11FEB091
11FEB091
Contractuele wegvervoerdersaansprakelijkheid tegenover de vervoerde goederen
Inhoudstafel
Art. 1 Algemene clausule 3
Art. 2 Voorwerp 3
Art. 3 Geldigheidsgebied 4
Art. 4 Aanvang en einde van de waarborg 5
Art. 5 Oponthoud 5
Art. 6 Goederen door hun aard onderhevig aan de invloed van warmte, koude, temperatuurschommelingen of vochtigheid van de lucht. 6
Art. 7 Vervoer van bulkgoederen door tankwagens - containers 6
Art. 8 Diefstal - Waarborgen 7
Art. 9 Uitsluitingen 9
Art. 10 Wijziging van het risico 10
Art. 11 Tijdelijke vervanging van een voertuig 11
Art. 12 Inwerkingtreding 11
Art. 13 Duur 11
Art. 14 Verzekerde waarde 11
Art. 15 Premies 11
Art. 16 Opzegging 12
Art. 17 Verplichtingen bij schadegeval 12
Art. 18 Schaderegeling 13
Art. 19 Vervoer van goederen geladen in containers 13
Art. 20 Dubbele verzekering 14
Art. 21 Bewaring en verkoop 14
Art. 22 Subrogatie 14
Art. 23 Verjaring 14
Art. 24 Expertise 14
Art. 25 Valse aangiften 14
Art. 26 Belastingen en onkosten 14
Art. 27 Medeverzekering 15
Art. 28 Geschillen 15
Art. 29 Sanctie clausule 15
Art. 1 Algemene clausule
De dekking wordt verleend volgens de bepalingen van deze “Algemene Verzekeringsvoorwaarden voor de Contractuele wegvervoerdersaansprakelijkheid tegenover de vervoerde goederen” en van de ”Bijzondere Voorwaarden”.
In geval van tegenstrijdigheid, zullen de “Bijzondere Voorwaarden”, steeds voorrang hebben op de “Algemene Verzekeringsvoorwaarden voor de Contractuele wegvervoerdersaansprakelijkheid tegenover de vervoerde goederen” .
Art. 2 Voorwerp
2.1. Dit verzekeringscontract heeft als voorwerp de contractuele aansprakelijkheid van de feitelijke vervoerder voor geheel/gedeeltelijk fysisch verlies of beschadiging van de vervoerde goederen over de weg gedurende de periode van dekking zoals gedefinieerd in artikel 4. en binnen het geldigheidsgebied zoals gedefinieerd in artikel 3.
2.2. Internationaal vervoer
Voor de overeenkomsten van internationaal wegtransport omvat de dekking de contractuele aansprakelijkheid zoals bepaald in het Verdrag betreffende de Overeenkomst tot Internationaal Vervoer van Goederen over de Weg (C.M.R.) gesloten op 19 mei 1956 te Genève en gebeurlijke amendementen hierop en dit onder de verzekeringsvoorwaarden zoals hernomen onder artikel 1.
2.3. Vervoer binnen België
Voor de overeenkomsten van nationaal wegtransport binnen de grenzen van het Koninkrijk België omvat de dekking de contractuele aansprakelijkheid voor de rechtstreekse materiële schade aan de vervoerde goederen zoals bepaald in de Wet van 3 mei 1999 betreffende het vervoer van zaken over de weg en gebeurlijke amendementen, of zoals overeengekomen in contractuele bepalingen die hiervan afwijken en dit onder de verzekeringsvoorwaarden zoals hernomen onder artikel 1.
De vergoeding voor vertraging in de aflevering van de vervoerde goederen is echter gedekt, doch blijft beperkt tot de vrachtprijs.
2.4. Cabotage
Met “Cabotage” wordt een vervoer over de weg bedoeld, waarbij de laad- en losplaats zich bevinden buiten de landsgrenzen van België maar binnen de grenzen van één van de overige landen van het voorziene geldigheidsgebied.
Ingeval van cabotage over de weg is, op straffe van nietigheid van de verzekering, het gebruik van een CMR vrachtbrief verplicht. Bovendien wordt bevestigd dat ook in geval van cabotage de verzekerde waarde vastgesteld is overeenkomstig artikel 14.
De vergoeding voor vertraging in de aflevering van de vervoerde goederen is echter gedekt, doch blijft beperkt tot de vrachtprijs.
2.5. Beperkte dekking
Op grond van welke nationale of internationale wetgeving de aansprakelijkheid van de verzekering-nemer tegenover de ladingbelanghebbenden ook wordt bepaald, deze verzekering dekt slechts de aansprakelijkheid van de verzekeringnemer die rechtstreeks werd veroorzaakt door één van de volgende evenementen:
a) Brand en ontploffing;
b) Enig ongeval aan het voertuig overkomen;
c) De invloed van de weersgesteldheid volgend op één van boven-vermelde evenementen;
d) Xxxxxxxx of poging daartoe indien redelijkerwijze mag worden aangenomen dat dit het gevolg is van één van de evenementen vermeld in sub a) en b);
e) Een gebeurtenis eigen aan de fysische uitvoering van de verrichtingen van laden, overladen en lossen.
2.6. Container-traileraansprakelijkheid (CTA)
Naast de verzekerde aansprakelijkheid vermeld in 2.2., 2.3., 2.5., geldt de waarborg eveneens voor het casco van containers, opleggers, trailers en het containerchassis toebehorend aan derden. Geleasde of gehuurde containers, opleggers, trailers en containerchassis worden beschouwd als eigen materiaal niet toebehorend aan derden, hoe kortstondig de leasing- of huurtermijn ook is.
Deze verzekering dekt slechts de aansprakelijkheid van de verzekeringnemer indien deze rechtstreeks is veroorzaakt door één of meerdere evenementen opgesomd in artikel 2.5.
Er wordt evenwel verder overeengekomen dat uit de waarborg gesloten is geheel en/of gedeeltelijk verlies of beschadiging:
• Overkomen aan banden en/of aan dekzeilen van huiftrailers, tenzij deze het rechtstreekse gevolg zijn van een gedekt risico;
• Ontstaan in afgekoppelde toestand van het voertuig;
• Ten gevolge van eigen gebrek, normale slijtage en slecht onderhoud.
2.7. Hoofdaannemer van vervoer
Deze verzekering dekt eveneens, binnen de perken van de voorwaarden van de polis, de contractuele wegvervoerdersaansprakelijkheid van de verzekeringnemer indien deze optreedt als hoofdaannemer en het effectieve vervoer aan één of meerdere onderaannemers uitbesteedt.
Als onderaannemer in de zin van deze bepaling wordt beschouwd: de vervoerder aan wie het effectieve vervoer wordt uitbesteed door de verzekeringnemer zelf en op wie de verzekeringnemer zelf – bij uitsluiting van anderen – een beroep doet om deze prestaties uit te voeren en die geen deel uitmaakt van de oorspronkelijke vervoersovereenkomst met de opdrachtgever van het uit te voeren vervoer.
De dekking verleend onder dit artikel zal pas uitwerking hebben in geval van onderverzekering en/of insolvabiliteit van de effectieve vervoerder(s), voor zover de aansprakelijkheid van deze laatste(n) in alle opzichten is aangetoond en voorzover de verzekeringnemer in zijn hoedanigheid van hoofd-aannemer van vervoer eveneens aansprakelijk is tegenover de bestemmeling van de goederen.
De verzekeringnemer moet, op straffe van verval van dekking, te allen tijde handelen als goede huisvader en het verhaal tegenover de verantwoordelijke onderaannemer vrijwaren. Verzekeraars behouden zich het recht voor om verhaal uit te oefenen op deze onderaannemer.
In geval van schade moet de verzekeringnemer een geldig verzekeringsattest van de CMR- verzekeraar van de onderaannemer voorleggen, op straffe van verval van dekking.
Dit verzekeringsattest moet de verzekerde periode/duurtijd, waarborgen, kapitalen en vrijstellingen vermelden en de dekking moet toereikend zijn in functie van het nuttig laadvermogen van de voertuigen.
2.8. Voorafgaande of tussentijdse opslag
Indien de voorafgaande of tussentijdse opslag overeenkomstig artikel 4.3. mee in de duur van de waarborg is begrepen, dekt deze verzekering tijdens deze opslag de aansprakelijkheid van de verzekeringnemer die rechtstreeks werd veroorzaakt door een fysische behandeling van de goederen verwant aan de vervoersovereenkomst. Deze waarborg kan slechts worden verstrekt in uitbreiding van artikel 2.2., 2.3., 2.4. en 2.7.
Onafhankelijk van de gekozen dekking is, in geval van stapelvervoer over zee, de bijdrage in de averij-grosse verdeling met betrekking tot het voertuig en zijn lading steeds in de waarborg inbegrepen, voorzover dit risico niet elders is verzekerd.
Art. 3 Geldigheidsgebied
Dit contract is geldig voor transporten in de landen opgesomd in de Bijzondere Voorwaarden. Elk vervoer naar landen die er niet in vermeld staan, zal evenwel worden gedekt, na aangifte door de verzekerde en betaling van een per geval overeen te komen bijpremie, vooraleer het risico aanvangt.
Art. 4 Aanvang en einde van de waarborg
4.1.
4.1.1. De waarborg vangt aan op het ogenblik dat de te vervoeren goederen op de in de polis voorziene voertuigen werden geplaatst en eindigt zodra ze er worden afgenomen.
4.1.2. Indien echter het laden geschiedt voor de inontvangstneming van de goederen door de verzekerde neemt de waarborg slechts een aanvang bij deze inontvangstneming. Eveneens, wanneer de lossing van de goederen plaats heeft na hun levering, eindigt de waarborg op het ogenblik van deze aflevering.
4.2. De waarborg wordt uitgebreid tot de risico’s van laden en lossen wanneer deze verrichtingen worden uitgevoerd door verzekerde of onder zijn verantwoordelijkheid. Het laden wordt omschreven als zijnde de verrichting waarbij de goederen in de onmiddellijke nabijheid van de voertuigen worden opgeheven om op deze laatste te worden geplaatst.
Het lossen is de tegengestelde verrichting.
Bij het vervoer verricht door middel van tankwagens en –containers, zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van artikel 7., vangt de lading aan op het ogenblik dat de goederen de inrichtingen van de laadplaats verlaten. Het lossen eindigt op het ogenblik dat de volledige lading toegekomen is in de inrichtingen van de losplaats.
4.3. De waarborg kan uitgebreid worden op voorafgaande, tussentijdse of nakomende opslag alsook op behandelingen welke plaats vinden tussen de inontvangstneming en de aanvang van de waarborg zoals in artikel 4.1.1. hierboven omschreven, mits uitdrukkelijke en voorafgaande overeenkomst en tegen overeen te komen bijpremie. Hetzelfde geldt voor de eventuele behandelingen welke plaats vinden tussen het einde van de in artikel 4.1.1. hierboven omschreven waarborg en aflevering.
4.4. De waarborg blijft van kracht, behoudens uitdrukkelijke en voorafgaande overeenkomst, wanneer de voertuigen voorzien in de polis op hun beurt vervoerd worden over zee, per spoor, over de binnenwateren of door de lucht binnen de geografische omschrijvingen voorzien in de Bijzondere Voorwaarden.
Art. 5 Oponthoud
5.1. De waarborg blijft verworven wanneer het voertuig, buiten de wil van de verzekerde of de personen waarvoor hij instaat volgens artikels 3, 34 en de volgende van het CMR- Verdrag, wordt opgehouden of indien de goederen ten gevolge van een verkeersongeval of een mechanisch, elektrisch of elektronisch defect aan het voertuig, gelost worden in afwachting dat ze verder worden vervoerd.
Indien tussen één van de voormelde gebeurtenissen en het verder vervoer van de goederen meer dan 6 kalenderdagen verlopen, zal de waarborg geschorst worden, tenzij voorafgaande overeenkomst met de verzekeraars en overeen te komen bijpremie.
Het verder vervoer met het vervangingsvoertuig zal, binnen de perken van artikel 4., gedekt blijven aan de voorwaarden die voorzien zijn voor het vervangen voertuig.
5.2. Wanneer het voertuig vrijwillig door verzekerde of de personen waarvoor hij instaat volgens artikels 3, 34 en volgende van het CMR - Verdrag zonder bewaking noch passende beschermingsmaatregelen wordt opgehouden, blijft de waarborg verworven gedurende minimum 72 uur te rekenen vanaf het ogenblik dat het voertuig stilstaat. Verzekerde dient het formele bewijs te leveren dat het verlies of de beschadiging zich heeft voorgedaan binnen hier bovenvermelde periode.
In geval van diefstal van het voertuig en of zijn lading zijn echter de beschikkingen van artikel 8. “Diefstal” van toepassing.
Art. 6 Goederen door hun aard onderhevig aan de invloed van warmte, koude, temperatuurschommelingen of vochtigheid van de lucht.
6.1. Dit artikel heeft betrekking op de bederfelijke levensmiddelen welke opgenomen zijn in bijlage 2 en 3 van de ATP- Overeenkomst (Overeenkomst inzake het Internationaal Vervoer van aan Bederf onderhevige Levensmiddelen gesloten op 1september 1970 te Genève) en op alle andere goederen welke door hun aard onderhevig zijn aan de invloed van warmte, koude, temperatuurschommelingen of vochtigheid van de lucht.
6.2. Onder voorbehoud van onderstaande beschikkingen is uit de waarborg gesloten, de aansprakelijkheid voor verlies, beschadiging of vertraging in de aflevering van de goederen, voortkomende uit de invloed van warmte, koude, temperatuurschommelingen of vochtigheid van de lucht, tenzij zij het gevolg is van een gekarakteriseerd verkeersongeval aan het betreffende voertuig of van brand overkomen aan zijn lading.
6.3. Nochtans, bij vervoer verricht door middel van geschikte voertuigen, zoals beschreven in bijlage 1 van de ATP-overeenkomst, zal de aansprakelijkheid voor verlies, beschadiging of vertraging in de aflevering van de goederen, voortkomende uit defect of een slechte werking van de specifieke inrichtingen van deze voertuigen indien deze tenminste 8 opeenvolgende uren duurt, in de waarborg begrepen zijn.
Deze laatste beperking is echter niet van toepassing in volgende gevallen:
• gekarakteriseerd verkeersongeval aan het betrokken voertuig of aan de inrichting of delen van het voertuig die de isolatie verzekeren;
• brand overkomen aan het betrokken voertuig of zijn lading.
De verzekerde dient het bewijs te leveren van de duur van het defect of van de slechte werking.
6.4.
6.4.1. Bij vrijwillig oponthoud van de voertuigen beschreven in artikel 6.3. wordt de periode van 72 uur waarvan sprake in artikel 5.2. op 18 uur teruggebracht.
6.4.2. Bij onvrijwillig oponthoud van de voertuigen beschreven in artikel 6.3. wordt de periode van 6 dagen waarvan sprake in art 5.1. op 3 dagen teruggebracht.
6.5. Mits uitdrukkelijke en voorafgaande overeenkomst en overeen te komen bijpremie kan, voor het vervoer omschreven in artikel 6.3. de aansprakelijkheid van de verzekerde voor verlies, beschadiging of vertraging in de aflevering van de goederen, voortkomende uit de invloed van warmte, koude, temperatuurschommelingen of vochtigheid van de lucht, die het gevolg zijn van een fout bij de verrichtingen van het laden, stuwen, lossen of gebruik van de inrichtingen beschreven in artikel 6.3. in de waarborg begrepen worden.
Deze uitbreiding van de waarborg geschiedt zonder afwijking aan de beschikkingen voorzien in artikels 9.1.1. en 18.2. met betrekking tot bedrog of grove fout van verzekerde of van de personen waarvoor hij instaat volgens artikels 3, 34 en volgende van het CMR – Verdrag.
6.6. Verzekerde verbindt zich ertoe, op straffe van vervallenverklaring, de in artikel 6.3. beschreven inrichtingen te laten onderhouden en de goede werking ervan te laten nazien volgens de normen vastgesteld door de constructeur.
De verzekeraars behouden zich het recht voor, op elk ogenblik, de voorlegging van de hierop betrekking hebbende attesten, facturen of werkfiches te vragen.
Art. 7 Vervoer van bulkgoederen door tankwagens - containers
Voor het vervoer van bulkgoederen door tankwagens en – containers is uit de waarborg gesloten, behoudens uitdrukkelijke en voorafgaande overeenkomst en overeen te komen bijpremie, de contaminatie van de vervoerde goederen te wijten aan:
• een gebrek in de conditionering van het gebruikte materiaal;
• de aanwezigheid in de tankruimte of in de uitrusting van het voertuig van achtergebleven vreemde bestanddelen of uitwasemingen;
• een fout begaan tijdens de operaties van laden of lossen door verzekerde of de personen waarvoor hij instaat volgens artikels 3, 34 en volgende van het CMR – Verdrag.
Art. 8 Diefstal - Waarborgen
8.1. Toepassingsgebied
De volgende bepalingen zijn van toepassing in geval van aansprakelijkheid van de vervoerder voor beschadiging, verlies of vertraging in de aflevering van de goederen en/of zaken tengevolge van een diefstal of gelijktijdige diefstal van een voertuig en zijn lading.
De bepaling van dit artikel dient verstaan te worden in het kader van de in deze polis omschreven waarborg zonder deze laatste ook maar enigszins uit te breiden.
Indien een oplegger en/of aanhangwagen zich afgekoppeld op de openbare weg (zie definitie) bevindt, dan vervalt de dekking.
Indien een afgekoppelde oplegger en/of aanhangwagen zich elders dan op de openbare weg bevindt, is de waarborg slechts verworven indien de diefstal het gevolg is van een aantoonbare inbraak of van bewezen geweld.
8.2. Definities
8.2.1. Openbare weg
Een openbare weg is elke plaats anders dan:
• een volledig afgesloten gebouw;
• een parking die volledig omheind is en afgesloten.
8.2.2. Permanente bewaking
Permanente bewaking is bewaking die zonder onderbreking verzorgd wordt door hetzij :
8.2.2.1. daartoe opgeleid personeel met die opdracht gelast;
8.2.2.2. een vergunde bewakingsonderneming;
8.2.2.3. een doeltreffend, door de Assuralia (*) goedgekeurd elektronisch beveiligings-systeem(**), bestemd om misdrijven tegen goederen en/of zaken te voorkomen en geplaatst door een installateur erkend door het Ministerie van Binnenlandse Zaken.
(*) Assuralia = Belgische Vereniging van Verzekeringsondernemingen
(**) Elk elektronisch beveiligingssysteem moet jaarlijks nagekeken en goedgekeurd worden door een door het Ministerie van Binnenlandse Zaken erkende firma
8.2.3. Organisatorische beveiliging
Onder organisatorische beveiliging wordt verstaan de handelingen en gedragingen die redelijkerwijze en/of logischerwijze mogen worden verwacht van een professionele vervoerder, alsmede van zijn aangestelden of andere personen, waarvoor hij instaat, ter voorkoming van een diefstal of verdwijning en dit rekening houdend met de categorie van diefstalgevoeligheid van de goederen en/of zaken die hij dient te vervoeren.
8.2.4. Diefstalgevoelige goederen
Tabakswaren, alcoholische dranken, elektrische en elektronische apparaten, gereedschap en speelgoed, farmaceutische producten, parfumerie, cosmetica, kleding, schoenen en lederwaren, foto- en filmapparatuur, geluid-,beeld- en datadragers, computer en computertoepassingen, gsm’s.
8.3. Beveiligingsvereisten
Volgende beveiligingsvereisten worden cumulatief opgelegd:
• Organisatorische beveiliging (zie definitie);
• Standaard beveiligingssystemen, d.w.z. deur-, contact-, en stuursloten, die in werking zijn gesteld;
• Extra beveiligingssystemen die automatisch dienen ingeschakeld te worden, onafhankelijk van de activiteiten van de chauffeur.
Extra Beveiligingssystemen
1. Een door Assuralia goedgekeurd anti‑carjackingsysteem CJ1 en anti-diefstalsysteem VV1 met toevoeging van volgende bijkomende beveiliging:
• perimetrische beveiliging;
• volumetrische beveiliging;
• akoestische alarmsignaalinrichting met zelf gevoede sirène;
• optische signalering conform de definities omschreven in de voorschriften voor diefstalbeveiliging voor motorrijtuigen uitgaande van Assuralia met betrekking tot aanvullende elektronische alarmsystemen VV3.
of
2. Een ander extra en gelijkwaardig beveiligingssysteem dat door de verzekeraars uitdrukkelijk goedgekeurd werd.
De bewijslast m.b.t. het naleven van de opgelegde beveiligingsvereisten ligt bij verzekerde.
Een louter eenzijdige verklaring van de bestuurder(s) van het gestolen voertuig wordt niet als bewijs aanvaard.
Voor een afgekoppelde oplegger of aanhangwagen, die zich op het ogenblik van de diefstal niet op de openbare weg bevindt, wordt permanente bewaking gelijkgesteld met bovenvermelde beveiligingsvereisten.
8.4. Vrijstellingen en interventielimieten
8.4.1. Niet op de openbare weg
Voertuig, aanhangwagen of oplegger al dan niet aangekoppeld aan de vrachtwagen of de trekker:
8.4.1.1. de contractuele vrijstelling is van toepassing indien voldaan werd aan de in artikel 8.3. voorziene beveiligingsvereisten;
8.4.1.2. indien niet voldaan werd aan de in artikel 8.3. voorziene beveiligingsvereisten geldt volgende vrijstelling:
Indien de verzekerde waarde gelijk is aan of minder bedraagt dan 25.000,00 EUR:
• Voor diefstalgevoelige goederen: steeds aftrekbare vrijstelling van 1.250,00 EUR;
• Voor niet-diefstalgevoelige goederen: steeds aftrekbare vrijstelling van 625,00 EUR.
Indien de verzekerde waarde meer dan 25.000,00 EUR bedraagt:
• Een steeds aftrekbare vrijstelling van 10% met een minimum van 2.500,00 EUR.
8.4.2. Op de openbare weg
Voertuig, aanhangwagen of oplegger aangekoppeld aan de vrachtwagen of de trekker:
8.4.2.1. de contractuele vrijstelling is van toepassing indien voldaan werd aan de in artikel 8.3. voorziene beveiligingsvereisten;
8.4.2.2. indien niet voldaan werd aan de in artikel 8.3. voorziene beveiligingsvereisten geldt volgende vrijstelling:
Indien de verzekerde waarde gelijk is aan of minder bedraagt dan 25.000,00 EUR:
• Voor diefstalgevoelige goederen: steeds aftrekbare vrijstelling van 2.500,00 EUR;
• Voor niet-diefstalgevoelige goederen: steeds aftrekbare vrijstelling van 1.250,00 EUR
Indien de verzekerde waarde meer dan 25.000,00 EUR bedraagt:
• Een steeds aftrekbare vrijstelling van 20% met een minimum van 5.000,00 EUR.
Hogervermelde vrijstellingen worden berekend op de schadevergoeding; d.w.z. na toepassing van de eventuele limitaties voorzien in het toepasselijke vervoerrecht.
Deze bepalingen doen geen afbreuk aan de bepalingen van de algemene voorwaarden met betrekking tot de toepasselijke vrijstelling in geval van zware fout van een aangestelde.
Art. 9 Uitsluitingen
9.1. Is in ieder geval uit de waarborg gesloten de aansprakelijkheid voor verlies, beschadiging of vertraging in de aflevering van de goederen veroorzaakt door:
9.1.1. opzet en grove fout van de verzekerde of van de personen waarvoor hij instaat, volgens artikels 3, 34 en volgende van het CMR – Verdrag. Opzet en grove fout begaan tijdens de fysische uitoefening van de verrichtingen van laden, vervoer en lossen door de personen voor wie de verzekerde instaat volgens artikels 3,34 en volgende van het CMR – Verdrag blijven gewaarborgd aan de voorwaarden bepaald in artikel 18.2.
9.1.1.1. • oorlog, burgeroorlog, revolutie, muiterij, opstand of de daaruit ontstane burgerlijke onrusten of elke vijandige daad gepleegd door of tegen een oorlogvoerende macht.
• kaping, inbeslagneming, arrest, onder dwangbevel plaatsen of detentie welke het gevolg zijn van de hiervoor opgesomde gebeurtenissen, alsook de gevolgen ervan en iedere poging daartoe.
• achtergelaten mijnen, torpedo’s, bommen of andere achtergelaten oorlogswapens.
9.1.1.2. • stakers, opruiers of personen die deelnemen aan een oploop, een lock-out of aan onlusten veroorzaakt door arbeidsgeschillen, voor zover deze deel uitmaken van het personeel van de verzekerde.
• iedere terrorist of iedere andere persoon welke handelt uit politieke overtuigingen.
9.1.1.3. inbeslagneming, verbeurdverklaring, inbezitneming door de toldiensten of door een erkende of niet erkende overheid, smokkel, verboden- of sluikhandel.
9.1.2. de niet-naleving van de wettelijke en administratieve voorschriften eigen aan het vervoer van goederen over de weg waardoor de veiligheid van de goederen in het gedrang komt.
9.1.3. de niet-naleving van de voorschriften van de ADR (Europees Verdrag betreffendehet Internationaal Vervoer van, Gevaarlijke goederen over de Weg) of de ATP – Overeenkomst (Overeenkomst inzake het internationaal Vervoer van een Bederf onderhevige Levensmiddelen) waardoor de veiligheid van de goederen in het gedrang komt.
9.1.4. verzuim van verzekerde de terugbetaling te innen bij de aflevering van de goederen aan de bestemmeling, ingevolge artikel 21 van het CMR – Verdrag.
9.1.5. afwezigheid, onvolledigheid of onnauwkeurigheid van vervoer- of douanedocumenten en andere bescheiden evenals het verlies of de onjuiste aanwending ervan.
9.1.6. verzuim van verzekerde om op de vrachtbrief te vermelden dat het vervoer onderworpen is aan de bepalingen van het CMR – Verdrag in de zin van artikel 7 par.3 van dit Verdrag.
9.1.7. de uitwerking van wapens of tuigen die bestemd zijn om te ontploffen door structuurwijziging in de atoomkern.
9.1.8. de uitwerking van nucleaire brandstoffen , radioactieve producten en radioactief afval of iedere andere bron van ioniserende straling.
9.2. Is eveneens uit de waarborg gesloten, behoudens uitdrukkelijke en voorafgaande overeenkomst en tegen overeen te komen bijpremie, de aansprakelijkheid voor verlies, beschadiging of vertraging in de aflevering van goederen die voortspruiten uit:
9.2.1. daden van stakers, opruiers of personen die deelnemen aan een oploop een lock- out of aan onlusten veroorzaakt door de arbeidsgeschillen, voor zover deze geen deel uitmaken van het personeel van verzekerde.
9.2.2. het aanvaarden door verzekerde van elke afwijking van de beschikking van artikel 37 van het CMR – Verdrag, krachtens de mogelijkheid voorzien in artikel 40.
9.2.3. bijkomende lasten aan verzekerde opgelegd krachtens toepassing van artikel 38 van het CMR – Verdrag.
9.3. Is eveneens uit de waarborg gesloten, behoudens uitdrukkelijke en voorafgaande overeenkomst en tegen overeen te komen bijpremie, de aansprakelijkheid voor verlies, beschadiging of vertraging in de aflevering van de volgende goederen:
9.3.1. goederen door hun aard bijzonder onderhevig aan verbranding, ontploffing, corrosie, ontvlambaarheid;
9.3.2. radioactieve stoffen en producten;
9.3.3. edele metalen, al dan niet bewerkt of gemunt, kleinoden, echt of cultuurparels, edelstenen, juwelen, bont;
9.3.4. effecten, coupons, speciën, cheques, orderbriefjes of aan toonder, documenten van alle aard;
9.3.5. kunstvoorwerpen, antiquiteiten of verzamelingvoorwerpen met liefhebbers-waarde ;
9.3.6. levende dieren;
9.3.7. levende planten en snijbloemen;
9.3.8. verhuizingen.
9.4. Is eveneens uitgesloten van de waarborg, behoudens uitdrukkelijke en voorafgaande overeenkomst en overeen te komen bijpremie, de aansprakelijkheid voor verlies of beschadiging van materiaal bestemd voor de bescherming, behandeling of stuwing van de goederen, alsook het casco van de containers.
9.5. Is eveneens uitgesloten van de waarborg, behoudens uitdrukkelijke en voorafgaande overeenkomst en overeen te komen bijpremie, de aansprakelijkheid van de verzekerde voor opruimings- en vernietigingskosten.
Deze uitsluiting geldt evenwel niet voor de opruimings- en vernietigingskosten die het gevolg zijn van een gewaarborgd schadegeval en dit tot maximaal 10% van de verzekerde waarde met een maximum van 12.500,00 EUR.
9.6. Is uit de waarborg gesloten de aansprakelijkheid inzake de aanvaarding door verzekerde in de vrachtbrief van een aangegeven waarde of van een bijzonder belang bij de aflevering zoals voorzien in artikels 24 en 26 van het CMR – Verdrag. Deze waarborg kan evenwel, geval per geval verleend worden mits uitdrukkelijke een voorafgaande overeenkomst en overeen te komen bijpremie.
Art. 10 Wijziging van het risico
De verzekerde verbindt zich er toe elke verandering die zich zou kunnen voordoen tijdens de duur van het contract onmiddellijk aan de verzekeraars bekend te maken : wijzigingen in de aard van de voertuigen en de ladingen, in het geldigheidsgebied, kortom, wijzigingen der elementen die tot basis gediend hebben voor het waarderen van de risico’s, het vaststellen van de premie en het opstellen van dit contract.
Indien de ingetreden wijzigingen het risico verzwaren, hebben de verzekeraars het recht de premie aan te passen aan de tarieven die zij toepassen op het ogenblik van de wijzigingen.
Art. 11 Tijdelijke vervanging van een voertuig
In geval van voorlopige onbeschikbaarheid van een in dit contract aangeduid voertuig, heeft de verzekerde de mogelijkheid het door een ander voertuig te doen vervangen, op voorwaarde zulks vooraf aan de verzekeraars aan te geven. Deze aangifte moet de kenmerken van het vervangingsvoertuig opgeven. Ingeval een aangeduid voertuig onderweg beschadigd wordt en vervangen wordt door een ander dat aan de verzekerde of aan een derde toebehoort, blijft de waarborg voor de op het vervangingsvoertuig geladen goederen verworven tot de plaats van bestemming bereikt wordt, zonder dat de verzekerde verplicht is dit vooraf aan de verzekeraars aan te geven.
Art. 12 Inwerkingtreding
Behoudens tegengestelde overeenkomst zal de waarborg een aanvang nemen op de in de polis vermelde datum, voor zover de eerste premie met bijhorende lasten betaald werden binnen de 30 dagen te rekenen vanaf de datum van de verzending van de polis naar de verzekerde. De poststempel levert het bewijs van de datum van verzending.
Art. 13 Duur
Behoudens uitdrukkelijke en voorafgaande overeenkomst wordt de polis afgesloten voor de periode van één jaar.
Op het einde van elke verzekeringsperiode zal de polis stilzwijgend van jaar tot jaar voortgezet worden, tenzij deze opgezegd werd per aangetekend schrijven door één van de partijen, tenminste drie maanden voor de vervaldag van de lopende periode.
Art. 14 Verzekerde waarde
Onder verzekerde waarde wordt verstaan het bedrag, in de Bijzondere Voorwaarden bepaald, hetwelk binnen de grenzen van de waarborg omschreven in artikel 2. de maximale verbintenis van de verzekeraars uitmaakt per schadegeval of per voertuig volgens de tussen partijen overeengekomen modaliteiten.
Behoudens uitdrukkelijke en voorafgaande overeenkomst, is de verzekering in eerste risico afgesloten, hetgeen betekent dat bij schadegeval de verzekeraars instaan voor de vergoeding ten laste van de verzekerde overeenkomstig de bepalingen van artikel 23 van het CMR – Verdrag en dit binnen de perken van de verzekerde waarde.
Art. 15 Premies
15.1. De premie met bijhorende lasten is jaarlijks en ondeelbaar behalve in geval van verdwijning van het risico. In dit geval zullen de verzekeraars de niet - verlopen premie terugbetalen.
De eerste premie met bijhorende lasten is draagbaar en contant betaalbaar.
De premies met bijhorende lasten van de volgende jaren zijn haalbaar op de vastgestelde vervaldagen.
15.2. De niet-betaling van de volgende premies met bijhorende lasten schorst de polis. Deze schorsing zal slechts tegenstelbaar zijn 15 kalenderdagen na het verzenden van een aangetekende ingebrekestelling naar de verzekerde.
Bij niet-betaling zal de schorsing evenwel een aanvang nemen op de dag van het verzenden van hogergenoemde ingebrekestelling en zal eindigen op de dag na de volledige vereffening van de premie en bijhorende lasten.
15.3. Zolang de schorsing duurt zullen de verzekeraars de verzekeringsnemer melding maken van elke premie die tijdens deze periode vervalt. Zij zijn nochtans niet verplicht hem een aangetekende aanmaning te sturen.
Art. 16 Opzegging
16.1. De verzekeraars hebben het recht:
• met een opzeggingstermijn van 15 kalenderdagen, het contract per aangetekende brief op te zeggen:
a) in geval van niet-betaling van de premie, bijpremie of bijkomende sommen of bij niet-terugbetaling van de vrijstelling;
b) in geval van faillissement of van een verval door de verzekerde opgelopen;
• mits vooropzeg van 30 dagen, de polis na iedere schademelding en ten laatste binnen de 30 dagen na betaling of afwijzing door de verzekeraars van de schade, per aangetekend schrijven op te zeggen. In dat geval zal het deel van de premie voor de niet-gelopen risico’s terugbetaald worden;
• mits vooropzeg van 3 maanden, de polis tegen het einde van elke verzekeringsperiode, per aangetekend schrijven op te zeggen.
16.2. De verzekeringsnemer heeft het recht:
• mits vooropzeg van 3 maanden, de polis tegen het einde van elke verzekeringsperiode, per aangetekend schrijven op te zeggen;
• mits vooropzeg van 30 dagen, de polis na iedere schademelding en ten laatste binnen de 30 dagen na betaling of afwijzing door de verzekeraars van de schade, per aangetekend schrijven op te zeggen.
Art. 17 Verplichtingen bij schadegeval
17.1. Zodra hij kennis heeft van een schadegeval, is de verzekerde verplicht de verzekeraars ervan te verwittigen en te handelen als goede huisvader.
Bovendien verbindt hij er zich toe volgende verplichtingen in acht te nemen:
17.1.1. alle nuttige maatregelen te treffen om de schade te beperken, om de goederen te vrijwaren en de eventuele instructies van de verzekeraars na te komen;
17.1.2. het verhaal te vrijwaren tegenover alle derden, onderaannemers of contractanten;
17.1.3. bij diefstal of ander misdrijf, alle nodige maatregelen te treffen opdat:
17.1.3.1. onmiddellijk klacht zou worden neergelegd bij de gerechtelijke overheid van de plaats van vaststelling;
17.1.3.2. klacht zou worden neergelegd bij de Federale Politie van de plaats van de uitbatingzetel van de verzekerde;
17.2. Bovendien is de verzekerde verplicht bij ongeval, brand of in al de gevallen waar de belangrijkheid van de schade het wettigt, de verzekeraars onmiddellijk en op de meest spoedige wijze op de hoogte te brengen van de feiten en hun instructies na te komen. Indien het onmogelijk is deze instructies te bekomen, is verzekerde ertoe gehouden, ongeacht de verplichtingen hierboven vermeld in artikel 17.1., ter plaatse een vaststelling te laten verrichten met de vermelding van de aard, de oorzaak en de omvang van de schade, dit tegensprekelijk met de gebeurlijke aansprakelijke derde of, bij ontstentenis, met een bevoegde overheid.
17.3. Verzekerde verbindt er zich toe, aan de personen waarvoor hij instaat de nodige instructies te geven teneinde de verplichtingen in de artikels 17.1. en 17.2. na te leven.
17.4. Verzekerde verbindt er zich toe dagvaardingen en in het algemeen, om het even welke gerechtelijke akte betrekking hebbend op een schadegeval, zo vlug mogelijk aan de verzekeraars over te maken.
17.5. Verzekerde verbindt er zich toe ieder ander stuk betrekking hebbend op een schadegeval, zo vlug mogelijk aan de verzekeraars over te maken.
17.6. Verzekerde zal niet mogen overgaan tot het stellen van een daad of het formuleren van een belofte, welke zou kunnen beschouwd worden als een erkenning van aansprakelijkheid, noch tot een vergelijk komen, noch het schadebedrag begroten, noch tot betaling overgaan, zonder voorafgaande toestemming van de verzekeraars.
17.7. Het niet naleven van de verplichtingen vermeld in de artikels 17.1.3.1. en 17.4. brengt het verval van rechten met zich mee.
17.8. Indien de verzekeraars het bestaan aantonen van een door hen geleden nadeel ingevolge het niet naleven van de andere bepalingen van dit artikel, zal de schade die hieruit voortvloeit ten laste blijven van verzekerde.
Art. 18 Schaderegeling
18.1. Bij schadegeval, behouden de verzekeraars het recht zich in de plaats te stellen van de verzekerde om met de rechthebbende te onderhandelen en deze gebeurlijk te vergoeden.
18.2. Onverminderd de bepalingen van artikel 9, zullen de vergoedingen voor verlies, beschadiging of vertraging in de aflevering van de goederen, ontstaan door opzet of grove fout begaan door de personen waarvoor de verzekerde instaat volgens de artikels 3,34 en volgende van het CMR-Verdrag, welke deelnemen aan de fysische verrichtingen van laden, vervoer en lossen, geregeld worden zonder echter de bedragen van de schadevergoedingen voorzien in artikel 23 van het CMR-Verdrag te overschrijden en dit binnen de perken van de verzekerde waarde.
Bovendien zal in dit geval een aftrekfranchise worden toegepast van 10 % op de vergoeding met een minimum van EUR 250,- en een maximum van EUR 2.500,- per gebeurtenis. Deze vrijstelling is cumuleerbaar met de aftrekfranchises voorzien in de Bijzondere Voorwaarden.
18.3. Bij rechtsvordering ingesteld tegen verzekerde, waarbij de waarborg van de polis zou kunnen betrokken zijn, behouden de verzekeraars zich het recht voor het geding in naam van verzekerde te leiden of te volgen behalve indien het geldelijk belang van verzekerde in de procedure deze van de verzekeraars overschrijdt.
De verzekeraars dragen voor rekening van verzekerde, de hoofdsom van de veroordeling, interesten en kosten, overeenkomstig de voorwaarden van de polis en binnen de perken van de verzekerde waarde. Bovendien dragen de verzekeraars, in verhouding tot hun belang, de honoraria en advocaatkosten. De verzekerde verbindt er zich toe beroep aan te tekenen, wanneer de verzekeraars hem hiertoe verzoeken.
18.4. In elk geding waar de verzekeraars de verdediging van de verzekerde op zich nemen, mag deze laatste, op eigen kosten beroep doen op een advocaat naar eigen keuze.
18.5. De nietigheid, de excepties, het verval en de vrijstellingen die kunnen worden ingeroepen tegen de verzekerde, zijn tegenstelbaar aan derde benadeelden.
18.6. Overeenkomstig artikel 2.6. zal bij de berekening van de vergoedingen voor verlies en beschadiging van de verzekerde containers, opleggers, trailers en containerchassis rekening worden gehouden met de actuele waarde ervan, op de dag vóór het schadegeval en met de afschrijving ‘oud voor nieuw’, te bepalen door de expert, of volgens de gebruikelijke afschrijvingstabellen. De maximale tussenkomst van verzekeraars wordt beperkt tot de maximaal verzekerde waarde van het object betrokken bij het schadegeval.
Art. 19 Vervoer van goederen geladen in containers
De waarborg van de polis is geldig voor de goederen geladen in containers welke door de in de polis aangeduide voertuigen worden vervoerd en dit voor zover deze voertuigen hiervoor technisch zijn uitgerust.
Verzekerde of diens aangestelde of mandatarissen zullen echter, telkens zij in de onmogelijkheid verkeren het aantal colli, de hoeveelheid en de uiterlijke staat van de goederen welke zich in de container bevinden, na te zien of te controleren, bij ontvangst van de goederen op de vrachtbrief moeten vermelden: “Onder voorbehoud voor wat de staat, de hoeveelheid en het aantal colli betreft, bij gebrek aan mogelijkheid tot nazicht”.
Art. 20 Dubbele verzekering
Deze polis geldt slechts na volledige uitwerking van alle andere verzekeringen welke gebeurlijk, geheel of gedeeltelijk dezelfde risico’s zouden dekken.
Art. 21 Bewaring en verkoop
Wanneer de goederen gelost worden om opgeslagen of verkocht te worden zoals voorzien in de beschikkingen van artikels 14, 15 en 16 van het CMR – Verdrag, zullen gedane kosten welke ten laste van verzekerde blijven, vergoed worden wanneer zij tot doel hebben de goederen te vrijwaren.
Art. 22 Subrogatie
De verzekeraars worden gesubrogeerd in de rechten van de verzekerde tegenover alle verantwoordelijke derden overeenkomstig de bepalingen van artikel 22 van de wet van 11 juni 1874.
Art. 23 Verjaring
Alle vorderingen tot betaling van schadevergoeding verjaren na 3 jaar te rekenen vanaf de datum van het schadegeval dat er aanleiding toe gegeven heeft. Evenwel zal hogergenoemde verjaringstermijn op 6 jaar gebracht worden in geval van regresvorderingen in toepassing van artikel 39.4 van het CMR – Verdrag.
Art. 24 Expertise
Indien de schade niet in der minne wordt geregeld, wordt ze begroot door twee deskundigen, de ene door de verzekerde, de andere door de verzekeraars aangesteld.
Indien zij het niet eens worden, doen zij beroep op een derde deskundige met wie ze dan samenwerken en met meerderheid van stemmen beslissen.
Indien één der partijen geen deskundige aanstelt, of indien de twee deskundigen het niet eens worden over de keuze van een derde, zal de aanstelling gedaan worden door de Voorzitter van de Rechtbank van Koophandel te Antwerpen, op verzoek van de meest gerede partij.
De deskundigen zijn vrijgesteld van alle gerechtelijke formaliteiten. Hun beslissing is onherroepelijk en ontegensprekelijk.
Elk der partijen draagt haar eigen expertisekosten. De kosten van een derde deskundige of van een eventuele gerechtelijke expertise komen voor de helft ten laste van de verzekeraars en voor de helft van de verzekerde.
De expertise of elke verrichting met het doel de schade vast te stellen, doet geenszins afbreuk aan de rechten en uitzonderingen waarop de verzekeraars zich tegen de verzekerde zouden kunnen beroepen. Hetzelfde geldt voor de maatregelen die zouden kunnen getroffen worden door het redden en bewaken van de voorwerpen, getroffen door het schadegeval.
Art. 25 Valse aangiften
Elke opzettelijke verzwijging, weglating of valse of onjuiste aangifte in het voorstel, in de loop van het contract, alsmede elke opzettelijke daad die de verzekeraars zouden kunnen misleiden nopens de omvang van het risico of van het schadegeval of die het berokkende nadeel zou verergeren, ontslaat de verzekeraars van hun verplichtingen en verleent hem het recht het contract per aangetekend schrijven met onmiddellijke uitwerking op te zeggen, zonder premieteruggave.
Art. 26 Belastingen en onkosten
Alle kosten, belastingen en lasten geheven of te heffen uit hoofde van deze overeenkomst, worden door de verzekeringsnemer gedragen en zijn tegelijkertijd en op dezelfde wijze als de premie betaalbaar.
Art. 27 Medeverzekering
Er bestaat geen enkele solidariteit tussen de verzekeraars die deze polis ondertekenen, zodat een polis gesloten wordt tussen de verzekerde en elke verzekeraar ten belope van het bedrag of het percentage door hen elk ondertekend.
Behoudens andersluidende bepaling, wordt de eerst vermelde verzekeraar geacht op te treden als leidende verzekeraar.
De leidende verzekeraar wordt geacht de lasthebber te zijn van de overige medeverzekeraars voor het ontvangen van alle kennisgevingen bepaald in de overeenkomst. De medeverzekeraars verbinden er zich ondermeer toe de leidende verzekeraar te volgen in al zijn beslissingen omtrent het dagelijks beheer, de interpretatie van de polis en de regeling van de schadegevallen, met inbegrip van de vaststelling van de vergoeding.
Art. 28 Geschillen
Het Belgische recht is van toepassing op dit contract.
De geschillen tussen verzekeraars en verzekerde met betrekking tot deze polis, worden beslecht door een scheidsgerecht waarvan de eerste twee leden benoemd worden door elk van de partijen en de derde door de alzo benoemde scheidslieden.
In geval van onenigheid, zal de benoeming van deze derde scheidsman geschieden door de Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg van Antwerpen en dit op verzoekschrift van de meest gerede partij.
De geschillen zullen beslecht worden op de plaats waar de polis door de verzekeraars werd uitgegeven.
De partijen behouden zich het recht voor, bij een tweede scheidsgerecht, in graad van beroep zetelend, beroep aan te tekenen voor zover deze mogelijkheid voorzien werd in de overeenkomst tot arbitrage vervat in het compromis of in de hiervoor geldende briefwisseling.
De gewone rechtbanken blijven echter bevoegd voor de geschillen welke betrekking hebben op de inning van de premies.
Art. 29 Sanctie clausule
Clausule n° CN101 van de Koninklijke Belgische Vereniging van Transportverzekeraars vzw van 27 januari 2011
De waarborg is niet verworven in alle gevallen waar sancties, beperkingen of verbodsbepalingen door eender welke bevoegde nationale, internationale of supranationale overheid worden opgelegd en die verzekeraars verbieden om verzekeringsprestaties aan te bieden.