Contract
Sectorconvenant 2023 - 2025 afgesloten tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de sector Stoffering & Houtbewerking, vertegenwoordigd in paritair comité 126, sector van de Houtnijverheid, vertegenwoordigd in de paritaire subcomités 125.01 van de Bosontginning, 125.02 van de Zagerijen en 125.03 van de Houthandel
Tussen de VLAAMSE REGERING,
hierbij vertegenwoordigd door:
De heer Xxx Xxxxx, Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand;
De xxxx Xx Xxxxxx, Vlaams minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw;
hierna de ‘Vlaamse Regering’ genoemd,
en de SOCIALE PARTNERS van de Sector Stoffering & Houtbewerking, sector van de Houtnijverheid, van de Bosontginning, van de Zagerijen en van de Houthandel,
met als vertegenwoordigers voor de werkgevers:
- De xxxx Xxxxx Xx Xxxxxx, adjunct directeur-generaal Fedustria vzw;
- De xxxx Xxxxxxxx Xx Xxxxxxxx, algemeen secretaris Belgische Houtconfederatie vzw;
- De heer Xxxx-Xxxxxx Xxxxxxxx, gedelegeerd bestuurder Houtunie vzw;
met als vertegenwoordigers voor de werknemers:
- Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxx, secretaris ACV bouw – industrie & energie;
- De xxxx Xxxxxx Xx Xxxxxxxx, federaal secretaris ABVV – AC;
- De xxxx Xxxxx Xxxxxxxx, nationaal sectoraal verantwoordelijke ACLVB;
hierna “de sector” genoemd,
WORDT OVEREENGEKOMEN WAT VOLGT:
Verbintenissen van de Vlaamse Regering
Artikel 1. De Vlaamse Regering verbindt er zich toe in het kader van voorliggende overeenkomst tijdens de periode van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2025 een maximale subsidie van 424.000,00 EUR uit te betalen aan WOODWIZE, Hof ter Vleestdreef 3 te 0000 Xxxxxxx (ondernemingsnummer 0438.431.981 – bankrekeningnummer XX00 0000 0000 0000) ter financiering van 4 VTE sectorconsulenten.
Artikel 2. De in dit sectorconvenant opgenomen engagementen zijn inspanningsverbintenissen en resultaatsverbintenissen. Bij de afrekening wordt de verantwoording van de inspanningen én van de resultaten beoordeeld:
- 70% is de inspanningsfinanciering die wordt toegekend op basis van vooraf vastgelegde inspanningsverbintenissen;
- 30% is de resultaatsfinanciering die wordt toegekend op basis van vooraf vastgelegde resultaatsverbintenissen. Dertig procent van het in artikel 1 vermelde bedrag wordt uitbetaald in zoverre de resultaatsverbintenissen behaald zijn. Als een verbintenis niet wordt behaald, wordt de dertig procent a rato van het aantal behaalde resultaatsverbintenissen uitbetaald. Als minder dan de helft van de resultaatsverbintenissen wordt behaald, wordt geen resultaatsfinanciering uitbetaald.
Artikel 3. De storting van de subsidie en de uitvoeringsmodaliteiten worden geregeld via het Besluit van de Vlaamse Regering / het Ministerieel Besluit houdende de toekenning van subsidie aan bovenvermelde sector ter uitvoering van het sectorconvenant 2023-2025 afgesloten tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de bovenvermelde sector.
Verbintenissen van de sector
Artikel 4. De sector formuleert de hiernavolgende analyse, strategie en doelgerichte acties en resultaatsverbintenissen:
ANALYSE EN STRATEGIE
1. De sector algemeen
DE HOUTSECTOREN
De houtsectoren zijn vrij heterogeen en groeperen bosontginning (PsC125.01), zagerijen (PsC125.02), houthandel en -import (PsC125.03), fabrikanten van meubelen, zitmeubelen, houten plaatmateriaal, houten constructie-elementen (spanten, parket…), houten verpakkingen (kratten en paletten…), kaders en lijsten, borstels en penselen…, kortom alle afgewerkte en half afgewerkte producten in hout (PC126).
De bedrijfskolom hout omvat de hele waardeketen vanaf de winning van de grondstof hout, over de verwerking tot halffabricaten en afgewerkte producten, tot de distributie van deze eindproducten.
We onderscheiden de volgende stadia: 1e houtverwerking
In PC125 waren er in België begin 2020 3.459 mannelijke en 95 vrouwelijke arbeid(st)ers in 545 bedrijven, in het 2e kwartaal 2022 waren er 3.575 mannen en 93 vrouwen aan de slag in 520 bedrijven van PC125 (3 subcomités). +/- 55% van de werknemers of iets meer dan 2.000 werknemers zijn in Vlaanderen tewerkgesteld.
Voor de verschillende subcomités is dit als volgt verdeeld:
• PsC125.01: begin 2020 159 werkgevers, 2e kwartaal 2022: 159 werkgevers = stabiel
• PsC125.02: begin 2020 129 werkgevers, 2e kwartaal 2022: 121 werkgevers = licht dalend
• PsC125.03: begin 2020 249 werkgevers, 2e kwartaal 2022: 240 werkgevers = licht dalend
(voornamelijk omwille van schaalvergroting, o.m. via overnames) De bosontginning (PsC125.01)
De ontginning van hout gebeurt als ruwe grondstof (ongezaagde stammen, klein rondhout). Bosuitbating is nodig bij het beheer van een bosbestand. Dit kadert in de exploitatie van het bos en gebeurt volgens welbepaalde, milieuvriendelijke normen die worden vastgelegd op basis van de staat van de populatie en de doelstellingen van het beheer.
De rol van de bosexploitant bestaat in het schatten van de loten hout op stam die te koop worden aangeboden door openbare en private eigenaars, het aankopen ervan, het kappen van bomen en het bewerken ervan (vellen, onttakken, afkorten en sorteren), het uitslepen (met paard of tractor), het verdelen van het stamhout en rondhout op basis van de kwalitatieve behoeften van de verwerkers en zorgen voor het vervoer en de commercialisering. De opeenvolging en het verloop van diverse operaties binnen de bosuitbating zijn afhankelijk van talrijke parameters, waaronder de klimatologische factoren, de algemene en bijzondere voorwaarden vastgelegd in het lastenboek en het vegetatiestadium van elk van de boomsoorten. Vanwege deze beperkende factoren is een flexibele en gestructureerde organisatie vereist of met andere woorden: professionalisering van deze ondernemingen.
Met het oog op de diversiteit en de veelheid van de producten, zoekt de bosontginner voor homogene loten de meest gunstige markt ten aanzien van de verbruikers/kopers, waaronder zagerijen, bedrijven voor schilfineer, afrolhout, platenindustrie, papierindustrie, palenindustrie...
In België telt de sector een beperkt aantal kleine bedrijven, 159 in totaal, en veel zelfstandige werkers (+/- 1.500). 80% van deze subsector bevindt zich in het Waalse landsgedeelte. Geen enkele van de Vlaamse bedrijven stelt meer dan 10 werknemers tewerk.
Zagen, snijden, schillen, drogen en drenken (PsC125.02)
In deze vrij complexe subsector moet een onderscheid worden gemaakt tussen zagerijen van loofhout (eik, beuk, esdoorn, es, populier... voor in totaal > 238.000m³), zagerijen van naaldhout (hoofdzakelijk vuren, grenen, douglas voor in totaal > 2.910.000m³), snij- en schilfineerbedrijven en ondernemingen die zich toeleggen op het drogen, bewaren en drenken van hout.
Hun gemeenschappelijke doelstelling is het beste uit de grondstof (rondhout) te halen en dit zoveel mogelijk toegevoegde waarde te geven door de gebruikers (aannemers, meubelfabrikanten, paletbouwers, groothandelaars, enz…) half afgewerkte producten aan te bieden, die beantwoorden aan hun kwalitatieve en kwantitatieve criteria. Voor kwaliteitsproducten wordt het hout volgens de regels van de kunst geklasseerd, gedroogd, geschaafd en verpakt.
De sector telt in België 121 ondernemingen (vooral KMO's). Ook hier zien we vooral kleine bedrijven (met gemiddeld een 10-tal arbeiders). De voorbije jaren werden aanzienlijke investeringen gedaan in nieuwe (ver)zaaginstallaties en in de bouw van droogovens, om de kwaliteit en de productiviteit te verhogen.
De sector van de 1e houtverwerking produceert geen afval. De ondernemingen waarderen het schaalhout immers op als chips voor de fabricage van papierpulp, voor de fabrieken van vezel-
/spaanplaten of voor het maken van pellets; de schors wordt gebruikt als compost of dient als brandstof voor de interne droogovens.
Deze subsector is ongeveer evenredig verdeeld over Vlaanderen en Wallonië. De sector van de houthandel en houtimport (PsC125.03)
Deze omvat de activiteiten die betrekking hebben op de groothandel of kleinhandel in hout, plaatmaterialen op basis van hout en afgewerkte producten, die deels of volledig in hout zijn, zoals parketten, betimmeringen, binnen- en buitenschrijnwerk. De houthandelaar garandeert een minimum stock van 250m3 en 2.000m2 oppervlakte. Dit vraagt ruimte en daarom vindt u zijn zaak dikwijls even buiten de bebouwde kom.
Alle 240 bedrijven in België zijn KMO's met werkgelegenheid voor iest minder dan 2000 arbeiders. Ongeveer 65% van de houthandelaars zijn in Vlaanderen gevestigd. De houthandelaars bieden verschillende diensten aan voor particulieren en professionelen. De houthandelaars spelen een belangrijke rol in het houtverwerkingsproces. Ze staan zelf in voor het verbruiksklaar maken van een deel van het hout: verduurzaming (52% van bedrijven), natuurlijke of kunstmatige droging (20%), schaven of profileren van gezaagd hout (67%), verzagen van plaatmateriaal en ze staan ook in voor de levering.
De groep houtinvoerhandel zijn houtinvoerders, die instaan voor de wereldwijde aankoop en de invoer van ruw of half-afgewerkt hout. Deze bedrijven zijn veelal de toeleverancier van bedrijven die actief zijn in de hout- en meubelsector. Een aantal van deze invoerders doen zelf ook aan houtverwerking. Deze ondernemingen zijn zeer actief op internationale markten en moeten zich schikken naar strikte Europese regels, die de invoer van illegaal gekapt hout aan banden wil leggen. Ze zijn bijgevolg onderhevig aan strenge douane controles.
2e houtverwerking
PC126: 2049 bedrijven (tgo. 1.875 bedrijven begin 2020) met 13.739 arbeiders (stabiel) en 6.050 bedienden in België, waarvan ongeveer 80% van de tewerkstelling zich in Vlaanderen bevindt
(cijfers 2e kwartaal 2022). Het bevoegdheidsgebied van PC126 is sinds 1 april 2021 uitgebreid met de bedienden uit die bedrijven. Dit maakt dat de werknemerspopulatie in PC126 met 44% toegenomen is! We zien eveneens een lichte stijging van het aantal bedienden in de sector. Bij de arbeiders is de verhouding man-vrouw 91% mannen en 9% vrouwen. Bij de bedienden zijn er net geen 50% vrouwen tewerkgesteld.
De meubelindustrie
Het aandeel van de meubelindustrie in de omzet van de hout- en meubelsector daalt jaar na jaar en vertegenwoordigt momenteel net geen 40% meer (tegenover 50% in 2010). Dat wijst erop dat hun concurrentiepositie sterk onder druk staat door de sterke internationale concurrentie (cfr. producenten uit landen met lagere loonlasten en stijging van goedkope meubelimport uit China en Oost-Europa). Het productgamma is zeer uiteenlopend, 719 meubelbedrijven (in 2018 waren er nog 760, in 2010 nog 1.000 producenten) staan in voor de productie van eetkamers, slaapkamers, keukens, kantoor- en winkelmeubilair, salons, zetels stoelen, matrassen en bedbodems. De totale tewerkstelling bedraagt iets minder dan 10.000 werknemers, waarvan het merendeel aan de slag is in Oost- en West-Vlaamse bedrijven. Daarnaast zijn er ook in de provincie Limburg en het noorden van de provincie Antwerpen een aantal succesvolle meubelfabrikanten te vinden.
Ecologie en milieu hebben de voorbije jaren hun stempel gedrukt op de actuele bedrijfsvoering in de meubelbedrijven. Maatschappelijk verantwoord ondernemen, duurzaamheid en circulaire economie zijn geen onbekende begrippen in de meubelsector. Zo geldt bvb sinds januari 2021 een terugnameplicht voor matrassen, wat voor sommige bedrijven bijkomend een serieuze impact betekent voor hun bedrijfsvoering.
De Vlaamse meubelindustrie kenmerkt zich door een ver doorgedreven technologie: industrie 4.0 en digitalisering is de vierde stap in de industriële evolutie van de sector. Hoogtechnologische productieprocessen hebben destijds repetitief werk doen verdwijnen en massaproductie mogelijk gemaakt. Omwille van loon-, energie- en milieukosten is die massaproductie intussen grotendeels verdwenen in de richting van de lageloonlanden. Na automatisering volgt de ‘interconnectiviteit’ tussen mens en machines en tussen machines onderling. Typerend voor de Vlaamse meubelsector is het ‘vakwerk’ en de noodzaak tot het produceren van geïndividualiseerde producten. De flexibiliteit en de kunde van de vakman is van een heel andere orde dan de sterk geautomatiseerde productieprocessen. Xxxxxxxxxxxxxxx zoeken het juiste evenwicht tussen dat vakmanschap en automatisatie. Maar de weg van de digitalisering is reeds ingeslagen en zal verder worden bewandeld.
Die weg vereist het nodige menselijk kapitaal. Op vandaag blijft het vinden en binden van geschikte medewerkers één van de grootste uitdagingen voor de meubelbedrijven. Meubelmaker, interieurbouwer, meubeltechnicus en meubelstoffeerder zijn typische knelpuntberoepen in de sector. Daarnaast zijn ook stiksters, technisch leidinggevend personeel en bedieners van CNC- machines knelpuntberoepen in de sector. In de toekomst zal de nood aan gespecialiseerd personeel toenemen.
Export is en blijft een belangrijke hefboom voor de groei van de Vlaamse meubelindustrie. Vandaag is 57% van de geproduceerde meubels bestemd voor export naar het buitenland. Onze buurlanden zijn daarin belangrijke handelspartners.
De houtindustrie
Het betreft hier de productie van houten plaatmateriaal (36 ondernemingen voor 3.112 werknemers
= 31%), houten constructie-elementen (225 ondernemingen voor 3.151 werknemers = 19%), houten
verpakkingen (60 ondernemingen voor een 1000-tal werknemers = 11%) en diverse producten van hout (56 ondernemingen voor een goede 500 werknemers = 3%).
De productgroep houten constructie-elementen is sterk gelieerd aan de bouwsector. Het betreft de industriële productie van deuren, ramen, parket, spanten, dakspanten, houtverduurzaming, houtskeletbouw en houtbouw. Het bouwen met hout zit de afgelopen jaren in de lift. Naast houtskeletbouw worden nieuwe houttechnieken ontwikkeld, die van hout het meest klimaat- en milieuvriendelijk bouwmateriaal maken.
De productgroep houten plaatmateriaal is de grootste groep in de houtindustrie en omvat bedrijven die spaanplaten, MDF, OSB, multiplex en fineer produceren. In het verlengde daarvan zijn er producenten gespecialiseerd in plaatveredeling, zoals gefineerde of gelamineerde platen, fineerparket, laminaatvloeren… Hun aandeel in de sector is gegroeid van 21,5% in 2010 naar 31% in 2022.
De houtindustrie is een hoogtechnologische sector en om succesvol te zijn en te blijven zijn investeringen in zowel machines als menselijk kapitaal erg belangrijk. Ook de houtindustrie kampt met de krapte op de arbeidsmarkt en de mismatch tussen vraag en aanbod met een groot aantal knelpuntvacatures als gevolg. Daarom richten tal van sectorale initiatieven zich op jongeren of kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt om hen de juiste attitude en/of basisvaardigheden aan te leren om in de houtindustrie aan de slag te kunnen gaan.
Na de coronacrisis, die door de lockdown eerst een zeer negatieve impact had op de hout- en meubelsector, maar na de heropening van het bedrijfsleven een eerder positieve impact had, zagen we in 2021 een grote materialencrisis, als gevolg van de lockdowns tijdens de coronacrisis, met als gevolg sterk stijgende grondstoffenprijzen. Einde 2021 kwam er weer wat licht aan het einde van de tunnel, maar door de oorlog in Oekraïne ontstond in 2022 een enorme energiecrisis, die het onze bedrijven zeer moeilijk maakt om operationeel te blijven, zonder de noodzakelijke winstgevendheid in het gedrang te brengen. En de loonkosten stijgen de laatste jaren ook weer zeer snel, oa door de automatische indexering, die de inflatiecijfers volgt.
Dit maakt dat het zeer moeilijk in te schatten is hoe de sector de komende 2 à 3 jaar verder zal evolueren. We zien wel dat sinds 2022 het aantal vacatures in de sector met meer dan 25% gedaald is tgo 2021. Bedrijven zijn dus zeer afwachtend om nieuwe mensen aan te werven, net omdat er ook voor hen een grote onzekerheid heerst op middellange termijn.
2. Analyse – de sector in cijfers en trends
Cijfers: PC125 en PC126 samen in Vlaanderen (excl. Brussel, incl. bedienden PC126):
17.212 werknemers.
De SWOT-analyse die in 2020 opgesteld werd blijft – met uitzondering van de sterk gedaalde vraag naar nieuwe arbeidskrachten en de afhankelijkheid van energiebevoorrading – actueel.
Ter herinnering hierbij een kort overzicht:
Sterktes
• relatief weinig verloop in de sector
• groot gebruik van VOP-premie
• hoge participatie gebruik van VOV
• hoger dan gemiddeld gebruik van de IBO maatregel
• aantal erkende werkplekken is hoger dan de vraag
• relatief hoog aantal (leerlingen)stages in de sector
• veel scholen met een houtopleiding
• grote flexibiliteit in onze (kleine) KMO-bedrijven Zwaktes
• aantal vacatures is sterk gedaald omwille van energie- en andere crisissen
• licht krimpende sector, voornamelijk omwille van automatisering en niet-vervanging van uitstroom en omwille toenemende buitenlandse concurrentie
• hoge nood aan geschoolde werknemers, die – ondanks de mindere vraag – nog steeds moeilijk te vinden zijn, onder meer omwille van concurrentie voor die technische profielen op de arbeidsmarkt
• minder aanwervingen uit de kansengroepen dan gemiddeld
• minder VDAB-stages dan gemiddeld (concurrentie bouwsector) Kansen
• vraag naar geschoolde werknemers is hoger dan gemiddeld (maar veel concurrentie voor technische profielen op de arbeidsmarkt)
• bedienden maken sinds 01/04/2021 deel uit van PC126. We zien een verschuiving van arbeidersprofielen naar bediendenfuncties (relatief groeiend aandeel bedienden)
• er is ruimte voor meer stages voor werkzoekenden én leerlingen (Duaal Leren)
• digitalisering en automatisering (opleidingen, ondersteuning…)
• meer werknemers, die een opleiding (moeten) volgen
• (relatief) weinig verloop geeft mogelijkheden om LLL te valoriseren en/of te certificeren
• meer kansengroepen en vrouwen toeleiden (inclusief ondernemen, MVO, non-discriminatie)
• klimaatbewustzijn: circulaire economie, lokaal hout, houtbouw …
Bedreigingen
• meer uitstroom dan instroom (krimpsector)
• vergrijzing en een hoge vervangingsgraad
• bedrijven moeilijk bereikbaar (kleine kmo’s)
• sterke afhankelijkheid van energiebevoorrading
• veel scholen met studierichting hout, met soms (te) weinig leerlingen maakt dat de investeringen in het houtonderwijs versnipperd zijn
• te weinig (maatschappelijke) interesse voor Duaal Leren vanuit scholen, ouders en leerlingen
3. Strategie
De economische groei zette zich tot begin 2022 verder door in de hout- en meubelsectoren. Sinds 2022 is de situatie sterk veranderd, omwille van de energiecrisis en de onzekerheid op de markten. In 2022 ontvingen wij (volgens Arvastat) 25% minder vacatures uit de houtsectoren. Toch bleek dat deze relatief moeilijk ingevuld raken en alsmaar langer openstonden.
Ongeveer alle houtberoepen zijn gecatalogeerd als knelpuntberoepen, voornamelijk omwille van kwalitatieve redenen, soms ook kwantitatief. En dit ondanks de vele leerlingen die kiezen voor houtonderwijs. Dit betekent dat er nog steeds werk aan de winkel is met betrekking tot de kwaliteit van de instroom! De hervorming van het secundair onderwijs kan hierin een keerpunt betekenen. We zien bvb dat het aantal leerlingen in het technisch onderwijs ‘hout’ lichtjes stijgt, na vele jaren van (lichte) daling. Dat stemt ons hoopvol.
Ondanks het te geringe succes van het Duaal Xxxxx willen we stappen blijven zetten in de goede richting. Daarom dat we willen blijven inzetten op deze leervorm, via het addendum Duaal Leren. Om voldoende leerwerkplekken te hebben, maar ook om de kwaliteit van de leerwerkplekken en de begeleiding door de mentor(en) in de onderneming te verhogen.
We zetten niet alleen in op een betere kwaliteit van het houtonderwijs en houtopleidingen. We willen de houtsectoren ‘in de markt zetten’ met een positief imago. Onze sector is niet oubollig, is niet ambachtelijk. Onze bedrijven zijn (hyper) modern en toekomstgericht. We hebben de ‘fabrieken van de toekomst’. Dit positief beeld van de houtsectoren willen we bij het brede publiek krijgen. Want, wie wil er nu niet in een innovatief bedrijf (gaan) werken?
Vanuit de houtsectoren zullen we dus blijven werken aan een beter imago van de beroepen in onze houtsectoren. We willen de mooie beroepen in onze houtsectoren beter kenbaar maken en promoten, en zo een positieve studie- en beroepskeuze van leerlingen stimuleren. De promotie van STEM is hiervoor een belangrijke piste. Daarom willen we samen met collega’s sectoren blijven werken aan de promotie van de “harde” technische beroepen en finaliteitsrichtingen als STEM richting. STEM in de MAAKINDUSTRIE kan zo een nieuwe leidraad vormen voor extra promotie- acties.
Een kwalitatieve opleiding aanbieden in een snel evoluerende sector (technisch en technologisch) kan alleen maar als de leerkracht ‘mee’ is. We zullen dan ook verder investeren in de professionalisering van de leerkrachten. Xxxx geïnformeerde en goed opgeleide leerkrachten en docenten brengen op hun beurt hun kennis en ervaringen over op de leerlingen en cursisten. Zo worden zij optimaal voorbereid op een vlotte doorstroming naar de arbeidsmarkt.
Via de beroepskwalificaties willen we de verschillende opleidingsvormen nog beter op elkaar afstemmen. Via het ESF-project WPL4BK hebben we reeds grote stappen gezet om ‘andere’ vormen van werkplekleren, zoals bedrijfsopleidingen en IBO, te certificeren met een beroepskwalificatie of deelkwalificatie. Werkzoekenden toeleiden naar onze bedrijven is één van onze kernopdrachten. Hiervoor werken we nauw samen met VDAB en met organisaties die kansengroepen kunnen toeleiden naar de sector. We bekijken of we de beroepskwalificerende trajecten verder kunnen uitrollen voor deze doelgroepen van werknemers en werkzoekenden.
Ook het hoger houtonderwijs kan bijdragen om de huidige en toekomstige noden aan technisch hoger geschoolden binnen de houtsectoren op te vangen. We verwijzen hiervoor graag naar inspanningen die vanuit de sector geleverd zijn en zullen worden om het nieuwe Graduaat ‘Werkvoorbereider Hout’ succesvol in de markt te zetten.
Vanuit de houtsectoren weten we welk engagement van ons wordt verwacht. Wij zijn er van overtuigd dat deze veranderingen voor ons ook nieuwe opportuniteiten bieden, bvb via de graduaatsopleidingen. Om maximaal die kansen te benutten, wordt verder ingezet op netwerking, informatie, communicatie en goede afspraken met alle (opleidings)partners (pedagogische begeleiders koepels/netten, directies, leerkrachten, AHOVOKS, DWSE, VDAB…). Vanuit de houtsectoren kunnen we dat niet alleen. We blijven dan ook inzetten op intersectorale samenwerking om tot betere resultaten te komen.
Visie mbt doorstroom: competentiebeleid & leven lang leren
Vandaag is onze maakindustrie in hout en meubel gericht op kwalitatief maatwerk. De afwerkingsgraad in Vlaanderen is hoog, er is een traditie van vakmanschap. De flexibiliteit van de vakman moet blijven. Maar toch… de 4e industriële revolutie heeft ook zijn intrede gemaakt in de hout- en meubelbedrijven. Geautomatiseerde productieapparatuur is toegankelijker geworden. Het connecteren van verschillende machines, die verschillende productiestappen opnemen en dit zelf, geautomatiseerd, uitvoeren begint ingeburgerd te raken. Het is soms een moeilijk evenwicht tussen automatisering, flexibiliteit en vakmanschap, dat door de automatisering niet wegvalt, maar wel anders ingevuld wordt. Mass customisation and one-piece production flows in een lean productieomgeving, augmented reality op de werkvloer, samenwerking met cobots, digital twins en virtual product development zijn nu reeds realiteit. Maar hoe snel de technologie ook evolueert, dit kan niet waar gemaakt worden zonder de mens. Human centred production is hierin key: zelfsturende teams, persoonlijke groei, kennis-, talent- en competentiemanagement is afhankelijk van menselijke interactie.
Wij willen vanuit de houtsectoren, via WOODWIZE, inspelen op die voortdurende en alsmaar sneller gaande technologische veranderingen. Het sectorale aanbod aan arbeidsmarktgerichte en performante opleidingen is geüpdatet, maar dient ook de komende jaren verder geactualiseerd, uitgebreid en/of aangepast te worden. Op deze manier kunnen we een bijdrage leveren zodat onze ondernemingen voldoende competent personeel hebben en/of vinden om competitief te blijven én dat werknemers kunnen doorgroeien of nieuwe, vereiste competenties verwerven, en dat ze hun kansen op de arbeidsmarkt intact houden. Bedrijven hebben hier ook alle belang bij. Een werkgever moet er voor zorgen dat er binnen de onderneming steeds de juiste competenties aanwezig zijn. Dit betekent niet alleen zorgen dat de juiste mensen instromen (het onthaal van nieuwe werknemers is hier een belangrijk element), maar ook dat de huidige werknemers de mogelijkheden krijgen om - op basis van nieuw ontwikkelde competenties via opleiding - door te stromen naar andere, dikwijls ‘abstractere’ functies, zoals die gevraagd worden in het Industrie
4.0 tijdperk.
De houtsectoren willen verder blijven inzetten op strategisch competentie- en talentmanagement, met aandacht voor werkbare loopbanen. WOODWIZE heeft de opdracht om de ondernemingen in de houtsectoren te begeleiden naar een performant en strategisch competentie- en talentbeleid.
WOODWIZE, als sectoraal opleidingsorganisme voor de houtsectoren, heeft als kerntaak opleidingen organiseren voor arbeiders én bedienden uit de houtsectoren.
Alle opleidingsacties zijn daarom aangepast op de doelgroep en de aanpak van de opleidingen is er op gericht om optimaal de competenties van de betrokken doelgroep te verbeteren. Zo kunnen de werknemers uit de houtsectoren hun positie op de arbeidsmarkt versterken en kunnen ze mee met de snelle technische en technologische evoluties in de sector.
Om de grote uitdagingen waar de sector voor staat (digitalisering en automatisering, circulaire economie en de EU Green Deal, nieuwe technologieën en producten, ...) hebben onze bedrijven gemotiveerd, deskundig en up-to-date opgeleid personeel nodig. Duurzaamheid en de opkomst van circulair ondernemen in de hout- en meubelbedrijven vragen aangepaste kennis, vaardigheden
en competenties. In samenwerking met de Europese sociale partners werden de veranderende competentienoden van de toekomst in de hout- en meubelsectoren in kaart gebracht (zie onder meer xxxxx-xxx.xx; xxxxxxx-xx0.xx en xxxxxxxxxxxxxxxxx-xxxxxx.xx).
Het is voor ons een uitdaging om voldoende en aangepaste digitale leermiddelen ter beschikking te stellen voor de werknemers uit de houtsectoren. We zullen daarom waar mogelijk aansluiten aan bestaande of nieuwe intersectorale initiatieven. In samenwerking met VDAB wordt verder gewerkt aan nieuw digitaal lesmateriaal en worden nieuwe e-learning modules ontwikkeld.
Veranderingen en aanpassingen in de arbeidsorganisatie kunnen een invloed hebben op de werkbaarheid en het welzijn van de werknemers. WOODWIZE biedt sedert juli 2015 een sectorale dienstverlening aan mbt veiligheids- en welzijnsbeleid. Als leidraad gelden de in de wet Welzijn opgenomen aspecten, waaronder arbeidsveiligheid en de bescherming van de gezondheid van de werknemer op het werk, maar ook de psychosociale aspecten van het werk, evenals ergonomie, arbeidshygiëne, enz... Veiligheid en welzijn worden meer en beter onder de aandacht van de ondernemingen gebracht. Eenvoudige en hanteerbare toolboxen rond veiligheid en welzijn worden uitgebreid en aangepast aan de vraag en noden bij de bedrijven. Er worden prioriteiten gesteld op de specifieke sectorale situatie.
Visie mbt retentie, werkbaar werk en uitstroom
Werken aan "werkbaar werk" is een belangrijk aandachtspunt voor de hout- en meubelsectoren. We hebben daarom ook verschillende acties opgezet rond werkbaar werk. Eén van de speerpunten in het sectorale werkbaarheidsbeleid is de dienstverlening rond een sectoraal veiligheids- en welzijnsbeleid. Deze werking heeft ondertussen enige bekendheid opgebouwd en begint zijn vruchten af te werpen. Dit willen we verder blijven uitbouwen. Er wordt een sectoraal actieplan ‘werkbaar werk’ uitgewerkt, gebaseerd enerzijds op de sectorale werkbaarheidsmonitor die door StIA – SERV uitgevoerd werd in 2021 en anderzijds op basis van de resultaten van het sectorproject rond psychosociaal welzijn, dat afgerond wordt in augustus 2023.
Op initiatief van StIA – SERV zal in het voorjaar van 2025 een nieuwe sectorale werkbaarheidsmeting uitgevoerd worden. Wij hopen dat we met onze dienstverlening rond ‘werkbaar werk’ tegen dan reeds een significant verschil hebben kunnen maken. Maar we maken ons geen illusies, werken aan werkbaar werk is een werk van lange adem.
Uitstroom kan helaas niet worden vermeden. Werkgevers worden gestimuleerd om ook oudere werknemers voldoende (opleidings-)kansen te geven. Oudere werknemers kunnen bvb worden aangezet om nieuwkomers in te werken of ondersteuning te bieden bij het opnemen van nieuwe taken. Niet alleen een technische kennisoverdracht is belangrijk, maar een goede coaching op het vlak van cultuur en softskills wordt alsmaar belangrijker voor de jongere generaties.
En waar er toch afscheid genomen moet worden van werknemers, zetten we in op her- tewerkstelling, bij voorkeur in de sector, via sectoraal outplacementbegeleiding.
Visie mbt evenredige arbeidsdeelname en diversiteit
Wij proberen onze bedrijven warm te maken om ook medewerkers van allochtone herkomst, arbeidsgehandicapten, korter geschoolden en vrouwen te bereiken. Uit de sectorfoto blijkt dat bepaalde kansengroepen in de hout- en meubelsectoren ondervertegenwoordigd zijn.
Om ook in de toekomst voldoende instroom (en doorstroom) te kunnen realiseren, zetten we vanuit de houtsectoren extra in om werkgevers te overtuigen om deze groep potentiële arbeidskrachten aan te spreken. Sensibilisering is daarin een zeer belangrijk element. Maar het is ook een werk van lange adem. We blijven de inspanningen voor inclusief ondernemen dan ook verderzetten.
De hout- en meubelsectoren maken deel uit van een groter (Vlaams) economisch geheel. We vormen geen eiland op onszelf. De houtsectoren overleven en groeien dankzij samenwerking met andere sectoren Vanuit WOODWIZE zijn we dikwijls voorloper in het kader van samenwerking met direct en indirect betrokken sectoren en stakeholders (bvb non-discriminatie en inclusie, ...). Een goede samenwerking kan pas slagen als hierover duidelijke afspraken zijn gemaakt met behoud van de sectorale eigenheid van elke partner. Intersectorale samenwerking en synergie versterken die acties. Dank zij de intersectoraal adviseurs bij de SERV, de nauwe samenwerking met experten van de VDAB, maar ook met De Werkplekarchitecten en met collega’s sectoren en andere arbeidsmarktactoren, kunnen we mooie resultaten presenteren. In deze nieuwe convenantperiode moeten we deze resultaten nog verder verspreiden bij onze bedrijven. De acties en activiteiten, die we samen willen opzetten in het kader van inclusief ondernemen en non-discriminatie, zijn apart opgenomen in het addendum aan dit sectorconvenant non-discriminatie en inclusie.
Aangezien de houtsectoren voor meer dan 90% bestaan uit ondernemingen met minder dan 50 werknemers (65% van de werknemers), zijn onze sectorale acties er op gericht zoveel mogelijk begeleiding te bieden via persoonlijke contacten.
Dat maakt de werking van WOODWIZE zeer arbeidsintensief.
RESULTAATSVERBINTENISSEN
Resultaatsverbintenissen 2023-2025 | |
Resultaatsverbintenis 1 Bereiken van werkvloeren (en werknemers op die werkvloeren). | Uitreiking van 150 competentiebewijzen en/of leerbewijzen (per kalenderjaar) voor gevolgde opleidingen (extern of via werkplekleren) via 60 bezoeken per jaar. |
Resultaatsverbintenis 2 Intersectorale samenwerking | Tijdens de projectperiode minimaal 2 nieuwe intersectorale opleidingen uitwerken mbt veiligheid en welzijn, die ook bruikbaar zijn voor de collega’s sectoren (ikv aanbod bediendenopleidingen). |
Resultaatsverbintenis 3 Op basis van de analyse, op maat van de sector. | Prowood (schooljaar 2024 – 2025): bereik van 60% scholen met 3e graad hout. |
ACTIEPLAN
Thema 1: Afstemming tussen onderwijs en de arbeidsmarkt
Prioriteiten en acties
PRIORITEIT 1: Instroom op de arbeidsmarkt optimaliseren
Actie 1: Afstemmen van de opleidingsinhouden van het (hout)onderwijs op de reële situatie van de arbeidsmarkt Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☐ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: Het onderwijs blijft in beweging. Woodwize zal het beleid en de opleidingspartners ondersteunen bij het ontwikkelen en het actualiseren van nieuwe of bestaande (sectorgerelateerde) beroepskwalificaties en bij het ontwikkelen van curriculumdossiers, leerplannen en opleidingsprofielen. Zo willen we samen een optimale afstemming van het studieaanbod ‘hout’ op de arbeidsmarkt te realiseren. De houtsectoren vervullen hierin een adviserende en/of leidende rol (ifv de mogelijkheden en vragen). |
Betrokken partners: Houtsectoren, AHOVOKS, betrokken onderwijspartners (incl. BuSO, volwassenenonderwijs…), VDAB, Syntrum Vlaanderen, Woodwize | |
Inspanningsverbintenis(-sen): ▪ Ontwikkelen en updaten van beroepskwalificaties, waar nodig. ▪ Ontwikkelen en updaten van opleidingsprofielen voor volwassenenonderwijs (op vraag) ▪ Medewerking aan de uitwerking van curriculumdossiers en/of leerplannen. |
Actie 2: Opvolgen opleidingsaanbod Hoger Onderwijs (Graduaat Werkvoorbereider Hout en Professionele Bacheloropleidingen Houttechnologie, Ba-na-ba Meubelontwerp, ...) Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☒ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☒ lokale samenwerking | Omschrijving: Omdat Woodwize sinds 01/01/2022 ook verantwoordelijk is voor het opleidingsgebeuren voor de bedienden PC 126, willen we de contacten met het hoger onderwijs nieuw leven inblazen. Vanaf het academiejaar 2023-2024 start VIVES met de allereerste graduaatsopleiding ‘Werkvoorbereiding Hout’. Deze graduaatsopleiding speelt in op een nood van de sector. De opleiding is zeer praktijkgericht, waarbij 1/3 van de opleiding bestaat uit werkplekleren. Woodwize zal de opleiding promoten bij de potentiële doelgroepen zoals (laatstejaars) leerlingen, werknemers en bedrijven, en stelt zijn expertise ter beschikking aan de opleidingsinstelling bij de uitrol van de opleiding. De nood aan Werkvoorbereiders Hout is groot en is niet beperkt tot West-Vlaanderen. Daarom zouden wij |
graag zien dat deze opleiding op meerdere plaatsen (in verschillende provincies) kan aangeboden worden. Woodwize zal de (goede) ervaringen delen met potentiele nieuwe aanbieders van deze graduaatsopleiding. Woodwize zal ook de houtgerelateerde bacheloropleidingen promoten en verder kenbaar maken. | |
Betrokken partners: Houtsectoren, Woodwize, hogescholen (o.m. Vives en HoGent) en onderwijspartners met o.m. technische scholen ‘hout’ | |
Inspanningsverbintenis(-sen): ▪ Houtgerelateerde opleidingen van het hoger onderwijs kenbaar maken via de website en publicaties van Woodwize ▪ Promoten van de graduaatsopleiding Werkvoorbereider Hout op (job)beurzen, evenementen, via de eigen website en via sectorale brochures zoals ‘I love Wood’ en onze nieuwsbrief Woodwize Informail. ▪ Potentiële leerwerkplekken in bedrijven PC125 en PC126 informeren (1/3 werkplekleren in graduaat)). ▪ Opvolgen houtgerelateerde opleidingen in het hoger onderwijs: Bachelor Houttechnologie HoGent, Bachelor Bouw met keuzetraject houtconstructies bij Xxxxxx Xxxx, Ba-na-ba Meubelontwerp Xxxxxx Xxxx, Graduaat Werkvoorbereider Hout bij Vives |
Actie 3: Aanbod leerwerkplekken en stageplaatsen vanuit houtsectoren. Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☐ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: Zoals uit de sectorfoto blijkt, heeft het onderwijs nood aan heel wat leerwerkplekken en stageplaatsen. De houtsectoren engageren zich om de leerwerkplekken en stageplaatsen in de sector te inventariseren en kenbaar te maken bij leerlingen en onderwijsverstrekkers. Hiervoor is een leerwerkplek- en stagedatabank uitgewerkt, met info voor leerlingen en onderwijsinstellingen (erkende werkplekken, erkende mentoren, activiteiten realiseerbaar op de werkplek…). De website zal verder aangevuld, aangepast en gepromoot worden. Daarnaast zullen de leerwerkplekken en stageplaatsen tijdens schoolbezoeken en via het Hout Vasthouden Mag! magazine kenbaar gemaakt worden (gratis aangeboden aan ca. 8.000 leerlingen en cursisten). |
Betrokken partners: Woodwize, bedrijven, houtsectoren, onderwijsverstrekkers. | |
Inspanningsverbintenis(-sen): ▪ Gratis verspreiding (via de scholen) van het Hout Vasthouden Mag! magazine. ▪ Actualiseren van de leerwerkplek en stage- databank en deze kenbaar maken bij onderwijs en ondernemingen. |
Actie 4: Beleidsondersteuning en intersectoraal adviseurs Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☐ nieuwe actie ☒ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: De netwerken, geïnitieerd vanuit de intersectorale adviseurs van de SERV, zijn een klankbord voor de houtsectoren en zetten aan tot intersectorale acties en afstemming over de sectoren heen. Om een betere intersectorale samenwerking te realiseren zal Woodwize de netwerken actief blijven opvolgen. De houtsectoren vervullen hun adviserende rol bij vragen ter ondersteuning van acties vanuit het beleid of beleidsbeslissingen. |
Betrokken partners: Houtsectoren, DWSE, Woodwize, intersectoraal adviseurs SERV | |
Inspanningsverbintenis(-sen): | |
▪ Actief participeren aan het lerend netwerk STEM ▪ Actief participeren aan het lerend netwerk BSO- TSO ▪ Actief participeren aan het lerend netwerk LLL ▪ Ondersteunen intersectoraal adviseurs |
PRIORITEIT 2: (School)loopbaanbegeleiding –studie- en beroepskeuze (met specifieke aandacht voor STEM)
Actie 1: Studiekeuze: ‘De Houtbrigade’ Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☒ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: Door leerlingen al op jonge leeftijd te laten kennismaken met techniek en houtbewerking, kunnen bepaalde interesses of talenten ontdekt worden. Met digitale leerpaden willen we vanuit de houtsectoren in de eerste plaats leerkrachten basisonderwijs, en bij uitbreiding leerkrachten van de 1e graad secundair onderwijs, ondersteunen in het realiseren van hun STEM-doelstellingen via lessen met de focus op hout. De houtsectoren willen hiermee de instroom verhogen in technische opleidingen in het algemeen en meer specifiek in de houtopleidingen. |
Betrokken partners: Houtsectoren, Woodwize, leerkrachten basisonderwijs en 1e graad secundair onderwijs |
Inspanningsverbintenis(-sen): ▪ Kenbaar maken en verspreiden van de digitale leerpaden via mailing en op netwerkevents ▪ Up to date houden van de website ‘De Houtbrigade’ ▪ Tijdens de duur van deze overeenkomst, minstens twee nieuwe leerpaden uitwerken, die telkens uit 4 opdrachten bestaan. |
Actie 2: Studiekeuze: ‘Techniekacademies’ Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☐ nieuwe actie ☒ intersectorale samenwerking ☒ lokale samenwerking | Omschrijving: We zijn er ons van bewust dat een sectorale actie niet de enige manier is om extra instroom in het houtonderwijs te bereiken. Daarom zullen we opnieuw aansluiten bij bestaande intersectorale acties, zoals de Techniekacademies. |
Betrokken partners: De houtsectoren, Woodwize, Techniekacademies, Mtech+, Constructiv, Alimento | |
Inspanningsverbintenis(-sen): Actief participeren in stuurgroep van de Techniekacademies (vnl. Oost- en West-Vlaanderen). Financiële ondersteuning van de STEM-activiteiten. |
Actie 3: Studiekeuze: ‘STEM-CHECK’ Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☐ nieuwe actie ☒ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: Voor de verdere disseminatie van de bestaande STEM- Check (gericht naar 5e en 6e leerjaar en oriëntatie naar 1e graad secundair) ondernemen we volgende acties: • Ontwikkeling van een nieuwe flyer en poster voor leerkrachten (en toekomstige leerkrachten) uit lagere scholen en eerstegraads scholen, CLB- centra, ... Het is een flyer waarin we de STEM- Check algemeen bekend maken én waarin ook de link naar de ontwikkelde online leermodule voor leerkrachten opgenomen wordt. In deze online leermodule leert de leerkracht hoe hij/zij de STEM-Check kan inzetten in zijn klasgebeuren en hoe hij/zij hiervoor ook gebruik kan maken van het ontwikkelde beheersysteem voor één of meerdere klassen. Daarnaast voorzien we tevens een poster dat kan opgehangen worden in het klaslokaal. • Ontwikkeling van een nieuwe flyer gericht naar leerlingen uit het 5e en 6e leerjaar Lager Onderwijs (en deelnemende jongeren aan de techniekacademies en/of andere initiatieven) waarin specifiek de link naar de tool, met directe toegang voor het uitvoeren van de STEM-Check, opgenomen wordt. Via deze link kan de jongere |
het deel A van de STEM-Check invullen en zijn/haar stem-profiel ontdekken. Voor de uitbreiding van de STEM-Check naar de 1e graad secundair onderwijs (als oriëntatie naar de 2e graad) willen we opnieuw samenwerken met CEGO, het Centrum Ervaringsgericht Onderwijs van de KU Leuven. Er zal onderzocht worden of het ombouwen van de bestaande STEM-Check voor de nieuwe doelgroep relevant en haalbaar is. | |
Betrokken partners: Opleidingsverstrekkers basisonderwijs en 1e graad secundair onderwijs, CLB’s, STEM-academies, Woodwize, Volta, Constructiv... | |
Inspanningsverbintenis(-sen): ▪ 6000 flyers en poster voor leerkrachten basis en 1e graad secundair, CLB en lerarenopleiding en 5000 flyers voor leerlingen. • Ontwerpen en drukken van de flyer via een communicatiebureau. • De drie sectorfondsen zorgen in co-creatie voor de inhoudelijke input voor de flyer. • De verzending en mailing zal gebeuren door de logistieke dienst van Constructiv. • De flyers type leerlingen worden door de sectorconsulenten verspreid op beurzen, techniekacademies, events, … ▪ Haalbaarheidstudie uitbreiding STEM-check naar de eerste graad i.s.m. CEGO • Cego onderzoekt of de bestaande wetenschappelijke format (van de reeds bestaande online STEM-Check) kan gebruikt worden en tegen welke kostprijs deze op maat voor de oriëntering naar 2e graad kan uitgewerkt worden. • Appwise maakt een offerte voor het maken van de nieuwe online tool en dit op basis van de input van Cego. • De drie sectorfondsen doen een uitgebreidere toetsing rond de bestaande noodzaak bij de toekomstige doelgroep van de tool. Op basis van de resultaten zal al dan niet het de STEM- check omgebouwd worden. Constructiv neemt de trekkersrol in het partnerschap met Volta en Woodwize. |
Actie 4: Studiekeuze - beroepskeuze: ‘Onderwijskiezer’ | Omschrijving: Er is nood aan een update van de informatie over beroepen en de sectoren in ‘Onderwijskiezer’. De sectoren zijn vragende partij om de website op een |
Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☐ nieuwe actie ☒ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | uniforme manier van up-to-date informatie te voorzien. De sector voor podiumkunsten heeft al heel wat initiatief genomen om de website voor alle geïnteresseerde sectoren op dezelfde wijze te actualiseren. Tot op heden heeft dat nog niet tot concrete acties geleid. De houtsectoren zullen mee blijven ijveren voor een update van onderwijskiezer en Woodwize engageert zich om hieraan mee te werken en hiervoor de nodige input te leveren. |
Betrokken partners: Houtsectoren, Woodwize, onderwijskiezer, onderwijsverstrekkers, collega’s sectoren, intersectoraal adviseur SERV | |
Inspanningsverbintenis(-sen): ▪ Actualisering van Onderwijskiezer ▪ Aanleveren input houtsectoren voor Onderwijskiezer |
Actie 5: Beroepskeuze: Beursbezoek Prowood 2024 Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☐ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: Prowood is hét 3-jaarlijkse trefpunt voor de houtverwerkende nijverheid in België. Woodwize maakt, als vertegenwoordiger voor de houtsectoren, deel uit van de adviesraad dat de organisatie van de Prowood-beurs ondersteunt. Deze technologische vakbeurs Prowood is hét event om leerlingen uit het studiegebied hout kennis te laten maken met de nieuwste technologieën en producten in de sector en om hen in contact te brengen met de arbeidsmarkt. Daarnaast is het de ideale gelegenheid om werkgevers kennis te laten maken met het houtonderwijs en hen de mogelijkheden tonen om met onderwijs samen te werken. Hiervoor wordt, naast de eigen stand van Woodwize, ook een specifieke stand voor en door het Duaal houtonderwijs opgezet (zie addendum Duaal Leren). |
Betrokken partners: Houtsectoren, bedrijven, toeleveranciers, Woodwize, externe partners, onderwijsverstrekkers, beursorganisator Claever Associates, leerlingen/studenten, leerkrachten en docenten uit het houtonderwijs en de hout- en stoffeeropleidingen… | |
Resultaatsverbintenis(-sen): Organiseren en ondersteunen van klassikale bezoeken voor leerlingen uit de derde graad van het houtonderwijs aan deze professionele vakbeurs. |
Actie 6: Beroepskeuze: ‘Hout Vasthouden Mag!’ magazine Duid aan (indien van toepassing): | Omschrijving: Het magazine ‘Hout Vasthouden Mag!’ wordt via de onderwijs- en opleidingsinstellingen gratis verspreid bij alle leerlingen in de 3e graad hout. Het magazine bevat artikels over projecten uit scholen en bedrijven, algemene informatie voor jongeren, bvb met |
Dit is een | betrekking tot solliciteren, de houtberoepen, |
☐ nieuwe actie | veiligheid en welzijn en didactisch ondersteunend |
☐ intersectorale samenwerking | materiaal voor in de lessen. In het magazine staat |
☐ lokale samenwerking | diversiteit centraal. |
Betrokken partners: | |
Houtsectoren PC126, Woodwize, | |
onderwijsverstrekkers, leerlingen/studenten | |
Inspanningsverbintenis(-sen): | |
2 x per schooljaar het ‘Hout Vasthouden Mag!’ | |
magazine uitwerken en verspreiden bij leerlingen, | |
leerkrachten, cursisten… |
PRIORITEIT 3: Innovatie en kwaliteit in onderwijs versterken
Actie 1: Nascholings- en vormingsaanbod voor leerkrachten, o.m. via samenwerking met de Regionale Technologische Centra. Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☐ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☒ lokale samenwerking | Omschrijving: De technische en technologische evolutie in de houtsectoren staat niet stil: automatisering, digitalisering, robotisering en automatisch gestuurde machines, industrie 4.0… Leerkrachten, docenten, trajectbegeleiders… moeten de kans krijgen zich bij te scholen om voeling te houden met de sector- en bedrijfsrealiteit. Xxx engageren ons om voor hen nascholingen, bijscholingen, bedrijfsbezoeken en/of infodagen te organiseren en het sectoraal opleidingsaanbod voor werknemers open te stellen. Waar mogelijk wordt samengewerkt met en aangesloten bij initiatieven van RTC’s. Vanuit de houtsectoren zullen we verder de werking van de RTC’s opvolgen en ondersteunen. |
Betrokken partners: Leerkrachten, docenten uit hout- en stoffeeropleidingen, RTC’s, VDAB, externe opleidingspartners, houtsectoren, Woodwize | |
Resultaatsverbintenis(-sen): Per schooljaar 4 navormingen, waarbij we in totaal per schooljaar 60 leerkrachten bereiken. |
Actie 2: Circle of Schools - Interior Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☒ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☒ lokale samenwerking | Omschrijving: De hervorming van het secundair onderwijs stelt het houtonderwijs voor nieuwe uitdagingen. Vanuit de houtsectoren willen we het houtonderwijs hierin ondersteunen. In functie van de 3e graad ‘binnenschrijnwerk-interieurbouw’ is een Circle of Schools - Interior opgericht. Met de Circle of Schools - Interior willen we vanuit de houtsectoren de noden in het onderwijs en van het arbeidsveld capteren en hiervoor acties uitwerken en implementeren in het houtonderwijs. De werking loopt via een stuurgroep met o.a. de pedagogisch begeleiders ‘hout’, en sectorvertegenwoordigers (via Woodwize) en een |
lerend netwerk van leerkrachten en technisch adviseurs. Voor de uitrol van de acties wordt ondersteuning gevraagd aan de RTC, die dit - waar mogelijk – dan ook opnemen. | |
Betrokken partners: Woodwize, houtsectoren, bedrijven, RTC’s, VDAB, onderwijsverstrekkers, pedagogisch begeleiders hout, leerkrachten en technisch adviseurs hout. | |
Inspanningsverbintenis(-sen): • Jaarlijks organiseren van een lerend netwerk • Jaarlijks 2 acties opzetten en uitwerken. Voorbeelden zijn het uitwerken van online- opleidingen, Train-the-Trainer sessies, ondersteuning van/met materiaal en ontwikkelen didactische leermiddelen. |
Actie 3: WOOD SKILLS Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☒ nieuwe actie ☒ intersectorale samenwerking ☒ lokale samenwerking | Omschrijving: WOOD SKILLS is een nieuw en innovatief houtproject binnen de provincie West-Vlaanderen. Het bestaat uit challenges waaraan alle secundaire houtscholen in West-Vlaanderen kunnen deelnemen. De opdrachten worden ontwikkeld door experten binnen hun vakgebied. Op die manier kunnen leerlingen laten zien wat ze in hun mars hebben. Een belangrijke troef van het project is dat alle challlenges worden gekoppeld aan de desbetreffende beroepskwalificaties en op die manier maximaal aansluiten op de nieuwe leerplannen. RTC West-Vlaanderen trekt het project, samen met enkele partners uit de arbeidsmarkt, waaronder Woodwize. Bedrijven worden nauw betrokken via de stuurgroep, ad-hoc werkgroepen, aanleveren van input en de jury’s. In het voorjaar 2023 loopt een ‘Proof of Concept’. Verdere uitrol hangt af van de resultaten hiervan. Op basis van de evaluatie wordt de werking bijgestuurd. In 2024 wordt nagegaan of (in samenwerking met de RTC’s) een uitrol naar andere provincies in Vlaanderen mogelijk is. |
Betrokken partners: Woodwize, Embuild West-Vlaanderen, RTC West- Vlaanderen, onderwijsverstrekkers, leerlingen, andere RTC’s (o.v.), bedrijven... | |
Inspanningsverbintenis(-sen): onder voorbehoud: | |
▪ Evaluatie proof of concept |
▪ Na positieve evaluatie en eventuele bijsturing: organiseren van minimaal 2 challenges per schooljaar ▪ Nagaan of de uitrol naar andere provincies in Vlaanderen mogelijk is. |
Actie 4: Ontwikkelen en inzetten van 21e- eeuwse leermiddelen (XR, e-learning…) Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☐ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: De digitale transformatie in onderwijs is in volle ontwikkeling. Ontwikkelen van digitaal lesmateriaal in eigen beheer is voor Woodwize financieel niet haalbaar. Daarom zoeken we naar samenwerkingsverbanden of initiatieven, die inzetten op digitale content voor de houtopleidingen. In samenwerking met VDAB worden nieuwe e- learning modules ontwikkeld. Woodwize staat voornamelijk in voor het aanleveren van goede content. |
Daarnaast bekijken we waar we kunnen aansluiten bij (intersectorale) initiatieven zoals InnoVET- projecten. Woodwize zal relevante 21e-eeuwse leermiddelen bundelen op de eigen website en kenbaar maken aan alle onderwijspartners. | |
Betrokken partners: Houtsectoren, Woodwize, VDAB, externe partners, evt. Innovet-partners | |
Inspanningsverbintenis(-sen): | |
▪ 1 nieuwe e-learning module per jaar ▪ Kenbaar maken van de beschikbare digitale leermiddelen via de eigen website xxx.xxxxxxxx.xx, e-nieuwsbrieven en via de nieuwsbrief Woodwize Informail. |
Thema 2: Instroom, zijinstroom, doorstroom en retentie
Prioriteiten en acties
PRIORITEIT 1: Loopbaanbegeleiding – beroepskeuze (met specifieke aandacht voor STEM)
Actie 1: Inzetten op sollicitatieskills van leerlingen Xxxx aan (indien van toepassing): Dit is een ☐ nieuwe actie ☒ intersectorale samenwerking ☒ lokale samenwerking | Omschrijving: Kunnen solliciteren is een belangrijke competentie om succesvol door te stromen naar de arbeidsmarkt. Daarom willen we blijven inzetten op het verbeteren van sollicitatie-skills van leerlingen (6e en 7e jaars). Via praktische en interactieve leervormen in een realistische context met echte sollicitatiegesprekken, worden de sollicitatie-skills aangeleerd en ingeoefend. In de eerste plaats wordt hiervoor aangesloten bij de ‘Jobexpo’s’, die georganiseerd worden op initiatief |
van Auxilios. Naast de jobexpo’s neemt WOODWIZE ook deel aan andere initiatieven en jobbeurzen, die inzetten op het verbeteren van de sollicitatie-skills en de kennis van de houtsectoren. | |
Betrokken partners: Leerlingen, scholen/ opleidingsverstrekkers, Woodwize, Educam, Constructiv, Auxilios | |
Inspanningsverbintenis(-sen): Jaarlijks deelnemen aan minstens 12 sollicitatiebeurzen voor leerlingen uit de houtopleidingen. |
Actie 2: Instroom in de houtsectoren: ‘STEM- beroepen in beeld’ Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☒ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: Onder het motto ‘onbekend is onbemind’ willen we meer inzetten op het imago van de sector en het kenbaar maken van de beroepen uit de houtsectoren. Woodwize zal meewerken aan initiatieven zoals beroepenfilms en digitale informatiepakketten van VDAB en de overheid. Om het imago van de houtsectoren te verbeteren, zal er vanuit de houtsectoren zelf extra ingezet worden om de beroepen uit de houtsectoren en meer specifiek uit de houtnijverheid (PC 125) extra te promoten en in de kijker te plaatsen via oa social media. |
Betrokken partners: Bedrijven en sociale partners houtsectoren, medewerkers uit bedrijven, communicatie-experts en externe dienstverleners social media en/of videoprogrammatie, Woodwize, VDAB... | |
Inspanningsverbintenis(-sen): | |
▪ Ontwikkelen van een nieuwe imagocampagne ‘beroepen in beeld’ (najaar 2023) ▪ Ontwikkelen nieuwe beroepenfilms hout- en meubelnijverheid en uitrol van de campagne (2024 + 2025) ▪ Verspreiding van het materiaal via eigen website, social media... |
Actie 3: Uitbouwen van een kwalitatieve deelvacaturedatabank voor de houtsectoren. Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☐ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: De houtsectoren beschikken over een deelvacaturedatabank van VDAB. Dit zou een compleet overzicht moeten geven van de ontwikkelingen langs de vraagzijde. Deze deelvacaturedatabank dient dus inhoudelijk de juiste data te bevatten, namelijk alle vacatures in bedrijven uit de hout-en meubelsectoren. Voor VDAB zijn de deelvacaturedatabanken niet meer prioritair. Ze wil deze vervangen door API-manager met filteropties voor de eindgebruiker. Woodwize |
bekijkt samen met VDAB hoe deze transitie correct kan verlopen, zodat de deelvacaturedatabank van de houtsectoren nog steeds de juiste informatie bevat. De vacatures worden door Woodwize opgevolgd en de bedrijven worden gecontacteerd. | |
Betrokken partners: VDAB, bedrijven, Woodwize, externe IT dienst (ifv API) | |
Inspanningsverbintenis(-sen): ▪ Een duidelijke en volledige databank met alle vacatures in de hout-en meubelsectoren (bij voorkeur op basis van de deelvacaturedatabank van VDAB), zodat op basis hiervan gerichte sectorale acties ondernomen kunnen worden. ▪ Er voor zorgen dat het beleidsadvies vanuit VDAB en vanuit de sector aan VDAB, onder meer mbt de knelpuntberoepen, gebaseerd is op de juiste (en volledige) informatie. ▪ Zorgen voor een correcte deelvacaturedatabank, zodat werkzoekenden sneller de weg naar de houtsectoren vinden. |
Actie 4: Kwaliteitsbewaking van de vacatures (voorkomen van onnodige drempels voor kansengroepen) Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☐ nieuwe actie ☒ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: Vanuit de houtsectoren bieden we onze ondernemingen begeleiding aan bij het opstellen en van vacatures. Zo wordt er bij de beschrijving van de vacatures extra aandacht besteed of de gevraagde kwalificaties wel in overeenstemming zijn met de benodigde vaardigheden voor de uit te oefenen functie. Ook de door VDAB uitgewerkte taalniveaubepaling wordt hierbij gebruikt. Er wordt hiervoor terugkoppeling naar VDAB voorzien tijdens het semestrieel overleg met de SAM. |
We bieden onze bedrijven een (online) workshop aan over do’s en don’t’s voor een wervende vacature. Tijdens de workshop tonen we hoe (onbewuste) drempels voor kansengroepen en/of discriminatie in vacatures vermeden kunnen worden. | |
Deze (online) workshop kan ook sectoroverschrijdend aangeboden worden (op vraag en in overleg). | |
Betrokken partners: Bedrijven, sectorconsulenten, Woodwize, externe dienstverleners (opleidingsverstrekker “hoe plaats ik een inclusieve en aantrekkelijke vacature”), VDAB | |
Inspanningsverbintenis(-sen): | |
▪ Instroom in de houtsectoren bevorderen door kwaliteitsbewaking van de vacatures: is de vraag correct?, zijn de vereisten realistisch geformuleerd?, werden de mogelijkheden |
onderzocht om deze beter toegankelijk te maken voor kansengroepen? … ▪ (online) opleiding/workshop organiseren voor bedrijven (op vraag intersectoraal), bvb ‘hoe plaats ik een inclusieve en aantrekkelijke vacature” |
Actie 5: Kansengroepen helpen om de weg naar onze houtsectoren te vinden via infosessies / blind dates. Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☐ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☒ lokale samenwerking | Omschrijving: Het ontbreekt kansengroepen vaak aan inzicht in en kennis van jobs in onze houtsectoren. Daarom willen we hen een duidelijk beeld geven van: ▪ de tewerkstellingsmogelijkheden bij bedrijven in onze sectoren (welke jobs zijn er?,wat kan ik verdienen?, arbeidsduurregeling?, vakantie? …). ▪ de toeleidingskanalen naar deze jobs ▪ de opleiding en ondersteuning op de werkvloer, waardoor zij een voor hen nu nog onbekende job toch onder de knie kunnen krijgen. Dit doen we door infosessies te organiseren, aangepast aan de doelgroep, samen met Werkplekarchitecten. Waar mogelijk worden deze infosessies georganiseerd bij een bedrijf uit de houtsectoren. |
Betrokken partners: Bedrijven, VDAB, sectorconsulenten, Werkplekarchitecten, Woodwize | |
Inspanningsverbintenis(-sen): Jaarlijks 2 infosessies organiseren en hiermee een betere aansluiting van vraag & aanbod op de arbeidsmarkt realiseren en de tewerkstellingskansen verruimen van de werkzoekenden met een grote(re) afstand tot de arbeidsmarkt. |
Actie 6: Organisatie van intersectorale netwerkmomenten met intermediairen, die kunnen ondersteunen in inclusief ondernemen. Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☒ nieuwe actie ☒ intersectorale samenwerking ☒ lokale samenwerking | Omschrijving: De sector werkt mee aan de organisatie van een intersectoraal netwerkmoment tussen sectorconsulenten en begeleiders van niet-beroepsactieven. Tijdens dit netwerkmoment biedt de sector informatie aan over de (laagdrempelige) tewerkstellingsmogelijkheden binnen de sector, de vereiste competenties en de flexibiliteit van tewerkstelling. De sector tracht daarnaast inzicht te krijgen in de noden van niet-beroepsactieven en onderzoekt hoe de sector hieraan kan tegemoetkomen. We mikken hierbij op volgende intermediairen: - Cel deelname aan de samenleving Fedasil - OCMW trajectbegeleiders werk VVSG |
- ESF outreach en activering (WPA) | |
Betrokken partners: Andere sectorfondsen, intersectorale werking SERV Mogelijke andere partners zijn: VDAB (via hun netwerkmanagers lokale samenwerkingen) en partnerorganisaties, de Werkplekarchitecten, dienst inburgering en integratie, dienst activering OCMW, projecten outreach en activering, Fedasil, EuropaWSE- oproep 500-projecten. | |
Inspanningsverbintenis(-sen): De sector informeert begeleiders van niet- beroepsactieven over de tewerkstellingsmogelijkheden binnen de sector. Het sectorfonds onderzoekt hoe het kan bijdragen aan het verlagen van de drempels tot tewerkstelling binnen de sector op basis van de noden van niet- beroepsactieven. |
Actie 6: Infosessies en bedrijfsbezoeken voor instructeurs Houtcentra, vacaturebemiddelaars VDAB en accountmanagers VDAB Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☐ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☒ lokale samenwerking | Omschrijving: Ook de instructeurs, vacaturebemiddelaars en accountmanagers van VDAB hebben nood aan up-to- date kennis van de sector. We willen hen helpen een duidelijk beeld te krijgen van de sector door het organiseren van infosessies over de sector (ikv technische en technologische evoluties, evoluties mbt de noden en aanwervingsproblematieken, sectorale cao-materie, enz...). Ook het bezoeken van bedrijven in de eigen regio en/of in een andere regio helpt om een beter zicht te krijgen op de sector en de bedrijfswereld. |
Betrokken partners: Bedrijven, VDAB en Woodwize | |
Inspanningsverbintenis(-sen): Jaarlijks 1 infosessie met bedrijfsbezoek organiseren voor VDAB instructeurs, vacaturebemiddelaars en accountmanagers VDAB |
Thema 3: Levenslang leren en competentiebeleid
Prioriteiten en acties
PRIORITEIT 1: STEM-competenties (h)erkennen
Actie 1: Opmaak en validering van EVC- standaarden en EVC-instrumenten Duid aan (indien van toepassing): | Omschrijving: De houtsectoren ondersteunen verschillende manieren om competenties te valideren. EVC is daar één van. Woodwize stelt zijn expertise ter beschikking voor de opmaak van houtgerelateerde EVC- standaarden (AHOVOKS) en de ontwikkeling van EVC- |
Dit is een | instrumenten (zie ook de acties ikv ESF-project |
☐ nieuwe actie | Leerjobs). |
☐ intersectorale samenwerking | Woodwize zal zijn expertise ter beschikking stellen bij |
☐ lokale samenwerking | de assessments van EVC-proeven voor beroepen uit |
de houtsectoren (bvb als assessor). | |
Betrokken partners: | |
Woodwize, houtsectoren, AHOVOKS, EVC-aanbieders | |
Inspanningsverbintenis(-sen): | |
Opmaak en ondersteuning van EVC-instrumenten en | |
-standaarden (op vraag). |
Actie 2: Opmaak en validering van beroepskwalificerende (EVC-)trajecten voor werkplekleren en ondersteunen van de uitrol van beroepskwalificerende EVC-trajecten voor werkplekleren (ESF-Leerjobs). Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☒ nieuwe actie ☒ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: Gezamenlijk met het beleidsdomein Onderwijs is door het beleidsdomein Werk (met VDAB als EVC-regisseur) regelgeving ontwikkeld, die het behalen van een beroepskwalificatie op basis van een EVC-procedure mogelijk maakt. In samenwerking met de projectpartners (waaronder Woodwize) wordt een beroepskwalificerende EVC- aanpak uitgewerkt (ikv ESF Leerjobs - deel 1). Vanaf 1 september 2023 wordt een proefproject opgezet voor (beroeps)kwalificerende (EVC-)trajecten voor werkplekleren (ikv ESF Leerjobs - deel 2)). | ||
Betrokken partners: VDAB, Syntrum, Syntra Constructiv, Volta, Educam, intersectoraal adviseur SERV | centra, Sociaal | Woodwize, fonds 201, | |
Inspanningsverbintenis(-sen): | |||
▪ Ondersteuning van de ontwikkeling van beroepskwalificerende EVC-aanpak voor werkplekleren (ESF Leerjobs - deel 1) ▪ Ondersteuning van de uitrol van (beroeps)kwalificerende (EVC-)trajecten voor werkplekleren (ESF Leerjobs - deel 2) |
Actie 3: Werkplekleren valideren en attesteren. Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☒ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: De houtsectoren willen competenties van werknemers op de werkplek (h)erkennen door te valideren van wat geleerd en verworven is. Woodwize zal de procedure en methodieken, die ontwikkeld zijn in het ESF-project WPL4BK, verder implementeren. Competenties, verworven op basis van die procedures en methodieken, worden gevalideerd en geattesteerd. |
Betrokken partners: Woodwize, bedrijven uit de houtsectoren, werknemers, sectorale sociale partners | |
Resultaatsverbintenis(-sen): Aantal uitgereikte competentiebewijzen en/of leerbewijzen: 150 (per kalenderjaar voor gevolgde |
opleidingen (extern of via werkplekleren) via 60 bezoeken per jaar. Een competentiebewijs wordt afgeleverd voor elke externe opleiding (met evaluatietoets) en voor elke module werkplekleren die gunstig is beëindigd. Een leerbewijs wordt afgeleverd voor elke externe opleiding (zonder evaluatietoets) en voor elke module werkplekleren die is gevolgd, maar niet volledig werd verworven. |
Actie 4: Competentie-checks (perceel 1) Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☒ nieuwe actie ☒ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: De sector zal het competentie-denken in de sector stimuleren en ondernemingen de weg wijzen in het opleidingslandschap. KMO-bedrijven worden ondersteund bij het uitschrijven van (strategische) opleidingsplannen, door de aanwezige talenten in kaart te brengen en de nodige competenties op te lijsten, waaruit een actieplan uitgewerkt wordt om verdere stappen mbt een strategisch competentiebeleid te nemen. Dit moet 35 actieplannen opleveren (140 over de 4 sectoren heen) na een (bedrijfs)competentiecheck. |
Betrokken partners: EuropaWSE, sectorale sociale partners, Auxilios, Obelisk, Constructiv, Volta, Educam en Woodwize, bedrijven en werknemers van de betrokken sectoren, VDAB. | |
Inspanningsverbintenis(-sen): / |
PRIORITEIT 2: Kwaliteitsvolle opleidingen, werkplekleren, inzetten op een leercultuur
Actie 1: Werkplekleren in de houtsector stimuleren, promoten, organiseren. Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☐ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☒ lokale samenwerking | Omschrijving: Instroom bevorderen en duurzame tewerkstelling realiseren, door ondersteuning en begeleiding tijdens de verschillende vormen van werkplekleren. WOODWIZE heeft in samenwerking met VDAB een sectoraal IBO-model uitgebouwd. Waar nodig en nuttig, biedt Woodwize externe opleidingen aan. Na de sectorale IBO kan een sectoraal competentie-CV toegekend worden aan de cursist. Naast de IBO-maatregel promoot Woodwize ook andere vormen van werkplekleren (opleidingsstage, beroepsinlevingsstage, korte opleiding met stage op de werkvloer …) bij de hout- en meubelbedrijven. Wij bieden hierbij ondersteuning bij de opmaak van een passend opleidingsprogramma, aangepast aan de doelgroep. |
Betrokken partners: VDAB (lokale teams met IBO-consulenten, instructeurs, ondersteuning vanuit centrale dienst), Woodwize, Werkplekarchitecten | |
Inspanningsverbintenissen: Ondersteuning door de sectorconsulenten van hout- en meubelbedrijven bij het invullen van de aanvraagformulieren en het opstellen van het opleidingsprogramma ikv sectorale IBO. Na afloop van het werkplekleren zal een sectorale opleidingspas of competentie-CV overhandigd worden aan de cursist. |
Actie 2: Kwalificerend werkplekleren organiseren in de houtsectoren Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☒ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: Met werkplekleren, als basis en motor van Levenslang Leren (LLL) voor elke organisatie, willen we het onzichtbare leren op de werkvloer zichtbaar maken. Dit doen we het aanbieden van (kwalificerende) trajecten werkplekleren, op basis van de ervaringen uit het ESF-project WPL4BK. WOODWIZE gaat werkgevers en werknemers sensibiliseren, stimuleren om in te zetten op werkplekleren, gekoppeld aan een doordachte (bedrijfs)opleidingsplanning op middellange termijn en op maat van elk individu. |
Om als leerwerkplek in aanmerking te komen, wordt de werkplek gescreend door Woodwize. Na erkenning als leerwerkplek wordt de opstart gefaciliteerd en de opleidingen verder opgevolgd. | |
Betrokken partners: Woodwize, houtsectoren, bedrijven, sectorale sociale partners, Sectoraal Partnerschap LLL (sectorale sociale partners + Woodwize + DWSE + VDAB + evt. andere belanghebbenden) | |
Inspanningsverbintenis(-sen): | |
▪ Erkennen van leerwerkplekken ▪ Opleiden van mentoren ▪ Ondersteunen van bedrijven bij het implementeren van kwalificerend werkplekleren ▪ Stimuleren van bedrijfs- en individuele opleidingsplanning |
Actie 3.1: Sensibiliseren inzake lerende organisaties (innovatieve arbeidsorganisatie) Duid aan (indien van toepassing): | Omschrijving: Bedrijven, in het bijzonder de KMO’s, overtuigen van het belang van arbeidsorganisatie om te komen tot een lerende organisatie via mailings, nieuwsbrieven, netwerkmomenten en bedrijfsbezoeken. |
Betrokken partners: |
Dit is een ☐ nieuwe actie ☒ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Workitects(-netwerk), werkgevers en werknemersvertegenwoordigers, andere industriële sectoren (Alimento, Cobot, Co-Valent...) |
Inspanningsverbintenis(-sen): Via diverse kanalen de bedrijven sensibiliseren : via website, nieuwsbrieven, sociale media, netwerkmomenten en bedrijfsbezoeken. |
Actie 3.2: Bedrijven ondersteunen om zich om te vormen tot een lerende organisatie (innovatieve arbeidsorganisatie) | Omschrijving: Via collectieve en individuele begeleidingstrajecten bedrijven ondersteunen om zich om te vormen tot een lerende organisatie (innovatieve arbeidsorganisatie). |
Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☐ nieuwe actie ☒ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Betrokken partners: Workitects(-netwerk), werkgevers en werknemersvertegenwoordigers, andere industriële sectoren (Alimento, Co-Valent, Cobot...) |
Inspanningsverbintenis(-sen): Samen met onze bedrijven zoeken naar het geschikte | |
ondersteuningsaanbod, waar nodig maken we de | |
matching met een concrete expert. | |
Het traject opvolgen en ondersteunen. | |
Het ondersteuningsaanbod promoten via website, | |
nieuwsbrieven, sociale media, netwerkmomenten en | |
bedrijfsbezoeken. |
Actie 4: | Omschrijving: Omdat Woodwize sinds 01/01/2022 ook verantwoordelijk is voor het opleidingsgebeuren voor de bedienden PC 126, willen we het opleidingsaanbod, dat voorheen afgestemd was op de arbeiders uit de houtsectoren, verder uitbouwen met een nieuw aanbod voor bedienden. Het bestaande aanbod zal verder geactualiseerd worden op de noden vanuit de sector. Voor het aanbod voor bedienden zal dit gebeuren in samenwerking met collega’s sectoren (o.m. Alimento, Mtech+, Ivoc, Cobot, ...). Waar mogelijk neemt Woodwize een deel van de opleidingen inhoudelijk op, waar intern de nodige expertise aanwezig is (bvb mbt veiligheid en welzijn). Voor andere opleidingen wordt gerekend op de input en expertise van de collega’s sectoren en externe dienstverleners/opleidingspartners. | |
Verder uitbouwen en actualiseren van | ||
het opleidingsaanbod (kwalitatief en | ||
kwantitatief) | ||
Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☒ nieuwe actie ☒ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | ||
Betrokken partners: | ||
Collega’s sectoren, sectorale sociale bedrijven houtsectoren, Woodwize, opleidingspartners, zoals VDAB, ... | partners, externe |
Inspanningsverbintenis(-sen): Aanbod externe opleidingen verder actualiseren. Intersectorale samenwerking voor opleidingen bedienden. Resultaatsverbintenis(-sen): Tijdens de projectperiode minimaal 2 nieuwe intersectorale opleidingen uitwerken mbt veiligheid en welzijn, die ook bruikbaar zijn voor de collega’s sectoren (ikv aanbod bediendenopleidingen). |
Actie 5: Evaluatie, bijsturen en hernemen van intersectorale campagne iedereenkanbijleren Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☒ nieuwe actie ☒ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: We evalueren de bestaande campagne iedereen kan bijleren, sturen bij en hernemen deze indien nuttig. Met deze campagne richten we ons expliciet op medewerkers en wijzen we op het belang en de meerwaarde om ook tijdens je loopbaan te blijven leren. We onderzoeken of aansluiten op de communicatie vanuit het partnerschap levenslang leren opportuun is. |
Betrokken partners: Communicatiebureau, andere sectorfondsen, SERV, partnerschap Xxxxxxxxxx Xxxxx. | |
Inspanningsverbintenis(-sen): De sector organiseert mee een intersectorale campagne ter ondersteuning van levenslang leren. |
Thema 4: Werkbaar werk
Prioriteiten en acties
PRIORITEIT 1: Veilig en werkbaar werk in STEM-opleidingen en beroepen
Actie 1.1: Sensibiliseren van leerlingen, leerkrachten en werknemers via opleidingen, promotiecampagne ondersteund met posters en toolboxen en via de eigen website. Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☐ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: Binnen de houtsectoren wordt veel belang gehecht aan veiligheid en welzijn. We merken dat er in de scholen en op de werkvloer) nog heel wat vragen zijn. Bijkomende sensibilisering en opleiding blijft dus noodzakelijk. Woodwize zal de bedrijven PC126 en de onderwijsinstellingen met houtopleidingen informeren en sensibiliseren. Om het preventiegebeuren onder de aandacht te brengen, bieden we gratis toolboxen en veiligheidsposters aan (via bestelling of te downloaden). Bij een nieuwe of aangepaste wet omtrent veiligheid en welzijn vertaalt Woodwize die naar de hout- en meubelsector. Indien nodig wordt dit verder uitgediept met documentatie, workshops, opleidingen, geleide bezoeken aan |
voorbeeldbedrijven en voorbeelden van goede praktijken. | |
Betrokken partners: WOODWIZE, houtsectoren, leerlingen/studenten, werknemers, pedagogisch begeleiders, preventieadviseurs, bedrijven, externe veiligheidsdiensten, FOD WASO/TWW, FOD WASO/ADHUA, ... | |
Inspanningsverbintenis(-sen): Blijvende aandacht creëren bij werkgevers en werknemer, leerkrachten en leerlingen voor de veiligheidsrisico’s en werkpostergonomie via promotie op de eigen website, (e-)nieuwsbrieven, specifieke mailings, tijdens workshops en tijdens bedrijfs- en schoolbezoeken. Jaarlijks een aanbod van 3 workshops en/of infomomenten voor bedrijven, werknemers en/of leerkrachten (ism Cobot). Dit kan op vraag uitgebreid worden naar andere sectoren zoals InduFed, Alimento, Ivoc, Edu+ ...) |
Actie 1.2: Sensibiliseren van werknemers en bedrijven mbt psychosociale risico’s via sectorale promotiecampagne en sectorale ondersteuning met Quickscan en Toolkit. Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☒ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: Naast de basisveiligheid en machineveiligheid, neemt het psychosociaal welzijn een alsmaar belangrijker plaats in in het veiligheids en welzijnsgebeuren. Woodwize zal de bedrijven PC126 informeren en sensibiliseren mbt psychosociaal welzijn van de medewerkers en leidinggevenden: aantonen van Return on Investment, de ecomonische en sociaal maatschappelijke meerwaarde aantonen van een psychosocilaal welzijnsbeleid en acties om het welzijn van de medewerkers te verbeteren (via aanreiken van cijfermateriaal, studies...) Vanaf de 2e helft 2023 wordt een sectoraal actieplan uitgewerkt en gepromoot om extra aandacht te besteden aan het psychosociaal welzijn in de houtsectoren. Op basis van de resultaten van een quickscan, worden gerichte acties voorgesteld en uitgevoerd, die ondersteund worden met praktische fiches, tips en inspiratie vanuit de beleving van de medewerkers, samengebracht in een sectorale toolkit. |
Betrokken partners: WOODWIZE, houtsectoren, werknemers, preventieadviseurs, bedrijven, externe veiligheidsdiensten, FOD WASO/TWW, FOD WASO/ADHUA, ... |
Inspanningsverbintenis(-sen): ▪ Aandacht creëren bij werkgevers en werknemer voor psychosociale risico’s en het mentaal welbevinden van alle medewerkers. ▪ Een sectorale quickscan uitvoeren en een sectorale toolkit ter ondersteuning voor gerichte acties + evt. adaptie/bijwerking ervan op basis van feedback door gebruikers. ▪ Goede praktijken en getuigenissen zullen worden gedeeld, de mogelijkheid voor een lerend netwerk wordt bekeken ifv de interesse vanuit de bedrijven |
Actie 2: Herneming sectorale werkbaarheidsmonitor in 2025 Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☐ nieuwe actie ☐ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: In het kader van het Vlaams actieplan Werkbaar Werk worden door de Stichting Innovatie en Arbeid van SERV werden in 2021 enkele pilootprojecten ikv een sectorale werkbaarheidsmonitor uitgevoerd. Eén van deze pilootprojecten werd uitgevoerd in de hout- en meubelsector, een ander pilootproject werd gedaan bij de bedienden uit de logistieke sector. In samenwerking met StIA – SERV wordt in het voorjaar van 2025 een nieuwe sectorale werkbaarheidsmonitor gepland, die opnieuw uitgestuurd zal worden naar 3.000 werknemers uit de hout- en meubelsector. Deze actie kadert in de sectorwerking waarbij Woodwize extra aandacht schenkt aan werkbaar werk (sectorale afspraken). |
Betrokken partners: Woodwize, bedrijven en medewerkers uit de sector Stoffering & Houtbewerking PC126, Fonds voor Bestaanszekerheid PC126, sectorale sociale partners, StIA van SERV. | |
Inspanningsverbintenis(-sen): Werkbaarheidsbevraging uitvoeren ism SERV-StIA in 2025. |
Actie 3: Bedrijven ondersteunen om zich anders te organiseren in functie van wendbaarheid en werkbaarheid en de nieuwe werkorganisatie ikv Industrie 4.0 Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☐ nieuwe actie ☒ intersectorale samenwerking | Omschrijving: In samenwerking met andere (industriële) sectoren en met Workitects voorzien wij een ondersteuningsaanbod inzake innovatieve arbeidsorganisatie. Momenteel krijgt de dienstverlening inzake anders organiseren intersectoraal vorm via de projecten WIDE (WSE Europa) en Opleidingen van de toekomst – Grote industriële ontwikkelingen (WSE Europa). |
Betrokken partners: Workitects, Alimento, Cobot, Woodwize, Co-valent, industriële bedrijven ... |
☐ lokale samenwerking | Inspanningsverbintenis(-sen): ▪ Samen met enkele andere industriële sectoren 0,1 VTE inzetten voor de coördinatie van gezamenlijke acties. ▪ Extra middelen inzetten en aantrekken voor de ondersteuning van het innoveren van de arbeidsorganisatie en het ondersteuningsaanbod promoten |
PRIORITEIT 2: Inzetten op intersectorale campagne “werkbaarwerkwint”
Actie 1: Evaluatie, feedback en acties op basis van campagne werkbaarwerkwint 2023 Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☒ nieuwe actie ☒ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: In de verlenging van 2023 ondernamen 30 sectoren samen een campagne rond werkbaar werk als preventie van langdurige ziekte, waarin werd ingezet op contacten met ondernemingen en hen op weg zetten met een activerend aanbod. Tijdens en volgend op deze campagne willen we de noden van ondernemingen bevragen om zo in beeld te krijgen welke vervolgacties nodig zijn. We peilen ook specifiek naar noden van bedrijven voor langdurigere trajecten, waarin een consulent rond het thema verschillende contactmomenten voorziet en gesprekken rond de volgende stappen aangaande werkbaar werk. Indien dit een nood blijkt te zijn, zetten we zo enkele (intersectorale) experimenten op. |
Betrokken partners: WOODWIZE, Ondernemingen, sectoren. | |
Inspanningsverbintenis(-sen): De sector ondersteunt de verspreiding van de peiling via de eigen kanalen (zie ook andere acties) en verwerkt samen de resultaten tot vervolgacties. |
Actie 2: Hernemen intersectorale campagne werkbaarwerkwint Duid aan (indien van toepassing): Dit is een ☐ nieuwe actie ☒ intersectorale samenwerking ☐ lokale samenwerking | Omschrijving: Indien de evaluatie van de campagne positief is, willen we de campagne hernemen gedurende de looptijd van het convenant. Hierin zal expliciet ruimte zijn voor: - De bekendmaking en verspreiding van de nieuwe meting van de werkbaarheidsmonitor van Stichting Innovatie en Arbeid. - Opleidingsnoden die intersectoraal ingericht kunnen worden, zullen samen georganiseerd worden. |
Betrokken partners: Opleidingspartners, Stichting Innovatie en Arbeid, VDAB, DWSE, andere intermediaire partners. |
Inspanningsverbintenis(-sen): De sector organiseert mee de intersectorale campagne WW. |
Thema 5: Diversiteit en inclusie
☒ De sector stelt een addendum ‘diversiteit en inclusie’ op en werkt dit thema verder uit in het addendum diversiteit en inclusie bij het sectorconvenant 2023-2025.
☐ De sector stelt geen addendum ‘diversiteit en inclusie’ op en werkt dit thema verder uit in het
sectorconvenant 2023-2025 met volgende prioriteiten en acties:
Artikel 5. Sectorconsulenten
De sector verbindt er zich toe de subsidie uitsluitend aan te wenden ter uitvoering van deze acties. Hiertoe worden effectief 4 VTE- sectorconsulenten ingezet. Zij zijn tewerkgesteld in een paritair beheerde organisatie en werken onder paritair toezicht.
De sectorconsulenten zijn belast met het geheel van coördinerende, rapporterende en ondersteunende taken ter uitvoering van het sectorconvenant.
De loon- en werkingskosten van deze sectorconsulenten komen in aanmerking als subsidiabele kosten voor zover zij betrekking hebben op de uitvoering van deze sectorspecifieke acties en voor zover ze uitgevoerd worden binnen de looptijd van het sectorconvenant. Bij ziekte of ongeval van de sectorconsulent komt de periode van arbeidsongeschiktheid die door het gewaarborgd loon wordt vergoed in aanmerking voor de subsidie. De subsidie wordt in mindering gebracht wanneer de werkgever de afwezige sectorconsulent niet vervangt na afloop van de periode die is gedekt door het gewaarborgde loon. Periodes van tijdskrediet, loopbaanonderbreking of moederschapsverlof komen niet in aanmerking voor financiering, tenzij wordt aangetoond dat de functie van de sectorconsulent(e) tijdelijk tijdens zijn of haar afwezigheid door een vervang(st)er afdoende wordt uitgeoefend.
De maximale subsidie wordt toegekend voor de inzet van 4 VTE op jaarbasis. Indien de sectorconsulent tijdens zijn of haar afwezigheid niet afdoende vervangen wordt voor het continueren van de inspanningen in het kader van het sectorconvenant, vermindert de maximale werkingssubsidie. De werkingssubsidie wordt dan berekend per consulent per dag van de looptijd. Dit bedrag wordt vermenigvuldigd met het aantal dagen waarop geen/te weinig consulenten tewerk gesteld waren en in mindering gebracht.
De sector zal de naam van de sectorconsulenten aan het departement Werk en Sociale Economie bezorgen en wijzigingen melden. De sector bezorgt de naam van de sectorconsulent, het INSZ- nummer en de DmfA-gegevens.
Artikel 6. Evaluatie
Ter verantwoording en ter evaluatie van deze overeenkomst bezorgt de sector ten laatste op 30 september 2024 een voortgangsrapport en ten laatste op 30 september 2025 een eindrapport aan het departement Werk en Sociale Economie. Het voortgangs- en eindrapport omvatten:
- de rapportering over de verschillende initiatieven ter realisering van het sectorconvenant;
- de toetsing van de realisaties aan de resultaatsverbintenissen en de doelstellingen vermeld in het sectorconvenant;
- de financiële verantwoording van de aanwending van de ontvangen subsidiebedragen (enkel voor het eindrapport).
Het departement Werk en Sociale Economie voorziet richtlijnen voor de inhoudelijke en financiële rapportage. Bij de opvolgingsmomenten en evaluaties wordt nagegaan of de aangegane verbintenissen ook effectief zijn bereikt.
Artikel 7. Beëindiging
Het sectorconvenant wordt afgesloten voor een periode van 2 jaar. Het sectorconvenant kan niet stilzwijgend worden verlengd.
Het sectorconvenant eindigt hetzij bij het verstrijken van de looptijd, hetzij bij onderlinge overeenkomst tussen de partijen, hetzij door opzegging. De partijen kunnen op elk moment het sectorconvenant opzeggen, mits ze een opzegtermijn van 6 maanden in acht nemen. De kennisgeving van de opzegging gebeurt per aangetekende brief. De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de eerste werkdag na de kennisgeving. Het sectorconvenant kan door de Vlaamse Regering worden beëindigd zonder inachtname van een opzegtermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding als het algemeen belang dat in buitengewone omstandigheden vereist. Als bij de evaluatie door het departement Werk en Sociale Economie wordt vastgesteld dat de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties op ernstige wijze tekortschieten in de verwezenlijking van de beoogde doelstellingen, kan de Vlaamse Regering het sectorconvenant eenzijdig beëindigen zonder opzegtermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding.
Artikel 8. Wijzigbaarheid
De Vlaamse Regering bepaalt na voorafgaand overleg met de sociale partners in het Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité de wijze waarop bijsturingen of wijzigingen van het actieplan of van de verbintenissen in het sectorconvenant tijdens de looptijd worden doorgevoerd.
Artikel 9. Controle en toezicht
De sociaalrechtelijke inspecteurs van de administratie zijn belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van het decreet op de sectorconvenants en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan in het geval van een vastgestelde inbreuk het sectorconvenant opschorten.
Opgemaakt in drie originele exemplaren waarvan elke partij een exemplaar ontvangt. Namens de Vlaamse Regering,
Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand,
Xxx XXXXX
Vlaams minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale Economie en Landbouw,
Xx XXXXXX
Namens de sociale partners van de Houtsectoren (PC 126, PsC 125.01, PC 125.02 en PC 125.03), met als vertegenwoordigers voor de werkgevers:
De xxxx Xxxxx XX XXXXXX, Adjunct directeur-generaal Xxxxxxxxx xxx
De xxxx Xxxxxxxx XX XXXXXXXX, Algemeen secretaris Belgische Houtconfederatie vzw
De heer Xxxx-Xxxxxx XXXXXXXX, Gedelegeerd bestuurder Houtunie vzw
en met als vertegenwoordigers voor de werknemers:
Xxxxxxx Xxxxxx XXXXXX, Secretaris ACV bouw - industrie & energie
De xxxx Xxxxxx XX XXXXXXXX, Xxxxxxxx secretaris ABVV - AC
De xxxx Xxxxx XXXXXXXX, Nationaal sectoraal verantwoordelijke ACLVB