Ondergetekenden Vonk, gevestigd te Alkmaar
Student nr. «bpvInschrijving.deelnemer.deelnemernumme»
Behorende bij de praktijkovereenkomst als bedoeld in artikel 7.2.8. van de Wet educatie en beroepsonderwijs
Ondergetekenden
Vonk, gevestigd te Alkmaar
De onderwijsinstelling, Xxxx, in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd in de persoon van xxxxxxx X. Xxxxxxxxxxx in haar functie van teamleider beroepspraktijkvorming (BPV),
hierna te noemen de onderwijsinstelling. en:
De student
Officiële achternaam : «bpvInschrijving.deelnemer.persoon.offici» «bpvInschrij Voorna(a)m(en) : «bpvInschrijving.deelnemer.persoon.voorna» Roepnaam : «bpvInschrijving.deelnemer.persoon.roepna» Geboortedatum : «bpvInschrijving.deelnemer.persoon.geboor»
Straat en huisnummer : «bpvInschrijving.deelnemer.persoon.fysiek» Postcode en woonplaats : «bpvInschrijving.deelnemer.persoon.fysiek»
Hierna te noemen de student. en:
Praktijkbiedende organisatie
Naam : «bpvInschrijving.bpvBedrijf.naam»
Straat en huisnummer : «bpvInschrijving.bpvBedrijf.fysiekAdres.a» Postcode en woonplaats : «bpvInschrijving.bpvBedrijf.fysiekAdres.a» Vertegenwoordigd door : ................................................................
Praktijkopleider : «bpvInschrijving.praktijkbegeleiderBPVBed»
Leerbedrijf ID : «bpvInschrijving.leerbedrijfId»
Hierna te noemen het leerbedrijf.
Verklaren het volgende te zijn overeengekomen:
1. De student is ingeschreven bij de onderwijsinstelling op grond van een onderwijsovereenkomst. De beroepspraktijkvorming wordt uitgevoerd bij de hierboven genoemde praktijkbiedende organisatie in het kader van:
Naam opleiding: | «bpvInschrijving.verbintenis.verbintenisg» | ||
Crebo-code: | «bpvInschrijving.verbintenis.verbi ntenisg» | Groepscode: | «bpvInschrijving.verbintenis.plaat singOpP» |
Leerweg: | «verbintenis.opleiding.leerweg» | Niveau: | «bpvInschrijving.verbintenis.niveau AlsCij» |
- Dit beroepspraktijkvormingsblad, hierna te noemen bpv-blad, vormt samen met de algemene voorwaarden de tussen de partijen gesloten bpv-overeenkomst. Voor zover daarvan in dit bpv- blad niet wordt afgeweken, zijn de algemene voorwaarden van toepassing.
- Als de instelling het bpv-blad na tussentijdse wijzigingen opnieuw uitgeeft, hoeft deze niet nogmaals ondertekend te worden, indien de in artikel 3 van de algemene voorwaarden bedoelde procedure wordt doorlopen. Het nieuwe bpv-blad vervangt het voorgaande bpv-blad.
Ondertekening:
- De student en het leerbedrijf verklaren door ondertekening kennis te hebben genomen van en in te stemmen met de algemene voorwaarden en aanvullende voorwaarden die deel uitmaken van deze bpv-overeenkomst. Partijen verklaren door ondertekening van deze bpv-overeenkomst de in de algemene en aanvullende voorwaarden opgenomen verplichtingen te zullen nakomen.
- Partijen verklaren de documenten die onderdeel uitmaken van deze bpv-overeenkomst of als bijlage bij deze bpv-overeenkomst worden toegevoegd te hebben ontvangen/te hebben ingezien.
- In de onderwijsovereenkomst (te vinden op de Vonkwebsite) hebben de ouders en/of wettelijke vertegenwoordigers ermee ingestemd dat de minderjarige student deze bpv-overeenkomst zelfstandig ondertekent.
- Indien de werkgever een andere organisatie is dan het leerbedrijf (bijvoorbeeld een uitzendorganisatie) dat de bpv verzorgt, geeft de student met het ondertekenen van de bpv- overeenkomst toestemming aan de school en het leerbedrijf dat de bpv-overeenkomst mag worden gedeeld met de formele werkgever.
Aldus overeengekomen en ondertekend te;
Rechtsgeldig vertegenwoordiger onderwijsinstelling | Rechtsgeldig vertegenwoordiger leerbedrijf |
……………………………………………... | ……………………………………………... |
Student | |
……………………………………………... | |
«bpvInschrijving.verbintenis.mboPokAfdrac» «bpvInschrijving.verbintenis.mboPokAankru» |
- Let op: als de bovenstaande gegevens niet kloppen, neem dan binnen tien werkdagen na ontvangst van het bpv-blad contact op met de administratie van de onderwijsonderwijsinstelling! (dit geldt voor de student en voor het leerbedrijf).
Algemene voorwaarden BPV
1. Randvoorwaarden
1.1 Vonk is een fusieschool die op 1 augustus 2022 ontstaan is uit Clusius College en ROC Kop van Noord-Holland. De studentenraad van Xxxx heeft ingestemd met de model-bpv-overeenkomst en de bijbehorende algemene voorwaarden.
1.2 Deze bpv-overeenkomst wordt gesloten tussen de student, de instelling en het leerbedrijf, in deze bpv- overeenkomst ook wel aangeduid als “partijen” en wordt beheerd door Vonk.
1.3 De student is ingeschreven bij Vonk op grond van een onderwijsovereenkomst. In studiejaar 2023-2024 wordt de onderwijsovereenkomst (OOK) nog gebruikt binnen Vonk, hoewel deze wettelijk vanaf 1 augustus 2023 niet meer verplicht is (in verband met de Wet verbetering van de rechtsbescherming van mbo-studenten).1
1.4 Op de bpv-overeenkomst is uitsluitend Nederlands recht van toepassing. Het bedrijf of de organisatie die de beroepspraktijkvorming (bpv) verzorgt, het leerbedrijf, beschikt op de datum van ondertekening van de bpv- overeenkomst over een erkenning van SBB voor de kwalificatie waarvoor de student is ingeschreven bedoeld in artikel 7.2.10 van de WEB2.
2. Aard van de bpv- overeenkomst
2.1 De Algemene Voorwaarden vormen samen met het beroepspraktijkvormingsblad (bpv-blad) de bpv- overeenkomst als bedoeld in artikel 7.2.8. van de WEB.
2.2 In deze bpv-overeenkomst
Afspraken die specifiek gaan over de door de student te volgen beroepspraktijkvorming, staan in het bpv-blad. Het bpv-blad is een onlosmakelijk onderdeel van deze bpv- overeenkomst. Overal waar in deze overeenkomst ‘bpv’ staat, wordt de bpv bedoeld zoals vermeld op het bpv-blad.
3. Tussentijdse wijzigingen
3.1 De bpv-overeenkomst en meer in het bijzonder, de bpv- gegevens zoals opgenomen op het bpv-blad, kunnen gedurende de bpv-periode met schriftelijke of mondelinge instemming van partijen worden gewijzigd of aangevuld.
3.2 Indien de wijziging van bpv- gegevens voortkomt uit een wijziging van het opleidingstraject van de student, dient daaraan een verzoek van de student om wijziging in het opleidingstraject en een aanpassing van de onderwijsovereenkomst vooraf te gaan.
3.3 De bpv-gegevens betreffende de opleiding in het kader waarvan de bpv wordt gevolgd, kunnen alleen worden gewijzigd op verzoek van de student. Aan dit verzoek kan een overleg, dan wel advies van de instelling of het leerbedrijf vooraf gaan. De bpv-gegevens betreffende de begin- en geplande einddatum, duur en omvang van de bpv, kunnen ook worden gewijzigd op verzoek van het leerbedrijf. Een dergelijk verzoek wordt door de instelling enkel gehonoreerd na overleg met
en instemming van de student.
3.4 In geval van een tussentijdse wijziging van de bpv- gegevens, wordt het bpv-blad gedurende de looptijd van de
3.5 De instelling stuurt het nieuwe bpv-blad zo spoedig mogelijk schriftelijk (digitaal) aan de student3 en aan het leerbedrijf.
3.6 De student en het leerbedrijf worden in de gelegenheid gesteld om binnen 10 werkdagen na verzending van het nieuwe bpv-blad schriftelijk dan wel mondeling aan de instelling door te geven dat de inhoud van het nieuwe bpv- blad niet correct is.
3.7 Indien de student of het leerbedrijf aangeeft dat de aangepaste bpv-gegevens niet correct (in overeenstemming met het verzoek dan wel de instemming van de niet verzoekende partij) zijn weergegeven, dan zal de instelling overgaan tot correctie van de betreffende bpv-gegevens.
3.8 Indien de student of het leerbedrijf een bezwaar kenbaar maakt dat erop gericht is dat de bpv-gegevens zijn aangepast zonder dat daaraan een verzoek of instemming ten grondslag heeft gelegen, dan zal de instelling overgaan tot schrapping van het nieuwe bpv-blad. In dit geval blijft de student de bpv in het leerbedrijf volgen zoals vermeld op het oorspronkelijke bpv-blad, totdat alsnog instemming van beide partijen wordt verkregen.
3.9 Als de student en/of het leerbedrijf niet binnen de termijn van artikel 3.7 reageren, dan vervangt het nieuwe bpv-blad het vorige bpv-blad en wordt daarmee een onderdeel van de bpv- overeenkomst.
4 Inhoud en inrichting
4.1 Beroepspraktijkvorming maakt onderdeel uit van elke beroepsopleiding zoals bedoeld in de Wet educatie en
plaats bij een door de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (verder: SBB) erkend leerbedrijf op grondslag van een bpv- overeenkomst. In de bpv- overeenkomst worden afspraken over de beroepspraktijkvorming vastgelegd zodat de student in staat wordt gesteld de voor de kwalificatie/keuzedeel benodigde kennis en ervaring op te doen. De activiteiten die door de student in het kader van de bpv-overeenkomst worden uitgevoerd, hebben een leerfunctie.
4.2 Uitgangspunt van de beroepspraktijkvorming zijn de voor de opleiding geldende onderwijs- en vormingsdoelen zoals die staan beschreven in de onderwijs- en examenregeling (OER) van de opleiding. De onderwijsinstelling geeft de student opdrachten mee die tijdens de bpv moeten worden uitgevoerd. De OER is op te vragen bij het bpv- bureau/stagebureau of de opleiding.
4.3 Van de opleiding op basis van de herziene kwalificatiedossiers maken keuzedelen een onlosmakelijk onderdeel uit. Het volgen van keuzedelen en het afsluiten met een examen is een verplicht onderdeel van de opleiding. De student kiest bij aanvang van of gedurende de opleiding keuzedelen. Dit wordt vastgelegd in de onderwijsovereenkomst. De student kan kiezen voor een keuzedeel dat in de beroepspraktijkvorming wordt ingevuld. In dat geval wordt dit geregistreerd op het bpv-blad dat onlosmakelijk onderdeel uitmaakt van deze bpv- overeenkomst en/of in de bijlage bpv in keuzedeel. Er kunnen meerdere keuzedelen bij één leerbedrijf worden gevolgd al dan niet aanvullend
op de lopende bpv- overeenkomst.
5 (Inspannings-)verplichting leerbedrijf
5.1 Het leerbedrijf stelt de student in staat om de afgesproken leerdoelen te behalen en zo zijn4 bpv te behalen. Het leerbedrijf draagt zorg voor voldoende dagelijkse begeleiding en opleiding van de student op de werkvloer. Het leerbedrijf neemt deel aan de afgesproken contactmomenten tussen student, school en leerbedrijf. Minimaal één contactmoment is op locatie van het leerbedrijf.
5.2 Het leerbedrijf wijst een praktijkopleider aan die is belast met de begeleiding van de student tijdens de beroepspraktijkvorming. De student weet bij aanvang van de bpv wie de praktijkopleider is.
5.3 Het leerbedrijf verklaart zich bereid om beoordeling van de bpv door een functionaris van de instelling in het leerbedrijf mogelijk te maken.
5.4 De student wordt door het leerbedrijf in staat gesteld om tijdens de bpv-periode deel te nemen aan het onderwijs dat door de instelling volgens het geldende rooster wordt aangeboden evenals aan toetsen of examens.
5.5 Het leerbedrijf voorziet de student van de basisuitrusting die nodig is voor de bpv.
5.6 Het leerbedrijf betaalt aan de student een onkostenvergoeding die ten minste alle kosten in euro’s omvat die een student moet maken van het bedrijf of van de wet om stage te kunnen lopen bij het bedrijf. Deze onkostenvergoeding is inclusief reiskosten als deze niet op een andere manier vergoed worden en een eventuele VOG. (Dit geldt zowel voor studenten bol als bbl)
5.7 Voor alle stagiairs geldt dat de arbeidstijdenwet van toepassing is.
6 (Inspannings-)verplichting instelling
6.1 De instelling draagt zorg voor voldoende begeleiding door de bpv-begeleider. Het bpv-
/stagebureau informeert de student voor aanvang van de bpv wie zijn begeleider is. De school organiseert en neemt deel aan de afgesproken contactmomenten tussen student, school en leerbedrijf. Minimaal één contactmoment is op locatie van het leerbedrijf.
6.2 De bpv-begeleider vanuit de instelling volgt het verloop van de beroepspraktijkvorming door het onderhouden van regelmatige contacten met de student en met de praktijkbegeleider van het leerbedrijf en bewaakt de voortgang en de aansluiting van de leerdoelen van de student op de leermogelijkheden in het leerbedrijf.
6.3 De instelling maakt het rooster van schoolactiviteiten tijdig bekend zodat de student en het leerbedrijf hier rekening mee kunnen houden.
6.4 De instelling heeft de eindverantwoordelijkheid bij de beoordeling of de student die onderdelen van de kwalificatie die in de beroepspraktijkvorming zijn gevolgd, heeft behaald. De opleiding informeert de student over de procedure van de beoordeling en de wijze van beoordeling van de bpv.
6.5 De instelling neemt het oordeel van het leerbedrijf over de student mee als onderdeel van de beoordeling van de student.
7 (Inspannings-)verplichting student
7.1 De student spant zich zo goed mogelijk in om zijn leerdoelen binnen de afgesproken termijn met succes af te ronden. Dat
4 Waar in deze overeenkomst ‘hij/zijn’ wordt gebruikt, bedoelen we ook ‘zij/haar’, ‘die/diens’ en ‘hen/hun’.
is voor of uiterlijk op de geplande einddatum die is opgenomen op het bpv-blad. In het bijzonder is de student verplicht daadwerkelijk de bpv te volgen, en op de met het leerbedrijf afgesproken dagen en tijden aanwezig te zijn, tenzij dit om zwaarwegende redenen niet van hem kan worden verwacht.
7.2 Voor afwezigheid gedurende de bpv gelden voor de student de regels zoals deze door het leerbedrijf gehanteerd worden evenals de regels zoals deze in de onderwijsovereenkomst tussen de student en de instelling zijn afgesproken.
7.3 De student is verplicht bij absentie het leerbedrijf en de onderwijsinstelling hiervan zo snel mogelijk op de hoogte te stellen. Bij terugkomst van absentie geldt hetzelfde.
7.4 De BOL-student overhandigt, aan het eind van elke periode, een overzicht van zijn/haar gewerkte uren aan school. Het leerbedrijf dient dit overzicht geaccordeerd te hebben.
7.5 Er wordt door de student en het leerbedrijf, in overleg met de bpv-begeleider een passende verdeling gemaakt van het totaal aantal uren bpv-tijd, tussen de begin- en einddatum, zoals op de praktijkovereenkomst vermeld staat.
8 Nadere afspraken met de student
8.1 De instelling, de student en het leerbedrijf maken indien gewenst concrete afspraken over de vorm en inhoud van de bpv, de manier en frequentie van begeleiding, het persoonlijke leerprogramma en de toetsingsmethode. Dit zijn minimaal drie contactmomenten waarvan een op locatie van het leerbedrijf. De student neemt deel aan de afgesproken contactmomenten tussen student, school en leerbedrijf.
8.2 Deze afspraken zullen schriftelijk worden vastgelegd in de bpv-overeenkomst.
8.3 Aanpassingen via maatwerktrajecten voor studenten met een ondersteuningsbehoefte, zoals aanpassingen in tijd, vorm en werkplek worden onderbouwd in een bijlage van de onderwijsovereenkomst. De onderwijsovereenkomst en de bijlage zijn te vinden op de Vonkwebsite.
9 Gedragsregels, veiligheid en aansprakelijkheid
9.1 De student is verplicht de binnen het leerbedrijf geldende regels, voorschriften en aanwijzingen in het belang van de orde, veiligheid en gezondheid in acht te nemen. Het leerbedrijf licht de student voor aanvang van de bpv over deze regels in.
9.2 De student is verplicht alles geheim te houden wat hem onder geheimhouding wordt toevertrouwd of wat er als geheim te zijner kennis is gekomen of waarvan hij het vertrouwelijke karakter redelijkerwijs moet begrijpen.
9.3 Het leerbedrijf treft overeenkomstig de Arbeidsomstandighedenwet, maatregelen die gericht zijn op de bescherming van lichamelijke en geestelijke veiligheid van de student.
9.4 Het leerbedrijf is aansprakelijk voor schade die de student tijdens of in verband met de bpv mocht lijden, tenzij het leerbedrijf aantoont dat zij de in artikel 7:658 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek genoemde verplichtingen is nagekomen, of dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de student.
9.5 Het leerbedrijf is aansprakelijk voor de schade die de student in de uitoefening van zijn werkzaamheden tijdens of in verband met de bpv toebrengt aan de (eigendommen van het) leerbedrijf of aan (de eigendommen van) derden, tenzij sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van de student.
9.6 De instelling is gevrijwaard voor schade die is ontstaan
aan de student, het leerbedrijf of derden in de uitoefening van de bpv.
9.7 De aansprakelijkheid van de instelling is in alle gevallen beperkt tot de voorwaarden en de daarop gebaseerde dekking in de afgesloten verzekering van de instelling. Dit betekent dat die aansprakelijkheid beperkt is tot het uit te keren bedrag door de verzekeringsmaatschappij van de instelling.
10 Problemen en conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming
10.1 Bij problemen of conflicten tijdens de bpv richt de student zich in eerste instantie tot de praktijkopleider van het leerbedrijf en/of de bpv- begeleider van de instelling. Deze proberen om samen met de student tot een oplossing te komen.
10.2 Wanneer de student vindt dat het probleem of conflict niet naar tevredenheid is opgelost en de oorzaak van het probleem of conflict is dat het leerbedrijf de afspraken in deze bpv-overeenkomst niet of onvoldoende nakomt, dan kan de student in overleg met de bpv-begeleider van de instelling de mogelijkheden bespreken.
10.3 Als de partijen er in onderling overleg niet uitkomen, kan de student een klacht indienen via de klachtenregeling van Vonk. De procedure voor het indienen van een klacht is duidelijk vastgelegd door de school en zichtbaar voor de student.
10.4 Het leerbedrijf treft maatregelen die gericht zijn op voorkoming of bestrijding van vormen van seksuele intimidatie, discriminatie, agressie of geweld. In het geval van seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en/of geweld, heeft de student het recht om de werkzaamheden per direct neer te leggen zonder dat dit reden is voor een negatieve beoordeling. De student moet de werkonderbreking direct melden bij de praktijkopleider
en de bpv-begeleider. Wanneer dit niet mogelijk is, dan meldt de student de werkonderbreking bij de vertrouwenspersoon van het leerbedrijf of van de instelling.
10.5 Conform het stagepact moet het duidelijk zijn waar de student stagediscriminatie of stagemisbruik kan melden op de instelling, hoe de ondersteuning en nazorg eruitziet en welke stappen de instelling na een melding neemt.
10.6 Grote incidenten en/of bpv- klachten die structureel van aard zijn meldt de instelling bij SBB.
11 Gegevensuitwisseling en privacy
11.1 De student heeft recht op inzage in het eigen studentendossier en meer in het bijzonder in de door de instelling verwerkte bpv- gegevens.
11.2 Bij het uitwisselen van gegevens over de student nemen de instelling en het leerbedrijf de wet Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) in acht. Dit betekent onder meer dat zij zorgvuldig omgaan met de persoonsgegevens van de student en dat zij daarover transparant zijn richting de student. In het privacyreglement van de instelling is opgenomen welke gegevens van de student onder welke voorwaarden worden verstrekt aan het leerbedrijf en wanneer de toestemming van de student daarvoor vereist is. Het privacyreglement is te vinden op de Vonkwebsite of de elektronische leeromgeving (ELO).
12 Duur en beëindiging bpv- overeenkomst
12.1 De bpv-overeenkomst treedt na ondertekening van het eerste bpv-blad in werking en wordt in principe aangegaan voor de duur van de bpv-periode zoals vermeld op het bpv-blad.
12.2 De bpv-overeenkomst eindigt van rechtswege:
a. Op het moment dat de student de bpv met positieve beoordeling heeft voltooid of in het geval van een keuzedeel indien de student de bpv heeft voltooid.
b. Door het verstrijken van de geplande einddatum zoals vermeld op het bpv-blad.
c. Door het eindigen van de onderwijsovereenkomst tussen de student en de instelling.
d. Door ontbinding of door verlies van rechtspersoonlijkheid van het leerbedrijf of wanneer het leerbedrijf ophoudt het in de bpv- overeenkomst bedoelde beroep in het genoemde bedrijf uit te oefenen.
e. Wanneer de erkenning van het leerbedrijf zoals bedoeld in artikel 7.2.10 van de WEB is verlopen of ingetrokken.
12.3 De bpv-overeenkomst kan in onderling overleg tussen de instelling, de student en het leerbedrijf met wederzijds goedvinden worden beëindigd.
12.4 De bpv-overeenkomst kan (buitengerechtelijk) worden ontbonden:
a. Door het leerbedrijf als de student zich ondanks nadrukkelijke (herhaalde) waarschuwing, niet houdt aan gedragsregels zoals genoemd in artikel 9.1 en 9.2 van deze algemene voorwaarden.
b. Door een van de partijen als op grond van zwaarwegende omstandigheden in redelijkheid niet langer van deze partij kan worden verlangd de bpv-overeenkomst te laten voortduren.
c. Door een van de partijen als de instelling, de student of het
leerbedrijf de hem bij wet of in de bpv- overeenkomst opgelegde verplichtingen niet nakomt.
d. Door de student of het leerbedrijf, als de arbeidsovereenkomst (indien aanwezig) tussen de student en het leerbedrijf wordt beëindigd.
12.5 Een ontbinding door een van de partijen op grond van artikel
12.4 vindt schriftelijk plaats aan de andere partijen met vermelding van de reden van ontbinding.
12.6 Voorafgaand aan een ontbinding op grond van artikel
12.4 onder c dient de partij die zijn verplichtingen niet nakomt door de andere partijen in de gelegenheid te worden gesteld om binnen een termijn van twee weken alsnog zijn verplichtingen na te komen. Een schriftelijke ingebrekestelling is niet nodig indien nakoming blijvend onmogelijk is of als de partij reeds te kennen heeft gegeven zijn verplichtingen niet meer na te zullen komen en het stellen van een termijn overbodig is.
13 Vervangende praktijkplaats
13.1 Indien de bpv-overeenkomst wordt beëindigd omdat het leerbedrijf niet aan haar verplichtingen voldoet (de praktijkplaats is niet of niet volledig beschikbaar, de begeleiding schiet tekort of ontbreekt, het leerbedrijf beschikt niet langer over een gunstige beoordeling als bedoeld in artikel 7.2.10 van de WEB of er is sprake van andere omstandigheden die maken dat de bpv niet langer naar behoren kan plaatsvinden), dan bevordert de instelling na overleg met SBB dat een toereikende vervangende voorziening zo snel als mogelijk beschikbaar wordt gesteld voor de student.
14 Slotbepaling
14.1 In de gevallen waarin de bpv- overeenkomst niet voorziet, beslissen de instelling en het
leerbedrijf na overleg met de student.
14.2 Als het om zaken gaat die de verantwoordelijkheid van SBB
raken, dan wordt SBB bij dit overleg betrokken.