ALGEMENE VOORWAARDEN VAN VERPANDING
ALGEMENE VOORWAARDEN VAN VERPANDING
Artikel 1. Definities
1.1 In deze voorwaarden en/of in de pandakte en/of in andere stukken opgemaakt voor verpanding wordt verstaan onder:
x. xx Xxxxxxxxx: Pandnemer door wie het krediet en/of geldleningen is verstrekt, alsmede haar rechtsopvolger(s);
b. de pandgever: degene(n) door wie het pandrecht aan de Pandnemer is of zal worden verstrekt, alsmede zijn (hun) rechtsopvolger(s), ten aanzien van het; met het pandrecht bezwaarde goed;
x. xx xxxxxxxxx: degene(n) aan wie het krediet of geldlening is verstrekt, de al dan niet hoofdelijk medeschuldenaar(s) of mede kredietnemers daaronder begrepen, alsmede zijn (hun) rechtsopvolger(s);
d. het pandrecht: een of meer pandrechten die aan de Pandnemer zijn of worden verleend;
e. de pandakte: de akte, waarbij het pandrecht wordt gevestigd;
f. de schuld: de hoofdsom met rente, vergoedingen, kosten, en verder al hetgeen de Xxxxxxxxx te eniger tijd van de geldnemer uit welke hoofde ook te vorderen heeft of te vorderen zal hebben, waaronder alle kosten, maar niet beperkt tot de kosten die de Pandnemer heeft gemaakt door de niet (tijdige) nakoming door de geldnemer en/of de pandgever van zijn verplichtingen tegenover de Pandnemer;
g. het verpande: alle goederen waarop voor de Pandnemer het pandrecht al dan niet bij voorbaat is gevestigd;
h. de voorwaarden: deze algemene voorwaarden van verpanding.
i. de kredietovereenkomst: de overeenkomst tussen de Pandnemer en de geldnemers, waarin de wederzijdse rechten en verplichtingen zijn opgenomen ter zake het krediet of geldlening.
Artikel 2. Vestiging van het pandrecht
De pandgever is steeds verplicht medewerking te verlenen aan alle vereisten en formaliteiten die naar het oordeel van de Pandnemer voor de geldige vestiging en/of het voortduren van de in de pandakte vermelde pandrecht benodigd zijn.
Artikel 3 Verpanding van toekomstige goederen
3.1 Indien in de pandakte door de pandgever in de toekomst te verkrijgen goederen bij voorbaat worden verpand dan wel de pandgever zich in de pandakte heeft verbonden in de toekomst door hem te verkrijgen goederen aan de Pandnemer te zullen verpanden is de pandgever en/of de geldnemer verplicht telkens op het moment van verkrijging van die goederen, onverminderd de verplichting zo dikwijls de Pandnemer dit verlangt, een door de pandgever in tweevoud opgemaakte en ondertekende lijst conform een door de Pandnemer voor te schrijven model, bevattende een zo nauwkeurig mogelijke opgave van de goederen welke hij krachtens de pandakte aan de Pandnemer heeft verpand dan wel moet te verpanden, toe te zenden.
3.2 Het ontbreken van enige in dit artikel bedoelde lijst dan wel het niet vermeld zijn van goederen op een dergelijke lijst geldt niet als bewijs dat de goederen niet aan de Pandnemer verpand zijn. Op de pandgever rust de verplichting om zodra de goederen voor verpanding vatbaar zijn, of zijn ontstaan, hiervan mededeling te doen aan de Pandnemer.
Artikel 4. Herverpanding
De Pandnemer is bevoegd het verpande te herverpanden.
De pandgever verbindt zich reeds nu om te allen tijde zijn medewerking te verlenen aan deze herverpanding en verbindt zich ook de herverpanding schriftelijk en onvoorwaardelijk te zullen erkennen.
Artikel 5. Vervreemding en bezwaring
5.1 Het verpande mag zonder schriftelijke toestemming van de Pandnemer niet worden vervreemd, aan derden in gebruik worden gegeven of met enig beperkt recht worden bezwaard.
5.2 De pandgever zal zonder schriftelijke toestemming van de Pandnemer niet een overeenkomst aangaan, waarbij hij zich tot het verrichten van een van de hiervoor vermelde handelingen verbindt.
Artikel 6. Verplichte rekening voor inning
6.1 De pandgever is verplicht de inning van vorderingen bij de verkoop door de pandgever van het aan de Pandnemer verpande alsmede de inning van aan de Pandnemer verpande vorderingen te doen plaatsvinden op door de Pandnemer aan te wijzen rekening.
6.2 In het geval de inning van enige vordering als in de vorige volzin bedoeld anders dan op die rekening geschiedt, is de pandgever verplicht om direct een bedrag, gelijk aan het aldus betaalde bedrag, op die rekening over te maken.
Artikel 7. Pandrecht op het geïnde
Het pandrecht van de Pandnemer op het door de pandgever verpande omvat mede het pandrecht op vorderingen ontstaan door een van de handelingen als genoemd in artikel 5 alsmede vorderingen als gevolg van de verkoop door de pandgever van het aan de Pandnemer verpande.
Artikel 8. Vervangbare goederen
De pandgever is verplicht goederen die dienen ter vervanging van het aan de Pandnemer verpande, voor zover zij niet reeds bij voorbaat aan de Pandnemer zijn verpand, alsnog aan de Pandnemer te verpanden.
Artikel 9. Toegang tot het verpande
De pandgever is verplicht aan door de Pandnemer aan te wijzen personen toegang te verlenen tot de plaatsen waar het verpande zich bevindt, om deze personen in staat te stellen het verpande te inspecteren en te controleren en zich te overtuigen, dat het verpande in goede staat wordt gehouden.
Artikel 10. Aanvullende zekerheden/taxatie
10.1 De geldnemer is gehouden ervoor zorg te dragen dat het verpande in relatie tot de schuld naar het oordeel van de Pandnemer voldoende overwaarde heeft, mede in aanmerking nemende de overige voor de geldnemer gestelde zekerheden. Indien de Pandnemer van oordeel is dat hieraan niet is voldaan, dan is de geldnemer verplicht binnen één maand na schriftelijke gemotiveerde aanmaning een zodanige aflossing te doen of zodanige aanvullende zekerheden aan de Pandnemer te verstrekken als door de Pandnemer zal worden verlangd, bij gebreke waarvan de schuld geheel of gedeeltelijk opeisbaar zal zijn.
10.2 Zodra de Xxxxxxxxx van oordeel is, dat onvoldoende zekerheden in relatie tot de schuld zijn verschaft, zal de Pandnemer de opbrengsten van het verpande op een separate rekening van de geldnemer administreren, totdat naar het oordeel van de Pandnemer voldoende zekerheden zijn verstrekt.
10.3 De Pandnemer is te allen tijde bevoegd het verpande te (doen) taxeren voor rekening van de geldnemer.
Artikel 11. Opeisbaarheid van de schuld
Onverminderd hetgeen partijen overigens zijn overeengekomen, is de schuld onmiddellijk opeisbaar:
(i) indien de pandgever en/of de geldnemer tekort schiet in de nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van deze voorwaarden en/of de pandakte;
(ii) indien op het verpande of een gedeelte daarvan beslag wordt gelegd.
Artikel 12. Afgifte van het verpande
12.1 Indien de pandgever en/of de geldnemer tekortschiet(en) in de nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van de kredietovereenkomst, de pandakte en/of deze voorwaarden en/of overige verplichtingen die te maken hebben met de schuld, of indien de Pandnemer goede grond heeft te vrezen dat de pandgever en/of de geldnemer tekort zal schieten in die verplichtingen is de pandgever verplicht het verpande, voor zover dit niet reeds onder de Pandnemer berust, aan de Pandnemer of aan een door de Pandnemer aangewezen derde af te geven of aan derden die het verpande voor de pandgever houden, opdracht te geven het verpande voortaan voor de Pandnemer te houden, dit ter keuze van de Pandnemer.
12.2 De verplichting tot afgifte van het verpande omvat mede de verplichting tot afgifte van alle bewijzen en bescheiden, zoals eigendoms-, verzekerings- of kentekenbewijzen, die voor een eventueel gebruik maken door de Pandnemer van haar rechten ten aanzien van het verpande van belang kunnen zijn.
Artikel 13. Mededeling aan debiteur verpande vordering
De Pandnemer is bevoegd mededeling te doen van de verpanding van vorderingen op naam aan de debiteuren van die vorderingen, in het geval de geldnemer en/of de pandgever tekortschiet dan wel naar het uitsluitend oordeel van de Pandnemer de vrees bestaat, dat de geldnemer en/of de pandgever tekort komen in de nakoming van enige verplichting tegenover de Pandnemer, uit hoofde van de kredietovereenkomst, de pandakte en/of deze voorwaarden en/of overige verplichtingen voor de schuld, waarna de pandgever niet meer bevoegd is de vordering te innen of door opzegging opeisbaar te maken.
Artikel 14. Kosten
Alle kosten voortvloeiende uit of verband houdende met aan de kredietovereenkomst en de verpanding, daaronder begrepen de kosten van het opmaken en verlijden van een authentieke pandakte dan wel het registreren van een onderhandse pandakte, de kosten van het registreren van verpandingslijsten en alle kosten die de Pandnemer te eniger tijd mocht maken om haar rechten als pandhouder tegenover de pandgever, geldnemer en/of derden uit te oefenen of te handhaven en/of zeker te stellen, komen ten laste van de geldnemer, alsmede hoofdelijk ten laste van de pandgever voor zover die verband houden met de verpanding en/of deze voorwaarden, daaronder uitdrukkelijk begrepen de kosten van juridische zaken.
Artikel 15. Hoofdelijkheid
Indien de pandgever uit meer dan een (rechts)perso(o)n(en) bestaat, dan zijn deze elk hoofdelijk aansprakelijk voor de uit de akte van verpanding voortvloeiende verplichtingen tegenover de Pandnemer.
Artikel 16. Verkoop van het verpande
16.1 De Pandnemer is bevoegd tot uitwinning van het verpande over te gaan zodra de schuld opeisbaar is en de geldnemer in verzuim is. De Pandnemer is alsdan bevoegd tot verkoop van het verpande over te gaan zonder de pandgever, de geldnemer, andere beperkt gerechtigden en/of beslagleggers van de voorgenomen verkoop op de hoogte te stellen.
16.2 Ook is de Pandnemer niet gehouden de pandgever, de geldnemer, andere beperkt gerechtigden of beslagleggers mededeling te doen van een gerealiseerde verkoop.
Artikel 17. Einde pandrecht
Indien de geldnemer zoals blijkt uit de administratie van de Pandnemer de schuld volledig heeft voldaan en de kredietrelatie is beëindigd zal de Pandnemer:
a. alles verrichten hetgeen harerzijds nodig is voor de feitelijke in de machtstelling van het verpande aan de pandgever;
b. desgevraagd de pandgever een bewijs van beëindiging van het pandrecht doen toekomen.
Artikel 18. Goede staat van onderhoud
18.1 In het geval de Xxxxxxxxx het verpande onder zich heeft, zal zij hiervoor als een goed pandhoudster zorgen. De pandgever is in dat geval verplicht alle kosten te vergoeden, die de Pandnemer heeft gemaakt door behoorlijk onderhoud, behoud (inclusief lasten, belastingen en premies), en door de maatregelen die de Pandnemer noodzakelijk acht tot het behoud van de waarde van het pand.
18.2 In het geval de Xxxxxxxxx het verpande niet onder zich heeft, is de pandgever verplicht het verpande goed te (doen) behouden, verzorgen en onderhouden en eventuele beschadigingen meteen nadat zij zijn ontstaan te (doen) herstellen dan wel (onherstelbaar) beschadigde, versleten of onbruikbaar geworden voorwerpen of onderdelen daarvan door nieuwe te vervangen, alsmede die maatregelen te (doen) treffen die nuttig of wenselijk zijn om het verpande zijn waarde te laten behouden.
Indien de pandgever in gebreke blijft ten aanzien van voornoemde verplichtingen is de Pandnemer bevoegd op kosten van de pandgever en/of de geldnemer de vereiste maatregelen te treffen of werkzaamheden te (doen) verrichten tot behoorlijk onderhoud of behoud van het verpande (inclusief lasten, belastingen en premies), alsmede die maatregelen te treffen die zij noodzakelijk acht tot het behoud van de waarde van het pand.
Artikel 19. Kennisgeving omtrent wijziging in aard en/of waarde van het verpande
19.1 De pandgever is verplicht aan de Pandnemer direct schriftelijk kennis te geven van al hetgeen een nadelige invloed kan uitoefenen op de toestand, de aard en/of de waarde van het verpande alsmede van feitelijke wijzigingen in het verpande, al dan niet door toedoen of medewerking van de pandgever.
19.2 De Pandnemer is bevoegd om namens de pandgever en/of de geldnemer en op diens kosten door het zojuist bepaalde alle zodanige vorderingen in te stellen en verweer te voeren, alsmede zodanige procedures te voeren en rechterlijke uitspraken uit te lokken als de Pandnemer nodig of wenselijk mocht achten.
19.3 De Pandnemer is te allen tijde bevoegd het haar van rechtswege toekomende pandrecht op vordering(en) ter zake van waardevermindering dan wel vergoeding van het verpande mede te delen aan de debiteur van zo een vordering.
Artikel 20. Verzekering
20.1 De pandgever is verplicht het verpande voor zijn rekening tegen brand, diefstal en verdere schade, gevaren en risico's waartegen de Pandnemer verzekering wenselijk acht naar genoegen van de Pandnemer te verzekeren en verzekerd te houden zolang de verpanding voortduurt, en voorts de polissen alsmede de kwitanties van de betaalde premies tijdig, voor de premievervaldatum, aan de Pandnemer ter hand te stellen, voor het eerst binnen één maand na de dagtekening van de pandaktes.
20.2 Wanneer de pandgever in gebreke mocht blijven met de voldoening aan de verplichting als bedoeld in lid 1 van dit artikel is de Pandnemer bevoegd op kosten van de pandgever en de geldnemer het verpande te verzekeren.
Artikel 21. Schadevoorval
21.1 De pandgever is gehouden in geval van schade aan het verpande de Pandnemer hiervan direct in kennis te stellen, en dit eveneens direct bij aangetekende brief te bevestigen.
21.2 De Pandnemer is bevoegd met uitsluiting van ieder ander, indien zich een schadevoorval voordoet waartegen het verpande is verzekerd, het pandrecht van de Pandnemer op de vordering tot schadevergoeding mede te delen aan de verzekeraar en namens de pandgever met de verzekeraar, alsmede met ieder ander die is gehouden tot vergoeding van de schade, de schade te regelen, om de verzekeraar desnoods in rechte tot uitbetaling van de schadevergoeding aan te spreken, het onderwerpen van geschillen aan arbitrage of bindend advies, het benoemen van deskundigen, vaststellingsovereenkomsten en om de schadevergoeding te ontvangen en daarvoor kwijting te geven.
21.3 Wanneer de Pandnemer de verzekeringsuitkering heeft ontvangen, blijft het pandrecht op de in de pandakte bedoelde goederen in stand.
21.4 De Pandnemer kan de verzekeringsuitkering in mindering brengen op hetgeen de geldnemer aan de Pandnemer is verschuldigd dan wel geheel of gedeeltelijk aan de pandgever uitkeren. Een zodanige uitkering geschiedt onder de voorwaarde dat het verpande ten genoegen van de Pandnemer wordt hersteld.
Artikel 22. Voldoening van lasten, belastingen en premies
Wanneer de pandgever in gebreke mocht blijven met voldoening aan zijn verplichtingen om de op het verpande rustende lasten, belastingen en/of premies te voldoen is de Pandnemer bevoegd in diens plaats het verschuldigde te voldoen.
Artikel 23. Gerechtigden tot de zekerheid
De hierbij door de pandgever gestelde zekerheid wordt mede gesteld voor Xxxxxxxxx voor hetgeen ieder van Pandnemer te eniger tijd van de geldnemer te vorderen zal hebben uit welke hoofde ook, toekomstige, niet opeisbare en voorwaardelijke vorderingen daaronder begrepen. Als gemachtigde van ieder van Pandnemer aanvaard de Pandnemer hierbij namens hen de gestelde zekerheid. Het bepaalde in dit artikel geldt, indien de geldnemer uit meerdere (rechts-) personen bestaat, voor hen elk onverkort afzonderlijk.
Artikel 24. Verpanding van effecten
24.1 Indien en voor zover het verpande uit effecten bestaat is de Pandnemer bevoegd de aan haar verpande waarden en rechten, waaronder mede begrepen stemrechten en vorderingen, mede namens de pandgever uit te oefenen, te incasseren en daarvoor kwijting te verlenen.
24.2 De pandgever is verplicht op eerste verzoek van de Pandnemer aan derden die effecten voor de pandgever in bewaring houden mededeling te doen van de verpanding en deze derden opdracht te geven de effecten voor de Pandnemer te houden, dan wel, eventueel na individualisering, aan de Pandnemer af te geven, dit ter keuze van de Pandnemer.
Artikel 25. Verpanding spaar- en depositogelden
Indien een pandrecht is gevestigd op spaar- en/of depositogelden die zich onder de Pandnemer bevinden kunnen deze gelden voor zover het maximaal door de Pandnemer ingevolge de kredietovereenkomst aan de geldnemer verstrekte c.q. te verstrekken bedrag inclusief rente, kosten en vergoedingen, te vermeerderen met eventuele verdere door de geldnemer aan de Pandnemer al dan niet opeisbare verschuldigde bedragen uit anderen hoofde overschrijden door de pandgever worden opgenomen.
Artikel 26. Particuliere pandgever
In afwijking van dan wel in aanvulling op het gestelde in deze voorwaarden zijn de volgende bepalingen van toepassing indien pandgever (al dan niet ook pandgever) een natuurlijk persoon is die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf:
x. xx Xxxxxxxxx is slechts bevoegd de woning of het erf van de pandgever te betreden om het verpande te inspecteren en te controleren met toestemming van de pandgever;
b. de Pandnemer is slechts gerechtigd afgifte van het verpande te vorderen indien de pandgever in zijn hoedanigheid van geldnemers:
i. gedurende tenminste twee maanden achterstallig is in de betaling van een vervallen termijnbedrag, na in gebreke te zijn gesteld nalatig blijft in de nakoming van zijn verplichtingen; of
ii. indien op enigerlei wijze blijkt dat de pandgever zich in het buitenland heeft gevestigd of redelijkerwijs kan worden aangenomen, dat de pandgever zich binnen enkele maanden in het buitenland zal vestigen; of
iii. de pandgever is overleden en de Pandnemer reden heeft aan te nemen dat niet aan de verplichtingen tegenover de Pandnemer voldaan zal worden; of
iv. de pandgever in staat van faillissement is verklaard; of
v. de pandgever verpande heeft verduisterd; of
vi. de pandgever aan de Pandnemer bewust onjuiste inlichtingen heeft verstrekt die van belang zijn voor de kredietverlening; of
c. Afgifte als bedoeld onder b. kan niet meer worden gevorderd in het geval van:
(i) een overeenkomst tot betaling van overeengekomen vaste termijnbedragen, waarbij het pandrecht eerst eindigt na voldoening door de pandgever in zijn hoedanigheid van geldnemer van al zijn verplichtingen voortvloeiende uit de overeenkomst, indien meer dan 3/4 deel van de schuld is afgelost, respectievelijk voldaan;
(ii) een rekening-courant krediet, waarbij eveneens het pandrecht eindigt indien en zodra de geldnemer aflossingen heeft gedaan ter grootte van het verschil tussen de contantprijs van het verpande en de aanbetaling, of indien geen aanbetaling is gedaan ter grootte van de contantprijs;
d. indien het verpande teniet gaat en de Pandnemer van rechtswege recht krijgt op verzekeringspenningen heeft de pandgever het recht ten genoegen van de Pandnemer aanvullende zekerheden aan de Pandnemer te verschaffen waarna de Pandnemer de verzekeringspenningen aan de pandgever zal doen toekomen. Het recht van de Pandnemer op verzekeringspenningen vervalt indien de pandgever in zijn hoedanigheid van geldnemer drie/vierde van de schuld heeft afgelost, tenzij sprake is van een rekening-courant krediet.
Artikel 27. Derde pandgever
De derde pandgever doet afstand van elk recht voorafgaande uitwinning te eisen van de door de geldnemer of andere derden aan de Pandnemer verstrekte zekerheden.
Artikel 28. Meer dan een geldnemer
Indien het verpande strekt tot zekerheid voor de betaling van de schuld van meer dan een geldnemer dan strekt het verpande tot die zekerheid voor de voldoening van de schulden van zowel alle geldnemers tezamen als van iedere geldnemer afzonderlijk.
Artikel 29. Verschaffen van inlichtingen en bescheiden
De pandgever is verplicht aan de Pandnemer op eerste aanvraag alle inlichtingen, gegevens en bescheiden te verschaffen welke de Pandnemer naar haar oordeel nodig heeft om te kunnen bepalen en/of uit te oefenen haar uit de verpanding voortvloeiende rechten.
Artikel 30. Mededelingsplicht
30.1 Onverminderd het in artikel 18 bepaalde is de pandgever en/of de geldnemer verplicht de Pandnemer meteen schriftelijk in kennis te stellen van alle voorvallen, die voor de Pandnemer door de verpanding van belang kunnen zijn. Hiertoe wordt gerekend de aanvraag van faillissement of surséance van betaling, de ontbinding van enige rechtspersoon, de staking van enige onderneming of de beslaglegging de pandgever en/of de geldnemer over.
30.2 Indien het faillissement of de surséance van de pandgever/de geldnemer wordt aangevraagd of beslag wordt gelegd onder de pandgever/de geldnemer dan is de pandgever en/of de geldnemer is verplicht belanghebbende derden, waaronder deurwaarders, bewindvoerders of curatoren in faillissement meteen door overlegging van de pandakte in kennis te stellen van de verpanding aan de Pandnemer.
Artikel 31. Derdenpand
31.1 De pandgever die niet ook de geldnemer is en die hetzij bij uitwinning, hetzij vrijwillig ter voorkoming van uitwinning, de schuld gedeeltelijk heeft betaald en daardoor is gesubrogeerd in de rechten van de Pandnemer, verpandt, in samenhang met de verlening van het recht van pand, aan de Pandnemer zijn vordering uit hoofde van die subrogatie en verleent de Pandnemer de bevoegdheid die vordering voor zover nog nodig aan zichzelf te verpanden, daarvan kennis te geven, akkoorden over die vordering aan te gaan, die vordering te innen en kwijting te verlenen.
31.2 De in lid 1. van dit artikel bedoelde pandgever verleent door het ondertekenen van de kredietovereenkomst uitdrukkelijk het recht aan de Pandnemer, maar slechts zolang de Xxxxxxxxx niet te kennen heeft gegeven tot uitwinning van zijn eigendom te zullen overgaan, om welke betaling van hem te weigeren zolang de Pandnemer dit door de uitoefening van haar verdere rechten geraden zal voorkomen.
Artikel 32.
De pandgever en de geldnemer kunnen slechts dan een beroep doen op een door de Pandnemer gegeven toestemming indien deze uitdrukkelijk en schriftelijk is verleend.
Het beroep op afwijkingen van deze voorwaarden zal slechts van kracht zijn indien deze afwijkingen in de kredietovereenkomst of anderszins schriftelijk tussen partijen zijn overeengekomen.
Artikel 33. Algemene Voorwaarden van de Pandnemer
33.1 De Algemene Voorwaarden van de Pandnemer, welke voorwaarden de pandgever verklaart te kennen en te hebben ontvangen, zijn onverkort van toepassing voor zover niet van die voorwaarden in deze voorwaarden of anderszins schriftelijk is afgeweken.
Artikel 34. Wijziging voorwaarden
De Pandnemer mag deze voorwaarden eenzijdig wijzigen of aanvullen. Wijzigingen en/of aanvullingen op deze voorwaarden zullen niet van kracht worden dan na twee (2) maanden nadat de Pandnemer de pandgever schriftelijk in kennis heeft gesteld van die wijzigingen en/of aanvullingen. Binnen deze tijd moeten de pandgever en/of de geldnemer schriftelijk te hebben ingestemd met de voorgenomen wijzigingen en/of aanvullingen bij gebreke waarvan zij worden geacht niet met de voorgestelde wijziging in te stemmen. In dat geval is de Pandnemer, onverminderd haar overige rechten, bevoegd tot opzegging van de kredietovereenkomst met inachtneming van een termijn van twee (2) maanden.
Artikel 35. Strijdigheid
Bij eventuele strijdigheid tussen de bepalingen van de kredietovereenkomst, deze voorwaarden of de Algemene Voorwaarden van de Pandnemer, prevaleert het bepaalde in de kredietovereenkomst.