ALGEMENE BEPALINGEN MEDEGEBRUIK RUIMTEN HZ UNIVERSITY OF APPLIED SCIENCES Omvang, begripsbepalingen
ALGEMENE BEPALINGEN MEDEGEBRUIK RUIMTEN HZ UNIVERSITY OF APPLIED SCIENCES
Omvang, begripsbepalingen
1.1 Onder het begrip ‘ruimte’ worden begrepen zowel werkruimten als leslokalen.
1.2 Onder het gebruik van de ruimte wordt, tenzij in de overeenkomst anders is bepaald, mede begrepen de stoffering.
1.3 Onder het gebruik van de ruimte is, tenzij in de overeenkomst anders is bepaald, niet begrepen appara- tuur, installaties, telefoon-, telefax- en internetaansluitingen etc.
Staat
2.1 De ruimte wordt bij aanvang van het gebruik ter beschikking gesteld en door gebruiker aanvaard in de staat waarin het zich dan bevindt. Die staat wordt door of vanwege ingebruikgever en gebruiker vastge- legd in een als bijlage aan de gebruiksovereenkomst toe te voegen en door partijen geparafeerd proces- verbaal van oplevering, welk proces-verbaal deel uitmaakt van de gebruiksovereenkomst. Gebruiker wordt geadviseerd zich desgewenst door een deskundige te laten bijstaan.
2.2 Mocht er bij aanvang van de gebruiksovereenkomst geen proces-verbaal van oplevering zijn opgemaakt, dan wordt de ruimte geacht te zijn in gebruik gegeven en aanvaard in de staat die gebruiker mag ver- wachten van een goed onderhouden zaak van de soort waarop de gebruiksovereenkomst betrekking heeft.
Gebrek
3.1 Er is sprake van een gebrek van de ruimte als het gezien de staat of eigenschap of een andere, niet aan gebruiker toe te rekenen, omstandigheid niet aan gebruiker het genot kan verschaffen dat gebruiker daarvan bij het aangaan van de gebruiksovereenkomst mag verwachten.
Inspectie in verband met geschiktheid
4.1 Gebruiker is verplicht de ruimte voor het aangaan van de gebruiksovereenkomst te inspecteren en na te gaan of de ruimte geschikt is voor het door gebruiker gewenste gebruik. Ingebruikgever is niet aanspra- kelijk voor de gevolgen van gebreken, die ingebruikgever niet kende en niet behoorde te kennen.
Gebruik
5.1 Gebruiker zal de werkruimte respectievelijk het leslokaal – gedurende de duur van de gebruiksovereen- komst en gedurende de tijdstippen van gebruik– daadwerkelijk, geheel, behoorlijk en zelf gebruiken uit- sluitend als werkruimte respectievelijk les- of examenlokaal.
5.2 Gebruiker zal zich gedragen naar de bepalingen van de wet, de plaatselijke verordeningen alsmede voorschriften van de overheid, nutsbedrijven en verzekeraars. Gebruiker zal zich voorts houden aan de voorschriften en reglementen van ingebruikgever. Eveneens zal gebruiker de mondelinge en schriftelijke aanwijzingen in acht nemen die door of namens ingebruikgever worden gegeven in het belang van een behoorlijk gebruik van de ruimte en van de binnen- en buitenruimten, installaties en voorzieningen van het gebouw of complex waarvan de ruimte deel uitmaakt. Hiertoe behoren ook de aanwijzingen met be-
trekking tot geluidsniveau, orde, brandveiligheid, parkeergedrag en het goed functioneren van installa- ties respectievelijk het gebouw of complex waarvan de ruimte deel uitmaakt.
5.3 Gebruiker mag bij het gebruik van de ruimte en bij het betreden van het gebouw of complex waarvan de ruimte deel uitmaakt geen hinder of overlast veroorzaken. Gebruiker draagt er zorg voor dat vanwege hem aanwezige derden dit evenmin doen.
5.4 Gebruiker heeft het recht gebruik te maken van de sanitaire voorzieningen, aanwezig in het gebouw of complex waarin de ruimte zich bevindt. Gebruiker heeft voorts het recht en de plicht tot het gebruik (tegen een door ingebruikgever vast te stellen vergoeding) van de gemeenschappelijke voorzieningen en diensten welke in het belang van het goed functioneren van het complex of gebouw, waartoe de ruimte behoort, ter beschikking zijn of zullen zijn.
5.5 Ingebruikgever kan gebruiker de toegang tot de ruimte weigeren indien gebruiker op het moment dat deze de ruimte in gebruik wenst te nemen, (nog) niet aan zijn verplichtingen uit de gebruiksovereen- komst heeft voldaan. Dit heeft geen gevolgen voor de gebruiksingangsdatum en de uit de gebruiksover- eenkomst voortvloeiende verplichtingen van gebruiker.
5.6 Gebruiker is verantwoordelijk voor en zorgt zelf voor de vereiste ontheffingen en/of vergunningen, waaronder gebruiksvergunningen in verband met de uitoefening van het beroep of bedrijf waarvoor de ruimte wordt gebruikt en/of is bestemd. De daaraan verbonden kosten zijn voor rekening van gebruiker. Weigering of intrekking daarvan zal geen aanleiding kunnen geven tot beëindiging van de gebruiksover- eenkomst of tot enige andere of verdere actie tegen ingebruikgever.
5.7 Bij aanvang van de gebruiksovereenkomst dient gebruiker zelf te onderzoeken of de ruimte geschikt is voor de bestemming die gebruiker aan de ruimte moet geven. Indien op grond van overheidsvoorschrif- ten of op grond van voorschriften van andere daartoe bevoegde instanties bij aanvang van de gebruiks- overeenkomst of op een later tijdstip in, op, of aan de ruimte wijzigingen of voorzieningen nodig zijn in verband met de bestemming die gebruiker aan de ruimte wil of heeft gegeven, dient gebruiker die wijzi- gingen of voorzieningen op zijn kosten uit te voeren, zulks na voorafgaande toestemming door inge- bruikgever.
5.8 Gebruiker is er voor aansprakelijk dat blijvend aan de vereisten van/in de afgegeven of af te geven ver- gunningen wordt voldaan. Ingebruikgever vrijwaart gebruiker derhalve niet tegen (overheids-)bevelen tot nader onderzoek of tot het treffen van maatregelen.
5.9 Gebruiker zal richtlijnen, voorschriften of aanwijzingen van de overheid of andere bevoegde instanties ten aanzien van het (gescheiden) aanbieden van afvalstoffen nauwgezet naleven. Bij de niet- of niet vol- ledige nakoming van deze verplichting is gebruiker aansprakelijk voor de daaruit voortvloeiende financi- ele, strafrechtelijke mogelijke andere consequenties.
Verbodsbepalingen en voorschriften van orde
6.1 Het is gebruiker niet toegestaan:
a) in, op, aan of in de directe omgeving van de ruimte milieugevaarlijke zaken te hebben, waar- onder stankverspreidende, brandgevaarlijke of ontplofbare zaken;
b) vloeren van de ruimte en van het gebouw of complex waarvan de ruimte deel uitmaakt hoger te belasten dan bouwtechnisch toelaatbaar is of in de gebruiksovereenkomst is aangegeven;
c) de ruimte zodanig te gebruiken dat er door dit gebruik verontreiniging optreedt, schade aan de ruimte kan ontstaan of het aanzien van de ruimte kan worden geschaad, waaronder mede wordt verstaan het gebruik van transportmiddelen waardoor vloeren en wanden kunnen worden beschadigd;
d) hinder of overlast te veroorzaken aan ingebruikgever of omwonenden.
6.2 Gebruiker heeft voor alle veranderingen of toevoegingen die hij wenst aan te brengen schriftelijk toe- stemming nodig van ingebruikgever. Gebruikgever zal zich na verkregen toestemming houden aan alle voorschriften die van overheidswege en van de zijde van ingebruikgever zijn of worden opgelegd. Inge- bruikgever aanvaardt met betrekking tot veranderingen en toevoegingen geen enkele aansprakelijkheid.
6.3 Door gebruiker aangebrachte toevoegingen of veranderingen maken geen deel uit van de ruimte. Deze dienen aan het einde van de gebruiksovereenkomst ongedaan te zijn gemaakt.
6.4 Indien door gebruiker aangebrachte zaken tijdelijk moeten worden verwijderd in verband met onder- houds- of reparatiewerkzaamheden zullen de kosten van verwijdering, opslag en opnieuw aanbrengen voor rekening en risico van gebruiker komen.
6.5 Gebruiker doet afstand van rechten en aanspraken uit ongerechtvaardigde verrijking in verband met de door of namens gebruiker aangebrachte veranderingen of toevoegingen die bij het einde van de ge- bruiksovereenkomst niet ongedaan zijn gemaakt.
6.6 Gebruiker zal brandblusvoorzieningen en vluchtwegen en nooddeuren in de ruimte en het gebouwen- complex waarvan de ruimte deel uitmaakt, te allen tijde vrijhouden.
6.7 Gebruik door gebruiker of derden van een lift, rolbaan, roltrap of automatisch deurmechanisme of soortgelijke voorziening is voor het uitsluitend gebruik van de gebruiker en van degenen die gebruiker gebruik laat maken van die voorzieningen. Gebruiker vrijwaart dienaangaande ingebruikgever. Inge- bruikgever mag – indien en zolang dit noodzakelijk is – genoemde voorzieningen ook buiten bedrijf stel- len zonder dat gebruiker recht op een schadeloosstelling of vermindering van de vergoeding kan doen gelden.
6.8 Indien gebruiker of ingebruikgever na ondertekening van deze gebruiksovereenkomst een afwijking en/of aanvulling van enige bepaling van deze gebruiksovereenkomst verlangt, dient ingebruikgever of gebruiker zijn verzoek voor deze afwijking en/of aanvulling schriftelijk in te dienen.
6.9 Indien en voor zover in enige bepaling van deze gebruiksovereenkomst toestemming van gebruiker of ingebruikgever wordt vereist, wordt deze alleen dan geacht te zijn verleend indien deze schriftelijk is verstrekt.
6.10 Een door ingebruikgever of gebruiker gegeven toestemming is eenmalig en geldt niet voor andere of opvolgende gevallen. Gebruiker of ingebruikgever is gerechtigd om aan zijn toestemming voorwaarden te verbinden.
6.11 Indien gebruiker zich, na door ingebruikgever behoorlijk in gebreke te zijn gesteld, niet houdt aan de in de gebruiksovereenkomst en de in deze algemene bepalingen opgenomen voorschriften, verbeurt ge- bruiker aan ingebruikgever, voorzover geen specifieke boete is overeengekomen, een direct opeisbare boete van € 250,00 per dag voor elke dag dat gebruiker in verzuim is. Het vorenstaande laat onverlet het recht van ingebruikgever op volledige schadevergoeding, voor zover de geleden schade de verbeurde boete overtreft.
Ondergebruik
7.1 Behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van ingebruikgever is het gebruiker niet toegestaan de ruimte aan derden in gebruik af te staan, het gebruiksrecht over te dragen of het gebruiksrecht ge- heel of gedeeltelijk aan derden over te dragen.
7.2 Indien gebruiker handelt in strijd met bovenstaande bepaling verbeurt gebruiker aan ingebruikgever per kalenderdag dat de overtreding voortduurt, een direct opeisbare boete gelijk aan twee maal de op dat moment voor gebruiker geldende prijs per dag, onverminderd het recht van ingebruikgever om nako- ming dan wel ontbinding van de gebruiksovereenkomst, alsmede schadevergoeding, te vorderen.
Wijziging gebruiksvergoeding
8.1 Een in artikel 4.3 van de gebruiksovereenkomst overeengekomen wijziging van de gebruiksvergoeding vindt plaats op basis van de wijziging van het maandprijsindexcijfer volgens de consumenteprijsindex (CPI) reeks alle huishoudens (2000=100), gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De gewijzigde gebruiksvergoeding wordt berekend volgens de formule: de gewijzigde gebruiks- vergoeding is gelijk aan de geldende gebruiksvergoeding op de wijzigingsdatum, vermenigvuldigd met
het indexcijfer van de kalendermaand die ligt vier kalendermaanden vóór de kalendermaand waarin de gebruiksvergoeding wordt aangepast, gedeeld door het indexcijfer van de kalendermaand die ligt zes- tien kalendermaanden vóór de kalendermaand waarin de gebruiksvergoeding wordt aangepast.
8.2 De gebruiksvergoeding wordt niet gewijzigd indien een gebruiksvergoedingsindexering leidt tot een la- gere gebruiksvergoeding dan de laatst geldende. In dat geval blijft die laatst geldende gebruiksvergoe- ding ongewijzigd totdat bij een volgende indexering het indexcijfer van de kalendermaand, die ligt vier maanden vóór de kalendermaand waarin de gebruiksvergoeding wordt aangepast, hoger is dat het in- dexcijfer van de kalendermaand, die ligt vier kalendermaanden vóór de kalendermaand waarin de laat- ste wijziging van de gebruiksvergoeding heeft plaatsgevonden. Alsdan worden bij de wijziging van de gebruiksvergoeding de indexcijfers van de in de vorige zin bedoelde kalendermaanden gehanteerd.
8.3 Voor de geldigheid van een nieuwe geïndexeerde gebruiksvergoeding is het niet nodig dat van een door te voeren of doorgevoerde indexering tevoren een afzonderlijke mededeling aan de gebruiker is gedaan.
8.4 Indien het CBS bekendmaking van genoemd prijsindexcijfer staakt of de basis van de berekening daar- van wijzigt, zal een zoveel mogelijk daaraan aangepast of vergelijkbaar indexcijfer worden gehanteerd. Bij verschil van mening hieromtrent kan door de meest gerede partij aan de directeur van het CBS een uitspraak worden gevraagd die voor partijen bindend is. De eventueel hieraan verbonden kosten wor- den door partijen elk voor de helft gedragen.
Einde gebruiksovereenkomst
9.1 Tenzij schriftelijk anders is overeengekomen zal gebruiker de ruimte bij het einde van de gebruiksover- eenkomst of bij het einde van het gebruik van de ruimte aan ingebruikgever opleveren in de staat die bij aanvang van het gebruik in het proces-verbaal van oplevering is beschreven, behoudens normale slijtage en veroudering.
9.2 Mocht er bij aanvang van het gebruik geen proces-verbaal van oplevering van de ruimte zijn opgemaakt, dan wordt de ruimte door gebruiker bij het einde van de gebruiksovereenkomst of bij het einde van het gebruik aan ingebruikgever opgeleverd in de staat die ingebruikgever mag verwachten van een goed onderhouden zaak van de soort waarop de gebruiksovereenkomst betrekking heeft, zonder gebreken, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen en behoudens normale slijtage en veroudering.
9.3 Bij discussie over de staat van de ruimte bij aanvang van de gebruiksovereenkomst wordt gebruiker ver- ondersteld de ruimte in goede staat en zonder gebreken te hebben ontvangen.
9.4 Verder wordt de ruimte opgeleverd geheel ontruimd, vrij van gebruik en gebruiksrechten, behoorlijk schoongemaakt en onder afgifte van alle sleutels, keycards e.d. aan ingebruikgever. Gebruiker is ver- plicht alle zaken die door hem in, aan of op de ruimte zijn aangebracht of door hem van de voorgaande gebruikers zijn overgenomen, op eigen kosten te verwijderen. Voor niet verwijderde zaken is ingebruik- gever geen vergoeding verschuldigd. De niet verwijderde zaken kunnen op kosten van gebruiker worden verwijderd.
9.5 Alle zaken waarvan gebruiker kennelijk afstand heeft gedaan door deze in de ruimte achter te laten bij het daadwerkelijk verlaten van de ruimte, kunnen door ingebruikgever, naar ingebruikgevers inzicht, zonder enige aansprakelijkheid zijnerzijds, op kosten van gebruiker worden verwijderd. Ingebruikgever heeft het recht om deze zaken naar eigen goeddunken terstond op kosten van gebruiker te laten vernie- tigen dan wel zich deze zaken toe te eigenen en, indien gewenst, te verkopen en de opbrengst daarvan te behouden, dit alles tenzij ingebruikgever ermee bekend is dat de opvolgende gebruiker de zaken heeft overgenomen. In dit laatste geval is gebruiker verplicht om tezamen met de opvolgend gebruiker een beschrijving op te stellen van alle zaken die door de opvolgend gebruiker zijn of worden overgeno- men. Deze door gebruiker of de opvolgend gebruiker geparafeerde beschrijving van die zaken dient di- rect na het opstellen daarvan aan ingebruikgever te worden verstrekt.
9.6 Tenzij tussen gebruiker en ingebruikgever schriftelijk anders is overeengekomen is gebruiker in geen geval gerechtigd om zaken na beëindiging van de gebruiksovereenkomst in de ruimte achter te laten in afwachting van het antwoord op de vraag of een opvolgend gebruiker deze zaken wellicht wenst over te
nemen. Als gebruiker zich hieraan niet houdt is ingebruikgever gerechtigd om desbetreffende zaken naar eigen goeddunken terstond op kosten van gebruiker te laten vernietigen dan wel zich deze zaken toe te eigenen en, indien gewenst, te verkopen en de opbrengst daarvan te behouden.
9.7 Tijdig voor het einde van de gebruiksovereenkomst dient de ruimte door partijen gezamenlijk te worden geïnspecteerd. Van deze inspectie wordt door partijen een rapport opgemaakt, waarin de bevindingen ten aanzien van de staat van de ruimte worden vastgelegd. Tevens wordt in dit rapport vastgelegd wel- ke werkzaamheden ter zake van de bij de inspectie noodzakelijk gebleken reparaties en ten laste van gebruiker komende zaken nog voor rekening van gebruiker dienen te worden uitgevoerd alsmede de wijze waarop dit zal dienen te geschieden. De inspectie van de ruimte en de opmaak en de onderteke- ning van het inspectierapport zal geschieden door partijen dan wel door daartoe bevoegde vertegen- woordigers. Partijen kunnen zich achteraf niet op de onbevoegdheid van die vertegenwoordigers be- roepen.
9.8 Indien gebruiker, na daartoe deugdelijk in de gelegenheid te zijn gesteld, niet binnen redelijke termijn meewerkt aan de inspectie en/of de vastlegging van de bevindingen en aanspraken in het inspectierap- port, is ingebruikgever bevoegd de inspectie buiten aanwezigheid van de gebruiker uit te voeren en het rapport bindend voor partijen vast te stellen. Ingebruikgever zal gebruiker onverwijld een exemplaar van dit rapport ter hand stellen.
9.9 Gebruiker is gehouden de door hem op basis van het inspectierapport uit te voeren werkzaamheden binnen de in het rapport vastgestelde - of nader tussen partijen overeengekomen – termijn ter genoe- gen van ingebruikgever uit te voeren c.q. te doen uitvoeren. Indien gebruiker, ook na ingebrekestelling, geheel of gedeeltelijk nalatig blijft in de nakoming van zijn uit het rapport voortvloeiende verplichtingen is gebruikgever gerechtigd zelf deze werkzaamheden te laten uitvoeren en de daaraan verbonden kos- ten op gebruiker te verhalen.
9.10 Over de tijd die met het gestelde is gemoeid, gerekend vanaf de datum van het einde van de gebruiks- overeenkomst, is gebruiker aan ingebruikgever een bedrag verschuldigd, berekend naar de laatst gel- dende gebruiksvergoeding en vergoeding voor bijkomende leveringen en diensten, onverminderd inge- bruikgevers aanspraak op vergoeding van de verdere schade en kosten.
Schade en aansprakelijkheid
10.1 Gebruiker neemt tijdig passende maatregelen ter voorkoming en beperking van schade aan de ruimte zoals schade als gevolg van kortsluiting, brand, lekkage, storm, vorst of enig ander weergesteldheid, in- en uitstroming van gassen of vloeistoffen. Gebruiker moet ingebruikgever terstond op de hoogte stellen indien zich dergelijke schade of een gebeurtenis als bedoeld in 10.6 voortdoet of dreigt voort te doen.
10.2 Indien gebruiker hiertoe de mogelijkheid heeft geldt het in artikel 10.1 aangegevene eveneens ten aan- zien van het gebouw of complex waarvan de ruimte deel uitmaakt.
10.3 Gebruiker is jegens ingebruikgever aansprakelijk voor alle schaden en verliezen aan de ruimte tenzij ge- bruiker bewijst dat hem, de personen die gebruiker tot de ruimte heeft toegelaten, zijn personeel of de personen waarvoor gebruiker aansprakelijk is, daaromtrent geen schuld treft of dat hem dienaangaande geen nalatigheid is te verwijten, onverminderd het gestelde ten aanzien van de overige verplichtingen van gebruiker.
10.4 Gebruiker vrijwaart ingebruikgever tegen boetes die ingebruikgever worden opgelegd door gedragingen of nalatigheden van gebruiker.
10.5 Ingebruikgever is niet aansprakelijk voor de gevolgen van gebreken, die hij niet kende of niet behoorde te kennen bij het aangaan van de gebruiksovereenkomst.
10.6 Ingebruikgever is niet aansprakelijk voor schade toegebracht aan de persoon of goederen van gebruiker en gebruiker heeft geen recht op vermindering van de gebruiksvergoeding, geen recht op verrekening of opschorting van enige betalingsverplichting en geen recht op ontbinding van de gebruiksovereenkomst ingeval van vermindering van genot ten gevolge van gebreken, waaronder die ten gevolge van zichtbare en onzichtbare gebreken aan de ruimte of het gebouw of complex waarvan de ruimte deel uitmaakt,
weersomstandigheden, stagnatie in de bereikbaarheid van de ruimte, leegstand, stagnatie in de voor- ziening van gas, water, elektriciteit, warmte, ventilatie of luchtbehandeling, storing van de installaties en apparatuur, in- en uitstroming van gassen of vloeistoffen, brand, ontploffing, tekortkomingen in de leve- ringen en diensten. Eveneens is ingebruikgever niet aansprakelijk voor schade aan de persoon of goe- deren van derden die in de ruimte aanwezig zijn en gebruiker vrijwaart ingebruikgever voor aanspraken van die derden ter zake.
10.7 Gebruiker is aansprakelijk voor schade die het gevolg is van door of namens hem aangebrachte verande- ringen en toevoegingen. Gebruiker vrijwaart ingebruikgever voor aanspraken van derden voor schade, veroorzaakt voor door gebruiker aangebrachte veranderingen en voorzieningen.
10.8 Ingebruikgever is niet aansprakelijk voor bedrijfsschade van gebruiker of voor de schade als gevolg van de activiteiten van andere gebruikers of van belemmeringen in het gebruik van de ruimte, die derden veroorzaken of voor gebreken die zijn ontstaan doordat gebruiker zijn onderhoudsplicht niet is nageko- men.
Voorschot
11.1 Ingebruikgever is gerechtigd van gebruiker een voorschot te verlangen als waarborg voor de juiste na- koming van zijn verplichtingen.
Kosten, verzuim
12.1 In alle gevallen waarin ingebruikgever na sommatie of een ingebrekestelling een exploot aan gebruiker doet uitbrengen of in geval van procedures tegen gebruiker om deze tot nakoming van de gebruiksover- eenkomst of tot ontruiming te dwingen, is gebruiker verplicht alle daarvoor gemaakte kosten, zowel in als buiten rechte, met uitzondering van de ingevolge een definitieve rechterlijke beslissing door inge- bruikgever te betalen proceskosten, aan ingebruikgever te vergoeden. De gemaakte kosten worden tus- sen partijen bij voorbaat vastgesteld op een bedrag dat niet lager is dan het gebruikelijke tarief dat door gerechtsdeurwaarders wordt gehanteerd.
12.2 Gebruiker is in verzuim door het enkele verloop van een bepaalde termijn.
Betalingen
13.1 De betaling van de gebruiksvergoeding en van al hetgeen verder krachtens deze gebruiksovereenkomst is verschuldigd, zal uiterlijk op de vervaldata in wettig Nederlands betaalmiddel – zonder opschorting, korting, aftrek of verrekening met een vordering, welke gebruiker op ingebruikgever heeft of meent te hebben – geschieden door storting dan wel overschrijving op een door ingebruikgever op te geven re- kening. Het staat ingebruikgever vrij om door middel van schriftelijke opgave aan gebruiker wijzigingen aan te brengen in de plaats of wijze van betaling. Ingebruikgever is gerechtigd te bepalen op welke openstaande vordering uit de gebruiksovereenkomst een door hem van gebruiker ontvangen betaling in mindering komt, tenzij gebruiker bij de betaling uitdrukkelijk anders aangeeft. In het laatste geval is het gestelde in art. 6:50 BW niet van toepassing.
13.2 Telkens indien een uit hoofde van een gebruiksovereenkomst door verbruiker verschuldigd bedrag niet prompt op de vervaldag is voldaan, verbeurt gebruiker aan ingebruikgever van rechtswege een boete van 15% van het openstaande saldo. Daarnaast is gebruiker aan ingebruikgever de feitelijke buitenge- rechtelijke kosten in verband met de incasso van de vordering verschuldigd met een minimum van 15% van de te incasseren hoofdsom.
Heffingen en Premies
14.1 Indien er in verband met de aard of de uitoefening van het beroep of bedrijf van gebruiker van de ruim- te dan wel het gebouw of complex waarvan de ruimte uitmaakt, een hogere dan normale premie van brandverzekering voor opstal of inventaris en goederen aan ingebruikgever of andere gebruikers van het gebouw of complex in rekening wordt gebracht, zal gebruiker het meerdere boven de normale pre- mie aan ingebruikgever of die andere gebruikers vergoeden.
14.2 Voor rekening van gebruiker komen, ook als ingebruikgever daarvoor wordt aangeslagen, alle bestaande en toekomstige belastingen, waaronder mede begrepen belastingen die worden gegeven voor voorzie- ningen in het openbaar gebied, precariorechten, lasten, heffingen en retributies ter zake van het feitelijk gebruik van de ruimte, ter zake van goederen van gebruiker en die welke niet of gedeeltelijk zouden zijn geheven of opgelegd als de ruimte niet aan gebruiker in gebruik zou zijn gegeven.
Hoofdelijkheid
15.1 Indien verscheidene (natuurlijke- of rechts)personen zich als gebruiker hebben verbonden zijn deze steeds hoofdelijk en ieder voor het geheel jegens ingebruikgever aansprakelijk voor alle uit de gebruiks- overeenkomst voortvloeiende verbintenissen. Uitstel van betaling of kwijtschelding door ingebruikgever aan een der gebruikers of een aanbod daartoe betreft alleen die gebruiker.
15.2 De verbintenissen uit de gebruiksovereenkomst zijn, ook wat erfgenamen en rechtverkrijgenden van gebruiker betreft, hoofdelijk.
Niet tijdige beschikbaarheid
16.1 Bij het niet beschikbaar zijn van de ruimte op de overeengekomen ingangsdatum van het gebruik door- dat dit niet tijdig ter beschikking kan worden gesteld is gebruiker tot de datum waarop de ruimte hem ter beschikking staat geen gebruiksvergoeding verschuldigd.
16.2 Ingebruikgever is gerechtigd een ander dan het overeengekomen ruimte aan gebruiker ter beschikking te stellen. Gebruiker gaat hiermee reeds nu voor alsdan akkoord.
Wet Bescherming Persoonsgegevens
17.1 Indien gebruiker een natuurlijk persoon is verstrekt gebruiker bij het aangaan van deze gebruiksover- eenkomst, door ondertekening daarvan, toestemming aan ingebruikgever en aan de beheerder om de persoongegevens van gebruiker in het bestand op te nemen / te verwerken.
Domicilie
18.1 Vanaf de ingangsdatum van het gebruik worden alle mededelingen van ingebruikgever aan gebruiker in verband met de uitvoering van deze gebruiksovereenkomst gericht aan het adres van ingebruikgever.
18.2 Gebruiker verplicht zich in geval van adreswijziging deze onmiddellijk te melden aan ingebruikgever.
Klachten
19.1 Gebruiker zal klachten en wensen schriftelijk indienen. In dringende gevallen zal dit mondeling kunnen geschieden. In dergelijke gevallen zal gebruiker de klacht of wens zo spoedig mogelijk schriftelijk beves- tigen.
Beheerder
20.1 Indien door ingebruikgever een beheerder is of wordt aangesteld zal gebruiker zich omtrent alle met de gebruiksovereenkomst verband houdende aangelegenheden met de beheerder verstaan.
Slotbepalingen
21.1 Indien een deel van de gebruiksovereenkomst of van deze algemene bepalingen nietig of vernietigbaar is dan laat dit de geldigheid van het overige deel van de gebruiksovereenkomst en deze algemene bepa- lingen onverlet. In plaats van het vernietigde of nietige deel geldt alsdan, overeenkomstig het bepaalde in art. 3:42 BW, als overeengekomen hetgeen partijen overeengekomen zouden zijn indien zij de nietig- heid of vernietigbaarheid gekend zouden hebben.
21.2 Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.
21.3 Geschillen in verband met de gebruiksovereenkomst of deze algemene bepalingen zullen in eerste aan- leg worden voorgelegd aan de rechtbank Middelburg.
21.4 Deze algemene bepalingen zijn vastgesteld door het College van Bestuur van de HZ University of Applied Sciences d.d. 20 mei 2008 en vervangen de “Algemene bepalingen mede-gebruiksovereenkomst leslo- kalen” en de “Algemene bepalingen mede-gebruiksovereenkomst ruimten”.