Algemene Voorwaarden
Aon Automotive Polis
Voorwaarden VM120-01/1
Inhoudsopgave
Algemene Voorwaarden
1
2
3 Beperkingen en uitsluitingen
2
3.2 Opzet en bewuste roekeloosheid 2
4 Verplichtingen in geval van schade
4
4.2 Verplichting tot medewerking 4
4.4 Sanctie bij niet nakomen verplichtingen 4
4.6 Verlies van het recht op uitkering 4
4
5.4 Terugbetaling en reservering van premie 5
6 Wijziging van premie en/of voorwaarden
7
7
7.1 Mededeling van wijziging 7
7.2 Reparatie of revisie van eigen motorrijtuig 7
8 Duur en einde van de verzekering
8
8.3 Beëindiging van rechtswege 9
8.4 Schorsing van de verzekering 9
9
9
10
12 Acceptatie via gevolmachtigden
10
12.2 Niet vermelde verzekeraars 10
10
11
11
15.1 Omvang hulpverlening in Nederland 11
15.2 Omvang hulpverlening buiten Nederland 11
12
16.1 Bonus-/malusschaal voor auto-/motorverzekeringen 12
13
18 Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM)
14
19 Strekking en omvang van de verzekering
14
19.3 Schade aan eigen motorrijtuigen 14
19.4 Mede-inzittenden/medeopzittende 14
19.6 Lading en/of andere zaken 15
19.8 Proceskosten, wettelijke rente en bereddingskosten 15
20 Beperkingen en uitsluitingen
15
20.1 Zaken die de verzekerde onder zich heeft 15
20.2 Personenschade toegebracht aan de bestuurder 15
21 Verhaalsrecht van verzekeraars
16
21.1 Afwijking van de polisdekking 16
22 Behandeling van een schadegeval
16
23 Cascoverzekering motorrijtuigen
17
23.1 Bewaking en vervoer van het motorrijtuig 17
23.2 Bijdrage in de averijgrosse 17
00.0 Xxxxxxxxxxxxx xxxxxx Xxxxxxxxx na pech 17
23.5 Motorrijwiel of scooter 17
24 Strekking en omvang van de beperkte cascodekking
18
25 Beperkingen en uitsluitingen
18
25.4 Audiovisuele apparatuur 19
25.5 Diefstal/vermissing motorrijtuigsleutels 19
26 Herstellen van het motorrijtuig
19
26.2 Voorlopige voorziening 20
20
27.1 Schaderegeling bij diefstal, braak, verduistering of joyriding 20
27.2 Vergoeding bij totaal verlies 20
27.3 Eigen risico standaardregeling 20
27.4 Bijzondere eigen risico regeling 21
28 Nieuwwaarderegeling personenauto's
22
28.1 Voorwaarde motorrijtuigen 22
28.2 Voorwaarde schadehoogte 22
29 Afstand van verhaalsrechten
22
29.1 Gemachtigde bestuurder 22
23
31 Strekking van de verzekering
24
24
32.1 Overlijden (Rubriek A) 24
32.2 Blijvende invaliditeit (Rubriek B) 24
32.3 Geneeskundige behandeling (D) 26
26
34 Beperkingen en uitsluitingen
27
35 Verplichtingen bij een ongeval
27
28
30
38 Omschrijving van de dekking
30
38.2 Gedekte gebeurtenissen 30
30
39.1 Vaststelling vergoeding/rechthebbende 30
39.4 Dekking krachtens rubriek IA (aansprakelijkheid) 31
Aon Automotive Polis
De Verzekering
Deze overeenkomst beantwoordt aan het vereiste van onzekerheid als bedoeld in artikel 7:925 Burgerlijk Wetboek (BW), indien en voor zover de door verzekerde of een derde geleden schade op vergoeding waarvan jegens verzekeraar resp. een verzekerde aanspraak wordt gemaakt, het gevolg is van een gebeurtenis waarvan voor partijen ten tijde van het sluiten van de verzekering onzeker was dat daaruit schade voor de verzekerde resp. de derde was ontstaan dan wel naar de normale loop van omstandigheden zou ontstaan. Het enige gevolg van het ontbreken van onzekerheid is dat de betreffende schade niet is gedekt; de verzekering blijft onverminderd van kracht.
Deze verzekering geeft dekking voor de op het polisblad van toepassing verklaarde rubrieken.
Algemene Voorwaarden
1 Begripsomschrijvingen
1.1 Aon
Onder Aon wordt verstaan het onderdeel van Aon Nederland dat heeft bemiddeld bij de totstandkoming van de verzekering.
1.2 Gebeurtenis
Een voorval of een reeks met elkaar verband houdende voorvallen als gevolg van een en dezelfde oorzaak ten gevolge waarvan schade (als door de verzekering gedekt) is ontstaan.
1.3 Motorrijtuig
Het op het polisblad omschreven motorrijtuig, zonder dat daaraan iets is gekoppeld, met standaarduitrusting volgens de fabriekscatalogus en met de naar aard en omvang gebruikelijke accessoires, mits vast gemonteerd in, op of aan het motorrijtuig.
1.4 Verzekeraars
Diegenen, die gezamenlijk het verzekerde risico dragen, ieder voor het door of namens hem getekende aandeel.
1.5 Verzekerden
Verzekeringnemer, de eigenaar, de bezitter, de houder en de gemachtigde bestuurder van het op de polis vermelde motorrijtuig, alsmede de met het motorrijtuig vervoerd wordende personen.
1.6 Verzekeringnemer
Diegene, die de verzekering met verzekeraars is aangegaan en de premies, kosten en eventuele assurantiebelasting is verschuldigd.
1.7 Bereddingskosten
Kosten tengevolge van maatregelen die tijdens de geldigheidsduur van de verzekering door of vanwege verzekeringnemer of een verzekerde worden getroffen en redelijkerwijs geboden zijn om het onmiddellijk dreigend gevaar van schade af te wenden waarvoor – indien gevallen – (een verzekerde aansprakelijk zou zijn en) de verzekering dekking biedt, of om die schade te beperken.
Onder kosten van maatregelen wordt in dit verband mede verstaan schade aan zaken die bij het nemen van de hier bedoelde maatregelen worden ingezet.
1.8 Aanhanger
Gekoppeld object, bedoeld om voortbewogen te worden door een motorvoertuig, dat voldoet aan de wettelijk daarvoor gestelde eisen.
1.9 Polisblad
Onder polisblad wordt -indien van toepassing - tevens verstaan het laatst afgegeven aanhangsel bij de polis.
2 Verzekerd gebied
De verzekering is van kracht voor landen die op het door verzekeraars afgegeven Internationaal Verzekeringsbewijs (de groene kaart) staan vermeld en hierop niet zijn doorgehaald.
3 Beperkingen en uitsluitingen
3.1 Diefstal
De verzekering geeft geen dekking aan hen, die zich door diefstal of geweldpleging de macht over het motorrijtuig hebben verschaft en aan hen die, dit wetende, het motorrijtuig zonder geldige redenen gebruiken.
3.2 Opzet en bewuste roekeloosheid
De verzekering geeft geen dekking voor gebeurtenissen veroorzaakt met opzet, bewuste roekeloosheid of goedvinden van een verzekerde. Dit in afwijking van artikel 7:952 Burgerlijk Wetboek.
3.3 Rijbewijs
De verzekering geeft geen dekking voor gebeurtenissen veroorzaakt gedurende de tijd dat de bestuurder:
- een rijverbod is opgelegd en/of zijn rijbewijs is ingenomen;
- de rijbevoegdheid is ontzegd;
- niet heeft voldaan aan de op zijn rijbewijs gestelde voorschriften;
- niet in het bezit is van een geldig, voor het motorrijtuig wettelijk voorgeschreven rijbewijs, dan wel niet heeft voldaan aan de overige ten aanzien van de rijbevoegdheid gestelde voorschriften.
Deze uitsluiting geldt niet voor die verzekerde die aantoont dat de bedoelde omstandigheden zich buiten zijn weten en tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem ten aanzien daarvan redelijkerwijs niets valt te verwijten.
3.4 Ander gebruik
De verzekering geeft geen dekking voor gebeurtenissen veroorzaakt tijdens verhuur, of tijdens gebruik van het motorrijtuig anders dan waarvoor dit volgens opgaaf aan verzekeraars is bestemd, behalve indien als pechhulp een ander motorrijtuig bij wijze van vriendendienst wordt gesleept.
Deze uitsluiting geldt niet voor die verzekerde die aantoont dat de bedoelde omstandigheden zich buiten zijn weten en tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem ten aanzien daarvan redelijkerwijs niets valt te verwijten.
3.5 Wedstrijden
De verzekering geeft geen dekking voor gebeurtenissen veroorzaakt tijdens het deelnemen aan een wedstrijd, snelheidsproef of -rit, tenzij het gaat om een regelmatigheids- of behendigheidswedstrijd of -rit, die niet langer duurt dan 24 uur en geheel binnen Nederland plaatsvindt, waarbij het snelheidselement niet van overwegend belang is.
Deze uitsluiting geldt niet voor die verzekerde die aantoont dat de bedoelde omstandigheden zich buiten zijn weten en tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem ten aanzien daarvan redelijkerwijs niets valt te verwijten.
3.6 Molest
De verzekering geeft geen dekking voor schade veroorzaakt door of ontstaan uit:
3.6.1 Gewapend conflict:
Onder gewapend conflict wordt verstaan elk geval waarin staten of andere georganiseerde partijen elkaar, of althans de een de ander, gebruikmakend van militaire machtsmiddelen, bestrijden. Onder gewapend conflict wordt mede verstaan het gewapend optreden van een Vredesmacht der Verenigde Naties;
3.6.2 Burgeroorlog:
Onder burgeroorlog wordt verstaan een min of meer georganiseerde gewelddadige strijd tussen inwoners van eenzelfde staat, waarbij een belangrijk deel van de inwoners van die staat betrokken is;
3.6.3 Opstand:
Onder opstand wordt verstaan georganiseerd gewelddadig verzet binnen een staat, gericht tegen het openbare gezag;
3.6.4 Binnenlandse onlusten:
Onder binnenlandse onlusten worden verstaan min of meer georganiseerde gewelddadige handelingen die zich op verschillende plaatsen voordoen binnen een staat;
3.6.5 Oproer:
Onder oproer wordt verstaan een min of meer georganiseerde plaatselijke gewelddadige beweging, gericht tegen het openbare gezag;
3.6.6 Muiterij:
Onder muiterij wordt verstaan een min of meer georganiseerde gewelddadige beweging van leden van enige gewapende macht, gericht tegen het gezag waaronder zij gesteld zijn.
3.6.7 Inbeslagname
De verzekering geeft geen dekking voor schade veroorzaakt gedurende de tijd dat het motorrijtuig in beslag is genomen of wordt gebruikt op grond van een besluit van een Nederlandse of vreemde mogendheid.
3.7 Atoomkernreacties
Deze verzekering dekt geen schade veroorzaakt door, optredende bij of voortvloeiende uit atoomkernreacties, onverschillig hoe de reactie is ontstaan. Onder atoomkernreactie is te verstaan iedere kernreactie waarbij energie vrijkomt zoals kernfusie, kernsplitsing, kunstmatige en natuurlijke radioactiviteit.
3.8 Terrorisme
Deze verzekering dekt geen schade als het ongeval of de gebeurtenis is veroorzaakt door, opgetreden bij of voortgevloeid uit terrorismerisico. Deze uitsluiting geldt niet voor zover dekking wordt verleend binnen de werking van het Clausuleblad terrorismedekking bij de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden (N.H.T.).
4 Verplichtingen in geval van schade
4.1 Schademeldingsplicht
4.1.1 Melding bij verzekeraars
Zodra verzekerden of tot uitkering gerechtigden op de hoogte is of behoort te zijn van een gebeurtenis die voor verzekeraar tot een uitkeringsplicht kan leiden, is hij verplicht die gebeurtenis zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is aan Aon of verzekeraars te melden.
4.1.2 Aangifte politie
In geval van diefstal of poging daartoe, verduistering, joyriding of oplichting dient verzekerde bovendien onmiddellijk aangifte te doen bij de bevoegde autoriteiten.
4.2 Verplichting tot medewerking
Verzekerden en de tot uitkering gerechtigden zijn verplicht hun volle medewerking te verlenen en alles na te laten wat de belangen van verzekeraars zou kunnen benadelen. Zij zijn verplicht zich te onthouden van het erkennen van aansprakelijkheid.
4.3 Inlichtingen
Verzekerde en de tot uitkering gerechtigde zijn verplicht binnen redelijke termijn een schriftelijke en ondertekende verklaring omtrent de oorzaak en toedracht en omvang van de schade aan Aon of verzekeraars over te leggen. De door de verzekerde verstrekte of te verstrekken opgaven, mondeling dan wel schriftelijk, zullen dienen tot de vaststelling van de omvang van de schade en het recht op uitkering.
4.4 Sanctie bij niet nakomen verplichtingen
Aan deze verzekering kunnen geen rechten worden ontleend indien verzekerde of de tot uitkering gerechtigde een of meer van bovenstaande polisverplichtingen niet is nagekomen en daardoor de belangen van verzekeraars heeft benadeeld.
Elk recht op uitkering komt te vervallen, indien verzekerde of de tot uitkering gerechtigde de hiervoor genoemde verplichtingen niet is nagekomen met het opzet verzekeraars te misleiden, tenzij de misleiding het verval van recht niet rechtvaardigt.
4.5 Bereddingsplicht
Aan deze verzekering kunnen geen rechten worden ontleend indien de verzekeringnemer of de verzekerde heeft nagelaten maatregelen te nemen ter voorkoming of vermindering van schade als bedoeld in art. 1.7 en daardoor de belangen van verzekeraars heeft geschaad.
4.6 Verlies van het recht op uitkering
Als Aon of verzekeraars met betrekking tot een schade een definitief standpunt hebben ingenomen, zullen Aon of verzekeraars dat schriftelijk aan verzekerde mededelen. Een definitief standpunt houdt in: een afwijzing van een vordering of (een aanbod tot het doen van) een slotbetaling. Als verzekerde niet binnen 12 maanden na schriftelijke mededeling hiertegen bij Aon of verzekeraars in verzet is gekomen vervalt zijn recht op dekking voor die schade.
5 De premie
5.1 Premiegrondslag
De premie wordt vastgesteld op grond van de op het polisblad vermelde premie- en inschalingbepalende factoren waaronder postcode, gewicht en verzekerde waarde. Verzekerde is verplicht onjuistheden en wijzigingen in deze gegevens direct aan Aon of verzekeraars mede te delen, waarna Aon het recht heeft de premie en/of voorwaarden tussentijds aan te passen.
5.2 Premiebetaling
5.2.1 Verzekeringnemer dient de premie, de kosten en de assurantiebelasting vooruit te betalen op de premievervaldatum.
5.2.2 Indien verzekeringnemer de aanvangspremie niet uiterlijk op de dertigste dag na dagtekening van de nota betaalt of weigert te betalen, wordt zonder dat een nadere ingebrekestelling door Aon of verzekeraars is vereist geen dekking verleend ten aanzien van gebeurtenissen die nadien hebben plaatsgevonden.
5.2.3 Indien verzekeringnemer de vervolgpremie weigert te betalen, wordt geen dekking verleend ten aanzien van gebeurtenissen die nadien hebben plaatsgevonden.
5.2.4 Indien verzekeringnemer de vervolgpremie niet tijdig betaalt, wordt geen dekking verleend ten aanzien van gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden vanaf de vijftiende dag nadat Aon of verzekeraars de verzekeringnemer na de vervaldag schriftelijk hebben aangemaand en betaling is uitgebleven.
5.2.5 Verzekeringnemer blijft gehouden de premie te voldoen.
5.2.6 De dekking wordt weer van kracht voor gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden na de dag waarop hetgeen verzekeringnemer verschuldigd is voor het geheel door Aon of verzekeraars is ontvangen. In geval van overeengekomen termijnbetalingen geldt dat de dekking eerst in kracht wordt hersteld nadat alle onbetaald gebleven termijnen zijn voldaan.
5.2.7 Onder vervolgpremie wordt ook bedoeld de premie die verzekeringnemer bij stilzwijgende verlenging verschuldigd is.
5.2.8 Onder aanvangspremie wordt ook bedoeld de (aanvullende) premie die verzekeringnemer verschuldigd is in verband met een tussentijdse wijziging van de verzekering.
5.3 Termijnbetaling
5.3.1 Indien gespreide betaling is overeengekomen, is de (resterende) jaarpremie te allen tijde verschuldigd. Deze premie is ineens opvorderbaar:
- na het verstrijken van een periode van twee maanden na een (totaal) verlies indien niet een vervangend motorrijtuig bij Aon ter verzekering is aangeboden;
- in geval van wanbetaling.
5.3.2 Indien na het verstrijken van enige betaaltermijn(en), waarover de verschuldigde premie niet is voldaan, de betaling wordt hervat, zal elke betaling die dan ontvangen wordt, als betaling van de oudste openstaande premie worden aangemerkt.
5.4 Terugbetaling en reservering van premie
5.4.1 Terugbetaling
Behalve bij opzegging wegens opzet te misleiden, wordt bij tussentijdse opzegging de lopende premie naar billijkheid verminderd. Op de terugbetaling worden administratiekosten in mindering gebracht.
5.4.2 Reservering
Bij beëindiging van de verzekering in verband met verkoop of eigendomsoverdracht, indien verzekeringnemer dit wenst, of bij beëindiging wegens (totaal) verlies zal de premie over de termijn waarin de verzekering niet meer van kracht is, worden gereserveerd. Indien verzekeringnemer binnen 36 maanden een ander motorrijtuig bij Aon verzekert, zal de gereserveerde premie in mindering worden gebracht op de premie voor de nieuwe verzekering.
Maakt verzekeringnemer hiervan geen gebruik dan vervalt de gereserveerde premie aan Aon of verzekeraars.
5.5 Bonus-malusregeling
5.5.1 Indien een bonus-malusregeling is overeengekomen, gelden de volgende bepalingen:
5.5.1.1 Na elk verzekeringsjaar vindt een korting (bonus) respectievelijk toeslag (malus) op de premie plaats in overeenstemming met de van toepassing zijnde bonusmalusschaal;
5.5.1.2 Een melding van een gebeurtenis waaruit voor Aon of verzekeraars een verplichting tot uitkering kan voortvloeien, geldt als een schade die van invloed is op het bonuspercentage;
5.5.1.3 Een gewijzigd bonuspercentage geldt met ingang van het eerstvolgende verzekeringsjaar na de datum waarop de gebeurtenis plaatsvond;
5.5.1.4 Indien de invloed van een schademelding die betrekking heeft op een voorgaand verzekeringsjaar op de polisvervaldatum niet in de premie is verwerkt, hebben Aon of verzekeraars het recht met terugwerkende kracht de verschuldigde premie te vorderen;
5.5.1.5 Wanneer mocht blijken dat een melding geen uitkering tot gevolg heeft, zal de teveel in rekening gebrachte premie verrekend worden;
5.5.1.6 Een schademelding heeft geen invloed op de korting voor schadevrij verloop, als:
- het een schade betreft ontstaan door een gebeurtenis omschreven onder de beperkte cascodekking;
- de betaalde schade geheel is verhaald (bij een casco-uitkering op basis van nieuwwaarde: de werkelijke waarde);
- het hulpverlening en/of kostenvergoeding op grond van art. 15.1 of 15.2 betreft;
- het een kostenvergoeding op grond van art. 17 van de Algemene Verzekeringsvoorwaarden betreft;
- het hulpverlening en/of kostenvergoeding op grond van art. 24.1 betreft;
- Aon of verzekeraars de betaalde schade niet kunnen verhalen uitsluitend als gevolg van het bestaan van een schaderegelingsakkoord met andere verzekeraars;
- schade-uitkering op grond van artikel 185 WVW wordt verricht en de bestuurder geen enkel verwijt is te maken bij een aanrijding met een voetganger of fietser;
- de melding naar het oordeel van Aon of verzekeraars niet tot een uitkering zal leiden;
- verzekeringnemer de betaalde schade - inclusief de eventueel (extern) gemaakte kosten - uiterlijk binnen 3 maanden in het eerstvolgende verzekeringsjaar aan Aon of verzekeraars terugbetaalt.
5.5.2 Deze regeling is niet van toepassing op de premie voor:
- een Brand- en/of Diefstalverzekering;
- een Ongevallen - Inzittendenverzekering;
- een Rechtsbijstandverzekering;
- een uitsluitend Cascoverzekering;
- Bonus-Malus bescherming;
- Schade In- en Opzittende.
6 Wijziging van premie en/of voorwaarden
6.1 Wijziging
Verzekeraars hebben het recht de premies en/of de voorwaarden van bepaalde groepen verzekeringen te wijzigen en wel op een door hen te bepalen datum. Verzekeringnemer wordt van de wijziging in kennis gesteld en wordt geacht hiermee te hebben ingestemd, tenzij verzekeringnemer binnen een maand na de mededeling, schriftelijk aan Aon of verzekeraars heeft medegedeeld er niet mee in te stemmen. In dit laatste geval eindigt de verzekering op de dag dat de wijziging ingaat.
6.2 Opzegging
Verzekeringnemer kan deze verzekering niet opzeggen als:
- de wijziging van de premie en/of voorwaarden voortvloeit uit wettelijke regelingen of bepalingen;
- de wijziging een verlaging van de premie en/of een uitbreiding van de dekking inhoudt.
7 Wijziging van risico
7.1 Mededeling van wijziging
De verzekeringnemer is verplicht Aon of verzekeraars onmiddellijk in kennis te stellen van de navolgende veranderingen:
7.1.1 Indien de aansprakelijkheid waartoe het motorrijtuig aanleiding kan geven is verzekerd: de wijziging van het gewicht van het verzekerde motorrijtuig. Onder gewicht wordt verstaan het gewicht in kilogrammen volgens de typegoedkeuring van de RDW, zoals vermeld op het kentekenbewijs deel I;
7.1.2 Indien de verzekering aanspraak geeft op vergoeding van de aan het motorrijtuig veroorzaakte schade: de wijziging van cataloguswaarde. Onder de cataloguswaarde wordt verstaan de oorspronkelijke cataloguswaarde volgens opgave van de importeur op de datum van afgifte van het kentekenbewijs deel I.
Daarbij dient te worden opgeteld de prijs van de niet in de cataloguswaarde begrepen bijzondere constructies en/of uitvoering, welke niet onder het begrip accessoires als bedoeld in art. 23.3 vallen.
Indien het bouwjaar afwijkt van het jaar van afgifte van het kentekenbewijs deel I, dan dient ter bepaling van de oorspronkelijke cataloguswaarde te worden uitgegaan van het bouwjaar zoals vermeld onder "bijzonderheden" op het kentekenbewijs deel I.
7.1.3 Verhuizing: de premie kan mede bepaald worden aan de hand van de postcode van het woonadres van de verzekeringnemer volgens het bevolkingsregister, als deze een natuurlijk persoon is. Betreft deze een bedrijf /rechtspersoon, dan wordt de regio bepaald door de postcode van het woonadres van de regelmatige bestuurder.
7.1.4 het kilometrage: onder kilometrage wordt verstaan de volgens opgave van verzekeringnemer maximaal te rijden kilometers per jaar.
De onder art. 7.1 genoemde veranderingen kunnen per de datum van wijziging leiden tot premieaanpassing.
7.2 Reparatie of revisie van eigen motorrijtuig
Indien het motorrijtuig wegens reparatie of revisie tijdelijk wordt vervangen door een gelijksoortig motorrijtuig, is deze verzekering ook van kracht voor het laatstgenoemde motorrijtuig, voor zover niet elders verzekerd. Het betreft hier geen dekking in de zin van de WAM.
Alleen verzekeringnemer kan op deze dekking een beroep doen. In geval van een gebeurtenis ontstaan met het vervangend motorrijtuig is verzekeringnemer verplicht van de vervanging aan Aon of verzekeraars mededeling te doen met opgave betreffende andere verzekeringen, welke voor het vervangende motorrijtuig van kracht zijn.
8 Duur en einde van de verzekering
8.1 Geldigheidsduur
De verzekering heeft een op het polisblad vermelde geldigheidsduur en wordt telkens stilzwijgend met een zelfde termijn verlengd.
8.2 Schriftelijke opzegging
8.2.1 De verzekering eindigt door schriftelijke opzegging door Aon:
a. Tegen het einde van de op het polisblad vermelde geldigheidsduur met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden;
b. Binnen een maand nadat een gebeurtenis die voor Aon of verzekeraars tot een uitkeringsverplichting kan leiden door verzekerde aan Aon of verzekeraars is gemeld of nadat Aon of verzekeraars een uitkering krachtens de verzekering hebben gedaan dan wel hebben afgewezen. De verzekering eindigt op de in de opzegbrief genoemde datum, zij het niet eerder dan twee maanden na de datum van dagtekening van de opzegbrief, behoudens in het geval dat de opzegging verband houdt met het opzet van een verzekerde om de verzekeraars te misleiden;
c. Indien verzekeringnemer de premie verschuldigd op de eerste premievervaldag niet tijdig betaalt of weigert te betalen en in het geval verzekeringnemer de vervolgpremie niet tijdig betaalt of weigert te betalen. In het laatste geval echter uitsluitend indien Aon of verzekeraars de verzekeringnemer na het verstrijken van de premievervaldag zonder resultaat tot betaling van de vervolgpremie hebben aangemaand. De verzekering eindigt op de in de opzegbrief genoemde datum; zij het in geval van niet- tijdige betaling niet eerder dan na twee maanden na de datum van dagtekening van de opzegbrief;
d. Binnen twee maanden na de ontdekking dat verzekeringnemer de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekering niet is nagekomen en verzekeringnemer daarbij heeft gehandeld met het opzet om de verzekeraars te misleiden dan wel Aon of verzekeraars de verzekering bij kennis van de ware stand van zaken niet zou hebben gesloten. De verzekering eindigt op de in de opzegbrief genoemde datum.
8.2.2 De verzekering eindigt door een schriftelijke opzegging door verzekeringnemer :
a. Tegen het einde van de op het polisblad vermelde geldigheidsduur met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden;
b. Binnen een maand na ontvangst van de schriftelijke mededeling van Aon of verzekeraars, houdende een wijziging van de premie of voorwaarden ten nadele van een verzekeringnemer. De verzekering eindigt op de dag waarop de wijziging volgens de schriftelijke mededeling van Aon of verzekeraars ingaat (zij het niet eerder dan dertig dagen na de datum van dagtekening van bedoelde mededeling);
c. Tegen het begin van een nieuw verzekeringsjaar volgend op een vol verzekeringsjaar waarin geen risico is gelopen, mits de opzegging geschiedt binnen een maand na het verstrijken van laatstgenoemd verzekeringsjaar;
d. Binnen twee maanden nadat Aon of verzekeraars tegenover verzekeringnemer een beroep op de niet nakoming van de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekering hebben gedaan. De verzekering eindigt op de datum die in de opzegbrief is vermeld of bij gebreke daaraan op de datum van dagtekening van de opzegbrief.
8.3 Beëindiging van rechtswege
De verzekering eindigt van rechtswege:
- zodra verzekeringnemer of ( na overlijden) de erfgenamen ophouden belang te hebben bij het verzekerde motorrijtuig en de feitelijke macht daarover verliezen;
- zodra verzekeringnemer ophoudt woonplaats in Nederland te hebben;
- zodra het verzekerde motorrijtuig in de regel in het buitenland wordt gestald of een buitenlands kenteken gaat voeren;
- xxxxx Xxx of verzekeraars de schade aan het verzekerde motorrijtuig op basis van totaal verlies hebben vergoed;
Verzekeringnemer, verzekerden, respectievelijk hun erfgenamen zijn gehouden Aon of verzekeraars van het vorenstaande zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk in kennis te stellen.
8.4 Schorsing van de verzekering
De verzekering kan op verzoek van verzekeringnemer worden geschorst indien:
- tijdelijk geen gebruik wordt gemaakt van het motorrijtuig en vrijstelling van de voertuiggebonden verplichting is verkregen bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer of
- na eigendomsoverdracht of totaal verlies niet direct een ander ter verzekering aangeboden, en door Aon of verzekeraars geaccepteerd, motorrijtuig in gebruik wordt genomen.
De schorsing heeft tot gevolg dat de dekking eindigt en weer van kracht wordt nadat daarover met verzekeraars overeenstemming is bereikt. Indien de dekking niet binnen 36 maanden wordt voortgezet voor een (ander) motorrijtuig eindigt de verzekering.
9 Mededelingen
9.1 Mededelingen aan Aon
Alle mededelingen die verzekerden, andere belanghebbenden en verzekeraars aan elkaar dienen of wensen te doen gelden eveneens als gedaan zodra deze ter kennis van Aon zijn gebracht.
9.2 Mededelingen van Aon
Mededelingen aan verzekeringnemer kunnen door Aon rechtsgeldig worden gedaan aan het bij haar laatstbekende adres van verzekeringnemer.
10 Geschillen
Tenzij schriftelijk anders is overeengekomen geldt het volgende:
10.1 Recht
Beslechting van geschillen voortvloeiende uit deze verzekeringsovereenkomst is onderworpen aan het Nederlandse recht en de in de Nederlandse verzekeringspraktijk geldende gebruiken;
10.2 Bevoegdheid
Alle geschillen betreffende deze verzekeringsovereenkomst zijn onderworpen aan de uitspraak van de bevoegde rechter in de plaats van afgifte van de polis.
11 Privacy
De bij de aanvraag van een verzekering verstrekte persoonsgegevens, alsmede nader over te leggen persoonsgegevens, kunnen door verzekeraars en Aon worden verwerkt ten behoeve van het bemiddelen, aangaan en uitvoeren van verzekeringsovereenkomsten en overige (financiële) diensten en het beheren van daaruit voortvloeiende relaties, met inbegrip van de voorkoming en bestrijding van fraude en van activiteiten gericht op de vergroting van het klantenbestand.
12 Acceptatie via gevolmachtigden
12.1 Tekening verzekeraars
Voor zover acceptatie via gevolmachtigden heeft plaatsgevonden, verklaren deze dat zij hebben getekend voor de verzekeraars en de voor deze geaccepteerde aandelen.
12.2 Niet vermelde verzekeraars
Indien de betrokken verzekeraars en de voor deze geaccepteerde aandelen niet in de polis zijn vermeld wordt desgevraagd door de gevolmachtigde aan belanghebbenden een opgave van die verzekeraars en hun aandelen verstrekt.
De belanghebbenden kunnen zich voor het verkrijgen van de bedoelde opgave eveneens tot Aon wenden.
13 Klachten
13.1 Directie Aon
Eventuele klachten die verband houden met deze verzekeringsovereenkomst, kunnen schriftelijk onder vermelding van naam, adres en polisnummer ingediend worden bij de directie van Aon.
13.2 Klachteninstituut
Men kan zich ook wenden tot de volgende instantie:
Kifid
Xxxxxxx 00000 0000 XX Xxx Xxxx tel: 0000-0000000
Rubriek I Verzekeringsvoorwaarden Motorrijtuigen
14 Verzekerden
In afwijking van art. 1.5 geldt als verzekerde tevens de werkgever van de in voornoemd artikel genoemde verzekerden indien deze aansprakelijk is in de zin van artikel 6:170 BW
15 Hulpverlening
Indien de verzekering betrekking heeft op een motorrijtuig waarvoor een rijbewijs A, B of BE is vereist, geeft deze verzekering aanspraak op hulpverlening en/of kostenvergoeding indien:
- het motorrijtuig wordt gestolen of niet meer aan het verkeer kan deelnemen als gevolg van brand, enige van buiten komende oorzaak, een mechanisch en/of elektronisch gebrek dan wel eigen gebrek;
- de bestuurder niet meer in staat is het motorrijtuig te besturen en een andere in-
/opzittende de besturing niet kan overnemen.
15.1 Omvang hulpverlening in Nederland De hulpverlening in Nederland omvat:
15.1.1 vervoer van het beschadigde motorrijtuig en eventuele aanhanger naar een garage of een ander adres naar keuze binnen Nederland;
15.1.2 vervoer van de bestuurder en de eventuele in-/opzittenden met hun bagage per taxi naar een adres naar keuze binnen Nederland.
15.2 Omvang hulpverlening buiten Nederland
De hulpverlening buiten Nederland (doch binnen het verzekerd gebied) omvat:
15.2.1 vergoeding van de kosten van berging en vervoer van het beschadigde motorrijtuig en eventuele aanhanger naar de dichtstbijzijnde garage;
15.2.2 eventuele nazending van vervangende onderdelen;
15.2.3 indien (voorlopig) herstel meer dan 4 werkdagen zal vergen:
- vervoer van het beschadigde motorrijtuig en eventuele aanhanger naar Nederland;
- als dat economisch niet verantwoord is: vergoeding van de kosten van invoer en vernietiging van het motorrijtuig;
15.2.4 vergoeding van de kosten voor voortzetting van de reis naar de plaats van de eerste bestemming met openbaar vervoer 2e klasse (taxi's en vliegtuigen daaronder niet begrepen), dan wel vergoeding van de kosten voor de terugreis van de bestuurder en de in-/opzittenden met openbaar vervoer 2e klasse (taxi's en vliegtuigen daaronder niet begrepen) vermeerderd met de kosten van vervoer per taxi naar respectievelijk van het dichtstbijzijnde bus- of spoorwegstation;
15.2.5 in geval van diefstal van het motorrijtuig, de service hiervoor bedoeld onder art. 15.2.1 tot en met 15.2.3 indien het motorrijtuig wordt teruggevonden, alsmede de service aangeven onder art. 15.2.4 na ontdekking van diefstal.
15.3 Uitvoering
De uitvoering van deze service wordt verzorgd door de op de groene kaart genoemde hulpdienst. Deze bepaalt, met inachtneming van de omstandigheden, de wijze waarop het in art. 15.1 en 15.2 bedoelde vervoer plaatsvindt. Op de te vergoeden kosten worden in mindering gebracht de directe kosten welke toch zouden zijn gemaakt.
15.4 Korting, eigen risico
Het verlenen van deze service heeft geen invloed op de korting voor schadevrij rijden en de voor de verzekering geldende eigen risico's zijn hierop niet van toepassing.
15.5 Uitsluitingen
De hulpverlening geldt niet voor kentekenverzekeringen en voor motorrijtuigen, die worden gebruikt voor verhuur zonder chauffeur.
16 Bonus-/malusregeling
16.1 Bonus-/malusschaal voor auto-/motorverzekeringen.
Huidige Premie- Aantal schaden met daaronder de nieuwe premietrede premietrede percentage geen 1 2 3
20 | 25 | 20 | 15 | 8 | 1 |
19 | 25 | 20 | 13 | 7 | 1 |
18 | 25 | 19 | 12 | 6 | 1 |
17 | 25 | 18 | 11 | 6 | 1 |
16 | 25 | 17 | 10 | 5 | 1 |
15 | 25 | 16 | 9 | 5 | 1 |
14 | 30 | 15 | 8 | 4 | 1 |
13 | 32,5 | 14 | 7 | 3 | 1 |
12 | 35 | 13 | 7 | 3 | 1 |
11 | 37,5 | 12 | 6 | 2 | 1 |
10 | 40 | 11 | 6 | 2 | 1 |
9 | 45 | 10 | 5 | 1 | 1 |
8 | 50 | 9 | 4 | 1 | 1 |
7 | 55 | 8 | 3 | 1 | 1 |
6 | 60 | 7 | 2 | 1 | 1 |
5 | 70 | 6 | 1 | 1 | 1 |
4 | 80 | 5 | 1 | 1 | 1 |
3 | 90 | 4 | 1 | 1 | 1 |
2 | 100 | 3 | 1 | 1 | 1 |
1 | 125 | 2 | 1 | 1 | 1 |
16.2 De premiekorting
Premiekorting wordt ondanks schadeaanmelding verleend
- indien geen schadevergoeding is verschuldigd wegens aansprakelijkheidsschade of een casco-schade;
- indien de betaalde schade geheel (bij cascoschaden op basis van nieuwwaarde: de werkelijke schade) is verhaald;
- indien het een schade betreft ontstaan door een van de in art. 24.1 genoemde oorzaken;
- indien verzekeraars de betaalde schade niet kunnen verhalen uitsluitend als gevolg van het bestaan van een schaderegelingsakkoord met andere verzekeraars;
- indien verzekerde een volledig ingevuld en door betrokken partijen ondertekend zogenaamd "Europees schadeaangifteformulier" inzendt, waaruit naar het oordeel van verzekeraars blijkt, dat ter zake van die schade geen betaling ten laste van hen
komt. Blijkt in een later stadium dat toch een betaling ten laste van verzekeraars dient te geschieden, dan wordt de premiekorting voor schadevrij verloop alsnog aangepast;
- indien verzekeringnemer de betaalde schade inclusief de extern gemaakte kosten binnen 3 maanden na de eerstvolgende contractsvervaldag, nadat verzekeraars hem de omvang daarvan hebben medegedeeld, terugbetaalt;
- indien er sprake is van een aanrijding met een fietser of voetganger, waarbij ter zake van het ontstaan van die aanrijding aan de verzekerde geen enkel verwijt kan worden gemaakt.
17 Hulp aan gewonden
Onder deze verzekering is ook gedekt, beschadiging of bevuiling van de binnenstoffering van het motorrijtuig ontstaan bij het kosteloos vervoer van personen, die bij een ongeval betrokken waren. Deze dekking is zonder eigen risico en is eveneens van kracht, indien uitsluitend een verzekering tegen de gevolgen van wettelijke aansprakelijkheid is gesloten.
Rubriek IA Bijzondere Verzekeringsvoorwaarden Aansprakelijkheid
18 Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM)
Met inachtneming van hetgeen nadrukkelijk anders in de verzekeringsvoorwaarden van deze polis mocht zijn bepaald, wordt deze verzekering geacht aan de door of krachtens de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM) gestelde eisen te voldoen.
19 Strekking en omvang van de verzekering
19.1 Algemeen
Deze verzekering verleent dekking tegen de financiële gevolgen van de aansprakelijkheid van verzekerde voor schade aan personen en/of zaken van derden - de daaruit voortvloeiende schade daaronder begrepen - met of door het motorrijtuig veroorzaakt en wel voor alle verzekerden tezamen tot ten hoogste het op het polisblad vermelde bedrag per gebeurtenis.
Indien de schade is veroorzaakt in een tot het verzekerd gebied behorend land, waar in de wet een hoger verzekerd bedrag is voorgeschreven, geeft de verzekering dekking tot dit hogere bedrag.
19.2 Gekoppeld object
Indien het motorrijtuig een personenauto of bestelauto is, wordt een aanhangwagen, welke aan het motorrijtuig is gekoppeld, als deel van het motorrijtuig beschouwd.
19.3 Schade aan eigen motorrijtuigen
19.3.1 Bedrijfsmotorrijtuig
Indien het verzekerde motorrijtuig schade veroorzaakt aan een ander motorrijtuig, waarvan verzekeringnemer de eigenaar of houder is, zullen verzekeraars de schade aan dat andere motorrijtuig vergoeden, indien en voor zover zij daartoe krachtens de verzekeringsvoorwaarden gehouden zouden zijn geweest als de schade niet door de verzekeringnemer, maar door een willekeurige benadeelde was geleden, tenzij:
- dat andere motorrijtuig in de zin van de WAM als deel van het verzekerde motorrijtuig kan worden aangemerkt;
- de schade is toegebracht in een gebouw of op een terrein in gebruik bij verzekeringnemer.
Uitgesloten is de uit het ongeval voortvloeiende bedrijfsschade en eventuele waardevermindering.
19.3.2 Andere gezinsmotorrijtuigen van verzekeringnemer
Indien de verzekering betrekking heeft op een gezinspersonenauto en met of door deze personenauto schade wordt toegebracht aan een andere personenauto, waarvan het kenteken op naam staat van een verzekerde, vergoeden verzekeraars - mits deze auto's hoofdzakelijk door verzekeringnemer of de bij hem inwonende gezinsleden worden bestuurd - de schade aan de andere auto (met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade), indien en voor zover zij daartoe krachtens de verzekeringsvoorwaarden gehouden zouden zijn geweest als de schade niet aan verzekeringnemer maar aan een derde was toegebracht.
19.4 Mede-inzittenden/medeopzittende
Binnen de grenzen van deze polis is onder deze verzekering begrepen de aansprakelijkheid van personen, die zich zonder het motorrijtuig zelf te besturen, in of op het motorrijtuig bevinden, dan wel daar in-, op-, af-, of uitstappen, een en ander met uitsluiting van schade, toegebracht aan het verzekerde motorrijtuig en aan de daarmee, daarin, respectievelijk daarop vervoerd wordende zaken.
19.5 Zekerheidstelling
Indien ter waarborging van de rechten van benadeelden door een buitenlandse overheid het stellen van zekerheid wordt verlangd om de opheffing van een op het motorrijtuig gelegd beslag of invrijheidstelling van een verzekerde te verkrijgen, verstrekken verzekeraars deze zekerheid tot ten hoogste EUR 50.000,00 per gebeurtenis, mits sprake is van een gedekte schade. Verzekerden zijn verplicht verzekeraars te machtigen over de zekerheidstelling te beschikken zodra deze wordt vrijgegeven; zij zullen alle medewerking moeten verlenen om de terugbetaling te verkrijgen.
19.6 Lading en/of andere zaken
Onder de verzekering is begrepen de aansprakelijkheid van de op deze polis verzekerde personen voor schade aan derden toegebracht met of door lading of andere zaken, terwijl deze zich bevinden op, worden vervoerd met, vallen van, dan wel nadat deze zijn gevallen van het motorrijtuig. Aansprakelijkheid voor schade bij het laden en lossen is slechts verzekerd indien en voor zover de schade niet gedekt zou zijn door een andere verzekering, indien deze verzekering niet bestond.
19.7 Gekoppeld object
Onder de verzekering is begrepen de aansprakelijkheid van de op deze polis verzekerde personen, voor schade aan derden toegebracht met of door objecten, zolang deze objecten zijn gekoppeld aan het motorrijtuig, of nadat deze daarvan zijn losgemaakt of losgeraakt doch nog niet definitief buiten het verkeer tot stilstand zijn gekomen. Betreft de verzekering een motorrijtuig met een "maximaal toelaatbaar gewicht" van meer dan 3.500 kg, dan is de dekking uitsluitend van kracht indien dit uitdrukkelijk in de polis is vermeld.
19.8 Proceskosten, wettelijke rente en bereddingskosten Boven het verzekerd bedrag worden vergoed:
- de proceskosten;
- de kosten van met goedvinden of op verlangen van verzekeraars gevoerde procedures en in hun opdracht verleende rechtsbijstand;
- wettelijke rente;
- de wettelijke rente over het door de verzekering gedekte gedeelte van de hoofdsom;
- de bereddingskosten.
20 Beperkingen en uitsluitingen
Naast de uitsluitingen als vermeld in art. 3 zijn op deze rubriek voorts van toepassing de hierna te noemen beperkingen en uitsluitingen:
20.1 Zaken die de verzekerde onder zich heeft
Uitgesloten is schade aan zaken die de verzekerde onder zich heeft of die met het motorrijtuig worden vervoerd, waaronder een gekoppeld object. Onder zaken die met het motorrijtuig worden vervoerd, worden niet verstaan die zaken van passagiers, die tot hun particuliere huishouding behoren;
20.2 Personenschade toegebracht aan de bestuurder
Uitgesloten is de aansprakelijkheid voor personenschade toegebracht aan de bestuurder van het motorrijtuig dat het ongeval veroorzaakt.
21 Verhaalsrecht van verzekeraars
21.1 Afwijking van de polisdekking
In alle gevallen, waarin verzekeraars krachtens de WAM of een met de WAM overeenkomende buitenlandse wet schade hebben moeten vergoeden, waartoe zij op grond van de polisbepalingen tegenover de desbetreffende verzekerde niet zijn gehouden, zijn verzekeraars gerechtigd deze door hen vergoede schade te verhalen op de jegens de benadeelde aansprakelijke verzekerde, alsmede op de verzekeringnemer. Dit verhaalsrecht omvat bovendien de door verzekeraars ter zake van deze schade gemaakte kosten.
21.2 Einde van de dekking
Een verhaalsrecht jegens de verzekerden komt verzekeraars ook toe bij schade veroorzaakt na het einde van de verzekering of de dekking. Indien de schade door een ander dan de verzekeringnemer is veroorzaakt nadat de verzekering overeenkomstig art. 8.3 bij overlijden van de verzekeringnemer is geëindigd, zullen verzekeraars van hun verhaalsrecht tegenover de erfgenamen geen gebruik maken, indien deze voldaan hebben aan de verplichting tot kennisgeving die krachtens genoemde bepaling op hen rust.
22 Behandeling van een schadegeval
Verzekeraars hebben het recht aanspraken van benadeelden naar eigen inzicht te behandelen, een schade rechtstreeks aan benadeelden te vergoeden en met hen schikkingen te treffen.
Bestaat een schadevergoeding uit periodieke uitkeringen en is de waarde van die uitkeringen met inachtneming van eventuele andere schadevergoedingen hoger dan het verzekerde bedrag, dan wordt de duur of de hoogte van die uitkeringen naar evenredigheid verminderd.
Rubriek IB Bijzondere Verzekeringsvoorwaarden Casco
23 Cascoverzekering motorrijtuigen
Verzekerde heeft, tot ten hoogste het op het polisblad genoemde bedrag onder aftrek van het geldende eigen risico, recht op vergoeding van schade aan het motorrijtuig ontstaan door de gebeurtenissen hierna genoemd in art. 24.1 en bovendien door xxxxxx, omslaan, slippen, van de weg of te water geraken of door andere plotseling van buiten komende onheilen.
Daarenboven heeft de verzekerde recht op vergoeding van:
23.1 Bewaking en vervoer van het motorrijtuig
Voor zover niet al verzekerd krachtens art. 15, de kosten van bewaking en vervoer van het motorrijtuig naar de meest nabij gevestigde reparateur, bij wie het motorrijtuig kan worden hersteld van de in de aanhef van dit artikel bedoelde beschadigingen;
23.2 Bijdrage in de averijgrosse
23.3 Accessoires
Schade aan of verlies van de niet tot de standaarduitrusting behorende accessoires, voor zover deze aan of in het motorrijtuig vast zijn gemonteerd en wel tot een maximum van EUR 1250,00 of, indien hoger, tot een maximum van 10% van de cataloguswaarde van het motorrijtuig, alsmede van de schade aan of verlies van de overige accessoires voor zover deze bestemd zijn om de verkeersveiligheid te bevorderen, zoals een brandblusapparaat, gevarendriehoek, pechkoffer en -lamp, sleepkabel en verbandtrommel.
Onder accessoires worden niet verstaan die onderdelen welke zijn aangebracht ter vervanging van de standaardonderdelen van het motorrijtuig, of het motorrijtuig in zijn standaarduitrusting wijzigen.
Dergelijke voorzieningen, zoals lichtmetalen velgen, LPG-installaties, schuifdak, communicatie-, navigatie en soortgelijke apparatuur, evenals tectylbehandelingen en speciale beschilderingen komen alleen voor vergoeding in aanmerking indien uitdrukkelijk meeverzekerd.
Geen vergoeding wordt verleend voor zaken als radardetectoren en lasershields.
Het op het polisblad genoemde bedrag kan bovendien overschreden worden door de werking van art. 28.
23.4 Hulpverlening buiten Nederland na pech
In aanvulling op het bepaalde in rubriek I, tevens de vergoeding van de noodzakelijke kosten van hulp langs de weg tot een maximum van EUR 500,00 per gebeurtenis. De kosten van onderdelen en reparatie komen niet voor vergoeding in aanmerking.
Verder worden vergoed de kosten van het namens verzekerde bestellen en toezenden van onderdelen die noodzakelijk zijn om het motorrijtuig rijklaar te maken, indien deze onderdelen ter plaatse niet op korte termijn verkrijgbaar zijn.
De kosten van de onderdelen zelf komen niet voor vergoeding in aanmerking. Wel kunnen deze door verzekeraars worden voorgeschoten. Verzekeraars kunnen echter betaling vooraf verlangen indien deze kosten hoger zijn dan EUR 700,00.
23.5 Motorrijwiel of scooter
In geval van een ongeval met een motorrijwiel of scooter wordt vergoed schade aan of verlies van kleding en de helm van de opzittenden tot maximaal EUR 700,00 per opzittende, per gebeurtenis.
24 Strekking en omvang van de beperkte cascodekking
24.1 Schadeoorzaken
Indien volgens het polisblad het risico van beperkte cascoschade aan het motorrijtuig is verzekerd, heeft verzekerde aanspraak op vergoeding van schade ontstaan door:
a. diefstal, verduistering, joyriding, alsmede beschadiging ten gevolge van poging tot diefstal van het motorrijtuig en/of van daarin aanwezige zaken of beschadiging gedurende de tijd dat het motorrijtuig was ontvreemd. Verzekeraars zijn gerechtigd de uitkering te weigeren indien kopie deel III of het overschrijvingsbewijs van het kentekenbewijs niet kan worden overgelegd. Niet meeverzekerd zijn zaken die niet als accessoires in de zin van de polis kunnen worden aangemerkt;
b. brand, explosie, kortsluiting, zelfontbranding en blikseminslag;
c. ruitbreuk, niet gepaard gaande met een andere beschadiging van het motorrijtuig, behalve door de scherven van de ruit;
d overstroming, hagelstenen, aardverschuiving, sneeuwlawines of het omwaaien van het motorrijtuig, (om)vallende voorwerpen;
e storm (waaronder wordt verstaan een windsnelheid van ten minste 14 meter per seconde);
f botsing met vogels, loslopende dieren of overstekend wild. Schade die ontstaat bij de eventuele daaropvolgende of daaruit voortvloeiende botsingen is niet gedekt;
g een van buiten komend onheil gedurende de tijd, dat het motorrijtuig voor transport met een vervoermiddel aan een transportonderneming is overgedragen, met uitzondering van schade ontstaan tijdens takelen en slepen en van schade als schrammen, krassen of lakschade;
h. relletjes; hieronder worden verstaan incidentele geweldmanifestaties.
24.2 Sleuteldiefstal
Zonder dat sprake is van een gedekte gebeurtenis als omschreven in art. 23 en 24.1 worden vergoed de ter voorkoming van diefstal van het verzekerde motorrijtuig noodzakelijke kosten van wijziging, of – als zulks niet mogelijk is - vervanging van sloten van het verzekerde motorrijtuig, indien de motorrijtuigsleutels na diefstal met braak of na beroving met geweld in het bezit van onbevoegden zijn geraakt.
Onder motorrijtuigsleutels worden in dit verband verstaan alle mechanische en/of elektronische middelen met behulp waarvan de portieren van het motorrijtuig kunnen worden geopend en/of de motor van het motorrijtuig kan worden gestart.
De vergoeding zal ten hoogste EUR 650,00 of, indien hoger, tot ten hoogste 3 % van het verzekerd bedrag 'casco' of 'beperkt casco' bedragen. De hiervoor bedoelde diefstal of beroving dient te blijken uit een proces-verbaal van aangifte, waarin de motorrijtuigsleutels afzonderlijk vermeld staan.
25 Beperkingen en uitsluitingen
Naast de uitsluitingen als vermeld in art. 3 zijn op de cascoverzekering voorts de hierna te noemen beperkingen en uitsluitingen van toepassing.
25.1 Bevriezing
Uitgesloten is schade door bevriezing anders dan als rechtstreeks gevolg van een gebeurtenis vastgelegd in art. 23 en 24.1.
25.2 Oorzaken
Uitgesloten is schade ten gevolge van slijtage, waardevermindering, onderhoudsachterstand of zuivere mechanische schade, evenals schade, die het rechtstreekse en uitsluitende gevolg is van onoordeelkundig gebruik van het mechanisme, constructie- of materiaalfouten, eigen gebrek of een andere inwendige oorzaak.
Indien echter als verder gevolg daarvan een gebeurtenis heeft plaatsgehad in de zin van art. 23 en 24.1 is de daardoor veroorzaakte schade gedekt.
25.3 Gebruiksderving
Uitgesloten is schade door het niet kunnen gebruiken van het motorrijtuig.
25.4 Audiovisuele apparatuur
Schade aan of verlies van audio/visuele apparatuur als gevolg van braak aan het motorrijtuig of diefstal is beperkt tot maximaal EUR 1750,00 per gebeurtenis, tenzij bij de vaststelling van het verzekerde bedrag voor casco of beperkt casco rekening is gehouden met een hogere waarde voor deze apparatuur.
Uitgesloten is schade door diefstal van deze apparatuur, welke vast in het motorrijtuig is gemonteerd en waarvan na de diefstal het bijbehorende verwijderbare (bedienings)paneel niet getoond kan worden.
25.5 Diefstal/vermissing motorrijtuigsleutels
De verzekering geeft geen recht op vergoeding wegens diefstal van het verzekerde motorrijtuig indien verzekeringnemer - nadat hem bekend was geworden dat de motorrijtuigsleutels waren gestolen of vermist - niet zo spoedig mogelijk adequate maatregelen heeft getroffen om diefstal van het motorrijtuig door gebruikmaking van de gestolen of vermiste sleutels te voorkomen. Onder motorrijtuigsleutels dienen in dit verband te worden verstaan alle mechanische en/of elektronische middelen met behulp waarvan de portieren van het motorrijtuig kunnen worden geopend en/of de motor van het motorrijtuig kan worden gestart.
25.6 Alcoholgebruik e.d.
25.6.1 De verzekering geeft geen dekking wanneer de gebeurtenis heeft plaatsgevonden terwijl de bestuurder van het motorrijtuig onder zodanige invloed van alcoholhoudende dranken en/of enig bedwelmend, opwekkend middel of geneesmiddel verkeerde, dat hij niet in staat kon worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen, dan wel dat hem dit door de wet of overheid is of zou zijn verboden.
25.6.2 Van dekkingsuitsluiting is ook sprake, als de bestuurder weigert mee te werken aan een ademtest, urine- of bloedproef of soortgelijk onderzoek, dan wel zich hieraan onttrekt.
De uitsluitingen in art. 25.6 gelden niet voor die verzekerde die aantoont dat de bedoelde omstandigheden zich buiten zijn weten en tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem ten aanzien daarvan redelijkerwijs niets valt te verwijten.
26 Herstellen van het motorrijtuig
26.1 Voorwaarden herstel
Verzekerde is verplicht met het herstellen of doen herstellen van het motorrijtuig te wachten totdat verzekeraars of door hen aangewezen deskundige(n) hem daartoe toestemming hebben verleend, tenzij de volledige herstelkosten niet meer bedragen dan EUR 700,00 voor vier of meerwielige motorrijtuigen, respectievelijk EUR 350,00 voor andere motorrijtuigen.
26.2 Voorlopige voorziening
Indien echter de beschadiging van dien aard is, dat verder rijden onmogelijk is of gevaar oplevert voor het verkeer of voor het motorrijtuig zelf, doch het motorrijtuig door een eenvoudige voorlopige voorziening weer in zodanige toestand gebracht kan worden, dat het zonder die gevaren kan worden gebruikt, is verzekerde tot zodanige voorlopige voorziening bevoegd.
26.3 Expertise
Expertise van schade en toestemming tot herstel geschieden steeds zonder dat verzekeraars daardoor hun gehoudenheid tot vergoeding van de schade erkennen.
27 Schadevergoeding
27.1 Schaderegeling bij diefstal, braak, verduistering of joyriding.
Bij de gebeurtenissen diefstal, braak, verduistering en joyriding is verzekerde verplicht direct aangifte te doen bij de politie. Verzekeringnemer verklaart zich bij vermissing van het motorrijtuig akkoord met het aanmelden door verzekeraars van de voertuiggegevens aan het Vermiste Objecten Register (VOR), zodat door de overheid erkende particuliere organisaties door verzekeraars ingeschakeld kunnen worden voor het terugvinden en terugbezorgen van het motorrijtuig.
Het recht op schadevergoeding ontstaat nadat een termijn van 30 dagen na aangifte is verstreken zonder dat verzekerde de beschikking heeft gekregen over het motorrijtuig en nadat de verzekerde op verzoek van verzekeraars de eigendom van de ontvreemde, verzekerde zaken aan hen heeft overgedragen. In de akte van overdracht wordt in ieder geval bepaald dat, indien verzekeraars de macht over het motorrijtuig krijgen, verzekerde het recht heeft dit van hen terug te kopen tegen het uitgekeerde bedrag, vermeerderd met de door verzekeraars gemaakte kosten.
Indien de verzekering betrekking heeft op een personenauto (Niet zijnde les-, lease- of huurauto), zal bij verlies van het motorrijtuig door diefstal of verduistering, mits dit risico is gedekt, aan verzekerde een bedrag van EUR 30,00 worden vergoed voor iedere dag dat het motorrijtuig niet ter beschikking van verzekerde stond. Deze vergoeding zal plaatsvinden voor een periode van ten hoogste 30 dagen.
27.2 Vergoeding bij totaal verlies
Bij totaal verlies van het motorrijtuig door een verzekerd risico vergoeden verzekeraars de waarde zoals deze was onmiddellijk voor het verlies, vastgesteld met inachtneming van art. 28, en verminderd met de waarde van de restanten.
Zodanig totaal verlies wordt geacht aanwezig te zijn, indien de herstelkosten de waarde van het motorrijtuig op vermeld tijdstip, verminderd met de waarde van de restanten, te boven gaan.
Bij schadevergoeding in geval van totaal verlies van het motorrijtuig behouden verzekeraars zich het recht voor het wrak te doen overdragen aan een door hen aan te wijzen partij.
De uitkering van de schadepenningen zal niet eerder plaatsvinden dan nadat verzekerde de eigendom van het motorrijtuig, alle sleutels behorende bij het motorrijtuig en alle delen van het bij het motorrijtuig behorende kentekenbewijs heeft overgedragen aan verzekeraars.
27.3 Eigen risico standaardregeling
Op de vastgestelde cascovergoeding wordt een eigen risico in mindering gebracht. Dit is het bedrag dat als zodanig bij "casco" wordt vermeld op het polisblad.
De hieronder genoemde uitzonderingen zijn hierop van toepassing:
- als met een motorrijtuig met minder dan vier wielen een gebeurtenis plaatsvindt als genoemd in artikel 24.1 b t/m h.
In deze gevallen is een eigen risico van EUR 90,00 van toepassing;
- als de bestuurder jonger is dan 24 jaar, geldt een extra eigen risico van EUR 68,00. Dit geldt niet bij een gebeurtenis als genoemd in art. 24.1;
- op uitsluitend een "dagvergoeding" als genoemd in art. 27.1 of voor "diefstal van motorrijtuigsleutels" als genoemd in art. 24.2 is geen eigen risico van toepassing.
27.4 Bijzondere eigen risico regeling
Ten aanzien van het toe te passen eigen risico gelden, in aanvulling op de standaardregeling, de volgende bepalingen.
Eigen risico vermindering bij schadeafwikkeling volgens de speciale schadeprocedure (als omschreven op de groene kaart of de bijlage bij de polis).
Indien sprake is van schade aan een personen- of bestelauto die daadwerkelijk volgens de speciale schadeprocedure is gerepareerd, wordt het van toepassing zijnde eigen risico met EUR 135,00 verminderd.
Deze vermindering vindt echter niet plaats, indien de reparatie uitsluitend betrekking heeft op het vervangen van een of meer ruiten van het motorrijtuig, of het arbeidsloon voor de reparatie minder bedraagt dan EUR 68,00 exclusief BTW. Indien sprake is van schade aan een motorrijwiel, wordt eerdergenoemd eigen risico verlaagd met
EUR 90,00.
Eigen risico vermindering bij ruitschade
Indien sprake is van ruitschade die via de speciale ruitschadeservice van verzekeraars (zie ook de groene kaart) wordt afgewikkeld, dan geldt met betrekking tot het eigen risico het volgende:
- Kosten verbonden aan ruitreparatie worden vergoed zonder inhouding van een eigen risico;
- Bij de vergoeding van kosten verbonden aan ruitvervanging wordt het geldende eigen risico met EUR 68,00 verminderd.
Indien gebruik wordt gemaakt van de ruitschadeservice als hierboven genoemd, dient de facturering via Aon te geschieden. Het eigen risico - en indien verrekenbaar de BTW – dient door verzekerde rechtstreeks aan de reparateur vergoed te worden.
Eigen risico vermindering bij diefstalpreventie
Bij een diefstaluitkering voor een personen- of bestelauto (diefstal in die zin dat het motorrijtuig niet binnen 30 dagen na de gebeurtenis is teruggevonden) wordt het van toepassing zijnde (standaard) eigen risico met EUR 135,00 verminderd indien het motorrijtuig op het moment van diefstal was voorzien van VBV / SCM-goedgekeurde diefstalpreventieapparatuur van een hogere klasse dan bij acceptatie was vereist. Verzekerde dient de aangebrachte preventie aan te tonen door overlegging van een daartoe geldig certificaat.
27.5 Bereddingskosten
De bereddingskosten worden eveneens vergoed bij overschrijding van het verzekerde bedrag
28 Nieuwwaarderegeling personenauto's
28.1 Voorwaarde motorrijtuigen
Deze regeling geldt voor een motorrijtuig dat:
- volgens het Nederlandse kentekenbewijs wordt beschouwd als een personenauto met uitzondering van taxi's, verhuur-, lease-auto’s alsmede auto's met een grijs kenteken en
- bij afgifte van het Nederlandse kentekenbewijs nieuw was en waarvan de nieuwwaarde op dat moment niet meer dan EUR 75.000,00 (incl. BPM en BTW) bedroeg en
- op het moment van schade niet ouder is dan 36 maanden.
De waarde van het motorvoertuig onmiddellijk voor de gebeurtenis wordt - uitgaande van de datum van afgifte van het kentekenbewijs - als volgt bepaald:
Wanneer de gebeurtenis plaatsvindt binnen twaalf maanden na de afgifte van het Nederlandse kentekenbewijs geldt ten behoeve van art 27 .2 als waarde de nieuwwaarde op het moment van de schade.
Wanneer de gebeurtenis plaatsvindt in de 13e t/m de 36e maand na de afgifte van het kentekenbewijs geldt ten behoeve van art 27 .2 als waarde de nieuwwaarde verminderd met 1,5% over de eerste EUR 10.000,00 en met 2% over het meerdere voor elke geheel of gedeeltelijk verstreken maand die het motorrijtuig op dat moment ouder is dan 12 maanden.
28.2 Voorwaarde schadehoogte
Indien de reparatiekosten meer bedragen dan 2/3 van de waarde van het motorrijtuig onmiddellijk voor de gebeurtenis, zoals vastgesteld in art. 28.1, kan verzekeringnemer naar keuze ook aanspraak maken op vergoeding op basis van totaal verlies.
29 Afstand van verhaalsrechten
29.1 Gemachtigde bestuurder
Verzekeraars doen jegens de uitdrukkelijk of stilzwijgend door verzekerde gemachtigde bestuurder van het motorrijtuig en diens werkgever afstand van verhaalsrechten ter zake van door hen betaalde vergoeding.
29.2 Verhaalsrecht
De afstand van het verhaalsrecht, als omschreven in art. 29.1 is niet van toepassing:
- indien de schade is ontstaan gedurende de periode, dat het motorrijtuig tegen betaling in behandeling, onderhoud of reparatie was.
- indien een uitsluiting van toepassing is die ook tegen verzekerde in het leven geroepen had kunnen worden.
Xxxxxxx XX Verzekeringsvoorwaarden Ongevallen in- en opzittenden
30 Begripsomschrijvingen
30.1 Verzekerden
In afwijking van het bepaalde in artikel 1.5 zijn verzekerden diegenen die op het moment van het in art. 30.3 omschreven ongeval met toestemming van de daartoe bevoegde persoon zich in of op het motorrijtuig bevinden, of daar in-, op-, af- of uitstappen.
30.2 Begunstigden
De uitkeringen worden - tenzij anders is overeengekomen - verleend:
30.2.1 ten aanzien van een uitkering wegens overlijden:
- aan de echtgenoot of de geregistreerde partner van de verzekerde; of indien deze ontbreekt:
- aan de erfgenamen van de verzekerde.
30.2.2 ten aanzien van uitkeringen op grond van blijvende invaliditeit en geneeskundige kosten aan de verzekerde.
30.3 Ongeval
30.3.1 Onder ongeval in de zin van deze rubriek wordt verstaan: een plotseling en rechtstreeks van buitenaf op het lichaam van de verzekerde inwerkend geweld tijdens de looptijd van deze verzekering, ten gevolge waarvan geneeskundig vast te stellen letsel ontstaat en/of de verzekerde overlijdt.
30.3.2 Het begrip ongeval omvat tevens:
a. zonnesteek, bevriezing, verdrinking, verstikking, blikseminslag of andere elektrische ontlading en etsing door bijtende stoffen;
x. xxxxxxxxxx, uitputting, verhongering en/of uitdroging als gevolg van het geïsoleerd raken door enige ramp;
c. acute vergiftiging door het binnenkrijgen van giftige gassen of dampen of van vaste of vloeibare stoffen;
d. het besmet raken door ziektekiemen ten gevolge van een onvrijwillige val in het water of in een andere vloeibare stof;
e. verstuiking, ontwrichting en spierscheuring - ook indien ontstaan door eigen plotselinge krachtsinspanning -mits aard en plaats van dit letsel medisch aantoonbaar zijn;
x. xxxxxxxxxx, in betrekkelijk korte tijd door wrijving van harde voorwerpen aan handen en voeten ontstaan;
g. geneeskundig vast te stellen lichamelijk letsel, ontstaan ten gevolge van het ongewild binnendringen van stoffen of voorwerpen van buiten het lichaam in de luchtwegen, het spijsverteringsorgaan, de gehoorgangen of de ogen;
x. wondinfectie en bloedvergiftiging, rechtstreeks verband houdende met een gedekt ongeval, als ook complicaties en verergeringen van het ongevalletsel als rechtstreeks gevolg van eerste hulpverlening of van een medisch noodzakelijk geachte behandeling;
i. lendenspit (lumbago), peesschedeontsteking (tendovaginitis crepitans), zweepslag (coup de fouet), hernia nuclei pulposi en operatie van hernia (ingewandsbreuken) als beperkt in art. 34.5;
x. xxxxxxxxx (of lumbaal) acceleratieletsel van de wervelkolom (post whiplash syndroom) met even-tuele neuro-psychologische en/of vestibulaire afwijkingen.
31 Strekking van de verzekering
De dekking van deze rubriek geldt ten aanzien van ongevallen, die in-/opzittenden van het verzekerde motorrijtuig overkomen tijdens of ten gevolge van het rijden in/op het op het polisblad genoemde motorrijtuig, het daar in-, op-, af-, of uitstappen en/of het onderweg verrichten van (nood-)reparaties of het verlenen van hulp daarbij, dan wel wanneer een verzekerde zich in verband met de brandstofvoorziening van het motorrijtuig op het terrein van een tankstation bevindt.
32 Omvang van de uitkering
32.1 Overlijden (Rubriek A)
Indien de verzekerde als rechtstreeks gevolg van een ongeval overlijdt, wordt de voor A verzekerde som uitgekeerd met inachtneming van het bepaalde in art. 33.3. Op deze uitkering worden alle bedragen in mindering gebracht die ter zake van hetzelfde ongeval reeds wegens B (zie art. 32.2) zijn uitgekeerd, maar nooit meer dan het voor overlijden volgens A uit te keren bedrag.
32.2 Blijvende invaliditeit (Rubriek B)
Indien de verzekerde als rechtstreeks gevolg van een ongeval blijvend invalide wordt, worden de hierna genoemde percentages van de voor B verzekerde som uitgekeerd, tenzij het bepaalde in art. 33.3 van toepassing is:
bij algeheel verlies van de verstandelijke vermogens 100%
algehele verlamming 100%
bij algeheel verlies van het gezichtsvermogen van beide ogen 100%
bij algeheel verlies van het gezichtsvermogen van één oog 30% indien binnen het kader van deze overeenkomst reeds uitkering is verleend voor het
verlies van een oog wordt bij het verlies van het andere oog uitgekeerd 70%
bij algehele doofheid van beide oren 60%
bij algehele doofheid van een oor 25%
indien binnen deze overeenkomst reeds uitkering is verleend voor algehele doofheid aan
een oor, wordt bij het ontstaan van algehele doofheid van het andere oor uitgekeerd 35% bij algeheel verlies van reuk en smaak 10%
bij algeheel verlies van:
de arm tot in het schoudergewricht 75%
de hand en arm tot in het ellebooggewricht of tussen elleboog- en schoudergewricht 68% de hand tot in het polsgewricht of de hand en arm tussen pols- en ellebooggewricht 60% het been tot in het heupgewricht 70%
de voet en het been tot in het kniegewricht of tussen knie- en heupgewricht 60%
de voet en het been tussen enkel- en kniegewricht 50%
de duim 25%
de wijsvinger 15%
de middelvinger 12%
de ringvinger 10%
de pink 10%
de grote teen 10%
een andere teen 5%
de milt 5%
ingeval van whiplashsyndroom (maximaal) 5%
Onbruikbaarheid wordt met verlies gelijkgesteld. Bij gedeeltelijk verlies wordt een evenredig deel van deze percentages uitgekeerd.
32.2.1 Ter zake van blijvende invaliditeit wordt in totaal nooit meer uitgekeerd dan het maximum bedrag dat wordt uitgekeerd in geval van 100% blijvende invaliditeit van de verzekerde. Bij verlies van verscheidene vingers van een hand wordt nooit meer uitgekeerd dan het bedrag dat wordt uitgekeerd bij verlies van de gehele hand.
32.2.2 Voor alle niet onder art. 32.2.1 genoemde gevallen van blijvende invaliditeit wordt een percentage vastgesteld onafhankelijk van het beroep van verzekerde.
32.2.3 Indien reeds bestaande blijvende invaliditeit door een ongeval wordt vergroot, dan wordt als grondslag voor de uitkering aangehouden een percentage gelijk aan het verschil in graad van invaliditeit voor en na het ongeval.
De vaststelling van dit percentage geschiedt met inachtneming van het in art. 32.2 bepaalde.
32.2.4 Verzekeraars kunnen, wanneer de blijvende aard van de invaliditeit van de verzekerde niet voor hen vaststaat, of wanneer de graad daarvan nog wijziging kan ondergaan, hun beslissing omtrent een uitkering uit hoofde van B uitstellen tot ten hoogste 1 jaar na de dag van melding van het ongeval. Maken zij van dit recht gebruik, dan vergoeden zij aan de begunstigde vanaf het ingaan van de 7e maand na de datum waarop het ongeval is gemeld, een rente gelijk aan de wettelijke rente, te berekenen over het later vast te stellen uitkeringsbedrag uit hoofde van B.
32.2.5 Indien de verzekerde als rechtstreeks gevolg van een ongeval blijvend invalide is geworden en daarna door een niet met dat ongeval verband houdende oorzaak overlijdt, voordat de graad van blijvende invaliditeit is vastgesteld, doen verzekeraars aan de begunstigde(n) van de voor B verzekerde som een uitkering op basis van het percentage blijvende invaliditeit, dat correspondeert met de laatst bekende gegevens ter zake van de te verwachten graad van de blijvende invaliditeit.
32.2.6 Progressieve uitkering
Indien zulks blijkt uit een aantekening op het polisblad, gelden de navolgende progressieve uitkeringspercentages. Bij een blijvende invaliditeitsgraad van ten minste 26% wordt het uitkeringspercentage verhoogd tot de hierna te noemen percentages:
A = invaliditeitsgraad
B = uitkeringspercentage
A | B | A | B | A | B |
26 | 27 | 51 | 78 | 76 | 153 |
27 | 29 | 52 | 81 | 77 | 156 |
28 | 31 | 53 | 84 | 78 | 159 |
29 | 33 | 54 | 87 | 79 | 162 |
30 | 35 | 55 | 90 | 80 | 165 |
31 | 37 | 56 | 93 | 81 | 168 |
32 | 39 | 57 | 96 | 82 | 171 |
33 | 41 | 58 | 99 | 83 | 174 |
34 | 43 | 59 | 102 | 84 | 177 |
35 | 45 | 60 | 105 | 85 | 180 |
36 | 47 | 61 | 108 | 86 | 183 |
37 | 49 | 62 | 111 | 87 | 186 |
38 | 51 | 63 | 114 | 88 | 189 |
39 | 53 | 64 | 117 | 89 | 192 |
40 | 55 | 65 | 120 | 90 | 195 |
41 | 57 | 66 | 123 | 91 | 198 |
42 | 59 | 67 | 126 | 92 | 201 |
43 | 61 | 68 | 129 | 93 | 204 |
44 | 63 | 69 | 132 | 94 | 207 |
45 | 65 | 70 | 135 | 95 | 210 |
46 | 67 | 71 | 138 | 96 | 213 |
47 | 69 | 72 | 141 | 97 | 216 |
48 | 71 | 73 | 144 | 98 | 219 |
49 | 73 | 74 | 147 | 99 | 222 |
50 | 75 | 75 | 150 | 100 | 225 |
32.3 Geneeskundige behandeling (D)
Indien de verzekerde als rechtstreeks gevolg van een ongeval kosten van geneeskundige behandeling moet maken, worden deze kosten tot ten hoogste de voor D verzekerde som vergoed, mits daarin niet op andere wijze is voorzien en nadat en voor zover de bewijsstukken aan verzekeraars zijn overgelegd.
Onder kosten van geneeskundige behandeling worden uitsluitend verstaan honoraria van artsen en kosten gemaakt voor door een arts voorgeschreven behandeling en geneesmiddelen, ziekenhuisverpleging, verbandmiddelen, vervoer naar en van een arts en/of ziekenhuis, aanschaffing van door het ongeval noodzakelijk geworden kunstledematen, een blindengeleidehond of een invalidenwagen.
32.4 Bagage (F)
Indien vermeld op het polisblad geeft rubriek F de verzekerden aanspraak op vergoeding, indien zij in verband met het gebruiken van het verzekerde motorrijtuig schade lijden door vernieling, teniet gaan of beschadiging van de meegevoerde bagage.
Indien in het motorrijtuig aanwezige zaken vernield of beschadigd worden ten gevolge van een het motorrijtuig treffende gebeurtenis als brand, ontploffing, zelfontbranding, botsing, omslaan, van de weg geraken, of enig plotseling van buiten komend onheil, keren verzekeraars de kosten van herstel uit of, indien herstel niet meer mogelijk is, de waarde van die zaken onmiddellijk voor het ontstaan van de schade, verminderd met de eventuele restwaarde.
In geval van vermissing van in het motorrijtuig aanwezige zaken wordt eveneens uitkering verleend, mits die vermissing verband houdt met een hierboven omschreven gebeurtenis. Als een dergelijke gebeurtenis wordt niet beschouwd: het beschadigen van het motorrijtuig met het oogmerk daaruit zaken te ontvreemden.
De voor de uitkering in aanmerking komende zaken zijn: door de verzekerde gedragen kledingstukken, aan de verzekerde in eigendom toebehorende gebruiksvoorwerpen alsmede andere voor persoonlijk gebruik bestemde bagage, met uitzondering van geld, waardepapieren, handelsartikelen, sieraden, kunstvoorwerpen, of artikelen die alleen een verzamelaarwaarde hebben.
De uitkering heeft plaats tot het maximaal voor bagage verzekerde bedrag genoemd op het polisblad en voor zover in de vergoeding niet reeds op andere wijze is voorzien.
33 Maximum uitkeringen
In afwijking van hetgeen hieromtrent is bepaald op het polisblad geldt het volgende.
33.1 Uitkering rubriek A
Voor personen jonger dan 16 of ouder dan 70 geldt een uitkering van ten hoogste EUR 5000,- per verzekerde.
33.2 Uitkering rubriek B
Voor B geldt een uitkering van ten hoogste EUR 10.000,00 per in-/opzittende, indien het personen betreft ouder dan 70 jaar.
33.3 Meerdere verzekerden
De verzekerde bedragen per in-/opzittende worden verminderd in verhouding van het op het polisblad genoemde aantal in-/opzittenden tot het werkelijke aantal in-
/opzittenden, indien zich op het moment van een ongeval meer in-/opzittenden in of op het motorrijtuig bevinden dan op het polisblad genoemde aantal.
34 Beperkingen en uitsluitingen
Naast de uitsluitingen als vermeld in art. 3 zijn op deze rubriek voorts van toepassing de hierna te noemen beperkingen en uitsluitingen.
34.1 Misdrijf
Geen uitkering wordt verleend indien het ongeval is ontstaan bij het door een verzekerde plegen van of deelnemen aan een misdrijf of poging daartoe.
34.2 Alcohol
Geen uitkering wordt verleend indien het ongeval is ontstaan terwijl de bestuurder van het motorrijtuig ten tijde van de gebeurtenis onder zodanige invloed van alcoholhoudende dranken of enig ander genees-, bedwelmend- of opwekkend middel verkeerde, dat de bestuurder niet in staat kon worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen, dan wel dat hem dit door de wet of overheid is of zou zijn verboden.
34.3 Laadruimte
Geen uitkering wordt verleend aan verzekerden, die in de voor zaken bestemde laadruimte van een bedrijfsmotorrijtuig worden vervoerd.
34.4 Eerder letsel
Geen uitkering wordt verleend, indien het ongeval is ontstaan als rechtstreeks gevolg van een bestaande ziekte, gebrek of andere abnormale lichaams- of geestesgesteldheid van de verzekerde, tenzij deze door een onder deze overeenkomst vallend eerder ongeval veroorzaakt werd. Indien daardoor alleen de gevolgen van het ongeval zijn vergroot, wordt bij de vaststelling van de grootte van de uitkering rekening gehouden met de gevolgen welke het ongeval bij de verzekerde zou hebben gehad, indien zodanige afwijking niet zou hebben bestaan.
34.5 Rubriek D
Indien een vergoeding volgens rubriek D is overeengekomen, zoals nader is omschreven in art. 32.3, komt voor de in art. 30.3.2 i genoemde gevallen ten hoogste 1/5 deel van de voor deze rubriek verzekerde som per gebeurtenis voor vergoeding in aanmerking. Voor hernia pulposi wordt slechts eenmaal de hier bedoelde uitkering verleend.
35 Verplichtingen bij een ongeval
Naast de verplichtingen als vermeld in art. 4 rusten op verzekerde de navolgende plichten:
35.1 Melding
Verzekerde is verplicht om aan verzekeraars een ongeval te melden binnen 3 maanden na het plaatsvinden ervan, met dien verstande dat een ongeval waaruit een recht op uitkering ingevolge art. 32.3 kan ontstaan, moet zijn aangemeld binnen 14 dagen nadat het ongeval zich heeft voorgedaan.
Wordt de aangifte later gedaan, dan kan toch recht op uitkering ontstaan, mits ten genoegen van verzekeraar is aangetoond:
- dat de blijvende invaliditeit en/of geneeskundige behandeling het uitsluitend gevolg is van een ongeval in de zin van deze overeenkomst;
- dat de gevolgen van het ongeval niet door ziekte, gebrekkigheid of een abnormale lichaams- of geestesgesteldheid zijn vergroot;
- dat de verzekerde in alle opzichten de voorschriften van de behandelend arts heeft opgevolgd.
35.2 Behandeling
De verzekerde is verplicht zich onverwijld onder behandeling van een bevoegd geneesheer te stellen en niets te verzuimen dat spoedig herstel kan bevorderen.
35.3 Medewerking
De verzekerde en/of begunstigde(n) is (zijn) verplicht alle medewerking te verlenen ter vaststelling van aard en omstandigheden van het ongeval - waaronder begrepen het geven van toestemming tot het verrichten van sectie - alsmede ter vaststelling van de mate van blijvende invaliditeit.
35.4 Overlijden
Indien verzekerde komt te overlijden vervalt ieder recht op uitkering indien de erven of de begunstigden niet ten minste 48 uur voor de begrafenis of verassing aan verzekeraars kennisgegeven hebben van het overlijden.
36 Geschillen
36.1 Hoogte
Geschillen uitsluitend de hoegrootheid van uitkeringen en vergoedingen uit hoofde van deze rubriek betreffende, worden onderworpen aan de uitspraak van een commissie van advies, bestaande uit drie leden, wier uitspraak door partijen wordt aanvaard als een bindend advies.
36.2 Commissie van Advies
De leden van de commissie van advies worden gekozen uit personen, die geacht mogen worden deskundig te zijn ter zake van het onderwerp van geschil. Elk van beide partijen wijst één lid aan; deze twee leden benoemen in gemeenschappelijk overleg het derde lid..
36.3 Geschil bij benoeming
Komen zij ter zake van die benoeming niet tot overeenstemming, dan wordt het derde lid benoemd door de Kantonrechter te Amsterdam op eenvoudig verzoekschrift van partijen of van de meest gerede partij, welke dan aan haar wederpartij van de indiening van dat verzoekschrift kennis geeft. Van die benoeming van de leden van de commissie van advies moet blijken uit een door partijen en die leden ondertekende akte, welke tevens inhoudt een omschrijving van het onderwerp van
36.4 Kosten
Elke partij draagt de kosten van het door haar aangewezen lid; de kosten van het derde lid worden door elke partij voor de helft gedragen; het derde lid is bevoegd, alvorens de zaak in behandeling te nemen, van partijen depot te verlangen tot een door hem te bepalen bedrag als zekerheid voor de voldoening van zijn kosten; partijen zijn tot het stellen van een zodanig depot verplicht.
36.5 Andere geschillen
Wanneer, behalve geschillen bedoeld in art. 36.1, ook andere geschillen uit deze overeenkomst voortvloeiende, zijn ontstaan, zijn in afwijking van het bepaalde in art.
36.1 ook de eerstvermelde geschillen onderworpen aan de rechtspraak van de in Nederland bevoegde rechter.
Rubriek III Verzekeringsvoorwaarden Schade In- en Opzittenden
37 Verzekerden
In afwijking van het bepaalde in artikel 1.5 van de Algemene Voorwaarden zijn verzekerden degenen die op het moment van een in art. 38 omschreven gebeurtenis met toestemming van een daartoe bevoegde persoon zich in of op het motorrijtuig bevinden, dan wel daar in-, op-, af- of uitstappen.
38 Omschrijving van de dekking
38.1 Schade
De verzekering geeft recht op vergoeding van de schade die een verzekerde lijdt als gevolg van een hierna in artikel 38.2 omschreven gebeurtenis.
Onder schade wordt verstaan:
- schade ten gevolge van letsel of benadeling van de gezondheid, al dan niet de dood ten gevolge hebbend;
- schade ten gevolge van beschadiging of verloren gaan van met het motorrijtuig meegevoerde zaken die behoren tot de particuliere huishouding van een verzekerde tot een maximum van EUR 1.600,00;
- motorrijtuigen of aanhangwagens / caravans en de daarmee vervoerde zaken worden uitdrukkelijk niet als zodanige meegevoerde zaken aangemerkt.
De verzekering biedt geen dekking voor schade door beschadiging of verlies van:
- geld en geldswaardige papieren;
- accessoires/toegevoegde zaken als bedoeld in deze polisvoorwaarden;
- communicatieapparatuur (mobiele telefoons/navigatieapparatuur);
- elektronica en computerapparatuur (laptops e.d.);
- losse sieraden.
38.2 Gedekte gebeurtenissen
Als gedekte gebeurtenis gelden:
- een ongeval, waaronder te verstaan een plotseling onverwacht van buiten komend onheil, op het lichaam van de verzekerde inwerkend geweld dat rechtstreeks een medisch vast te stellen letsel doet ontstaan;
- een verkeersongeval, zijnde een botsing, aan- of overrijding waarbij het motorrijtuig is betrokken.
De verzekering geeft tevens dekking ingeval een zodanige gebeurtenis een verzekerde overkomt bij het onderweg verrichten van een (nood-)reparatie aan het motorrijtuig of het verlenen van hulp daarbij, dan wel wanneer hij zich in verband met de brandstofvoorziening van het motorrijtuig op het terrein van een tankstation bevindt.
39 Schade
39.1 Vaststelling vergoeding/rechthebbende
Bij schade als gevolg van dood of verwonding wordt de hoogte van de schade vastgesteld overeenkomstig de daartoe strekkende bepalingen van het Burgerlijk Wetboek en de maatstaven van het burgerlijk recht. Als rechthebbende krachtens deze verzekering gelden nooit anderen dan de rechtstreeks bij de schadegebeurtenis betrokken verzekerden - voor zover deze natuurlijke personen zijn - of hun nagelaten betrekkingen.
39.2 Verzekerd bedrag
Het in de polis vermelde verzekerde bedrag geldt als maximum vergoeding per gebeurtenis en tevens per motorrijtuig, voor alle verzekerden tezamen.
39.3 Gordel/helm
Indien verzekerde, in strijd met een wettelijke verplichting, geen veiligheidsgordel of helm droeg, wordt de schadevergoeding verminderd met 25%, tenzij verzekeringnemer gehouden is de volledige schade aan de verzekerde te vergoeden.
39.4 Dekking krachtens rubriek IA (aansprakelijkheid)
Als vaststaat dat naar aanleiding van de schadegebeurtenis een beroep kan worden gedaan op de dekking van rubriek IA (aansprakelijkheid) zal vergoeding van schade geschieden krachtens die rubriek.