Samenwerkingsovereenkomst “Zorg op de juiste plek”
Samenwerkingsovereenkomst “Zorg op de juiste plek”
DE ONDERGETEKENDEN:
(1) Coöperatie Huisartsen Utrecht Stad U.A., gevestigd te Utrecht, Arthur van Schendelstraat 622, ingeschreven bij de kamer van koophandel onder nummer 61595527 (hierna: "de zorggroep");
(2) Huisartsen Coöperatie Zeist U.A., gevestigd te Zeist, Xxxxxxxxxxxxx 0x, ingeschreven bij de kamer van koophandel onder nummer 30210121 (hierna: "de zorggroep ");
(3) Stichting Leidsche Xxxx Xxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxxx, gevestigd te Utrecht, Hullebroeckstraat 60, ingeschreven bij de kamer van koophandel onder nummer 30155176 (hierna: "de zorggroep ");
(4) Stichting Gezondheidscentra Utrecht, gevestigd te Utrecht, Oeral 1, ingeschreven bij de kamer van koophandel onder nummer 30209230 (hierna: "de zorggroep ");
(5) Ketenzorg NU B.V., gevestigd te Utrecht, Xxxxxxxx 00, ingeschreven bij de kamer van koophandel onder nummer 57782032 (hierna: "de zorggroep ");
(6) PreventZorg B.V., gevestigd te Bilthoven, Xxxxxxxxxxxx 0, ingeschreven bij de kamer van koophandel onder nummer 56828985 (hierna: "de zorggroep ");
(7) Stichting Wijkgezondheidszorg Doorslag Stadscentrum (Gezondheidscentrum De Roerdomp), gevestigd te Nieuwegein, Kauwenhof 12, ingeschreven bij de kamer van koophandel onder nummer 41178832 (hierna: "de zorggroep ");
(8) Stichting Ketenzorg Kanaleneiland Noord-Zuid, gevestigd te Utrecht, Bernadottelaan 6, ingeschreven bij de kamer van koophandel onder nummer 56978669 (hierna: "de zorggroep ");
(9) Stichting Zorg in Houten, gevestigd te Houten, Prins Bernhardweg 69, ingeschreven bij de kamer van koophandel onder nummer 30247437 (hierna: "de zorggroep ");
(10) Coöperatie Eerstelijns Medisch Centrum Nieuwegein U.A., gevestigd te Nieuwegein, Mondriaanlaan 7, ingeschreven bij de kamer van koophandel onder nummer 50970704 (hierna: "de zorggroep")
Samen te noemen: de zorggroepen,
en
(11) UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM UTRECHT, een publiekrechtelijke rechtspersoon in de zin van de WHW, kantoorhoudende aan Xxxxxxxxxxxxxx 000 (0000 XX) xx Xxxxxxx, ingeschreven bij de kamer van koophandel onder nummer 004205315, vertegenwoordigd door prof.dr. J.L.L. Kimpen, voorzitter Raad van Bestuur (hierna "UMC Utrecht");
(12) STICHTING DIAKONESSENHUIS UTRECHT, statutair gevestigd Xxxxxxxxxxxxx 0 (0000 XX) xx Xxxxxxx, ingeschreven bij de kamer van koophandel onder nummer 30172727, vertegenwoordigd door drs. X. xxx Xxxxxx, voorzitter Raad van Bestuur (hierna "Diakonessenhuis");
(13) ST. XXXXXXXX XXXXXXXXXX, kantoorhoudend aan de Koekoekslaan 1 (3435 CM) te Nieuwegein, ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 41177415, vertegenwoordigd door Ir. D.M. Schraven, lid Raad van Bestuur, en drs. R.J. Xxxxxxx, voorzitter Medisch Stafbestuur, hierna te noemen “het St. Xxxxxxxx”;
Samen te noemen: de ziekenhuizen.
Zorggroepen en ziekenhuizen gezamenlijk te noemen: partijen.
NEMEN HET VOLGENDE IN AANMERKING:
(a) Partijen het van belang achten dat de patiënt de juiste zorg op de juiste plek krijgt.
(b) Tussen huisartsen enerzijds en ziekenhuizen anderzijds, gevestigd in dezelfde regio, afspraken worden gemaakt die worden vastgelegd in Regionale Transmurale Afspraken (hierna “RTA’s”).
(c) Dat het doel van de RTA is het uniformeren van afspraken tussen de eerste en tweede lijn met betrekking tot diagnostiek, behandeling, consultatie, (terug)verwijzing en berichtgeving.
(d) Deze RTA’s gebaseerd zijn op landelijke evidence-based mono- en multidisciplinaire richtlijnen.
(e) Partijen de wens hebben RTA’s met elkaar overeen te komen op het gebied van verschillende ziektebeelden.
(f) Partijen deze RTA’s wensen overeen te komen in samenhang met deze
samenwerkingsovereenkomst en tussen partijen afzonderlijk overeen te komen dienstverleningsovereenkomsten, waarin de niet-medisch inhoudelijke afspraken worden vastgelegd.
EN VERKLAREN HET VOLGENDE TE ZIJN OVEREENGEKOMEN:
Het doel van deze samenwerkingsovereenkomst is het bestuurlijk regelen en implementeren van financiële, registratieve, organisatorische, ICT en juridische aspecten van de onderhavige medische inhoudelijke regionale zorg afspraken (RTA).
1. DEFINITIES
Definities zijn gebaseerd op officiële bronnen van de NZA, Nederlands Huisartsen Genootschap en KNMG. Daar waar geen officiële definities voorhanden zijn, is in samenspraak gekozen voor de meest juiste definitie. In deze samenwerkingsovereenkomst en in de RTA’s worden de volgende definities gehanteerd:
1.1 Administratief ontslagbericht: Het bericht dat door de medisch specialist wordt verstuurd naar de huisarts wanneer de patiënt uit de tweede lijn wordt ontslagen. Het gaat om
ontslag uit de tweede lijnszorg en het maakt dus hierbij niet uit of het gaat om ontslag uit een klinische dan wel poliklinische setting.
1.2 Afsluitregels tweede lijns DBC: De sluitregels van een DBC subtraject (ook in de wandelgangen DBC genoemd) die door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZA) worden bepaald en in de ziekenhuizen geautomatiseerd worden toegepast. In 2015 is de maximale doorlooptijd van een DBC 120 dagen. DBC’s kunnen niet door de medisch specialist (handmatig) worden afgesloten.
1.3 Casuïstiekbespreking: Besprekingen van specifieke patiënten(casussen) en medische vraagstukken op verzoek van de huisarts.
1.4 Consultatie: Advies geven aan de huisarts, als hoofdbehandelaar van de patiënt, over behandelopties en/of duiding geven aan de diagnostiek. Voor de bekostiging van
consultatie is onderscheid tussen face-to-face en niet face-to-face contact van de medisch specialist van belang.
1.5 Dienstverleningsovereenkomst: Xxxxxx afspraken over de prestatie, tijdsbesteding en vergoeding door maatschappen dan wel ziekenhuizen ten behoeve van de zorggroep, die in een aparte overeenkomst zijn vastgelegd. Per RTA worden aparte dienstverleningsovereenkomsten gesloten.
1.6 DBC zorgproduct: Een declarabele prestatie die is afgeleid uit een subtraject met zorgactiviteiten via de beslisbomen. Een subtraject leidt in combinatie met de geleverde zorgactiviteiten tot een declarabel DBC-zorgproduct als het voldoet aan de voorwaarden van de beslisbomen.
1.7 Dubbeldeclaratie: Het bij de zorgverzekeraar dubbel in rekening brengen van prestaties.
1.8 HASP-richtlijn: Richtlijn Informatie-uitwisseling tussen huisarts en specialist bij verwijzingen. Het doel van deze richtlijn is het voor de huisarts en de specialist vastleggen op welke momenten zij informatie uitwisselen bij verwijzingen, en om welke gegevens het gaat (Richtlijn Informatie-uitwisseling tussen huisarts en specialist bij verwijzingen (HASP), NHG, 2008).
1.9 Hoofdbehandelaar: Zorgverlener die, in reactie op de zorgvraag van een patiënt, bij die patiënt de diagnose stelt en/of die verantwoordelijk is voor de behandeling.
1.10 Huisartsenzorg: Zorg die geleverd wordt door huisartsen of de in de huisartsenpraktijk werkzame professionals zoals doktersassistente, praktijkondersteuner, huisarts in opleiding, physician assistent of verpleegkundige.
1.11 Intercollegiaal consult (ICC): Een intercollegiaal consult van een medisch specialist uitgevoerd tijdens een klinische opname van een patiënt op verzoek van een ander poortspecialisme. Voor de ICC wordt een aparte DBC met zorgtype 13=intercollegiaal
consult geopend en automatisch gesloten bij het ontslag van de patiënt. De ICC DBC wordt gedeclareerd bij de zorgverzekeraar van de patiënt. Deze ICC DBC kan naast de ketenzorg DBC van de eerste lijn worden gedeclareerd.
1.12 Keten DBC eerste lijn: Programmatische, multidisciplinaire en integrale zorg waarvoor een integraal tarief is afgesproken, in de regel is zorggroep hoofdaannemer van deze zorg.
1.13 Medisch Specialistische Zorg: Zorg geleverd door tweede lijnszorgaanbieders. Deze wordt met name geleverd door medisch specialisten, arts-assistenten, verpleegkundig specialisten, physician assistents en SEH artsen KNMG.
1.14 Meekijkconsult: De prestatie ‘Meekijkconsult’ biedt de mogelijkheid om afspraken te maken over de inzet van aanvullende middelen, van waaruit de zorgaanbieder de expertise in kan roepen van gespecialiseerde zorgaanbieders zonder hierbij tot verwijzing te hoeven overgaan. Dit kan de inzet zijn van medisch specialistische consultatie of de inzet van andere expertises in het zorgveld. Doel van de inzet moet zijn om verwijzing te voorkomen
of, indien verwijzing toch nodig is, om doelgericht te kunnen verwijzen. De huisarts blijft tijdens het meekijkconsult de hoofdbehandelaar.
1.15 Multimorbiditeit: De algemene term voor het optreden van meer dan één (chronische) ziekte in één individu tijdens een bepaalde periode. Co-morbiditeit gaat uit van een extra aandoening bij mensen die al een ziekte hebben (een zogenoemde index-ziekte).
1.16 Regionale Transmurale Afspraak (RTA): Regionale afspraken over de medische inhoud, gemaakt tussen huisartsen en specialisten en andere zorgverleners. Deze term is gangbaar binnen de regio Utrecht.
1.17 Ontslagbrief: Een brief door de medisch specialist verzonden aan de huisarts bij ontslag uit de tweede lijn. In deze brief moeten, conform afspraken, alle gegevens in het kader van de overdracht helder zijn beschreven en dient duidelijk uit te blijken of sprake is van het einde van een behandeling of ontslag uit het ziekenhuis.
1.18 Terugverwijzing: Een terugverwijzing in de zorgverlening duidt erop dat een zorgaanbieder een zorgvragende terugstuurt naar een andere zorgaanbieder in de keten. Het hoofdbehandelaarschap gaat dan over.
1.19 Verwijsbrief: Een brief door de huisarts verzonden aan de medisch specialist bij verwijzing naar de tweede lijn. In deze brief moet, conform afspraken, alle gegevens in het kader van de overdracht helder zijn beschreven.
1.20 Verwijzing: Een verwijzing of doorverwijzing in de zorgverlening duidt erop dat een zorgaanbieder een patiënt doorstuurt naar een andere zorgaanbieder in de keten die het hoofdbehandelaarschap (tijdelijk) overneemt.
2. MEDISCH INHOUDELIJKE AFSPRAKEN
2.1 De doelstelling van een RTA is door middel van het uniformeren van afspraken tussen de eerste en tweede lijn te realiseren dat de patiënt de juiste zorg op de juiste plek krijgt.
2.2 RTA’s bevatten afspraken over diagnostiek, behandeling, consultatie, (terug)verwijzing en berichtgeving tussen partijen.
2.3 Partijen dragen er zorg voor dat de inhoud van de RTA in overeenstemming is met de toepasselijke landelijke evidence-based mono- en multidisciplinaire richtlijn(en).
2.4 De bepalingen uit deze samenwerkingsovereenkomst zijn van toepassing op de RTA’s en maken daar een onlosmakelijk/geïntegreerd onderdeel van uit.
3. BERICHTGEVING
3.1 De huisarts omschrijft duidelijk het doel van de verwijzing, in principe in een verwijsbrief.
3.2 Een verwijzing gaat vergezeld van alle relevante informatie, zoals in ieder geval voorgeschiedenis van de patiënt, een recent medicatieoverzicht en recente gegevens omtrent co-morbiditeit, volgens de HASP richtlijn.
3.3 In de ontslagbrief aan de huisarts zal de medisch specialist vermelden of het hoofdbehandelaarschap wordt overgedragen.
3.4 Partijen streven ernaar een ontslagbrief vanuit de tweede lijn te versturen aan de huisarts volgens de HASP-richtlijn.
4. DECLARATIES
4.1 Partijen onderschrijven het principe dat dubbeldeclaraties moeten worden voorkomen.
4.2 Partijen onderschrijven dat het risico op dubbeldeclaratie ontstaat wanneer sprake is van zorg geleverd zowel door de eerste als door de tweede lijn. Het risico hierop verdwijnt gedeeltelijk wanneer de administratieve procedures strikt worden nagevolgd zoals beschreven in het stroomdiagram.
4.3 Rekening houdend met de (registratie)regels die van toepassing zijn in de eerste en de tweede lijn, komen partijen overeen een stroomschema [BIJLAGE A] toe te passen over hoe om te gaan met registratie in de eerste en tweede lijn.
4.4 Zodra de medisch specialist de patiënt in het ziekenhuis ziet, wordt een DBC zorgtraject in de tweede lijn geopend.
4.5 Zolang de huisarts de hoofdbehandelaar is mag de eerstelijns ketenzorg-DBC geopend zijn. Bij terugverwijzing vanuit de tweede lijn, opent de huisarts weer de eerstelijns ketenzorg-DBC.
5. HOOFDBEHANDELAARSCHAP
5.1 De hoofdbehandelaar draagt verantwoordelijkheid voor de afstemming tussen de verschillende disciplines die bij de behandeling van een patiënt zijn betrokken.
5.2 Indien een patiënt is opgenomen in het ziekenhuis, krijgt hij een hoofdbehandelaar toegewezen voor de betreffende opname-indicatie. De huisarts blijft voor de andere behandeldoelen hoofdbehandelaar.
5.3 De hoofdbehandelaar (zoals bedoeld onder 5.2) zorgt voor een tijdige en adequate informatieverstrekking aan de huisarts.
6. INZET MEDISCH SPECIALISTEN
6.1 Partijen zullen in dienstverleningsovereenkomsten nadere afspraken maken over de prestaties, tijdsinzet en vergoeding van de medisch specialist in verband met de tussen partijen overeengekomen RTA.
6.2 De onder 6.1 bedoelde dienstverleningsovereenkomsten zullen door een zorggroep individueel en met ieder ziekenhuis afzonderlijk worden afgesloten.
6.3 Indien een dienstverleningsovereenkomst zoals bedoeld in dit artikel niet tussen partijen wordt overeengekomen, kunnen partijen geen rechten ontlenen aan de bepalingen uit deze samenwerkingsovereenkomst.
7. ICT
7.1 Partijen zullen nadere afspraken maken over de inzet van ICT-oplossingen voor elektronische gegevensuitwisseling in de zorg in het geval van consultatie.
7.2 Partijen streven naar samenwerking en uniformering op het gebied van ICT-oplossingen voor elektronische gegevensuitwisseling in de zorg, om het aantal verschillende ICT oplossingen te minimaliseren en de bereikbaarheid en interoperabiliteit tussen zorgverleners in de eerste en tweede lijn te maximaliseren.
8. WETTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID EN VERZEKERING
8.1 Het ziekenhuis is aansprakelijk voor de patiënten vanaf het moment dat deze in zorg zijn bij het ziekenhuis.
8.2 De huisarts is aansprakelijk voor patiënten die niet in zorg zijn bij het ziekenhuis.
8.3 Partijen dragen zorg voor het afsluiten en in stand houden van een adequate WA- en beroepsaansprakelijkheidsverzekering.
8.4 De eventuele aansprakelijkheid van partijen is beperkt tot het bedrag waarvoor de door de betreffende Partij afgesloten aansprakelijkheidsverzekering voor de desbetreffende schade dekking verleent en voor zover de verzekeraar daadwerkelijk tot uitkering overgaat.
9. DUUR EN BEEINDIGING
9.1 Deze overeenkomst tussen partijen wordt met ingang van de datum van ondertekening aangegaan voor de periode van één jaar, waarbij deze telkens stilzwijgend kan worden verlengd voor eenzelfde periode.
9.2 Opzegging van de overeenkomst door een van de partijen dient met inachtneming van een opzegtermijn van 2 maanden voorafgaand aan de beëindigingsdatum als bedoeld in lid 1 schriftelijk te geschieden.
9.3 Partijen zullen de samenwerking 1 jaar na inwerkingtreding evalueren. Tussentijdse evaluatie kan in onderling overleg ook eerder plaatsvinden.
9.4 Partijen kunnen wijzigingen dan wel aanvullingen van deze overeenkomst schriftelijk overeenkomen.
9.5 Een partij is gerechtigd de (verdere) uitvoering van deze overeenkomst op te schorten, dan wel zonder rechterlijke tussenkomst met onmiddellijke ingang te ontbinden zonder door de andere Partij tot schadevergoeding aangesproken te kunnen worden, indien:
a. de andere partij (voorlopige) surseance van betaling aanvraagt dan wel deze wordt verleend;
b. de andere partij faillissement aanvraagt dan wel ten aanzien van wie faillissement wordt aangevraagd dan wel in staat van faillissement wordt verklaard;
c. de andere partij blijvend tekort komt in de nakoming van haar verplichtingen uit deze overeenkomst;
d. de andere partij ernstig tekort schiet in de nakoming van een of meer verplichtingen jegens een partij, na een deugdelijke ingebrekestelling;
10. SLOTBEPALINGEN
10.1 Deze samenwerkingsovereenkomst, RTA’s en dienstverleningsovereenkomsten omvatten alle afspraken die tussen partijen zijn gemaakt. Bij strijdigheid tussen deze samenwerkingsovereenkomst en de tussen partijen afzonderlijk afgesloten dienstverleningsovereenkomst, prevaleert hetgeen bepaald is in deze
samenwerkingsovereenkomst, behoudens in het geval partijen schriftelijk anders zijn overeengekomen.
10.2 Wijzigingen en/of aanvullingen van deze overeenkomst zijn uitsluitend geldig indien deze schriftelijk zijn overeengekomen door partijen.
10.3 Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing. Alle geschillen die uit deze samenwerkingsovereenkomst of enig in verband daarmee gesloten nadere overeenkomst dan wel verklaring mochten voortvloeien, zullen worden beslecht door de bevoegde rechter te Utrecht (Rechtbank Midden-Nederland).
Aldus opgemaakt en getekend te Utrecht d.d. 21 januari 2015
(1) Coöperatie Huisartsen Utrecht Stad U.A. | |
Naam: X. Xxxxxxx, huisarts, voorzitter | Naam: |
Handtekening | Handtekening |
(2) Huisartsen Coöperatie Zeist U.A. | |
Naam: M.H.J.L. Xxxxxxxxx, huisarts, voorzitter | Naam: N.M. Xxxxxxx, huisarts, bestuurslid |
Handtekening | Handtekening |
(3) Stichting Leidsche Xxxx Xxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxxx
Naam: X. Xxxxx | Naam: |
Handtekening | Handtekening |
(4) Stichting Gezondheidscentra Utrecht
Naam: E.L. Xxxxxxx, directeur a.i. | Naam: |
Handtekening | Handtekening |
(5) Ketenzorg NU B.V.
Naam: X.X.X. Xxxxxxxxxx | Naam: |
Handtekening | Handtekening |
(6) PreventZorg B.V.
Naam: X.X. xxx xxx Xxxxx, medisch directeur | Naam: X.X. xxx Xxxxxxxxxx, directeur bedrijfsvoering |
Handtekening | Handtekening |
(7) Stichting Wijkgezondheidszorg Doorslag Stadscentrum (Gezondheidscentrum De Roerdomp)
Naam: J.J. Xxxxx, directeur | Naam: |
Handtekening | Handtekening |
(8) Stichting Ketenzorg Kanaleneiland Noord-Zuid
Naam: | Naam: |
Handtekening | Handtekening |
(9) Stichting Zorg in Houten
Naam: X. xxx xxx Xxxxx, huisarts, voorzitter | Naam: |
Handtekening | Handtekening |
(10) Coöperatie Eerstelijns Medisch Centrum Nieuwegein U.A.
Naam: H.A.M. Asbreuk, huisarts, voorzitter bestuur | Naam: |
Handtekening | Handtekening |
(11) Universitair Medisch Centrum Utrecht | |
Naam: prof. dr. J.L.L. Kimpen, voorzitter Raad van Bestuur | Naam: |
Handtekening | Handtekening |
(12) Stichting Diakonessenhuis Utrecht | |
Naam: drs. X. xxx Xxxxxx, voorzitter Raad van Bestuur | Naam: |
Handtekening | Handtekening |
(13) St. Xxxxxxxx Xxxxxxxxxx | |
Naam: Ir. D.M. Schraven, lid Raad van Bestuur | Naam: R.J. Xxxxxxx, voorzitter Medische Stafbestuur |
Handtekening | Handtekening |
Huisarts
Als huisarts patiënt doorverwijst naar specialist: Verwijzing is conform HASP richtlijn.
In de verwijzing staat tevens duidelijk vermeld:
- Dat het een patiënt in ketenzorg betreft.
- Welke onderzoeken er de afgelopen 3 maanden gedaan zijn en wat de resultaten zijn van de laatst uitgevoerde onderzoeken.
- Wat de vraagstelling is aan de medisch specialist.
De huisarts verwijdert het vinkje bij ‘hoofdbehandelaar’ in de registratie.
Patiënt in de eerste lijn ervaart klachten
BIJLAGE A Stroomschema registratie
Specialist
Zodra specialist patiënt doorverwezen krijgt:
Is specialist zich bewust dat het een patiënt in ketenzorg is.
Wordt patiënt behandeld voor de ingestuurde vraagstelling.
Na behandeling wordt de patiënt ontslagen en gaat weer over naar de huisarts. Bij ontslag:
- In het dossier datum terugverwijzing vermelden.
- Gestreefd wordt een bericht te versturen naar de huisarts dat patiënt uitbehandeld is, conform de hasp-richtlijn..
- Zo snel mogelijk de ontslagbrief opstellen en naar de huisarts versturen. In de ontslagbrief moeten de gegevens in het kader van de overdracht conform afspraak zijn opgenomen..
Huisarts
Xxxxxxxx ontvangt bericht van de specialist en neemt de verantwoordelijkheid voor de patiënt weer over.
Zet in de registratie het vinkje bij ‘hoofdbehandelaar’ neer.