REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
BESLISSING (BRUGEL-BESLISSING-20210330-
157bis)
Betreffende de voorstellen aangaande de volgende Synergrid-voorschriften:
▪ De modelovereenkomst tussen DNB en FSP in het kader van de levering van flexibiliteitsdiensten door gebruik van flexibiliteit bij distributienetgebruikers
▪ Het technisch voorschrift C8-01 Network Flexibility Study voor deelname van de DNG's aan flexibiliteitsdiensten.
Opgesteld op basis van de artikelen 79 §3 en 190bis van het technisch reglement voor het beheer van het elektriciteitsdistributienet in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de toegang ertoe.
30.03.2021
Xxxxxxxxx 00 Avenue des Arts – X-0000 Xxxxxxx / Bruxelles T: 02 563 02 00 - F: 02 563 02 13
xxxx@xxxxxx.xxxxxxxx – xxx.xxxxxx.xxxxxxxx
1 Juridische grondslag
Artikel 79, § 3, van het technisch reglement voor het beheer van het elektriciteitsdistributienet in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de toegang ertoe bepaalt dat:
"De voorschriften bedoeld in paragraaf 2 en de normen van Synergrid, of elke afwijking daarvan, worden door Brugel goedgekeurd. De in alinea 1 beoogde voorschriften en normen treden in werking twee maanden na de goedkeuring van Brugel of, indien ze binnen deze termijn niet zijn goedgekeurd, twee maanden na de mededeling ervan door de distributienetbeheerder aan Brugel."
Daarnaast bepaalt artikel 190bis van hetzelfde reglement het volgende:
"Iedere persoon wiens gebruikelijke activiteiten bestaan in het aansturen van het verbruik en/of de elektriciteitsproductie van een of meer distributienetgebruikers om de aldus aangeboden flexibiliteit te valoriseren, sluit met de distributienetbeheerder een flexibel toegangscontract af. Het flexibel toegangscontract wordt opgesteld op basis van het model dat is goedgekeurd door Brugel, bepaald door Synergrid of, bij ontstentenis, door de distributienetbeheerder. De operator van flexibiliteitsdiensten leeft de technische voorwaarden na die door de distributienetbeheerder zijn opgelegd en, in elk geval, de Synergrid-normen."
Deze beslissing beantwoordt aan deze wettelijke verplichtingen.
2 Inleiding
Op 4 december 2020 heeft Synergrid twee documenten ter goedkeuring voorgelegd aan de gewestelijke regulatoren met betrekking tot het bieden van flexibiliteit aan de gebruikers van het distributienet (hierna "DNG" genoemd):
• De modelovereenkomst tussen DNB en FSP in het kader van de levering van flexibiliteitsdiensten door gebruik van flexibiliteit bij distributienetgebruikers (hierna “contract tussen DNB en FSP”).
• Het technisch voorschrift C8-01 Network Flexibility Study voor deelname van de DNG's aan flexibiliteitsdiensten (hierna "voorschrift C8-01").
Deze documenten werden eerder onderworpen aan een openbare raadpleging tussen 5 oktober en 2 november 2020.
Op 26 januari 2021 heeft BRUGEL de bovenstaande voorstellen voorwaardelijk goedgekeurd1. Deze goedkeuring was behoudens een aantal aanpassingen die BRUGEL in afspraak met de andere regulatoren opgesomd2 had.
Op 5 maart 2021 communiceerde Synergrid nieuwe versies van de voorschriften die volgens de opmerkingen van de regulatoren aangepast werden begeleid door een nota met een reactie op deze opmerkingen. Deze beslissing strekt ertoe uitspraak te doen over deze nieuwe versies van de teksten.
Op 22 maart heeft Synergrid een voorstel tot wijziging van het contract tussen DNB en FSP ingediend om de werkingsregels voor het capaciteitsvergoedingsmechanisme (CRM) aan te passen.
Het doel van deze beslissing is een uitspraak te doen over de nieuwe versies van de teksten van 5 en 22 maart.
3 Voorwerp van de voorgestelde wijzigingen en analyse
3.1 Overeenkomst tussen DNB en FSP
3.1.1 Analyse van de op 5 maart aangepaste en ingediende versie
De van de regulatoren voorgestelde aanpassingen (geformuleerd in beslissing 157) voor de modelovereenkomst tussen DNB en FSP beperken zich voornamelijk tot een actualisering van de dienstencatalogus (in bijlage 1) en een aanpassing van artikel 8 over de aansprakelijkheid. De dienstencatalogus is immers aangevuld met de dienst die verband houdt
1 Beslissing 157: xxxxx://xxx.xxxxxx.xxxxxxxx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxx/xxxxxxxxxxxx/0000/xx/XXXXXXXXXX-000- XXXXXXXXX-XXXXX-XXXXXXXX-X0-00-XXXXXXXXX.xxx
0 Deze opmerkingen bevinden zich in de bijlage van beslissing 157
met het capaciteitsvergoedingsmechanisme (CRM) en de energieoverdracht op de day-ahead en intraday-markten (ToE DA/ID).
Meer bepaald werden in bijlage 1 bij Besluit 157 de volgende aanpassingen gevraagd:
• Een aanpassing met betrekking tot de laatste alinea van artikel 8 over het evenwicht van het modelcontract tussen de betrokken partijen, meer bepaald over de toepassing van het principe van wederkerigheid wat betreft de verantwoordelijkheid voor het niet naleven van de vertrouwelijkheid van gegevens of van de persoonlijke levenssfeer van de betrokken netwerkgebruikers.
• Alle opmerkingen met betrekking tot de CRM in bijlage 1, met uitzondering van de eerste met betrekking tot de toegang tot de dienst van leveringspunten die op laagspanning aangesloten zijn.
XXXXXX stelt vast dat in de versie van 5 maart van het contract tussen DNB en FSP rekening werd gehouden met alle noodzakelijke opmerkingen, met uitzondering van twee opmerkingen in verband met specifieke voorwaarden voor deelname aan het capaciteitsvergoedingsmechanisme (bijlage 1 van het contract tussen DNB en FSP).
• De regulatoren waren van oordeel dat de eis dat bij de prekwalificatie er minimaal een offerte van de DNB voor het aansluitingspunt moet zijn et dat uiterlijk 60 dagen na de veiling de offerte voor de aansluiting moet worden ondertekend, een aansluitingsvereiste is en dus niet thuishoort in het contract tussen DNB en FSP.
Synergrid heeft deze opmerking verduidelijkt. Deze eis zou veeleer een specifieke voorwaarde voor het CRM zijn.
• De tweede opmerking waaraan geen gevolg werd gegeven, betreft de wederkerigheid van de termijnen. Bij de vaststelling van het nominale referentievermogen (NRP) voorziet het contract tussen DNB en FSP immers in een uitwisselingsprocedure tussen de DNB en de aanvrager. Zo voorzag de oorspronkelijke versie een termijn van 5 werkdagen voor de DNB om het NRP te berekenen en mee te delen aan de aanvrager, terwijl deze slechts over 3 werkdagen beschikte om dit resultaat te betwisten. De regulatoren hadden om een vergelijkbare termijn voor beide actoren gevraagd om redenen van wederkerigheid en evenwicht tussen de bij het contract betrokken partijen.
In zijn reactie verklaarde Synergrid dat het verschil in termijnen gerechtvaardigd was door het verschil in de acties die binnen deze termijnen moeten worden uitgevoerd. Gedurende de 5 werkdagen moet de distributienetbeheerder de NRP berekenen en de gegevens valideren en vervolgens meedelen, terwijl de aanvrager 3 dagen heeft om dit resultaat al dan niet te betwisten.
3.1.2 Analyse van de op 22 maart ingediende wijziging
De op 22 maart voorgestelde wijziging betreft de procedure voor de berekening en de mededeling van de bovengenoemde NPR. In de wijzigingen wordt voorgesteld betwistingstermijn voor de aanvrager te verlengen tot 5 werkdagen en te bepalen dat de distributienetbeheerder het NPR zo spoedig mogelijk en uiterlijk 15 werkdagen vóór de uiterste datum voor toezending van het NRP aan Xxxx aan de aanvrager toezendt. Zo is er nog tijd voor betwisting door de aanvrager (5 werkdagen), voor de specifieke test (5 werkdagen) en voor de bepaling van de NRP op basis van deze test (5 werkdagen). Dit moet de DNB ook toelaten om indien mogelijk met recente gevalideerde meetgegevens te werken.
Het tekstvoorstel is als volgend3:
“De DNB berekent de NRP op basis van de gekozen methode en communiceert het resultaat van de berekening aan de aanvrager binnen de vijf werkdagen na de aanvraag van zodra beschikbaar, en uiterlijk vijftien werkdagen voor de deadline voor communicatie van de NRP aan Xxxx, conform de tijdslijn vastgelegd in de CRM ‘Functioning Rules’ van Xxxx.
De aanvrager kan het resultaat van de berekening betwisten tot drie vijf werkdagen na de communicatie ervan. In dat geval wordt het NRP bepaald via een specifieke test. De aanvrager geeft aan wanneer deze test kan plaatsvinden. De uitvoering van deze test moet gebeuren binnen de vijf werkdagen na de betwisting van de NRP.”
Gezien de van Synergrid op 5 en 22 maart ontvangen informatie, kan BRUGEL de laatste versie van het contract tussen DNB en FSP goedkeuren.
3.2 Voorschrift C8/01
De aanpassingen die nodig werden geacht voor de voorwaardelijke goedkeuring van dit voorstel, zijn de opmerkingen die geformuleerd werden door de regulatoren bij de punten 2.1.1, 2.1.2, 2.1.4 en 2.1.5 van bijlage 1 van beslissing 157.
XXXXXX stelt vast dat Synergrid in de nieuwe versie van de tekst rekening heeft gehouden met de gevraagde aanpassingen.
3 Elementen in rood worden verwijderd, elementen in blauw worden toegevoegd. De kleuren worden in deze beslissing alleen weergegeven omwille van de leesbaarheid.
4 Beslissing
Overwegende het voorstel tot wijziging van de modelovereenkomst tussen DNB en FSP in het kader van de levering van flexibiliteitsdiensten door gebruik van flexibiliteit bij distributienetgebruikers voorgelegd door Synergrid op 4 december 2020;
Overwegende het voorstel tot wijziging van het technisch voorschrift C8-01 Network Flexibility Study voor deelname van de DNG's aan flexibiliteitsdiensten voorgelegd door Synergrid op 4 december 2020;
Overwegende beslissing 157 van BRUGEL van 26 januari 2021;
Overwegende de aangepaste versies van bovenvermelde voorstellen, welke op 5 maart door Synergrid gecommuniceerd werden;
Overwegende het voorstel tot wijziging van het contract tussen de DNB en FSP dat op 22 maart door Synergrid ingediend werd;
Gelet op de artikelen 79, § 3, en 190bis van het technisch reglement voor het beheer van het elektriciteitsdistributienet in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de toegang ertoe;
beslist BRUGEL het door Synergrid op 5 maart 2021 ingediende en op 22 maart gewijzigde voorstel goed te keuren betreffende de wijziging van de modelovereenkomst tussen DNB en FSP in het kader van de levering van flexibiliteitsdiensten door gebruik van flexibiliteit bij distributienetgebruikers.
beslist BRUGEL het door Synergrid op 5 maart 2021 ingediende voorstel goed te keuren betreffende het technisch voorschrift C8-01 Network Flexibility Study voor deelname van de DNG's aan flexibiliteitsdiensten.
* *
*
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
C8-01 (v12)
Network Flexibility Study
voor de deelname van de DNG’s aan Flexibiliteitsdiensten
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27 Datum van inwerkingtreding van huidige versie: DD MM 2021
28 Definitieve datum van intrekking van de vorige versie (oktober 2016): DD MM 2022 29
30
31
32 Inhoudstafel
33
35 2. Voorwerp en toepassingsgebied 3
36 3. Stap 1: Indienen van een kwalificatieaanvraag 4
38 4.1. Praktische modaliteiten 5
39 4.2. Kwalitatieve beschrijving van de NFS-studie en de mogelijke resultaten 5
40 5. Stap 3: resultaat van de NFS-studie: impact op de kwalificatie van de aansluitingspunten
44 Bijlage 2: Formulier ‘Connection Contract Check’ 8
45 Bijlage 3: Formulier voor een kwalificatieaanvraag en voor de communicatie van het resultaat
47 Bijlage 4 (informatieve bijlage) 9
48
49
50 1. Terminologie
51 • Flexibiliteit: de wijziging van het profiel van productie, injectie, verbruik of afname van energie in
52 reactie op een extern signaal teneinde ofwel een dienst in het energiesysteem te verlenen ofwel een
53 financieel voordeel te verkrijgenIn het kader van dit document dient flexibiliteit gelezen te worden als
54 het geheel van flexibiliteitsdiensten beschreven in de dienstencatalogus opgenomen in bijlage 1 aan
55 de overeenkomst tussen de FSP en de DNB.
56 • Flexibiliteitsdienst: Dienst opgenomen in de lijst van Flexibiliteitsdiensten in de dienstencatalogus
57 (bijlage 1) van de flexibiliteitsovereenkomst tussen de FSP en de DNB (overeenkomst FSP-DNB).
58 • Dienstverlener van flexibiliteit (FSP): Marktspeler die een of meer Flexibiliteitsdiensten via een of
59 meerdere Dienstverleningspunten voor flexibiliteit levert. De FSP is een Dienstverlener van flexibiliteit.
60 • Een Dienstverleningspunt voor flexibiliteit (SDP-F) is een element, verbonden aan een
61 aansluitingspunt, dat kan gebruikt worden in het kader van één of meerdere Flexibiliteitsdiensten. Het
62 wordt geïdentificeerd door het meetpunt dat gebruikt wordt voor de controle en/of de berekening van
63 de beschikbaarheid en/of activatie van flexibiliteit in het kader van de Flexibiliteitsdiensten.
64 • Aansluitingspunt: Zie het technisch reglement. Het aansluitingspunt wordt geïdentificeerd door een
65 afname EAN en, in voorkomend geval, een injectie-EAN.
66 • Network Flex Study (NFS): Het onderzoek van de potentiële gevolgen van de flexibiliteit op de
67 Operationele veiligheidsbeperkingen
68 • Kwalificatie van een aansluitingspunt: Het recht (eventueel met beperkingen) om het punt op te
69 nemen in de lijst van de Dienstverleningspunten voor flexibiliteit (pool) van een FSP voor een bepaald
70 flexibiliteitsvolume, na een NFS-studie.
71 • Activeringsperiode: Na een extern signaal, de periode tijdens dewelke de flexibiliteit is geactiveerd.
72 Deze periode is geïdentificeerd door een beginmoment en een eindmoment. De recuperatie van de
73 niet gebruikte of niet geproduceerde energie maakt geen deel uit van deze activeringsperiode.
74 • Het rebound-effect: De gevolgen op het net van de recuperatie van de niet geproduceerde energie
75 en van het geheel van de geactiveerde flexibiliteit.
76 • Activeerbaar vermogen: Maximaal flexibel vermogen dat geactiveerd kan worden (anders gezegd:
77 in geval van activering van de flexibiliteit, de maximum hoeveelheid aan kilowatt waarmee de afname
78 of de injectie gewijzigd zal worden)
79 • Operationele veiligheidsbeperkingen: de aanvaardbare operationele limieten (thermische limieten,
80 spanningskwaliteit (waaronder spanningslimieten), en kortsluitlimieten) met als doelstelling de
81 veiligheid, kwaliteit, betrouwbaarheid en beschikbaarheid van het netwerk te garanderen.
82 • DOWN: Richting van de activatie van de flexibiliteit die overeenkomt met een verhoging van de afname
83 of een verlaging van de injectie
84 • UP: Richting van de activatie van de flexibiliteit die overeenkomt met een verlaging van de afname of
85 de verhoging van de injectie.
86 • Zone: Geografische perimeter die een deel van het net mobiliseert dat aanzienlijk (electrisch)
87 geïmpacteerd wordt door sturing van belasting.
88 2. Voorwerp en toepassingsgebied
89 Om de veiligheid en de bedrijfszekerheid van hun netten te garanderen, moeten Xxxx en de DNBs (met
90 betrekking tot de gebruikers aangesloten op de distributienetwerken) er zich van verzekeren dat de
91 activering van de flexibiliteit, zowel bij een normale als bij een gedegradeerde toestand van het net:
92 • de stabiliteit van de netten niet in gedrang stelt
93 • geen congestie veroorzaakt
94 • geen enkel probleem veroorzaakt op het niveau van de spanningskwaliteit op hun netten. 95
96 De netbeheerders hebben met dit doel een kwalificatieprocedure uitgewerkt voor de aansluitingspunten
97 met flexibiliteitsmiddelen aangesloten op het distributienet. Het beschrijven van deze procedure is het
98 hoofddoel van huidig document. 99
100 Deze procedure is enkel van toepassing als ze verplicht wordt door de overeenkomst FSP-DNB of door
101 een gewestelijke reglementering. 102
103 Deze procedure is van toepassing op alle aansluitingspunten die voldoen aan de criteria van de
104 Flexibiliteitsdienst uit bijlage 1 van de overeenkomst FSP-DNB, waarbij kwalificatie via C8/01 is opgelegd
105 als voorwaarde voor deelname, en waarvan de DNG wenst deel te nemen aan één of meerdere
106 Flexibiliteitsdiensten. 107
108 3. Stap 1: Indienen van een kwalificatieaanvraag
109 In het Vlaamse en het Waalse Gewest, wordt de kwalificatieaanvraag ingediend door de DNG. Deze mag
110 eveneens een derde partij mandateren. In het Brussel hoofdstedelijke Gewest wordt de aanvraag
111 ingediend door de FSP.
112 De DNG moet het formulier dat beschikbaar is op de website van Synergrid (link) gebruiken om een
113 mandaat aan de FSP te verlenen.
114 De mandaathouder (FSP) zal op eenvoudig aangeven van de mandaatgever (DNG) de DNB onmiddellijk
115 in kennis stellen van de beëindiging of herroeping van dit mandaat door de mandaatgever (DNG).
116 De aanvraag moet ingediend worden per email naar het email adres dat opgenomen is in de Bijlage 1. 117
118 Om ontvankelijk te zijn, moet een kwalificatieaanvraag voldoen aan de volgende voorwaarden:
119 - De aanvraag moet betrekking hebben op een aansluitingspunt dat voldoet aan de voorwaarden
120 vermeld in §2 van huidig document.
121 - De volgende documenten moeten aan de DNB overhandigd worden:
122 o Connection Contract Check (CCC) betreffende het aansluitingspunt. De inhoud van dit
123 document en de manier waarop dit verkregen wordt, is beschreven in Bijlage 2.
124 o Een vervolledigd formulier voor kwalificatieaanvraag (Bijlage 3). Opmerkingen:
125 ▪ De informatie die via dit formulier verstrekt wordt moet coherent zijn met de
126 gegevens opgenomen in het CCC document.
127 ▪ Indien meerdere flexibiliteitsmiddelen activeerbaar zijn op eenzelfde
128 aansluitingspunt, moet één lijn per flexibiliteitsmiddel op het aanvraagformulier
129 voor kwalificatie ingevuld worden.
130 ▪ Voor elk flexibiliteitsmiddel dient de richting (UP / DOWN) opgenomen te worden
131 in Bijlage 3.
132 o Mandaat van de DNG (indien de aanvraag ingediend wordt door een derde partij). 133
134 Een aanvraag betekent eveneens elke wijziging van een eerdere aanvraag, bijvoorbeeld met betrekking
135 tot het flexibiliteitsvolume, de gebruikte technische middelen.
136 In geval van een niet ontvankelijke kwalificatieaanvraag, wordt de aanvrager 5 werkdagen na ontvangst
137 van de aanvraag door de DNB op de hoogte gebracht. Dergelijke aanvraag wordt niet in aanmerking
138 genomen tijdens de NFS-studie. 139
140 Elke aanvrager kan een kwalificatieaanvraag indienen bij de DNB. Deze aanvraag impliceert het uitvoeren
141 van een NFS-studie door de DNB, en waarvan, in voorkomend geval, de kosten ten laste zijn van de
142 aanvrager volgens het toepasselijk tarief, goedgekeurd door de betrokken regulator. 143
144 Via het aanvraagformulier tot kwalificatie, verschaft de aanvrager met name de volgende gegevens aan
145 de DNB:
146 Algemene informatie m.b.t. het aansluitingspunt:
147 • Afname-EAN en, in voorkomend geval, injectie-EAN.
148 • Naam van de DNG en adres van het aansluitingspunt.
149 • Nr. van de cabine (indien bekend bij de aanvrager) van het aansluitingspunt. Deze informatie is
150 meestal vermeld op het signalisatieplaatje op de deur van de betrokken cabine. 151
152 Informatie over de verwezenlijking van de flexibiliteit:
153 • Type van modulatie:
154 o vermindering van verbruik
155 o verhoging van verbruik
156 o vermindering van productie
157 o verhoging van productie
158 o werking in eiland via een lokale elektriciteitsproductie
159 • Activeerbaar vermogen (kW)
160 • Mogelijke uurregeling van de activering: aanduiden of, vanuit het standpunt van de DNG, de flexibiliteit
161 24h/24 7 dagen op 7 kan gebruikt worden. In het tegengestelde geval, vermelden wanneer de
162 flexibiliteit effectief beschikbaar is. Bijvoorbeeld: enkel tijdens de werkdagen, van 8h tot 18h, van
163 januari tot mei. 164
165 Informatie m.b.t. de recuperatie van de energie
166 Deze informatie laat de DNB toe om een eventueel rebound-effect op zijn net te evalueren:
167 • Type van recuperatie: vermeldt of de energie die niet afgenomen wordt tijdens de activeringsperiode
168 op een later moment gerecupereerd wordt. In het tegengestelde geval, dus indien er geen
169 verplaatsing is van de belasting, moeten de andere gegevens van deze paragraaf niet vervolledigd
170 worden.
171 • Periode van de recuperatie van energie: De gevraagde informatie is om te weten na hoeveel tijd de
172 niet-gebruikte energie gerecupereerd zal moeten worden.
173 Bijvoorbeeld: de afgeschakelde energie wordt gerecupereerd op t+4h na de activering van de
174 flexibiliteit.
175 • Duur en omvang van de recuperatie van energie: Xxxxxxxx vermogen en tijdsduur van de verplaatsing
176 van de belasting. 177
178 De DNB zal zo vlug mogelijk en in elk geval binnen de tien werkdagen na ontvangst van een NFS-aanvraag
179 nakijken of de aanvraag volledig is. Als ze onvolledig is zal de DNB aan de aanvrager van een NFS-studie
180 vragen om de bijkomende informatie te bezorgen. Indien de DNB niet reageert binnen de bovenvermelde
181 termijn, wordt de NFS-aanvraag verondersteld compleet te zijn.
182 4. Stap 2: NFS-studie
183 4.1. Praktische modaliteiten
184
185 Tijdens elke NFS-studie bestudeert de netbeheerder de betrokken zones van zijn net met
186 toegangspunten tot flexibiliteit. In elke betrokken zone houdt de netbeheerder rekening met alle
187 bestaande kwalificaties, met de eventueel nieuwe ontvankelijke kwalificatieaanvragen (cf. §3 hiervoor),
188 met de nieuwe aansluitingen op het net en met de nieuwe configuraties van het net (bijvoorbeeld ten
189 gevolge van investeringen). 190
191 De NFS-studie wordt uitgevoerd vanaf het moment de aanvraag volledig wordt geacht.
192 4.2. Kwalitatieve beschrijving van de NFS-studie en de mogelijke resultaten
193
194 De flexibiliteit kan plaatselijk leiden tot een simultaan gedrag bij de DNGs, verschillend van wat in het
195 verleden werd vastgesteld en van wat in rekening is genomen in de dimensioneringstudies van het
196 net. Bijgevolg volstaan noch de analyse van de statistische gegevens, noch de verbruiksmodellen
197 gebruikt voor netdimensionering om het respecteren van de operationele veiligheidsbeperkingen te
198 verifieren. De netbeheerder moet dus de gevolgen van de flexibiliteit analyseren, rekening houdend
199 met zowel het individuele gedrag van elke flexibele aansluitingspunt als dat van het geheel van de
200 flexibele aansluitingspunten op zijn net: dit is het doel van de NFS-studie die zone per zone
201 gerealiseerd wordt. 202
203 Het resultaat van de NFS-studie laat toe om een kleur toe te kennen aan de zone. In afwezigheid van
204 risico’s mbt de operationele veiligheid wordt de groene kleur toegekend aan de geanalyseerde zone.
205 In het tegenovergestelde geval wordt de rode kleur toegekend aan de zone die overeenstemt met het
206 distributienet elektrisch stroomafwaarts van het element van het net waar een mogelijke congestie
207 geïdentificeerd werd tijdens de NFS-studie. 208
209 De kleur die aan de zone toegekend wordt houdt rekening met de analyse van de impact van de
210 flexibiliteit zowel op het distributienet als op het ttransmissienet. 211
212
Gevolgen voor de zone
KLEUR CODE VAN DE ZONE
GROEN (DOWN en/of UP) | Afwezigheid van xxxxxx’x voor de operationele veiligheid |
ROOD (UP) | Aanwezigheid van een risico voor de operationele veiligheid: maatregelen moeten getroffen worden om de flexibiliteit te beperken in opwaartse richting (UP). |
ROOD (DOWN) | Aanwezigheid van een risico voor de operationele veiligheid: maatregelen moeten getroffen worden om de flexibiliteit te beperken in neerwaartse richting (DOWN). |
ROOD (UP & DOWN) | Aanwezigheid van een risico voor de operationele veiligheid: maatregelen moeten getroffen worden om de flexibiliteit te beperken in opwaartse en neerwaartse richting (UP & DOWN). |
213
214 5. Stap 3: resultaat van de NFS-studie: impact op de kwalificatie van de
215 aansluitingspunten
216
217 5.1. Principes
218 a) In de groene zones worden alle aansluitingspunten die de hierboven bescheven procedure hebben
219 gevolgd, gekwalificeerd, zonder beperkingen en voor een onbepaalde duur.
220 b) Wanneer een groene zone rood wordt in één of twee richtingen als gevolg van een nieuwe NFS-analyse,
221 o De zone wordt rood vanaf de eerste dag van de maand na de maand van de NFS-studie. Deze
222 datum wordt hierna “spildatum van de rode zone” genoemd.
223 o Voor de kwalificaties die in deze zone reeds toegekend werden: deze blijven geldig gedurende 12
224 maanden na de eerste spildatum van de rode zone.
225 Indien er echter een door een regulator goedgekeurd meerjarencontract voor een specifieke
226 Flexibiliteitsdienst met de FRP werd afgesloten blijft het resultaat van de NFS geldig tot de eerste
227 verjaardag van de spildatum die volgt op het beëindigen van dit meerjarencontract.
228 o Voor de aansluitingspunten waarvoor een nieuwe kwalificatieaanvraag werd ingediend: enkel
229 deze punten kunnen mogelijks een voorwaarde opgelegd krijgen door de beperking van het net
230 die tijdens de NFS-studie vastgesteld werd. In functie van het risico van overschrijding van de
231 operationele veiligheid, zal de DNB-beperkingen opleggen aan het gebruik van de flexibiliteit Deze
232 beperkingen kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op het activeerbare vermogen gedurende
233 bepaalde periodes en zijn van toepassing zolang het operationele veiligheidsrisico bestaat,
234 behalve in het speciale geval beschreven in punt d hieronder.
235 c) Aan het einde van de 12 maanden volgend op de eerste spildatum van de rode zone, indien het
236 bovenvermeld risico verbonden is aan het flexibiliteitsvolume tijdens een activering, en zonder
237 andersluidende reglementaire bepaling, verdeelt de DNB de flexibele volumes beschikbaar op haar net
238 volgens het ‘advanced pro-rata’ principe 1 tussen alle aansluitingspunten die betrokken zijn door de
239 beperking.
240 d) Wanneer een rode zone groen wordt, is het principe (a) vermeld hierboven van toepassing voor het geheel
241 van de punten die erin aangesloten zijn en de DNB informeert de betrokken partijen.
242 e) Zolang een rode zone rood blijft, geldt het volgende:
243 o Het blijft mogelijk om nieuwe kwalificatieaanvragen in deze zone in te dienen.
244 o Door de beperking op het net (die de oorsprong is van de rode zone) zal de DNB genoodzaakt
245 zijn om beperkingen op te leggen voor het gebruik van de flexibiliteit van deze nieuwe aanvragen.
246 o Op de verjaardag van de splidatum van de rode zone, en zonder andersluidende reglementaire
247 bepaling, wordt de verdeling gedefinieerd in punt c) toegepast.
248 o De rode zone wordt opnieuw geëvalueerd 12 maanden na de spildatum of sneller na een
249 significante wijziging in de toestand van het net van de rode zone.
250 f) Een aansluitingspunt verliest zijn kwalificatie bij het voorkomen van één van de volgende omstandigheden:
1 Eenzelfde flexibiliteitsvolume wordt toegekend aan alle betrokken aansluitingspunten tot het maximale volume (= het totale volume waarboven de operationele veiligheidsbeperkingen dreigen overschreden te worden) toegekend wordt, of totdat de totale flexibiliteitsaanvraag van één van de betrokken aansluitingspunten wordt voldaan. De precieze allocatieformule is dezelfde als die beschreven (in een andere context) in sectie 6.01 van het volgende document:
IFBrulesv20
251 o Het aansluitingspunt voldoet niet meer aan één van de criteria vermeld in §1
252 o Het aansluitingscontract wordt op zodanige wijze herzien dat de vorige kwalificatie niet meer
253 coherent is met het herziene contract.
254 o In geval van wijziging van de van toepassing zijnde reglementering met betrekking tot flexibiliteit,
255 die een belangrijke herziening zou noodzaken van de procedure die in huidig document
256 beschreven is. 257
258 De volgende tabel vertaalt de principes a) tot f) hierboven in de vorm van 4 mogelijke scenario’s bij een NFS-
259 studie. 260
261
Initiële kleur van de zone | Kleur van de zone na een nieuwe NFS- studie | Gevolgen van de NFS-studie op de nieuwe kwalificatieaanvragen | Gevolgen op de bestaande kwalificaties | |
1 | GROEN | GROEN | Kwalificatie voor de totaliteit van het gevraagde volume Geldig voor onbepaalde duur. | De bestaande kwalificaties blijven geldig gedurende een onbepaalde duur |
2 | ROOD | GROEN | Kwalificatie voor de totaliteit van het gevraagde volume. Geldig voor onbepaalde duur. | Opheffing van de beperkingen voor de reeds gekwalificeerde aansluitingspunten. Kwalificatie voor de totaliteit van het gevraagde volume. Geldig voor onbepaalde duur. |
3 | GROEN | ROOD | Kwalificatie met vermelding van de beperkingen in volume en/of tijd voor de activering van de flexibiliteit en/of de recuperatie van de energie. Indien de beperking verbonden is aan het beschikbare flexibiliteitsvolume, dan is deze verdeeld onder de nieuwe aanvragen volgens het advanced prorata principe, | Informatie van de wijziging van kleur aan het geheel van de gekwalificeerde DNGs aanwezig in de zone: de kwalificatie zoals eerder ontvangen werd blijft geldig gedurende 12 maanden vanaf de 1ste dag van de maand volgende op de vaststelling. |
4 | ROOD | ROOD | Kwalificatie met vermelding van de beperkingen in volume en/of tijd voor de activering van de flexibiliteit en/of de recuperatie van de energie. Indien de beperking betrekking heeft op het flexibiliteitsvolume, is er geen beschikbaar flexibiliteitsvolume (minstens tijdens bepaalde periodes) tot de volgende spildatum van de rode zone. | Geen enkele invloed tot de volgende spildatum van de rode zone. Vanaf deze datum en elk jaar op dezelfde datum, indien de beperking verbonden is aan het flexibiliteitsvolume, wordt dit volume verdeeld over alle flexibele aansluitingspunten (reeds gekwalificeerd op die een kwalificatieaanvraag in deze zone hebben ingediend) volgens het advanced prorata principe. |
262
263 In de tabel hierboven zijn de aanduidingen ‘ROOD’ zowel in de opwaartse richting, de neerwaartse
264 richting als in de opwaartse & neerwaartse richting zijn, cf. de tabel onder punt 5.2. 265
266
267 5.2. Communicatie van de resultaten
268
269 De DNB zal zo vlug mogelijk en in elk geval binnen de dertig kalenderdagen na de ontvangst van een
270 volledige NFS-aanvraag en de eventuele betaling van de studie het resultaat aan de aanvrager bezorgen.
271 6. Overgangsbepalingen
272
273 Het resultaat van de kwalificatie van de aansluitingspunten volgens een vorige versie van het huidige
274 voorschrift blijft onveranderd en geldt tot XX/XX/2022.
275 Bijlage 1: Contact XXX
000
XXX | |
277
278 Bijlage 2: Formulier ‘Connection Contract Check’
279
280 1. Voorwerp van het document
281
282
283
284
285
286
287
288
289
290
291
292
293
294
295
296
297
298
Dit document is een uittreksel van het aansluitingscontract van de distributienetgebruiker. Naast de standaard administratieve gegevens, beschrijft het de flexibiliteitsmiddelen die voorgesteld kunnen worden door de DNG in overeenstemming met het aansluitingscontract en de eventuele aanwezigheid van submeters van de DNB (zie document C8/2 van Synergrid). In dit document zijn eveneens het maximale injectievermogen en/of maximale afnamevermogen opgenomen die overeengekomen zijn in het aansluitingscontract.
2. CCC aanvraag
Dit document wordt afgeleverd aan de Distributienetgebruiker die de aanvraag ingediend heeft bij zijn DNB. Deze aanvraag kan op elk moment bij de DNB ingediend worden, eventueel via de FSP vergezeld van een officieel mandaat van de DNG.
De DNB levert dit document af binnen een termijn van maximaal 15 werkdagen na ontvangst van de aanvraag.
3. CCC Formulier
CCC_NL_versie 20161020.docx
299
300
301
302
303
Bijlage 3: Formulier voor een kwalificatieaanvraag en voor de communicatie van het resultaat door de DNB
C8_01_bijlage3-v2.xl sx
304
305
306
307
308
309
310
311
312
313
314
315
316
317
318
319
320
321
322
323
324
325
326
327
328
329
330
331
332
333
334
335
336
337
338
339
340
341
Bijlage 4 (informatieve bijlage)
Technische conformiteit van de installatie
Elke technische installatie van de DNG moet in overeenstemming zijn met het technisch reglement en de technische voorschrift(en) (waaronder, indien van toepassing X0/000, X0/000, C10/11 en C10/17) evenals met het aansluitingsreglement (indien van toepassing) of de contractuele verplichtingen die van kracht zijn.
In het bijzonder, in het geval waar de flexibiliteit zonder verplaatsing van belasting in de tijd wordt gerealiseerd door de indienststelling van een productie-eenheid voor elektriciteit die in parallel met het distributienetwerk functioneert, zal de DNB de conformiteit nagaan met de C10/11 en van de synchronisatie-apparatuur.
In het geval van flexibiliteit zonder verplaatsing van de belasting in de tijd gerealiseerd door het gebruik van een elektrogeengroep, zijn de volgende vereisten van toepassing:
- Indien de hulpgroep niet in parallel met het distributienet wordt uitgebaat (werking in eiland): de circuits die op deze manier gevoed worden moeten fysiek volledig gescheiden zijn van diegenen die door het distributienet gevoed worden, zoals hieronder afgebeeld (cf. C10/11 §7)
- Indien de groep in parallel met het distributienet wordt uitgebaat :
o De installatie moet conform zijn met C10/11 en wordt beschouwd als lokale productie
o De DNG moet bij de DNB een aanvraag indienen voor een detailstudie voorafgaand aan de NFS.
Om de conformiteit van de aansluiting en van de installaties van een DNG te controleren, kan de DNB op eigen initiatief testen uitvoeren op de installaties. De DNB en de DNG kunnen na overleg de procedure, de kalender en de middelen nodig om deze testen uit te voeren, overeenkomen. Binnen de maand na de uitvoering van de testen levert de DNB een rapport aan de DNG waarin de waarnemingen en metingen opgenomen zijn.
Daarenboven kan de DNB, indien hij het nodig acht, bijkomende inlichtingen vragen, ondermeer in verband met:
• De controle en metingsmiddelen van de flexibele belasting
• De besturingslogica van de flexibele belasting en de recuperatie van de energie (teneinde bijvoorbeeld de compatibiliteit te verifiëren met de beveiliging van de netten van de DNB).
342 Voorbeeld van criteria van operationele Veiligheidsbeperkingen
343 betreffende Distributienetwerken (informatieve bijlage)
344
345 1. Terminologie:
346 • Netwerk in een gedegradeerde operationele modus
347 o Voor het distributienet komt de gedegradeerde operationele modus overeen met elke situatie
348 van het netwerk met onbeschikbaarheid van één of meerdere elementen van het distributienet
349 of van een installatie die functioneel deel uitmaakt van het distributienet, of het nu gaat om
350 een geplande onderbreking voor een onderhoud of ten gevolge van een incident. Met
351 ‘onderdeel van het net’ worden de volgende type-onderdelen bedoeld (niet-limitatieve lijst):
352 ▪ MS-schakelapparatuur (vermogensschakelaar, schakelaar, scheidingsschakelaar …),
353 ▪ een lijn,
354 ▪ een kabel
355 ▪ een transformator,
356 ▪ een onderdeel van het telecom-netwerk,
357 ▪ een besturingsautomaat en/of een beschermingsautomaat,
358 ▪ een rail of een koppeling in een transformatiestation,
359 ▪ een rail of een koppeling in de hoofdcabine van de klant,
360 ▪ elk onderdeel niet door de DNB bestuurd of geëxploiteerd,
361 ▪ …
362 • Netwerk in een normale operationele modus
363 o Voor het distributienetwerk, komt de normale operationele modus overeen met elke situatie
364 van het netwerk, waarin alle onderdelen van het net van de DNB beschikbaar zijn. 365
366 2. Criteria van de Operationele veiligheidsbeperking
367 De Operationele veiligheid betekent de capaciteit van een elektrisch distributiesysteem om een normale
368 operationele modus te behouden of te bewaren of om terug te keren naar dergelijke modus en is
369 gekarakteriseerd door zijn thermische beperkingen, de beperkingen opgelegd door de spanning en het
370 kortsluitingsvermogen. 371
372 Ongeacht de criteria die hier worden voorgesteld om de operationele veiligheid van het distributienet te
373 kaderen, dient elke distributienetgebruiker steeds alle aansluitvoorwaarden te respecteren, waaronder de
374 elementen beschreven in het hoofdstuk Technische conformiteit van de installatie in deze Bijlage. 375
376 De invulling van deze criteria d.m.v. technische grenzen is uiteraard onafhankelijk van de oorzaak die de
377 operationele veiligheid in het gedrang brengt. In die zin zijn de aansluitvoorwaarden van de DNB eveneens
378 gebaseerd op diezelfde operationele grenzen. In een noodsituatie, als de operationele veiligheid of de
379 betrouwbaarheid van het elektriciteitsdistributienet in acuut gevaar is of dreigt te komen, kan de DNB alle
380 uitzonderlijke en tijdelijke maatregelen te nemen die hij nodig acht met het oog op de veiligheid, de
381 betrouwbaarheid, kwaliteit en beschibaarheid van het elektriciteitsdistributienet, of om verdere schade te
382 voorkomen. Bij het hanteren van deze criteria in het kader van flexibiliteit, dient echter een zekere marge
383 gehanteerd te worden om nog steeds het normale gedrag te kunnen ondersteunen. Deze veiligheidsmarge
384 moet de DNB toelaten om tijdig gealarmeerd te worden en de nodige corrigerende acties te opzetten
385 vooraleer de normale operationele modus verlaten wordt. Tevens kunnen maatregelen worden bepaald
386 die garanderen dat de criteria worden gerespecteerd. 387
388 De technische grenzen die gehanteerd worden kunnen verschillend zijn naargelang de operationele
389 modus waarin het netwerk zich bevindt. 390
391 Naast de veiligheid van personen, worden deze Operationele veiligheidsbeperkingen in het kader van de
392 flexibiliteit als volgt gedefinieerd:
393 • Het kortsluitingsvermogen in elk punt van het distributienet mag niet hoger zijn dan de
394 constructieve beperkingen van de uitrusting.
395 • Het vermogen uitgewisseld op het TNB-DNB interconnectiepunt is compatibel met de
396 beperkingen van de TNB.
397 • De stroom die door de uitrusting loopt, mag niet hoger zijn dan de constructieve mogelijkheden
398 van de uitrusting, en voornamelijk:
399 | o In een net in normale operationele modus, komt het te beschouwen constructieve |
400 | vermogen van de uitrusting overeen met de cyclische normale stroom of met de |
401 | permanente stroom, afhankelijk van het belastingsprofiel (verwacht of gemeten). |
402 | o In een net in gedegradeerde modus, komt het te beschouwen constructieve vermogen |
403 | van de uitrusting overeen met de cyclische stroom in nood regime of met de permanente |
404 | stroom, afhankelijk van het belastingsprofiel (verwacht of gemeten). |
405 | • Op het laagspanningsnet dient het onevenwicht tussen de fasen beperkt te blijven.Het |
406 | spanningsniveau en de spanningsvariaties voor de eindgebruikers (zowel MS als LS) zijn |
407 | compatibel met de norm EN 50160. |
408 | Hierbij wordt o.a. rekening gehouden met spanningsschommelingen op het net. |
409 | • Tevens dient aandacht gegeven te worden aan de negatieve effecten van fluctuerende stroom, |
410 | zoals flicker en harmonische spanning, met mogelijks escalaties op lange termijn tot gevolg. |
411 | Indien de DNB dergelijke effecten vaststelt, wordt in contact getreden met de veroorzaker |
412 | conform de geldende reglementering.Het verplaatsen van het nulpunt is heel erg beperkt (20%). |
413 | • De veerkracht van het distributienet dient intact te blijven na onverwachte uitvallen door |
414 | beveiligingsapparatuur. De stuurinstallaties van flexibele installaties dienen bijgevolg een failsafe |
415 | gedrag te vertonen dat deze veerkracht ondersteunt. |
416 | • Het reactief gedrag op het net dient de spanning te ondersteunen en dient zowel op individueel |
417 | niveau als op niveau van het netwerk beheerst te worden. |
418 |
419 Voorbeelden van de gevolgen van de flexibiliteit op het DNB-net
420 (informatieve bijlage)
421
422 Voorbeeld van het effect van een daling van het verbruik met als gevolg een
423 overschrijding van de toegelaten spanning (net in normale operationele modus)
424
425 Ofwel het volgende fictieve netwerk:
426 Vanuit het transformatorstation HS/MS, een feeder bevoorraadt een fabriek waar er een
427 warmtekrachtkoppeling aanwezig is, meerdere flexibele industriële klanten, een windturbine en een XX/XX-
000 netwerkcabine die zelf een paar woningen bevoorraadt.
429
430
We nemen een spanningsplan uit de maand februari om 07u00, dat er uitziet als volgt:
150 kV
+10%
15 kV
400 V
+5 %
-5 %
- 10 %
XXX XXXX.
000 | |
000 | Xxxxxxx dat: |
433 | • noch de fabriek, noch de flexibele DNGs hun activiteiten hebben gestart (residueel verbruik); |
434 | • de windturbine draait op de helft van haar nominaal vermogen; |
435 | • er verbruik is van de residentiële klanten (geen fotovoltaïsch productie want de zon is nog niet |
436 | opgekomen). |
437 | De operationele spanningslimieten worden goed nageleefd. |
438 | Dezelfde dag, om 8h00, wordt de situatie als volgt: |
439
440
441
150 kV
+10%
15 kV
400 V
442
+5 %
-5 %
- 10 %
URD FLEX.
Limite de Sécurité opérationnelle atteinte
150 kV
+10%
15 kV
400 V
+5 %
-5 %
- 10 %
Limite de Séc
opérationnelle d
Effet de la diminution de
charge du à la flexibilité
URD FLEX.
urité
épassée
443 | |
444 | Wetende dat: |
445 | • de fabriek met de warmtekrachtkoppeling in volle bedrijvigheid is; |
446 | • de flexibele DNG maximaal verbruiken; |
447 | • de windturbine draait op volle kracht; |
448 | • er verbruik is van de residentiële klanten (de fotovoltaïsche productie is te verwaarlozen). |
449 | De operationele veiligheidsbeperking op gebied van de spanning is bereikt, maar wordt niet overschreden. |
450 | Om 10u00 is er een vraag naar flexibiliteit door een vermindering van afname door de flexibele klanten. |
451 | Het spanningsplan ziet er als volgt uit : |
452
453 Er wordt vastgesteld dat de verbruiksdaling van de flexibele DNG een overschrijding van de Operationele
454 veiligheidsbeperkingen in MS en zelfs van de vigerende norm in LS veroorzaakt (doordat op dat uur het
455 verbruik van de residentiële klanten minimaal is en dat de fotovoltaïsche zonnepanelen produceren).
456
457 Voorbeeld van het rebound-effect dat thermische problemen veroorzaakt (net in
458 normale operationele modus)
459
460
461
462
463
464
465
466
467
468
469
470
471
472
473
474
475
476
477
478
479
480
481
482
483
484
485
486
487
488
489
490
491
492
493
494
495
496
497
498
499
500
501
502
De flexibele belastingen met verplaatsing van de belasting worden gekenmerkt door een overdracht van een deel van de afname (energie en vermogen) van de activeringsperiode (t) naar een ander tijdstip (t + x). Op dit tijdstip (t + x), komt de verplaatste belasting (vermogen) bovenop het normale afnamevermogen van de DNG op hetzelfde moment.
Bijvoorbeeld, een gekoelde ruimte met een temperatuur ingesteld op -8 °C ± 1 °C die tijdelijk kan gewijzigd worden naar -7 °C ± 1 °C. Wanneer de ingestelde temperatuur terugkeert tot -8 °C, zal de koelgroep waarschijnlijk meer draaien en bijgevolg meer dan normaal verbruiken (gedurende de tijd om terug te keren naar de initiële instelling).
De flexibele belastingen zonder verplaatsing van de belasting laten toe om de afname of de injectie te moduleren, zonder de noodzaak om de energie op een ander tijdstip te recupereren. Bijvoorbeeld het gebruik van een noodgenerator in parallel met het net, of het uitschakelen van verlichting, verminderen de afname vanuit het distributienet. De flexibele belastingen zonder verplaatsing van de belasting veroorzaken geen rebound effect.
Voorbeeld van een kabel met zijn belastingsprofiel (MW 1/4h) op een typische dag (distributiecapaciteit = 7 MW):
Sans Flex
5
4,5
4
3,5
3
2,5
2
1,5
1
0,5
0
0:00
6:00
12:00
18:00
0:00
6:00
Ofwel een DNG A die een aanvraag indient voor het gebruik van flexibiliteit van afname met verplaatsing; de eigenschappen die door de DNG gecommuniceerd werden, zijn de volgende:
• De eigenschap van de flexibiliteit:
o Vermogen dat kan verminderd worden (1/4u): 1,5 MW
o Beschikbaarheid van de flexibiliteit = 100 %
o Maximale duur van de activering = max. 2u
• De eigenschap om energie te recuperen:
o Op elk moment (24/24 - 7/7)
o Omvang van de verplaatsing (in vermogen) : idem als de vermidering
Ofwel een DNG B die een aanvraag indient voor het gebruik van flexibiliteit van afname met verplaatsing; de eigenschappen die door de DNG gecommuniceerd werden zijn de volgende:
• De eigenschap van de flexibiliteit:
o Vermogen dat kan verminderd worden (1/4u): 1,5 MW
o Beschikbaarheid van de flexibiliteit = enkel tussen 14u en 18u
o Maximale duur van de activering = max. 2u
• De eigenschap op energie te recuperen:
o Recuperatie binnen de 2u die volgen op de activeringsperiode (inclusief na 18u)
o Omvang van de verplaatsing van de belasting (in vermogen):
▪ Recuperatie in 2u, 2/3 het 1ste uur, 1/3 het 2de uur
Analyse door de DNB:
503
504
505
506
507
508
509
510
511
512
513
514
515
Het meest ongunstige moment is een aanvraag voor flexibiliteit van 14h00 tot 16h00, hetzij een afnamevermindering van 2 x 3 MW
5
4,5
4
3,5
3
2,5
2
1,5
1
0,5
0
0:00
6:00
12:00
18:00
0:00
6:00
Het meest ongunstige rebound-effect
9
8
7
6
5
4
3
2
1
0
0:00
6:00
12:00
18:00
0:00
6:00
Onder deze omstandigheden worden de operationele beperkingen van de kabel overschreden en moet de DNB maatregelen treffen om dit effect te beperken.
Overeenkomst
tussen
de DNB en de FSP
in het kader van
de levering van flexibiliteitsdiensten door het gebruik van flexibiliteit bij distributienetgebruikers
Tussen: Naam FSP
Maatschappelijke zetel: XXXXXXX Ondernemingsnummer: XXXXXXXXX BTW-nummer: XXXXXXXXX Vertegenwoordigd door XXXXXXXXXX hierna “de FSP” genoemd
Enerzijds
En Naam DNB of Werkmaatschappij Maatschappelijke zetel: XXX Ondernemingsnummer XXX
BTW-nummer.: XXXX
Vertegenwoordigd door XXX en XXX, gevolmachtigden
en handelend in naam en voor rekening van de volgende distributienetbeheerders: Naam DNB, Naam DNB, … Invoeging lijst (+ EAN/GLN-codes)
hierna “de DNB” genoemd,
Anderzijds
en beiden hierna eveneens, zonder onderscheid, afzonderlijk “Partij” of samen “Partijen” genaamd,
Xxxxxxxxxxx
0) dat een groeiend aantal netgebruikers hun flexibiliteit wensen te valoriseren in de elektriciteitsmarkten;
2) dat de DNB, als marktfacilitator en databeheerder, de ontwikkeling van de flexibiliteit van netgebruikers aangesloten op zijn net wil bevorderen;
3) dat een nieuwe marktrol is ontstaan, namelijk die van Dienstverlener van flexibiliteit, met als doel de valorisatie van flexibiliteit van netgebruikers te faciliteren voor de Aanvragers van flexibiliteit;
4) dat de simultane activatie van flexibiliteit bij meerdere DNG’s in bepaalde gevallen de operationele veiligheid van het distributienet in gevaar kan brengen;
5) dat, in het licht van de voorgaande elementen, een FSP-DNB-overeenkomst noodzakelijk blijkt om onder andere volgende zaken vast te leggen:
• de voorwaarden voor deelname van Dienstverleningspunten voor flexibiliteit aan de verschillende Flexibiliteitsdiensten;
• de informatie die de FSP ter beschikking moet stellen van de DNB om hem toe te laten de impact van de flexibiliteit op zijn net te analyseren en de flexibele volumes te berekenen;
• de praktische modaliteiten om de lijst met punten die de FSP kan activeren, samen te stellen en te wijzigen;
• de respectieve rollen van Partijen met betrekking tot de activering van de flexibiliteit, het beheer van meetgegevens en de berekening van de flexibele volumes;
• de voorwaarden volgens dewelke de DNB de meetgegevens aan de FSP kan overmaken;
• de respectieve verantwoordelijkheden van de Partijen.
6) dat deze verschillende elementen het onderwerp zijn van de onderhavige overeenkomst, voor de Flexibiliteitsdiensten opgenomen in bijlage;
7) dat deze lijst met Flexibiliteitsdiensten in de toekomst regelmatig kan evolueren, onder de vorm van bijlagen aan de onderhavige overeenkomst;
8) dat de onderhavige overeenkomst via Synergrid aan de Belgische gewestelijke regulatoren voor energie werd voorgelegd; dat deze laatsten ze hebben goedgekeurd op 21 augustus 2020 door de CWaPE, op 1 september 2020 door de VREG en op 2 september door Xxxxxx;
wordt overeengekomen hetgeen volgt:
Artikel 1 Voorwerp van de overeenkomst - Definities
1.1. Voorwerp van de overeenkomst
Onderhavige overeenkomst beschrijft de bijzondere wederzijdse rechten en plichten van de DNB en de FSP met betrekking tot het gebruik door de FSP van flexibiliteit van distributienetgebruikers aangesloten op het distributienet beheerd door de DNB in het kader van een of meerdere Flexibiliteitsdiensten zoals bepaald in de dienstencatalogus in Bijlage 1.
De Partijen erkennen dat de onderhavige overeenkomst, die werd goedgekeurd door de bevoegde gewestelijke regulator, volledig wordt onderworpen aan het toepasselijke TRDE, alsook al zijn eventuele toekomstige wijzigingen.
Het contract afgesloten tussen de FSP en de DNG mag geen bepalingen bevatten die in strijd zijn met de bepalingen in onderhavige overeenkomst. In geval van incompatibiliteit kan de DNB de FSP vragen om het contract DNG-FSP te regulariseren ten aanzien van de onderhavige overeenkomst. Bij gebrek aan een regularisatie binnen een redelijke termijn behoudt de DNB zich het recht voor om de onderhavige overeenkomst op te schorten volgens de modaliteiten voorzien in artikel 11.
Onderhavige overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten en plichten van de DNB in het kader van de MIG (Message Implementation Guide), de allocatie, de reconciliatie en settlement-processen van de marktwerking, met inbegrip van de taken van de DNB voor het ter beschikking stellen van de gevalideerde meetgegevens aan de partijen die in de reglementering voorzien zijn.
1.2. Definities
In het kader van de huidige overeenkomst, zijn de volgende definities van toepassing:
(1) Een Dienstverleningspunt voor flexibiliteit (SDP-F) is een element, verbonden aan een aansluitingspunt, dat kan gebruikt wordt in het kader van één of meerdere Flexibiliteitsdiensten. Het wordt geïdentificeerd door het meetpunt dat gebruikt wordt voor de controle en/of de berekening van de beschikbaarheid en/of activatie van flexibiliteit in het kader van de Flexibiliteitsdiensten bedoeld in de onderhavige overeenkomst.
(2) Flexibiliteitsdienst: de lijst met Flexibiliteitsdiensten, waarvoor de onderhavige overeenkomst geldig is, is opgenomen in de dienstencatalogus (Bijlage 1).
(3) Flexibiliteitsaanvrager (FRP): marktspeler die een overeenkomst heeft gesloten met een of meerdere Dienstverleners van flexibiliteit met het oog op de levering van een Flexibiliteitsdienst.
(4) Dienstverlener van flexibiliteit (FSP): marktspeler die een of meer Flexibiliteitsdiensten via een of meerdere Dienstverleningspunten voor flexibiliteit levert. De FSP, Partij in de onderhavige overeenkomst, is een Dienstverlener van flexibiliteit.
(5) Pool: geheel van de Dienstverleningspunten voor flexibiliteit die de FSP mag activeren in het kader van de Flexibiliteitsdiensten. Voor elk Dienstverleningspunt van flexibiliteit dat deel uitmaakt van de Pool, bevat deze alle administratieve en technische informatie met het oog op een correcte uitvoering van de onderhavige overeenkomst (o.a. EAN, adres, plaats van het meetpunt, betrokken Flexibiliteitsdiensten, beperkingen, de flexibiliteitsmiddelen, meet- en telmodaliteiten, …).
1.3. Afkortingen
In het kader van de huidige overeenkomst, zijn de volgende afkortingen van toepassing:
(1) DNG: Distributienetgebruiker;
(2) FRP: Flexibiliteitsaanvrager (Flexibility Requesting Party)
(3) SDP–F: Dienstverleningspunt voor flexibiliteit (Service Delivery Point of Flexibility)
(4) TRDE: Technisch Reglement voor Distributie van Elektriciteit
Artikel 2 Lijst van de bijlagen
Alle bijlagen van deze overeenkomst maken integraal deel uit van de onderhavige overeenkomst.
Dienstencatalogus | Bijlage 1 |
Formulier voor de aanvraag van een identificatie voor een nieuw SDP-F | Bijlage 2 |
Pool | Bijlage 3 |
Contactpersonen | Bijlage 4 |
Artikel 3 Vergunning voor de levering van Flexibiliteitsdiensten
Voor zover de van toepassing zijnde gewestelijke wetgeving het oplegt, moet de FSP beschikken over een vergunning voor de levering van Flexibiliteitsdiensten en dit minimaal voor de geldigheidsduur van onderhavige overeenkomst.
In voorkomend geval, door het ondertekenen van onderhavige overeenkomst, bevestigt de FSP te beschikken over een geldige vergunning.
De FSP verbindt zich ertoe om de DNB zonder verwijl te informeren indien hij niet meer over dergelijke vergunning beschikt.
Artikel 4
Voorwaarden voor deelname van Dienstverleningspunten voor
flexibiliteit
4.1. Voorwaarden van toepassing op alle Flexibiliteitsdiensten
Elk Dienstverleningspunt voor flexibiliteit (SDP–F) moet voldoen aan de volgende voorwaarden:
a) Het toegangspunt dat gelinkt is met het SDP-F moet gedekt zijn door een geldig toegangscontract tussen de toegangshouder (DNG of leverancier van de DNG) en de DNB.
b) Indien het aansluitingspunt gelinkt aan het SDP-F verbonden is met het distributienet op een spanning groter dan 1kV, moet dit gedekt zijn door een geldig aansluitingscontract, gesloten met de DNB.
c) De installaties van de DNG zijn conform de geldende technische reglementering (TRDE, Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties).
d) Een SDP–F kan slechts opgenomen worden in de Pool van één enkele Dienstverlener van flexibiliteit, voor de Flexibiliteitsdiensten opgenomen in Bijlage 1.
e) Indien de FSP beschikt over meerdere SDP-F’s gelinkt aan eenzelfde aansluitingspunt, moeten al deze SDP-F’s zich bevinden op het hoofd van de installatie of op afzonderlijke elektrische circuits. Het is niet toegelaten om een SDP-F te hebben op het hoofd van de installatie en een andere SDP-F op een specifiek circuit van deze installatie, tenzij eventueel anders vermeld in de dienstencatalogus (Bijlage 1, kolom E).
f) Als meerdere Dienstverleners van flexibiliteit aanwezig zijn op een elektrische installatie gelinkt aan eenzelfde aansluitingspunt, moeten de SDP-F’s van elk van deze Dienstverleners van flexibiliteit zich in afzonderlijke elektrische circuits bevinden. Geen enkele SDP-F mag zich aan het hoofd van de installatie bevinden.
4.2. Specifieke voorwaarden voor elke Flexibiliteitsdienst
Om te kunnen deelnemen aan een bepaalde Flexibiliteitsdienst moet het SDP-F voldoen aan de specifieke voorwaarden voor die Flexibiliteitsdienst. Deze voorwaarden zijn aangegeven in de dienstencatalogus (Bijlage 1, kolom D).
Artikel 5 Procedure voor samenstelling en wijziging van de Pool
5.1. Algemeen
De FSP erkent uitdrukkelijk het feit dat om een SDP–F in de Pool op te nemen, de verplichting bestaat minstens effectief een flexibiliteitsovereenkomst met de betrokken DNG onderschreven te hebben dat verenigbaar is met het aansluitingscontract en met de kwalificatie van het aansluitingspunt afgeleverd door de DNB.
Dit artikel is een tijdelijke bepaling, die vervalt op de dag dat er hieromtrent hogere regelgeving in werking treedt.
Bovendien, indien de FSP eenzelfde SDP–F wenst te gebruiken voor meerdere Flexibiliteitsdiensten, komt het hem toe zich ervan te vergewissen dat de Algemene voorwaarden voor Flexibiliteitsdiensten (zie Bijlage 1, kolom C) een dergelijke combinatie toelaten. De DNB voort deze controle niet uit.
5.2. Samenstelling van de Pool en wijziging ervan op vraag van de FSP
Bij het ondertekenen van de overeenkomst bevat de Pool initieel geen enkele SDP–F. Het samenstellen van de Pool voor de eerste maal komt neer op het wijzigen van de samenstelling ervan door één of meerdere SDP–F toe te voegen.
Alvorens een SDP-F in de Pool toe te voegen, moet de FSP aan de DNB vragen om een identificatie (EAN) toe te kennen door gebruik te maken van het formulier, opgenomen in bijlage 2.
Een keer per maand kan de samenstelling van de Pool gewijzigd worden, door één of meerdere SDP– F’s toe te voegen, te wijzigen of te verwijderen. Hiervoor communiceert de FSP aan de DNB, uiterlijk 5 werkdagen voor het einde van de maand, de lijst van de SDP–F’s waarvan hij de flexibiliteit wenst te activeren tijdens de volgende maand en dit volgens het formaat van bijlage 3. Deze communicatie gebeurt via e-mail op het adres vermeld in bijlage 4 (Contactpersonen).
De DNB verbindt zich ertoe om, binnen de 5 werkdagen volgend op de ontvangst van deze e-mail, een update van de Pool aan de FSP te bezorgen. Deze update treedt in werking op de eerste dag van de volgende maand. Tijdens deze periode van 5 werkdagen zal de DNB voor elk SDP–F dat de FSP wil wijzigen of aan zijn Pool wil toevoegen, nagaan of hij voldoet aan de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 4 van de onderhavige overeenkomst.
Indien niet aan elk van deze voorwaarden is voldaan kan de DNB de aanvraag weigeren.
Indien een FSP een SDP-F wenst toe te voegen aan zijn Pool dat reeds opgenomen is in een Pool van een andere Dienstverlener van flexibiliteit, zal de DNB deze laatste verwittigen door het verwijderen van deze SDP-F uit zijn Pool. In deze context behoudt de DNB zich het recht voor om aan de FSP een attest van de DNG voor het betrokken SDP–F te vragen.
5.3. Wijziging van de Pool op aanvraag of op initiatief van de DNB
5.3.1 Onmiddellijke verwijdering van een SDP-F uit een Pool
De DNB mag het (de) SDP–F(‘s) verbonden aan een aansluiting onmiddellijk en tijdelijk verwijderen uit de Pool indien niet meer voldaan wordt aan de voorwaarden 4.1.a), 4.1.b), 4.1.c) opgenomen in artikel 4.
De DNB zal de FSP van de onmiddellijke verwijdering van het (de) SDP–F(‘s) uit de Pool informeren via een aanpassing van de bijlage 3 en hij zal zijn beslissing motiveren; bovendien zal de DNB de betrokken DNG tijdig informeren. De FSP kan opnieuw het (de) verwijderde SDP–F(‘s) toevoegen van zodra opnieuw voldaan is aan alle voorwaarden opgenomen in artikel 4.
5.3.2 Andere verwijdering van een SDP-F uit een Pool
Indien de DNB een vermoeden heeft dat het (de) SDP-F(‘s) verbonden aan een aansluiting niet meer voldoen aan de voorwaarden uit artikel 4.1.d) tot 4.1.f) of uit artikel 4.2, dan brengt hij de FSP op de hoogte van dit vermoeden. De FSP heeft 5 werkdagen om een wederwoord te bezorgen vanaf de dag van het ontvangen van het bericht van de DNB. Indien de FSP na 5 werkdagen geen wederwoord gestuurd heeft of indien het wederwoord van de FSP niet voldoende is voor de DNB om het vermoeden te weerleggen, dan mag de DNB het (de) SDP–F(‘s) verbonden aan een aansluiting tijdelijk verwijderen uit de Pool indien niet meer voldaan wordt aan de voorwaarden uit artikel 4.1.d) tot 4.1.f) of uit artikel 4.2.
De DNB zal de FSP van de verwijdering van het (de) SDP–F(‘s) uit de Pool informeren via een aanpassing van de bijlage 3 en hij zal zijn beslissing opnieuw motiveren; bovendien zal de DNB de betrokken DNG tijdig informeren. De FSP kan opnieuw het (de) verwijderde SDP–F(‘s) toevoegen van zodra opnieuw voldaan is aan alle voorwaarden opgenomen in artikel 4.
De DNB kan verder een SDP-F uit de Pool van de FSP verwijderen als een andere Dienstverlener van flexibiliteit een aanvraag voor toevoeging van dit SDP-F indient voor toevoeging ervan aan zijn eigen Pool. In deze context behoudt de DNB zich het recht voor om aan de FSP een exclusiviteitsattest van de DNG voor het betrokken SDP–F te vragen.
5.3.3 Beperkingen op vraag van de DNB
De DNB kan, volgens het geldende wettelijk kader, de levering van flexibiliteit via één of meerdere SDP–F’s tijdelijk beperken als de levering de operationele veiligheid van zijn elektriciteitsdistributienet in het gedrang kan brengen.
Volgens het geldende wettelijk kader past de DNB de technische criteria toe waaraan voldaan moet zijn opdat sprake kan zijn van het in het gedrang komen van de operationele veiligheid van het elektriciteitsdistributienet.
De DNB zal de FSP van deze beperking informeren via een aanpassing van de bijlage 3 en hij zal zijn beslissing motiveren; bovendien zal de DNB de betrokken DNG tijdig informeren.
5.3.4 Betwisting
In geval de FSP niet akkoord gaat met één van de bovenvermelde beslissingen van de DNB kan hij de DNB vragen om zijn beslissingen opnieuw te evalueren. Deze her-evaluatie wordt gemotiveerd en tijdig ter kennis gebracht van de FSP. De FSP of de DNG heeft bovendien steeds de mogelijkheid om de beslissingen van de DNB aan te vechten bij de daarvoor bevoegde gewestelijke ombuds- of geschillendiensten.
Artikel 6 Activering van de flexibiliteit
De FSP verbindt zich ertoe enkel de flexibiliteit te activeren bij de SDP–F’s die deel uitmaken van de Pool, en de beperkingen en limieten opgenomen in bijlage 3 te respecteren. De FSP verbindt zich er ook toe enkel de flexibiliteitsmiddelen te gebruiken die zijn opgenomen in bijlage 3.
De DNB is op geen enkele wijze betrokken in de communicatie tussen FSP en DNG om de flexibiliteit te activeren.
Bij elke activering van de flexibiliteit in het kader van onderhavige overeenkomst, verbindt de FSP zich ertoe om dit, ten laatste de eerste werkdag na de activering, te melden aan de DNB, volgens de modaliteiten vermeld in de dienstencatalogus (Bijlage 1, kolom E). Daarenboven zullen de FSP en de DNB samenwerken om de tijd die nodig is voor het verstrekken van deze informatie te verminderen.
Artikel 7 Meting, berekening en communicatie van de flexibiliteitsvolumes
Dit artikel is van toepassing op alle Flexibiliteitsdiensten, behalve als de DNB niet betrokken is bij de meting, de berekening en de communicatie aan de FRP van de flexibiliteitsgegevens. Desgevallend wordt dit verduidelijkt in de dienstencatalogus (Bijlage 1, kolom E).
De DNB is verantwoordelijk voor de berekening van de flexibiliteitsvolumes (beschikbaar en/of geactiveerd) van elk SDP–F aangesloten op zijn net en hun communicatie aan de FRP (onder al of niet geaggregeerde vorm, volgens de van toepassing zijnde marktprocessen). De tel- en/of meetgegevens die hiervoor gebruikt worden komen van een of meer tel- en/of meetinstrumenten zoals vermeld in de Pool voor elk SDP-F afzonderlijk. In het geval van het gebruik van een privé tel- of meetinstrument of de communicatie van deze gegevens aan de DNB, zal de FSP waken over de goede werking ervan.
Indien voor de berekening van de flexibiliteitsvolumes andere informatie nodig is dan de meetgegevens dan worden deze per SDP-F en per Flexibiliteitsdienst gepreciseerd onder de rubriek ‘Informatie voor de settlement van de Pool’ (Bijlage 3). De FSP is verantwoordelijk voor hun juistheid en het ter beschikking stellen ervan bij het updaten van de Bijlage 3 volgens de procedure beschreven in het artikel 5.2.
De FSP kan beschikken over de meetgegevens met betrekking tot de SDP-F’s van de Pool die nodig zijn voor de uitvoering van zijn activiteiten. Daartoe moet hij vooraf het bewijs leveren aan de DNB dat de betrokken DNG toestemming verleent om deze gegevens over te maken aan de FSP. Dit bewijs zal geleverd worden onder de vorm van een officieel mandaat van de DNG volgens een model dat vastgelegd is door de DNB.
De DNB streeft naar eenzelfde beschikbaarheid als deze bepaald voor de leveringsmarkt in het TRDE.
Indien de FSP wenst te beschikken over andere dan de wettelijk bepaalde gegevens met betrekking tot de SDP–F van de Pool, sluiten de FSP en de DNB hiervoor een afzonderlijk datatoegangscontract af. Deze gegevens worden gecommuniceerd per e-mail of elke andere manier van communicatie overeengekomen tussen de DNB en de FSP.
In geval de SDP-F zich bij een DNG van een gesloten distributienet, aangesloten op het distributienet, bevindt, wordt de uitvoering van onderhavig artikel overeengekomen tussen de DNB en de beheerder van het betrokken gesloten distributienet in overeenstemming met het geldende reglementair kader.
Artikel 8 Aansprakelijkheid
De Partijen zullen gedurende de looptijd van de onderhavige overeenkomst de nodige en redelijke maatregelen nemen om eventuele schade van de ene Partij aan de andere te voorkomen en, in voorkomend geval, te beperken.
Behoudens schade die het gevolg is van bedrog of opzet door een Partij, waarvoor die Partij steeds volledig aansprakelijk is, zijn de Partijen ten opzichte van elkaar enkel aansprakelijk voor elke rechtstreekse materiële of lichamelijke schade, ten gevolge van elke actie die de schadeveroorzakende Partij heeft ondernomen, gevraagd of nagelaten heeft te ondernemen en die aan de oorzaak ligt van de betreffende schade alsook ten gevolge van elke inbreuk op de bepalingen van de onderhavige overeenkomst.
Deze aansprakelijkheid, zowel van de FSP als van de DNB, kan nooit leiden tot een hogere vergoeding dan de integrale vergoeding van de werkelijk geleden schade. Behoudens schade die het gevolg is van bedrog of opzet, is de aansprakelijkheid beperkt tot 2.000.000 euro per incident en tot 5.000.000 euro per jaar voor het geheel van incidenten. Dit maximumbedrag geldt niet voor schade aan personen.
Partijen zullen elkaar tevens vrijwaren voor claims van derden, met betrekking tot de schade die de betrokken Partij veroorzaakt heeft aan die derde, in het kader van de uitvoering van onderhavige overeenkomst.
Onverminderd het specifiek schadevergoedingsregime dat geldig is op gewestelijk niveau, kan de FSP geen aanspraak maken op een schadevergoeding van of vrijwaring door de DNB:
• In geval van een gemotiveerde weigering om een SDP-F toe te voegen in de Pool van de FSP of bij wijziging van een Pool op aanvraag van de DNB volgens de procedure beschreven in artikel 5;
• In geval de DNG een onderbreking ondervindt ten gevolge van een overschrijding van zijn aansluitingsvermogen.
• Indien een geplande onderbreking die werd gecommuniceerd aan de DNG binnen de wettelijke termijnen, de activering van de flexibiliteit bij deze DNG verhindert.
• Indien een ongeplande onderbreking de activering van de flexibiliteit bij een DNG verhindert.
• Indien een situatie van overmacht of een noodsituatie – zoals gedefinieerd in het TRDE en met inbegrip van de activering door de TNB van het afschakelplan bij energieschaarste – de activering van de flexibiliteit bij een DNG verhindert.
• Indien de DNB een SDP-F uit de Pool van de FSP verwijdert bij een van de aanleidingen beschreven in artikel 5.3.
• Indien de activatie van flexibiliteit op het betrokken SDP-F niet mogelijk is omdat de flexibele toepassing op dit punt systematisch slechts gedurende een deel van de tijd onder spanning staat, doordat:
• deze toepassing is aangesloten op het uitsluitend-nacht-circuit van de netgebruiker;
• er een schakellogica wordt toegepast die de voeding naar de flexibele toepassing onderbreekt gedurende bepaalde tijdsblokken of tariefperiodes.
• In geval van een gemotiveerde opschorting van onderhavige overeenkomst voor schending door de FSP, op voorwaarde dat de procedure als beschreven in artikel 11 gevolgd werd.
• Ten gevolge van enige vergoeding of boete in hoofde van de FSP die het gevolg is van het niet nakomen van de contractuele of reglementaire verplichtingen van de FSP ten opzichte van de FRP anders dan de eventuele vergoeding voor de beperking van flexibiliteit die in het wettelijk kader wordt vastgelegd.
De Partijen vrijwaren elkaar voor elke claim met betrekking tot de inbreuk op de confidentialiteit van de gegevens of op de privacy van de betrokken DNG’s, tenzij de inbreuk op de confidentialiteit van die gegevens het gevolg is van een inbreuk door één van de Partijen op de bepalingen van artikel 9 van deze overeenkomst.
Artikel 9 Confidentialiteit en bescherming van persoonsgegevens
De bepalingen uit het TRDE met betrekking tot vertrouwelijkheid, evenals de vigerende reglementering inzake privacy, zijn van toepassing op alle gegevens en informatie uitgewisseld tussen de Partijen in het kader van onderhavige overeenkomst.
Bij uitbreiding, en in afwachting van een eventuele specifieke reglementering voor de flexibiliteitsmarkt, worden de vertrouwelijkheidsregels met betrekking tot de meetgegevens, die van toepassing zijn op de meters gebruikt in het kader van de werking van de energiemarkt, eveneens toegepast op de meetgegevens van privémeters die worden gebruikt in het kader van onderhavige overeenkomst.
De informatie die door de FSP wordt uitgewisseld met de DNB in het kader van deze overeenkomst, of die reeds in het bezit is van de DNB, dient beschouwd te worden als confidentiële informatie, met uitzondering van de informatie die reeds publiek bekend is. Als uitzondering op deze bepaling mag de DNB de betrokken informatie doorgeven aan de bevoegde overheden of aan elke andere instantie die kan aantonen dat zij nood heeft aan deze gegevens of dat zij het recht heeft om over deze gegevens te beschikken.
In elk geval blijven de DNG’s eigenaar van hun meetgegevens. De DNB maakt slechts gegevens over aan de FSP van een individuele DNG indien de FSP over een bewijs beschikt dat de DNG dit aanvaardt.
Vooraleer over te gaan tot enige verwerking van persoonsgegevens tussen de Partijen, zullen zij overleg voeren over de toepasselijkheid, de gevolgen en de implementatie van de daarop van toepassing zijnde wetgeving en reglementering en in het bijzonder de Europese “Algemene Verordening Gegevensbescherming” – (EU) 2016/679 en de mogelijkheid tot verwerking. In geen geval zullen persoonsgegevens verwerkt worden zonder dat de Partijen hierover voorafgaandelijk een overeenkomst hebben afgesloten waarin, onder meer maar niet hiertoe beperkt, voorwaarden en maatregelen zullen opgenomen worden voor deze verwerking en de bescherming van de betrokken gegevens, rekening houdende met de respectievelijke rol(len) van iedere Partij.
Artikel 10 Vergoeding van de DNB
De kosten van de DNB veroorzaakt door de uitvoering van de onderhavige overeenkomst zullen slechts aan de FSP worden gefactureerd, voor zover de toerekening van deze kosten wordt voorzien in de distributienettarieven goedgekeurd door de bevoegde regulator.
Artikel 11 Procedure voor het niet-respecteren van contractuele verplichtingen
Wanneer een van de Partijen vaststelt dat de andere Partij (hierna genoemd: de “Partij in gebreke”) een of meerdere clausules van onderhavige overeenkomst niet respecteert, zullen de Partijen samen overleggen om zo snel mogelijk een einde te stellen aan de vastgestelde inbreuk.
Indien de Partij in gebreke, in gebreke blijft om een oplossing te vinden voor de fout en/of de inbreuk, heeft de andere Partij het recht om de Partij in gebreke aan te manen zijn verplichtingen te respecteren en het bewijs te leveren dat zij alle nodige corrigerende maatregelen getroffen heeft.
Indien de Partij in gebreke, in gebreke blijft om dit bewijs te leveren en/of de vastgestelde inbreuk zich herhaalt, heeft de andere Partij het recht om, zonder afbreuk te doen aan de andere bepalingen die van toepassing zijn met betrekking tot de verantwoordelijkheden die voortvloeien uit de contracten en andere gevallen van opschorting en/of opzegging voorzien door de van kracht zijnde wetgeving en reglementen, onderhavige overeenkomst op te schorten, zolang de Partij in gebreke geen bewijs aanvoert dat zij alle nodige corrigerende maatregelen getroffen heeft. Deze opschorting wordt gemeld aan de Partij in gebreke door eenvoudig aangetekend schrijven. Nadat de Partij in gebreke het gevraagde bewijs geleverd heeft, zal de andere Partij de opschorting van de overeenkomst zo snel mogelijk ongedaan maken door middel van een aangetekend schrijven. Indien de Partij in gebreke het gevraagde bewijs niet aanlevert, kan de andere Partij de onderhavige overeenkomst beëindigen overeenkomstig de voorzieningen in artikel 12.
Bij uitzondering op de hierboven beschreven procedure zal onderhavige overeenkomst onmiddellijk opgeschort worden van zodra de FSP niet meer beschikt over de vergunning waarvan sprake in artikel 3.
Artikel 12 Duur van het contract - einde van het contract
Deze overeenkomst treedt in werking op XXX voor onbepaalde duur, tenzij de toepasselijke gewestelijke regelgeving dit anders bepaalt.
Deze overeenkomst en haar bijlagen vervangen en vernietigen alle vorige contracten en afspraken tussen de Partijen die hetzelfde voorwerp hebben.
De FSP kan onderhavige overeenkomst beëindigen mits een vooropzeg van 3 maanden, betekend bij aangetekend schrijven. De DNB kan onderhavige overeenkomst beëindigen om de juiste redenen, mits een vooropzeg van 6 maanden.
Indien de DNB zich genoodzaakt ziet om, ten gevolge van wijzigingen van het regulatoir kader, in het bijzonder het TRDE, de overeenkomst op te zeggen, zal hij een nieuwe overeenkomst ter ondertekening aanbieden die beantwoordt aan de op dat moment geldende regelgeving.
De datum naast de handtekening van de Partij die als laatste tekent, doet dienst als datum voor de onderhavige overeenkomst.
De Partijen gaan onherroepelijk akkoord met de clausules van de onderhavige overeenkomst waarvan ze erkennen kennis te hebben genomen.
Opgemaakt in twee exemplaren. Elk van de Partijen verklaart een exemplaar ontvangen te hebben.
Gedaan te , op
Voor de DNB, Voor de FSP,
Dienstencatalogus
Bijlage 1
A | B | C | D | E |
Flexibiliteitsdienst | FRP | Algemene voorwaarden voor Flexibiliteits- diensten | Specifieke voorwaarden voor deelname aan de Flexibiliteitsdienst | Bijkomende informatie |
Frequentie- begrenzingsreserve (FCR) | Elia Transmission Belgium | De hiernavolgende voorwaarden gelden slechts voor zover volgens de toepasselijke gewestelijke reglementering de onderhavige overeenkomst verplicht is op de FCR Flexibiliteitsdienst. • Voor SDP-F’s aangesloten op het distributienet met spanning > 1kV: alvorens een SDP-F in de Pool van de FSP toe te voegen, moet de DNB, op vraag van de DNG, het document Customer Contract Check (CCC) afleveren, waarin de relevante elementen van het aansluitingscontract opgenomen zijn. De DNB levert dit document af binnen een termijn van maximaal 15 werkdagen na ontvangst van de aanvraag. Het gevraagd flexibel vermogen kan in geen geval het aansluitingsvermogen overschrijden. Voor de SDP-F’s aangesloten op het distributienet met spanning > 1kV betreft dit het contractueel aansluitingsvermogen. | • De SDP-F’s aangesloten op het distributienet met spanning ≤ 1kV en de SDP-F’s aangesloten op het distributienet met spanning > 1kV kunnen deelnemen aan de FCR Flexibiliteitsdienst. • De DNB is niet betrokken bij de meting van deze Flexibiliteitsdienst noch bij het ter beschikking stellen en overmaken van de meetgegevens aan de FRP. • In uitzondering op het artikel 4.1, kan het SDP-F gebruikt voor deze Flexibiliteitsdienst zich bevinden in een specifiek circuit van de installatie, zelfs indien een andere SDP-F zich op het hoofd van de installatie bevindt. • De activeringen van de flexibiliteit moeten niet aan de DNB worden gecommuniceerd. |
A | B | C | D | E |
Flexibiliteitsdienst | FRP | Algemene voorwaarden voor Flexibiliteits- diensten | Specifieke voorwaarden voor deelname aan de Flexibiliteitsdienst | Bijkomende informatie |
Automatische frequentieherstel- reserve (aFRR) | Elia Transmission Belgium | • Enkel de SDP-F’s aangesloten op het distributienet met spanning > 1kV mogen worden toegevoegd aan de Pool van de FSP, tenzij de toepasselijke regelgeving dit anders bepaalt. • De hoofdmeter van de DNB moet kwartiergemeten zijn. • Alvorens een SDP-F in de Pool van de FSP toe te voegen, moet het aansluitingspunt, gelinkt aan deze SDP-F worden geprekwalificeerd volgens de procedure beschreven in het document C8/01 van Synergrid. • Het gevraagd flexibel vermogen mag in geen geval het geprekwalificeerd vermogen overschrijden. • De teller moet conform zijn aan de vereisten van het document C8/06 van Synergrid. De DNB behoudt zich het recht voor om op elk moment ter plaatse een ad-hoc audit uit te voeren. • Er moet een gateway worden geregistreerd en geplaatst volgens de vereisten in het document C8/06 van Synergrid. De DNB behoudt zich het recht voor om op elk moment ter plaatse een ad- hoc audit uit te voeren. | • De ‘business processen’, met inbegrip van de communicatie van de activeringen van de flexibiliteit worden toegelicht in het document C8/07 van Synergrid. |
A | B | C | D | E |
Flexibiliteitsdienst | FRP | Algemene voorwaarden voor Flexibiliteits- diensten | Specifieke voorwaarden voor deelname aan de Flexibiliteitsdienst | Bijkomende informatie |
Manuele frequentieherstel- reserve (mFRR) | Elia Transmission Belgium | • Enkel de SDP-F’s aangesloten op het distributienet met spanning > 1kV mogen worden toegevoegd aan de Pool van de FSP, tenzij de toepasselijke regelgeving dit anders bepaalt. • De hoofdmeter van de DNB moet kwartiergemeten zijn. • Alvorens een SDP-F in de Pool van de FSP toe te voegen, moet het aansluitingspunt, gelinkt aan deze SDP-F worden geprekwalificeerd volgens de procedure beschreven in het document C8/01 van Synergrid. • Het gevraagd flexibel vermogen mag in geen geval het geprekwalificeerd vermogen overschrijden. • Als het SDP-F zich in een specifiek circuit van de installatie bevindt (en niet op het hoofd van de installatie), moeten de modaliteiten voor de telling conform zijn met het document C8/02 van Synergrid. | • De activeringen van de flexibiliteit moeten aan de DNB worden gecommuniceerd per e-mail of elke andere manier van communicatie overeengekomen tussen de DNB en de FSP, met aanduiding van de volgende informatie: o EAN o Tijdstip activatie o Tijdstip vrijgave o Geactiveerd vermogen (indien beschikbaar) |
A | B | C | D | E |
Flexibiliteitsdienst | FRP | Algemene voorwaarden voor Flexibiliteits- diensten | Specifieke voorwaarden voor deelname aan de Flexibiliteitsdienst | Bijkomende informatie |
Strategische reserve (SDR) | Elia Transmission Belgium | • Enkel de SDP-F’s aangesloten op het distributienet met spanning > 1kV mogen worden toegevoegd aan de Pool van de FSP, tenzij de toepasselijke regelgeving dit anders bepaalt. • De hoofdmeter van de DNB moet kwartiergemeten zijn. • Alvorens een SDP-F in de Pool van de FSP toe te voegen, moet het aansluitingspunt, gelinkt aan deze SDP-F worden geprekwalificeerd volgens de procedure beschreven in het document C8/01 van Synergrid. • Het gevraagd flexibel vermogen mag in geen geval het geprekwalificeerd vermogen overschrijden. • Als het SDP-F zich in een specifiek circuit van de installatie bevindt (en niet op het hoofd van de installatie), moeten de modaliteiten voor de telling conform zijn met het document C8/02 van Synergrid. | • De activeringen van de flexibiliteit moeten aan de DNB worden gecommuniceerd per e-mail of elke andere manier van communicatie overeengekomen tussen de DNB en de FSP, met aanduiding van de volgende informatie: o EAN o Tijdstip activatie o Tijdstip vrijgave o Geactiveerd vermogen (indien beschikbaar) |
A | B | C | D | E |
Flexibiliteitsdienst | FRP | Algemene voorwaarden voor Flexibiliteits- diensten | Specifieke voorwaarden voor deelname aan de Flexibiliteitsdienst | Bijkomende informatie |
Capaciteits- remuneratie- mechanisme (CRM) | Elia Transmission Belgium | • De vermelding ‘activatie’ in de Overeenkomst moet voor CRM begrepen worden als ‘het zich voordoen van een AMT (Availability Monitoring Trigger) hour’. • Enkel de SDP-F’s aangesloten op het distributienet met spanning > 1 kV mogen worden toegevoegd aan de Pool van de FSP. • De hoofdmeter van de DNB moet kwartiergemeten zijn. • Bij de prekwalificatie moet er minimaal een offerte zijn van de DNB voor het aansluitingspunt. Ten laatste 60 dagen na de veiling moet de offerte voor de aansluiting ondertekend worden. • Alvorens een SDP-F in de Pool van de FSP toe te voegen, moeten twee voorafgaande stappen worden uitgevoerd: i. De NRP (Nominal Reference Power), zoals gedefinieerd in de geldende versie van de CRM ‘Functioning Rules’ van Xxxx, moet definitief bepaald zijn: o De berekeningsaanvraag van de NRP moet de berekeningsmethode specificeren (ofwel op basis van historische gegevens, ofwel op basis van gegevens verzameld uit deelname aan andere flexibiliteitsdiensten, ofwel op basis van een specifieke test). o De DNB berekent de NRP op basis van de gekozen methode en communiceert het resultaat van de berekening aan de aanvrager van xxxxx beschikbaar, en uiterlijk vijftien werkdagen voor de deadline voor communicatie van de NRP aan Xxxx, conform de tijdslijn vastgelegd in de CRM ‘Functioning Rules’ van Xxxx. o De aanvrager kan het resultaat van de berekening betwisten tot vijf werkdagen na de communicatie ervan. In dat geval wordt het NRP bepaald via een specifieke test. De aanvrager geeft aan wanneer deze test kan plaatsvinden. De uitvoering van deze test moet gebeuren binnen de vijf werkdagen na de betwisting van de NRP. o De NRP zal herzien worden in geval van substantiële wijziging van het afname gedrag. De herziene NRP kan worden betwist volgens dezelfde procedure als hierboven beschreven. o Voor een SDP-F aangesloten op een GDN stemt de DNB af met de beheerder van het GDN voor de bepaling van de NRP. |
o De DNB communiceert de NRP en de lokalisatie (TS) aan Xxxx (FRP). De lokalisatie wordt zo nodig aangepast in functie van wijzigingen van de netstructuur. ii. Het aansluitingspunt gelinkt met deze SDP-F moet geprekwalificeerd zijn volgens de procedure beschreven in het document C8/01 van Synergrid. o De FSP is zelf verantwoordelijk om het risico op eventuele tijdelijke beperking van de flexibiliteit in te calculeren in zijn bod in de CRM-veiling. De procedure beschreven in de C8/01 houdt geen rekening met eventuele mutueel exclusieve bids. iii. Compliance met de metering vereisten moet geverifieerd zijn (cf. Annex A van de Functioning rules) |
A | B | C | D | E |
Flexibiliteitsdienst | FRP | Algemene voorwaarden voor Flexibiliteits- diensten | Specifieke voorwaarden voor deelname aan de Flexibiliteitsdienst | Bijkomende informatie |
Transfer of Energy in day-ahead & intraday (ToE DA/ID) Dit gedeelte wordt van toepassing na goedkeuring van de regels door de federale regulator in overleg met de gewestelijke regulatoren | • Enkel de SDP-F’s aangesloten op het distributienet met spanning > 1kV mogen worden toegevoegd aan de Pool van de FSP, tenzij de toepasselijke regelgeving dit anders bepaalt. • De hoofdmeter van de DNB moet kwartiergemeten zijn. • Alvorens een SDP-F in de Pool van de FSP toe te voegen, moet het aansluitingspunt, gelinkt aan deze SDP-F worden geprekwalificeerd volgens de procedure beschreven in het document C8/01 van Synergrid. • Het gevraagd flexibel vermogen mag in geen geval het geprekwalificeerd vermogen overschrijden. • Als het SDP-F zich in een specifiek circuit van de installatie bevindt (en niet op het hoofd van de installatie), moeten de modaliteiten voor de telling conform zijn met het document C8/02 van Synergrid. | • De activeringen van de flexibiliteit moeten aan de DNB worden gecommuniceerd per e-mail of elke andere manier van communicatie overeengekomen tussen de DNB en de FSP, met aanduiding van de volgende informatie: o EAN o Tijdstip activatie o Tijdstip vrijgave o Geactiveerd vermogen (indien beschikbaar) |
Formulier voor de aanvraag van een identificatie voor een nieuw SDP-F
Bijlage 2
Bijlage 2 nieuw SDP-F - 20210224
Pool
Bijlage 3
De SDP-F’s (en de bijbehorende flexibiliteitsmiddelen) opgenomen in de hierna vermelde lijst maken deel uit van de Pool. Deze Pool kan in overeenstemming met artikel 5 van onderhavige overeenkomst worden gewijzigd.
Annuleert en vervangt de vorige versies te beginnen vanaf XX/XX/2021
Bijlage 3
Pool-20210224.xlsx
Contactpersonen
Bijlage 4
DNB | |||||
Naam | Telefoon | Fax | GSM | Toelichting | |
Defecten Algemeen nr. | - | - | - | - | |
FSP | |||||
Naam | Telefoon | Fax | GSM | Toelichting | |