijnsel vollediger en meer geactualiseerd kan worden afgebakend.
De gebruikte methode is in 2002 vastgesteld, evenals is de lijst van de in aanmerking te nemen organen opgemaakt en zijn de beschikbare gegevens in een computerprogramma opgenomen (aanwezigheid van de personeelsleden op de vergaderingen van 1999 en 2000). In het eerste semester van 2003 zijn de gegevens van 2002 eraan toegevoegd. Vervolgens heeft de dienst de eigenlijke analyse van de inventaris van de human ressources, ingezet bij de vergaderingen, kunnen uitvoeren. Alle codering van de gegevens en van de analyse van de resultaten is beëindigd.
Ter informatie: die analyse toont voor de referentiejaren 1999 en 2000 een vrij groot en relatief constant aantal gewerkte uren aan, namelijk 4348 voor 1999 en 4484 voor 2000. In 2002 stellen we een aanzienlijke verhoging vast, nl. 5148 gepresteerde manuren. De toename van het aantal gepresteerde uren is vooral te wijten aan de installatie van de Commissie tegemoetkoming geneesmiddelen en de enorme toename van het aantal vergaderingen van de Overeenkomstencommissie Verpleegkundigen – VI, de Overeenkomstencommissie Kinesitherapeuten-VI en de Technische Raad voor kinesitherapie. Eveneens is er de stijging voor de Overeenkomstencommissie Ziekenhuizen – VI.
De fijnere analyse van de resultaten en het uitwerken van voorstellen voor een efficiënter gebruik van de human ressources bij de vergaderingen is afgewerkt, evenals het verslag met het resultaat van de analyse en de voorstellen.
In november 2003 is het verslag voorgelegd aan het Directiecomité, waarin die analyse en die verbeteringsvoorstellen zijn opgenomen, om de werklast ten gevolge van de deelneming van de personeelsleden aan de vergaderingen te verminderen, zonder afbreuk te doen aan een degelijke ondersteuning van de organen. Een aantal algemene voorstellen en / of bedenkingen worden geformuleerd in het verslag, gevolgd door vereenvoudigingen naar de organen en specifiek naar de interne activiteiten van het Riziv toe. Dit betreft o.a. het doel en de frequentie van de vergaderingen, het intern beheer en de interne communicatie.
PERSPECTIEVEN 2004
De begeleiding van de uitvoering van de in het rapport opgenomen besluiten zal door de Dienst Geneeskundige Verzorging verzekerd worden. Dit alles met het oog op een efficiënter gebruik van de human ressources.
De interne concrete besprekingen zullen in de loop van de eerstkomende maanden georganiseerd worden.
Hierbij verwijzen we ook naar de perspectieven 2004 van ‘Kritische analyse van de samenstelling en de opdrachten van de dienst voor geneeskundige verzorging’ opgenomen onder hetzelfde art 15 van de bestuursovereenkomst.
Bijlage 29 : Verslag Directiecomité.
Maximumfactuur (art. 15)
Vereenvoudiging van het WIGW-formulier (art. 22)
Voorafgaande opmerking
Aangezien het project rond de vereenvoudiging van het WIGW-formulier (herstructurering van het formulier) grotendeels is afgewerkt en de rest (herdefiniëring van de begrippen “gezin” en “inkomen”) rechtstreeks afhangt van de invoering van de Maximumfactuur, stellen wij voor om beide projecten te groeperen, met het oog op een grotere samenhang.
De nota, die door de Dienst voor geneeskundige verzorging is opgesteld en die begin 2004 aan de Minister van Sociale Zaken is verstuurd, betreffende de harmonisatie van beide maatregelen met het oog op een grotere financiële toegankelijkheid van de geneeskundige verzorging (verhoogde verzekeringstegemoetkoming en MAF) toont duidelijk aan dat er een verband is tussen beide projecten van de bestuursovereenkomst en dat beide projecten dienen te worden gegroepeerd.
In de toekomst zal er dus nog maar één bestuursplan m.b.t. art. 15 en 22 van de overeenkomst bestaan.
We hebben evenwel getracht om in dit verslag - zij het tijdelijk en om uitzonderlijke redenen - een zeker onderscheid te maken tussen beide projecten om de vastgestelde resultaten naar voren te kunnen brengen
BALANS 2003
1. De uitvoering van de MAF 2002 is voltooid. De operatie verliep als volgt: in eerste instantie ontving de Dienst voor administratieve controle de identificatiegegevens van de VI’s, vervolgens stuurde het RIZIV de informatie naar de VI’s die op basis hiervan al dan niet de MAF toekenden, en tenslotte bezorgden de VI’s de nominale gegevensstromen (wijziging van het inkomen van bepaalde gezinnen) en de statistische gegevensstromen (aantal gezinnen en rechthebbenden) – (feedback).
Verder heeft de Dienst voor administratieve controle een ministerieel besluit opgesteld
m.b.t. het MAF-getuigschrift dat door de VI’s aan de rechthebbenden van de MAF worden uitgereikt; de omzendbrief VI, betreffende de uitreikingsmodaliteiten van de MAF- getuigschriften door de VI’s, alsook een ontwerp van koninklijk besluit tot uitvoering van de administratieve boete.
In het raam van de invoering van de MAF 2003 is de Dienst voor administratieve controle eveneens overgegaan tot de integratie van de Hulp- en voorzorgskas voor zeevarenden en de Dienst voor overzeese sociale zekerheid.
Van zijn kant heeft de Dienst voor geneeskundige verzorging de analyse van de gevolgen van de MAF voor de huidige reglementering inzake de derdebetalersregeling, het verzorgingsforfait voor chronisch zieken, de SIS-kaart et de getuigschriften voor verstrekte hulp, voltooid. De Dienst heeft eveneens een ontwerp van koninklijk besluit tot uitvoering van het boekhoudkundige luik van de fiscale MAF opgesteld.
Het jaarlijkse evaluatieverslag is in samenwerking met de Dienst voor geneeskundige verzorging en de Dienst voor administratieve controle opgemaakt. Net als het eerste verslag betreffende de “One shot”-operatie 2001 bevat het verslag statistische gegevens (aantal aanvragen, aantal verwerpingen,…); hiernaast gaat men in het verslag ook na of de reglementering afgestemd is en worden er verbeteringen voorgesteld op basis van de uitvoering van de MAF 2002.
2. Wat de vereenvoudiging van het WIGW-formulier betreft, is de Dienst voor administratieve controle overgaan tot de aanpassing van de structuur van dit formulier voor de verklaring op erewoord om de WIGW-voorkeurregeling te bekomen (rechthebbende op de verhoogde tegemoetkoming van de verzekering). Op dit formulier wordt nu een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de in te vullen vragenlijst, de praktische richtlijnen voor het correct invullen van dit formulier en een herinnering aan de verplichtingen van de verzekerde die de erkenning van het WIGW-voorkeurregeling aanvraagt.
Ter herinnering, een ontwerp van koninklijk besluit, houdende verschillende aanpassingen aan het systeem met het oog op de vereenvoudiging ervan, is door de vorige Minister van Sociale Zaken niet aanvaard (nota van 16 december 2002).
Naar aanleiding van de integratie van de MAF in de verplichte verzekering heeft de Dienst voor geneeskundige verzorging in 2003 een verslag over de hervorming van de verhoogde tegemoetkoming van de verzekering opgemaakt. Die nota, die binnen de werkgroep “Verzekerbaarheid” is besproken, bestaat uit verschillende delen:
• de incoherenties van het systeem worden in het daglicht gesteld;
• de eigenlijke voorstellen m.b.t. de aanpassing van het systeem;
• de mogelijke gevolgen, in geval van aanpassing van het systeem voor de sociaal verzekerden, de VI’s, de Administratie der Financiën en het RIZIV;
• de nodige reglementaire aanpassingen;
• en tenslotte enkele opmerkingen van de VI’s die zij in de werkgroep “Verzekerbaarheid” hebben geformuleerd.
PERSPECTIEVEN 2004
1. In het raam van de MAF is de controle op de feedbackstromen van de MAF 2002 door de Dienst voor administratieve controle ‘Cel MAF’ beëindigd.
De Dienst voor administratieve controle is eveneens overgegaan tot de implementering van de MAF 2003 op het vlak van:
- de aanpassing van de stromen naar aanleiding van de indexering van de bedragen en de aanpassing van het repertorium van de VI’s;
- de eventuele verbeteringen op basis van de uitvoering van de MAF 2002.
Verder is de uitvoering van de MAF 2003 begonnen en zou deze moeten eindigen in de loop van het 3de kwartaal van 2004.
Op basis van het jaarlijkse evaluatieverslag van de MAF, dat begin 2004 aan de Minister van Sociale Zaken is opgestuurd, zullen de Diensten de eventuele aanpassingen doorvoeren, met het oog op een optimale implementering van de MAF.
Ten slotte zullen de Diensten voor geneeskundige verzorging en administratieve controle de volgende punten voltooien:
➢ de analyse van de weerslag van de MAF op de huidige reglementering en het effect ervan op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming;
➢ de uitwerking van verschillende reglementaire teksten (een ontwerp van verordening,
tot uitvoering van artikel 22 van het Handvest van de sociaal verzekerde, naar aanleiding van de toekenning van de MAF, een ontwerp van besluit, betreffende de door de VI’s verstrekte informatie aan de rechtspersonen die de remgelden rechtens de verzekerden dragen, interpretatieve omzendbrieven VI, betreffende de bewijsmodaliteiten en de gegevensstromen in het raam van de sociale MAF, enz.).
2. Wat de vereenvoudiging van het WIGW-formulier betreft, kan de Dienst voor geneeskundige verzorging de begrippen “gezin” en “inkomen” slechts in het licht van de nieuwe bepalingen van de MAF herdefiniëren. Het is met het oog op een grotere samenhang dat de nota betreffende de harmonisatie van beide maatregelen (verhoogde verzekeringstegemoetkoming en MAF), tot verlaging van de financiële drempel tot de geneeskundige verzorging, is opgesteld.
Rekening houdende met de opmerkingen van de Minister van Sociale Zaken met betrekking tot het voornoemde verslag, inzake de hervorming van de verhoogde tegemoetkoming naar aanleiding van de integratie van de MAF in de verplichte verzekering, zullen de Diensten voor geneeskundige verzorging en administratieve controle een wetsontwerp en een ontwerp van koninklijk besluit uitwerken.
Verder zal de Dienst voor administratieve controle de gegevensstromen van de VI’s en de FOD Financiën dienovereenkomstig aanpassen en zal hij de omzendbrieven die nodig zijn voor die aanpassing van de gegevensstromen opstellen.
Bijlagen : 30-37
- Ministerieel besluit betreffende het MAF-getuigschrift, dat door de VI’s aan de rechthebbenden in het kader van de MAF wordt uitgereikt;
- Instructies betreffende de modaliteiten voor uitreiking van de MAF-getuigschriften door de VI’s;
- Ontwerp van koninklijk besluit, betreffende de administratieve geldboete;
- Ontwerp van koninklijk besluit tot uitvoering van de fiscale MAF, op boekhoudkundig vlak;
- Jaarlijks evaluatieverslag van de MAF: statistisch en reglementair gedeelte;
- Nota, betreffende de harmonisatie van beide maatregelen (verhoogde verzekeringstegemoetkoming en MAF) met het oog op een grotere financiële toegankelijkheid van de geneeskundige verzorging;
- Formulier voor de verklaring op erewoord voor het bekomen van de “WIGW”- voorkeurregeling;
- Verslag over de hervorming van de verhoogde verzekeringstegemoetkoming naar aanleiding van de integratie van de MAF in de verplichte verzekering.
Herdefiniering van de revalidatiesector (art 15)
Ter herinnering, een eerste verslag was reeds beëindigd en overgemaakt aan de Minister. In de wijzigingsclausule is opgenomen dat het verslag over de revalidatiesector zal worden aangevuld met een concreter gedeelte.
Ondertussen is een audit van de revalidatiesector in uitvoering, en wordt het bijkomend verslag uitgesteld.
Administratieve vereenvoudiging van de accreditering van de geneesheren en ondersteuning van de lokale evaluatiegroepen (art 23)
BALANS 2003
Eerste deel: administratieve vereenvoudiging van de accreditering
Omwille van de belangrijke en terugkerende opdrachten die aan de dienst worden toevertrouwd (akkoorden geneesheren-ziekenfondsen en tandheelkundigen- ziekenfondsen, beheer van de beschikbaarheidshonoraria, accreditering van geneesheren en tandheelkundigen, …) is beslist:
1. Het project voortaan te beperken of te faseren zodat in 2004 en de volgende jaren reële perspectieven kunnen worden ontwikkeld;
2. Een projectleider aan te werven met een functieprofiel dat overeenstemt met de aard van het project.
Binnen de verschillende projecten van de dienst werden prioriteiten bepaald, waarvoor de performatie bij de realisatie ervan onweerlegbaar is. Onder andere, de correcte en tijdige betaling :
- voor de 137 erkende huisartsenkringen (voor 2002);
- voor het sociaal statuut (voor het jaar 2002 is de procedure door het Riziv veel sneller beëindigd dan de voorgaande jaren: 7 maanden tussen de publicatiedatum en de betalingsdatum van het Riziv in 2003; ter vergelijking, dezelfde procedure duurde 11 maanden voor het jaar 2001);
- voor de EMDMI : 5398 betalingen voor het jaar 2002 uitgevoerd in het tweede trimester 2003;
- voor de accreditering van de tandartsen : 3711 betalingen uitgevoerd in 2003 voor het jaar 2002.
Voor wat betreft de beschikbaarheidshonoraria, is een bedrag van € 2367875 gestort voor de 6839 geneesheren (jaar 2002).
Om het project terug in zijn totaliteit te situeren, stellen wij voor om de verschillende fasen die voor de vereenvoudiging van de accreditering van de geneesheren waren vastgesteld, opnieuw op te sommen:
1. De valideringsfase van de informaticatoepassing betreffende de raadpleging van de activiteiten van de catalogus. Deze fase is beëindigd;
2. De valideringsfase van de informaticatoepassing betreffende de invoering van de aanwezigheden van de geneesheren op de erkende activiteiten. Deze fase is goed op weg om verwezenlijkt te worden maar contacten met de organisatoren van deze activiteiten zijn noodzakelijk zodat ze de aanwezigheden via de on line- toepassing meedelen;
3. De valideringsfase van de informaticatoepassing betreffende de aanvragen om erkenning van een activiteit. Voor deze fase zullen veel contacten met de paritaire accrediteringscomités nodig zijn;
4. De valideringsfase van de informaticatoepassing betreffende de raadpleging van de individuele dossiers van de geneesheren;
5. De valideringsfase van de informaticatoepassing betreffende het beheer van de LOK (meedelen van de aanwezigheden van de geneesheren op de sessies en van de samenstelling van de LOK);
6. De valideringsfase van de informaticatoepassing betreffende de individuele accrediteringsaanvragen.
Vervolgens zou de dienst, zodra die informaticatoepassingen gedeeltelijk zijn gerealiseerd:
• De interne en externe gebruikers een opleiding geven in het gebruik van de informaticatoepassing;
• De accrediteringsorganen en de externe gebruikers informeren en sensibiliseren met betrekking tot de voordelen die ze uit het gebruik van die on line toepassing zullen halen.
Wat het tweede deel van het accrediteringsproject betreft (enquête over de behoeften van de LOK), zou de in het eerste deel vermelde informaticatoepassing (administratieve vereenvoudiging van de accreditering), zodra ze effectief in productie gaat, moeten worden aangepast rekening houdende met de behoeften van de LOK die zijn gebleken uit de reeds gevoerde enquête (on line beschikbaar stellen van informatie die door de LOK- verantwoordelijken nuttig werd geacht).
PERSPECTIEVEN 2004
Naar aanleiding van de besprekingen in het kader van het strategisch plan 2003-2007 van het RIZIV en het operationeel plan 2004 van de dienst is beslist om het project bij te sturen.
Zo zal in 2004 een nieuwe toepassing worden uitgewerkt en opgevolgd met het oog op het beheren en registreren via een on line toepassing van de aanwezigheden van de geneesheren tijdens cursussen en LOK. Het beheer van die on line geregistreerde gegevens zou moeten leiden tot een vereenvoudigde en snellere procedure, nl.
O de organisatoren van de cursussen kunnen via het Internet de aanwezigheden van de geneesheren tijdens die cursussen registreren. De informaticatoepassing bestaat al
maar moet worden geoptimaliseerd. Bovendien moet voor een coördinatie tussen de oude en de nieuwe procedure worden gezorgd (aanwezigheden geregistreerd op papier en on line registratie), het “web” systeem moet worden veralgemeend door de organisatoren van cursussen ertoe aan te zetten de nieuwe procedure toe te passen,…;
O de verantwoordelijken van de LOK kunnen via het Internet de aanwezigheden van de geneesheren tijdens die LOK-vergaderingen registreren. De ontwikkeling van de toepassing moet worden opgevolgd en ze moet worden gevalideerd; communiceren
met de verantwoordelijken van de LOK om de internettoepassing operationeel te maken, ook hier de overgang tussen de oude en de nieuwe procedure waarborgen, …
O de gegevens over de aanwezigheden van de geneesheren tijdens de cursussen en de LOK-vergaderingen zo goed mogelijk valideren en exploiteren, dit ter bespoediging van de vereenvoudiging van de administratieve procedure voor de
accrediteringsaanvragen.
Er moet ook worden opgemerkt dat onlangs een helpdesk is opgericht om op de vragen over de nieuwe informaticatoepassing te antwoorden. Dankzij die helpdesk kan de stroom van de aanvragen worden beheerd zowel op IT-vlak (beheer van de toegangscodes (login en paswoord) als op het vlak van de eigenlijke inhoud (accreditering van de geneesheren).
Bovendien is bepaald dat de nieuwe projectleider gelijktijdig met dit project, rond het einde van het eerste semester 2004, in nauwe samenwerking met alle partners en organen die met de accreditering van de geneesheren te maken hebben, de verschillende mogelijkheden en alternatieven ter vereenvoudiging van de procedures analyseert. Na de voor- en nadelen van elke vermelde piste te hebben bestudeerd, zal hij ervoor zorgen dat voor 2005 en de volgende jaren een actiekalender wordt opgesteld om de realisatie van de vereenvoudiging van de accreditering van de geneesheren zo goed mogelijk op te volgen.
Bijlage: geen
Vergoedingsprocedure voor rolwagens (art. 23)
Ter herinnering: de doelstelling van dit project bestaat erin de volgende procedures zoveel mogelijk te vereenvoudigen:
1. de vergoedingsprocedure voor rolwagentjes die de patiënten moeten volgen (concept van het “enig loket” en gebruik van slechts een document, zowel door de VI als door de verschillende Fondsen voor de integratie van personen met een handicap);
2. de aannemingsprocedure van toestellen op de lijst van de aangenomen producten (volledige herziening van de te gedetailleerde en te technische nomenclatuur, van de vergoedingsregeling voor rolwagentjes, alsook een vereenvoudiging van de inhoud van de dossiers).
BALANS 2003
O Wat de eerste doelstelling van dit project betreft, heeft de Interministeriële conferentie (IMC) van 20 januari 2003 het voorstel “enig dossier en enig loket” opgesteld door de werkgroep “vereenvoudiging van de procedures betreffende de toekenning van hulpmiddelen” goedgekeurd.
O In uitvoering van de beslissing van de Interministeriële Conferentie van 20 januari jl., en
van de werkzaamheden van de werkgroep, is in april 2003 het Protocol betreffende de invoering van een vereenvoudigde procedure voor de toekenning van een terugbetaling van of een tegemoetkoming voor hulpmiddelen wat betreft rolstoelen door alle partijen (federale regering en Gemeenschappen/Gewesten) ondertekend. Dit protocol bepaalt wat het enig dossier en loket moet inhouden alsook de verbintenissen van elke partij ten einde dit enig dossier en loket te kunnen realiseren.
O Wat de tweede doelstelling van dit project betreft, heeft de werkgroep die de basistekst
van nomenclatuur moest uitschrijven zijn werkzaamheden in juni 2003 afgerond. Een ruime werkgroep (hoofdwerkgroep) is gestart met de grondige bespreking van die basistekst teneinde tot het definitieve nomenclatuurvoorstel te komen.
O De tweede werkgroep, opgericht teneinde de vergoedingsprocedure voor rolwagentjes in ROB en RVT vast te leggen, heeft in juni 2003 een studie uitbesteed die de economische
haalbaarheid van een verhuursysteem in de sector ROB/RVT zal nagaan. Gezien de realisering van dit deel niet gelijktijdig met het nomenclatuurvoorstel kan afgerond worden, is de doelgroep opgenomen in de basistekst van de nomenclatuur.
O Bij de besprekingen van de financiële weerslag van de nieuwe nomenclatuur (28/10/2003) wenste de hoofdwerkgroep ook kennis te hebben van voorstellen van tussenkomst in het
raam van de nieuwe nomenclatuur door de Fondsen. De Fondsen hadden daaromtrent verschillende standpunten (Vlaams Fonds zal nog een tussenkomst geven, AWIPH is van oordeel dat de rolstoel een materie is die volledig tot de bevoegdheid van de ZIV behoort, Brussels Fonds zal waarschijnlijk dezelfde beperkte tussenkomst behouden, de Dienststelle heeft geen voorstel bezorgd.).
O Voor wat de financiering van de multidisciplinaire evaluatie betreft, is er ook geen akkoord met alle Fondsen. Die problemen werden op 31 oktober 2003 aan de Minister van Sociale
Zaken bezorgd met de vraag de nodige initiateven te nemen zodat de verdere oppuntstelling van de nieuwe nomenclatuur kan voortgezet worden binnen de vooropgestelde termijnen. (zie bijlage).
O De Technische Raad voor Rolstoelen (TRR), voorzien in de programmawet, werd ingesteld door het Koninklijk besluit van 22 december 2003 (MB 30 december 2003) (zie
bijlage). Die raad, die inzonderheid is belast met het eenheidsdossier, zal zijn werkzaamheden aanvatten met het officialiseren van de nieuwe nomenclatuur van de rolstoelen. Hij moet ook een lijst opstellen van de voor vergoeding aangenomen producten. Die raad zal zijn samengesteld uit vertegenwoordigers van deskundigen voor
dergelijke materiaal, van de VI’s, van de bandagisten, van de geneesheren, van de verschillende fondsen voor de sociale integratie van personen met een handicap, van de industrie en van patiëntenorganisaties.
PERSPECTIEVEN 2004
O Tegen eind van het eerste trimester 2004 zal een definitief ontwerp van nomenclatuur afgewerkt zijn en aan de adviserende en beslissende instanties voorgelegd worden, teneinde tot publicatie over te gaan.
O In het kader van de specifieke vergoedingsprocedure voor rolstoelen in ROB en RVT zullen de resultaten van de studie qua economische haalbaarheid tegen 1 maart 2004 beschikbaar zijn. Op basis van die resultaten zal het verhuursysteem al dan niet verder
uitgewerkt worden.
Bijlagen: 38-40
- Brief aan de Minister: stand van zaken bij de ‘Financiering van de nieuwe nomenclatuur van de rolstoelen’
- Verslag van 4 december 2003 van de Hoofdwerkgroep rolwagens. Punt II p5: vooruitgang van het dossier op politiek vlak.
- KB betreffende de oprichting van de Technische raad voor rolstoelen.
Verspreiden van informatie naar de verzekeringsinstellingen (art. 23)
BALANS 2003
1. Omzendbrieven VI : de dienst heeft de laatste hand gelegd aan een nieuw geautomatiseerd systeem voor de productie van VI-omzendbrieven met een aantal gedefinieerde standaarden en referenties (datum, chronologisch nummer, rubrieknummer). Met dit systeem kan elke fout bij de indexering van de omzendbrieven worden vermeden en kan een database van ‘VI-omzendbrieven’ worden samengesteld met een zoekfunctie volgens criteria.
Dit model voor de productie van VI-omzendbrieven is aan de diensten van het RIZIV voorgesteld.
2. Docleg : Ter herinnering, Docleg is een informatica-instrument dat de wettelijke en reglementaire teksten inzake geneeskundige verzorging en uitkeringen bevat.
De levering van Docleg als programma voor de productie van de updates van de wettelijke teksten is beëindigd.
PERSPECTIEVEN 2004
1. VI-omzendbrieven : In functie van de reacties, opmerkingen, en commentaren van de gebruikers, zal de toepassing gevalideerd worden door de diensten. De laatste aanpassingen aan de toepassing zouden op het einde van het eerste kwartaal van 2004 moeten zijn aangebracht (er is beslist om de valideringsperiode te verlengen). Overigens, met het oog op die nieuwe toepassing zal het belangrijk zijn om de productieketen van de VI-omzendbrieven in de diensten te herzien.
De inproductiestelling van de toepassing met betrekking tot de VI-omzendbrieven is gepland voor april 2004.
Ten slotte zal op basis van dit instrument de verspreiding van de VI-omzendbrieven vóór juli 2004 kunnen beginnen, en dit volgens hun eigen wensen (FTP, website van het RIZIV, Carenet of een andere interessant geachte manier).
Er zijn contacten voorzien in de loop van het eerste semester van 2004 tussen de IT- dienst van het RIZIV en de VI om de praktische transfer- en gebruiksmodaliteiten van die documenten te definiëren.
In het geval de verspreiding van de omzendbrieven VI via internet verloopt, zal dit project een eerste stap zijn naar de creatie van een electronische bibliotheek.
2. Docleg : de IT-dienst moet nog een definitieve versie van Docleg ontvangen in de loop van het eerste kwartaal van 2004; tijdens die periode zullen de laatste valideringstests en de laatste verbeteringen worden uitgevoerd.
Van zodra de wettelijke teksten effectief zijn bijgewerkt, zal het RIZIV ervoor zorgen dat die teksten zowel intern (via Intranet) als extern (via Internet) kunnen worden geraadpleegd en verspreid.
CONCLUSIES
Zo sluit het Riziv het tweede werkingsjaar onder de bestuursovereenkomst af.
Zoals bij de lezing van het voorgaande verslag kon worden vastgesteld, en ondanks het feit dat de meeste engagementen binnen de vastgestelde termijnen zijn nagekomen, hebben een aantal inspanningen nog niet volledig het gewenste resultaat opgeleverd (inzonderheid de interactieve internet toepassingen). Toch is al een aanzienlijke vooruitgang geboekt.
Daarnaast willen we de volgende in 2003 gerealiseerde punten benadrukken:
- opmerkelijk positieve resultaten van de verwerkingstijd voor aanvragen om tegemoetkoming door het Bijzonder solidariteitsfonds;
- het naleven van de wettelijke termijnen voor de verwerking van de aanvragen om aanneming van farmaceutische specialiteiten voor vergoeding;
- het invoeren van een electronische aangifte voor de mededeling van de verkochte hoeveelheden en omzetten door de farmaceutische bedrijven, met automatische berekening van vergoedingen en heffingen;
- de opmaak van het koninklijk besluit dat de overdracht regelt van de gegevens farmanet van het “uniek spoor” tussen de VI’s en het RIZIV;
- de opmaak van een rapport over de evaluatie van het aangepaste karakter van de nieuwe cumulatiebepaling betreffende de arbeidsongeschiktheid en een vergelijkend onderzoek naar de invaliditeitsregelingen, en meer bepaald wat betreft de toegestane hervatting van bepaalde beroepsactiviteiten;
- het verspreiden van vier informatiedossiers voor de zorgverleners;
- de uitvoering van de MAF 2002 en de opmaak van een statistisch en reglementair jaarverslag om wijzigingen ter verbetering van het systeem toe te laten;
- de vereenvoudiging van het formulier voor de verklaring op erewoord om de WIGW-voorkeurregeling te bekomen en de opmaak van een interessant verslag over de hervorming van de verhoogde tegemoetkoming naar aanleiding van de integratie van de MAF in de verplichte verzekering;
- de oprichting van de Technische Raad voor Rolstoelen;
- het verslag TURP;
- de oprichting van de ombudsdienst CGGRI;
Deze niet-exhaustieve lijst van de concrete resultaten die zijn geboekt dank zij de inzet van alle personeelsleden van het Riziv en zijn externe partners toont in voldoende mate aan welke vooruitgang het Riziv heeft geboekt.