Martje Cornellis en Frerik Aikes Vos
Xxxxxx Xxxxxxxxx en Xxxxxx Xxxxx Xxx
Het huwelijk
Hoewel Xxxxxx de jongste was, trad ze als eerste in het huwelijk. Nadat in Bierum op drie achtereenvolgende zondagen afgekondigd was dat ze zou gaan trouwen met Xxxxxx Xxxxx Xxx uit Holwierde, was het dan eindelijk zover. Het werd zondag 22 februari 1756, in de kerk te Holwierda. Op donderdag 29 januari waren de huwelijkse voorwaarden al vastgelegd bij notaris Venhuizen.
Er waren heel wat getuigen geweest bij het opstellen van het huwelijkscontract op die 29e januari van het jaar 1756. De vader van Xxxxxx, Xxxxxxxxxx Xxxx, tevens kerkvoogd, en haar broer Xxx waren getuige voor haar, met daarnaast de ooms Xxxxxxx Xxxxxx, Xxx Xxxxxx en Xxxx Xxxxxx en nog enkele halve neven, te weten Xxxx Xxxxxx, Xxx Xxxxxxx, Xxxxxx Harms1, Xxxxxxxxxx Xxxxxx en Ewe Jans2. Xxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxx was al jaren geleden overleden. Xxxxxx was 24 jaar oud toen ze in het huwelijk trad.
Voor Xxxxxx waren zijn ouders, Xxxxx Xxxxxxx en Xxxxxxx Xxxxxxx, aanwezig, samen met zijn drie jaar oudere broer Xxxxxxx, zijn zes jaar oudere zus Wipke, samen met haar man Xxxxx Xxxxxx, zijn drie jaar jongere zus Xxxxxx, oom Xxxxx Xxxxxxx Xxx (een broer van moeder), halve oom Regnier Wolfius3 uit Xxxxxxxx (een zoon van de tweede vrouw van grootvader Xxxxxxx Xxxxx) en aangetrouwde oom Xxx Xxxxx en de xxxxx Xxxxx Xxxxx en Xxxxxxx Xxxxxxxx. Van de broers zijn de twee jongsten, Xxxxx en Xxxxxxx, niet aanwezig.
Huwelijk Xxxxxx Xxxxxx Xxx en Xxxxxxx Xxxxxxxxxx, 29 januari 17564
Doctor X. Xxxxxxxxx, geconstitueerde rigter van Godlinze cum anexis certificere met desen open en verzegelden huwelijkscontracte dat met mande vriendenraadt en toestemminge een eerlijk Christelijk huwelijk is beraamt, gededigt en besloten tussen de eersame Xxxxxx Xxxxxx Xxx als bruidegom ter enere en de eerbare jonge dogter, Xxxxxxx Xxxxxxxxxx als bruid ter anderen zijde op conditien en voorwaarden nabeschreven.
1 Bij Spanheim wordt Xxxx Xxxxxx vermeld, de 2e regel is uit 1755, de 1e regel de registratie uit 1721
Lesterhuis
74 3/4 d. =Xxxxx Xxxxx en Ike
Hi.69 (K.443) Xxxx Xxxxxx en Xxxxxx Xxxxxxx
Xxxxx Xxxxx van Bierum huwt in 1711 met XXxx Xxxxxx van Woldendorp.
De hier genoemde Xxxx Xxxxxx is een een kleinzoon van Xxxx Xxxxxx, een broer van Xxxxxx Xxxxxx, oma van de bruid. Het gaat dus om een achterneef. Ook twee zwagers van deze achterneef zijn aanwezig: Xxx Xxxxxxx is gehuwd met Xxxxxx Xxxxxx, Xxxxxx Xxxxx met Xxxxx Xxxxxx
0 Xxxxxxxxxx xx Xxx Xxxx zijn broers, zonen van Xxx Xxxx en Xxxxxx Xxxxxxxxxxx
3 Volgens een site van Xxxxx huwde Xxxxxxx Xxxxxxxx op 5 september Xxxxxxxx Xxxxxx (overleden op 5
september 1753, dus haar trouwdag). In de DTB van Xxxxxxxx wordt dit echtpaar ook genoemd: ‘Den 29-06- 1752 zijn naar voorgaande onderwijs tot het H.Avondmaal angenomen Xxxxxxxx Xxxxxxxx en deszelfs huisvrouw Xxxxxxxx Xxxxxxx.’ De vader van Xxxxxxx zou zijn Xxxxxxxx Xxxxxxxx, ovl. 9 Feb 1702. Deze trouwde met Xxxxxxx Xxxxxxx, op 25 Mei 1690. Xxxxxxx Xxxxxxx is ovl. NA 1722. Deze Xxxxxxx Xxxxxxx is in 1703 gehuwd met Xxxxxxx Xxxxx, de grootvader van bruidegom Xxxxxx. Genoemde Xxxxxxx is dus een zoon van de tweede vrouw van zijn opa.
4 RAG 733, 892, 90v
Voor eerst zijn bruidegom en bruid benevens presente vrienden en dedigsluiden wel tevreden met alle sodane goederen als de toekomende eheluiden reeds hebben en aan elkanderen komen te brengen sullende de begrotinge van de aangebragte goederen in dorso van desen contracte worden getekent, sullende winst en verlies staande huwelijk gemaakt zijn gemeen half en half. Edog de losse en de vaste angebragte goederen als mede anervende en anstervende zijn en verblijven buiten gemeenschap en ten allen tijde wederom heen retourneren en vererven aan de zijde waaruit en heen zijn gekomen.
Ten tweede soons en dogters uit dit huwelijk wordende verwekt sullen tot vaders moeders nalatenschap hooft voor hooft even na en sibbe zijn tot vaders en moeders nalatenschap en in alle erf en versterf het regt van representatie genieten.
Ten derde de bruid voor de bruidegom komende te overlijden sonder kind of kinderen uit dit huwelijk verwekt in leven na te laten dan sal de bruidegom uit des bruids nalatenschap lijfstagswijde (?) hebben en genieten een somma van vijfhondert Car guldens zijn leven lang, of tot dat tot een tweede huwelijk mogte overgaan.
Ten vierde de bruidegom voor de bruid komende te overlijden sonder kind of kinderen uit dit huwelijk verwekt in leven na te laten, dan sal de bruid haar leven lang, of totdat tot een tweede huwelijk mogte overgaan lijfstagtswijse hebben en genieten uit des bruidegoms nagelatene goederen een somma van seven hondert en vijftig Car guldens.
Ten vijfde de bruidegom en bruid komende te overlijden en kinderen uit desen huwelijk verwekt in leven nalatende en deselve sonder wettige descendenten gerakende te overlijden so sal het ene kind zijne goederen vererven op het andere en het langst levende ook gerakende te versterven sonder wettige descendenten sullen des selfs nagelatene goederen vererven aan de zijde waarvan dezelve zijn uit en heen gekomen
Waarmede haar huwelijks contract besluitende zijn bij het oprigten van dezen als vrienden en dedigsluiden present en tegenwoordig geweest
aan des bruidegoms sijde de E: Xxxxx Xxxxxxx en Xxxxxxx Xxxxxxx, eheluiden als vader en moeder, Xxxxxxx Xxxxxx als broeder, Xxxxx Xxxxxx en Xxxxx Xxxxxx, eheluiden als angetrouwde swager en suster, Xxxxxx Xxxxxx als suster, Xxxxx Xxxxxxx Xxx als oom, Xxxxxxx Xxxxxxx als halve oom, de E. Xxx Xxxxxx als angetrouwde oom, Xxxxx Xxxxxx en Xxxxxxx Xxxxxxxx als neven.
An des bruids zijde de E: kerkvoogt Xxxxxxxxxx Xxxx als vader, Xxx Xxxxxxxxxx als broeder, Xxxxxxx Xxxxxx, Xxx Xxxxxx en Xxxx Xxxxxx als ooms, Xxxx Xxxxxx, Xxx Xxxxxxx en Xxxxxx Xxxxx als halve neven, Xxxxxxxxxx Xxxxxx en Xxx Xxxx als halve neven van des bruids zijde.
In oirkonde der waarheid en tot meerdere verstevinge deses heb ik rigter opgemaakt desen op belijninge van bruidegom en bruid benevens wederzijds vrienden en dedigsluiden met zijn gewonen zegul en naams onderschrijvinge bevestigt gedaan te Berum in den jare een duisend sevenhondert ses en vijftig den 29 van januarius.
Xxxxxx Xxxxx werd geboren in Holwierde, zoon van Xxxx Xxxxxxx en Xxxxxxx Xxxxxxx. De ouders van Xxxxxx waren na hun huwelijk in 1727 gaan wonen op Garbendeweer, helemaal aan het einde van de Uiteinderweg. Hun land lag tegen de zeedijk, ze konden zo uitkijken over het wad.
Xxxx Xxxxxxx en Martjen kopen Garbendeweer
Genoemde Aike en Xxxxxxx hadden het bedrijf gekocht van de kinderen van Xxxxxx Xxxxxxx en Xxxxxxx Xxxxxx. Ze hadden hier 2400 Car. gulden en twee zilveren ducatons, ook wel zilveren rijders (zie afbeelding hiernaast) genoemd, voor moeten betalen. Om de waarde te bepalen was het land door Xxxxxx xxx Xxxxxx
opgemeten (zie de kaart uit 1727 in een vorig hoofdstuk). Er was bepaald dat indien, na meting namens de rentmeester, de bedrijfsoppervlakte mocht afwijken, dat tot schade of bate van de kopers zou zijn. In de verte, op ongeveer anderhalve kilometer afstand lag de wierde Hoog Watum, waar buitendijks zich het Beppegat bevond.
Detail van kaart Provincie Groningen Gemeente Bierum, X. Xxxxxx, 1869
Niet duidelijk is waar deze naam vandaan komt. Aike en Xxxxxxx hebben 45 jaar op Garbendeweer gewoond van 1727 tot maart 1772. Toen verkochten ze het bedrijf aan de jongste zoon Xxxxxxx en diens aanstaande echtgenote Xxxxxx Xxxxxx. [waar gingen zij toen wonen, zegt de DTB lidmaten Holwierde hier iets over ??] Zij was afkomstig uit Lutjeburen.
Xxxxxxx xxxxxx. Munt genoemd naar Xxxxx X. De eerste Nederlandse eenheidsmunt die ook in een groot deel van Europa circuleert. Wettig betaalmiddel en de vaste reken eenheid in de boekhouding. De Xxxxxxx xxxxxx bestond uit
20 stuivers. Het dagloon van een geschoold arbeider was indertijd (?) 1 stuiver
In oktober van het jaar 1772 koopt Aike de eigendomsrechten van de provincie, voor een bedrag van f11.025,-. In 1773 regelen eigenaar en meijer (volgens mij gaat het hier om Xxxx en Xxxxxxx als eigenaars en hun zoon Xxxxxxx en diens vrouw Xxxxxx als meijers) het vast worden van de beklemming, met een vaste huur van 232,- en 1 stuiver per jaar. Verder wilden de eigenaren een vet zwijn en een kinnetje boter jaarlijks ontvangen, alsmede het gebruik van twee kerkbanken.
Xxxx Xxxxxxx en Xxxxxx Xxxxxxx als schoonfamilie
In het gezin van Xxxx Xxxxxxx en Xxxxxxx Xxxxxxx waren zeven kinderen geboren, alle gedoopt te Holwierde. Xxxxxx was de vierde. Xxxxxxx, het eerste kindje van Aike en Martjen, was kort na de geboorte overleden, waardoor zus Wipke de oudste geworden was. Na haar kwam opnieuw een Xxxxxxx, en na de geboorte van Xxxxxx werden nog geboren Xxxxxx, Xxxxx en Xxxxxxx.
Het gezin van Xxxxxx Xxxxxxxxx en Xxxxxx Xxxxx
Xxxxxx en Xxxxxx waren na hun huwelijk gaan wonen op Hemery, een boerderij bij Bierum, zo valt op te maken uit een aantekening in een clauwboek5. De boerderij ligt aan de linkerzijde van de weg van Bierum naar Watum, daar waar ’t plaatsje de Hemery heeft gelegen.
Xxxxxx Xxxxxxxxx en Xxxxxx Xxxxx kregen acht kinderen, waaronder twee tweelingen. De oudste was Xxxxx, daarna kwam Xxxxxx, de tweeling Xxxxxxxxx en Claas, vervolgens Claas en Xxxxxxx, weer een tweeling. De jongste twee waren Xxxxxx en Kornelliske. De geboortes volgden elkaar snel op. Toen de jongste werd geboren was Xxxxx, de oudste, ruim tien jaar oud.
Xxxxx werd in Holwierde gedoopt op 30 januari 1757 te Holwierde. De andere kinderen werden allen in de kerk te Bierum gedoopt. Ze werden daar gedoopt door Joh. Goldschmid, die van 1748 tot 1789 predikant was in de gemeente. Bij de doop van Xxxxxx was het een bijzondere dienst geweest. Op die dag, 22 juli 1759, werd er namelijk nog een kind gedoopt door ds Xxxxxxxxxx, namelijk Xxxxx, het dochtertje van Xxxxxx Xxxxxxx en Xxxxxxx Xxxxxxxx. Xxxxxx Xxxxxxx behoorde tot de Mennonieten, maar Greetje had aangegeven dat zij het kind hier in de gereformeerde kerk laten dopen, zodat wederom de moeder de gewone vragen heeft beantwoord, also de vader tot de Mennonieten behoort.
Hoe het verder ging met hun kinderen? Xxxxx Xxxxxxx, de oudste, trouwde met Xxxxxxx Alles6. Zijn zus Xxxxxx huwde in 1780 met Xxxxxxx Xxxxxxx. Xxxxx Xxxxxxx vond een levenspartner in Xxxxx Xxxxxxx en Xxxxxx trouwde met Xxxxxxxxxx Xxxxxx Xxxxxxxxx, een landbouwer uit Garmerwolde, op de Wierde, nadat zij in Huizinge in ondertrouw waren gegaan. Het kerkelijk huwelijk vond hen vond plaats op donderdag 17 mei 1787 in Loppersum. Van de andere kinderen is me niet bekend wat er van hen is geworden.
Het huwelijk van dochter Xxxxxx in 1780
Bij het sluiten van het huwelijkscontract van dochter Xxxxxx met Xxxxxxx Xxxxxxx op 29 december 1779 zijn er de nodige getuigen aanwezig. Voor de bruidegom zijn dat Xxxx Xxxxxxxxxx, een oom en voormond, Xxxxxx Xxxxxxx, eveneens een oom en sibbe voogd, en Xxxxx Xxxxxx Xxxxxxxx, vreemde voogd. Voor de bruid zijn nog meer getuigen aanwezig. Uiteraard zijn de ouders Xxxxxx Xxxxx Xxx en Xxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxxxx er, en Xxxx, een broer van Xxxxxx. Daarnaast een aantal ooms en tantes: Xxx Xxxxxxxx Xxxxxxxx samen met Xxxxxxxx Xxxxx Xxxxxx (aangetrouwde moeij), Xxxxxxx Xxxxx samen met Xxxx Xxxxxx (aangetrouwde xxxxx), Xxxxxxx Xxxxx samen met Xxxxxxx Xxxxxx (aangetrouwde moeij), Xxxxxx Xxxxxxxx (aangetrouwde oom) samen met Xxxxxxx Xxxxxx (moeij). Tenslotte is ook nog Xxxxx
5 BBB 478
6 In de DTB te Wirdum staat dat in ‘1786 op belijdenis aangenomen [werd] Xxxx Xxxxxxx Xxx en deszelfs huisvrouw Xxxxxxx Xxxxx’, met de toevoeging: ‘vertrokken na Bierum in 1788’.
Eisses, de weduwe van Xxxx Xxxxxxxx Xxxxxxx, als aangetrouwde oude moeij, bij de bruiloft aanwezig. Zij is dan 61 jaar, en de moeder van Xxxxxxxx Xxxxx Xxxxxxx, de tante van de bruid.
Het huwelijk van Xxxx Xxxxxxx Xxx in 1782
Op 24 februari 1782 huwt zoon Xxxx met Xxxxxxx Xxxxx Xxx. Ruim een week eerder werd het huwelijkscontract gesloten. Daarbij waren als getuigen aanwezig aan bruidegoms zijde
Xxx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx, een oom, Xxxxxxx Xxxxx Xxx, eveneens een oom en Xxx Xxxxxxx, dedigsman. Voor de bruid waren aanwezig vader Alle Xxxxxx en stiefmoeder Xxxxx Xxxxxxx. Verder Xxxxxx Xxxxxxxx, oom en voorstander over bruids minderj. broer, Xxxxxx Xxxxxx, oom en voorstander over idem, Xxx Xxxxxx, voorstander over idem, Xxxxxxxx Xxxxx, aangetrouwde xxxx en echtgenote van Xxxxxx Xxxxxx, Xxxxxxx Xxxxxxxx, oom, Xxxxxx Xxxxxx, aangetrouwde oom, Xxxxxxxxx Xxxxxx, xxxx, Xxxxx Xxxx, aangetrouwde neef, Xxxxxx Xxxxxxx, nicht, Xxxxxxxxx Xxx, aangetrouwde neef, Xxxxxxxx Xxxxxxx, halve neef en Xxx Xxxxxxx, halve neef.
Xxxxxx Xxxxxx Vos en de Vierbuurster Maar
In het Groninger landschap hebben maren vanouds een belangrijke functie voor de afvoer van water. Via een zijl of sluis kon overtollig zoetwater worden geloosd op het wad. Het graven van een maar en het beheer en onderhoud van zijlen moest worden geregeld. Dat gebeurde in de zogenoemde zijlvesten. Het woord is al oud, in de kronieken van de abten Xxx en Menko van het klooster Bloemhof wordt gesproken van ‘sielen’. Zo verhaalt abt Xxx van de bouw van een sluis in 1192. Het woord zijl komt als achtervoegsel nog voor in veel Nederlandse plaatsnamen, zoals Blokzijl, Ossenzijl of Delfzijl. Deze laatste naam verwijst naar de zijl in de Delf, een oude naam voor het huidige Damsterdiep.
Het Generale Zijlvest der Drie Delfzijlen is opgericht in het begin van de 14e eeuw. Het Slochter-, Scharmer- en Dorpsterzijlvest besloten toen tot samenwerking. Zij hadden gemeenschappelijke belangen. Alle drie waterden af door de Fivel, het latere Damsterdiep en alle drie hadden een eigen afwateringssluis in Delfzijl. In een oorkonde uit het jaar 1317 treden ze voor het eerst gezamenlijk op als de abt van het klooster Wittewierum en zes scheppers van ‘Trium Aqueductuum videlicet de Delsilum’ een reglement opstellen. Hier verwijst Xxxxxxxx naar Delfzijl. Het Dorpsterzijlvest, het gebied boven Delfzijl, was verdeeld in Dijkrechten. Het dijkrecht van de Vierburen bestond weer uit 8 kluften, 2 in Godlinze, 2 in Spijk, 2 in Bierum en in Losdorp en Oldenklooster.
Het geld wat nodig was voor het graven of onderhoud van een maar werd opgebracht uit wat het binnenschot genoemd werd, ter onderscheid van het zijlschot. Toen de Vierbuurster Maar werd gegraven moesten de kosten of in natura (arbeid) dan wel in geld worden opgebracht. Daarbij werd ook een tarief vastgesteld per gras. Zo moest een eerste termijn worden betaald voor ‘de graaving van het vierbuirster maar’ tegen een bedrag van 11¼ stuiver per gras. Xxx
Xxxxxxxxx werd aangeslagen voor 17 grazen, wat neerkwam op een bedrag van 9 gulden, 11 stuiver en 2 duiten. Xxxxxx Xxxxxxxx was met zijn 50 grazen het meeste geld kwijt, ruim 28 gulden.
Waar de Vierbuurster Maar precies op slaat is niet duidelijk. Mogelijk op (een deel van) de Bierumer Maar (of Grote Heekt zoals de naam is van dit water aan de zuidkant van Holwierde waar het dwars doorheen stroomt). Zie ook nog een of meer stukken bij Waterschap Noorderzijlvest7. De foto boven toont de Grote Heekt bij Holwierde, de foto links de Bierumer Maar.
In de ondertekening van het stuk wordt ook nog een
X. Xxxxxxx genoemd als secretaris. Naar alle waarschijnlijkheid is dit dezelfde als Xxx Xxxxxxx, schoolmeester te Bierum, die overleed in 1782. Het is immers aannemelijk dat juist een schoolmeester de benodigde schrijfkwaliteiten had voor het opstellen van een dergelijk document. Verder worden genoemd Xxxxxx Xxxxxxx Xxx, Xxxxxx Xxxxxxxx en Xxxxxx Xxxxxxxxx. In de DTB Bierum wordt een Xxxxxx Xxxxxxxx genoemd, oorspronkelijk van de Mennonieten, die in april 1770 op belijdenis lid wordt van de gemeente te Bierum en in de jaren daarna, voor 1789, vertrekt naar Lopersum. Deze Xxxxxx was op 23 februari 1755 getrouwd met Xxxxxxxxx Xxxxxx, na haar overlijden hertrouwd op 13 januari 1765 met Xxxxx Xxxxx Xxxxxx. Xxxxxx Xxxxxxxxxx xxx Xxxxxxx en Xxxxxxx Xxxxxxx, weduwe van Xxxxx Xxxxxxx trouwen op 22 Mei 1747 te Bierum. Mogelijk is dit de bedoelde Xxxxxx Xxxxxxxxx.
Xxxxxx Xxxxxxxxx en Xxxxxx Xxxxx bij een boedelscheiding
In 1788 zijn Martje en Freek betrokken bij een boedelscheiding. Het gaat om de weduwe Xxxxx Xxxxxx, eerder gehuwd met Xxxxxxxx Xxxxxx, die een kuiperij had te Bierum, en huur moest betalen aan Martje en Xxxxxx. Lubke verkoopt aan een zekere Xxxxx Xxxxxxxx een kuiperij te Huizinge. Deze Xxxxx Xxxxxxxxx was cuiper, geboren 1734 en overleden op vrijdag 16 oktober 1807 te Catmis. Claes was ouderling van de gemeente te Leermens. In 1767 is er een boedelinventaris gemaakt van Xxxxx Xxxxxxxxx en Xxxxxxxx Xxxx (eerste huwelijk). Uit deze boedelinventaris (GA 734, 225, geciteerd via webite Xxxxxx) blijkt dat er twee onmondige kinderen waren, een jongen en een meisje. Dochter Xxxxxxxx uit het tweede huwelijk, gedoopt 25 maart 1774, huwde met Xxxxx Xxxxxx. In zijn huis zal Claes overlijden, 73 jaar oud. De kinderen erfden ook nog de lijfstoebehoren van een oom Xxxxxx Xxxx Xxxxxxxx, mogelijk een broer van Xxxxxxxx Xxxx. In 1787 worden Xxxxx Xxxxxxxxx en zijn vrouw Xxxxxxxx Xxxxxxxxx ingeschreven als lidmaten in de kerk van Bierum. Zoals gezegd kopen ze dan van Xxxxxxxx Xxxxxx weduwe op 19 januari 1788 een kuiperij te Bierum voor 475 Car.guldens
Koop en Cessiebrief van Xxxxxxx Xxxxxx Wed.dei verkogt aan Xxxxx Xxxxxxxxx & Vr. ad f 475 & c: Bierum den 19 January 1788.
----U supra Dat persoonlijk voor mij Compareerde ende Erscheene Xxxxx Xxxxxx, Weduwe van xxxxxx Xxxxxxxx Xxxxxx voor haar zelve en als boedelhoudster van wijlen haar genoemde Ehemans nalatenschap geassisteert met de X. Xxxxxxx Xxxxx Xxx meede caveerrende voor des Zelvs
7 Het betret categorie 01 (Voorgangers Waterschap Hunsingo), xxxxx 00 (Xxxxxxxxx van de Vierburen, 1645-1875) en dan nummer 15: Rekening, 1786/87, en diverse financiële stukken betreffende het graven van de Boven- Heekt of het Bierumermaar c.a. ten late van het dijkrecht van de Vierburen (alsmede de dijkrechten van Oosterwijtwerd en Holwierde), 1757, 1760, 1794, 1805, 1808, 1816,1826,1847. (1 omslag)
huisvrouw Xxxxxxx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx en voor de Heer Predicant Joh. Xxxxxxxxxxx als aan ie het regt van gereserveerde Eigendom weegens opgeschootene Koopschatpenningen heden ter somma van Twee Honderd Xxxx. Guldens Kragt getranssigeerde Cessie brief in dato 3 Junij 1785 bij mij Rigter gezien en geleezen.En waardoor deze transfix wijze getoogen over de Eerstgenoemde Comparantes verkogte behuisinge en Schuurtje zijnde Een Xxxxxxxxx staande te Bierum met de beklemming van de grond hoff en tuin daar het huis en Schuurtje op staat. En doende jaarlijks aan Xxxxxx Xxxxx Xxx en Vrouw Agt Car.Guldens huure, invoegen in gemelde getransfigeerde Xxxxxxxxxxx van 3 January 1785. En daartoe relatieve getransfigeerde Xxxxxxxxx in dato 15 May 1778 breeder vermeld is compenterende welke bekend ende beleeden aan Xxxxx Xxxxxxxxx en Xxxxxxxx Xxxxxxxxx Ehl: zoo meede Compareerden en deze koop accepteerden, verkogt te hebben, En vor dezen op en de over te draagen voor noemde behuisinge en Schuurtje met het Kuipersgereedschap en alle hout zoo en in diervoegen als door Xxxxxxxxxxxx is bewoont en gebruikt geweest, en door den ankomst brieven kan worden verdedigt, aldus verkogt voor een somma van Vierhonderd Vijfenzeventig Gulden Schrijve f 475. van welke Koopschat de verkopersche bekende Eene Summa van Vijf en zeventig gulden van de Koperen te Hebben ontvangen waardor dezelve in zooverre quiteerde blijven de inmiddels dit verkogte der opgenoemde Hr. Predicant X. Xxxxxxxxxxx nevens Xxxxxx Xxxxx Xxx en Vrouwe ieder ter summa van F 200. Gulden eigen En onverlaaten goed invoegen. Kragt Voorschreven getranssigeerde cessiebrieven gestipuleerde jarlijkse huur in plaats van renten naar Vier gulden procento eerstenmaal op 1 May 1788 verschijnende te zullen betaalen welke overneeminge de Verkopersche over zulks voor goede betaalinge en quitantie is verstrekkende van wederzijdsche opzegging, verband van perzoonen en goederen weegens de Vrije kosten en Schadeloose voldoeninge der opgeschotene Koopschatpenningen met dienshalve in plaatze van renten, renunciatie van exeptien en sbmissie van regte als in de getranssigeerde Cessie koopbrieven booven gemeld breeder gedetaillert en welke meede met de relatie tot de Vrije Levrantie wagtinge en waaringe van het verkogte plaatze zull hebben. In waarheid oorkonde En tot Vestinge heb ik Rigter voorschreeven deezen met mijnen naam onderschrijvinge en Xxxxx bekragtigt in den Jaare 1700 agtentagentig.
Den 19 January 1788 Was geteekent,
Xx. X. Xxxxxxxxx. Rigter.
Bij de acte van overlijden van Xx. Joh. Goldschimdt op 1 mei 1791 te Groningen no. 16 staat te lezen: “en dito capitaal ten laste van Xxxxx Xxxxxxxxx en Xxxxxxxx Xxxxxxxxx, echtelieden te Bierum, ten gevolge van een verzegeling van den 19 januari 1788 no. 8 ...inplaats van de rente ter somma van F. 200,- bestaande in ge... . Eigendomsrecht voor de Behuizinge, zijnde een kuiperij te Bierum, mandelig met Xxxxx Xxxxx Xxx voor 200... (RAG XXVd5 fol. 184/185). Bron: Kwartierstaat Xxxxx Xxxxxx Xxxx.