Contract
Provinciaal reglement betreffende de subsidiëring van intergemeentelijke samenwerkingsinitiatieven voor de uitbouw van een laagdrempelige medisch-sociale opvang van drugverslaafden
of medisch-sociaal inlooppunt (msip)
Gecoördineerde versie
Artikel 1 - Doel
Binnen de perken van het goedgekeurde budgetkrediet en in overeenstemming met de bepalingen van dit reglement, kan de Deputatie samenwerkende lokale besturen financieel ondersteunen in het kader van de uitbouw van een specifiek laagdrempelig medisch-sociaal hulpverleningsaanbod aan drugverslaafden, verder genoemd een “medisch- sociaal inlooppunt” (msip).
Het doel is te komen tot een betere regionale spreiding van het laagdrempelig hulpverleningsaanbod voor mensen met een afhankelijkheidsprobleem met drugs en een verhoogde toegankelijkheid ervan voor moeilijk bereikbare groepen. Een gebiedsgerichte werking moet een wederwoord bieden aan de regionale concentratie van het drughulpaanbod. In elke regio manifesteert de drugproblematiek zich op een specifieke wijze wat noopt tot een gedifferentieerde aanpak.
Vanuit een tekort aan een efficiënte laagdrempelige hulpverlening wil het project het bereik van de doelgroep drugverslaafden (in het bijzonder heroïneverslaafden) en daardoor de preventie- en behandelingsmogelijkheden vergroten. Een meer intensieve individuele begeleiding binnen de regio moet mogelijk geworden.
Artikel 2 - Intergemeentelijke samenwerking
Om een beroep te kunnen doen op deze financiële ondersteuning, dienen de gemeenten
ofwel een samenwerking aan te gaan met één of meerdere omliggende gemeenten.
Deze samenwerking kan ofwel geformaliseerd worden in een intergemeentelijke samenwerkingsovereenkomst conform het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, met keuze tussen een samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid of met rechtspersoonlijkheid, ofwel gebeuren binnen een bestaand of feitelijk samenwerkingsverband.
ofwel een “kleine stad met een kleinstedelijke invloedssfeer” zoals bepaald in het decreet van 23 mei 2003 betreffende de indeling in zorgregio's en betreffende de samenwerking en programmatie van gezondheidsvoorzieningen en welzijnsvoorzieningen waarbij “de kleinstedelijke invloedssfeer in het model centraal staat, aangezien dit het niveau is waarop de centra - het weze een kleine, een regionale of een grote stad - hun aantrekkingskracht uitoefenen voor functies die weliswaar het gemeentelijke niveau overstijgen maar toch nog vrij courant zijn ”.
Artikel 3 – Uitbouw van een hulpverleningsnetwerk
De projectaanvraag moet kaderen binnen het provinciale impulsbeleid om te komen tot een regionale spreiding van de medisch-sociale opvang van drugverslaafden met het oog om op korte termijn te streven naar een structurele verankering (zie ook artikel 7).
De uitbouw van een msip moet gezien worden als een onderdeel van een werken aan een ruimer regionaal netwerk. De subsidieaanvragers engageren zich tot de ontwikkeling van een regionaal netwerk drughulpverlening als onderdeel van het provinciale zorgcircuit middelenmisbruik, via een samenwerkingsovereenkomst waarbij de deelnemende voorzieningen zich engageren om samen het drugprobleem aan te pakken, te streven naar betere afstemming en doorstroming binnen de regio, en samen te ijveren voor een oplossing voor lacunes in het bestaand hulpaanbod.
Bij voorkeur worden per regio één van de volgende actiepunten gerealiseerd, in sa- menwerking met alle relevante partners (preventie, welzijn, geestelijke gezondheidszorg, …) en lokale besturen:
1) De uitbouw van een regionaal zorgtraject drughulpverlening;
2) De uitbouw van een regionaal zorgtraject spoed- en crisisopvang;
3) Het opstarten van de module cliëntenoverleg, met daaraan gekoppeld eventueel een module case management.
Artikel 4 - De provincie voorziet in een financiële ondersteuning
Het provinciebestuur voorziet voor de ondersteuning voor 75% van de onkosten van het msip, met een maximumbedrag van € 12.500,00.
In het budget is hiervoor het artikel 87102-64007 ”subsidies voor intergemeentelijke samenwerking i.k.v. laagdrempelige medisch-sociale hulpverlening aan drugverslaafden" voorzien.
Komen in aanmerking voor provinciale subsidiëring: werkingskosten, lonen en honoraria, opleidingskosten, voor zover de kosten hiervan niet voortspruiten uit de reguliere werkzaamheden.
Komen niet in aanmerking voor provinciale subsidiëring: huur of aanschaf van voertuigen, werkruimtes of meubilair, kosten voor nutsvoorzieningen en bureautica, kosten voor omkadering bij ontvangsten en allerhande catering, zitpenningen of andere vergoedingen voor deelnemers aan werkoverleg of bestuurlijke advisering.
Loon- en werkingskosten die reeds door hogere overheden worden gesubsidieerd kunnen niet in rekening gebracht worden voor het provinciale project.
Elke gemeente die een msip huisvest, zorgt voor de nodige logistieke voorzieningen (consultatieruimte, bureautica,…) voor een optimale dienstverlening en heeft bijzondere aandacht voor de veiligheid van de hulpverleners in hun contacten met de doelgroep.
De Deputatie kan als bijkomende voorwaarde van subsidiëring een actieve inhoudelijke betrokkenheid bij de operationele sturing van het project vanwege de dienst
Preventie, Hulpverlening en Zorg van het Provinciebestuur vooropstellen, waarbij een ambtenaar ervan deelneemt aan relevante opvolgingsvergaderingen.
Artikel 5 – Wettelijke vereisten
Met de provinciale subsidie wordt een arts aangesteld als medisch verantwoordelijke van het msip. Het msip en de arts binnen dit project voldoen aan de voorwaarden opgelegd volgens KB “tot reglementering van de behandeling met vervangingsmiddelen” van 24 maart 2004, gewijzigd via KB 6 oktober 2006.
Het msip wordt uitgebouwd in nauwe samenwerking met en onder supervisie van een erkend (RIZIV-geconventioneerd) ‘centrum voor behandeling van toxicomanen’.
Artikel 6 – Dienstverlening van het msip
De dienstverlening bestaat uit twee luiken:
• De medische begeleiding bestaat uit volgende taken:
o opstarten substitutietherapie bij opiaatafhankelijkheid;
o gezondheidsvoorlichting en -opvoeding: vb. veilig spuitgebruik, SOA- voorlichting, TBC-screening...;
o preventie: vb. vaccinatiecampagne hepatitis B, spuitenruil, ….;
o curatieve taken, advies en behandeling bij acute gezondheidsproblemen; verpleegkundige taken zoals wondzorg...;
o bloedafname, urinecontroles, zwangerschapstesten;
o doorverwijzing naar meer gespecialiseerde centra: vb. residentiële centra indien ambulante begeleiding faalt; samenwerken met lokale huisartsen en specialisten.
• Binnen het luik psycho-sociale begeleiding wordt getracht de problemen op sociaal, familiaal, financieel, justitieel en professioneel vlak in kaart te brengen en in samenspraak met de cliënt wordt naar oplossingen gezocht.
Artikel 7 – Aanvraag en subsidieperiode
De aanvraag voor financiële ondersteuning dient schriftelijk te gebeuren, gericht aan het Provinciebestuur Oost-Vlaanderen, dienst Preventie, Hulpverlening en Zorg, Xxxxxxx Xxxxxxxxxxx 2 te 0000 Xxxx.
Een projectjaar loopt analoog aan het kalenderjaar, van 1 januari tot 31 december.
De aanvragen moeten voor uiterlijk 1 april van het lopend budgetjaar gebeuren, en indien het een projectverlenging betreft, samen met het activiteitenverslag, begroting en resultatenrekening. Bij projectverlenging wordt de subsidie berekend aan de hand van de weerhouden kosten van het vorige jaar.
De poststempel of de datum van het ontvangstbewijs gelden telkens als bewijs. Het dossier moet ten minste volgende stukken bevatten:
1. een motivering van de aanvraag van de subsidie;
2. een gedetailleerde probleemanalyse en omschrijving van het project (doelgroep, doel en modaliteiten van uitvoering van het project; elke wijziging moet onmiddellijk worden meegedeeld);
3. een formeel bewijs van intergemeentelijke samenwerking ofwel van statuut van ‘kleine stad” conform het zorgregiodecreet (zie artikel 2);
4. coördinaten van de contactpersoon;
5. een begroting van de kosten.
Indien het budget ontoereikend is om alle projectaanvragen te subsidiëren, wordt het krediet procentueel verdeeld over de weerhouden projecten.
De subsidieaanvraag geldt voor één jaar – de aanstelling van een arts moet uiterlijk zes maand na de toekenning gebeuren.
Projecten kunnen met ingang van 1 januari 2011 maximaal voor 4 jaar gesubsidieerd worden. Binnen deze periode zoeken de projectaanvragers een structurele financiering en inbedding van het project (vb. een RIZIV-erkenning).
De Deputatie verbindt aan de uitbetaling van het subsidiebedrag de voorwaarden die zijn vermeld in de wet van 14 november 1983 en het provinciaal reglement van 12 oktober 2005 met betrekking tot de controle op de toekenning en op de aanwending van toelagen en de reservevorming met provinciale subsidies.
De activiteiten betoelaagd op grond van onderhavig reglement komen niet meer in aanmerking voor betoelaging op basis van een ander provinciaal reglement.
Artikel 8 - Controle
Het Provinciebestuur heeft het recht om de aanwending van de subsidies te (laten) controleren. Zij kan overgaan tot inspectiebezoeken en op haar verzoek worden haar de nodige inlichtingen en documenten verstrekt.
Indien blijkt dat de subsidie niet wordt aangewend voor het doel waarvoor ze is toegekend zal de subsidie worden teruggevorderd.
Indien blijkt dat onjuiste gegevens werden opgenomen in de subsidieaanvraag of in de in te dienen stukken of dat het reglement niet correct werd nageleefd, kan de Deputatie, onverminderd het voorgaande lid, de toegekende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen.
Artikel 9 – Betwistingen
De Deputatie beslist over alle betwistingen met betrekking tot de toepassing van dit reglement.
Artikel 10 – Inwerkingtreding
Dit reglement treedt onmiddellijk in werking. Als overgangsmaatregel wordt de uiterste indiendatum voor projecten in 2011 eenmalig verschoven naar 31 augustus 2011.