REGLEMENT BINDEND ADVIES
REGLEMENT BINDEND ADVIES
Artikel 1. Definities
Artikel 1. Definities.
In dit reglement hebben de volgende woorden en uitdrukkingen de volgende betekenis:
a. De coöperatie: de coöperatieve vereniging FysioGroep Haaglanden u.a. gevestigd te ’s-Gravenhage.
b. Het bestuur: het bestuur van de coöperatie FysioGroep Haaglanden
c. De commissie: de Commissie van Beroep.
d. Lid: een lid of groep leden van de coöperatie FysioGroep Haaglanden.
e. De statuten: De laatst gedateerde bij de Kamer van Koophandel gedeponeerde statuten van de coöperatie FysioGroep Haaglanden.
f. De eiser: degene die een conflict conform artikel 21 leden 2, 3 en 4 van de statuten aan de commissie voorlegt voor een bindend advies.
g. De verweerder: degene die akkoord gaat met een bindend advies in een aan de commissie voorgelegd conflict.
h. De secretaris: de in artikel 4 van dit reglement bedoelde perso(o)n(en).
i. De overeenkomst: de overeenkomst zoals bedoeld in artikel 6 van dit reglement.
j. De schikking: een in het kader van de coöperatie tussen partijen bereikte schikking.
k. Het bindend advies: een door de CvB binnen het kader van de statuten gegeven bindende uitspraak.
l. De hoorzitting: de mondelinge behandeling van het conflict.
m. Het reglement: dit reglement (editie november 2010).
Artikel 2. Toepassingsgebied
Dit reglement is van toepassing betreffende de onderwerpen zoals staat vermeld in artikel 21 lid 3 van de statuten. Indien een lid conflict voor bemiddeling conform artikel 21 lid 4 van de statuten wenst voor te leggen aan de commissie is deze niet bevoegd hierover een bindend advies te geven doch op te treden als bemiddelaar in dat conflict. Dit reglement wordt aan partijen voor of bij het ondertekenen van de hierna in artikel 6 bedoelde overeenkomst ter hand gesteld. Door ondertekening van deze overeenkomst onderwerpen zij zich aan dit reglement.
Artikel 3. Commissie van Beroep
1. De commissie of een commissielid kan bij verschoning of bij ziekte of ontsteltenis een vervangend lid tijdelijk benoemen.
2. Het bestuur garandeert dat zij de onpartijdigheid en onafhankelijkheid van de commissie te allen tijde zullen respecteren.
3. De commissie behoort onpartijdig en onafhankelijk te zijn. Hij mag geen nauwe persoonlijke of zakelijke banden met een der partijen hebben. Hij mag geen rechtstreeks persoonlijk of zakelijk belang bij de afloop van de zaak hebben.
4. Het is de commissie niet toegestaan voorafgaande of gedurende de behandeling van het conflict contact te hebben met een der partijen, buiten aanwezigheid van de andere partij, omtrent aangelegenheden die het conflict betreffen, dit behoudens voorafgaande toestemming van die andere partij.
5. De commissie kan te allen tijde weigeren een aan hem voorgelegd conflict te behandelen, indien hij dit vanwege de aard daarvan ongeschikt acht voor de
doelstellingen van de coöperatie zoals in de statuten staat vermeld. De reden daarvan zal aan partijen worden medegedeeld.
6. De commissie kan zich te allen tijde verschonen. De reden daarvan zal aan partijen worden medegedeeld.
7. Indien de commissie in een eerder stadium is ingeschakeld op basis van artikel 21 lid 4 van de statuten, dient zij haar samenstelling te wijzigen ten einde de onafhankelijkheid te waarborgen en ter voorkoming van vooringenomenheid.
Artikel 4. Secretaris
1. Het bestuur benoemt in samenspraak met de eiser een of meer secretarissen, die de commissie ter zijde staan. Daarvoor is de instemming vereist van de commissie.
2. Het bestuur en de eiser garanderen dat zij de onpartijdigheid en de onafhankelijkheid van de secretaris te allen tijde zullen respecteren.
Artikel 5. Aanvraag bindend advies
1. Aanvragen voor een bindend advies worden door de commissie in samenspraak met de secretaris beoordeeld op hun geschiktheid voor behandeling in het kader van de doelstellingen van de coöperatie.
2. Indien een aanvraag daartoe is uitgekozen wordt deze in handen gesteld van de secretaris.
Artikel 6. Inleiding van de procedure
1. Nadat een aanvraag in handen is gesteld van de secretaris, vergewist deze zich ervan of beide partijen toestemmen in een bindend advies in het kader van de doelstellingen van de coöperatie.. Zo ja, dan wordt door de secretaris een overeenkomst opgesteld.
2. De overeenkomst bevat de volgende gegevens:
a. de naam en het adres van de eiser;
b. de naam en het adres van het bestuur;
c. een korte omschrijving van het conflict;
d. een korte omschrijving van de standpunten van partijen;
e. de vordering van de eiser en (eventueel) de tegenvordering van de verweerder, zoals bedoeld in artikel 7.
f. een verwijzing naar de toepasselijkheid van dit reglement.
3. Nadat een exemplaar van dit reglement aan beide partijen ter hand is gesteld en de overeenkomst door beide partijen is ondertekend neemt de procedure formeel een aanvang. De secretaris doet beide partijen een afschrift van de overeenkomst toekomen.
4. In geval van spoed kan een voorlopige, summiere overeenkomst worden opgesteld, die partijen bindt. Het vorige lid is van overeenkomstige toepassing. Nadat de definitieve overeenkomst door beide partijen is ondertekend, treedt deze in de plaats van de voorlopige overeenkomst.
5. Beide partijen mogen een schriftelijke nadere toelichting indienen. Zij zenden kopieën van alle relevante en ter zake doende stukken naar de secretaris. De secretaris zendt na ontvangst onverwijld een kopie toe aan de tegenpartij. Alle stukken dienen minimaal vijf dagen voor de hoorzitting door de secretaris te zijn ontvangen. De secretaris kan in het belang van een goede procesorde besluiten een kortere termijn te gunnen.
6. Overlegging van verdere schriftelijke stukken voor of tijdens de hoorzitting is alleen toegestaan indien dit naar het oordeel van de commissie niet in strijd komt met de eisen van een behoorlijke procesorde, meer in het bijzonder het recht op hoor en wederhoor.
Artikel 7. Tegenvordering
1. Een tegenvordering is toelaatbaar, mits deze voldoende samenhangt met het aan de commissie voorgelegde conflict. Bij gebreke van voldoende samenhang zal de commissie de tegenvordering niet-ontvankelijk verklaren.
2. Een tegenvordering dient in de overeenkomst zelf te worden opgenomen. Daarna kan een tegenvordering niet meer worden ingediend.
Artikel 8. Verder verloop van de procedure, algemeen
1. De commissie ziet er op toe, dat partijen op voet van gelijkheid worden behandeld. Hij geeft iedere partij de gelegenheid voor zijn rechten op te komen en zijn stellingen voor te dragen. Het beginsel van hoor en wederhoor wordt te allen tijde gerespecteerd.
2. De commissie bepaalt in samenspraak met partijen de wijze waarop de behandeling van de vordering zal plaatsvinden. Daarbij wordt rekening gehouden met gerechtvaardigde eisen van beide partijen.
Artikel 9. Dagbepaling
De commissie bepaalt in samenspraak met partijen datum en plaats van de behandeling en indien dit wordt gewenst, de hoorzitting(en). Deze worden door de secretaris aan partijen medegedeeld.
Artikel 10. De hoorzitting(en)
1. De commissie kan zitting houden op elke plaats, in de regio Haaglanden, die hij daartoe geschikt acht.
2. De commissie leidt de hoorzitting.
3. De commissie geeft aan partijen de gelegenheid hun standpunten tijdens de hoorzitting toe te lichten. Indien de commissie dit nuttig oordeelt, kan hij zich voorafgaande of na afloop van de hoorzitting naar elke plaats begeven, om de situatie ter plaatse op te nemen.
4. Indien een partij, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet op de hoorzitting verschijnt, kan de behandeling van het conflict aldaar toch doorgang vinden.
5. De commissie kan behalve de partijen zelf, door partijen opgegeven getuigen, deskundigen en andere personen (als informant) ter zitting horen.
Artikel 11. Vertegenwoordiging en bijstand
1. Partijen bepleiten in beginsel hun eigen zaak.
2. Handelingsonbekwame personen dienen te worden vertegenwoordigd door hun wettelijke vertegenwoordiger. Rechtspersonen wijzen een vertegenwoordiger aan. De commissie kan ook overigens vertegenwoordiging en bijstand toestaan.
Artikel 12. Bewijs
De toelaatbaarheid van de bewijsmiddelen, de bewijslastverdeling en de waardering van het bewijsmateriaal staat ter vrije beoordeling van de commissie.
Artikel 13. Getuigen
1. De commissie bepaalt of en zo ja, welke getuigen worden gehoord.
2. Indien een partij getuigen gehoord wil zien, dient hij deze zelf mee te nemen naar de hoorzitting. De tegenpartij en de secretaris dienen daarvan tijdig te worden verwittigd. Met toestemming van de tegenpartij kunnen ook niet behoorlijk aangezegde getuigen worden gehoord. Dit alles onverminderd de in lid 1 verwoorde vrijheid van de commissie, om de voorgestelde getuigen al dan niet te horen.
3. De commissie mag op eigen initiatief op de hoorzitting verschenen personen als informant horen.
Artikel 14. Deskundigen
1. De commissie benoemt een of meer deskundigen indien hij dit nodig acht.
2. Deskundigen brengen mondeling en/of schriftelijk verslag uit. Indien buiten aanwezigheid van partijen mondeling verslag is uitgebracht, wordt de inhoud daarvan tijdens de hoorzitting aan partijen medegedeeld. Partijen ontvangen een afschrift van een vooraf ingediend schriftelijk verslag. Indien een schriftelijk verslag pas tijdens de hoorzitting wordt uitgebracht, wordt de inhoud daarvan door de commissie alsdan aan partijen medegedeeld.
3. Partijen mogen zich uitlaten over de inhoud van het verslag van de deskundige.
Artikel 15. Bindend advies
1. De commissie geeft zijn bindend advies binnen twee maanden nadat deze van het geschil schriftelijk op de hoogte is gebracht. De commissie kan daarin een gehele of gedeeltelijke eindbeslissing, dan wel een tussenbeslissing geven. Tevens kan daarin een schikking worden vastgelegd.
2. De commissie kan iedere uitspraak doen, die hij redelijk en billijk acht.
3. De commissie zal het bindend advies op schrift stellen. Partijen worden schriftelijk op de hoogte gesteld van de uitspraak van de commissie. Het bepaalde in de artikelen 9 en 10 lid 4 is van overeenkomstige toepassing.
4. Het bindend advies bevat in elk geval:
a. de naam en handtekening van de voorzitter van de commissie;
b. de namen van partijen;
c. een kort overzicht van de procedure;
d. de weergave van de vordering en, zo die is ingesteld, van de tegenvordering;
e. de gronden van de beslissing;
x. xx xxxxxxxxxx;
g. datum en plaats van het bindend advies.
5. Zo spoedig mogelijk na ondertekening van het bindend advies doet de secretaris een afschrift daarvan aan partijen toekomen. Het origineel van de beslissing wordt door de secretaris bij het bestuur gedeponeerd, die zorg draagt voor bewaring
daarvan. Alle dossiers worden na vijf jaar vernietigd.
6. Kennelijke misslagen en vergissingen in het op schrift gestelde bindend advies kunnen door de commissie worden hersteld in een rectificatie bindend advies. Partijen mogen zich daarover vooraf uitlaten door tussenkomst van de secretaris.
Artikel 16. Voorlopige voorziening
1. Nadat de procedure formeel een aanvang heeft genomen is de commissie te allen tijde bevoegd een voorlopige voorziening te geven, indien dit vanuit een oogpunt van spoedeisendheid bezien noodzakelijk voorkomt.
2. Voor wat betreft de daarbij in acht te nemen procedurevoorschriften beslist de commissie haar bevinding van zaken. Het bepaalde in de artikelen 15 en 17 is van overeenkomstige toepassing. Dit met dien verstande dat een voorlopige voorziening ook mondeling kan worden gegeven, in welk geval deze zo spoedig mogelijk op schrift wordt gesteld.
3. Een voorlopige voorziening verliest zijn kracht nadat op de voet van het bepaalde in artikel 15 een eindbeslissing is gegeven.
Artikel 17. Verbindende kracht van beslissingen
1. Een bindend advies bindt partijen met ingang van de dag dat dit door de commissie is gegeven. De commissie kan een boete, zoals bedoeld in artikel 6.91 van het Burgerlijk Wetboek, stellen op het niet nakomen van het bindend advies. De boete wordt door het enkele niet nakomen verschuldigd zonder dat daartoe nog enige nadere ingebrekestelling nodig is.
2. Vernietiging van de in het bindend advies gegeven beslissing(en), zoals bedoeld in artikel 7:904 van het Burgerlijk Wetboek, kan alleen plaatsvinden door de gewone rechter. Daartoe moet het bindend advies binnen twee maanden na de uitspraak aan de bevoegde rechter worden voorgelegd. Indien een rectificatie bindend advies, zoals bedoeld in artikel 15 lid 8 is gegeven, neemt deze termijn pas een aanvang op de dag na verzending van het rectificatie bindend advies.
3. Vernietiging is alleen mogelijk, indien gebondenheid aan het bindend advies, in verband met de inhoud of de wijze van totstandkoming daarvan, in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. Indien een daartoe strekkende vordering niet binnen de hiervoor genoemde termijn aan de bevoegde rechter is voorgelegd, wordt het bindend advies onaantastbaar.
4. Indien het voor de uitvoering van het bindend advies noodzakelijk is, dat een notariële akte wordt verleden en ingeschreven, zal bij weigering van partijen, of één van hen, om daaraan behoorlijk medewerking te verlenen, door de commissie op verzoek van partijen, althans één van hen, een dwangvertegenwoordiger worden aangewezen teneinde de noodzakelijke medewerking namens de weigerachtige partij(en) alsnog te verlenen. Een verzoek daartoe wordt pas in behandeling genomen nadat het bindend advies, vanwege het verlopen van de hiervoor in het tweede lid bedoelde termijn, onherroepelijk is geworden en een door partijen, of één van hen, voor de uitvoering aangezochte notaris heeft vastgesteld dat de noodzakelijke medewerking niet wordt verleend. Bij benoeming van een dwangvertegenwoordiger wordt notaris X.X. Xxxxx te Leidschendam-Voorburg, of zijn ambtsopvolger aangewezen als de notaris die voor de verdere afwikkeling zal
zorg dragen, tenzij de commissie, dan wel partijen gezamenlijk, voor een andere notaris kiest/kiezen, die bereid en in staat is om op basis van het voorgaande zijn ministerie te verlenen.
Artikel 18. Openbaarmaking
1. Partijen geven de het bestuur toestemming voor het openbaar maken van het bindend advies. Deze toestemming wordt geacht mede betrekking te hebben op aankondiging(en) in de media. Aan de openbaarmaking noch aan enige aankondiging kan enig juridisch gevolg worden ontleend. Voor het bindend advies, de wijze van totstandkoming daarin begrepen, is de inhoud van het bindend advies beslissend.
2. Partijen verplichten zich jegens de commissie om te verschijnen bij elke hoorzitting die in hun zaak mocht worden gehouden. Indien een partij zonder gegronde reden niet mocht voldoen aan deze verplichting verbeurt zij een niet voor matiging vatbare boete aan de commissie van € 5.000,--. Dit onverminderd de verplichting tot het vergoeden van de werkelijke schade, indien deze hoger mocht zijn.
3. De commissie kan niet door partijen worden gedwongen een conflict al dan niet openbaar te maken, of om dit op een bepaalde wijze te doen.
4. Het bestuur is verantwoordelijk voor de openbaarmaking, waaronder de inhoud daarvan.
5. Overigens kan de commissie bepalen of publicatie zal plaatsvinden indien dit het belang van de coöperatie beoogt.
6. De commissie heeft het auteursrecht op dit reglement en op zijn in het kader daarvan gedane uitspraken.
Artikel 19. De kosten
1. De kosten voor de gehele procedure van het bindend advies komen voor de in het ongelijkgestelde partij. De commissie kan onder omstandigheden naar redelijkheid en billijkheid oordelen dat de proceskosten over beide partijen gelijkelijk verdeeld worden.
2. Partijen dragen verder ieder hun eigen kosten, die van door hun meegebrachte getuigen daarin begrepen. Het bestuur kan evenwel besluiten deze kosten geheel of gedeeltelijk voor zijn rekening te nemen.
Artikel 20. Niet voorziene gevallen
In alle gevallen die niet zijn voorzien in dit reglement, beslist de commissie.
Artikel 21. Aansprakelijkheid
Het bestuur, de commissie, de deskundigen, noch de secretaris kunnen aansprakelijk worden gesteld voor enig handelen of nalaten met betrekking tot de procedure, daarin begrepen de inhoud van het bindend advies.
Artikel 22. Toepasselijk recht
Het Nederlandse recht beheerst de werking van dit reglement, alsmede de rechtsgevolgen en uitvoering van elke in het kader daarvan tot stand gekomen beslissing.