Specifieke Verzekeringsvoorwaarden Personenauto en Motor (SVPEMO-2019)
Specifieke Verzekeringsvoorwaarden Personenauto en Motor (SVPEMO-2019)
De Algemene Verzekeringsvoorwaarden ABN AMRO BedrijfsPolis en de Specifieke Verzekeringsvoorwaarden vormen één geheel.
Indien er sprake is van strijdigheid tussen deze voorwaarden gaan de Specifieke Verzekeringsvoorwaarden voor.
Inhoudsopgave Artikel
1 Specifieke begripsomschrijvingen
2 Omvang van de dekking
3 Specifieke schadebepalingen
4 Specifieke bepalingen
Artikel 1
1.1 Verzekerden
- de verzekeringnemer;
- de eigenaar, de houder, de bestuurder en de gemachtigde gebruiker van het motorrijtuig;
- degene die met het motorrijtuig wordt vervoerd;
- de werkgever van bovenvermelde verzekerden, voor zover die wettelijk aansprakelijk is.
1.2 Cataloguswaarde
De waarde (inclusief btw, BPM, afleveringskosten en verwijderingsbijdrage) van een nieuw motorrijtuig van hetzelfde merk, type en in de uitvoering en uitrusting waarmee nieuwe motorrijtuigen van hetzelfde merk en type zoals blijkt uit de prijslijst van fabrikant, importeur of dealer, zonder extra voorzieningen werden geleverd in Nederland op het tijdstip waarop het motorrijtuig voor het eerst tot het verkeer werd toegelaten.
1.3 Aanhangwagen
Met een aanhangwagen wordt ook bedoeld een oplegger, caravan, zijspan of voorwerp dat volgens artikel 1 van de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (W.A.M.) wordt gelijkgesteld met een aanhangwagen.
1.4 Personenauto
Een motorrijtuig dat op het daarvoor afgegeven geldende gele kentekenbewijs een personenauto wordt genoemd.
1.5 Motorrijwiel
Een motorrijtuig dat op het daarvoor afgegeven geldende kentekenbewijs een motorrijwiel wordt genoemd.
1.6 Verzekeringsgebied
De landen waarvoor het door verzekeraar afgegeven internationaal motorrijtuigverzekeringsbewijs (groene kaart) geldig is tenzij is overeengekomen en op de polis is vermeld dat de dekking uitsluitend geldt voor Nederland.
Artikel 2 Omvang van de dekking
10 - 5554 - 05 X
2.1 Wettelijke aansprakelijkheid
De verzekering voldoet aan de bepalingen van W.A.M. Verzekerd is:
2.1.1 Aansprakelijkheid
De verzekering dekt de aansprakelijkheid van de verzekerden ontstaan binnen het verzekeringsgebied tot maximaal de in het verzekeringsbewijs vermelde bedragen per gebeurtenis voor alle verzekerden samen voor schade aan personen en zaken, met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade, veroorzaakt met of door het motorrijtuig.
2.1.2 Aanhangwagen
Verder is meeverzekerd de aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt met of door:
- een aanhangwagen, welke aan het verzekerde motorrijtuig is gekoppeld of daarvan is losgemaakt of losgeraakt en nog niet veilig buiten het verkeer tot stilstand is gekomen;
- een ander motorrijtuig dat bij wijze van vriendendienst met het verzekerde motorrijtuig wordt gesleept;
- zaken die zich bevinden in, op, dan wel – anders dan bij het laden of lossen – vallen of gevallen zijn uit of van het verzekerde motorrijtuig.
Bovenstaande geldt niet voor schade die ook op een andere verzekering is gedekt. Of als een andere verzekering uw aansprakelijkheid zou dekken, als u niet bij ons bent verzekerd. Schade aan de betreffende aanhangwagen, caravan of een ander voorwerp/zaak is niet gedekt.
2.1.3 Schade aan andere aan de verzekeringnemer toebehorende motorrijtuigen
De verzekering dekt schade die door het verzekerde motorrijtuig is
toegebracht aan andere aan de verzekeringnemer toebehorende motorrijtuigen, tenzij de schade is toegebracht binnen de gebouwen en terreinen die de verzekeringnemer voor zijn bedrijf in gebruik heeft.
2.2 Aanvullingen
2.2.1 Dekking boven het verzekerde bedrag
Indien de gebeurtenis plaatsvindt in een tot het verzekeringsgebied behorend land, dat volgens een met de W.A.M. overeenkomende wet een hoger maximum bedrag voor die gebeurtenis heeft voorgeschreven, dan geldt dit hogere bedrag.
2.2.2 Zekerheidstelling
Als een overheid wegens een onder deze verzekering gedekte schade het stellen van een geldelijke zekerheid verlangt voor invrijheidstelling van een verzekerde of voor de opheffing van op een motorrijtuig gelegd beslag, zal verzekeraar deze zekerheid stellen tot € 50.000,–.
De verzekerden zijn verplicht de verzekeraar te machtigen over de als zekerheid gestelde som te beschikken, zodra deze wordt vrijgegeven en eveneens alle medewerking te verlenen om terugbetaling te verkrijgen.
2.2.3 Proceskosten en wettelijke rente
Voor zover niet uit anderen hoofde een recht op vergoeding bestaat, worden boven het verzekerde bedrag vergoed:
- de noodzakelijke kosten van verweer tegen aanspraken;
- de kosten van met goedvinden of op verlangen van verzekeraar gevoerde processen en in zijn opdracht verleende rechtsbijstand;
- de wettelijke rente over het door de verzekering gedekte gedeelte van de hoofdsom.
2.2.4 Vervoer van gewonden
Schade aan de bekleding van het motorrijtuig als gevolg van het (kosteloos) vervoer van gewonde personen is meeverzekerd.
2.3 Casco
Verzekerd is:
2.3.1 Beperkt casco
Indien in het verzekeringsbewijs is vermeld dat beperkt casco is verzekerd, dekt de verzekering eveneens schade aan of het verlies van het motorrijtuig ontstaan binnen het verzekeringsgebied door: a brand, ontploffing, kortsluiting, ook als dit een gevolg is van een
eigen gebrek;
b storm (windkracht 7 of meer), waardoor het geparkeerde motorrijtuig omwaait of voorwerpen op of tegen het motorrijtuig terechtkomen;
c blikseminslag, hagelstenen, lawines, vallend gesteente, overstroming, vloedgolf, onderwaterzetting, oeverafschuiving, dijkval, aardbeving, aardverschuiving en vulkanische uitbarsting;
d het rechtstreekse gevolg van een botsing met dieren;
e plotseling optredende milieuverontreiniging;
f relletjes;
g beschadiging of verlies tijdens vervoer van het motorrijtuig per schip, auto, trein of vliegtuig. Dit met uitzondering van schade door takelen of slepen en van schade als krassen, schrammen of lakschade;
h een vallend luchtvaartuig of delen daarvan, of daaruit vallende voorwerpen;
i (poging tot) inbraak, (poging tot) diefstal en (poging tot) joyriding, oplichting en verduistering door een ander dan verzekeringnemer;
j breuk en beschadiging van ruiten, waaronder begrepen zonnedaken, evenals schade door scherven, voor zover niet ontstaan als rechtstreeks gevolg van botsen, omslaan, omvallen, slippen, van de weg of te water geraken.
2.3.2 Compleet casco
Indien in het verzekeringsbewijs is vermeld dat compleet casco is verzekerd dekt de verzekering – naast de gebeurtenissen als genoemd onder artikel 2.3.1 – eveneens de schade aan of het verlies van het motorrijtuig ontstaan binnen het verzekeringsgebied door:
a alle plotseling van buiten komende onheilen, waaronder botsen, omslaan, omvallen, slippen, van de weg of te water geraken, ook als dit een gevolg is van een eigen gebrek van het motorrijtuig;
b kwaadwillige beschadiging door derden.
2.3.3 Aanvullingen
Zonodig boven het verzekerde bedrag dekt de verzekering ten gevolge van een onder artikel 2.3.1 en 2.3.2 gedekte gebeurtenis:
2.3.3.1 Extra voorzieningen en accessoires
De ‘af fabriek’ bijgeleverde opties, onderdelen en voorwerpen zijn verzekerd tegen dezelfde gebeurtenissen en in hetzelfde dekkingsgebied als waartegen u uw auto hebt verzekerd.
Zijn er extra voorzieningen en accessoires van uw auto welke niet door de fabriek zijn ingebouwd, maar later aangebracht en niet in de cataloguswaarde opgenomen? Dan geldt:
- bij een compleet casco dekking, dat de extra accessoires zijn gedekt tot ten hoogste 10% van de oorspronkelijke cataloguswaarde met een maximum van € 2.500,- per gebeurtenis;
- bij een beperkt casco dekking dat de extra voorzieningen zijn gedekt voor zover de verzekerde waarde van het motorrijtuig toereikend is.
Voor bovenstaande geldt verder dat:
- beeld- en telecommunicatieapparatuur evenals navigatieapparatuur alleen volledig is verzekerd als deze volledig in het dashboard van het motorrijtuig zijn geïntegreerd;
- schade aan of verlies van mobiele telefoons, smartphones, tablets ed en radardetectie-apparatuur nooit is verzekerd.
2.3.3.2 Motorkleding en helm
Schade aan de op het motorrijwiel gedragen motorkleding inclusief de helm tot een maximum van € 300,- per gebeurtenis per persoon als gevolg van een oorzaak als vermeld onder artikel 2.3.1.a t/m h. Indien compleet casco is verzekerd geldt dit eveneens voor oorzaken als vermeld onder artikel 2.3.2.
2.3.3.3 Kosten van bewaking en vervoer
De noodzakelijke kosten van berging, opruiming, bewaking, vervoer en voorlopige stalling van het beschadigde motorrijtuig.
2.3.3.4 Verschuldigde (invoer)rechten
De verschuldigde (invoer)rechten als het motorrijtuig buiten Nederland moet blijven.
2.3.3.5 Xxxxxx Xxxxxx
De van de verzekerde gevorderde bijdrage in de Averij Grosse.
2.4 Eigen risico
Tenzij anders is overeengekomen en op de polis is vermeld, geldt bij iedere vergoeding van een onder artikel 2.3.1 en 2.3.2 gedekte schade aan personenauto’s een eigen risico van € 136,- per gebeurtenis.
2.4.1 Eigen risico bij ruitschade - herstel door een door verzekeraar aangewezen ruitschadeservice- of schadeherstelbedrijf
Bij vervanging van een ruit is het eigen risico € 75,-, mits gebruik
wordt gemaakt van een door verzekeraar aangewezen ruitschadeservice- of schadeherstelbedrijf.
Bij herstel van een ruitbeschadiging door middel van een harsinjectie geldt geen eigen risico, mits gebruik wordt gemaakt van een door verzekeraar aangewezen ruitschadeservice- of schadeherstelbedrijf.
2.4.2 Vermindering eigen risico met € 136,-
Het van toepassing zijnde eigen risico wordt verminderd met
€ 136,- voor een onder artikel 2.3.1 en 2.3.2 gedekte schade met uitzondering van artikel 2.3.1.j indien de personenauto wordt hersteld door een door verzekeraar aangewezen schadeherstelbedrijf.
2.5 ABN AMRO Hulpdienst
2.5.1 Hulpverlening binnenland
De hulpverlening binnen Nederland omvat:
2.5.1.1 Hulpverlening na een ongeval
Recht op deze diensten bestaat uitsluitend indien onmiddellijk na het ongeval de hulp wordt ingeroepen van de ABN AMRO Hulpdienst.
Als door een ongeval, brand, diefstal of ander van buiten komend onheil het motorrijtuig en/of aanhangwagen niet meer kan rijden of geen van de passagiers door het ongeval in staat of bevoegd is het motorrijtuig te besturen, heeft de verzekerde recht op hulp en vergoeding van:
- de kosten van berging en vervoer van het beschadigde motorrijtuig en/of de aanhangwagen naar een door de verzekerde te bepalen adres in Nederland;
- de kosten van vervoer van de bestuurder en de passagiers met hun bagage, per taxi naar één adres in Nederland.
2.5.2 Hulpverlening buitenland
Indien op de polis staat vermeld dat er ook dekking buiten Nederland geldt, omvat de hulpverlening buiten Nederland, doch binnen het verzekeringsgebied:
2.5.2.1 Hulpverlening na een ongeval
Recht op deze diensten bestaat uitsluitend indien onmiddellijk na het ongeval de hulp wordt ingeroepen van de ABN AMRO Hulpdienst.
Als door een ongeval, brand, diefstal of ander van buiten komend onheil het motorrijtuig en/of aanhangwagen niet meer kan rijden of geen van de passagiers door het ongeval in staat of bevoegd is het motorrijtuig te besturen, heeft de verzekerde recht op hulp en vergoeding van:
- de kosten van het vervoer van het beschadigde motorrijtuig en/of aanhangwagen naar één door de verzekerde te bepalen adres in Nederland. Dit geldt als het langer dan vier dagen duurt voordat het motorrijtuig of de aanhangwagen door middel van een noodreparatie zodanig gerepareerd kan worden dat de (terug)reis op technisch verantwoorde wijze kan plaatsvinden of dit vervoer economisch niet verantwoord is. In dat geval heeft de verzekerde recht op vergoeding van de betaalde kosten voor de invoering of vernietiging en vervoer van bagage naar één adres in Nederland;
- de kosten voor bewaken, slepen, bergen en stallen;
- de kosten van het vervoer van de bestuurder en passagiers naar een adres naar keuze in Nederland op basis van treinkosten tweede klas vermeerderd met de kosten van het vervoer per taxi naar en vanaf het dichtstbijzijnde spoorwegstation.
2.5.2.2 Hulpverlening bij pech bij compleet casco
Het recht op hulp ontstaat indien het motorrijtuig ten gevolge van een mechanisch gebrek niet meer kan rijden.
De hulpverlening omvat:
- de vergoeding van de kosten als hiervoor genoemd onder artikel 2.5.2.1;
- de vergoeding van de noodzakelijke kosten van hulp en noodreparatie langs de weg na het tot stilstand komen als gevolg van een mechanisch gebrek tot een maximum van € 125,- per gebeurtenis. De kosten van onderdelen en reparatie komen niet voor vergoeding in aanmerking. Evenmin worden de kosten vergoed indien de reparatie plaatsvindt bij een garage;
- het namens verzekerde bestellen en toezenden van onderdelen die noodzakelijk zijn om het motorrijtuig rijklaar te maken, indien deze onderdelen ter plaatse niet of niet op korte termijn verkrijgbaar zijn.
De kosten van de onderdelen komen voor rekening van verzekerde. Alle in verband met de hulpverlening door verzekeraar voorgeschoten kosten, die niet op de onderhavige verzekering zijn gedekt, zijn voor rekening van de verzekerde.
Bij bedragen boven de € 750,- kan een betaling vooraf worden verlangd. Bij samenloop van hulpverleningsrechten zal de ABN AMRO Hulpdienst niet verwijzen naar andere hulpinstanties. Verzekeraar behoudt zich het recht voor eventueel te verhalen bij andere verzekeraars.
2.6 Ongevallen inzittendenverzekering voor personenauto’s
Uitsluitend voor personenauto’s is per zitplaats meeverzekerd:
- bij overlijden € 5.000,-;
- bij blijvende invaliditeit maximaal € 10.000,-.
Dit geldt voor maximaal vier zitplaatsen waaronder de bestuurder. Van kracht zijn de voorwaarden van de ABN AMRO Ongevallen Inzittendenverzekering.
2.7 Uitsluitingen
Uitgesloten is:
2.7.1 Vervallen
2.7.2 Vervallen
2.7.3 Vervallen
2.7.4 Ontbreken rijbevoegdheid
Schade ontstaan terwijl de feitelijke bestuurder:
- niet in het bezit is van een geldig voor het besturen van het motorrijtuig wettelijk voorgeschreven rijbewijs;
- de rijbevoegdheid bij rechterlijk vonnis is ontzegd of niet voldoet aan andere door of op grond van de wet gestelde bepalingen met betrekking tot de bevoegdheid tot het besturen van het verzekerde motorrijtuig.
2.7.5 Alcohol e.d.
Schade aan het motorrijtuig wanneer de bestuurder van het motorrijtuig ten tijde van de gebeurtenis onder zodanige invloed van alcoholhoudende drank en/of enig ander bedwelmend of opwekkend middel verkeerde, dat hem/haar het besturen van het motorrijtuig bij wet of overheid niet zou zijn toegestaan.
2.7.6 Ander gebruik
Tenzij anders overeengekomen en als zodanig op de polis vermeld, schade ontstaan terwijl het motorrijtuig was verhuurd, werd gebruikt voor vervoer van personen tegen betaling of voor andere doeleinden dan aan de verzekeraar is opgegeven. Onder vervoer van personen wordt in dit verband niet verstaan het “poolrijden” tegen betaling in het woon-werkverkeer, het vervoer van en naar sportevenementen en dergelijke.
2.7.7 Beroepsmatig vervoeren van gevaarlijke stoffen
Het gebruik van het motorrijtuig voor beroepsmatig vervoer van gevaarlijke- of milieuverontreinigende stoffen, waarvoor een wettelijke vergunning is vereist.
2.7.8 Snelheids- of behendigheidsritten
Schade die ontstaat tijdens het deelnemen aan snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsritten en -wedstrijden, betalen wij niet. Uitzondering hierop zijn de zogeheten toertochten en puzzelritten die:
- geheel binnen Nederland plaatsvinden;
- niet langer dan 24 uur duren;
- waarbij het snelheidselement geen onderdeel is.
2.7.9 Niet gemachtigde bestuurder of inzittende
De aansprakelijkheid van personen die zich zonder toestemming van verzekeringnemer of de door hem gemachtigde bestuurder in of op het motorrijtuig bevinden.
2.7.10 Zaken onder opzicht
De aansprakelijkheid voor schade aan de met het motorrijtuig vervoerde zaken, met uitzondering van zaken behorende tot de particuliere huishouding van de passagiers.
2.7.11 Schade aan bestuurder
De aansprakelijkheid voor lichamelijk of geestelijk letsel toegebracht aan de bestuurder van het motorrijtuig.
2.7.12 Ontbreken van beveiligingsinstallatie
Bij (poging tot) inbraak, (poging tot) diefstal of (poging tot) joyriding met het motorrijtuig. Dit als het voertuig niet voorzien is van een door verzekeraar goedgekeurde en op het moment van de gebeurtenis juist functionerende en in werking zijnde beveiligingsinstallatie.
Onder beveiligingsinstallatie wordt voor personenauto minimaal een startonderbreker met twee automatische onderbrekingen en voor een motor een blokkering op het motormanagement verstaan, of een alarmsysteem conform de op de polis opgenomen clausule met betrekking tot beveiliging.
De uitsluitingen volgens artikel 2.7.4 t/m 2.7.8 en artikel 4.4 van de Algemene Verzekeringsvoorwaarden gelden niet voor de verzekeringnemer, als hij aantoont dat deze omstandigheden zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem ten aanzien daarvan redelijkerwijs niets valt te verwijten. Indien verzekeringnemer een bedrijf of instelling is, kan verzekeringnemer zich er niet op beroepen dat een uitsluiting niet bekend was bij een door hem gemachtigde bestuurder van het motorrijtuig.
Artikel 3 Specifieke schadebepalingen
3.1 Regeling van de schade
De omvang van de schade wordt vastgesteld in onderling overleg tussen verzekeraar en verzekeringnemer of door een door de verzekeraar te benoemen deskundige.
Verzekeraar belast zich met de regeling en de vaststelling van de schade. Hij heeft het recht benadeelden of op andere wijze rechthebbende personen of instanties rechtstreeks schadeloos te stellen en met hen schikkingen te treffen. De ter zake genomen beslissingen van de verzekeraar zijn bindend voor de verzekeringnemer.
Indien er sprake is van totale vernietiging of verlies van het motorrijtuig in de zin van de polisvoorwaarden artikel 3.2.2 zal de verzekeraar niet eerder tot schadevergoeding overgaan, dan nadat (de eigendom van) het verzekerde motorrijtuig of het restant daarvan inclusief de eventueel door de verzekeraar te vergoeden extra voorzieningen aan de verzekeraar of een door haar aan te wijzen derde is overgedragen. De verzekeringnemer is verplicht alle delen van het bij het verzekerde motorrijtuig behorende kentekenbewijs en de sleutels, indien door de verzekeraar verzocht, aan haar of een door haar aan te wijzen derde te overhandigen. Als op grond van de W.A.M., een daarmee overeenkomende buitenlandse wet of een overeenkomst een schade is vergoed, heeft verzekeraar het recht, het bedrag van de uitgekeerde schade en de kosten te verhalen op de verzekerden wanneer er geen sprake is van een onder deze verzekering gedekte gebeurtenis. Een schaderegelingakkoord tussen verzekeraars is niet van invloed op genoemde verhaalsrechten.
3.2 Vergoeding van de cascoschade
3.2.1 Bij beschadiging
3.2.1.1 Bij schade aan het motorrijtuig worden de reparatiekosten vergoed. Indien de reparatiekosten meer bedragen dan het verschil tussen de waarde onmiddellijk voor de gebeurtenis en de restantwaarde, dan wordt dit verschil vergoed.
3.2.1.2 Tijdens de reparatie stelt het aangesloten autoherstelbedrijf een vervangend voertuig ter beschikking.
Is er sprake van technisch- of economisch total loss en is de auto bij een aangesloten reparateur gebracht? Dan heeft de verzekeringnemer aansluitend op de schadedatum recht op vijf dagen vervangend vervoer beschikbaar gesteld door de betreffende reparateur.
3.2.2 Bij totaal verlies
3.2.2.1 Bij totaal verlies, waaronder ook wordt verstaan diefstal, verduistering of oplichting, wordt vergoed de waarde onmiddellijk voor de gebeurtenis verminderd met de eventuele restantwaarde. Bij een leaseauto (op basis van financial of operational lease) wordt vergoeding gebaseerd op de boekwaarde van de leasemaatschappij, verminderd met de eventuele restantwaarde.
3.2.2.2 Als sprake is van diefstal, verduistering of oplichting wordt bij vervangend vervoer na een termijn van 20 dagen uitgekeerd. Als er sprake is van daggeldvergoeding wordt na een termijn van 30 dagen uitgekeerd. In beide gevallen geldt dat de eigendomsrechten op het motorrijtuig aan verzekeraar zijn overgedragen.
3.2.2.3 Wordt het motorrijtuig teruggevonden binnen 20 dagen bij vervangend vervoer of 30 dagen bij dagvergoeding? Dan vergoedt verzekeraar de schade die tijdens de vermissing aan het motorrijtuig is veroorzaakt.
3.2.2.4 Als sprake is van diefstal, verduistering of oplichting regelt de verzekeraar maximaal 20 dagen vervangend vervoer. Of wordt door de verzekeraar voor maximaal 30 dagen een bedrag van € 25,- per dag vergoed. De uitkering vindt ineens plaats. Beide opties gaan in vanaf de schadedatum.
3.2.3 Nieuwwaarde- en afschrijvingsregeling
3.2.3.1 Voor personenauto’s die compleet casco zijn verzekerd en die voldoen aan elk van de hierna volgende bepalingen:
- op het moment van de schade niet ouder dan 36 maanden;
- geen taxi, verhuur-, les-, kampeer-, ambulance-auto of busje voor personenvervoer;
- geen leaseauto (op basis van financial of operational lease); geldt in aansluiting op en in afwijking van het bepaalde in artikel
3.2.1 en 3.2.2 het volgende:
als de schade ontstaat binnen 12 maanden na de datum van afgifte van het Nederlandse kentekenbewijs ter zake van een nieuwe personenauto wordt de nieuwwaarde als waarde onmiddellijk voor de gebeurtenis aangenomen.
3.2.3.2 Onder nieuwwaarde wordt verstaan de op het tijdstip van de gebeurtenis geldende cataloguswaarde. Als de schade ontstaat binnen de volgende 24 maanden wordt de nieuwwaarde verminderd met 1,5% per maand over de eerste € 10.000,- en met 2% per maand over het meerdere voor elke geheel of gedeeltelijk verstreken maand dat de personenauto ouder is dan 12 maanden.
3.2.3.3 Bedragen de reparatiekosten meer dan 2/3 van de hierboven berekende waarde onmiddellijk voor de gebeurtenis? Dan heeft de verzekeringnemer recht op vergoeding van deze waarde verminderd met de waarde van de restanten. Ook als het verzekerde bedrag wordt overschreden.
Bedragen de reparatiekosten minder dan 2/3 van de hierboven berekende waarde onmiddellijk voor de gebeurtenis? Xxx heeft de verzekeringnemer recht op vergoeding van de reparatiekosten.
3.2.4 Waardebepaling extra voorzieningen en accessoires Voor extra voorzieningen en accessoires die door verzekerde in nieuwe en ongebruikte toestand zijn aangekocht en waarvan de originele aankoopnota kan worden overhandigd, zal als waarde de aankoopprijs gelden. Op de aankoopprijs zal een vaste aftrek van 1,5% per maand in mindering worden gebracht per verstreken maand of gedeelte daarvan tussen de aankoopdatum en de schadedatum tot een maximum van 36 maanden na aankoop.
Na deze termijn zal als waarde onmiddellijk voor de gebeurtenis de dagwaarde gelden. Indien de ouderdom niet kan worden aangetoond door overlegging van de aankoopnota zal voor het bepalen van de dagwaarde worden uitgegaan van een maximale nieuwwaarde van € 100,- per component, stel of installatie. De maximale vergoeding van een handsfreeset is totaal
€ 100,- inclusief btw.
Indien het motorrijtuig niet is voorzien van een in werking zijnde beveiligingsinstallatie van minimaal VbV/SCM alarmsysteem met hellingshoekdetectie of SCM klasse 3 bedraagt de maximale vergoeding voor achteraf ingebouwde of vrij uitneembare navigatieapparatuur, beeld-,telecommunicatie- en geluidsapparatuur € 750,- inclusief btw.
3.3 Afstand van verhaalsrecht bij cascoschade
Verzekeraar zal een uitgekeerde schade aan het motorrijtuig niet verhalen op de gemachtigde bestuurder, de gemachtigde passagier en hun werkgever, behalve indien voor deze personen een uitsluiting van toepassing is volgens artikel 2.7.4 t/m 2.7.8.
3.4 Stichting Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit (VBV) Bij constatering van vermissing van een tegen diefstal verzekerd motorrijtuig dient de verzekerde de verzekeraar direct van dit feit op de hoogte te stellen. Verzekeringnemer verklaart zich akkoord met het aanmelden door de verzekeraar van de motorrijtuiggegevens aan de Stichting Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit (VBV) zodat door de overheid erkende particuliere organisaties door de verzekeraar ingeschakeld kunnen worden voor het terugvinden van het verzekerde motorrijtuig.
Artikel 4 Specifieke bepalingen
4.1 Vervangend motorrijtuig
Zolang het motorrijtuig in verband met reparatie, revisie of onderhoud tijdelijk wordt vervangen, geldt de verzekering – voor dezelfde risico’s als voor het verzekerde motorrijtuig – eveneens voor een niet in eigendom van verzekerde zijnde vervangend gelijksoortig motorrijtuig met een Nederlands kenteken, mits het vervangende motorrijtuig niet door een andere verzekering, al dan niet van oudere datum, is gedekt of daarop verzekerd zou zijn, indien de onderhavige verzekering niet zou hebben bestaan. In geval van totaal verlies van het motorrijtuig geldt deze dekking tot maximaal 30 dagen na de gebeurtenis.
4.2 Kilometrage
Indien het opgegeven aantal kilometers per jaar wordt overschreden is verzekeringnemer verplicht dit direct te melden aan verzekeraar. Hij is verplicht het bedrag van de voor de lopende contractstermijn hiervoor genoten korting en de korting voor de eventueel hieraan verbonden extra inschalingstreden alsnog te betalen.
4.3 Regio
Indien dit overeengekomen is, is een korting/toeslag gegeven in verband met de regio. Ook kan de regio van invloed zijn op de inschalingstrede voor de bonus/malusregeling. Dit wordt bepaald door de cijfers van de postcode van het woonadres van de regelmatige bestuurder. Verzekeringnemer moet een postcodewijziging van de regelmatige bestuurder zonder uitstel melden aan verzekeraar.
4.4 Bonus-/malusregeling
De hoogte van de te betalen premie is afhankelijk van de trede in de bonus-/malusregeling. Bij aanvang van de verzekering wordt de bonus-/malustrede en de daaraan gekoppelde bonus-/malus-korting bepaald. Bij voortzetting van de verzekering voor een nieuwe termijn van 12 maanden wordt per hoofdvervaldatum de voor die verzekering geldende trede – en in verband hiermee het kortingspercentage – als volgt gewijzigd:
bm-trede te betalen
% v.d. premie
kortings
% op de premie
bm-trede na verzekeringsjaar
met 0, 1, 2 of 3 schade(n)
- bij vervoer van gewonden volgens artikel 2.2.4;
- op basis van beperkt casco volgens artikel 2.3.1;
- aanvullingen volgens artikel 2.3.3.2 t/m 2.3.3.5;
0 | 1 | 2 | 3 | - waarbij uitsluitend een beroep is gedaan op de ABN AMRO | |||
20 | 25 | 75 | 20 | 15 | 9 | 1 | Hulpdienst voor hulpverlening volgens artikel 2.5; |
19 | 25 | 75 | 20 | 15 | 9 | 1 | - in kader van ongevallen-inzittenden volgens artikel 2.6. |
18 | 25 | 75 | 19 | 13 | 8 | 1 | |
17 | 25 | 75 | 18 | 11 | 7 | 1 | 4.6.2 Schade alsnog voor eigen rekening |
16 | 25 | 75 | 17 | 10 | 6 | 1 | De verzekeringnemer heeft het recht, in verband met het behoud |
15 | 25 | 75 | 16 | 9 | 5 | 1 | van de opgebouwde bonus-/malus en/of opgebouwde schadevrije |
14 | 27,5 | 72,5 | 15 | 9 | 4 | 1 | jaren een geclaimde schade alsnog voor eigen rekening te nemen. |
13 | 30 | 70 | 14 | 8 | 3 | 1 | Van dit recht kan de verzekeringnemer binnen de contractstermijn |
12 | 32,5 | 67,5 | 13 | 7 | 2 | 1 | tot uiterlijk één maand na de hoofdpremievervaldatum |
11 | 35 | 65 | 12 | 6 | 1 | 1 | gebruikmaken. |
10 | 40 | 60 | 11 | 6 | 1 | 1 | |
09 | 45 | 55 | 10 | 5 | 1 | 1 | 4.7 Overige bepalingen |
08 | 50 | 50 | 9 | 4 | 1 | 1 | |
07 | 55 | 45 | 8 | 3 | 1 | 1 | 4.7.1 Artikel 2.9.3.c tweede gedachtestreepje van de Algemene |
06 | 60 | 40 | 7 | 2 | 1 | 1 | Voorwaarden ABN AMRO BedrijfsPolis is niet van toepassing op |
05 | 70 | 30 | 6 | 1 | 1 | 1 | de verzekeringsdekking uit hoofde van de W.A.M. |
04 | 80 | 20 | 5 | 1 | 1 | 1 | |
03 | 90 | 10 | 4 | 1 | 1 | 1 | 4.7.2 Artikel 2.9.3.c derde gedachtestreepje van de Algemene |
02 | 100 | 0 | 3 | 1 | 1 | 1 | Voorwaarden ABN AMRO BedrijfsPolis is niet van toepassing op |
01 | 120 | +20 | 2 | 1 | 1 | 1 | de verzekeringsdekking uit hoofde van de W.A.M. wanneer het |
object gestald wordt in een andere lidstaat van de Europese Unie |
4.5 Schadevrije jaren
4.5.1 Opbouw en afbouw van schadevrije jaren
Schadevrije jaren worden opgebouwd als er geen schade wordt geclaimd. Hiermee wordt de bonus-/malustrede bepaald en daarmee de bonus-/maluskorting op de ingangsdatum.
Bij voortzetting van de verzekering voor een nieuwe termijn van 12 maanden wordt per hoofdvervaldatum het voor die verzekering geldende schadevrije jaren verhoogd met één jaar. Wordt er wel een schade geclaimd en vergoedt de verzekeraar dit? Dan worden er vijf schadevrije jaren in mindering gebracht. Bij 15 of meer schadevrij jaren is de terugval bij één schade altijd naar 10 jaar, bij twee schaden naar vijf, bij drie schaden naar nul en bij vier of meer naar -5 jaar. Het maximum aantal te bereiken schadevrije jaren is 99 en het minimum -5.
4.5.2 Registratie van schadevrije jaren
De verzekeraar stelt vast hoeveel schadevrije jaren u hebt die gebruikt kunnen worden voor uw nieuwe verzekering. Daarvoor kan de verzekeraar uw registratie inzien bij de Stichting Efficiënte Processen Schadeverzekeraars.
Stopt uw verzekering? Dan geeft de verzekeraar uw beëindigingsgegevens ook door aan de Stichting Efficiënte Processen Schadeverzekeraars. Deze stichting is aangemeld bij het College Bescherming Persoonsgegevens.
4.6 Uitzonderingen op de terugval bij de bonus /malusregeling en schadevrije jaren
4.6.1 Uitzonderingen op terugval
De opbouw van de treden in de bonus-/malusregeling en de opbouw van schadevrije jaren zullen beide niet worden beïnvloed als:
-de uitgekeerde schade volledig is verhaald;
-de uitgekeerde schade niet kan worden verhaald als gevolg van overeenkomsten waarbij verzekeraars wederzijds afstand van verhaal van schaden hebben gedaan. Daarnaast wordt de opbouw niet beïnvloed bij een schade die wordt vergoed:
dan Nederland.