Interregionale mobiliteit - Nederland
Interregionale mobiliteit - Nederland
Dankzij een samenwerkingsovereenkomst met de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) in Nederland krijgen Vlaamse leerlingen uit de leerwegen duaal leren en leren en werken toegang tot een leerbaan in het Nederlandse bedrijfsleven.
Voor leerlingen van Vlaamse onderwijs- of opleidingsinstellingen in de grensregio betekent de samenwerkingsovereenkomst dat leerbedrijven aan de overkant van de grens ook beschikbaar worden. Dit biedt onder andere mogelijkheden voor de in Nederland wonende leerlingen van deze instellingen. Ze kunnen dankzij deze samenwerkingsovereenkomst dicht bij hun woonplaats aan de slag.
VOORWAARDEN VOOR SAMENWERKING
Om een leerling uit duaal leren of leren en werken in een Nederlandse onderneming of organisatie op te leiden, zijn er twee voorwaarden:
− De Nederlandse onderneming is een erkend leerbedrijf in Nederland.
− De Nederlandse onderneming is erkend voor een kwalificatiedossier dat gelijkwaardig is aan het opleidingstraject van de Vlaamse leerling.
ERKEND LEERBEDRIJF
Erkenning van leerbedrijven gebeurt in Nederland door SBB. Er zijn twee situaties mogelijk:
− De Nederlandse onderneming is al een erkend leerbedrijf: Het volstaat te controleren of de erkenning geldt voor een gelijkwaardige opleiding.
− De Nederlandse onderneming is nog geen erkend leerbedrijf: De onderneming vraag de erkenning
als leerbedrijf in Nederland aan.
De Nederlandse onderneming kan zelf de erkenning als leerbedrijf bij SBB aanvragen via: xxx.x-xx.xx/xxxxxxxxx/xxxxxxxxx/xxxxxxxxxxx-xxxxxx.
De erkenningsprocedure duurt in Nederland 10 kalenderdagen.
ERKEND LEERBEDRIJF ZOEKEN
Het zoeken van een erkend leerbedrijf in Nederland kan via xxx.xxxxxxxxxx.xx. De zoekmachine is ruim ingesteld, zodat het in de meeste gevallen mogelijk is om te zoeken op basis van de benaming van de Vlaamse opleidingsstructuur.
GELIJKWAARDIGE OPLEIDING
De leerling van de Vlaamse instelling kan enkel bij een Nederlands leerbedrijf terecht, indien er voor de Vlaamse opleiding die hij of zij volgt ook een vergelijkbaar Nederlands kwalificatiedossier bestaat. Doorgaans is dit het geval. Bij twijfel zullen het departement WSE en SBB in onderling overleg een beslissing over de gelijkwaardigheid nemen.
EEN OVEREENKOMST AFSLUITEN
De Vlaamse opleidings- of onderwijsinstelling sluit een overeenkomst met de Nederlandse onderneming af rekening houdend met de arbeidswetgeving in Nederland en de onderwijswetgeving in Vlaanderen. Deze overeenkomst kan betrekking hebben op een onbetaalde of een betaalde stage. De keuze hiertussen wordt bepaald door het opleidingstraject dat de leerling in Vlaanderen volgt. Hou er in de communicatie met het leerbedrijf rekening mee dat dit in Nederland normaal gezien meer vrijblijvend is.
ONBETAALDE STAGE
Als u in Vlaanderen voor de leerling een SAO zou afsluiten, dan sluit u in Nederland een praktijkovereenkomst af met de leerling en de Nederlandse onderneming. u doet dit aan de hand van de volgende documenten:
− Document bpv-blad bij de praktijkovereenkomst (bpv = beroepspraktijkvorming)
− Document algemene voorwaarden bij het bpv-blad
− Document wijzigingen aan het bpv-blad
Neem contact op met het departement WSE (xxxxxxxxxxxxx@xxxxxxxxxx.xx) voor meer informatie over de praktijkovereenkomst en deze documenten.
BETAALDE STAGE
Als u in Vlaanderen voor de leerling een OAO zou afsluiten, dan sluit u in Nederland een leerovereenkomst af met de leerling en de Nederlandse onderneming af aan de hand van de volgende documenten:
− Document leerovereenkomst
− Document uurrooster bij de leerovereenkomst
Neem contact op met het departement WSE (xxxxxxxxxxxxx@xxxxxxxxxx.xx) voor meer informatie over de leerovereenkomst.
De Nederlandse onderneming sluit bijkomend een (leerling)arbeidsovereenkomst met de leerling af. Bij tussentijdse wijzigingen is het belangrijk dat de inhoud van de leerovereenkomst en de arbeidsovereenkomst identiek blijven.
Leerovereenkomst en arbeidsovereenkomst worden opgesteld in functie van de geldende CAO. De CAO bepaalt onder andere de modaliteiten rond de lesdag (betaald of onbetaald, gelijkgesteld met 6 of 8 uur) en de regeling tijdens schoolvakantie (doorgaans voltijds engagement in het leerbedrijf).
AANSPRAKELIJKHEID VAN LEERBEDRIJF EN OPLEIDINGS- OF ONDERWIJSINSTELLING
Het leerbedrijf sluit een aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven en beroepen (AVB) af die de aansprakelijkheid dekt als een leerling bij het verrichten van zijn activiteiten in het leerbedrijf zelf schade lijdt of aan derden schade toebrengt (Art. 6:170 en Art. 7:658 Burgerlijk Wetboek).
De opleidings- of onderwijsinstelling is aansprakelijk voor de overige activiteiten.
BIJKOMENDE INFORMATIE
Contacteer het departement Werk en Sociale Economie via xxxxxxxxxxxxx@xxxxxxxxxx.xx.
Er kan ook een infosessie op maat voorzien worden door SBB. Contacteer hiervoor x.xxxxxxxx@x-xx.xx of
Contact
////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
1.01.2021
Infofiche voor de trajectbegeleider
Departement Werk en Sociale Economie
xxx.xxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx
pagina 3 van 3