Contract
Kwaliteitsovereenkomst Akkerbouwers | Xxxxxx Xxxx Graanhandel B.V. | Tel.: 0000 000000 |
Xxxxxx Xxxx Graanhandel X.X. | Xx. xx Xxxxxxxxxxx 00 | Fax.: 0000 000000 |
9079 KK Sint Jacobiparochie | ||
Processchema: | |||||||||||||
Zaaizaad | Gewasbe- schermings- middelen, kunstmest | Nee | 5. Bewerken (bijv. drogen of reinigen) | Nee | |||||||||
Start | 1. Zaaien | 2. Telen | 3. Oogsten | 4. Transport | Zelf bewerken? | Ja | Opslag? | Ja | 6. Opslag | 7. Afleveren/ Transport | Einde | ||
Risicobeoordeling | ||
Processtap | Gevaar | Beheersmaatregelen |
1. Zaaien | Zaaizaad niet zuiver waardoor andere gewassen tussen voedermiddel groeien. | 1. Aankoop uitsluitend ‘zuiver’ zaaizaad (geen wilde haver, moederkoorn, etc.), zonder endofyten. 2. Controle tijdens zaaien op aanwezigheid verontreinigingen, ongewenste giftige kruiden en planten(delen) zoals Jacobskruiskruid, zwarte nachtschade en herfsttijloos. |
2. Telen | Te hoog gehalte aan gewasbeschermingsmiddelen op de geleverde voedermiddelen. | 1. Bij gebruik van gewasbeschermingsmiddelen worden de voorgeschreven doseringen en wachttijden in acht genomen. 2. Bij gebruik van gewasbeschermingsmiddelen wordt voldaan aan de Wet Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden. |
2. Telen | Aanwezigheid van verboden gewasbeschermingsmiddelen. | 1. Er worden alleen toegelaten gewasbeschermingsmiddelen gebruikt. 2. Er wordt voldaan aan de Wet Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden. |
3. Oogsten | Besmetting met andere (GMO) voedermiddelen door slecht gereinigde combine/oogstmachine. | 1. Combine/oogstmachine wordt goed gereinigd alvorens met oogsten te beginnen. 2. Er worden geen GMO-gewassen geteeld. |
4. Transport | Het besmet raken van de voedermiddelen met grond, mest, urine, dierlijke producten en slib. | 1. Er wordt gebruik gemaakt van schone transportmiddelen. 2. Eigen transport: er wordt gereinigd volgens de voorschriften uit GMP+ B4 (Wegtransport diervoeders)/IDTF (International Database Transport for Feed). 3. Indien transport uitbesteed wordt dient de transporteur GMP+ B4 gecertificeerd te zijn*. |
4. Transport | Het besmet raken van de voedermiddelen met organische mest. | 1. Er wordt geen organische mest getransporteerd in de transportmiddelen waarmee voedermiddelen worden gereden. |
5. Bewerken | Het besmet raken van het voedermiddel met PAK/dioxine door een verkeerd droogproces | 1. Er mogen uitsluitend zuivere brandstoffen gebruikt worden die cf. GMP+ B3 (Teelt voedermiddelen, Annex 1) zijn toegelaten. 2. Regelmatige controle instellingen droger tijdens drogen (handmatige registratie of automatische registratie). |
5. Bewerken | Het niet voldoende schonen van de voedermiddelen. | 1. Tijdens schonen wordt regelmatig de kwaliteit gecontroleerd, indien nodig wordt het product nogmaals geschoond. |
6. Opslag | Het besmet raken van het product door onreine opslagruimte. (besmetting met het product dat daarvoor in opslag heeft gelegen, bijvoorbeeld stro, kunstmest, etc.) | Eigen opslag: 1. Alvorens de voedermiddelen op te slaan wordt de opslagruimte schoongemaakt. 2. Indien opslagruimte met ongediertebestrijdingsmiddel wordt behandeld worden de voorgeschreven wachttijden in acht genomen. 3. Opslag van granen is niet toegestaan in bewaarruimten / kisten waarin de voorgaande 10 jaar chloorprofam (kiemremmingsmiddel aardappelen) is toegepast. |
Risicobeoordeling | ||
Processtap | Gevaar | Beheersmaatregelen |
Opslag bij derden: 1. Het bedrijf waaraan de teler de opslag uitbesteedt is GMP+ FSA of gelijkwaardig gecertificeerd. | ||
7. Afleveren / Transport | Het besmet raken van de voedermiddelen met grond, mest, urine, dierlijke producten, slib en pesticiden. | 1. Er wordt gebruik gemaakt van schone transportmiddelen. 2. Eigen transport: er wordt gereinigd volgens de voorschriften uit GMP+ B4 (Wegtransport diervoeders)/IDTF (International Database Transport for Feed). 3. Indien transport uitbesteed wordt dient de transporteur GMP+ B4 gecertificeerd te zijn*. Er wordt geen organische mest getransporteerd in de transportmiddelen waarmee voedermiddelen worden gereden. 4. De levering bevat geen verboden producten zoals meststoffen, urine, pesticiden, dierlijke producten en modder. * Tenzij transport door de loonwerker plaatsvindt onder verantwoordelijkheid van de teler, en direct na de oogst, en als onderdeel van de opdracht “oogst, inclusief transport naar de opslag” |
Overige voor- waarden: | 1. De geleverde producten zijn alleen afkomstig uit eigen teelt, indien uit handel dan is een GMP+- of gelijkwaardige certificering vereist. 2. Voedermiddelen dienen traceerbaar te zijn vanaf de aankoop van het uitgangsmateriaal tot en met de aflevering van het voedermiddel. Informatie van het gebruikte zaaizaad dient inzichtelijk te zijn. Gegevens dienen 3 jaar bewaard te worden. 3. Bij teelt dient gebruik gemaakt te worden van gecertificeerd ontsmet zaaizaad. 4. Het perceel waar het gewas op geteeld wordt, was in het verleden, en is tijdens de teelt van het geleverde product niet verontreinigd. 5. Gewasbeschermingsmiddelen moeten wettelijk toegelaten zijn en bedoeld voor het betreffende gewas. De middelen moeten toegepast worden volgens het wettelijke gebruiksvoorschrift en de gebruiksaanwijzing op de verpakking. Er moet een administratie bijgehouden worden van de gebruikte middelen. De teler moet beschikken over een geldige licentie en goedgekeurde apparatuur voor het uitvoeren van gewasbescherming. Residuen van gewasbeschermingsmiddelen mogen de wettelijke normen die conform Vo. 396/2005 zijn vastgesteld niet overschrijden. 6. Er mag geen GFT-compost op het perceel opgebracht worden, tenzij er een verklaring aanwezig is en uit analyse blijkt dat er geen sprake is van verontreiniging. Er dient een registratie te worden bijgehouden van de gebruikte meststoffen. 7. Indien producten niet op het bedrijf van de teler in tussenopslag gaan dient dit te worden uitbesteed aan een GMP+ FSA-erkend of gelijkwaardig erkend bedrijf. 8. De geleverde producten dienen van gezonde en deugdelijke handelskwaliteit te zijn en geen gevaar op te leveren voor de gezondheid van mens, dier en milieu. 9. De geleverde producten dienen tijdens het hele traject van teelt, oogst, transport en opslag gescheiden te zijn van producten die niet geschikt zijn voor het gebruik in voedermiddelen en dienen tijdens het hele traject op een hygiënische manier te worden behandeld. 10. Huisdieren, vogels en ongedierte dienen te worden geweerd uit opslagruimten. 11. De geleverde producten voldoen aan de maximale normen voor ongewenste stoffen zoals genoemd in GMP+ BA1/diervoederwetgeving (Ri. 2002/32). 12. De geleverde producten zijn vrij van weefseleiwitten van zoogdieren en andere dierlijke eiwitten. 13. In de administratie van ondergetekende is per laadbak volledig naspeurbaar (3 jaar) wat de vrachtvolgorde en uitgevoerde reiniging is geweest. 14. Indien met niet kan voldoen aan bovenstaande eisen, stelt men Xxxxxx Xxxx Graanhandel B.V. daar zo snel mogelijk van op de hoogte. 15. De teler neemt en bewaart een representatief referentiemonster van de geleverde partijen en bewaart dit gedurende de THT met een minimum van 6 maanden. Indien het niet mogelijk is om het betreffende monster te bewaren dient het monster opgestuurd te worden naar Xxxxxx Xxxx Graanhandel B.V. (zie adres bovenaan). 16. De teler zal Xxxxxx Xxxx Graanhandel B.V. tijdig en schriftelijk op de hoogte stellen wanneer partijen onbewerkte agrarische producten niet voldoen aan verstrekte informatie en specificaties, bijvoorbeeld als gevolg van een calamiteit, zodat Xxxxxx Xxxx Graanhandel B.V. tijdig actie kan ondernemen en partijen kan blokkeren. 17. Indien er wijzigingen plaatvinden bij de teler die er voor zorgen dat het bovenstaande onjuist is, dan moet de teler Xxxxxx Xxxx Graanhandel B.V. daarvan onmiddellijk op de hoogte stellen. | |