REGLEMENT INSPECTIE-INSTELLINGEN
REGLEMENT INSPECTIE-INSTELLINGEN
Vastgesteld door het bestuur , versie 1 september 2021
REGLEMENT INSPECTIE- INSTELLINGEN
De Stichting Normering Flexwonen beheert een register van goedgekeurde ondernemingen op basis van de eisen zoals vastgelegd in het SNF-schema. Voor het vaststellen of ondernemingen, en de bij deze ondernemingen in gebruik zijnde panden die bedoeld zijn voor het huisvesten van al dan niet bij deze ondernemingen in dienst zijnde personen, voldoen aan bovengenoemde eisen maakt de Stichting gebruik van door haar gecontracteerde inspectie- instellingen die geaccrediteerd zijn voor de vigerende ISO 17020 en P15-norm
Artikel 1 | Begripsbepalingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
a) De Stichting: de Stichting Normering Flexwonen gevestigd te Tilburg;
b) Het SNF-schema: het geheel van de SNF-normen en de bijbehorende reglementen die in het handboek normen zijn vastgelegd.
c) Het bestuur: het bestuur van de Stichting Normering Flexwonen
d) Inspectie-instelling: een door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerde inspectie- instelling waarmee de Stichting een overeenkomst heeft gesloten;
e) Inspectie: onderzoek door een inspectie-instelling met als doel vast te stellen of een onderneming voldoet aan de normen van Stichting Normering Flexwonen. De inspectie bestaat uit controles van locaties waar arbeidsmigranten zijn gehuisvest (locatie- inspectie) en de administratie van de onderneming (administratieve inspectie).
f) Inspectierapport: het rapport waarin de inspectie-instelling gemotiveerd haar bevindingen weergeeft van de uitgevoerde inspectie. De vorm en inhoud van de rapportage worden door de Stichting voorgeschreven.
g) Goedgekeurde onderneming: een onderneming die voldoet aan de eisen van het SNF- schema en is ingeschreven in het register van de Stichting en beschikt over het SNF- keurmerk.
h) Overeenkomst: de overeenkomst tussen de Stichting en de inspectie-instelling.
i) SNF-keurmerk: Het door de Stichting uit te geven keurmerk aan goedgekeurde ondernemingen.
Artikel 2 | Werkingssfeer
1. Dit reglement is van toepassing op alle inspectie-instellingen met wie de Stichting Normering Flexwonen een overeenkomst heeft gesloten voor het uitvoeren van de inspecties voor de norm voor huisvesting van arbeidsmigranten en op alle inspecteurs die namens de inspectie-instellingen inspecties uitvoeren.
2. Op de overeenkomst tussen de te inspecteren onderneming en de inspectie-instelling zijn de bepalingen van dit reglement onverkort van toepassing.
3. In de overeenkomst tussen de Stichting en een inspectie-instelling kunnen aanvullende bepalingen die de Stichting voor een goede uitvoering van de inspecties voor het SNF- keurmerk nodig acht, worden opgenomen. De aanvullende bepalingen mogen niet strijdig zijn met dit reglement of de vigerende ISO 17020.
Artikel 3 | Inspectie instelling
1. De inspectie-instelling dient als rechtspersoon te staan ingeschreven in het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel.
2. De inspectie-instelling is onafhankelijk en geaccrediteerd voor de vigerende ISO 17020.
3. De inspectie-instelling heeft aantoonbare ervaring met het inspecteren van woningen dan wel gebouwen en/en met het inspecteren van de (financiële) administratie De inspectie-instelling dient zowel locatie-inspecties als administratieve inspecties uitvoert dan dient de inspectie-instelling over ervaring met beide soorten inspecties te beschikken tenzij door SNF expliciet anders is toegestaan. Zie artikel 4 lid 2.
4. De inspectie-instelling beschikt over gekwalificeerd personeel om de inspecties adequaat en binnen de vereiste termijnen uit te voeren.
5. De inspectie-instelling dient te voldoen aan de in dit reglement gestelde eisen.
6. De inspectie-instelling staat in en is verantwoordelijk voor ordentelijk, objectief en conform procedureafspraken (zoals opgenomen in het SNF-schema en de SNF-norm) uitgevoerde inspecties en houdt rekening met de belangen van het SNF keurmerk en de Stichting.
Artikel 4 | Accreditatie
1. De inspectie-instelling is onafhankelijk geaccrediteerd op basis van de vigerende ISO 17020 door de Raad voor Accreditatie, en voldoet aan de onafhankelijkheidscriteria voor een type A-inspectie-instelling.
2. De inspectie-instelling moet daarnaast geaccrediteerd zijn door de Raad voor Accreditatie voor het uitvoeren van inspecties voor het SNF Schema. De inspectie- instellingen met wie SNF na 1 september 2021 een samenwerkingsovereenkomst afsluit dienen zowel voor de locatie-inspectie (NAP-0198) als voor de administratieve inspectie (NAP-0199) geaccrediteerd te zijn.
De inspectie-instellingen met wie SNF vóór 1 september 2021 een samenwerkingsovereenkomst had afgesloten voor maar één van beide typen inspecties (NAP-0198 of NAP-0199) is het toegestaan tot uiterlijk 31 december 2024 voor slechts één type inspectie geaccrediteerd te zijn.
De inspectie-instellingen met wie SNF vóór 1 september 2021 een samenwerkingsovereenkomst had afgesloten voor beide typen inspecties (NAP-0198 en NAP-0199) dienen deze beide accreditaties te behouden.
3. Indien de accreditatie zoals genoemd in lid 1 en/of 2 wordt opgeschort dan wel ingetrokken dient dit onverwijld te worden gemeld aan de Stichting Normering Flexwonen.
Artikel 5 | Rechten
Op grond van de overeenkomst met de Stichting krijgt de inspectie-instelling het recht om met gekwalificeerde inspecteurs inspecties uit te voeren voor het SNF-keurmerk.
Artikel 6 | Inspectiepersoneel
1. Het inspectiepersoneel (i.c. de inspecteurs die de inspecties uitvoeren en andere in de norm genoemde functionarissen) voldoet minimaal aan de door de Stichting gestelde eisen voor het SNF-register Zie bijlage 1 bij dit reglement.
2. Het inspectiepersoneel (zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel) dient aantoonbaar deel te nemen aan het interne harmonisatieoverleg bij de inspectie-instelling en het verplichte opleidingsprogramma van de inspectie-instelling met betrekking tot de norm voor huisvesting van arbeidsmigranten succesvol te hebben afgerond. Verslagen en presentielijsten van de interne harmonisatie overleggen, alsmede informatie over het opleidingsprogramma en resultaten dienen aan de Stichting te worden verstrekt . SNF kan de inspectie-instelling verzoeken aanwezig te mogen zijn bij het harmonisatieoverleg van de inspectie-instelling.
3. Het inspectiepersoneel dient volledig vrij te zijn van commerciële, financiële en andere druk die hun oordeel zou kunnen beïnvloeden (ISO 17020).
4. De namen van (nieuwe) inspecteurs dienen met onderbouwing van de kwalificaties en met beschrijving van eventuele andere voor SNF relevante functie(s) of nevenfunctie(s) aan de Stichting te worden gemeld met daarbij de vermelding welk type inspecties (locatie-inspecties of administratieve inspecties dan wel beide) de betreffende inspecteurs zal uitvoeren, alvorens ze mogen worden ingezet voor inspecties.
5. Een inspecteur mag nimmer naast zijn/haar inspectieactiviteiten adviesactiviteiten uitvoeren die betrekking hebben op het SNF-schema bij ondernemingen die over het SNF-Keurmerk beschikken dan wel binnen een halfjaar hiervoor in aanmerking wensen te komen. Dit alles met inachtneming van lid 3 van dit artikel.
6. Inspectiepersoneel mag nimmer zonder uitdrukkelijke toestemming van de Stichting belangen hebben in ondernemingen die voor het SNF-Keurmerk in aanmerking komen.
Artikel 7 | Kwalificatie inspecteurs
1. De inspecteur dient aantoonbaar te beschikken over goede kennis van het SNF- schema, het kwaliteitssysteem van de inspectie-instelling waar hij werkzaamheden voor
uitvoert, alsmede alle relevante wet- en regelgeving en minimaal te voldoen aan het door de Stichting opgestelde competentieprofiel. In bijlage 1 van dit reglement zijn de betreffende profielen opgenomen.
Om gekwalificeerd te blijven voor het uitvoeren van locatie-inspecties dient de inspecteur jaarlijks op minimaal 25 locaties voor de norm voor huisvesting van arbeidsmigranten inspecties uit te voeren bij tenminste 3 verschillende opdrachtgevers.
2. Om gekwalificeerd te blijven voor het uitvoeren van administratieve inspecties dient de inspecteur jaarlijks minimaal 5 inspecties voor het register uit te voeren ofwel minimaal 30 inspecties voor het SNA-register.
3. Indien een inspecteur op enig moment de in lid 1 of lid 2 van dit artikel genoemde minimum aantallen niet haalt, verliest de inspecteur zijn/haar kwalificatie. De inspecteur dient dan opnieuw te worden gekwalificeerd en is verplicht aantoonbaar het opleidingsprogramma van de inspectie-instelling te volgen en 1 inspectie onder begeleiding uit te voeren.
4. Van de verplichting zoals bedoeld in lid 1 en lid 2 van dit artikelkan worden afgeweken als de inspecteur bij een andere inspectie-instelling reeds aantoonbaar gekwalificeerd is geweest. De inspecteur dient dan 1 inspectie onder begeleiding uit te voeren, alvorens zelfstandig inspecties te mogen uitvoeren.
5. Een trainee inspecteur dient minimaal 3 inspecties onder begeleiding van een gekwalificeerde inspecteur uit te voeren, voordat de trainee inspecteur gekwalificeerd kan worden om zelfstandig inspecties op basis van norm voor huisvesting van arbeidsmigranten uit te voeren.
6. Inspecteurs zijn verplicht deel te nemen aan de door de Stichting te organiseren "Inspecteursdagen". Dit zijn er maximaal 2 per jaar. De Stichting kan hiervoor kosten in rekening brengen aan de inspectie-instelling.
7. De inspectie-instelling is verplicht jaarlijks een opleidingsprogramma vast te stellen voor de inspecteurs om er voor te zorgen dat de inspecteurs competent blijven voor het inspecteren van de eisen die het SNF Schema stelt.
Artikel 8 | Register Inspecteurs
1. De Stichting zal een niet-openbaar register van inspecteurs (zowel gekwalificeerde als trainee inspecteurs) bijhouden.
2. In het Register Inspecteurs wordt per inspecteur onder meer vastgelegd:
a) Naam
b) Het type inspecties dat de inspecteur uitvoert ( locatie-inspecties dan wel administratieve inspecties);
c) Aantal uitgevoerde inspecties per jaar;
d) Aantal, aard en afdoening formele klachten met betrekking tot de door de inspecteur uitgevoerde inspecties;
e) Gevolgde opleidingen en trainingen;
f) Andere voor SNF mogelijk relevante functie(s) / nevenfunctie(s);
g) Resultaten controle-inspecties door SNF;
h) Status inspecteur (gekwalificeerd / trainee).
3. De gegevens met betrekking tot lid 2 a) tot en met f) en h worden door de inspectie- instelling aangeleverd.
Artikel 9 | Werkwijze
1. De inspectie-instelling voert een inspectie pas uit indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a. De inspectie-instelling is door de Stichting geïnformeerd over de aanmelding;
b. De inspectie-instelling is in het bezit van een getekende inspectieovereenkomst.
2. De inspecties zullen worden uitgevoerd conform de eisen van de norm voor huisvesting van arbeidsmigranten, dit reglement, en de aan het SNF-keurmerk gekoppelde procedureafspraken en reglementen.
3. De inspectie-instelling zal de Stichting middels een rapportage informeren over het inspectieresultaat, zoals bedoeld in artikel 15.
4. De inspectie-instelling zal de Stichting onverwijld voorzien van een digitale versie van het integrale inspectierapport van de uitgevoerde inspectie, zoals bedoeld in artikel 14.
5. Indien de inspectieovereenkomst door de inspectie-instelling of de onderneming wordt opgezegd dient de inspectie-instelling de Stichting hierover onverwijld te informeren.
6. De inspectie-instellingen zullen de dossiers (zoals bedoeld in artikel 16) van de geïnspecteerde ondernemingen minimaal vijf jaar bewaren met inachtneming van de geldende wetgeving. De Stichting kan het volledige dossier van een onderneming bij de inspectie-instelling opvragen met inachtneming van geldende wetgeving.
7. Indien de inspectie-instelling bij aanvang van een inspectie vaststelt dat er sprake is van een verandering van rechtsvorm of omzetting naar een nieuwe entiteit bij een goedgekeurde onderneming kan de inspectie worden uitgevoerd, echter de onderneming dient binnen 2 werkdagen de wijzigingen met het daarvoor beschikbare aanmeldingsformulier door te geven aan de Stichting met een afschrift en aan de inspectie-instelling. De onderneming dient met de inspectie-instelling bij de omzetting naar een nieuwe entiteit een nieuwe inspectieovereenkomst af te sluiten.
8. Indien de inspectie instelling tijdens de inspectie gebruikt maakt van meetapparatuur (zowel analoog als digitaal) dient de appratuur te voldoen aan het gestelde in de vigerende ISO 17020 en P15, hoofdstuk 6.2 (in het bijzonder 6.2.7c). De inspectie instelling is hiervoor zelf verantwoordelijk. Binnen het SNF Schema is er sprake van niet kritische metingen.
9. Tijdens de inspectie wordt er van de inspecteur géén destructief onderzoek verwacht.
Artikel 10 | Inspectieresultaat
1. De Stichting kan het inspectieresultaat weigeren indien sprake is van niet-naleving of niet voldoen aan een of meerdere van de in artikel 6, 7, 9 leden 1 en 2 of artikel 11 lid 1 van dit reglement opgenomen bepalingen.
2. De Stichting zal aan een weigering een tijdsduur en/of voorwaarden koppelen.
3. Ingeval het inspectieresultaat door de Stichting wordt geweigerd zal de Stichting de inspectie-instelling namens wie de inspecteur de inspectie uitvoert onverwijld informeren over de weigering.
Artikel 11 | Wisseling van inspectie-instelling
1. Goedgekeurde en nog niet-goedgekeurde ondernemingen kunnen wisselen van inspectie-instelling. Indien hiervan sprake is gelden de volgende bepalingen:
a) artikel 9 lid 1 is onverkort van toepassing;
b) bij onenigheid over het inspectieresultaat is minimaal de bezwaarprocedure afgehandeld;
c) een inspectie mag pas plaatsvinden nadat de nieuwe inspectie-instelling van de Stichting de laatste twee inspectierapporten heeft ontvangen.
2. De inspectie-instelling is verplicht medewerking te verlenen ingeval een onderneming overstapt naar een andere inspectie-instelling.
3. De inspectie-instelling die voorheen de inspecties heeft uitgevoerd is desgevraagd verplicht de nieuwe inspectie-instelling te voorzien van eventuele aanvullende informatie over de betreffende onderneming.
4. Indien de onderneming, niet zijnde een goedgekeurde onderneming, een inspectie- overeenkomst aangaat met een andere inspectie-instelling dan degene waarmee in het verleden een inspectieovereenkomst was aangegaan, en de periode tussen de twee inspectieovereenkomsten is langer dan anderhalf jaar, dan is dit artikel niet van toepassing.
Artikel 12 | Harmonisatie
1. Teneinde een goede onderlinge afstemming bij de uitvoering van de inspecties te bevorderen zijn de inspectie-instellingen verplicht deel te nemen aan het Harmonisatieoverleg. Het overleg wordt gepland door de Stichting.
2. In het Harmonisatieoverleg zal de inspectie-instelling vertegenwoordigd worden door de hoogst-verantwoordelijke van de inspectie-instelling voor het SNF-schema of de technisch manager die gemachtigd is namens de inspectie-instellingen afspraken te maken over de uitvoering van de inspecties en tevens voldoende kennis heeft van de uitvoering van de inspecties om daarover inhoudelijk mee te denken..
3. Indien de in lid 2 van dit artikel bedoelde persoon incidenteel niet aanwezig kan zijn bij een vergadering van het Harmonisatieoverleg, zal een andere vertegenwoordiger van de inspectie-instelling worden afgevaardigd.
4. Van de inspectie-instelling wordt een constructieve samenwerking verwacht binnen het Harmonisatieoverleg en een bereidheid om zaken op verzoek van de Stichting uit te werken.
5. De inspectie-instelling dient waargenomen nieuwe ontwikkelingen in de markt, knelpunten en interpretatievragen over de norm voor huisvesting van arbeidsmigranten voor te leggen aan het Harmonisatieoverleg en zich bij inspecties te richten naar de besluitvorming door de Stichting.
6. De inspectie-instelling kan tot minimaal 1 week voorafgaand aan het Harmonisatie- overleg schriftelijk agendapunten inbrengen.
Artikel 13 | Extra inspecties
1. De Stichting kan opdracht geven tot het uitvoeren van gerichte aanvullende (spoed)inspecties en/of aanvullende onderzoeken op basis van klachten van bewoners, signalen uit de markt, informatie van de overheid (zoals Inspectie SZW, gemeenten, brandweer) dan wel andere informatie waarover de Stichting beschikt. Deze inspectie kan zich beperken tot bepaalde normelementen of kan controle van alle normelementen bevatten.
2. De Stichting kan de inspectie-instelling de opdracht geven om onder de noemer ‘vliegende brigade’ extra inspecties uit te voeren bij ondernemingen die een overeenkomst hebben met de inspectie-instelling om een inspectie op locatie uit te voeren. Tijdens deze inspecties dienen alle normonderdelen voor een inspectie op locatie te worden beoordeeld.
3. De inspecties onder de noemer ‘vliegende brigade’ dienen uitgevoerd te worden door een andere inspecteur dan degene die in die periode de reguliere inspecties op locatie uitvoert.
5. 4. De gerichte aanvullende inspecties en de inspecties voor de vliegende brigade
dienen binnen de periode die daarvoor afgesproken wordt, op adequate wijze te worden uitgevoerd en de resultaten daarvan dienen conform de beschrijving bij onderdeel B van de norm, alinea ‘gerichte aanvullende inspecties’, te worden teruggekoppeld aan de Stichting.Conform artikel 9 lid 13 van het reglement registratie brengt de inspectie-instelling de kosten voor de gerichte aanvullende inspectie in
rekening bij de Stichting,. De kosten worden door de Stichting aan de onderneming in rekening gebracht. Indien tijdens de gerichte aanvullende inspectie die door de Stichting is opgedragen géén major tekortkomingen worden geconstateerd, kan de Stichting de inspectiekosten op zich nemen.
6. Conform artikel 11 lid 9 van het reglement registratie brengt de inspectie-instelling de kosten voor de inspectie die is uitgevoerd onder de noemer ‘vliegende brigade’ in rekening bij de Stichting.
Artikel 14 | Inspectierapport
1. De inspectie-instelling stelt na uitvoering van de inspectie bij de onderneming een rapportage op waarin de bevindingen van de uitgevoerde inspectie worden gepresenteerd.
2. Alleen het door de Stichting voorgeschreven rapportformat mag worden gebruikt en moet op de daarvoor afgesproken wijze worden aangeleverd. Het inspectierapport bevat tenminste de volgende bestanddelen:
a) Identificatie van het document, datum afgifte en unieke identificatie;
b) Identificatie uitgevende instelling;
c) Naam onderneming;
d) Adres onderneming;
e) Inschrijfnummer Kamer van Koophandel;
f) Beschrijving van het uitgevoerde inspectiewerk;
g) Datum inspectie;
h) Identificatie van het geïnspecteerde object en, indien van toepassing, de identificatie van de specifieke componenten die zijn geïnspecteerd;
i) De resultaten van de inspectie en een verklaring van overeenstemming (eventuele gebreken of andere non-tekortkomingen inbegrepen);
• Inspectieresultaat: voldoet / voldoet niet / herstel;
• Aantal major tekortkomingen;
• Aantal minor tekortkomingen;
j) Naam inspecteur(s).
Artikel 15 | Terugkoppeling resultaten inspectie
1. Conform artikel 9 lid 3 van dit reglement zal de inspectie-instelling de Stichting informeren over het resultaat van een inspectie
2. De terugkoppeling geschiedt volgens een vast, door de Stichting voorgeschreven format waarin de in artikel 14 lid 2 genoemde onderdelen zijn opgenomen.
Artikel 16 | Dossier
1. De inspectie-instelling zal van iedere onderneming waarbij ze een of meerdere inspectie heeft uitgevoerd een dossier samenstellen. Een dossier dient minimaal te bestaan uit:
a) De gegevens van de onderneming;
b) De inspectieovereenkomst;
c) De inspectierapporten;
d) Specifieke gegevens per inspectie, zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel.
2. Per inspectie zal minimaal worden bijgehouden:
a) De waarnemingen op de diverse normonderdelen;
b) De onderbouwing van de vastgestelde tekortkomingen;
c) Alle correspondentie tussen de inspectie-instelling en de onderneming en andere relevante informatie die betrekking heeft op de inspectie.
Artikel 17 | Controle-inspecties
1. De Stichting kan op basis van een steekproef controle-inspecties (laten) uitvoeren conform een protocol controle-inspecties. Het gaat hier om extra inspecties om de werkzaamheden van de inspectie-instelling te controleren.
2. De Stichting kan aan de hand van signalen opdracht geven tot het uitvoeren van een controle-inspectie.
3. De inspectie-instellingen zijn verplicht medewerking te verlenen aan de controle- inspecties en de door de Stichting aan te leveren rapportages van de controle- inspecties intern te bespreken.
4. De Stichting kan bij de inspectie-instelling kosten in rekening brengen voor een uit te voeren controle-inspectie.
Artikel 18 | Aanwijzingen
1. De Stichting kan op basis van de rapportages van controle-inspecties, de inspectierapporten of andere signalen aanwijzingen geven aan de inspectie-instelling ter verbetering van het inspectieproces en/of kwaliteit van de inspecties.
2. De in lid 1 van dit artikel bedoelde aanwijzingen kunnen ook betrekking hebben op een individuele inspecteur.
3. De inspectie-instelling dient de aanwijzing(en) te volgen en de Stichting over de voortgang / afhandeling te informeren.
Artikel 19 | Klachten
De inspectie-instelling documenteert alle formele klachten die zij ontvangt van ondernemingen. De inspectie-instelling ziet toe op een adequate afhandeling van de klachten. Een samenvatting van alle ontvangen formele klachten en de wijze van afhandeling zijn op aanvraag beschikbaar voor de Stichting.
Artikel 20 | Misstanden en fraude
1. De inspectie-instelling is verplicht signalen van fraude, al dan niet geconstateerd tijdens een inspectie onverwijld te melden bij de Stichting,.
2. De inspectie-instelling dient (brand)gevaarlijke situaties die acuut levensgevaar opleveren onverwijld te melden bij de onderneming en bij de Stichting
Artikel 21 | Informatie
In het kader van door de Stichting op te stellen statistische rapportages zal de inspectie- instelling nader te bepalen gegevens aandragen. Hierbij gaat het om geaggregeerde cijfers. De aanlevering van gegevens zal in principe ieder kwartaal plaatsvinden, uiterlijk 1 maand na het afsluiten van het kwartaal.
Artikel 22 | Vergoedingen
1. De Stichting kan besluiten een (licentie)vergoeding op te leggen aan de inspectie- instellingen, al dan niet gebaseerd op het aantal geïnspecteerde ondernemingen dan wel locaties.
Artikel 23 | Opschorten van de overeenkomst
1. De Stichting kan de overeenkomst met de inspectie-instelling opschorten indien de inspectie-instelling niet voldoet aan de bepalingen uit dit reglement. Alvorens tot opschorting over te gaan zal de Stichting de inspectie-instelling verzoeken de overtreding van de bepaling(en) binnen een aangegeven termijn te corrigeren / op te lossen (formele waarschuwing).
2. Indien de inspectie-instelling 2 of meer achtereenvolgende vergaderingen van het Harmonisatieoverleg niet heeft bijgewoond, kan de opschorting per direct ingaan.
3. Aan de opschorting van de overeenkomst kunnen voorwaarden worden gesteld.
4. Tijdens de opschorting van de overeenkomst mogen de rechten die voortvloeien uit het reglement en de overeenkomst niet meer worden uitgeoefend.
5. De opschorting van de overeenkomst dient door de inspectie-instelling aan de ondernemingen waarmee de inspectie-instelling een inspectieovereenkomst heeft, bekend te worden gemaakt.
Artikel 24 | Ontbinding van de overeenkomst
1. De Stichting kan de overeenkomst met de inspectie-instelling per direct zonder opzegtermijn en ingebrekestelling ontbinden indien de inspectie-instelling niet langer voldoet aan de bepalingen van artikel 3 of artikel 4 van dit reglement .
2. De Stichting kan de overeenkomst met de inspectie-instelling per direct zonder opzegtermijn en ingebrekestelling ontbinden indien de opschorting, zoals bedoeld in artikel 23 niet conform de voorwaarden wordt opgelost dan wel indien binnen een
periode van een jaar (12 maanden) na een schorsing wederom niet voldaan wordt aan bepalingen uit dit reglement.
3. Na de ontbinding van de overeenkomst mogen de rechten die voortvloeien uit het reglement en de overeenkomst per direct niet meer worden uitgeoefend.
4. De ontbinding van de overeenkomst dient door de inspectie-instelling onverwijld aan de ondernemingen waarmee de inspectie-instelling een inspectieovereenkomst heeft bekend te worden gemaakt onder vermelding van de wijze waarop de eventuele continuering van het SNF keurmerk plaats kan vinden.
5. De inspectie-instelling verplicht zich na ontbinding van de overeenkomst onverwijld medewerking te verlenen aan een goede en soepele overdracht van de onderneming- en waarmee ze een inspectieovereenkomst heeft aan de nieuwe door de onderneming- en aan te wijzen inspectie-instellingen, op straffe van een direct door de Stichting opeisbare boete van € 1.500,- per onderneming bij niet naleving van de verplichting.
Artikel 25 | Uitsluiting aansprakelijkheid
De Stichting is niet aansprakelijk voor schade die de inspectie-instelling ondervindt en/of veroorzaakt door het uitvoeren van inspecties, genomen inspectiebesluiten en/of voor eventuele schade en claims als gevolg van opschorting of ontbinding van de overeenkomst zoals bedoeld in de artikelen 23 en 24.
Artikel 26 | Geheimhouding
1. De Stichting zal geheimhouding betrachten met betrekking tot de persoonsgegevens van inspecteurs die werkzaamheden uitvoeren voor de inspectie-instellingen en tot de bedrijfseigen gegevens van de inspectie-instellingen.
2. De Stichting zal geheimhouding betrachten met betrekking tot de bedrijfseigen gegevens van de aangesloten ondernemingen.
Artikel 27 | Slotbepaling en inwerkingtreding
1. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur van de Stichting naar redelijkheid en met inachtneming van de statuten.
2. Het bestuur van de Stichting is bevoegd dit reglement te wijzigen.
3. Dit reglement treedt in werking na vaststelling door het bestuur van de Stichting.
Bijlage: competentieprofielen inspectiepersoneel
Voor uitvoering van de locatie-inspecties t.b.v. norm voor huisvesting van arbeidsmigranten
Inspecteurs
Taken | Uitvoeren van een inspectie van huisvesting conform de norm voor huisvesting van arbeidsmigranten van Stichting Normering Flexwonen. |
Competenties | |
Kennis | MBO Bouwkunde niveau 4, Middelbaar Veiligheidskundige of gelijkwaardig Kennis van het Bouwbesluit en het Gebruiksbesluit Kennis van installaties voor zover relevant bij huisvesting. Kennis van (brand)veiligheidsaspecten in relatie tot het Bouwbesluit en Gebruiksbesluit. Materiaalkennis (brandvertragend/gevaarlijk, leeftijdscyclus, verwerkingsmogelijkheden.) Kennis van meetapparatuur |
Ervaring | Relevante praktijkervaring in het inspecteren van woningen Ervaring in het herkennen van (brand)onveilige situaties Ervaring in het herkennen van niet-hygiënische situaties |
Vaardigheden | Goede mondelinge en schriftelijke communicatieve vaardigheden Opmerkzaam Accuraat In staat tot professional judgement (in het kader van ISO17020) |
Attitudes | Integer - betrouwbaar Klantgericht Onafhankelijk en objectief Gemotiveerd Stressbestendig Vasthoudend Flexibel Oplossingsgericht Professioneel |
Technisch Manager
Taken | Toezicht op alle activiteiten in het kader van de inspecties. In het verlengde hiervan verantwoordelijk voor kennisontwikkeling, kennisoverdracht, kwaliteitsborging en kwaliteitsverbetering en onderhouden van het kwaliteitsmanagementsysteem. |
Competenties | |
Kennis | Middelbaar Veiligheidskundige of MBO Bouwkunde niveau 4 of gelijkwaardig (gelijkwaardigheid te bepalen door CvD van Stichting Normering Flexwonen) Lead Auditor |
Kennis van het Bouwbesluit en het Gebruiksbesluit Kennis van installaties voor zover relevant bij huisvesting. Kennis van (brand)veiligheidsaspecten in relatie tot het Bouwbesluit en Gebruiksbesluit. Materiaalkennis (brandvertragend/gevaarlijk, leeftijdscyclus, verwerkingsmogelijkheden.) Kennis van meetapparatuur | |
Ervaring | Relevante praktijkervaring in het inspecteren van woningen Xxxxxxxx in het herkennen van (brand)onveilige situaties Ervaring in het herkennen van niet-hygiënische situaties Minimaal 3 jaar functionerend als technisch manager in een vergelijkbare functie of minimaal 3 jaar functionerend als kwaliteitsmanager bij een conformiteitsbeoordelingsinstantie |
Vaardigheden | Goede mondelinge en schriftelijke communicatieve vaardigheden Opmerkzaam Accuraat In staat tot professional judgement (in het kader van ISO17020) |
Attitudes | Integer - betrouwbaar Klantgericht Onafhankelijk en objectief Gemotiveerd Stressbestendig Vasthoudend Flexibel Oplossingsgericht Professioneel |
Voor uitvoering van de administratieve inspecties t.b.v. norm voor huisvesting van arbeidsmigranten
Inspecteurs
Taken | Uitvoeren van een inspectie van in de administratie van een onderneming conform de norm voor huisvesting van arbeidsmigranten van Stichting Normering Flexwonen. |
Competenties | |
Xxxxxx | Xxx‐werk‐ en denkniveau, verkregen door financieel administratieve vooropleiding op ten minste MBO‐, MEAO‐, MBA niveau en aanvullende ervaring en opleiding binnen het werkveld financiële administratie, accountancy of bij Belastingdienst of UWV |
Ervaring | Relevante praktijkervaring in het inspecteren/beoordelen van boekhoudingen, financiële administratie en loonadministraties. s |
Vaardigheden | Goede mondelinge en schriftelijke communicatieve vaardigheden Opmerkzaam Accuraat Analytisch In staat tot professional judgement (in het kader van ISO17020) |
Attitudes | Integer - betrouwbaar Klantgericht Onafhankelijk en objectief Gemotiveerd Stressbestendig |
Vasthoudend Flexibel Oplossingsgericht Professioneel |
Technisch Manager
Taken | Toezicht op alle activiteiten in het kader van de inspecties. In het verlengde hiervan verantwoordelijk voor kennisontwikkeling, kennisoverdracht, kwaliteitsborging en kwaliteitsverbetering en onderhouden van het kwaliteitsmanagementsysteem. |
Competenties | |
Xxxxxx | Xxxxxxxxxx opleiding op HBO-niveau, bij voorkeur met kennis van accountancy en/of loonadministratie |
Ervaring | Relevante praktijkervaring in het inspecteren/beoordelen van boekhoudingen, financiële administratie en loonadministraties. |
Vaardigheden | Goede mondelinge en schriftelijke communicatieve vaardigheden Opmerkzaam Accuraat Analytisch In staat tot professional judgement (in het kader van ISO17020) Minimaal 3 jaar functionerend als technisch manager in een vergelijkbare functie |
Attitudes | Integer - betrouwbaar Klantgericht Onafhankelijk en objectief Gemotiveerd Stressbestendig Vasthoudend Flexibel Oplossingsgericht Professioneel |