VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
DE RAAD
ZITTING 2022-2023 | Nr. 11 |
INTEGRAAL VERSLAG
Vergadering van vrijdag 23 juni 2023 Ochtendvergadering
INHOUD
Regeling van de werkzaamheden........................................................................................
Wijziging in de samenstelling van de Raad en het College en wijziging in de samenstelling van de Commissies .......................................................................................
Regeling van de werkzaamheden........................................................................................
VRAAG OM UITLEG (R.v.O., art. 59) ..........................................................................................
- van xxxxxxx Xxx Xxxxxxxx aan mevrouw Xxxx Xxx xxx Xxxxxx, collegevoorzitter bevoegd voor Begroting, Welzijn, Gezondheid, Gezin en Stedelijk beleid, betreffende de ondersteuning van eenoudergezinnen
Sprekers: Xxx Xxxxxxxx – Xxxxxx Xxxxxxx – Xxxx Xxx xxx Xxxxxx, collegevoorzitter
SAMENGEVOEGDE VRAGEN OM UITLEG (R.v.O., art. 59, 6, b) .................................................
- vraag om uitleg van xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxx aan de xxxx Xxxx Xxxx, collegelid bevoegd voor Onderwijs en Scholenbouw, betreffende de uitstroom van leerkrachten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
- vraag om uitleg van de xxxx Xxxxxx Xxxxxxxxxx aan de xxxx Xxxx Xxxx, collegelid bevoegd voor Onderwijs en Scholenbouw, over het schrappen van examens en lesdagen vanwege een leerkrachtentekort
- vraag om uitleg van de xxxx Xxxxxxxx Xxxxxxx-Xxxxx aan de xxxx Xxxx Xxxx, collegelid bevoegd voor Onderwijs en Scholenbouw, over de vierdaagse schoolweek in twee Brusselse scholen
- vraag om uitleg van de xxxx Xxxxxx Xxxxxxxxxxx aan de xxxx Xxxx Xxxx, collegelid bevoegd voor Onderwijs en Scholenbouw, betreffende de vierdaagse schoolweek in basisscholen De Weg-Wijzer en Papageno in Evere
- vraag om uitleg van xxxxxxx Xxx Xxxxxxxx aan de xxxx Xxxx Xxxx, collegelid bevoegd voor Onderwijs en Scholenbouw, betreffende de vierdaagse schoolweek
Sprekers: Xxxxxx Xxxxxxx – Xxxxxx Xxxxxxxxxx – Xxxxxxxx Xxxxxxx-Xxxxx – Xxxxxx Xxxxxxxxxxx
– Xxx Xxxxxxxx – Xxxxxxx Xxxxxxx – Xxxxxx Xxxxxx – Xxx Xxxxxxxx – Xxxx Xxxx, collegelid
VRAGEN OM UITLEG (R.v.O., art. 59) .......................................................................................
- van xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxx aan de xxxx Xxxx Xxxx, collegelid bevoegd voor Onderwijs en Scholenbouw, betreffende de samenwerking tussen OCB en Leerpunt
Sprekers: Xxxxxxx Xxxxxxx – Xxxxxx Xxxxxxxxxxx – Xxxx Xxxx, collegelid
- van de xxxx Xxxxxx Xxxxxxxxxxx aan de xxxx Xxxx Xxxx, collegelid bevoegd voor Onderwijs en Scholenbouw, betreffende de capaciteit van de OKAN-klassen
Sprekers: Xxxxxx Xxxxxxxxxxx – Xxxx Xxxx, collegelid
- van de xxxx Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxx aan mevrouw Xxx Xxxxxxxx, collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Gemeenschapscentra, betreffende de resultaten en aanbevelingen van het traject relatie tussen jongeren en de politie Zuid
Sprekers: Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxx – Xxx Xxxxxxxx – Ans Persoons, collegelid
ACTUALITEITSVRAAG (R.v.O., art. 60) .....................................................................................
- van xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxx aan mevrouw Xxx Xxxxxxxx, collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Gemeenschapscentra, betreffende de toekomst van Villa Montald/De Schakel Sprekers: Xxxxxx Xxxxxxx – Ans Persoons, collegelid
Bijlagen ....................................................................................................................................
Trefwoordenregister ...........................................................................................................
11de vergadering
Vergadering van vrijdag 23 juni 2023 OCHTENDVERGADERING
De vergadering wordt om 9.34 uur geopend. Voorzitter: de xxxx Xxxxx Xxxxxx
REGELING VAN DE WERKZAAMHEDEN
De voorzitter: Mijn vraag om uitleg aan collegelid Xxxx Xxxx betreffende de vierdaagse schoolweek zal door xxxxxxx Xxx Xxxxxxxx worden gesteld.
Mijn andere vragen om uitleg gericht aan collegevoorzitter Xxxx Xxx xxx Xxxxxx en collegelid Xxxx Xxxx worden omgezet in schriftelijke vragen.
WIJZIGING IN DE SAMENSTELLING VAN DE RAAD EN HET COLLEGE EN WIJZIGING IN DE SAMENSTELLING VAN DE COMMISSIES
De voorzitter: Tijdens de plenaire vergadering deze ochtend is het Brussels Hoofdstedelijk Parlement werd overgegaan tot de installatie en de eedaflegging van mevrouw Xxx Xxxxxxxx in de hoedanigheid van gewestelijk Staatssecretaris, ter vervanging van de xxxx Xxxxxx Xxxx, ontslagnemend.
De xxxx Xxxxxx Xxxx heeft opnieuw zitting als parlementslid. Xxxxxxx Xxxxx Xxxxx neemt opnieuw de plaats in van eerste opvolger op de one.brussels-Vooruit-lijst.
Na de installatie van mevrouw Xxx Xxxxxxxx als lid van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, werden haar door middel van een collegebesluit de bevoegdheden Cultuur, Jeugd, Sport, Gemeenschapscentra, Muntpunt en Etnisch-culturele minderheden toegewezen.
Xxxxxxx Xxx Xxxxxxxx, fractievoorzitter van one.brussels-Vooruit, deelt mee dat ze de xxxx Xxxxxx Xxxx wenst voor te dragen als effectief lid van de Commissie voor Cultuur, Jeugd en Sport en als plaatsvervanger in de Commissie voor Onderwijs en Scholenbouw enerzijds, en de Commissie voor Welzijn, Gezondheid en Gezin anderzijds.
De xxxx Xxxxxx Xxxx zal eveneens deel uitmaken van de Samenwerkingscommissie.
REGELING VAN DE WERKZAAMHEDEN
De voorzitter: Aangezien mevrouw Xxx Xxxxxxxx voor de aanvang van deze vergadering vergadering de bevoegdheden Cultuur, Jeugd en Sport heeft toegewezen gekregen, zal zij de vragen van de xxxx Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxx en xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxx kunnen beantwoorden. Welkom mevrouw Xxxxxxxx. (Applaus)
Collegevoorzitter Xxxx Xxx xxx Xxxxxx vraagt om als eerste aan de beurt te komen om haar vraag te beantwoorden. Kan de Raad hiermee instemmen? (Instemming)
VRAAG OM UITLEG (R.v.O., art. 59)
Ondersteuning van eenoudergezinnen
Xxxxxxx Xxx Xxxxxxxx (one.brussels-Vooruit): Enkele weken geleden waren de alleenstaande moeders van Mamans Soloeotop te gast in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement. Zij vroegen meer aandacht voor eenoudergezinnen bij de beleidskeuzes. De combinatie van werk en gezin is niet makkelijk voor alleenstaande ouders, zeker omdat ze alle kosten moet dragen uit een inkomen. Het is belangrijk dat ze voldoende ondersteuning krijgen. Ook de VGC kan hierin een rol spelen.
In het Brussels Plan Eenoudergezinnen uit 2021 werd gesteld dat de VGC wil inzetten op de uitbreiding van de capaciteit van Nederlandstalige kinderopvangvoorzieningen met tarieven die gebaseerd zijn op het gezinsinkomen, en dat er speciale aandacht moet gaan naar gemeenten met lagere gemiddelde inkomens. Voor eenoudergezinnen is een laagdrempelige toegang tot betaalbare kinderopvang vaak cruciaal. De sector kampt met een enorm personeelstekort, we moeten waakzaam zijn dat niet de meest kwetsbaren hier het grootste slachtoffer van worden.
De VGC heeft ook andere hefbomen om steun te bieden aan alleenstaande ouders, via de ondersteuning van organisaties die zich richten op deze groep. Sinds 2019 biedt het Eenoudergezinnen’thuis een onthaalruimte aan voor alleenstaande ouders. Hier kunnen ze terecht voor een luisterend oor, maar ook voor psychosociale en juridische bijstand. Ook het CAW Brussel biedt verschillende vormen van ondersteuning aan voor alleenstaande ouders.
Voor one.brussels-Vooruit is het essentieel blijvende aandacht te hebben voor eenoudergezinnen.
Geeft de VGC steun aan projecten of organisaties die zich specifiek inzetten voor eenoudergezinnen?
Bestaat er een samenwerking tussen de VGC en het Eenoudergezinnen’thuis in Vorst?
Is er een specifieke steun van de VGC aan het CAW Brussel voor de ondersteuning van eenoudergezinnen?
Zijn er kinderopvangvoorzieningen gebaseerd op gezinsinkomen bijgekomen deze legislatuur? Indien ja, was dit in gemeenten met lagere gemiddelde inkomens? Indien neen, waarom niet?
Op welke manier wordt er bij de Nederlandstalige kinderopvang in Brussel rekening gehouden met de situatie van alleenstaande ouders? Heeft het Lokaal Loket Kinderopvang in Brussel een specifieke aanpak voor eenoudergezinnen?
Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxx (cd&v): Ik wil vooreerst mevrouw Xxx Xxxxxxxx feliciteren. Het is goed om te zien dat het College verder vervrouwelijkt, al is het maximum nu misschien bereikt.
Het thema van deze vraag ligt ook mij nauw aan het hart. Ik was ook aanwezig op een deel van de bewuste studiedag. Xxxxxxx Xxx Xxxxxxxx heeft de problematiek goed onder de aandacht gebracht. Het gaat daarbij zeker ook om de werkende alleenstaande ouder. Veel van de bestaande initiatieven richten zich op de meest kwetsbaren, namelijk laaggeschoolde en werkloze vrouwen. We mogen niet vergeten dat er veel alleenstaande ouders zijn die wel werken maar die het daarom nog niet per se veel gemakkelijker hebben. Het is niet omdat je werkt dat je een goed inkomen hebt. Vaak blijft het nog altijd moeilijk om het einde van de maand te halen. Bovendien heeft een aantal moeders mij tijdens de studiedag maar ook op andere momenten gesignaleerd dat het extra moeilijk is omdat zij heel veel ballen tegelijk in de lucht moeten houden: de job, de zorg voor het kind, het huishouden... Ze hebben ook niet altijd veel tijd om dingen uit te zoeken, om instanties te bezoeken, om bij het OCMW of andere hulpinstanties aan te kloppen enzovoort.
Wanneer ik praat met alleenstaande ouders, word ik het meest getroffen door het sociaal isolement. Doordat zij er alleen voor staan, vallen zij in het weekend vaak in een zwart gat, zeker wanneer de kinderen bij de andere ouder verblijven. Ze hebben vaak niet de tijd en ook geen budgettaire ruimte om een ruime vrienden- en kennissenkring uit te bouwen. Dan komt er weleens eenzaamheid om de hoek loeren. We zouden toch elke alleenstaande ouder, mama of papa, een thuis moeten toewensen.
Besteedt u in uw beleid voldoende aandacht aan de doelgroep van werkende alleenstaande ouders, die misschien net boven de kansarmoedegrens zitten? Hoe bereikt u die groep? Zijn er initiatieven, projecten op hun maat, die tegemoetkomen aan hun noden?
Collegevoorzitter Xxxx Xxx xxx Xxxxxx: Ik zal eerst ingaan op het brede gezinsondersteunende beleid van de VGC, waarvan de ondersteuning van eenoudergezinnen deel uitmaakt. Daarna ga ik in op de uitbreiding van de Nederlandstalige kinderopvang in Brussel en op de rol van het Lokaal Loket Kinderopvang.
De VGC voorziet in gezinsondersteuning via de Huizen van het Kind in Brussel. Eerder deze week hebben we, samen met Vlaams minister Xxxxx Xxxxxxx, de nieuwe geïntegreerde werking van de Brusselse Huizen van het Kind voorgesteld. Dit deden we tijdens de kick-off samen met de partners van de toekomstige Huizen van het Kind in Brussel.
Deze fysieke locaties bieden naast de bekende consultatiebureauwerking van Kind & Gezin ook andere vormen van ondersteuning, zoals ontmoeting of opvoedingsondersteuning. Naast zeven fysieke locaties blijven er ook elf bestaande ankerpunten met de klassieke
consultatiebureaus, een warm onthaal en informele ontmoeting. Het totale aantal locaties blijft daardoor gelijk aan de voorbije jaren, namelijk achttien. Dat is ook belangrijk, gezien de goede samenwerking met de Vlaamse Regering. Sommige van de ankerpunten kunnen in de toekomst ook verder uitgroeien tot volwaardige fysieke locatie Huis van het Kind.
Met de vernieuwde aanpak gaan we de verschillende vormen van gezinsondersteuning beter integreren. We brengen organisaties samen op een fysieke plek in de buurt en zorgen voor een vlotte doorverwijzing. Kindercampus Xxxxxxxx is daarvan een mooi voorbeeld, met naast een consultatiebureau ook nog vele andere diensten. Deze drempelverlagende aanpak is voor elk gezin en zeker ook voor kwetsbare gezinnen en eenoudergezinnen van belang. We beseffen zeker dat kwetsbaarheid veel meer kan inhouden dan alleen het financiële aspect, zoals het isolement en het gebrek aan ruimte om alles in goede banen te leiden.
De VGC zorgt voor de versterking van de outreachende werking van het CAW, die gericht is op het sneller detecteren van hulpvragen bij gezinnen via de scholen. Het CAW bereikt hierdoor gezinnen die anders niet de weg naar hulpverlening zouden vinden. We weten dat we op die manier zeker ook eenoudergezinnen bereiken en ondersteunen, hoewel dit initiatief niet specifiek gericht is op deze doelgroep. Maar in de praktijk zie je dat dat ook voor deze specifieke doelgroep werkt. Niet iedereen heeft inderdaad de tijd om zijn weg te zoeken in het kluwen van het ondersteuningsaanbod.
Het Eenoudergezinnen’thuis in Vorst opende in 2019 de deuren en wordt ondersteund door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC). Hoewel de VGC hierbij geen directe betrokkenheid heeft, maakt het wel deel uit van het brede ecosysteem aan ondersteunings- aanbod voor gezinnen. Het model van Huis van het Kind zet het gezin centraal en bevordert verbindingen tussen alle beschikbare ondersteuning door meer netwerkvorming en betere samenwerking.
De kinderopvang met inkomensgerelateerd tarief is essentieel in Brussel en het aanbod moet omhoog, zeker ook gezien de armoedeproblematiek waar veel gezinnen en hun kinderen mee te maken hebben. Ook voor eenoudergezinnen kan betaalbare kinderopvang het verschil maken en de noodzakelijke ondersteuning bieden om hun leven te organiseren en werk of een opleiding te combineren.
In 2021 hebben we samen met de Vlaamse Gemeenschap een oproep gedaan voor de omschakeling van 100 bestaande plaatsen met vrije prijs naar inkomenstarief en voor de uitbreiding van 148 nieuwe plaatsen met inkomenstarief. In de scoring van de dossiers werd de toegankelijkheid voor voorrangsgroepen en kwetsbare groepen zoals eenoudergezinnen meegenomen. We kozen hierbij expliciet om uit te breiden in gemeenten en wijken met een lage dekkingsgraad.
De cartografiestudie die de VGC in 2021 liet uitvoeren, toonde aan dat de spreiding van de plaatsen met inkomenstarief ongelijk was tussen gemeenten met hogere en lagere inkomens. Door de nieuwe plaatsen in te zetten op de regio’s met een lage dekkingsgraad, pakken we de achterstand aan.
In 2021 vond de omschakeling en uitbreiding plaats in de gemeenten Anderlecht, Sint-Gillis, Schaarbeek, Sint-Xxxx-Molenbeek, Sint-Joost-ten-Node, Elsene, Etterbeek en Vorst. Met
uitzondering van Elsene en Etterbeek hebben deze gemeenten een lager gemiddeld inkomen dan het gewestelijk gemiddelde.
In 2022 heeft de VGC met eigen middelen bijkomend 177 plaatsen gefinancierd in 4 nieuwe kinderdagverblijven op locaties waarin de VGC al had geïnvesteerd. Deze uitbreiding vond plaats in Anderlecht, Stad Brussel en Sint-Xxxx-Molenbeek, opnieuw gemeenten met lagere gemiddelde inkomens.
Daarnaast hebben we in 2021 nog 4 plaatsen uitgebreid in de dringende opvang. Dringende opvangplaatsen zijn plaatsen bedoeld voor gezinnen dat binnen een maand opvang nodig hebben. Hoewel het aantal nieuwe plaatsen beperkt is, zijn ze toch van groot belang voor gezinnen, waaronder eenoudergezinnen, die op deze manier hun leven kunnen organiseren.
Momenteel loopt er bij de Vlaamse Gemeenschap ook een oproep voor de omschakeling van kinderopvang met vrije prijs naar kinderopvang met inkomenstarief. De Vlaamse overheid geeft vooral voorrang aan kinderdagverblijven die een mix van inkomenstarief en vrije prijs toepassen. Het Agentschap Opgroeien neemt uiterlijk op 19 september 2023 een beslissing. Net als in Gent en Antwerpen was de VGC niet betrokken bij het stellen van prioriteiten of scoring, maar ik ga ervan uit dat de gebruikelijke criteria worden gebruikt.
Tot slot, wil ik ingaan op het Lokaal Loket Kinderopvang (LLK). Het LLK kreeg van de VGC de opdracht om de toegankelijkheid voor kwetsbare groepen te vergroten. Het LLK creëerde op hun website de mogelijkheid voor kinderdagverblijven om voorrang te geven aan die kwetsbare groepen, waartoe ook eenoudergezinnen kunnen behoren. Het LLK begeleidt kinderdagverblijven ook specifiek in het opzetten van die voorrangsregels in het opnamebeleid en bij het verlagen van drempels in het algemeen.
Xxxxxxx Xxx Xxxxxxxx (one.brussels-Vooruit): Waarom werd de VGC niet direct betrokken bij het project Eenoudergezinnen’thuis in Vorst? Het gaat hierbij niet over gescheiden mensen, veelal uit de middenklasse, die een week op twee de kinderen hebben, maar over de zeer kwetsbare groep van alleenstaande ouders – meestal moeders – die het merendeel van de tijd alleen instaan voor hun kinderen en vaak geen alimentatiegeld krijgen. Er is voor hen echt nood aan een integrale aanpak. Dat blijkt ook uit de werking in Vorst. Een samenwerking valt dan ook te overwegen.
Het is positief dat er in buurten met lage inkomens meer kinderopvang wordt gecreëerd, maar gaan die plaatsen ook effectief naar de kwetsbare gezinnen uit de buurt? Mensen uit de middenklasse of rijkere gezinnen die op zoek zijn naar een kinderopvang, kunnen zich indien nodig ook gemakkelijker verplaatsen naar de andere kant van de stad.
Collegevoorzitter Xxxx Xxx xxx Xxxxxx: Eenoudergezinnen’thuis in Vorst wordt ondersteund door de GGC, maar dat wil niet zeggen dat er geen samenwerking is. Het is net de bedoeling van de Huizen van het Kind om het werkveld samen te brengen. De VGC hoeft daarom geen inrichtende macht of organisator te zijn. Ook het LLK onderneemt verschillende drempelverlagende initiatieven. Het is belangrijk om kwetsbaarheid ruim te beoordelen zodat de mensen geholpen worden die dreigen uit de boot te vallen, liefst zo outreachend mogelijk.
- Het incident is gesloten.
SAMENGEVOEGDE VRAGEN OM UITLEG (R.V.O., art. 59, 6, b)
De vierdaagse schoolweek
Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxx (cd&v): Het is niet de eerste keer en zal ook niet de laatste keer zijn dat we het hebben over de uitstroom van leerkrachten. Vorige week kwam dit aan bod naar aanleiding van de vierdagenschoolweek, maar mijn aandacht werd een tijd geleden getrokken door een dubbelinterview met de heren Xxxxxx Xxxxx en Xxxx Xxxxxxxxxx, waarin ze hun bezorgdheid kenbaar maakten over het feit dat het probleem van de natuurlijke uitstroom van oudere leerkrachten door pensionering het probleem van het lerarentekort nog verder zal verergeren. Die vergrijzingsgolf is in de ganse samenleving te merken en uit zich in een quasi volledige tewerkstellingsgraad in Vlaanderen.
Beschikt het collegelid over cijfers van het aantal leerkrachten dat sedert vorig schooljaar en dit schooljaar het Nederlandstalig onderwijs in Brussel heeft verlaten? Is de uitstroom versterkt ten opzichte van de voorbije jaren? Heeft het collegelid zicht op het aantal leerkrachten dat volledig met onderwijs stopt en het aantal dat stopt met lesgeven aan Nederlandstalige scholen in Brussel, maar ingaat op een aanbod van een school in Vlaanderen? Wat is de vergelijking met andere centrumsteden?
Zijn de redenen van vertrek van de leerkrachten uit het Nederlandstalig onderwijs in Brussel specifiek recent nog onderzocht? Ik denk spontaan aan dichter bij huis werken, de moeilijke context of de meertaligheid, maar het zou goed zijn om dat te objectiveren.
In hoeverre hebben de Brusselse lerarenkorpsen te kampen met de pensioneringsgolf waar de topmannen van het onderwijs voor waarschuwden en ook naar boven kwam in een studie van de KU Leuven? Beschikt het collegelid over prognoses die dit soort aangekondigde uitstroom in kaart brengen? Hoe blijft de kwaliteit gegarandeerd?
Heeft het collegelid al overlegd met de Vlaamse minister van Onderwijs en welke conclusies en acties heeft dit opgeleverd? Wat zal het College ondernemen?
De xxxx Xxxxxx Xxxxxxxxxx (Groen): Het capaciteitstekort in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel wordt nog scherper door een steeds nijpender tekort aan leerkrachten. In sommige klassen hebben kinderen al zo lang geen of amper les gekregen dat men examens moet schrappen of aanpassen. Maar liefst vier op de tien scholen in Vlaanderen moeten dergelijke maatregelen nemen. Dit kan ernstige gevolgen hebben. Die kennis zal hoe dan ook ingehaald moeten worden en zonder examens is er geen enkele verificatie van de gemaakte vooruitgang, hoe beperkt die ook zou zijn.
De gemiste leerstof weer inhalen, zal makkelijker gaan in scholen waar het verlies beperkt is. Het zijn net scholen met kwetsbare leerlingen die vaker een leerkrachtentekort hebben. Een reeds kwetsbare groep mist zo cruciale kennis en riskeert blijvende achterstand op te lopen. De vraag is maar of scholen in de mogelijkheid zijn om dit de volgende jaren op te vangen en terug te draaien. Er is namelijk nog geen zicht op maatregelen die het leerkrachtentekort ineens zullen oplossen.
In de hoop zich aantrekkelijker te maken voor pendelende leerkrachten, hebben twee Brusselse scholen beslist om in het volgende schooljaar geen les meer te organiseren op
woensdag. De daling in lesuren zou worden opgevangen met extra lestijd op de andere vier dagen. Kinderen zouden dan kunnen kiezen om thuis te blijven of tegen betaling activiteiten te doen op school. Het is een gedurfde en ook wel controversiële maatregel in een poging om toch voldoende leerkrachten aan te trekken.
Hoeveel basis- en secundaire scholen kampen er momenteel met een lerarentekort in het Brussels Nederlandstalig onderwijs? Welke vakken kampen er met de meeste tekorten? Hoeveel scholen in het Brussels Nederlandstalig onderwijs hebben examens moeten schrappen of aanpassen wegens het lerarentekort? Kreeg het collegelid op voorhand al signalen dat scholen examens of lesdagen zouden schrappen? Welke adviezen en begeleiding bieden hij en zijn Diensten aan scholen die voor deze oplossingen kiezen? Welk overleg vindt hierover plaats met bevoegd Vlaams minister Xxx Xxxxx?
De xxxx Xxxxxxxx Xxxxxxx-Xxxxx (Vlaams Belang): Twee basisscholen uit het GO! zullen vanaf volgend schooljaar op woensdag een lesvrije dag invoeren. Op die manier willen ze leraren die uit Vlaanderen naar Brussel pendelen een adempauze gunnen en het beroep opwaarderen.
Concreet hebben de leerlingen in het nieuw systeem op woensdag de keuze om thuis te blijven, naar de opvang op school te komen of activiteiten te doen zoals bv. sport. De scholen zeggen de kwaliteit van het onderwijs te garanderen door de weggevallen uren te compenseren op andere dagen.
Volgens de scholen in kwestie biedt het nieuwe systeem heel wat voordelen voor de leerlingen en voor de leerkrachten. Voor de leerlingen betekent een vrije woensdag een adempauze in het midden van de week, voor de leraren die vanuit Vlaanderen komen een grote tijdswinst.
Ik heb daar enkele bedenkingen bij. Het is een positieve zaak dat scholen meewerken aan het oplossen van het lerarentekort in Vlaanderen door middel van creatieve voorstellen. Ik blijf erbij dat Vlaanderen dringend werk moet maken van een herwaardering van het beroep van leerkracht. Scholen zouden zich idealiter moeten bezighouden met hun zaken en niet met het zoeken naar creatieve oplossingen.
Sleutelen aan de lesuren en aan het lesschema vind ik geen goed idee. Zo ontwricht men de leerlingen die gewoon zijn aan het algemeen systeem van vier en een halve dagen les per week. Indien elke school zomaar begint af te wijken van de gebruikelijke lesmomenten in het onderwijs krijgen we een kakofonie voor iedereen die een band heeft met het onderwijs, en dat in eerste instantie voor de ouders. Het kan niet de bedoeling zijn dat er een wildgroei aan experimenten zou ontstaan.
Werd het collegelid geraadpleegd door deze scholen bij het nemen van de beslissing om de schoolweek te beperken tot vier dagen? Hoe staat het collegelid tegenover dit proefproject? Indien het proefproject positief beoordeeld wordt, zal het collegelid dan pleiten voor een netoverschrijdende aanpak bij de Vlaamse minister van Onderwijs, zodat we overal een gelijkaardig systeem zouden krijgen?
De xxxx Xxxxxx Xxxxxxxxxx (N-VA): Ik vrees dat we de komende jaren helaas nog vaak zullen discussiëren over het lerarentekort en over de mogelijke maatregelen om dat aan te pakken.
De xxxx Xxxxxx Xxxxxxxxxx had het over het uitblijven van maatregelen die het lerarenkort ineens zouden oplossen. Ik denk dat we die ook niet zullen zien, omdat dergelijke maatregelen volgens mij niet bestaan. De situatie is op verschillende fronten scheefgegroeid en moet dus ook op verschillende fronten aangepakt worden. Ook de koepels en de inrichtende machten hebben daarin een deel van de verantwoordelijkheid om het lerarenberoep aantrekkelijker te maken en ervoor te zorgen dat leerkrachten niet overbelast zijn met nutteloze taken, maar zich kunnen concentreren op de essentie van hun beroep. Volgens mij zit daar een groot deel van het probleem.
Het lerarentekort blijft een groot probleem in Brussel. In een artikel in Bruzz van 13 juni 2023 staat dat zes op tien scholen momenteel openstaande vacatures hebben. Basisscholen lossen dat probleem doorgaans op door zorgleerkrachten voor de klas te zetten, maar in het middelbaar hebben sommige klassen soms maandenlang geen les voor bepaalde vakken, waardoor het bijna onmogelijk wordt om voor die vakken examens te organiseren. We lezen dat vier op tien secundaire scholen genoodzaakt zijn om examens te schrappen of op een andere manier te organiseren. Dat is dramatisch.
Om in te spelen op het lerarentekort, hebben GO! basisscholen De Weg-Wijzer en Papageno in Xxxxx beslist vanaf volgend schooljaar op woensdag een lesvrije dag in te voeren. De leerkrachten werken die dag van thuis en de leerlingen hebben de keuze om thuis te blijven, naar de opvang op school te komen of activiteiten te doen op school zoals bv. muziekles, sport of lessen Engels. In de Brusselse context stel ik mij wel de vraag of thuisblijven wel een goed idee is. Ter compensatie voor de weggevallen uren midden in de week zal de school iets vroeger beginnen en zullen leerlingen op de andere schooldagen een uurtje langer op school moeten blijven. Zo blijft de onderwijskwaliteit gegarandeerd. Tijdens dat zevende uur komt wel geen nieuwe leerstof aan bod en het zal op een creatieve en speelse manier ingevuld worden. Er wordt dan vooral ingezet op het memoriseren en automatiseren van de leerstof.
Volgens beide scholen biedt het nieuwe systeem heel wat voordelen voor zowel de leerlingen als de leraren. Voor de leerlingen betekent een vrije woensdag een adempauze midden in de week, terwijl de leraren die vanuit Vlaanderen naar Brussel komen lesgeven, een grote tijdswinst kunnen boeken. Met deze beslissing willen de scholen de job aantrekkelijk maken en ook nieuwe leerkrachten aantrekken door het beroep op te waarderen. Na twee jaar zal een evaluatie van de nieuwe regeling volgen door leraren, ouders en leerlingen. Naast Xxxxxxxx en de Weg-Wijzer hebben nog drie andere basisscholen van het GO! interesse in het nieuwe systeem, maar zij wachten nog op een goedkeuring van het departement Onderwijs. Vlaams minister van Onderwijs Xxx Xxxxx heeft aangegeven dat hij begrip heeft voor deze creatieve oplossing, gelet op de specifieke Brusselse problematiek, namelijk dat er enorm veel leerkrachten in Vlaanderen wonen, waardoor mobiliteit vaak een groot probleem is. Een dag minder pendelen betekent een grote tijdswinst voor de leerkrachten. De minister reageerde dus voorzichtig positief en wilde het project een kans geven, omdat de beslissing gedragen werd door de directie en het lerarenkorps. Hij benadrukt dat scholen de autonomie hebben om zelf te bepalen hoe zij hun uren organiseren.
Is de VGC betrokken of geconsulteerd geweest over dit initiatief? Komen de drie andere basisscholen van het GO! die interesse hebben in dit nieuwe systeem ook uit Brussel? Heeft het collegelid signalen van andere scholen opgevangen die ook geïnteresseerd zijn? Is het OCB betrokken bij de uitwerking of opvolging van dit project? Zo niet, zal het proactief een initiatief nemen om de scholen te ondersteunen?
Xxxxxxx Xxx Xxxxxxxx (one.Brussels-Vooruit): Ik stel deze vraag ook in naam van mijn collega Xxxxx Xxxxxx.
De twee GO! basisscholen De Weg-Wijzer en Papageno in Evere zullen vanaf volgend schooljaar op woensdag een lesvrije dag invoeren. Dat doen ze om pendelende leerkrachten uit Vlaanderen enigszins te verlichten. Op die manier willen ze het beroep van leerkracht aantrekkelijker maken en het nijpende lerarentekort oplossen.
Het is zeer begrijpelijk dat scholen zelf creatieve oplossingen beginnen zoeken voor een probleem dat lijkt te blijven aanslepen.
Toch heb ik enkele vragen bij deze maatregel. Wanneer leerlingen een lesvrije dag extra krijgen, kunnen zij voor 3 euro naar de opvang op school of activiteiten zoals muziekles of sport volgen. Ze kunnen ook kiezen om thuis te blijven. De vraag is of het vrijblijvende karakter van naar school komen niet nefast zal zijn voor sommige kinderen? Daarnaast zullen ter compensatie andere lesdagen langer duren, ook dat is niet voor elk kind vanzelfsprekend. Daarnaast vraag ik me af wie deze kinderen op school zal opvangen en begeleiden tijdens de lesvrije woensdagen? Verleggen we het probleem zo niet gewoon? Doordat scholen op deze manier elkaar beconcurreren, dreigt een race to the bottom. Zal straks de school met het minst aantal lesuren als eerste hun leerkrachtentekort opgelost zien? Dat kan niet de bedoeling zijn.
Heeft het collegelid met deze scholen of scholenkoepel reeds contact gehad? Wordt deze actie gezien als een permanente maatregel? Wil de scholenkoepel dit idee verder uitrollen naar andere scholen? Hebben zij de impact onderzocht op jonge kinderen tussen 6 en 12 jaar van enerzijds een schooldag minder les en anderzijds langere schooldagen?
Wat met de mogelijke concurrentiestrijd die kan ontstaan tussen verschillende scholen? We zitten ook met een personeelstekort in de na- en voorschoolse opvang. Is het collegelid het ermee eens dat we op deze manier het probleem verleggen van leerkrachten naar opvangpersoneel en dat dit niet per definitie in het voordeel van het kind is?
Xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxx (Open Vld): Toen ik het nieuws horen, begreep ik dat het om een proefproject gaat met een tijdelijk karakter. Het aantal lesuren blijft overigens hetzelfde, maar dan verspreid over vier dagen. Dit lijkt mij een opportuniteit om structureel culturele organisaties, zoals de Academies, die al gesubsidieerd worden door de overheid, in te bedden in ons Nederlandstalig onderwijs. Verschillende scholen proberen al om lessen van de Academies te integreren in de naschoolse opvang. Met dit project ontstaat er een blok in de voormiddag waarin dit aanbod een plaats kan krijgen. Dit is een opportuniteit voor culturele organisaties of sportverenigingen om hun aanbod systematisch een plaats te geven op woensdagochtend, zodat de ouders geen opvang moeten zoeken en heel veel kinderen de kans krijgen om te participeren aan het cultureel aanbod.
De heer Xxxxxx Xxxxxx (Agora): We hebben het hier al vaak gehad over de herwaardering van het beroep van leerkracht en we zullen hier over blijven hebben. Naar aanleiding van deze beslissing ontving ik enkele getuigenissen van Brusselse leerkrachten bij wie het water aan de lippen staat. Xxx gaat het over klasgroepen die veel te groot zijn, klassen met veel kinderen die bijzondere zorg nodig hebben, terwijl de zorgleerkrachten niet beschikbaar zijn. Zelfs de onderwijsondersteuners van het OCB moeten inspringen waar er tekorten zijn. Ik begrijp de scholen volledig met hun voorstel voor een vierdaagse schoolweek. Het kan een manier zijn
om het beroep van leerkracht te herwaarderen, om meer tijd vrij te maken voor thuiswerk en lesvoorbereidingen en om de pendeltijd te verminderen. Ik wijs in dat verband nogmaals op het belang van het aanwerven van leerkrachten uit Brussel zelf.
Op woensdag ontstaat er dan wel een nieuw probleem voor de leerlingen zelf. Zij moeten ofwel thuisblijven, ofwel aan activiteiten deelnemen aan een kostprijs van 3 euro. Dat lijkt niet veel, maar voor veel gezinnen is dat toch een aanzienlijk bedrag.
Tijdens de plenaire vergadering van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement vanochtend publiceerde het collegelid een bericht op LinkedIn waarin hij uitlegt waarom investeren in het Brussels Nederlandstalig onderwijs zo belangrijk is. Hij deelt duidelijk onze bezorgdheid over dit onderwerp. Ondanks zijn duidelijke visie op deze kwestie, lijkt het toch moeilijk op het schip te keren. Het lerarentekort is er al lang en raakt maar niet opgelost.
Heeft het collegelid contact gehad met de betrokken scholen? Wordt de VGC of het OCB betrokken bij dit project? Welke risico’s ziet u voor de kinderen die thuis zouden blijven op woensdagochtend? Welke maatregelen neemt u om de aangeboden activiteiten toegankelijk te maken voor iedereen? Vindt het collegelid een vierdaagse schoolweek een stap vooruit? Xxxxxx u dit en ziet u dit als een model om het beroep van leerkracht te herwaarderen? Welk gevolg geeft u aan de proefprojecten die nu lopen in deze twee scholen?
De xxxx Xxx Xxxxxxxx (PVDA): Deze discussie komt elk jaar terug. Het is een pijnlijk ritueel.
Enkele weken geleden verkondigde Vlaams minister voor Onderwijs Xxx Xxxxx dat de onderwijstanker aan het keren is. De onderwijstanker lijkt echter verder te zinken. Immers, vier op tien middelbare scholen moeten examens schrappen omdat de leerlingen te weinig les hebben gehad door het nijpend lerarentekort. Ook in het lager onderwijs blijft de problematiek enorm. Nu stellen twee basisscholen in Evere voor om op woensdag geen les meer te geven vanaf volgend schooljaar. Zij doen dat niet voor hun plezier, maar omdat er een lerarentekort is. Zorgleerkrachten worden voor de klas gezet, waardoor er geen zorg meer is voor kwetsbare kinderen die zorg nodig hebben.
De twee betrokken scholen zullen geen les meer geven op woensdag en de ouders zullen moeten kiezen om hun kinderen thuis te houden of naar de opvang op school te brengen, waar activiteiten worden aangeboden zoals muziekles of sport. Die activiteiten kosten 3 euro en natuurlijk zijn er ouders waarvoor dat een te groot bedrag is. Deze maatregel dreigt de reeds bestaande ongelijkheid in het onderwijs nog aan te wakkeren.
Er werd niet geanticipeerd op het probleem van natuurlijke uitstroom door leerkrachten die op pensioen gaan en waardoor het lerarentekort nog meer zal toenemen. Ook zijinstromers haken af omwille van de slechte loonvoorwaarden, zelfs met tien jaar anciënniteit. Vlaams minister Xxx Xxxxx wil de maatregelen van de twee scholen een kans geven.
Hoe evalueert u deze maatregelen? Hebt u contact gehad met de drie andere scholen die ook overwegen om op woensdag geen les te geven? Hoeveel zou het kosten om die proefprojecten te financieren, zodat de ouders geen 3 euro hoeven te betalen? Zijn er met de scholen alternatieven bekeken om de normale lesweek toch te behouden?
Collegelid Xxxx Xxxx: Mijn antwoord zal vrij uitgebreid zijn, omdat er veel vragen zijn gesteld. Ik zal cijfermatig vooral maar niet uitsluitend focussen op het lerarentekort. Met betrekking tot de inhoudelijke vragen zullen de cijfers betreffende de uitstroom en de pensionering schriftelijk worden overgemaakt om het antwoord te vervolledigen.
Ik begin met het lerarentekort. De Administratie van de VGC neemt na elke schoolvakantie een bevraging af bij alle scholen van het Nederlandstalig onderwijs in Brussel. Op basis van de laatste bevraging van april 2023, waaraan 86 % van de basisscholen en 74 % van de secundaire scholen deelnamen, kan ik u de volgende cijfers meedelen.
In alle basis- en secundaire scholen samen zijn er 242,6 openstaande vacatures en 182,6 langdurige afwezigheden. Uitgesplitst per onderwijsniveau komen we tot de volgende verdeling:
• gewoon basisonderwijs: 170 openstaande vacatures en 118,7 langdurige afwezigheden;
• buitengewoon basisonderwijs: 11,02 openstaande vacatures en 9,5 langdurige afwezigheden;
• gewoon secundair onderwijs: 53,9 openstaande vacatures en 48,6 langdurige afwezigheden;
• buitengewoon secundair onderwijs: 7,25 openstaande vacatures en 5,8 langdurige afwezigheden.
Indien we deze cijfers naast de cijfers van april 2022 leggen, merken we een duidelijke daling op. Het tekort zou normaal gezien nog toegenomen moeten zijn, maar het is niet alleen gestabiliseerd, maar ook gedaald. De vraag is of dat het begin is van een kentering of niet. Dat zullen we natuurlijk verder moeten bekijken. Er zijn nu 242,6 openstaande vacatures in vergelijking met 306,9 een jaar geleden. Daarnaast zijn er nu 182,6 langdurige afwezigheden in vergelijking met 216,5 een jaar geleden. Al deze cijfers moeten worden afgewogen ten opzichte van de totale groep van ongeveer 7.000 personen.
Vervolgens is gevraagd naar het profiel van de gezochte leerkrachten, die men dus niet vindt. In het basisonderwijs betreft het uiteraard in de eerste plaats onderwijzers. Vervolgens is het iets minder moeilijk, maar toch nog altijd lastig om kleuterleid(st)ers te vinden. Ten derde, betreft het de zorgleerkrachten. Er is ook een grote nood aan leerkrachten levensbeschouwelijke vakken.
In het secundair onderwijs is er een spreiding van de benodigde vakleerkrachten. Zowat alle vakken worden vermeld bij de vacatures. Toch is het tekort het grootst bij de natuurwetenschappelijke vakken, taalvakken, godsdienst, beroepsvakken en wiskunde.
Een volgende vraag heeft betrekking op de redenen van vertrek en de acties van de VGC. De redenen van vertrek werden niet specifiek onderzocht, maar zijn al jaren gekend dankzij de terugkoppeling van de onderwijsondersteuners van het Onderwijscentrum Brussel (OCB).
De leerkrachten die werken in de Brusselse Nederlandstalige scholen, wonen nog altijd hoofdzakelijk buiten Brussel, al neemt de groep leerkrachten die in Brussel woont, wel ieder jaar toe. Die evolutie zou natuurlijk sneller mogen verlopen. De voornaamste reden van vertrek is dan ook om dichter bij huis te kunnen werken. Ik beweer niet dat er geen argumenten zijn inzake meertaligheid, de achterstand van sommige klassen, de
moeilijkheidsgraad en dergelijke, maar de voornaamste reden is dus gewoon dichter bij huis kunnen werken.
Naast deze specifiek Brusselse factor is er overal in Vlaanderen een redelijk groot verloop van leerkrachten, vooral dan van startende leerkrachten binnen vijf jaar. Het probleem komt dus niet alleen in het Brusselse Nederlandstalige onderwijs voor.
Een deel van de oplossing is natuurlijk meer Brusselaars stimuleren om leerkracht te worden. De VGC voert daartoe een actief beleid. Dit jaar hebben we nog een extra voortraject opgezet voor leerlingen uit de derde graad secundair onderwijs die de keuze zouden kunnen maken voor de lerarenopleiding. Binnen dat voortraject worden de leerlingen onder meer voorbereid op de starttoets Nederlands voor de lerarenopleiding en krijgen ze ondersteuning op maat op het vlak van de studiemethode. We zullen bekijken of we daarmee weer een aantal meters terrein kunnen winnen.
Daarnaast is de ondersteuning van leerkrachten en van schoolteams ook van groot belang om uitval tegen te gaan. Daarin speelt het OCB een centrale rol. Ook heeft de VGC initiatieven genomen om de zijinstromers zonder pedagogisch diploma extra opleidingstijd te geven en verdubbelen we de lerarenbonus ten opzichte van de Vlaamse inspanning. Bovendien betalen we ook het studiegeld terug aan wie een opleiding start.
Ruimer dan dit is er nood aan structurele oplossingen (waarvoor de bevoegdheid bij de Vlaamse overheid ligt), zoals een herziening van het statuut (verloning, voorwaarden), het bewaken van de werkdruk, het duidelijk afbakenen van de verantwoordelijkheden van leerkrachten, een meer holistische benadering van de school- en onderwijspraktijk (o.a. ten aanzien van de inspectie), meer mogelijkheden tot professionalisering van schoolleiders enzovoort. Er bestaan dus zeker nog mogelijkheden.
De signalen die opgevangen worden vanuit het Nederlandstalig onderwijs in Brussel, worden regelmatig overgemaakt aan de Vlaamse minister van Onderwijs, met wie we regelmatig aan tafel zitten. Zo hebben we nog een overleg gehad waarop de noden van de Brusselse scholen ruimschoots aan bod zijn gekomen. Onlangs kon ik ook nog een gesprek hebben met de Commissie der Wijzen, die in opdracht van Vlaams minister Xxx Xxxxx naar langetermijn- oplossingen zal zoeken. Ik hoop dat de commissie voldoende rekening zal houden met onze verzuchtingen.
Vervolgens is een vraag gesteld over de geschrapte examens wegens het lerarentekort. Uit de cijfers die we van de onderwijsnetten ontvingen, blijkt het volgende:
• GO!: in 9 van de 16 scholen kreeg de examenperiode een andere invulling (let op: het gaat daarbij niet enkel om schrappingen van examens):
o de opmaak van de examens werd verdeeld onder de aanwezige leerkrachten, zodat de leerlingen wel een examen konden afleggen;
o examens worden enkel ingericht voor die leerlingen die een tekort hebben voor het vak waarvoor het examen wegvalt, zodat ze hun tekort toch kunnen ophalen;
o de examens worden omgevormd naar permanente evaluaties, taken en (herhalings)toetsen;
• OVSG: in 1 school is een examen omgevormd tot permanente evaluatie wegens het ziekteverlof van een leerkracht;
• vrij onderwijs: in 6 scholen zijn examens geschrapt en werd geopteerd voor alternatieve vormen van evaluatie.
Dan kom ik bij de proeftuinen, dus de vierdaagse schoolweek. In het kader van de herwaardering van het lerarenambt heeft de Vlaamse Regering via een omzendbrief van april 2022 de mogelijkheid gegeven om tijdelijke projecten te organiseren. Scholen konden dat doen tot 15 juni 2022. Binnen dat kader is de vierdaagse schoolweek te situeren. In die proeftuinen krijgen scholen ruimte om te experimenteren en mogen ze de bestaande regelgeving doorbreken om andere concepten in de praktijk te testen. Zoals in de media is verschenen, gaan de proeftuinen van start op 1 september 2023 en lopen ze tot 31 augustus 2025. Binnen het Nederlandstalig onderwijs in Brussel waren acht proeftuinen ingediend, die ook alle acht zijn goedgekeurd. Het gaat niet alleen om de vierdaagse schoolweek.
De schoolweek is verkort in de basisscholen Papageno en Weg-Wijzer in Evere, in de basisschool Bloeiende Kerselaar in Watermaal-Bosvoorde, in de basisschool De Zonnewijzer in Sint-Pieters-Woluwe en in de basisschool Zavelput in Sint-Agatha-Berchem.
Ik ga even dieper in op de inhoudelijke elementen die in de Raad aan bod zijn gekomen. De scholen bieden voor alle kinderen op woensdag betalende opvang. In de voormiddag zal er keuze zijn tussen opvang of workshopwerking (onder meer sporten, lessen Engels, andere workshops zoals theater/drama, dans, muziek, ICT…).
Wanneer welke activiteiten aangeboden zullen worden in de betrokken scholen, wordt momenteel nog volop ingepland op basis van de vraag van de ouders/leerlingen en het aanbod dat mogelijk is. Er is hierover dus nog geen volledige duidelijkheid.
Een bijdrage van maximaal 3 euro per activiteit wordt gevraagd. Er wordt evenwel ook naar oplossingen gezocht om de opvang gratis te maken. We willen met de betrokken scholen ook bekijken wat mogelijk is.
Voor de leerkrachten wordt woensdagvoormiddag een thuiswerkdag: ze hebben tijd om voorbereidingen te maken en de meesten pendelen dan een dag minder naar Brussel. Bovendien merken de twee scholen nu al op dat leerkrachten meer interesse hebben om in dit systeem opnieuw voltijds te werken. Dat heeft is dus een tegenintuïtief effect: de schoolweek wordt verkort, maar de leerkrachten gaan van een 4/5-lesopdracht naar een volledige lesopdracht. Dat zou op zichzelf een gunstig effect moeten hebben op de openstaande vacatures, maar dat zullen we pas volgend jaar kunnen vaststellen.
Zoals enkele maanden geleden al is vermeld, is de inspiratie gehaald uit Nederland. Een aantal scholen ervaren de vierdaagse schoolweek als positief op het vlak van het terugdringen van het lerarentekort.
Het project is evenwel tijdelijk en enkel mogelijk in de scholen die van de Vlaamse Regering een goedkeuring kregen voor de aangevraagde afwijking. Andere scholen kunnen dus niet zomaar een vierdaagse schoolweek organiseren. Dat zal op korte termijn ook niet mogelijk zijn. Er zal een evaluatie plaatsvinden.
Concreet zullen de directieteams van de deelnemende scholen minstens maandelijks bij elkaar komen om de evolutie van het project op te volgen en knelpunten/succesfactoren te
bespreken. Daarbij zal het welbevinden van alle partijen, de pedagogische impact op de leerlingen en de effecten op het lerarentekort in deze scholen op continue basis in kaart worden gebracht.
Het project zal bovendien nauw worden opgevolgd door de onderwijsinspectie. Naast die permanente evaluatie zal een externe evaluatie vanuit de Vlaamse overheid plaatsvinden via een expertenpanel, dat bestaat uit afgevaardigden van de overheid, de Administratie, de onderwijsinspectie, de sociale partners en wetenschappelijke experten.
Men wil dus de wenselijkheid, de haalbaarheid en de budgettaire inpasbaarheid nagaan om deze wijzigingen in de regelgeving permanent door te voeren.
Indien dus zou blijken dat de vierdaagse lesweek een positief effect zou hebben op het lerarentekort, kan ze worden meegenomen in het Vlaams eindrapport met beleidsbeslissingen, kan de onderwijsregelgeving worden aangepast en kan dit netoverschrijdend worden uitgerold in alle scholen in Vlaanderen.
Tot slot, blijven we het lerarentekort monitoren. Het probleem is niet verdwenen, maar gelukkig wat kleiner geworden. Dat sterkt ons om voort te gaan op de ingeslagen weg, maar we zullen nog veel inspanningen moeten leveren. Met het OCB proberen we de nodige ondersteuning te bieden. Op zichzelf is het geen onlogische stap dat de scholen, naast de externe hulp die ze van de Vlaamse overheid, de VGC en de OCB kunnen krijgen, ook hun schoolorganisatie deels bijsturen. U vraagt naar mijn mening daarover, maar die is niet zo belangrijk. De vraag is wat het effect is op de leerlingen en het lerarentekort, maar dat weten we nu nog niet. Op zichzelf vind ik het wel een goede zaak dat de scholen, weliswaar onder druk en vanuit een zekere noodzaak, hun schoolorganisatie herbekijken. Dat kan een van de antwoorden zijn om dit complexe vraagstuk verder op te lossen.
Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxx (cd&v): Ik zal met veel interesse de cijfers lezen die u zult bezorgen. Als ik het geheel en de evolutie bekijk, vrees ik dat wat we nu meemaken, bv. de oplossing van de vierdaagse schoolweek – ik laat in het midden in hoeverre het een goede oplossing is – nog maar het topje van de ijsberg is. Ik vrees dat we de volgende jaren nog dramatischer situaties zullen meemaken. Ik mis soms het grotere plan, en niet alleen voor Brussel, maar ook voor Vlaanderen. Dat heeft o.a. te maken met het statuut.
Een van de redenen voor het lerarentekort in Brussel is, zoals u hebt aangehaald, het feit dat leraren dichter bij huis willen werken. We mogen evenwel niet vergeten dat het imago van Brussel ook meespeelt. Het is moeilijker in Brussel om mensen aan te trekken, zeker in knelpuntberoepen. Daarnaast zijn er ook reële problemen, zoals betaalbare huisvesting en de veiligheidsproblematiek. Zeker voor vrouwelijke leerkrachten schrikt Brussel wat af. Zolang we er niet in slagen om daarin verandering te brengen, zal het moeilijk zijn om bepaalde gegeerde doelgroepen een extra obstakel te laten nemen en naar Brussel te laten komen. Ik stel vast dat daarvoor weinig acties worden ondernomen. In de nieuwe legislatuur zal bij het aantrekken van personeel in de zorg en het onderwijs het out of the box denken toch een van de grote uitdagingen worden.
De xxxx Xxxxxx Xxxxxxxxxx (Groen): Dit is een interessant debat. We hebben immers een aantal nieuwe elementen aangereikt gekregen van het collegelid.
Eerst en vooral geeft hij aan dat er een daling is. Dit verrast me oprecht. De cijfers klinken immers vrij spectaculair. Als ik juist genoteerd heb, kom ik uit op een daling van ongeveer 20
%. Dan vraag ik me meteen af of er vaker zo’n schommelingen in de cijfers te vinden zijn. Is dit niet zo dan lijkt dit toch wel echt te wijzen op een kentering. Uiteraard hoop ik eerst en vooral dat het effectief zo is. Hoe dan ook is dit belangrijk nieuws.
Ik denk dat een dag geen les geven en het geheel anders spreiden misschien in eerste instantie spectaculair klinkt. Uiteindelijk is het echter minder problematisch omdat er dan uiteindelijk toch les wordt gegeven zoals elders. Bovendien kadert dit in de oproep tot Proeftuinen. Ik vond echter dat niet duidelijk weer in de berichtgeving daarover.
Meer algemeen denk ik dat het goed is dat er ruimte wordt gemaakt voor experimenten. Zeker als het geheel zo goed wordt omkaderd en opgevolgd door alle instanties. Vooral dan wordt het interessant. Ik kijk dan ook uit of al die verwachtingen worden bevestigd.
Collegelid Xxxx Xxxx zei ook dat er een toename is van belangstelling van leerkrachten om weer meer voltijds te gaan lesgeven. Is dat een effect dat nu al wordt waargenomen of is dat een verwachting? (Collegelid Xxxx Xxxx knikt bevestigend) Dat gebeurt nu al. Dat is dan weer een positief punt.
Zeker voor studenten is geen examens afnemen sympathieker. Als maatregel is het evenwel problematischer. Het is goed dat het collegelid dit genuanceerd heeft. Hij heeft aangegeven dat de studenten nog steeds worden ondervraagd. De leerlingen moeten wel nog altijd toetsen afleggen. Er zal geen enkele situatie voordoen waarin er aan leerlingen wordt gezegd dat er niet zal nagegaan worden wat zij gedurende een schooljaar geleerd zullen hebben over een bepaald onderwerp. Begrijp ik dit goed? Er zullen altijd toetsen zijn. Die toetsen zullen evenwel kleinschaliger zijn, als ik het juist vat. Met andere woorden: meer continuïteit in plaats van een groot examen. Als dit effectief zo is, is dit een belangrijke nuance die mij enigszins geruststelt. Gewoon niets vragen en geen verwachtingen formuleren, zou echt problematisch zijn.
De xxxx Xxxxxxxx Xxxxxxx-Xxxxx (Vlaams Belang): Ik ben ook blij dat de experimenten ook binnen een systeem dat door de Vlaamse Regering werd vastgelegd, gekaderd zijn. Het is goed dat scholen nadenken en creatief zijn om oplossingen te vinden. Ik ben echter tevreden dat we niet, hier en daar, echt een wildgroei gaan krijgen van allerlei experimenten. Dat zou immers geen goede zaak zijn.
Een aantal zaken moeten, hoe dan ook, goed in de gaten worden gehouden. Vooreerst is er het langer les geven gedurende de vier lesdagen. Voor sommige kinderen zal de lat zo misschien wel iets te hoog worden gelegd. Een aantal kinderen zal het hier zwaar mee hebben want de aandachtsboog zal per dag een uur langer moeten gespannen staan. Dit is zeker niet evident voor iedereen.
Een tweede element is de kostprijs. Ik hoor het collegelid evenwel graag zeggen dat men hier een oplossing zal voor proberen te vinden. Voor een aantal ouders is het “maar” 3 euro per dag. Voor een aantal andere is dit evenwel een betekenisvol bedrag. Wanneer men dan natuurlijk meerdere kinderen heeft die schoollopen, loopt dit bedrag wel op.
Een volgende gegeven dat men eveneens in de gaten moet houden, is wat er gebeurt met broers en zussen die misschien in andere scholen schoollopen. Zij bevinden zich dus in een ander systeem en genieten dus niet van de vierdaagse lesweek. Het is mogelijk dat dit voor problemen zorgt. Wat doet men met naschoolse activiteiten? Die vinden na schooltijd, bv. om 17 uur op een dinsdagavond plaats. Dit zou ook wel eens moeilijk te combineren worden met die vierdaagse lesweek.
Er zijn dus nogal wat problemen die toch in de gaten moeten worden gehouden. Het zijn misschien niet allemaal onoplosbare zaken. Dit zeg ik zeker niet. Er moet, hoe dan ook, eens naar worden gekeken.
Ook al is het misschien wat vroeg om er het al over het te hebben maar voor mij is het alvast essentieel dat als dit geen toveroplossing maar toch al een stukje van de oplossing is, dan moeten we ervoor zorgen dat dit wordt geharmoniseerd. In dat geval zou iedereen grosso modo in hetzelfde systeem moeten belanden. Ik denk dat dat belangrijk is.
De xxxx Xxxxxx Xxxxxxxxxxx (N-VA): Het belangrijkste dat ik noteer in deze discussie is dat het lerarentekort in Brussel niet alleen gestabiliseerd maar zelfs gedaald is. Uiteraard hoop ik, samen met u, dat dit een trend is die zich doorzet.
Ik zal een ietwat medische metafoor gebruiken: als men op de spoeddienst een patiënt binnenkrijgt die open wonden heeft en die uit een slagader aan het bloeden is, moet men in allereerste instantie de patiënt stabiliseren om vervolgens een behandeling op langere termijn mogelijk te maken. Er werden inderdaad een aantal noodmaatregelen genomen om te proberen om dat lerarentekort aan te pakken. Dit blijkt te werken. In Brussel blijkt dit zelfs, op het vlak van de zijinstroom, zeer goed te werken.
Op langere termijn zijn er echter ook een aantal zaken die structureler moeten worden aangepakt. Een van die zaken is het ambt dat herbekeken wordt. Men is , als ik goed begrepen heb, binnen de Vlaamse Gemeenschap bezig om hieromtrent aan het decreet te sleutelen. Ik heb inderdaad de indruk dat het besef groeit dat het zo niet verder kan. Een aantal problemen worden aangepakt.
En ja, xxxxxxxx Xxx Xxxxxxxx, de tanker is aan het keren. De cijfers tonen dat ook aan. Het besef is ook gegroeid dat men een andere aanpak nodig heeft. Als ik u hoor zeggen dat er onvoldoende werd geanticipeerd op een uitstroom dan wijzen de cijfers ook uit dat men in Vlaanderen een groter deel van de bevolking heeft dat een onderwijsprofiel heeft. Het gaat hier dus om mensen die daar dus specifiek voor gestudeerd hebben. Dit aandeel is groter dan in andere landen. Ons grootste probleem is echter dat die mensen misschien in het onderwijs aan de slag gaan maar dat ze er niet professioneel in actief blijven. Het is dus geen kwestie van anticipatie en dat men geen mensen heeft opgeleid. Het is een kwestie van wat er in bepaalde scholen gebeurt waardoor mensen er de brui aan geven. Worden ze voldoende gesteund door hun directies? Is er voldoende respect voor de leerkrachten door de ouders? Als dat respect er niet is, worden de leerkrachten dan ondersteund? Soms hoor ik ook zaken over leerkrachten die omwille van akkefietjes de laan worden uitgestuurd. Op dat ogenblik stel ik me ook de vraag of die mensen wel voldoende gewaardeerd worden.
Mijn bezorgdheid over een dag minder contact met het Nederlands blijft gehandhaafd. Ik vind het zeer positief dat er onderzocht wordt om het gratis te maken. Bij het vrijblijvend karakter
stel ik me nog steeds heel veel vragen. Ik hoop dat collegelid Xxxx Xxxx nog steeds op het, mijns inziens goede, idee van xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxx ingaat om samen te werken met andere actoren in het Nederlandstalig aanbod in Brussel.
Xxxxxxx Xxx Xxxxxxxx (one.brussels-Vooruit): Wij vragen hier al jaren naar oplossingen voor het lerarentekort. Met dit goed omkaderde experiment komt u daar eigenlijk aan tegemoet. Het is positief om te horen dat er binnen de scholen samen wordt gezocht naar creatieve oplossingen.
Het stelt ons ook gerust dat er een permanente monitoring is. Dit alles gebeurt onder toezicht van de inspectie. Het is dus niet zo maar een experiment. Het geheel wordt goed omkaderd. Een aantal vragen die we vandaag hebben, zullen op termijn beantwoord worden. Wat is de impact op leerlingen, is een van die vragen.
Het is positief dat de opvang en workshopwerking wordt aangeboden. Onze fractie stelt het alvast heel tevreden dat er wordt gezocht om dit alles gratis te maken. Voor one.brussels- Vooruit blijft het een cruciaal gegeven dat alle kinderen kunnen intekenen op het aanbod van de school. Voor ons zou het inderdaad opportuun zijn om dit toch verplicht te maken. Alle kinderen zouden ook woensdagvoormiddag toch verplicht naar school moeten gaan. Dit mag niet afhangen van de goodwill van ouders of van het feit of de ouders het al dan niet kunnen betalen. Het verplicht maken, lijkt ons toch ook nog belangrijk. Dit moet overwogen worden.
De heer Xxxxxx Xxxxxx (Agora): De kentering lijkt dan misschien toch stilaan ingezet. We moeten dit zeer voorzichtig blijven zeggen. Hoe dan ook lijken de cijfers wel hoopgevend te zijn. Op zich is dit een goed signaal. De cijfers die het collegelid heeft gegeven over de bijna 200 openstaande vacatures en meer dan 180 langdurig zieken, tonen ook duidelijk aan dat er een grote nood is.
Het is dus goed dat de kentering is ingezet. Tegelijkertijd moet er niet alleen aan een blijvende rekrutering van bijkomende leerkrachten, maar ook aan het behoud van leerkrachten moet worden gewerkt. We kennen allemaal de verhalen van de leerkrachten die in het onderwijs stappen maar die na 9 maanden nog niet eens weten wat hun loon zal zijn of die direct weer het onderwijs verlaten omdat ze geen coaching krijgen. Andere leerkrachten stappen vanuit een heel Vlaamse context in het onderwijs, maar zijn onvoldoende vertrouwd met de Brusselse context.
Dit alles, samen met die mogelijke vierdaagse lesweek, kan een oplossing bieden. Niet alleen om leerkrachten aan te trekken en het beroep voor klassieke en zijinstromers te faciliteren, maar vooral om ervoor te zorgen dat de mensen die instromen ook effectief blijven.
Collegelid Xxxx Xxxx zegt dat hij, buiten over het feit dat mensen een betrekking zoeken die dichter bij hun huis ligt, over over geen cijfers beschikt. Ik vraag me echter toch af in hoeverre er aan die retentie van leerkrachten kan worden gewerkt door leerkrachten die hier in het Brusselse onderwijs instromen, beter voor te bereiden op de Brusselse realiteit. Deze realiteit is toch mogelijks anders dan de Vlaamse realiteit waar sommigen uit voortkomen.
Verder vroeg ik me ook af op welke wijze nieuwkomers, en dan misschien vooral zijinstromers, actiever kunnen worden begeleid. Zijn er op dat vlak misschien rollen weggelegd voor het OCB of de VGC, in een bredere zin. Een dergelijke coaching zou er
moeten voor zorgen dat mensen die dan eindelijk instromen misschien al te vlug weer uitstromen. Een dergelijke uitstroom zien we immers al te vaak.
Samen met die vierdaagse schoolweek is het misschien een mogelijkheid. Ik ben alvast blij dat collegelid Xxxx Xxxx het goed opvolgt en dat hij ook de optie overweegt om de opvang gratis te maken.
De xxxx Xxx Xxxxxxxx (PVDA): We kunnen de afname van het aantal openstaande vacatures alleen maar toejuichen. Dit is echt een positieve evolutie. Ik vraag me ook af of het om een kentering gaat. Het is nog een beetje vroeg om dat te kunnen vaststellen. Ik hoop het. Het hangt er ook vanaf of die nieuwe leerkrachten blijven. Met deze nieuwe vierdaagse werkweek lijken mensen aangemoedigd te worden om voltijds te gaan werken. Dit is alleen maar positief. Laat ons dit dus verder opvolgen.
We moeten ook durven toegeven dat 2022 een enorm crisisjaar was. We komen dus uit het putje van het dal. Laat ons dus hopen dat we hier uitgeklommen zijn.
Ik hoop ook dat collegelid Xxxx Xxxx iets zal doen aan het betalend karakter van de woensdagmiddaglessen. Met een betaling zouden we de onderwijsongelijkheid immers alleen maar doen toenemen.
Er zijn verschillende lopende projecten. Er is dit project van de vierdaagse werkweek. Er zijn echter ook andere projecten die aantonen dat dit mensen kan stimuleren om aan de slag te gaan. Misschien moeten we dit uitbreiden. We kennen echter ook het project in de Paviljoenschool in Schaarbeek. Bij dit project worden twee leerkrachten voor de klas gezet. Ik denk dus dat het belangrijk is om al die projecten goed op volgen, te monitoren en na te gaan wat de impact is op de kwaliteit van het lesgeven en van de werkomstandigheden.
- Het incident is gesloten.
VRAGEN OM UITLEG (R.v.O., art. 59)
Samenwerking tussen OCB en Leerpunt
Xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxx (Open Vld): In de week van 24 april 2023 hadden we de gelegenheid met de Commissie voor Onderwijs en Scholenbouw een bezoek te brengen aan Londen om er een aantal projecten te bezoeken; van alles te gaan beluisteren en na te gaan hoe men er een aantal zaken aanpakt. Dat was een zeer interessant studiebezoek. Nogmaals bedankt aan de Diensten voor de organisatie. We hebben verschillende activiteiten gedaan, zoals schoolbezoeken, maar we hebben ook gekeken naar de ondersteuning van scholen. De organisatie die daarvoor verantwoordelijk is bij hen, is de Education Endownment Foundation (EEF). Een van hun belangrijkste verdiensten is het creëren van ‘evidence-based educational toolkits’. Zo kan de organisatie leerkrachten ondersteuning bieden met tools die getest zijn in een internationale omgeving. Leerkrachten verliezen daardoor niet langer veel tijd om de juiste informatie of materiaal te vinden om een uitdaging of probleem in de school op te lossen. Als ze een probleem identificeren, kunnen de scholen gemakkelijk terecht bij de EEF om een toolkit aan te schaffen. Ze kunnen er op vertrouwen dat het zal werken. De leerkracht
kan een geïdentificeerd probleem dus oplossen door een kit aan te kopen die al werd getest in het veld.
Tijdens ons bezoek verwezen de Engelsen naar het Leerpunt Vlaanderen. Ze waren blij met het initiatief en de contacten die daaruit voorkwamen. Zo’n internationale uitwisseling en overleg zijn natuurlijk altijd interessant. Het verbaasde mij dat de taak die het Leerpunt Vlaanderen zich aanmeet ook door het OCB hier in Brussel wordt vervuld. Het OCB heeft ook als doel om leerkrachten te professionaliseren, scholen te vormen en expertise ter beschikking te stellen via tools, materiaal of studiedagen. We hebben een bezoek gebracht aan de materialenbank, die kan worden vergeleken met de grot van Xxx Xxxx voor leerkrachten.
Leerpunt Vlaanderen gaf in de beginfase aan dat een van de prioriteiten is om de toolkits van de EEF te vertalen en er maximaal gebruik van te maken binnen het Nederlandstalig onderwijs. Ik vraag me af welke positie het OCB in deze kennisverdeling inneemt?
In Bruzz van 19 april 2023 konden we lezen: “Het OCB zou een metropolitaan, grensoverschrijdend netwerk moeten worden”. Zo stelde de xxxx Xxxx Xxxxx, algemeen directeur van scholengroep Scoop, in het artikel. Hij verwees naar de uitdagingen van stijgende diversiteit, kansarmoede en meertaligheid in de Randgemeenten. Het toont nogmaals aan dat de nood aan een metropolitane visie voor Brussel hoog is.
Vanuit Vlaanderen kijkt men dus naar het Verenigd Koninkrijk om directies en leerkrachten bij te staan. Vanuit onze Randgemeenten kijkt men naar Brussel. Een goede samenwerking en afstemming worden steeds belangrijker om dubbel werk te vermijden en de juiste inzichten te delen.
In welke mate wordt het OCB betrokken bij de ontwikkeling van Leerpunt Vlaanderen? Welke samenwerking is er? Wat is het verschil tussen de taken en doelstellingen van het OCB en die van Leerpunt Vlaanderen?
In welke mate worden tools en materialen van het OCB, ook in digitale vorm, beschikbaar gesteld voor scholen, speelpleinen en brede scholen buiten Brussel? Werkt het OCB samen met andere organisaties uit het buitenland, zoals bijvoorbeeld de EEF, die dezelfde doelstellingen hebben?
De xxxx Xxxxxx Xxxxxxxxxxx (N-VA): Als commissievoorzitter ben ik zeer tevreden om te zien dat de collega’s niet alleen met veel enthousiasme hebben geparticipeerd aan ons bezoek, maar ook proactief aan de slag zijn gegaan met de zaken die we daar hebben geleerd. De xxxx Xxxxxx Xxxxxxxxxx had het over de Michaela School en xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxx brengt de EEF op. Zelfs ‘t Pallieterke heeft blijkbaar vandaag een artikel geschreven over de Michaela School. Daarin schreef men dat dit commissiebezoek zeer nuttig was.
Ik sluit me graag aan bij de vragen van xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxx over de oprichting van Leerpunt Vlaanderen. Men put inspiratie uit de EEF, maar Brussel doet al langer iets gelijkaardigs. We hebben die discussie ook gehad over de taaltesten in het kleuteronderwijs. Die deden we in Brussel al langer, waarna men in Vlaanderen tot het inzicht kwam dat dit breed kon worden uitgerold. Hoe zorgen we ervoor dat er geen dubbele activiteiten gebeuren en dat er een goede samenwerking is tussen beide organisaties? Men moet eigenlijk aan hetzelfde zeel trekken. Het wordt problematisch indien verschillende overheidsinstanties
elkaar beginnen tegen te spreken. We lopen dan het risico om een kakofonie van tegenstrijdigheden te krijgen, waardoor het wetenschappelijke karakter verloren raakt en ideologisch gemotiveerde dingen een rol beginnen spelen. Ik heb bij het bezoek aan de EEF ook gevraagd hoe men omgaat met meer complexe vragen in het onderwijs waarover meerdere visies bestaan. Men zei dat men zich beperkt tot de zaken die wetenschappelijk vast staan of waarvoor sterk bewijs bestaat. Zij vermijden alle ideologisch gestuurde zaken en proberen zich te beperken tot feiten.
Ik vraag me dus af hoe een mogelijk toekomstige samenwerking eruit kan zien.
Collegelid Xxxx Xxxx: Stichting Leerpunt werd eind 2022 op initiatief van de Vlaamse overheid opgericht. Het Leerpunt, met pedagoog Xxxxx Xx Xxxxxxxxx aan het hoofd, moet een onafhankelijk kenniscentrum worden dat waardevolle inzichten uit de wetenschap en effectieve lesmethodes vertaalt en verspreidt naar de onderwijspraktijk. De belangrijkste opdrachten van het centrum zijn: de kennisnoden in kaart brengen, het verzamelen en ontsluiten van internationaal en nationaal wetenschappelijk onderbouwde kennis en materialen naar het Vlaamse onderwijs en de communicatie en verspreiding van deze kennis en materialen. Ook de ondersteuning van onderzoek in de klas- en schoolpraktijk, in samenwerking met de pedagogische begeleidingsdiensten (PBD), de lerarenopleidingen en de bestaande expertisecentra behoort tot de taken van het Leerpunt.
Is er samenwerking met het OCB? Het Leerpunt maakt de vernoemde opdrachten zo concreet mogelijk. Een eerste belangrijke opdracht is de vertaling van de toolkits van de EEF naar het onderwijs in Vlaanderen en Brussel. Het OCB laat zich vandaag ook al inspireren door de Engelstalige versies van deze toolkits. Er is al informeel contact geweest tussen het OCB en Leerpunt. Zo heeft het OCB in april 2023 initiatief genomen om verbinding te zoeken met Leerpunt om de specifieke situatie van het grootstedelijk en Brussels onderwijs onder de aandacht te brengen. Brussel geldt als enige ‘extensive urban’-omgeving in België. Het OCB heeft aangeboden om samen te werken waar mogelijk of nodig, wat hun handelsmerk is. Er zijn nog geen verdere werkafspraken gemaakt.
Wat is het verschil tussen de taken en doelstellingen van het OCB en Leerpunt Vlaanderen? Stichting Leerpunt is in de eerste plaats een kenniscentrum. Xxxxxxxx zal zelf geen onderzoek uitvoeren, maar zal hiervoor samenwerken met andere expertisecentra. Ook vorming en ondersteuning bieden aan leraren en scholen is niet de opdracht van Leerpunt. Leerpunt heeft een Vlaanderen-brede opdracht, die niet specifiek op Brussel is gericht. De unieke kracht en kernopdracht van het OCB is daarentegen het ondersteunen van de Brusselse scholen tot op de klasvloer.
Om die ondersteuning van de Brusselse scholen zo goed mogelijk in te vullen, verzamelt het OCB expertise vanuit ervaring en onderzoek. Die expertise wordt vertaald naar de Brusselse grootstedelijke en meertalige context. Het OCB maakt die expertise niet alleen toegankelijk voor de eigen medewerkers, maar ook voor het brede werkveld. Een heel zichtbaar voorbeeld hiervan is de website Brussel Vol Taal. Dat is een online toegangspoort naar informatie over ondersteuning bij meertaligheid. De website kijkt met een Brusselse bril naar meertaligheid in het onderwijs en is in de eerste plaats bedoeld voor de Nederlandstalige scholen in Brussel, maar ze is ook toegankelijk voor leraren en scholen in Vlaanderen. Zo werd de tool om het taalbeleid van een school in kaart te brengen al gebruikt door 33 scholen buiten Brussel.
Naast die website deelt het OCB ook expertise via de websites Communiceren met Ouders, GeneratieBXL, Klascement en de vele contacten met het brede Brusselse en Vlaamse onderwijsveld.
Werkt het OCB samen met andere organisaties uit het buitenland zoals bijvoorbeeld de EEF? Het OCB volgt de evoluties zo breed mogelijk op en kijkt met veel nieuwsgierigheid naar de nieuwe inzichten die vanuit het Leerpunt zullen worden gedeeld. Het OCB beschouwt de werking van Leerpunt als complementair en verrijkend voor de eigen werking.
Als er al overlappingen zouden zijn met Leerpunt, dan is dit niet zozeer met het OCB, maar eerder met andere expertisecentra in de schoot van hogescholen of universiteiten. Zo zijn er volgende organisaties: het Centrum voor Taal en Onderwijs (CTO) van KU Leuven, Steunpunt Diversiteit en Leren (SDL) van UGent, het ExpertiseCentrum voor Effectief Leren (Excel) van Xxxxxx Xxxx, het Centrum voor Onderwijseffectiviteit en Evaluatie (CO&E) van de KULeuven, het Steunpunt Centrale Toetsen van de 5 Vlaamse universiteiten en het Multidisciplinair Instituut Lerarenopleiding (MILO) van de VUB.
Het OCB heeft contact met deze centra en maakt gebruik van expertise uit het buitenland wanneer dit kan bijdragen aan haar kernopdracht. Hiermee hoop ik het verschil en het positieve spanningsveld tussen het OCB en Stichting Leerpunt te hebben weergegeven.
Xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxx (Open Vld): Het is duidelijk dat het Leerpunt Vlaanderen een kenniscentrum is. Het OCB laat zich inspireren en werkt samen waar nodig. Het materiaal van het OCB wordt ontsloten voor scholen in de Rand, wat een goede zaak is. Mijn vraag ontstond vanuit de bezorgdheid dat kennisopbouw in Brussel en Vlaanderen niet dubbel zou gebeuren. Samen kunnen we sterker zijn. In dit geval lijkt de samenwerking goed te verlopen. Het lijkt me een goede zaak dat Vlaanderen meer kijkt naar de kennis en tools voor overdracht naar de scholen. Dit is compatibel met de activiteiten van het OCB.
De xxxx Xxxxxx Xxxxxxxxxxx (N-VA): Leerpunt Vlaanderen zal een beetje een verzamelbak moeten zijn van de expertise die elders wordt opgebouwd. Men kan de bestaande onderzoeken samenbrengen en deze informatie toegankelijk aanbieden aan de Vlaamse scholen. Zo moet men niet aankloppen bij de verschillende instituten, maar ergens een verzamelpunt voorzien dat systematiseert wat de voorgestelde methoden zijn en wat de effectiviteit is van die methoden.
Daarnaast moet men ook zetten wat de kracht is van het wetenschappelijk onderzoek dat die mogelijke methoden ondersteunt.
Voor een deel kan er een interessante complementariteit zijn met het OCB, die dan voor een deel die informatie uit Leerpunt meeneemt en de scholen helpt om dit in de praktijk om te zetten. Ik blijft wel een klein beetje bevreesd voor een situatie waarbij Leerpunt het ene zou zeggen en het OCB iets anders. Maar dat zal moeten blijken wanneer het in werking zal zijn.
- Het incident is gesloten.
Capaciteit van de OKAN-klassen
De xxxx Xxxxxx Xxxxxxxxxxx (N-VA): Op zich is de capaciteits- en inschrijvingsproblematiek, zoals helaas sinds kort het lerarentekort, al langer een discussie die altijd maar weer terugkomt in Brussel en het laatste debat dienaangaande dateert van 9 juni 2023. Maar, ik wil wat dieper inzoomen op een specifiek element, namelijk de OKAN-klassen.
In Brussel organiseren twee basis- en vier secundaire scholen onthaalklassen voor anderstalige nieuwkomers. Volgens cijfers van AGODI werden er in maart 2022, 102 anderstalige nieuwkomers in het basisonderwijs en 314 in het secundair onderwijs geregistreerd. Bij de start van dit schooljaar bleek, met andere woorden, dat de 350 beschikbare plaatsen nagenoeg allemaal volzet waren. Blijkbaar was dat de afgelopen jaren doorgaans pas zo na de paasvakantie. De instroom aan Oekraïense kinderen is een logische verklaring. Extra plekken creëren is moeilijk door de capaciteitsdruk en het lerarentekort.
Kinderen en jongeren hebben echter vanaf de zestigste dag na aankomst in België leerplicht. Op 30 september 2023 gaf u mee dat daardoor in de praktijk anderstalige nieuwkomers soms worden doorverwezen naar het Franstalig onderwijs, zeker als de leerling of één van beide ouders het Xxxxx al machtig is. En dit, ook al wenst men misschien de bewuste keuze voor het Nederlandstalig onderwijs te maken.
In Antwerpen organiseren vijf organisaties in samenwerking met de stad workshops of andere leerrijke activiteiten om anderstalige nieuwkomers tussen 12 en 17 jaar voor te bereiden op het OKAN-onderwijs. Profo vzw bijvoorbeeld doet activiteiten met invulboeken, waarbij jongeren laagdrempelig woorden leren rond thema’s als familie, voeding of de dierenwereld. De begeleiders hebben geen specifieke onderwijsopleiding gehad. Bij Habbekrats vzw werken ze niet met lesboeken maar uitsluitend met sport en spel. Men weet dat louter reeds in contact komen met de Nederlandse taal, ook buiten het klassieke schoolaanbod, soms heel belangrijk kan zijn.
De Stad Antwerpen zet ook in op uitvalpreventie in twee OKAN-scholen. Anderstalige nieuwkomers tussen 12 en 18 jaar krijgen met het project ‘Prachtig Veerkrachtig’ begeleiding om de verbinding met hun school te versterken. Zo wil de stad hun kansen verhogen om nadien een kwalificatie of diploma te behalen binnen het secundair onderwijs. Eén van de aspecten van dat project in één van de twee scholen, is een aparte ruimte waar leerlingen even een ‘pauze’ kunnen inlassen als het hen te veel wordt. Ook gaat een medewerker buiten de schoolmuren op stap en in gesprek met een aantal leerlingen die met een grotere problematiek of trauma’s te maken hebben. Met een aantal Oekraïense kinderen zou dat bijvoorbeeld het geval kunnen zijn, komende uit een oorlogsgebied. Het doel daarbij is om hen zo snel mogelijk terug in de klas te krijgen. Volgens de betrokken leerkrachten zorgt dit ervoor dat de leerlingen weerbaarder worden en het signaal krijgen dat ze de moeite waard zijn.
Wat zijn de laatste cijfers over het aantal anderstalige nieuwkomers dat les volgt in de onthaalklassen van het Nederlandstalig basis- en secundair onderwijs?
Zijn alle beschikbare plaatsen effectief ingevuld en hoeveel kinderen staan op de wachtlijst? Is de wachtlijst groter geworden doordat er ook sprake is van een lerarentekort in het OKAN- onderwijs?
Welke aanvullende maatregelen worden bestudeerd om de wachtlijsten in de OKAN-klassen weg te werken?
Hoeveel procent van de plaatsen zijn ingevuld door Oekraïense kinderen? Is er aanvullende of aangepaste ondersteuning van het OCB die inspeelt op de hoge instroom van Oekraïense leerlingen?
Zijn er in Brussel organisaties die in samenwerking met de VGC en/of de gemeenten activiteiten organiseren die anderstalige nieuwkomers op de wachtlijst voorbereiden op het OKAN-onderwijs met sport, met spel, met invulboeken of op gelijk welke andere manier? Zo niet, plant u initiatieven op dat vlak?
Zet de VGC in op uitvalpreventie in de OKAN-scholen? Is dit een groot probleem? Wat zijn de laatste cijfers?
Collegelid Xxxx Xxxx: Met betrekking tot de laatste cijfers, kan ik u meedelen dat de onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers (OKAN) het hele schooljaar blijft doorgroeien, naarmate anderstalige kinderen zich aanbieden en zolang de capaciteit toereikend is. Over dit aspect van de OKAN-capaciteit bestaan er daarom geen officiële cijfers. Uiteraard wel het gewoon voltijds secundair onderwijs, omdat daar een aparte structuur is opgericht. In het gewoon basisonderwijs en het Deeltijds Beroepssecundair onderwijs (DBSO) kennen we de aantallen pas aan het begin van het nieuwe schooljaar.
De laatst bekende cijfers, die wel al van februari 2022 dateren en daarom wellicht niet bijzonder accuraat zijn, zijn:
- Deeltijds Beroepssecundair onderwijs (DBSO): 42 leerlingen;
- Gewoon Kleuteronderwijs: 64 leerlingen;
- Gewoon Lager Onderwijs: 181 leerlingen;
- De grootste groep OKAN-leerlingen zit in het gewoon voltijds secundair onderwijs, met 357 leerlingen. De cijfers voor deze groep zijn wel recenter en dateren van februari 2023.
Ik geef nog graag het standpunt mee van Vlaams minister van onderwijs, Xxx Xxxxx, die op 4 mei 2023 in het Vlaams Parlement aangaf dat het creëren van een Vlaanderenbrede aanmeldingsprocedure, een advies van het Kinderrechtencommissariaat, geen extra plaatsen op zich oplevert. De minister verklaarde toen het volgende: “Onze eerste bezorgdheid is het creëren van extra capaciteit, niet de administratieve lasten of het inzetten van middelen en mensen om brede bevragingen te organiseren.”
De wachtlijsten worden helaas niet centraal beheerd door AGODI, het Vlaamse Agentschap voor Onderwijsdiensten. Er is dus geen volledig zicht over alle scholen heen, door het gebrek aan centraal beheer. Wat ik als cijfers heb, met betrekking tot de bevraging van maart 2023, voor de 4 secundaire scholen die OKAN inrichten, is het volgende:
1. Hoofdstedelijk Instituut Anneessens-Funck (Brussel): 73 leerlingen op de wachtlijst;
2. GO! Meertalig Atheneum Woluwe (Sint-Pieters-Woluwe): 25 leerlingen op de wachtlijst;
3. Xxx Xxxxx (Sint-Pieters-Woluwe): 8 leerlingen op de wachtlijst;
4. Sint-Guido Instituut (Anderlecht): geen recent zicht op de wachtlijst.
Voor volgend schooljaar (2023-2024) ziet de inschatting van de plaatsen er als volgt uit:
1. Hoofdstedelijk Instituut Anneessens-Funck (Brussel): opgegeven capaciteit van 160 (nog niet volzet);
2. GO! Meertalig Atheneum Woluwe (Sint-Pieters-Woluwe): opgegeven capaciteit van 60 (nog niet volzet);
3. Xxx Xxxxx (Sint-Pieters-Woluwe): opgegeven capaciteit van 55 (nog niet volzet);
4. Sint-Guido Instituut (Anderlecht): sinds 6/06/2023 zijn alle 80 plaatsen in Sint-Guido voor volgend schooljaar volzet.
Met betrekking tot de aanvullende maatregelen kan ik u melden dat jongeren die in Brussel op de wachtlijst staan, in afwachting van een plaats, bijvoorbeeld in Halle kunnen schoollopen. Het LOP Brussel secundair bespreekt op elke maandelijkse vergadering intern de OKAN- problematiek. In de schoot van dit overlegplatform wordt de situatie naar best vermogen gemonitord. De LOP-deskundige staat in contact met Xxxxxxx en deelt alle nuttige informatie met de betrokken scholen. Vertegenwoordigers van de scholen delen op hun beurt binnen deze groep of er nog aanbod is of waar dit reeds volzet is.
We weten uit de bevraging dat capaciteit enkel kan uitgebreid worden als er ook extra infrastructuur is en er voldoende leerkrachten zijn. De VGC nam intussen contact op met de vertegenwoordigers van de scholen met OKAN-aanbod om samen te zoeken naar mogelijke oplossingen, zowel op het vlak van personeelsinzet als infrastructureel.
Ondertussen heeft het Centrum voor Basiseducatie, Ligo-Brusselleer, de OKAN-scholen van het secundair onderwijs bijgestaan door aan de 16-plussers mee les te geven. Dat is een voorbeeld van een praktische oplossing.
Met betrekking tot de Oekraïense kinderen beschikt men niet over exacte cijfers. Maar de Oekraïense vluchtelingen worden wel van nabij gemonitord en we krijgen regelmatig een update van Vlaanderen met de aantallen leerlingen die Oekraïens zijn of het Statuut Tijdelijk Ontheemden (STO) hebben, en die nieuw ingeschreven zijn sinds februari 2022. Dit zijn de laatste cijfers, daterend van 6 juni 2023:
- In het buitengewoon lager onderwijs zijn er 2 Oekraïense leerlingen;
- In het gewoon kleuteronderwijs gaat het over 30 kleuters;
- In het gewoon lager onderwijs zijn er 64 Oekraïense leerlingen;
- En in het gewoon voltijds secundair onderwijs zijn er 74 Oekraïense leerlingen.
Voor het gewoon secundair onderwijs betekent dit dat ongeveer 1 leerling op 5 in OKAN van Oekraïense oorsprong is.
Wat betreft de ondersteuning door het OCB, geldt dat de onderwijsondersteuners een generiek aanbod voorzien voor omgaan met meertaligheid. Daarnaast zijn er ook leerlabo’s waar leerkrachten, directies en ondersteuners ervaringen uitwisselen rond meertaligheid.
Met betrekking tot de organisaties die in de brede VGC-gemeenschap kunnen samenwerken, heeft het Centrum voor Basiseducatie, Ligo Brusselleer, een helpende hand geboden voor de 16-plussers.
De VGC ondersteunt op dit moment geen specifieke vrijetijdsinitiatieven naar die doelgroep. Maar er is natuurlijk wel de algemene focus van de Sport-na-School-pas, de toeleiding naar vrije tijd met focus op sport via VGC-Sportdienst en PIN vzw. Daarenboven heeft ‘Les Gazelles de Bruxelles’ een aanbod in de asielcentra en biedt daar sportkansen aan jongvolwassenen.
De in de vraag vermelde organisatie Habbekrats krijgt VGC-subsidies vanuit Jeugd op basis van een convenant en, bijvoorbeeld, ook WMKJ Centrum West bereikt een specifieke groep nieuwkomers-jongeren.
Met betrekking tot de uitvalpreventie, kan ik u meegeven dat de VGC hierop inzet via KANS CMB en dat er extra initiatieven werden genomen om tegemoet te komen aan de specifieke noden. Ze zijn met deze scholen en de begeleidende CLB’s aan de slag gegaan. De voornaamste redenen voor mogelijke schooluitval zit hem vooral in de uitzichtloosheid van hun situatie. Ze stellen zich de vraag of ze in België zullen kunnen blijven en of het dan zinvol is dat ze hier de taal leren en zich integreren. Maar er zijn ook trauma’s en psychologische problemen, in combinatie met 'overleven', in die zin dat school niet altijd een prioriteit is als andere basisbehoeften onder druk staan. Als antwoord op de vraag van de scholen en KANS naar een aangepast aanbod, richtte Groep INTRO dit schooljaar OKAN- FIX op, een aanbod van 1 namiddag in de week specifiek voor OKAN-jongeren. Dit schooljaar telde KANS 32 individuele aanmeldingen. Er zijn ook de proeftuinen Time-In en ook in het Sint-Guido Instituut en in Anneessens-Funck zijn er specifieke initiatieven.
De xxxx Xxxxxx Xxxxxxxxxxx (N-VA): Ik dank het collegelid voor zijn omstandige antwoorden.
Ik ben blij om te horen dat er aan de slag wordt gegaan met betrekking tot een aantal zaken, al is het wel spijtig dat men niet over duidelijkere cijfers beschikt.
De enige lacune in uw antwoord zit hem in de vraag wat men doet met jongeren die op een wachtlijst staan en mogelijks niet meteen aan de slag kunnen in een OKAN-klas. Voorzien we daar voldoende om die reeds op een nuttige manier, buiten het formeel onderwijs, al wat voor te bereiden en in contact te brengen met de Nederlandse taal? Het buitenschools aanbod kan helpen om een aantal problemen die worden aangehaald, zoals psychologische problemen, trauma’s, twijfels of onzekerheid, wat aan te pakken voordat met in het formeel onderwijs stapt.
Ik hoor dat er initiatieven zijn, maar ik voel dat er op dat vlak een lacune is. Ik vraag me af of de VGC niet proactiever aan de slag kan gaan en meer kan doen, zeker in een stad als Brussel die het leeuwendeel van de migratie in dit land opvangt. Die grote nood bestaat hier ook. Xxxxx u niet dat de VGC op dat vlak meer moet of kan doen?
Collegelid Xxxx Xxxx: Er is daarover op 3 juli 2023 een opvolgvergadering met de netten. De VGC ontplooit al een aantal initiatieven en zal nagaan met de netten, maar ook met het LOP wat de beste mogelijke antwoorden zijn. Ze volgt het van heel nabij op.
De xxxx Xxxxxx Xxxxxxxxxxx (N-VA): Voor mij volstaat dat. Ik zal er op een later moment op terugkomen.
- Het incident is gesloten.
Resultaten en aanbevelingen van het traject relatie tussen jongeren en de politie Zuid
De xxxx Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxx (N-VA): Op mijn beurt wens ik u proficiat met uw nieuw mandaat, collegelid Ans Persoons. De eer valt me te beurt om u een eerste keer te mogen ondervragen over een project dat uw voorganger Xxxxxx Xxxx heeft opgestart. Ik veronderstel dat u daarover ook goed op de hoogte bent.
Na twee jaar loopt het proefproject ‘Versterking van de relatie tussen jongeren en politie in de politiezone Zuid’ ten einde. Het project zag het licht nadat de VGC-Jeugdraad een weliswaar niet-wetenschappelijk onderbouwde steekproef uitvoerde bij zo’n 2.000-tal jongeren. Daaruit bleek dat vier op de vijf Brusselse jongeren zich niet veilig voelt bij een contact met de politie.
De projectuitvoering gebeurde door JES vzw. Die kreeg als opdracht om een analyse uit te voeren aan de hand van ondervragingen en gesprekken met alle stakeholders en een visie uit te werken op basis van die analyse. De VGC heeft een faciliterende rol gespeeld en stelde
100.000 euro subsidie ter beschikking van JES vzw. Het project kreeg ook financiële ondersteuning van xxxx.xxxxxxxx, het Vlaamse Departement Cultuur, Jeugd en Media en de gemeente Sint-Gillis.
Op woensdag 24 mei 2023 werden de acties, de resultaten en de aanbevelingen van het project voorgesteld. De hoop was dat er goede conclusies konden getrokken worden, die nadien opgenomen kunnen worden in het gewestelijk beleidsplan. Ik was ook aanwezig op die studiedag. Ik heb daar interessante gesprekken gehad en interessante inzichten gehoord, maar ik was eerlijk gezegd wat ontgoocheld over de resultaten. Het is me niet duidelijk wat er veranderd is, wat er gaat gebeuren met de resultaten en wat, kortom, de impact van dat project op middellange en lange termijn is.
Ik ben ook een beetje teleurgesteld over de acties. Zo werd in Vorst geen overlegplatform tussen jeugdwerkers en politie georganiseerd. De reden is dat er geen draagvlak was bij de jeugdorganisaties. In Anderlecht was er wel overleg, maar daar was er dan sprake van een gebrek aan effectieve vertegenwoordiging van de jeugdorganisaties, terwijl de politie wel actief betrokken was. In Sint-Gillis kwam er geen bemiddeling tussen jeugdwerkers en politie, maar eerder een kennismakingsmoment.
In het algemeen heb ik de indruk dat de bal vooral gelegd wordt in het kamp van de politiediensten om de relatie tussen hen en jongeren te verbeteren. Zo moet volgens een aanbeveling die voortvloeide uit de analyse- en visiefase van het projecten, “de politie aanvaarden, erkennen en communiceren dat er een structureel en institutioneel probleem is” en “moeten ze toegeven dat ze fouten maken en verantwoordelijkheid afleggen”. Een aanbeveling die geformuleerd werd na de actiefase, stelt dat de agenten vorming zouden moeten krijgen over de “sociale context en realiteit maar ook de psychologie en neurologie van Brusselse jongeren”.
Waarom was er bij de jeugdorganisaties van Vorst geen draagvlak voor een overlegplatform tussen de jeugdwerkers en politie? Waarom was er bij de jeugdorganisaties van Anderlecht weinig animo om deel te nemen aan het overlegplatform?
Worden de overlegplatforms voortgezet?
Wat gaat er nu gebeuren met de resultaten en aanbevelingen? Worden zij opgenomen in het gewestelijk Globaal Veiligheids- en Preventieplan? Hoe gebeurt de follow-up?
Wat zijn de meningen van de verschillende stakeholders van het project over de resultaten en aanbevelingen van het project?
Hoeveel heeft het project gekost?
Xxxxxxx Xxx Xxxxxxxx (one.brusssels-Vooruit): Ik sluit graag aan bij deze vraag want ik was ook aanwezig op het slotmoment bij JES vzw. Ik heb een andere lezing van de reacties van zowel de politie, de jongeren als de jeugdwerkers op het tweejarige dialoogproject dat er gekomen is op initiatief van voormalig collegelid Xxxxxx Xxxx. De relatie tussen de politie en de Brusselaars, in het bijzonder Brusselse jongeren, is al heel lang niet goed. Die analyse is al langer gekend. Daarom heeft het Brussels Hoofdstedelijk Parlement drie jaar geleden verschillende hoorzittingen georganiseerd met als resultaat een sterk gedragen resolutie door de meerderheid en de meeste oppositiepartijen. Samen met mij waren ook veel organisaties, jongeren en de politie heel tevreden met het initiatief van de VGC om ook een bijdrage te leveren aan de dagdagelijkse problemen tussen die jongeren en de politie. Er waren meer dan honderd mensen aanwezig, zowel politie als jongeren. Er bleek een groot enthousiasme te bestaan over het afgelegde traject.
Het klopt dat niet alles is gelopen zoals gepland. De betrokkenen zijn daar heel transparant over geweest. Dat er in een proefproject zaken kunnen mislopen, is meer dan normaal want de afstand tussen de politie en jongeren en jongerenorganisaties is echt heel groot. Ik juich toe dat het beleid middelen wil vrijmaken om te zorgen dat jongeren en politiemensen samen aan de slag kunnen gaan. De jeugdwerkers en politiemensen getuigden echter op het publieksmoment dat er wel degelijk iets ten goede is veranderd en dat er meer vertrouwen is. Dat goede gevoel is een begin. Opnieuw werd bevestigd dat de veelvuldige identiteitscontroles een probleem blijven. Dat is een bron van frustratie bij jongeren. Dat probleem krijg je niet alleen met dialoog van de baan. Er zijn ook veranderingen nodig binnen de politieprocedures enzovoort. Daarom heb ik ook een vraag gesteld aan Brussels minister- president Xxxx Xxxxxxxx om te kijken op welke manier het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verder aan de slag gaat met de bevindingen van het proefproject. Het zou goed zijn om dat project uit te breiden naar de andere politiezones. De vraag aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is nu dus om daar mee de schouders onder te zetten. Het is in ieder geval fantastisch dat de VGC het mogelijk heeft gemaakt om een dergelijk proefproject op te starten.
Collegelid Ans Persoons: Ik dank de xxxx Xxxxxxx Xxxxxx Borre voor mijn eerste vraag als kersvers collegelid. Het doet me veel plezier om hier te zijn. Ik kijk ernaar uit om met iedereen samen te werken.
Ik ben nieuw, maar gelukkig hebben mijn voorganger Xxxxxx Xxxx en zijn kabinet me goed gebrieft. Ik zal dus zo volledig mogelijk proberen te antwoorden.
De moeilijke relatie tussen jongeren en politie is niet nieuw en is een typisch stedelijk fenomeen. Sommige jongeren in deze stad vinden te weinig aansluiting bij instellingen zoals de politie. Beide groepen voelen zich niet respectvol behandeld. Zowel bij de politie als bij de jongeren heerst er een gevoel van straffeloosheid: jongeren menen dat politiegeweld, discriminatie en etnisch profileren onbestraft blijven, agenten menen dat justitie te traag en te laks werkt en dat jongeren nauwelijks bestraft worden. Er is frustratie bij beide kampen.
Daarom heeft mijn voorganger een proefproject gelanceerd in de politiezone Zuid om de relatie tussen jongeren en politie te verbeteren. Dat lijkt me noodzakelijk in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Er werd gewerkt aan een coalition of the willing met xxxx.xxxxxxxx, de drie gemeenten Anderlecht, St-Gillis en Vorst, de politiezone, de VGC en de VGC-Jeugdraad. De VGC maakte 100.000 euro vrij voor JES vzw die de projecthouder van het project is.
Lokaal werden er diverse acties opgezet, zoals het overlegplatform tussen jeugdwerkers en politie waarover deze vraag specifiek gaat. In Vorst en Anderlecht kende het project een moeilijke start en was er initieel wat koudwatervrees. Dat is op zich niet vreemd. Xxxxxxx Xxx Xxxxxxxx heeft ook al gezegd dat het een heel gevoelig thema is. Elke stap vooruit is belangrijk. De reden voor de koudwatervrees is dat jeugdwerkers vaak wantrouwiger tegenover de politie staan dan de jongeren Ze hebben schrik dat ze hun vertrouwensband met de jongeren schaden als ze samenwerken met de politie. Ze hebben een gebrek aan geloof in de maakbaarheid van de stad en in de mogelijkheid om structurele veranderingen aan te brengen in de relatie tussen politie en jongeren. Daaraan is gewerkt. Het is gelukt om het overlegplatform van start te laten gaan. Eerst is er een draagvlak gecreëerd bij de jeugdwerkers door te luisteren naar hun angsten en bezorgdheden. Ondertussen werd er in Anderlecht een duidelijk afspraken- en doelstellingenkader opgemaakt en kon het platform starten.
In Vorst is dat niet gebeurd. Er zijn daar verschillende redenen voor. Zo was er middenin het project een personeelswissel bij de gemeente. Na overleg met onder meer de burgemeester, de schepen van Jeugd en JES vzw werd besloten dat door de context in Vorst het niet mogelijk was om werk te kunnen maken van een overlegplatform in de gemeente.
In Anderlecht en Sint-Gillis hebben de overlegplatforms ondertussen voldoende draagvlak en draagkracht om voortgezet te worden zonder externe facilitering van JES vzw. De jeugd- en straathoekwerkers en de politie maakten zelf afspraken en formuleerden hun wensen en noden met betrekking tot de voortzetting van de overlegplatforms. Er is nu voldoende draagvlak gecreëerd om het project voort te zetten, zelfs zonder begeleiding van JES vzw.
Het project loopt eind augustus 2023 af. Nadien zullen de aanbevelingen bezorgd worden aan de diverse verantwoordelijken, zoals xxxx.xxxxxxxx. Hopelijk bezorgen ze inspiratie voor het gewestelijk Globaal Veiligheids- en Preventieplan. De Vlaamse Regering legt de diverse aanbevelingen en resultaten van die verschillende Vlaamse projecten samen en zal dat op federaal niveau aankaarten.
Er waren ook een aantal vragen over de financiering van het project. Zoals eerder gesteld, investeerde de VGC tussen april 2021 en april 2022 100.000 euro in het project. De gemeente Sint-Gillis investeerde in 2022 15.000 euro. Vanaf april 2022 tot eind augustus 2023 werd het project door de Vlaamse Regering opgenomen en stelde zij 90.000 euro ter beschikking. xxxx.xxxxxxxx financierde de vormingen aan politieagenten die werkzaam zijn in alle
politiezones van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het gaat om 21.906 euro in 2021 en 22.935 euro in 2022.
De verschillende stakeholders zijn al van in het begin betrokken bij het project en gaven er mee vorm aan. Het is hun project. Er wordt met de diverse stakeholders van het project de volgende maanden een evaluatie over de processen, resultaten en aanbevelingen gemaakt. Dat is heel belangrijk want er zijn altijd zaken die verbeterd kunnen worden.
Het is me duidelijk dat de VGC en mijn voorganger met dit project een incubatorrol opnamen in deze stad, gesteund op diverse bronnen, zoals het advies van de VGC-Jeugdraad, een resolutie in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement die xxxxxxx Xxx Xxxxxxxx terecht heeft aangehaald, en diverse gesprekken met stakeholders. Ondertussen nam ook de Vlaamse Regering het project op en zet het voort. Ik kijk ernaar uit om de resultaten, de lokale en bovenlokale stakeholders te leren kennen en ik hoop dat de burgemeesters, de Brusselse minister-president en anderen de lessen van de jongeren en de politiemensen meenemen in de dagelijkse praktijk.
De xxxx Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxx (N-VA): Het initiatief was zeker een interessant gegeven, het was zeker niet slecht. U mag me niet verkeerd begrijpen. Het is niet omdat ik kritische opmerkingen maak dat ik het helemaal van de tafel veeg.
Xxxxxxx Xxxxx Xxx Xxxxx, een onderzoekster van de VUB/ULB, gaf duidelijk aan dat slechts een heel klein deel van de Brusselse jongeren een problematische relatie heeft met de politie. Die groep heeft duidelijke kenmerken, en daar zijn ook redenen voor. Het is bijzonder jammer dat de reputatie van Brusselse jongeren telkenmale een knauw krijgt door de veralgemeningen in de berichtgeving. De term ‘Brusselse jongeren’ mag geen synoniem zijn voor ‘probleemjongeren’. Dat is niet zo.
Ik heb dat altijd al gezegd, ik heb dat in het Brussels Parlement ook al tientallen keren gezegd. De discussie zou veel beter afgelijnd moeten worden. Xxxxxxx Xxx Xxxxxxxx, u deed het zelf ook, wanneer u het had over ‘Brusselse jongeren’. We moeten duidelijker het probleem stellen waar het zich voordoet. Xxx gaat het over banden met de criminaliteit, maar dat is een aparte discussie. In dit project was het toch niet altijd even afgelijnd. Het was goed dat xxxxxxx Xxxxx Xxx Xxxxx dat ook zelf zei.
Mijn kritiek gaat meer over het Brusselse kluwen: het niveau van de gemeenten, de politiezones, het Brussels Gewest... De VGC heeft hierin weinig hefbomen ter beschikking, maar er zijn overal dezelfde meerderheden aan zet. Ik verwacht meer dan een eenmalig initiatief. De Brusselse jongeren hebben daar ook recht op.
Vertegenwoordigers van de politiezone Zuid hebben me letterlijk gezegd dat er voordien ook al een wijkwerking was, ook in de politiezone Noord trouwens. Maar andere zones doen dit niet. De reactie van de politiezone is dan ook dat dit geen structurele verandering met zich meebrengt, dat er niet beter afgestemd wordt met andere zones, dat er alleen wat extra aandacht was. Ook de onderzoekers wisten niet of er een opvolging zou komen, voor hen was het een eenmalig gegeven.
De versnippering, de verschillende aanpak tussen de verschillende politiezones, blijft dus. Ook de voedingsbodem blijft in grote mate onveranderd. De onrust bij een deel van die
jongeren, die ze uitwerken op de politie, blijft onaangeroerd. Het is op dit moment nog altijd een druppel op een hete plaat. Er is veel meer structurele verandering nodig.
Xxxxxxx Xxx Xxxxxxxx (one.brussels-Vooruit): Bedankt, mevrouw het collegelid, voor uw uitgebreide en duidelijke antwoord. Als de projecten in Anderlecht en Sint-Gillis voortgezet worden zonder de steun van de VGC, is de doelstelling voor een groot deel bereikt. Het was uiteindelijk de bedoeling dat het project verduurzaamd wordt.
Ik hoop dat xxxx.xxxxxxxx het mee opneemt in het Globaal Veiligheids- en Preventieplan. Ik zal de minister-president daarover ook bevragen. Er moet verder ook in middelen voorzien worden voor de opleiding van politieagenten en voor dergelijke dialoogprojecten.
We mogen de ‘Brusselse jongeren’ inderdaad niet over een kam scheren. Er zijn veel verschillende profielen, verschillende situaties op het vlak van armoede en scholing. Er werden 2.000 jongeren ondervraagd door de Jeugdraad op een zaterdagnamiddag op het Muntplein. Het ging toen om jongeren die af en toe gaan betogen, die vaak op het Sint- Katelijneplein zitten. Ook zij voelen zich niet veilig bij de politie, en dat is het belangrijkste.
Collegelid Ans Persoons: Xxxxxxxx Xxxxxx Xxxxx, het deed me veel plezier om u op deze manier over de Brusselse jongeren te horen praten. Het is inderdaad juist dat ‘de Brusselse jongere’ op zich niet bestaat. Er is een grote variëteit en veelzijdigheid, met verschillende talenten bij die jongeren. Ik hoop dat u die boodschap ook intern bij uw partij zal overbrengen.
Als het gaat over Brusselse jongeren, zet uw partij toch vaak de toon.
Het ging om een pilootproject en er is een aantal zeer interessante elementen naar voren gekomen. Het lijkt me belangrijk dat niet alleen xxxx.xxxxxxxx dat nu opneemt, maar ook de andere politiezones. Iedereen moet eruit leren zodat we daar structureel kunnen op inzetten.
De xxxx Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxx (N-VA): Ik wil nog even reageren want er worden bloemetjes uitgedeeld met de bloempot er nog aan. Het klopt niet dat de toonzetting bij ons bepaald wordt. De voorzitter van Vooruit heeft ook zeer opmerkelijke uitspraken gedaan over Brussel en Sint-Xxxx-Molenbeek, waar we allemaal met grote ogen naar gekeken hebben. Schuif de bal dus niet door naar ons en veeg eerst voor eigen deur.
Ik had het duidelijk over probleemjongeren en dat wordt in Brussel veel te weinig aangepakt. De Brusselse jeugd is daar rechtstreeks het slachtoffer van. Zij worden in de perceptie, in de berichtgeving vaak geassocieerd met die kleine groep relschoppers, die keer op keer hun problemen afreageren op de straat, op de politie, op hun medeburgers. Het gevoel van straffeloosheid, dat u zelf ook benoemt, groeit. Het probleem wordt nog altijd te weinig aangepakt.
- Het incident is gesloten.
ACTUALITEITSVRAAG (R.v.O., art. 60)
De toekomst van Villa Montald/De Schakel
Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxx (cd&v): Op 22 juni 2023 berichtte Bruzz andermaal – het probleem is echt niet nieuw – over de precaire staat van Villa Montald in Sint-Lambrechts- Woluwe. De titel boven het artikel sprak dan ook boekdelen: ‘Vrijwilligers Villa Montald zijn de wanhoop nabij: “Er is geen enkel perspectief”’. Het gebouw verkommert reeds jaren ondanks de toezegging van de VGC, en van uw voorganger, in 2018 over onderhandelingen om een duurzame oplossing te vinden. Door de jarenlange stilstand die erop volgde, is het geduld op en beginnen de vrijwilligers hun moed te verliezen. Het gebouw betreden is intussen ook niet zonder enig gevaar. Er was recent een ontploffing en men vreest dat er stenen zouden kunnen afbrokkelen. De vrijwilligers zeggen dat ze niet meer kunnen functioneren. De toekomst van Villa Montald, dat onderdak biedt aan een jeugdhuis De Schakel, de scouts en tal van andere initiatieven, staat dus op het spel.
Kunt u de leden van de vzw vandaag perspectief geven over een oplossing? Welke concrete stappen of maatregelen worden bestudeerd? In hoeverre wordt er samengewerkt met de gemeente en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor de renovatie? Garandeert u dat de werking van Jeugdhuis De Schakel kan doorgaan?
Collegelid Ans Persoons: Het oudste jeugdhuis van Brussel kent een hele historiek met de gemeente en met de VGC. Over de toekomst van deze Villa zijn dan ook al veel gesprekken gevoerd zowel door mijn administratie als mijn kabinet.
Ik kader graag toch eerst de vzw Villa Montald. Deze vzw staat in voor het beheer van drie gebouwen. Enerzijds Villa Montald an sich in het Roodebeekpark waar het jeugdhuis de hoofdgebruiker van is. Daarnaast is er ook ‘den 302’, een gebouw aan de Roodebeeksesteenweg, waar de scouts hun activiteiten heeft. Tot slot is er ook een grafiekatelier, waar vroeger ambachtelijke workshops plaatsvonden. Door zijn ligging, half ondergronds, zijn hier bijvoorbeeld veel vochtproblemen.
Zowel de gemeente als de VGC, in samenwerking met FIX en voor de brandveiligheid met Saval, hebben in deze drie panden reeds werken uitgevoerd om de bruikbaarheid en de veiligheid te garanderen. Uit de laatste rondgang van FIX, eind september 2022, bleek ook dat de drie gebouwen structureel in orde zijn, dus ook de Villa.
Het probleem waarover geschreven werd in Bruzz betreft enkel de Villa. Het is geweten dat de gemeente in dit historisch pand een toekomst ziet voor een gemeentelijk museum. Dit impliceert direct dat het perspectief van de gebruikers in dit pand eindig zal zijn.
Zoals ik zei zijn er al veel gesprekken geweest tussen de administratie, mijn kabinet, de burgemeester en de schepen voor Nederlandstalige Aangelegenheden. Zo had mijn voorganger Xxxxxx Xxxx recent nog een gesprek hierover met de burgemeester. Ook onze cultuurbeleidscoördinator in Sint-Lambrechts-Woluwe en het gemeenschapscentrum Op- Weule hebben zeer regelmatig contacten met alle betrokkenen in dit dossier. De zekerheid van een locatie voor de gebruikers maakt altijd deel uit van het gesprek. Los van de Villa geloof ik dat deze organisaties, maar vooral kinderen en jongeren uit Sint-Lambrechts-
Woluwe een plek verdienen en nodig hebben. Een plek waar ze jong mogen zijn, mogen experimenteren en hun projecten kunnen ontwikkelen.
De laatste maanden is hier nog hard aan gewerkt door de gemeente en de VGC. We zoeken een oplossing op korte termijn, maar we kijken zeker ook naar de lange termijn. Op korte termijn werken we aan een voorstel tot nieuwe overeenkomst, die de rechten en plichten helder schetst en een voldoende tijdsperspectief geeft. We verkiezen hier ook om de panden afzonderlijk te bekijken en zo het scoutslokaal, alias ‘den 302’, in een afzonderlijke overeenkomst te steken.
Op lange termijn kennen we de plannen inzake het gemeentelijk museum. De gemeente neemt zich daarom ook voor om voor de huidige gebruikers, maar ook voor de bibliotheek, die momenteel gehuisvest is in het gemeenschapscentrum Op-Weule, een vrijetijdspunt te bouwen. Deze plannen zitten nog in een embryonale fase en we hebben nog wat tijd nodig om ze inhoudelijk en financieel te concretiseren.
Door de gemeente werd mondeling al meermaals bevestigd dat de gebruikers op de site niets moeten vrezen, zolang er geen alternatief beschikbaar is. We vertrouwen hier ook op de gemeente om deze belofte na te komen. We werken actief mee aan een wenselijke overeenkomst en we blijven in dialoog om de evolutie rond de plannen van deze vrijetijdssite op te volgen.
Net zoals voor de gemeente is ook voor ons het duurzaam organiseren van een vrijetijdsaanbod voor kinderen en jongeren uit de gemeente prioritair. Op dit moment stelt de VGC een halftijds personeelslid ter beschikking van de vzw Villa Montald voor de administratieve ondersteuning, en er is een subsidie van 15.000 euro per jaar om de werking te ondersteunen.
We subsidiëren Entree om onze jeugdhuizen te ondersteunen, en deze subsidiëring wordt niet in twijfel getrokken. Ook in Sint-Lambrechts-Woluwe heeft Xxxxxx een plaatselijke jeugdhuisondersteuner om de werking daar te ondersteunen en te garanderen. Mocht het op een bepaald moment niet langer mogelijk zijn om een werking in Villa Montald te ontplooien, om welke reden ook, dan zullen we, samen met onze partners ter plaatse, zoeken naar een oplossing. Daar kunt u op rekenen.
Maar voor alle duidelijkheid is dat voorlopig niet aan de orde. We hopen binnenkort dit dossier terug op te nemen. De voorbije week kon mijn kabinet niets doen maar we blijven voortwerken aan een oplossing op de korte en lange termijn.
Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxx (cd&v): Ik weet dat er al vele jaren gesprekken zijn, maar de tijd van het praten is nu voorbij. Het is tijd voor actie en er moeten oplossingen komen. Het is goed dat er een paar pistes voorliggen.
Alleen zit er wat ruis op de communicatie. Nog deze week zeiden de vrijwilligers in Bruzz dat ze niet meer kunnen voortwerken en dat ze de wanhoop nabij zijn. Blijkbaar zijn de mogelijke pistes dan niet bekend bij die mensen. Er bestaan dus blijkbaar misverstanden, in welke richting dan ook.
Het zou goed zijn om de mensen daar concrete perspectieven te bieden, namelijk dat ze niet moeten vrezen voor hun werking en dat ze weten waar ze aan toe zijn. De daad moet nu bij het woord gevoerd worden.
- Het incident is gesloten.
- De vergadering wordt om 11.45 uur gesloten.
- De Raad gaat tot nadere bijeenroeping uiteen.
Bijlagen
Commissievergaderingen – verslagen
Commissie voor Cultuur, Jeugd en Sport van 6 juni 2023 Studiebezoek aan gemeenschapscentrum De Kriekelaar Samenvattend Verslag
Stuk 827 (2022-2023) – Nr.1
Schriftelijke vragen – Indiening
Er werden schriftelijke vragen ingediend door de heren Xxxxxx Xxxxxxxxxx en Xxxx Xxxxxxxx Xxxxxx en xxxxxxx Xxxxx Xxxxxx.
Trefwoordenregister
Actualiteitsvraag
Zie - Toekomst Villa Montald/De Schakel
Capaciteit van de OKAN-klassen, blz.
Dramatische cijfers rond mentale gezondheid bij jongeren, blz. Ondersteuning van eenoudergezinnen, blz.
Resultaten en aanbevelingen van het traject relatie tussen jongeren en de politie Zuid, blz.
Samengevoegde vragen om uitleg
Zie - Vierdaagse schoolweek in twee Brusselse scholen
Samenwerking tussen OCB en Leerpunt, blz. Vierdaagse schoolweek in twee Brusselse scholen, blz. Toekomst Villa Montald/De Schakel, blz.
Vragen om uitleg
Zie - Capaciteit van de OKAN-klassen
- Dramatische cijfers rond mentale gezondheid bij jongeren
- Ondersteuning van eenoudergezinnen
- Resultaten en aanbevelingen van het traject relatie tussen jongeren en de politie Zuid
- Samenwerking tussen OCB en Leerpunt