ALGEMENE VOORWAARDEN WILLEMS TOTAALBOUW
ALGEMENE VOORWAARDEN XXXXXXX TOTAALBOUW
Artikel 1: Overeenkomst en contractstukken
1. De overeenkomst komt tot stand door aanvaarding van de offerte door de opdrachtgever.
2. Indien een opdracht wordt gegeven door twee of meer opdrachtgevers zijn zij hoofdelijk verbonden en heeft de opdrachtnemer tegenover ieder van hen recht op nakoming voor het geheel.
Artikel 2: Verplichtingen van de opdrachtgever
1. Tenzij anders is overeengekomen – en voor zover van toepassing – zorgt de opdrachtgever ervoor dat de opdrachtnemer tijdig kan beschikken:
a. over de voor de opzet van het werk benodigde gegevens en goedkeuringen (zoals publiekrechtelijke en privaatrechtelijke toestemmingen), zo nodig in overleg met de opdrachtnemer;
b. over het gebouw, het terrein of het water waarin of waarop het werk moet worden uitgevoerd;
c. over voldoende gelegenheid voor aanvoer, opslag en/of afvoer van bouwstoffen en hulpmiddelen;
d. over aansluitingsmogelijkheden voor elektrische machines, verlichting, verwarming, gas, perslucht en water.
2. De benodigde elektriciteit, gas en water zijn voor rekening van de opdrachtgever.
Artikel 3: Verplichtingen van de opdrachtnemer
1. De opdrachtnemer is verplicht het werk goed en deugdelijk en naar de bepalingen van de overeenkomst uit te voeren. De opdrachtnemer dient het werk zodanig uit te voeren, dat daardoor schade aan personen, goederen of milieu zoveel mogelijk wordt beperkt. De opdrachtnemer is voorts verplicht de door of namens de opdrachtgever gegeven orders en aanwijzingen op te volgen.
2. De uitvoering van het werk moet zodanig zijn, dat de totstandkoming van het werk binnen de overeengekomen termijn verzekerd is.
Artikel 4: Meer en minder werk
1. Verrekening van meer en minder werk vindt plaats ingeval van wijzigingen in de overeenkomst dan wel in de voorwaarden van uitvoering;
2. In geval van door de opdrachtgever gewenste wijzigingen in de overeenkomst dan wel in de voorwaarden van uitvoering kan de opdrachtnemer slechts dan een verhoging van de prijs vorderen, wanneer hij de opdrachtgever tijdig heeft gewezen op de noodzaak van een daaruit voortvloeiende prijsverhoging, tenzij de opdrachtgever die noodzaak uit zichzelf had moeten begrijpen.
3. Wijzigingen in de overeenkomst dan wel de voorwaarden van uitvoering zullen - behoudens spoedeisende omstandigheden - schriftelijk of elektronisch worden overeengekomen. Het gemis van een schriftelijke of elektronische opdracht laat de aanspraken van de opdrachtnemer en van de opdrachtgever op verrekening van meer en minder werk onverlet.
4. Indien de opdrachtgever opdracht geeft tot het uitvoeren van meer werk, mag de opdrachtnemer bij wijze van voorschot 25% van het overeengekomen bedrag in rekening brengen. Het resterende gedeelte zal de opdrachtnemer eerst kunnen factureren bij het gereedkomen van het meer werk dan wel bij de eerstkomende termijnfactuur daarna. Tenzij anders is overeengekomen zal minder werk door de opdrachtnemer worden verrekend bij de eindafrekening.
5. Indien bij de eindafrekening van het werk blijkt dat het totaalbedrag van het minder werk het totaalbedrag van het meer werk overtreft, heeft de opdrachtnemer recht op een bedrag gelijk aan 10% van het verschil van die totalen.
Artikel 5: Betaling
1. Indien betaling in termijnen is overeengekomen, zendt de opdrachtnemer telkens bij of na het verschijnen van een betalingstermijn de desbetreffende termijnfactuur aan de opdrachtgever toe. De door de opdrachtgever aan de opdrachtnemer verschuldigde omzetbelasting wordt afzonderlijk vermeld.
2. Betaling van een ingediende factuur dient plaats te vinden uiterlijk 14 dagen na de factuurdatum, met dien verstande dat bij de oplevering alle ingediende termijnfacturen en de facturen met betrekking tot het overeengekomen meer werk dienen te zijn voldaan, onverminderd de toepasselijkheid artikel 9 en op voorwaarde dat de opdrachtnemer deze facturen tijdig voor de oplevering heeft ingediend. De opdrachtnemer is gerechtigd de factuur betreffende de bij oplevering verschuldigde termijn 14 dagen voor de geplande oplevering in te dienen.
3. Binnen een redelijke termijn na de dag waarop het werk als opgeleverd geldt, dient de opdrachtnemer de eindafrekening in.
4. Xxxxxxxx van het aan de opdrachtnemer verschuldigde bedrag van de eindafrekening dient plaats te vinden uiterlijk 30 dagen na de dag waarop de opdrachtnemer de eindafrekening heeft ingediend, een en ander onverminderd het bepaalde in artikel 9.
Artikel 6: Oplevering
1. Het werk geldt als opgeleverd wanneer de opdrachtnemer heeft medegedeeld dat het werk gereed is voor oplevering en de opdrachtgever het werk heeft aanvaard. Ter gelegenheid van de oplevering wordt een door beide partijen te ondertekenen opleveringsrapport opgemaakt. Een door de opdrachtgever geconstateerde tekortkoming die door de opdrachtnemer niet wordt erkend wordt in het opleveringsrapport als zodanig vermeld.
2. Indien de opdrachtnemer heeft medegedeeld dat het werk voor oplevering gereed is en de opdrachtgever niet binnen 8 dagen daarna laat weten of hij het werk al dan niet aanvaardt, geldt het werk als opgeleverd.
3. Indien de opdrachtgever het werk afkeurt, dient hij dat schriftelijk of elektronisch te doen onder vermelding van de gebreken die de reden voor afkeuring zijn. Kleine gebreken, die gevoeglijk in de onderhoudstermijn kunnen worden hersteld, zullen geen reden tot afkeuring mogen zijn, mits zij een eventuele ingebruikneming niet in de weg staan.
4. Indien de opdrachtgever het werk in gebruik neemt, geldt het werk als opgeleverd.
5. Indien partijen vaststellen dat gelet op de aard of omvang van de tekortkomingen in redelijkheid niet van oplevering kan worden gesproken, zal de opdrachtnemer na overleg met de opdrachtgever een nieuwe datum noemen waarop het werk gereed zal zijn voor oplevering.
6. Na de dag waarop het werk als opgeleverd geldt, is het werk voor risico van de opdrachtgever.
7. Door de opdrachtnemer erkende tekortkomingen worden zo spoedig mogelijk hersteld.
Artikel 7: In gebreke blijven van de opdrachtgever
1. Indien de opdrachtgever met de betaling van hetgeen hij ingevolge de overeenkomst aan de opdrachtnemer verschuldigd is in gebreke blijft, is hij daarover met ingang van de vervaldag de wettelijke rente verschuldigd.
2. Indien de opdrachtgever niet tijdig betaalt, is de opdrachtnemer gerechtigd tot invordering van het verschuldigde over te gaan, mits hij de opdrachtgever schriftelijk of elektronisch heeft aangemaand om alsnog binnen 14 dagen te betalen en die betaling is uitgebleven. Indien de opdrachtnemer tot invordering overgaat, zijn de daaraan verbonden buitengerechtelijke kosten voor rekening van de opdrachtgever, mits de hoogte hiervan in de aanmaning is vermeld. De opdrachtnemer is gerechtigd hiervoor in rekening te brengen het bedrag conform het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten.
Artikel 8: In gebreke blijven van de opdrachtnemer
1. Indien de opdrachtnemer zijn verplichtingen ter zake van de aanvang of de voortzetting van het werk niet nakomt en de opdrachtgever hem in verband daarmee wenst aan te manen, zal de opdrachtgever hem schriftelijk of elektronisch aanmanen om zo spoedig mogelijk de uitvoering van het werk aan te vangen of voort te zetten.
2. De opdrachtgever is bevoegd het werk door een derde te doen uitvoeren of voortzetten, indien de opdrachtnemer na verloop van de in de aanmaning vermelde termijn in gebreke blijft mits de ernst van de tekortkoming dit rechtvaardigt en onder voorwaarde dat de opdrachtgever zulks in de aanmaning heeft vermeld. In dat geval heeft de opdrachtgever recht op vergoeding van de uit het in gebreke blijven van de opdrachtnemer voortvloeiende schade en kosten.
3. De opdrachtgever zorgt ervoor, dat de kosten, die voor de opdrachtnemer voortvloeien uit de toepassing van het vorige lid, binnen redelijke grenzen blijven.
Artikel 9: Opschorting van de betaling
Indien het uitgevoerde werk niet voldoet aan de overeenkomst heeft de opdrachtgever het recht de betaling geheel of gedeeltelijk op te schorten. Het met de opschorting gemoeide bedrag dient in redelijke verhouding te staan tot de tekortkoming. De opdrachtgever meldt schriftelijk of elektronisch de opschorting en de reden daarvan aan de opdrachtnemer.
Artikel 10: Opzegging
De opdrachtgever is te allen tijde bevoegd de overeenkomst geheel of gedeeltelijk op te zeggen. De opdrachtnemer heeft in dat geval recht op de aannemingssom, vermeerderd met de kosten die hij als gevolg van de niet voltooiing heeft moeten maken en verminderd met de hem door de beëindiging bespaarde kosten. De opdrachtnemer is gerechtigd om in plaats van voorgaande aanspraak 10% van de waarde van het niet uitgevoerde deel van het werk in rekening te brengen.
Artikel 11: Aansprakelijkheid van de opdrachtgever
1. De opdrachtgever draagt de verantwoordelijkheid voor de juistheid van de door of namens hem verstrekte gegevens.
2. Verschillen tussen de tijdens de uitvoering blijkende toestand van bestaande gebouwen, werken en terreinen enerzijds en de toestand die de opdrachtnemer redelijkerwijs had mogen verwachten, geven de opdrachtnemer recht op vergoeding van de daaruit voortvloeiende kosten.
3. De opdrachtgever draagt de verantwoordelijkheid voor de door of namens hem voorgeschreven constructies en werkwijzen, daaronder begrepen de invloed, die daarop door de bodemgesteldheid wordt uitgeoefend, alsmede voor de door of namens hem gegeven orders en aanwijzingen.
4. Indien bouwstoffen of hulpmiddelen, die de opdrachtgever ter beschikking heeft gesteld, dan wel door hem zijn voorgeschreven, ongeschikt of gebrekkig zijn, komen de gevolgen hiervan voor rekening van de opdrachtgever.
5. Indien de opdrachtgever een onderopdrachtnemer of leverancier heeft voorgeschreven, en deze niet, niet tijdig of niet deugdelijk presteert, komen de gevolgen hiervan voor rekening van de opdrachtgever.
6. De opdrachtgever is aansprakelijk voor schade aan het werk en de schade en vertraging die de opdrachtnemer lijdt als gevolg van door de opdrachtgever of in zijn opdracht door derden uitgevoerde werkzaamheden of verrichte leveringen.
7. De gevolgen van de naleving van wettelijke voorschriften of beschikkingen van overheidswege die na de dag van de offerte in werking treden, komen voor rekening van de opdrachtgever, tenzij redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de opdrachtnemer die gevolgen reeds op de dag van de offerte had kunnen voorzien.
Artikel 12: Aansprakelijkheid van de opdrachtnemer
12.1 Ontwerpaansprakelijkheid
1. In geval van tekortkomingen in het ontwerp, is de opdrachtnemer hiervoor slechts aansprakelijk voor zover deze tekortkomingen hem kunnen worden toegerekend.
2. De aansprakelijkheid van de opdrachtnemer op grond van het vorige lid is beperkt tot het voor het verrichten van de ontwerpwerkzaamheden overeengekomen bedrag. Indien geen bedrag is overeengekomen, is de aansprakelijkheid van de opdrachtnemer beperkt tot 50% van de aannemingssom.
3. De rechtsvordering uit hoofde van een toerekenbare tekortkoming is niet ontvankelijk, indien zij wordt ingesteld na verloop van vijf jaren na oplevering;
4. De opdrachtnemer zal niet gehouden zijn geleden bedrijf- en/of gevolgschade van de opdrachtgever te vergoeden.
12.2 Aansprakelijkheid tijdens de uitvoering van het werk
1. Het werk en de uitvoering daarvan zijn voor verantwoordelijkheid van de opdrachtnemer met ingang van het tijdstip van aanvang tot en met de dag waarop het werk is opgeleverd of als opgeleverd geldt.
2. Onverminderd de aansprakelijkheid van partijen krachtens de overeenkomst of de wet is de opdrachtnemer aansprakelijk voor schade aan het werk, tenzij deze schade het gevolg is van buitengewone omstandigheden tegen de schadelijke gevolgen waarvan de opdrachtnemer in verband met de aard van het werk geen passende maatregelen heeft behoeven te nemen en het onredelijk zou zijn de schade voor zijn rekening te doen komen.
3. De opdrachtnemer is aansprakelijk voor schade aan andere werken en eigendommen van de opdrachtgever voor zover deze door de uitvoering van het werk is toegebracht en te wijten is aan nalatigheid, onvoorzichtigheid of verkeerde handelingen van de opdrachtnemer, zijn personeel, zijn onderopdrachtnemers of zijn leveranciers.
4. De opdrachtnemer zal niet gehouden zijn geleden bedrijf- en / of gevolgschade van de opdrachtgever te vergoeden.
12.3 Aansprakelijkheid na oplevering
1. Na de dag waarop het werk als opgeleverd geldt, is de opdrachtnemer niet meer aansprakelijk voor tekortkomingen aan het werk.
2. Het in het eerste lid bepaalde lijdt uitzondering indien sprake is van een gebrek: dat redelijkerwijs niet bij oplevering door de opdrachtgever onderkend had kunnen worden en waarvan de opdrachtgever aannemelijk maakt dat het gebrek met grote mate van waarschijnlijkheid moeten worden toegeschreven aan een omstandigheid, die aan de opdrachtnemer kan worden toegerekend.
3. De rechtsvordering uit hoofde van het in lid 2 bedoelde gebrek is niet ontvankelijk, indien zij wordt ingesteld na verloop van vijf jaren na oplevering.
4. De opdrachtnemer zal niet gehouden zijn geleden bedrijf- en / of gevolgschade van de opdrachtgever te vergoeden.
12.4 Overige bepalingen
1. De opdrachtgever is in de gevallen als voorzien in de artikelen 12.1 tot en met 12.3 verplicht de opdrachtnemer van het gebrek binnen redelijke termijn na ontdekking mededeling te doen en de opdrachtnemer de gelegenheid te geven binnen een redelijke termijn voor diens rekening toerekenbare tekortkomingen en/of gebreken, waarvoor de opdrachtnemer aansprakelijk is, te herstellen/op te heffen.
2. Indien de kosten van herstel voor een gebrek of van het opheffen van een tekortkoming waarvoor de opdrachtnemer aansprakelijk is niet in redelijke verhouding staan tot het belang van de opdrachtgever bij herstel, mag de opdrachtnemer in plaats van herstel volstaan met het uitkeren van een redelijke schadevergoeding aan de opdrachtgever.
3. De uit de artikelen 12.1 tot en met 12.3 voortvloeiende beperkingen van de aansprakelijkheid vinden geen toepassing indien de schade het gevolg is van opzet of grove schuld van de opdrachtnemer.
Artikel 13: Geschillen en toepasselijk recht
1. Alle geschillen, welke ook – waaronder begrepen die, welke slechts door één der partijen als zodanig worden beschouwd – die naar aanleiding van deze aannemingsovereenkomst of van overeenkomsten die daarvan een uitvloeisel mochten zijn, tussen de opdrachtgever en de opdrachtnemer mochten ontstaan, worden beslecht bij de gewone rechter.
2. Op de overeenkomst van aanneming van werk of op de overeenkomst tussen opdrachtgever en opdrachtnemer die daarvan een uitvloeisel zijn, is Nederlands recht van toepassing.