VLAAMS AGENTSCHAP ZORG EN GEZONDHEID
VLAAMS AGENTSCHAP ZORG EN GEZONDHEID
Xxxxxx Xxxxxx XX – xxxx 00 xxx 00, 0000 XXXXXXX
Afdeling Gespecialiseerde Zorg
REVALIDATIEOVEREENKOMST TUSSEN
DE VLAAMSE GEMEENSCHAP EN
DE V.Z.W. PROVINCIALAAT DER BROEDERS VAN LIEFDE UIT GENT,
M.B.T. HET RESIDENTIEEL KORTDUREND JONGERENPROGRAMMA VAN DE SLEUTEL
Gelet op het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, inzonderheid artikel 110, eerste lid;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, inzonderheid op artikel 372;
Wordt overeengekomen wat volgt tussen:
enerzijds,
De Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, hierna te noemen “de Vlaamse Gemeenschap”;
en anderzijds,
de v.z.w. Provincialaat der Broeders van Liefde uit Gent, als inrichtende macht van Residentieel Kortdurend Jongerenprogramma van de Sleutel te Eeklo, verder in de overeenkomst aangeduid als “de revalidatievoorziening”.
DEFINITIES
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
1° agentschap: het agentschap Zorg en Gezondheid, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 mei 2004 tot oprichting van een intern verzelfstandigd agentschap “Zorg en Gezondheid”;
2° besluit: het Besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
3° decreet: het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten,
revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging; 4° minister: de Vlaamse minister van Xxxxxxx, Volksgezondheid en Gezin;
5° rechthebbende: de rechthebbende zoals vermeld in artikel 2, 13° van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
6° zorggebruiker: iedere natuurlijke persoon die een beroep doet of wil doen op de zorgvoorzieining.
Hoofdstuk I.VOORWERP VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 1. Deze overeenkomst definieert de door de revalidatievoorziening beoogde populatie, de vergoedbare revalidatieverstrekkingen, de beoogde doelstellingen van de revalidatie en de revalidatie- equipe die hiervoor instaat. Voor de rechthebbenden legt de overeenkomst de tegemoetkomingen en de eigen bijdrage voor de revalidatie vast. Voor de partijen die de overeenkomst afsluiten, regelt de overeenkomst niet alleen de onderlinge betrekkingen en de respectievelijke bevoegdheden, maar ook de betrekkingen met en de bevoegdheden van het agentschap.
Hoofdstuk II. AARD EN DOELSTELLINGEN VAN DE REVALIDATIEVOORZIENING EN VAN DE REVALIDATIE
Artikel 2. §1. "De Sleutel" vormt een gespecialiseerd netwerk van voorzieningen voor druggebruikers, met als belangrijkste doel drugverslaafden te behandelen zodat zij zich op een drugvrije wijze opnieuw in de maatschappij kunnen integreren.
§2. Deze overeenkomst heeft enkel betrekking op de activiteiten van het Residentieel Kortdurend Jongerenprogramma van De Sleutel.
Om in het geval van deze revalidatievoorziening van een volledige maatschappelijke re-integratie te kunnen spreken:
• mogen de zorggebruikers niet meer afhankelijk zijn vandrugs;
• moeten ze in staat zijn buiten het drugsmilieu normale relaties met hun omgeving aan te gaan, zonder dat een verder begeleiding op maatschappelijk en psychiatrisch vlak nog nodig is;
• moeten ze in staat zijn een schoolse opleiding te volgen of een beroep uit te oefenen;
• moeten ze in staat zijn een drugvrije vrijetijdsbesteding uit te bouwen;
• mogen ze geen delicten meer begaan en zeker geen delicten die verband houden met drugs, bv. delicten om hun druggebruik te financieren, drughandel.
Indien voor zorggebruikers, onder meer omwille van bijkomende psychiatrische aandoeningen een volledige maatschappelijke re-integratie niet haalbaar is, kan ook een gedeeltelijke realisatie van deze algemene doelstellingen en een fundamentele verbetering van hun toestand als een succes worden beschouwd.
§3. Deze overeenkomst heeft betrekking op drie modules van de revalidatievoorziening:
• de oriëntatiemodule
• de behandelingsmodule
• de stage-module
De eerste twee modules vormen twee opeenvolgende fasen van het residentieel
revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening. De stage-module biedt een programma van ambulante nazorg dat volgt op het residentieel revalidatieprogramma.
§4. De revalidatievoorziening vormt een afzonderlijke functionele eenheid met eigen personeel en lokalen.
Om organisatorische redenen mogen bepaalde administratieve en logistieke taken voor het geheel van de door "De Sleutel" ontwikkelde activiteiten centraal worden uitgeoefend.
Elke module van de revalidatievoorziening heeft haar eigen doelstellingen. Om die reden functioneren de verschillende modules op therapeutisch vlak zoveel mogelijk gescheiden.
§5. De revalidatievoorziening richt zich tot problematische druggebruikers en beschouwt problematisch druggebruik als een proces waarbij progressief meer en meer levensdomeinen aangetast worden door het druggebruik, mensen zich in toenemende mate loskoppelen van reguliere samenlevingsverbanden en zich verankeren in kringen van druggebruikers. Dit proces wordt bekeken vanuit een sociaal, psychologisch en biologisch perspectief. De werking van de revalidatievoorziening is daarom gebaseerd op een multidisciplinaire aanpak.
Het multidisciplinair karakter van de revalidatievoorziening brengt met zich mee dat er in stafvergaderingen gezamenlijk kan overlegd worden over de behandeling van zorggebruikers. De verschillende teamleden dienen tegenover de zorggebruikers, indien nodig, dan ook de draagwijdte van hun beroepsgeheim toe te lichten, rekening houdend met de gezamenlijke zorggebruikersbesprekingen in de stafvergaderingen.
§6. Naast de revalidatie-activiteiten die onder deze overeenkomst vallen, mag "De Sleutel" andere activiteiten ontwikkelen, op voorwaarde dat er een strikt onderscheid wordt gemaakt tussen de activiteiten in het kader van de overeenkomst en de activiteiten welke niet in de overeenkomst zijn opgenomen, inzonderheid met betrekking tot het personeel en de bezetting van de lokalen. Daarenboven mogen de activiteiten die niet in deze overeenkomst zijn opgenomen, niet worden gefinancierd met de middelen die worden verstrekt in het kader van onderhavige overeenkomst en mogen de activiteiten in het kader van deze overeenkomst door die andere activiteiten op generlei wijze in gevaar worden gebracht.
Artikel 3. §1. De "oriëntatiemodule" en de "behandelingsmodule" dienen beschouwd te worden als twee opeenvolgende fasen van het residentieel revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening, dat tot doel heeft de problemen die samenhangen met het druggebruik weg te werken en de verslaafde op een drugvrije wijze opnieuw in de maatschappij te integreren, zoals omschreven in artikel 2 §2 van deze overeenkomst.
§2. De "oriëntatiemodule" biedt een residentieel revalidatieprogramma aan dat normaliter zes weken tot drie maanden duurt. Binnen de module leven de zorggebruikers samen in een leefgroep. Het revalidatieprogramma omvat zowel groepsactiviteiten als individuele begeleidingen.
Naast de algemene doelstellingen die omschreven zijn in artikel 2 §2 van deze overeenkomst, heeft het revalidatieprogramma van de "oriëntatiemodule" in het bijzonder als doel om de zorggebruiker, en ook zijn omgeving, intrinsiek te motiveren om, samen met hulpverleners, de drugproblematiek van de zorggebruiker diepgaand aan te pakken én de zorggebruiker daarvoor door te verwijzen naar het behandelingsprogramma dat daartoe, voor de individuele zorggebruiker in kwestie, het meest aangewezen is. Dit is ofwel het revalidatieprogramma van de "behandelingsmodule" ofwel een ander behandelingsprogramma. Indien de zorggebruiker voor haar of zijn behandeling wordt doorverwezen
naar de "behandelingsmodule" dan wordt daarvoor tijdens de opname in de "oriëntatie-module" een aan de problematiek van de zorggebruiker aangepast individueel behandelingsplan opgesteld waarin de doelstellingen van de behandeling worden vastgelegd.
§3. De "behandelingsmodule" biedt een residentieel revalidatieprogramma aan dat normaliter drie tot vijf maanden duurt. Binnen deze module leven de zorggebruikers samen in een leefgroep. Het revalidatieprogramma omvat zowel groepsactiviteiten alsook individuele begeleidingen.
Het revalidatieprogramma van de "behandelingsmodule" verloopt in verschillende fasen. Aanvankelijk leert de zorggebruiker inzicht te verwerven in de eigen problematische gedragingen én in de dieperliggende oorzaken en uitlokkende factoren van die gedragingen. De zorggebruiker leert alternatieve gedragspatronen aan ter vervanging van de oude problematische gedragspatronen. Tenslotte omvat het programma gerichte activiteiten (onder meer het terug in orde brengen van school of werk) teneinde de re-integratie te bewerkstelligen zoals bedoeld in artikel 2 §2 van deze overeenkomst.
Het individueel behandelingsplan dat werd opgesteld tijdens de opname in de "oriëntatiemodule" wordt regelmatig geëvalueerd en indien nodig bijgestuurd.
§4. De stage-module biedt aan zorggebruikers die voordien het revalidatieprogramma van de "behandelingsmodule" gevolgd hebben, een ambulant revalidatieprogramma aan dat normaliter drie maanden duurt. De zorggebruikers die dit programma volgen komen in principe wekelijks naar de afdeling.
Het doel van het revalidatieprogramma van de stage-module is de veranderingen die met de zorggebruiker bereikt zijn tijdens de opname in de revalidatievoorziening te bestendigen én de zorggebruiker te ondersteunen bij het bewerkstelligen van zijn maatschappelijke re-integratie.
Het programma bestaat uitsluitend uit individuele interventies. Het omvat onder meer controles op de drugabstinentie van de zorggebruiker, individuele begeleidingen van de zorggebruiker, familiewerking én contacten met voor de maatschappelijke re-integratie van de zorggebruiker relevante derden (school, werkgever, ... ).
Artikel 4. §1. Indien een zorggebruiker het revalidatieprogramma van een module onderbreekt en later heropgenomen wordt kan dat revalidatieprogramma beduidend langer duren dan wat dienaangaande in artikel 3 bepaald is.
§2. Zorggebruikers kunnen, bijvoorbeeld nádat ze in hun druggebruik hervallen zijn, al dan niet tijdelijk opgenomen worden in een andere module van de revalidatievoorziening.
§3. Indien zorggebruikers tussen de opeenvolgende programma's van de modules van de revalidatievoorziening tijdelijk niet gevolgd worden door de revalidatievoorziening, kunnen ze enkel het programma van de volgende module aanvatten indien ze, ondanks de tijdelijke onderbreking van hun revalidatieprogramma, ver genoeg gevorderd zijn in hun behandelingsproces opdat de doelstellingen van het programma van de volgende module redelijkerwijze gerealiseerd kunnen worden.
Artikel 5. §1. De revalidatievoorziening zal zich in het belang van de zorggebruikers integreren in een netwerk van allerlei bestaande voorzieningen en er effectief mee samenwerken om zo een zorgcircuit te realiseren dat het mogelijk maakt om enerzijds iedere zorggebruiker steeds te verwijzen naar de zorgverlener die op dat moment het meest aangewezen is voor hem en om anderzijds de best mogelijke therapeutische resultaten te bekomen door de gecoördineerde tussenkomsten van alle zorgverleners die
te maken hebben met dezelfde zorggebruiker.
De revalidatievoorziening zal zich inspannen om (met respect voor het medisch geheim) gegevens uit te wisselen tussen al de zorgverleners die te maken hebben met eenzelfde zorggebruiker.
Ook zal de revalidatievoorziening er naar streven om samen met de andere zorgverleners die contact hebben met eenzelfde zorggebruiker, een gemeenschappelijke visie te ontwikkelen met betrekking tot die zorggebruiker en te werken vanuit die gemeenschappelijke visie.
De revalidatievoorziening zal ook meewerken aan de initiatieven die vanuit de regionale overlegorganen worden opgezet om tot een nauwkeurige registratie van de verslaafden te komen (met respect voor de medische deontologie en voor de reglementering inzake de bescherming van de privacy), om de doorverwijzing van de zorggebruikers beter te organiseren, om tot een betere coördinatie van de verschillende voorzieningen te komen en om oplossingen uit te werken voor gemeenschappelijke problemen.
§2. De revalidatievoorziening zal samenwerken met alle andere gespecialiseerde voorzieningen voor verslaafden (ambulante en residentiële voorzieningen) en met alle artsen, apothekers, ziekenhuizen, psychiatrische ziekenhuizen, centra voor geestelijke gezondheidszorg, sociale diensten, voorzieningen van de Bijzondere jeugdbijstand, comités voor bijzondere jeugdzorg, sociale diensten van de Vlaamse Gemeenschap bij de jeugdrechtbanken, ... die te maken hebben met dezelfde zorggebruiker.
De revalidatievoorziening kan nooit weigeren om samen te werken met één van hogergenoemde zorgverstrekkers indien een zorggebruiker er beroep op doet.
Artikel 6. De revalidatievoorziening is verplicht hulp te bieden aan zorggebruikers van gelijk welk ras, leeftijd, religie, levensbeschouwing, seksuele voorkeur of woonplaats, mits ze tot de door deze overeenkomst beoogde populatie behoren en ze aan de volgende voorwaarden voldoen:
• bereid zijn deel te nemen aan het behandelingsprogramma;
• een voldoende graad van stabiliteit vertonen op psychisch vlak dermate dat integratie in het groepsproces haalbaar is ;
• er wordt geoordeeld dat verandering in het (niveau van) functioneren haalbaar en wenselijk is.
In de behandeling zal de revalidatievoorziening steeds uitgaan van het respect voor ieders overtuiging en individuele vrijheid.
Hoofdstuk III. RECHTHEBBENDEN VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 7. §1. Onder rechthebbenden als bedoeld in deze overeenkomst dient te worden verstaan: de rechthebbenden die illegale drugs gebruiken en die in de revalidatievoorziening worden gerevalideerd. Het gaat hier om zorggebruikers die lijden aan stoornissen veroorzaakt door het gebruik van psychoactieve middelen zoals die in de «Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders» (DSM-IV) zijn beschreven onder de codenummers 304.00, 304.10, 304.20, 304.30,
304.40, 304.50, 304.60, 304.80, 304.90, 305.20, 305.30, 305.40, 305.50, 305.60, 305.70 en 305.90.
Uitzonderlijk kan de revalidatievoorziening, indien dat aangewezen is, ook rechthebbenden opnemen die hoofdzakelijk alcohol misbruiken (code 303.90 en 305.00 van de DSM-IV).
§2. Op het ogenblik van de opname in de revalidatievoorziening, moet de zorggebruiker zich, ten gevolge van het gebruik van psychoactieve middelen, op medisch, psychologisch of sociaal vlak in een probleemsituatie bevinden die een opname in internaatsverband verantwoordt.
Rechthebbenden behalen een score voor Global Assessment of Functioning (GAF-score) van maximaal 50.
§3. De rechthebbenden die in aanmerking komen voor een opname in de revalidatievoorziening zijn bij aanvang van het revalidatieprogramma minstens 12 jaar oud en bovendien jonger dan 18 jaar.
Zorggebruikers die bij aanvang van het revalidatieprogramma jonger zijn dan 12 jaar kunnen uitzonderlijk ook in aanmerking komen voor het revalidatieprogramma indien de revalidatievoorziening voor hen het meest aangewezen behandelingsmilieu blijkt te zijn, rekening houdende met hun problematiek en met de andere beschikbare behandelingsmogelijkheden, en op voorwaarde dat het voor de zorggebruiker niet tegenaangewezen is om in de revalidatievoorziening in contact te komen met oudere zorggebruikers en hun problematiek. Indien de revalidatievoorziening een zorggebruiker opneemt, dienen hieromtrent steeds duidelijke afspraken gemaakt te worden met de ouders of de voogd van de zorggebruiker en/of alle andere betrokken instanties.
§4. Zorggebruikers die vroeger reeds zijn opgenomen geweest in de revalidatievoorziening en eventueel het revalidatieprogramma waarin ze toen zijn opgenomen geweest, beëindigd hebben, kunnen voor een heropname in aanmerking komen mits ze opnieuw voldoen aan alle voorwaarden terzake van de overeenkomst. Zorggebruikers kunnen nochtans bij de aanvang van hun heropname hun achttiende levensjaar reeds bereikt hebben mits het begin van de heropname zich binnen de 6 maanden ná het einde van de vorige opname situeert. Vanaf dat zorggebruikers hun twintigste levensjaar bereikt hebben kunnen voor hen echter in geen geval nog vergoedbare revalidatieverstrekkingen gerealiseerd worden op basis van deze overeenkomst.
Hoofdstuk IV. AARD EN PRIJS VAN DE REVALIDATIEVERSTREKKINGEN
Artikel 8. §1. Voor de "oriëntatiemodule" en "behandelingsmodule" is de op basis van deze overeenkomst vergoedbare revalidatieverstrekking de verpleeg- en revalidatiedag, d.w.z. elke dag tijdens welke de rechthebbende werkelijk in één van deze modules van de revalidatievoorziening is opgenomen om aan het revalidatieprogramma van de module in kwestie deel te nemen.
§2. De dagen van opname en ontslag worden samen gerekend als één enkele verpleeg- en revalidatiedag. Indien een rechthebbende de dag dat hij in de revalidatievoorziening wordt opgenomen, wordt opgenomen vóór 12 uur en diezelfde rechthebbende de dag waarop hij de revalidatievoorziening verlaat, de revalidatievoorziening verlaat ná 14 uur, mogen echter zowel de dag van de opname als de dag van ontslag in aanmerking genomen worden voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen.
Voor de toepassing van deze bepalingen kan de dag waarop een zorggebruiker de "oriëntatiemodule" verlaat maar opgenomen wordt in de "behandelingsmodule" of omgekeerd, in geen geval worden beschouwd als dag van ontslag.
§3. Een verblijfsduur van een rechthebbende van minder dan 24 uur in de "oriëntatiemodule" of in de "behandelingsmodule" van de revalidatievoorziening kan nooit aanleiding geven tot een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen van een verpleeg- en revalidatiedag, behoudens wanneer de rechthebbende tijdens de eerste 24 uur na zijn opname overlijdt; in dat geval is de betaling van één verpleeg- en revalidatiedag verschuldigd.
§4. De dagen tijdens welke de rechthebbende niet effectief in de revalidatievoorziening verblijft (maar de nacht doorbrengt in een verplegingsinrichting, in een andere revalidatievoorziening voor verslaafden of voor de revalidatie van psychiatrische patiënten, bij zijn familie of gelijk waar) mogen nooit beschouwd worden als verpleeg- en revalidatiedagen en kunnen dus nooit in aanmerking voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen, met uitzondering van de in artikel 25 van deze overeenkomst bedoelde dagen.
§5. Voor de dagen waarop uitzonderlijk een partiële daghospitalisatie in een verpleeginrichting of revalidatieziekenhuis plaatsvindt, kan de verpleeg- en revalidatiedag aan 70% worden aangerekend voor zover het niet gaat om een partiële hospitalisatie in een psychiatrisch ziekenhuis, in de psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis of in een K-dienst. De cumulatie van het revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening met een andere psychiatrische behandeling van dezelfde rechthebbende, met inbegrip van een partiële psychiatrische dag- of nachthospitalisatie, is in ieder geval uitgesloten.
§6. Per rechthebbende die opgenomen is in de "oriëntatiemodule" of in de "behandelingsmodule" kan per dag slechts één verpleeg- en revalidatiedag (al dan niet aan 70%) in aanmerking komen voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen.
Artikel 9. §1. Voor de zorggebruikers die de stage-module volgen kan op basis van deze overeenkomst de nazorgweek worden aangerekend. Deze overeenkomst maakt een onderscheid tussen de '3 uren- nazorgweek' en de '6 uren- nazorgweek'. Hieronder dient te worden verstaan, iedere week (van zondag tot zaterdag) dat een zorggebruiker gedurende respectievelijk minstens 3 uur en 6 uur het revalidatieprogramma van de stage-module volgt zoals bedoeld in artikel 3 §4. De tijd die besteed wordt aan het eventuele gebruik van een maaltijd in de revalidatievoorziening, kan nooit deel uitmaken van de vereiste 3 uur of 6 uur om respectievelijk de '3 uren- nazorgweek' of de '6 uren- nazorgweek' te realiseren.
De contacten of behandelingssessies waarvan de duur krachtens dit artikel kan meegeteld worden om de nazorgweken te realiseren kunnen zowel binnen de revalidatievoorziening plaatsvinden als buiten de revalidatievoorziening, in de leefomgeving van de zorggebruiker.
Alle contacten met een zorggebruiker moeten kaderen in het individueel revalidatieprogramma van die zorggebruiker en op elkaar zijn afgestemd.
Gedurende één nazorgweek moeten niet noodzakelijk verschillende therapeuten tussenkomsten verlenen in het kader van het revalidatieprogramma van de zorggebruiker. Het revalidatieprogramma van iedere zorggebruiker moet echter wet multidisciplinair zijn, wat inhoudt dat iedere zorggebruiker in de loop van de stage-module geregeld in contact moet komen met teamleden die - wat hun opleiding betreft - tot verschillende disciplines behoren. Indien tijdens één nazorgweek meerdere therapeuten betrokken zijn bij behandelingssessies of contacten waarvan de duur krachtens dit artikel kan meegeteld worden om de nazorgweken te realiseren dan kan de duur van deze behandelingssessies of contacten worden samengeteld om aan de vereiste duur van 3 of 6 uur te komen om respectievelijk de '3 uren- nazorgweek' of de '6 uren- nazorgweek' te realiseren.
§2. Per rechthebbende van de stage-module en per week kan slechts hetzij de '3 uren- nazorgweek', hetzij de '6 uren- nazorgweek', worden vergoed. In het geval dat voor een zorggebruiker, krachtens de voorwaarden dienaangaande van deze overeenkomst, voor een bepaalde week zowel de 3 uren- nazorgweek of de 6 uren- nazorgweek kan aangerekend worden als voor bepaalde dagen van diezelfde week verpleeg- en revalidatiedagen kunnen aangerekend worden, kunnen wel de verpleeg-
en revalidatiedagen maar niet de 3 uren- nazorgweek of de 6 uren- nazorgweek in aanmerking komen voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen.
§3. In het kader van de familiewerking die conform artikel 3 §4 deel uitmaakt van het revalidatieprogramma van de stage-module kunnen naasten uit de omgeving van de rechthebbende (ouders, andere familieleden, partner, ...) deelnemen aan bepaalde sessies van het revalidatieprogramma indien hun deelname kan bijdragen tot de realisatie van de individuele doelstellingen van de revalidatie voor die rechthebbende.
Indien echter meerdere rechthebbenden, zoals gedefinieerd in artikel 7, deelnemen aan een sessie die deel uitmaakt van het revalidatieprogramma (bv. rechthebbenden die een koppel vormen), mag de duur van deze sessie slechts voor één rechthebbende worden meegeteld om aan de vereiste duur van 3 of 6 uur te komen die nodig is om respectievelijk de 3 uren- nazorg- week of de 6 uren- nazorgweek in aanmerking te laten komen voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen.
Aan een sessie die deel uitmaakt van het revalidatieprogramma kunnen eventueel uitsluitend mensen uit de naaste omgeving van een rechthebbende deelnemen (ouders, andere familieleden, partner, ... maar geen professionele hulpverleners of professionelen die optreden in het kader van bijzondere jeugdzorg), zonder dat de rechthebbende hierbij zelf aanwezig is. Dergelijke sessies moeten een gezins- of familiale problematiek beogen en kunnen niet de behandeling van aandoeningen van de persoon uit de naaste omgeving van de rechthebbende tot doel hebben. De duur van deze familiesessies waarbij de rechthebbende zelf niet aanwezig is kan, binnen de marges die daaromtrent zijn vastgesteld zijn in §5 van dit artikel, meegeteld worden om aan de in artikel 9 §1 vereiste duur te komen die nodig is om de 3 uren- nazorgweek of de 6 uren- nazorgweek in aanmerking te laten komen voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen.
De duur van eventuele telefoongesprekken met zorggebruikers of hun naaste familieleden kan nooit worden begrepen in de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen van de 3 uren- nazorgweek of de 6 uren- nazorgweek vereisteduur.
§4. Conform artikel 3 §4, neemt de revalidatievoorziening met het oog op de maatschappelijk re- integratie van de rechthebbende contact op met voor deze re-integratie relevante derden (school, werkgever, VDAB, ... maar geen professionele hulpverleners of professionelen die optreden in het kader van bijzondere jeugdzorg). Deze contacten kunnen ook plaatsvinden zonder dat de rechthebbende daarbij aanwezig is (bijvoorbeeld indien de bedoelde derden niet bereikbaar zijn op het moment dat de rechthebbende in de afdeling aanwezig is om het revalidatieprogramma te volgen). De duur van deze contacten met derden waarbij de rechthebbende zelf niet aanwezig is kan, voor zover ze uitsluitend betrekking hebben op de bespreking van de maatschappelijke re-integratie van de rechthebbende, binnen de marges die daaromtrent zijn vastgesteld zijn in §5 van dit artikel meegeteld worden om aan de in artikel 9 §1 vastgestelde vereiste duur te komen die nodig is om de 3 uren- nazorgweek of de 6 uren- nazorgweek in aanmerking te laten komen voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen. Indien een contact met de bedoelde derden slechts gedeeltelijk betrekking heeft op de realisatie van de maatschappelijke re-integratie van de zorggebruiker, kan slechts de duur van het gedeelte van het contact dat uitsluitend daarop betrekking heeft, meegeteld worden om tot de in artikel 9 §1 vereiste duur te komen die nodig is om de 3 uren- nazorgweek of de 6 uren- nazorgweek in aanmerking te laten komen voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen.
§5. De 3 uren- nazorgweek of de 6 uren- nazorgweek kan slechts in aanmerking komen voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen indien de rechthebbende gedurende respectievelijk minstens 1,5 uur en 3 uur zelf aanwezig is bij de sessies van het revalidatieprogramma waarvan de duur wordt meegeteld om tot de vereiste totale duur van respectievelijk 3 uur en 6 uur te komen die nodig is om deze revalidatieverstrekkingen te kunnen aanrekenen.
Artikel 10. §1. De prijs van de in artikel 8 gedefinieerde verpleeg- en revalidatiedag, vastgesteld op basis van de bijlage I t.e.m. III bij deze overeenkomst, is een vast bedrag dat de volledige kostprijs van de revalidatie in de oriëntatiemodule en de behandelingsmodule van de revalidatievoorziening dekt. Bijgevolg omvat de verpleeg- en revalidatiedagprijs alle kosten die uit het verblijf van de rechthebbende in de revalidatievoorziening voortvloeien, alsook alle werkingskosten, alle kosten voor diagnostische verstrekkingen, alle door het personeel van de revalidatievoorziening verleende verstrekkingen en alle kosten van revalidatieactiviteiten die binnen of buiten de revalidatievoorziening plaatsvinden (dus ook de kosten van verbruiksmateriaal voor ateliers, allerlei toegangsprijzen, de kosten van het vervoer naar activiteiten die buiten de revalidatievoorziening plaatshebben, enz...).
§2. De prijzen van de in artikel 9 gedefinieerde 3 uren- nazorgweek en 6 uren- nazorgweek, vastgesteld op basis van de bijlage I t.e.m. III bij deze overeenkomst, zijn vaste bedragen die de volledige kostprijs van de revalidatie in het kader van de stage-module van de revalidatievoorziening dekken. Bijgevolg omvatten deze prijzen alle werkingskosten van de revalidatievoorziening, alle kosten van revalidatieactiviteiten die binnen of buiten de revalidatievoorziening plaatsvinden, alsook alle kosten van de door het personeel van de revalidatievoorziening verleende verstrekkingen. Ook de kosten van de toxicologische analyses die verricht worden op stalen afgenomen in de revalidatievoorziening, zijn in de prijzen van de in artikel 9 gedefinieerde 3 uren- nazorgweek en 6 uren- nazorgweek begrepen.
§3. Wat de zorggebruikers van de oriëntatiemodule en de behandelingsmodule van de revalidatievoorziening betreft, kunnen de in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen opgenomen verstrekkingen (mits voldaan wordt aan de bepalingen van die nomenclatuur) boven op de in §1 bedoelde prijs van de verpleeg- en revalidatiedag worden aangerekend aan de verzekeringsinstellingen, behalve wanneer het gaat om :
a) een raadpleging, een bezoek of een advies van een algemeen geneeskundige;
b) een raadpleging, een consult of een advies van een psychiater of een neuropsychiater, evenals de door hen verleende psychotherapeutische behandelingen;
c) kinesitherapieverstrekkingen in verband met de revalidatie vanverslaafden;
d) door verpleegkundigen verleende verzorging (artikel 8, §1, van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen);
e) fysiotherapieverstrekkingen in verband met de revalidatie vanverslaafden.
Voor de zorggebruikers van de stage-module kunnen echter alle in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen opgenomen verstrekkingen boven op de in §2 bedoelde prijzen van de revalidatiezittingen worden aangerekend, op voorwaarde dat het gaat om verstrekkingen die buiten de revalidatievoorziening worden verleend door verzorgingsverstrekkers die niet tot het personeel van de revalidatievoorziening behoren, en dat het niet gaat om toxicologische analyses die verricht worden op stalen afgenomen in de revalidatievoorziening.
De farmaceutische producten waarin de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen tussenkomt, kunnen (mits voldaan wordt aan de vergoedingsregels van de verzekering terzake) eveneens boven op de in §1 en §2 bedoelde prijzen worden aangerekend aan de verzekeringsinstellingen. De farmaceutische producten worden dus niet gedekt door de prijs van de verpleeg- en revalidatiedag of door de prijs van de nazorgweek.
§4. De tegemoetkomingen en de eigen bijdrage voor de revalidatie die normaliter kunnen worden aangerekend voor de revalidatieverstrekkingen van andere revalidatievoorzieningen voor
verslaafden of van de psychosociale revalidatiecentra voor psychiatrische patiënten die met de minister, de federale overheid of een andere gemeenschap of gewest een overeenkomst hebben gesloten voor de revalidatie van patiënten die lijden aan psychiatrische aandoeningen, kunnen in geen geval boven op de in §1 bedoelde prijs van de verpleeg- en revalidatiedag in aanmerking komen voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe alle nuttige maatregelen te nemen om te voorkomen dat voor zorggebruikers van de revalidatievoorziening verstrekkingen zouden worden verricht die op basis van de bepalingen van deze paragraaf en van artikel 8 §5 en artikel 10 §3 van deze overeenkomst niet in aanmerking komen voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen.
§5. De revalidatievoorziening verbindt zich er toe aan de rechthebbende geen extra vergoeding aan te rekenen bovenop de prijs van de verpleeg- en revalidatiedag en boven de prijzen van de nazorgweken die zijn vastgesteld in deze overeenkomst.
Het remgeld van de rechthebbende met betrekking tot de verstrekkingen die zijn opgenomen in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen en die op basis van de bepalingen van §3 van dit artikel boven op de prijs van de verpleeg- en revalidatiedag en de prijzen van de nazorgweken kin aanmerking kunnen komen voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen, kan echter wel aan de rechthebbende worden aangerekend, evenals het remgeld van de rechthebbende met betrekking tot de farmaceutische producten.
Voor de zorggebruikers van de stage-module kan de kostprijs van de dranken en maaltijden die eventueel in de revalidatievoorziening worden gebruikt, eveneens aan de rechthebbende worden aangerekend.
Voor socio-culturele activiteiten die in het raam van het revalidatieprogramma van de oriëntatiemodule en/of de behandelingsmodule worden georganiseerd en die buiten de revalidatievoorziening plaatsvinden, kan de revalidatievoorziening daarenboven aan de rechthebbenden een beperkte extra vergoeding vragen in de kostprijs ervan. Het hiervoor door de revalidatievoorziening gevraagde bedrag mag evenwel nooit meer bedragen dan de helft van de specifieke kosten van deze activiteiten (toegangsgelden, verplaatsingskosten die samenhangen met de activiteiten buiten de revalidatievoorziening, enz.) en een rechthebbende mag nooit om financiële redenen van deelname aan een activiteit worden uitgesloten.
§6. De door het personeel van de revalidatievoorziening aan de rechthebbende verleende ver- strekkingen mogen nooit afzonderlijk worden aangerekend, noch aan de rechthebbende, noch aan de verzekeringsinstellingen.
Deze bepaling geldt ook voor verstrekkingen die door het personeel van de revalidatievoorziening zouden worden verleend buiten het raam van de revalidatievoorziening, voor verstrekkingen die eventueel zouden worden verricht door personen die voor de revalidatievoorziening werken op basis van het statuut van zelfstandige en voor verstrekkingen die niet tot de revalidatiebehoren.
Deze bepaling is ook van toepassing op de verstrekkingen die uitzonderlijk in de revalidatievoorziening zouden worden verricht voor zorggebruikers buiten het kader van een revalidatieperiode, waarvoor een beslissing tot goedkeuring werd bekomen (met name voor voormalige zorggebruikers of kandidaat-zorggebruikers) of voor mensen uit de omgeving van de rechthebbenden (ouders, partner, ...).
§7. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe om alle nodige maatregelen te nemen met het oog op de naleving van deze bepalingen. Het niet-naleven van de bepalingen van dit artikel wordt door de partijen als een motief voor het opzeggen van de overeenkomst beschouwd. De procedure zoals beschreven in artikel 182 tot en met 189 van het besluit, betreffende het beëindigen van een overeenkomst op initiatief van de minister of het agentschap, is desgevallend van toepassing.
Artikel 11. §1. De basisprijs (aan 100%) van de in artikel 8, §1 omschreven verpleeg- en revalidatiedag wordt vanaf 1 november 2017 vastgesteld op X, rekening houdende met het personeel en de algemene kosten vermeld in de bijlage I t.e.m. III bij deze overeenkomst.
De verpleeg- en revalidatiedagprijs aan 70% bedraagt steeds 70/100 van de basisprijs aan 100%.
De prijzen van de in artikel 9 §1 omschreven 3 uren- nazorgweek en 6 uren- nazorgweek bedragen steeds respectievelijk 50/100 en 100/100 van de basisprijs aan 100% van de verpleeg- en revalidatiedag, ermee rekening houdend dat deze revalidatieverstrekkingen geen behandelingssessies in groepsverband omvatten waaraan meerdere rechthebbenden tegelijkertijd deelnemen.
§2. Het indexeerbaar gedeelte van de in §1 vastgestelde verpleeg- en revalidatiedagprijs is gekoppeld aan het spilindexcijfer 103,04 (juni 2017, basis 2013) van de consumptieprijzen. Dat indexeerbaar gedeelte, waarvan de hoegrootheid wordt vermeld in de bijlage I t.e.m. III bij deze overeenkomst, wordt aangepast volgens de bepalingen van artikel 192 van het besluit.
§3. In de gevallen die bedoeld worden in artikel 8 §5 en in artikel 24, dient de krachtens onderhavig artikel vastgestelde prijs van de verpleeg- en revalidatiedag te worden verminderd tot 70 %.
Hoofdstuk V. CAPACITEIT VAN DE REVALIDATIEVOORZIENING
Artikel 12. §1. Deze overeenkomst wordt gesloten voor een jaargemiddelde van 8 zorggebruikers per dag voor de "oriëntatiemodule" en de "behandelingsmodule" samen.
Het totaal aantal zorggebruikers die op eenzelfde dag in de "oriëntatiemodule" en de "behandelingsmodule" verblijven samen, mag in geen geval hoger liggen dan 11.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe om voor de toepassing van deze paragraaf rekening te houden met alle in de revalidatievoorziening opgenomen zorggebruikers, met inbegrip van de zorggebruikers waarvoor geen beslissing tot goedkeuring werd bekomen.
§2. De in artikel 11, §1 vastgestelde prijs van de verpleeg- en revalidatiedag werd berekend, zoals vermeld in bijlage I t.e.m. III bij deze overeenkomst, rekening houdend met een bezettingsgraad van 90%. De prijs van de verpleeg- en revalidatiedag werd daarbij beschouwd als de eenheidsprijs waaruit de andere in artikel 8 §1 en in artikel 9 §1 vermelde prijzen, kunnen afgeleid worden. De «normale facturatiecapaciteit», zijnde het normale totaal van de in een zelfde kalenderjaar gerealiseerde revalidatieverstrekkingen die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, bedraagt bijgevolg X verpleeg- en revalidatiedagen, wat overeenstemt met een bezettingsgraad van 90 %.
De realiseerbare capaciteit van de revalidatievoorziening bedraagt X verpleeg- en revalidatiedagen, wat overeenstemt met een bezettingsgraad van 100 % in de revalidatievoorziening.
De « maximale facturatiecapaciteit » van de revalidatievoorziening, zijnde het maximum aantal in een zelfde kalenderjaar gerealiseerde revalidatieverstrekkingen die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, bedraagt X verpleeg- en revalidatiedagen, wat overeenstemt met 98 % van de realiseerbare capaciteit van de revalidatievoorziening.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe nooit revalidatieverstrekkingen aan te rekenen boven de maximale facturatiecapaciteit, en dit noch aan de verzekeringsinstellingen, noch aan de zorggebruikers.
De revalidatieverstrekkingen die de revalidatievoorziening realiseert voor zorggebruikers die geen
rechthebbenden zijn, kunnen aan andere instanties worden aangerekend. Het totaal van alle aan de verzekeringsinstellingen en aan derden voor een bepaalde kalenderjaar aangerekende revalidatieverstrekkingen, mag echter nooit de realiseerbare capaciteit van de revalidatievoorziening overschrijden die vastgesteld is in §2 van dit artikel.
§4. De revalidatievoorziening verbindt zich er tevens toe, indien voor een bepaald kalenderjaar de normale facturatiecapaciteit wordt overschreden, voor de aan de verzekeringsinstellingen gefactureerde revalidatieverstrekkingen die de normale facturatiecapaciteit overschrijden, een verminderde prijs aan te rekenen. De aan te rekenen verminderde prijs zal in dat kalenderjaar ofwel 50 %, ofwel 25 % bedragen, van de basisprijs aan 75 %, van de basisprijs aan 150 %, van de basisprijs aan 100 % of van de basisprijs aan 70 % en dit afhankelijk van het in de vorige kalenderjaren gerealiseerde aantal revalidatieverstrekkingen dat voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komt.
De in de vorige alinea bedoelde verminderde prijzen bedragen:
1) 50 % van de (in de artikelen 8 en 9 omschreven en in artikel 11 vastgelegde) basisprijs aan 100 %, aan 70 % of aan 50 %:
a) als in het kalenderjaar dat onmiddellijk voorafgaat aan het beschouwde kalenderjaar, de revalidatievoorziening niet meer dan X (= 90 % van de realiseerbare capaciteit) revalidatieverstrekkingen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd (niet meer dan 3.078 als het gaat over het aantal in 2016);
of
b) als sinds het recentste kalenderjaar waarvoor de normale facturatiecapaciteit niet is overschreden, de revalidatievoorziening in geen enkel kalenderjaar meer dan X (= 94% van de realiseerbare capaciteit) revalidatieverstrekkingen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwame, heeft gerealiseerd (meer dan 3.215 als het gaat over het aantal in de kalenderjaar vóór 2017).
2) 25% van de (in de artikelen 8 en 9 omschreven en in artikel 11 vastgelegde) basisprijs aan 100 %, aan 70
% of aan 50 %:
a) als in het kalenderjaar dat onmiddellijk voorafgaat aan het beschouwde kalenderjaar, de revalidatievoorziening meer dan X (=94 % van de realiseerbare capaciteit) revalidatieverstrekkingen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd (meer dan 3.215 als het gaat over het aantal in 2016);
of
b) als sinds het recentste kalenderjaar waarvoor de normale facturatiecapaciteit niet is overschreden, de revalidatievoorziening in minstens één kalenderjaar meer dan X (=94 % van de realiseerbare capaciteit) revalidatieverstrekkingen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd (meer dan 3.215 als het gaat over het aantal in de kalenderjaren vóór 2017).
§5. Voor de toepassing van dit artikel gelden de verpleeg- en revalidatiedag waarvoor de basisprijs aan 70 % dient te worden aangerekend, de 3 uren- nazorgweek en de 6 uren- na- zorgweek, respectievelijk als 70/100, als 50/100 en als 100/100 van de verpleeg- en revalidatiedag die aan de in artikel 11 vastgelegde basisprijs (100 %) wordt aangerekend, behalve voor de toepassing van de bepalingen van §1 van dit artikel
12, waarvoor alleen met het werkelijke aantal zorggebruikers mag worden rekening gehouden, ongeacht de prijs die voor deze zorggebruikers kan worden aangerekend.
Voor de toepassing van dit artikel moet de mathematische waarde van de vergoedbare revalidatieverstrekkingen, proportioneel worden afgeleid van de waarde van de verpleeg- en revalidatiedag aan 100 % welke als eenheid geldt. De mathematische waarde van de krachtens deze overeenkomst vergoedbare revalidatieverstrekkingen waarmee bij de toepassing van de bepalingen van dit artikel (met uitsluiting van §1) moet worden rekening gehouden, bedraagt bijgevolg:
• 1 voor de verpleeg- en revalidatiedag die aan de basisprijs (100 %) kan worden aangerekend;
• 0,7 voor de verpleeg- en revalidatiedag die aan de basisprijs aan 70 % moet worden aangerekend;
• 0,5 voor de 3 uren- nazorgweek;
• 1 voor de 6 uren- nazorgweek.
De hierboven vermelde mathematische waarden van de krachtens deze overeenkomst vergoedbare revalidatieverstrekkingen waarmee bij de toepassing van de bepalingen van dit artikel (met uitsluiting van
§1) moet worden rekening gehouden, wordt niet beïnvloed door het aan- rekenen (in toepassing van de bepalingen van §4 van dit artikel) van verminderde prijzen (50 % of 25 % van de normale prijzen).
§6. De revalidatieverstrekkingen die aan de verzekeringsinstellingen worden gefactureerd voor zorggebruikers die ten laste zijn van een buitenlandse verzekeringsinstelling, zijn begrepen in de normale en maximale facturatiecapaciteit.
§7. Indien wordt vastgesteld dat de revalidatievoorziening revalidatieverstrekkingen heeft aangerekend die krachtens de bepalingen van deze overeenkomst niet voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen omdat ze bepaalde capaciteiten overschreden, kunnen de revalidatieverstrekkingen die niet aan de voorwaarden blijken te voldoen en die zijn gerealiseerd en aangerekend in de periode van vijf jaar vóór de datum dat de inbreuk wordt vastgesteld, worden teruggevorderd.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe in dat geval de teruggevorderde revalidatieverstrekkingen niet te verhalen op de gerevalideerde zorggebruikers.
§8. Voor het kalenderjaar waarin aan de onderhavige overeenkomst een einde komt, dienen de in §2 van dit artikel vermelde aantallen met betrekking tot de normale facturatiecapaciteit en de maximale facturatiecapaciteit evenredig verminderd te worden, rekening houdend met de toepassingstermijn van deze overeenkomst in dat kalenderjaar.
Hoofdstuk VI. NADERE CUMULATIEBEPALINGEN MET BETREKKING TOT DE STAGE-MODULE
Artikel 13. Van de stage-module van de revalidatievoorziening wordt verwacht dat ze, net als de andere modules van de revalidatievoorziening, aan haar zorggebruikers een volledig medisch-psychosociaal revalidatieprogramma aanbiedt. Dat revalidatieprogramma moet zo veel mogelijk tegemoetkomen aan de noden zoals de zorggebruiker die zelf ervaart. Om die redenen en vanuit de overweging dat een gelijktijdige begeleiding van eenzelfde zorggebruiker door twee verschillende zorgvoorzieningen therapeutisch niet opportuun is, komen zorggebruikers die de stage-module volgen, in dezelfde periode normaliter niet in aanmerking voor de volgende behandelingsprogramma's ofrevalidatieprogramma's:
- het behandelingsprogramma van een ander ambulant revalidatiecentrum voor verslaafden of van een psychosociaal revalidatiecentrum voor psychiatrische patiënten dat met de minister, de federale overheid of een andere gemeenschap of gewest een overeenkomst heeft gesloten;
- een partiële dag- of nachthospitalisatie in een psychiatrisch ziekenhuis, in de psychiatrische dienst van een algemeen ziekenhuis of in een K-dienst;
- een revalidatie-nabehandeling die wordt aangeboden door een psychiatrisch ziekenhuis voor patiënten die in het psychiatrisch ziekenhuis gehospitaliseerd zijn geweest.
De revalidatievoorziening zal zich permanent inspannen teneinde na te gaan of haar zorggebruikers van de stage-module in een zelfde periode niet door verschillende zorgvoorzieningen worden gevolgd. Indien blijkt dat bepaalde zorggebruikers één van de hierboven vermelde behandelingsprogramma's of revalidatieprogramma's volgen, dan zal de revalidatievoorziening deze zorggebruikers wijzen op de inopportuniteit van een gelijktijdige begeleiding door twee verschillende zorgvoorzieningen. De revalidatievoorziening zal dan met de zorggebruiker en de andere betrokken zorgvoorzieningen, vanuit een fundamenteel respect voor de vrijheid van de zorggebruiker om zelf zijn zorgverleners te kiezen en deze keuze gelijk wanneer te wijzigen, afspraken maken met betrekking tot de zorgvoorziening die voor de begeleiding van de zorggebruiker zal instaan.
De tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen van de 3 uren- nazorgweek of de 6 uren- nazorgweek kan voor bepaalde weken geweigerd worden indien de zorggebruiker in dezelfde week (van zondag tot zaterdag) al één van de hoger bedoelde behandelings- of revalidatieprogramma's gevolgd heeft die door andere zorgvoorzieningen worden aangeboden.
Hoofdstuk VII. MEDISCH-ADMINISTRATIEVE EN BOEKHOUDKUNDIGE BEPALINGEN
Artikel 14. Een tegemoetkoming voor revalidatieverstrekkingen met residentieel karakter kan enkel worden toegekend als de verzekeringsinstelling waarbij de zorggebruiker is aangesloten of ingeschreven, een beslissing tot goedkeuring van de aangevraagde tegemoetkoming heeft genomen.
Een dergelijke beslissing tot goedkeuring geeft echter niet automatisch recht op een financiële tegemoetkoming in de revalidatieverstrekkingen: alleen de krachtens deze overeenkomst vergoedbare revalidatieverstrekkingen die effectief gerealiseerd worden binnen de aanvaarde revalidatieperiode komen voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen inaanmerking.
Een beslissing tot goedkeuring geeft zowel recht op de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen, binnen de aanvaarde revalidatieperiode, van verpleeg- en revalidatiedagen als op de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen van nazorgweken, mits voldaan is aan de voorwaarden van deze overeenkomst voor de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen van deze verstrekkingen.
Artikel 15. De aanvraag tot tegemoetkoming voor revalidatieverstrekkingen met residentieel karakter gebeurt conform de procedure zoals vermeld in artikel 206 tot 209 van het besluit. Het model van aanvraagformulier wordt beschreven in artikel 209 van het besluit. De revalidatievoorziening dient steeds de laatste versie van het aanvraagformulier (zoals gepubliceerd op de website) te gebruiken.
Artikel 16. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de Zorgkassencommissie al de informatie te bezorgen die ter beoordeling van de individuele aanvragen om tegemoetkoming wordt gevraagd.
Artikel 17. Een beslissing tot goedkeuring voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen komt te vervallen voor het resterende deel van die periode, als een rechthebbende, die opgenomen is in de "oriëntatiemodule" of in de "behandelingsmodule" van de revalidatievoorziening, de revalidatievoorziening verlaat zonder voorafgaande toelating van de directie van de revalidatievoorziening - wat dus inhoudt dat op voorhand geen datum van terugkomst in de revalidatievoorziening werd vastgesteld - en als hij niet opnieuw wordt opgenomen in de week die volgt op zijn ontslag.
Het resterende deel van een voor een bepaalde, in de "oriëntatiemodule" of in de "behandelingsmodule"
opgenomen rechthebbende revalidatieperiode, waarvoor een beslissing tot goedkeuring van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen werd bekomen, komt eveneens te vervallen in geval van opname van de rechthebbende in een andere revalidatievoorziening voor verslaafden (of in een psychosociaal revalidatiecentrum voor psychiatrische patiënten) waarmee de minister, de federale overheid of een andere gemeenschap of gewest een overeenkomst heeft gesloten, behalve als de zorggebruiker gedurende maximum 7 dagen wordt opgenomen in de afdeling crisisinterventiecentrum van De Sleutel en nadien het revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening hervat.
Voor een rechthebbende voor wie een beslissing tot goedkeuring van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen werd bekomen, komt te vervallen als gevolg van de bepalingen van dit artikel, kan altijd een nieuwe gemotiveerde aanvraag tot tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen worden ingediend.
Artikel 18. De revalidatievoorziening houdt per zorggebruiker, al dan niet rechthebbende, een medisch- therapeutisch dossier bij dat een overzicht geeft van het hele verloop van de revalidatie in de revalidatievoorziening. Dat dossier moet voor iedere zorggebruiker minstens volgende elementen bevatten: de identificatie van de zorggebruiker, de antecedenten, de naam van de persoon of de instantie die de zorggebruiker heeft doorverwezen, de medische en therapeutische briefwisseling, alle diagnostische gegevens, het geïndividualiseerd handelingsplan, de besluiten van team- vergaderingen, alle belangrijke particuliere beslissingen en alle belangrijke afspraken die met de zorggebruiker zijn gemaakt.
Voor de zorggebruikers van de oriëntatiemodule en de behandelingsmodule moet in dit medisch- therapeutisch dossier ook melding worden gemaakt van alle belangrijke individuele tussenkomsten van teamleden van de revalidatievoorziening. Voor deze zorggebruikers moeten ook al de afwezigheden van de zorggebruiker (tijdens vergoedbare verpleeg- en revalidatiedagen) met hun motivering in het medisch- therapeutisch dossier worden vermeld. De afwezigheden die in het medisch- therapeutisch dossier moeten worden opgetekend, zijn niet de in de artikelen 23, 24 en 25 omschreven dagen, maar wel alle momenten dat een zorggebruiker, met toestemming van de revalidatievoorziening, tijdelijk, om belangrijke redenen, de revalidatievoorziening verlaat zonder begeleiding van een personeelslid van de revalidatievoorziening. Deze afwezigheden moeten ten laatste bij het begin van de afwezigheid in het medisch-therapeutisch dossier worden opgetekend. Rekening er mee gehouden dat het revalidatieprogramma van de behandelingsmodule voorziet dat in bepaalde fasen van het programma de zorggebruikers de revalidatievoorziening kunnen verlaten voor vrijetijdsactiviteiten of opdrachten buiten de revalidatievoorziening, moeten voor de zorggebruikers van de behandelingsmodule dergelijke afwezigheden alleen worden op- getekend in het medisch-therapeutisch dossier als de verwachte duur van de afwezigheid méér dan 2 uur bedraagt. In plaats van in het medisch-therapeutisch dossier kunnen de afwezigheden van de zorggebruikers eventueel ook in een afzonderlijk boek of register worden opgetekend.
Artikel 19. §1. Wat de stage-module betreft, dient elk lid van het team dat bepaalde contacten heeft in het kader van het revalidatieprogramma van de zorggebruiker die deel kunnen uitmaken van 3 uren- of 6 uren- nazorgweken, die in aanmerking kunnen komen voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen, bestendig een dagboek bij te houden waarin deze contacten met zorggebruikers, al dan niet rechthebbenden, genoteerd worden. Ook de contacten die bedoeld worden in artikel 9 §§ 3 en 4 én waarbij de zorggebruiker mogelijk zelf niet aanwezig is maar waarvan de duur wel meegerekend kan worden om tot de vereiste duur te komen die nodig is om de nazorgweken aan te rekenen, dienen in het dagboek genoteerd te worden.
In dat dagboek moeten per contact de volgende gegevens worden vermeld:
• de identiteit van de zorggebruiker;
• de identiteit van elke persoon die bij de tussenkomst daadwerkelijk aanwezig is, alsook zijn relatie
met de zorggebruiker (ouders, partner, ...);
• de datum van de tussenkomst;
• het aanvangs- en het einduur van de tussenkomst;
• de plaats van de tussenkomst indien de tussenkomst niet in de revalidatievoorziening zelf plaatsvindt.
In het geval van contacten met derden zoals bedoeld in artikel 9 §4 dient in het dagboek het aanvangs- en het eindduur vermeld te worden van het gedeelte van het contact dat uitsluitend betrekking heeft op de maatschappelijke re-integratie van de zorggebruiker in kwestie.
De in deze paragraaf bedoelde dagboeken worden door de revalidatievoorziening bewaard en ter beschikking gehouden van het agentschap en de Zorgkassencommissie.
§2. De revalidatievoorziening houdt, op basis van een door het agentschap goedgekeurd model, een register bij van de dagelijkse aanwezigheden waarin de identiteit van alle gerevalideerde zorggebruikers, rechthebbenden of niet, wordt opgetekend. Het register wordt afzonderlijk bijgehouden voor de oriëntatiemodule, voor de behandelingsmodule en voor destage-module.
Voor de "oriëntatiemodule" en voor de "behandelingsmodule" moet het register dagelijks vóór 10 uur worden ingevuld.
Het register van de stage-module moet iedere avond vóór het sluitingsuur van de revalidatievoorziening worden ingevuld.
De verschillende aanwezigheidsregisters moeten worden beschouwd als basisdocumenten voor de in artikel 22 bedoelde facturatie. Voor de stage-module moeten de gegevens van de aanwezigheidsregisters stroken met de gegevens van de in § 1 van dit artikel vermelde dagboeken.
§3. Het in §2 vermelde aanwezigheidsregister wordt door de revalidatievoorziening bewaard en ter beschikking gehouden van het agentschap en de Zorgkassencommissie.
§4. Het in §2 bedoelde aanwezigheidsregister vormt de basis voor de productiecijfers, waarmee wordt bedoeld: het aantal gepresteerde forfaits (per soort) vermenigvuldigd met hun respectievelijke prijs.
De revalidatievoorziening verbindt er zich toe de productiecijfers ter beschikking te houden van het agentschap. De productiecijfers worden, op eenvoudig verzoek van het agentschap, binnen de maand overgemaakt aan het agentschap.
§5. De revalidatievoorziening verbindt er zich toe op vraag van het agentschap de in §2 bedoelde aanwezigheidsregisters voor te leggen om de productiecijfers te staven. Het opzettelijk bijhouden of overmaken van verkeerde productiecijfers zal aanleiding geven tot de ambtshalve opschorting van betaling door de verzekeringsinstellingen in het kader van deze overeenkomst.
Bij het niet nakomen van de verplichting om de in §2 bedoelde aanwezigheidsregisters correct in te vullen of de productiecijfers correct bij te houden worden, bij een eerste inbreuk, de revalidatieverstrekkingen die gerealiseerd zijn op de dag dat de inbreuk werd vastgesteld, niet vergoed. Bij een tweede inbreuk zal geen enkele revalidatieverstrekking worden vergoed voor de dagen waarvoor het aanwezigheidsregister niet correct werd ingevuld en/of de productiecijfers niet correct werden bijgehouden.
§6. Het niet nakomen van de in de §§ 1, 2, 3 en 4 van dit artikel vermelde verplichtingen wordt als een zware fout beschouwd. De maatregelen die vastgesteld zijn in § 5 van dit artikel beperken in geen geval het recht van de minister om eventueel andere nuttig geachte maatregelen te nemen, net zoals het dat ook kan in alle andere gevallen waarin is vastgesteld dat de verplichtingen waarin is voorzien in deze overeenkomst of in de bepalingen van het besluit, niet zijn nagekomen.
§7. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de verstrekkingen waarvoor de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen door de verzekeringsinstellingen wordt geweigerd op grond van de bepalingen van §5 van dit artikel niet aan te rekenen aan de zorggebruiker.
Artikel 20. §1. Indien een zorggebruiker tijdens zijn verblijf in de oriëntatiemodule of in de behandelingsmodule één van de op basis van artikel 10, §3 vergoedbare verstrekkingen die opgenomen zijn in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen, ontvangt, dient de revalidatievoorziening de zorgverstrekker ervan te verwittigen dat de zorggebruiker in een - revalidatievoorziening verblijft en het identificatienummer van de revalidatievoorziening aan de zorgverstrekker mee te delen. De revalidatievoorziening dient de zorgverstrekker bij die gelegenheid er aan te herinneren dat voor de verstrekkingen die verschillende nomenclatuurcodenummers hebben voor ambulante en gehospitaliseerde zorggebruikers, de nomenclatuurcodes en de honoraria voorbehouden voor de gehospitaliseerde zorggebruikers van toepassing zijn en dat op de getuigschriften voor verstrekte hulp het identificatienummer van de revalidatievoorziening dient te worden vermeld in het vak dat normaal bestemd is voor het nummer van de verpleeginrichting.
§2. Wat meer bepaald de verstrekkingen inzake klinische biologie betreft, moet de revalidatievoorziening voor elk laboratorium voor klinische biologie dat analyses uitvoert voor de revalidatievoorziening, aan het agentschap een document bezorgen waaruit blijkt dat het laboratorium voor klinische biologie akkoord gaat met de verschillende verplichtingen van deze overeenkomst met betrekking tot de uitgevoerde klinische analyses. Zo dient het laboratorium zich ertoe te verbinden om voor de zorggebruikers van de oriëntatiemodule en de behandelingsmodule de nomenclatuurcodenummers en honoraria voorbehouden voor gehospitaliseerde zorggebruikers te gebruiken en het identificatienummer van de revalidatie-revalidatievoorziening op de getuigschriften voor verstrekte hulp te vermelden. Voor de zorggebruikers van de stage-module dient het laboratorium zich ertoe te verbinden de uitgevoerde toxicologische analyses noch aan de zorggebruiker, noch aan de verzekeringsinstellingen, aan te rekenen.
Xxxxxxx als de revalidatievoorziening een beroep wenst te doen op een ander laboratorium voor klinische biologie, dient voorafgaandelijk een dergelijk document naar het agentschap te worden gestuurd.
§3. Als het agentschap vaststelt dat de bepalingen van §2 van dit artikel niet worden nageleefd, wordt de uitwerking van de overeenkomst opgeschort.
§4. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe het agentschap jaarlijks een statistisch overzicht te bezorgen van al de verrichte verstrekkingen inzake klinische biologie; die verstrekkingen inzake klinische biologie dienen te worden gegroepeerd per nomenclatuurcode.
Artikel 21. De V.Z.W. "Provincialaat der Broeders van Liefde" uit Gent verbindt zich ertoe een boekhouding te voeren die een overzicht geeft van alle inkomsten en uitgaven die voortvloeien uit de activiteiten van de revalidatievoorziening, waarbij deze activiteiten als een afzonderlijke kostenrubriek worden beschouwd die het mogelijk maakt de kostprijs van de bedoelde activiteiten na te gaan.
Het voeren van deze boekhouding dient zo veel mogelijk te gebeuren conform de door het agentschap aanvaarde boekhoudkundige richtlijnen voor de revalidatievoorzieningen of conform de boekhoudkundige voorschriften voor de ziekenhuizen (K.B. 14.8.1987), onder meer wat de minimumindeling van het rekeningenstelsel en de gehanteerde afschrijvingstermijnen voor investeringen betreft. De gevoerde boekhouding moet daarenboven toelaten de specifieke inkomsten en uitgaven van de activiteiten van de revalidatievoorziening die niet door deze overeenkomst gedekt worden, te
onderscheiden.
Een overzicht van de inkomsten en uitgaven met betrekking tot de activiteiten van de revalidatievoorziening moet jaarlijks, binnen de zes maanden na het afsluiten van het boekjaar, dat telkens aanvangt op 1 januari en eindigt op 31 december, naar het agentschap worden gestuurd. Het agentschap kan voor het opmaken van dit overzicht van de inkomsten en uitgaven ten allen tijde een eenvormig model opleggen.
Jaarlijks, uiterlijk op 30 juni, dient een gedetailleerd overzicht van het door de revalidatievoorziening tewerkgestelde personeel te worden bezorgd aan het agentschap, op de manier die door het agentschap wordt bepaald.
Indien de boekhoudkundige documenten, opgemaakt volgens de regels die dienaangaande zijn aanvaard door het agentschap, niet worden overgemaakt vóór het einde van de zesde maand die volgt op het afsluiten van het boekjaar of als de personeelsgegevens, aangeleverd op de manier die door het agentschap is bepaald, niet worden overgemaakt voor 30 juni, wordt de revalidatievoorziening, per aangetekend schrijven, aan haar verplichting terzake herinnerd. Indien binnen de 30 kalenderdagen na het versturen van dit aangetekend schrijven deze documenten nog niet worden overgemaakt, worden de betalingen van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in het kader van deze overeenkomst, ambtshalve opgeschort.
De revalidatievoorziening moet de bewijsstukken van de inkomsten en uitgaven gedurende 10 jaar bewaren.
De gevoerde boekhouding dient steeds toegankelijk te zijn voor het agentschap.
Artikel 22. §1. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de prijzen van de revalidatieverstrekkingen die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkignen aan de verzekeringsinstellingen aan te rekenen door middel van een factuur waarvan het model door het agentschap is goedgekeurd. Op die factuur dienen inlichtingshalve ook alle bedragen te worden vermeld die door de revalidatievoorziening aan de rechthebbenden zijn gefactureerd voor zaken die niet tot de revalidatie behoren. Een afschrift van die factuur moet aan de rechthebbende of aan zijn wettige vertegenwoordiger worden bezorgd.
§2. In toepassing van de bepalingen van artikel 217 van het besluit, dienen de aan de verzekeringsinstellingen aangerekende revalidatieverstrekkingen te worden verminderd met de in de artikels 220 tot en met 222 van het besluit voorziene bedragen.
Hoofdstuk VIII. BIJZONDERE BEPALINGEN MET BETREKKING TOT DE REVALIDATIE
Artikel 23. Om de integratie van de zorggebruikers in hun thuismilieu te bevorderen, kan de directie van de revalidatievoorziening een zorggebruiker die is opgenomen in de "behandelingsmodule" van de revalidatievoorziening toestaan het revalidatieproces tijdelijk te onderbreken, op voorwaarde dat de resultaten van de revalidatie daardoor niet in gevaar worden gebracht.
De dagen dat de zorggebruiker hierdoor afwezig is in de revalidatievoorziening, kunnen niet worden beschouwd als verpleeg- en revalidatiedagen en komen dus niet in aanmerking voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen.
De dag van vertrek mag alleen worden beschouwd als effectieve aanwezigheidsdag wanneer de rechthebbende de revalidatievoorziening verlaat ná 14 uur en de dag van terugkeer mag alleen worden beschouwd als effectieve aanwezigheidsdag wanneer de rechthebbende vóór 12 uur in de revalidatievoorziening terugkomt.
Om het intensief karakter van de revalidatie te vrijwaren, mag de onderbreking van de revalidatie in geen
geval langer duren dan 14 dagen.
Artikel 24. De zorggebruikers die opgenomen zijn in de "behandelingsmodule" van de revalidatievoorziening, kunnen, mits toestemming van de verzekeringsinstelling, naast het in deze overeenkomst beoogde revalidatieprogramma, een onderwijsprogramma of een beroepsopleiding volgen buiten de revalidatievoorziening, of, tijdens de laatste 2 maanden van het verblijf in de "behandelingsmodule", een beroepsarbeid hervatten of aanvatten. In het belang van de zorggebruiker vragen we dat de revalidatievoorziening de wetgeving hieromtrent opvolgt en uitvoert.
In dat geval kan, voor de dagen dat voornoemde activiteiten buiten de revalidatie-revalidatievoorziening effectief plaatsvinden en de zorggebruiker daardoor gedurende vier uur of meer niet deel neemt aan het revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening, slechts de prijs van de verpleeg- en revalidatiedag verminderd tot 70 % aangerekend worden.
Artikel 25. §1. De revalidatievoorziening kan sporadisch voor de zorggebruikers die een revalidatieprogramma volgen in de "oriëntatiemodule" of in de "behandelingsmodule" van de revalidatievoorziening, activiteiten buiten de revalidatievoorziening organiseren die door hun karakter één of meerdere nachten buiten de revalidatievoorziening vergen. Deze activiteiten moeten in het kader van het revalidatieprogramma een onmiskenbare therapeutische functie hebben, en de revalidatievoorziening moet voor deze activiteiten een kwantitatieve en kwalitatieve omkadering verzekeren die niet geringer is dan de omkadering in de revalidatievoorzieningzelf.
Op jaarbasis kan eenzelfde zorggebruiker echter maximaal op 20 verschillende dagen aan dergelijke activiteiten deelnemen. Daarenboven mag op jaarbasis het aantal gerealiseerde verpleeg- en revalidatiedagen waarop dergelijke activiteiten plaatsvinden, nooit hoger liggen dan 400.
Zorggebruikers mogen nooit specifiek in de revalidatievoorziening worden opgenomen met het oog op deelname aan dergelijke activiteiten. Zulke deelname mag dan ook nooit - ook niet vanuit het perspectief van de zorggebruiker - het enige motief vormen voor een opname in de revalidatievoorziening.
De revalidatievoorziening zal het feit dat ze dergelijke activiteiten buiten de revalidatievoorziening organiseert, naar kandidaat-zorggebruikers toe nooit als argument gebruiken om hen tot een opname in de in- richting te bewegen.
§2. Indien de in §1 bedoelde activiteiten in België plaatsvinden, zal de revalidatievoorziening een document bijhouden in de revalidatievoorziening, waarin volgende gegevens opgenomen zijn:
• welke module de activiteiten organiseert;
• om welke activiteiten het gaat (soort activiteit, waar, wanneer);
• welke zorggebruikers er aan zullen deelnemen (de namen van de zorggebruikers, met vermelding van de datum vanaf wanneer ze in de revalidatievoorziening zijn opgenomen);
• en welke teamleden die activiteiten zullen begeleiden.
Dit document dient steeds toegankelijk te zijn voor het agentschap en kan worden voorgelegd aan de Zorgkassencommissie of Zorginspectie.
Indien aan deze voorwaarden is voldaan, worden de dagen waarop deze activiteiten plaatsvinden, voor de deelnemende zorggebruikers gelijkgesteld met verpleeg- en revalidatiedagen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen.
§3. Indien de in §1 bedoelde activiteiten in het buitenland plaatsvinden, kunnen de dagen waarop deze activiteiten plaatsvinden, alleen worden gelijkgesteld met verpleeg- en revalidatiedagen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, indien die activiteiten
hoofdzakelijk bestaan uit een uitwisselingsbezoek met een gelijkaardige revalidatievoorziening in het buitenland en mits voorafgaandelijk schriftelijk advies van de expertencommissie.
De aanvraag om gelijkstelling moet ten minste twee maanden voor aanvang van de activiteiten schriftelijk worden gericht aan de expertencommissie en moet de volgende gegevens bevatten:
• welke module de activiteiten organiseert;
• een beschrijving van de activiteit (soort activiteit, waar, wanneer) en van haar extra vergoeding aan het revalidatieprogramma;
• een lijst van de verwachte zorggebruikers (met vermelding van de datum vanaf wanneer ze in de revalidatievoorziening zijn opgenomen);
• een lijst van de voorziene begeleiders.
Eventuele wijzigingen van de zorggebruikers of de begeleiders moeten ten laatste op de dag van het vertrek genoteerd staan in het dossier van de zorggebruiker en/of personeelsdossier en kunnen worden voorgelegd aan de Zorgkassencommissie of Zorginspectie.
§4. Conform de bepalingen van de laatste alinea van artikel 10, §5, kan de revalidatievoorziening aan de zorggebruikers die deelnemen aan de in dit artikel 25 bedoelde activiteiten buiten de revalidatievoorziening, eventueel een extra vergoeding aanrekenen in de vervoers- en verblijfskosten van die activiteiten. Het hiervoor door de revalidatievoorziening aan de zorggebruikers aangerekende bedrag mag evenwel nooit meer bedragen dan de helft van het bedrag van die vervoers- en verblijfskosten.
Een rechthebbende mag nooit om financiële redenen van de deelname aan de in dit artikel 25 bedoelde activiteiten worden uitgesloten.
Hoofdstuk IX. PERSONEEL
Artikel 26. §1. Teneinde de kwaliteit van de revalidatie te verzekeren, verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe om het personeelskader, dat voorzien is in bijlage I t.e.m. III bij de onderhavige overeenkomst, steeds volledig op te vullen. Dit houdt in dat de revalidatievoorziening voor iedere in dat personeelskader voorziene functie iemand effectief zal tewerkstellen die de voor die functie vereiste kwalificatie bezit en dit gedurende het vooropgesteld aantal werkuren per week.
De kosten van de tewerkstelling van het in bijlage I t.e.m. III voorziene personeelskader worden verondersteld volledig door de revalidatievoorziening te worden gedragen op basis van de inkomsten die kunnen worden geput uit deze overeenkomst en uit de in artikel 34 voorziene cofinanciering. De in het personeelskader voorziene functies kunnen dan ook nooit worden vervuld door personeel dat in de bedoelde functies zou worden tewerkgesteld in het kader van een financieringsregeling op basis waarvan andere overheidsinstanties geheel of gedeeltelijk, rechtstreeks of onrechtstreeks, tussenkomen in de loonkost.
Indien personeelsleden zouden worden vrijgesteld van arbeidsprestaties in het kader van de eindeloopbaanproblematiek, conform de C.A.O.-bepalingen terzake, moet deze vrijstelling van arbeidsprestaties worden gecompenseerd door nieuwe aanwervingen of door een verhoging van de arbeidsduur van andere personeelsleden, rekening houdende met de voor iedere functie voorziene kwalificaties. Dit bijkomend personeel moet boven op het in bijlage I t.e.m. III voorziene personeelskader worden tewerkgesteld. De financiering van deze compenserende tewerkstelling (en van de premie voor de personeelsleden die voor deze vrijstelling van arbeidsprestaties in aanmerking komen maar er geen gebruik van maken) valt buiten het kader van deze overeenkomst, maar is er niet mee in tegenspraak. In deze overeenkomst wordt er echter op geen enkele manier mee rekening gehouden: het in bijlage I t.e.m. III voor ieder personeelslid vooropgesteld aantal werkuren houdt dus geen rekening met de eventuele vrijstelling van
arbeidsprestaties voor dat personeelslid en de in bijlage berekende loonkost houdt geen rekening met de premie die verschuldigd is aan de personeelsleden die voor de- ze vrijstelling van arbeidsprestaties in aanmerking komen maar er geen gebruik van maken.
Ook met alle mogelijke regelingen op basis waarvan de revalidatievoorziening in aanmerking kan komen voor een vermindering van de patronale R.S.Z.-bijdragen, inruil voor compenserende aanwervingen, houdt deze overeenkomst geen rekening. De in het personeelskader in bijlage I t.e.m. III voorziene functies kunnen echter nooit worden vervuld door personeel dat door de revalidatievoorziening is aangeworven als compensatie voor een vermindering van de patronale R.S.Z.-bijdragen. Indien de revalidatievoorziening een vermindering van de patronale R.S.Z.-bijdragen geniet in ruil waarvoor bijkomend personeel moet worden tewerkgesteld, dient dit bijkomend personeel steeds boven op het in bijlage voorziene personeelskader te worden tewerkgesteld.
§2. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe, in toepassing van de bepalingen van §1, steeds onverwijld alle nuttige schikkingen te treffen met het oog op de aanwerving van nieuw personeel, teneinde te vermijden dat een in het personeelskader voorziene functie niet meer zou opgevuld worden. Zo zal de revalidatievoorziening, zodra geweten is dat een in het personeelskader voorziene functie open zal komen te staan door ontslagneming, afdanking of door redenen van gewettigde langdurige afwezigheid
{loopbaanonderbreking, verlof zonder wedde, ziekte, ...), onmiddellijk maatregelen nemen om in de tijdige vervanging van het tijdelijk of definitief weggevallen personeelslid te voorzien.
De revalidatievoorziening is evenwel niet verplicht een door de revalidatievoorziening ontslagen personeelslid dat op verzoek van de revalidatievoorziening geen arbeidsrevalidatieverstrekkingen meer verricht tijdens de nog bezoldigde wettelijke vooropzegperiode, gedurende die periode reeds te vervangen. De revalidatievoorziening is evenmin verplicht een personeelslid dat afwezig is wegens ziekte, te vervangen gedurende de wettelijke periode van gewaarborgd loon, periode tijdens welke het zieke personeelslid nog effectief door de revalidatievoorziening bezoldigd wordt.
§3. Indien het agentschap vaststelt dat de revalidatievoorziening zich niet gehouden heeft aan de bepalingen van artikel 26, §1 en §2, kan de minister, na advies van de expertencommissie, ertoe besluiten, naast andere nuttig geachte maatregelen, de in artikel 11 vastgestelde verpleeg- en revalidatiedagprijs gedurende een bepaalde periode te verminderen met een bepaald bedrag, op voorwaarde dat de revalidatievoorziening de gelegenheid gehad heeft om de redenen van niet-naleving van deze bepalingen schriftelijk toe te lichten.
De door de minister te bepalen periode gedurende welke de in artikel 11 vastgestelde verpleeg- en revalidatiedagprijs verminderd wordt, kan nooit de duur van de periode van niet naleving van de bepalingen van artikel 26, §1 en §2 overschrijden.
Het bedrag waarmee de in artikel 11 vastgestelde verpleeg- en revalidatiedagprijs kan worden verminderd, wordt vastgesteld op X per voltijdse eenheid die gedurende een bepaalde periode in het personeelskader gemiddeld ontbreekt. Dit bedrag dient te worden beschouwd als een basisbedrag dat proportioneel kan aangepast worden rekening houdend met het reëel aantal ontbrekende personeelsleden, uitgedrukt in voltijdse eenheden. Het basisbedrag van X wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 103,04 (juni 2017; basis 2013) en aangepast volgens de bepalingen van artikel 192 van het besluit.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de op basis van de bepalingen van deze paragraaf toegepaste verminderingen in geen geval te verhalen op de in de revalidatievoorziening opgenomen zorggebruikers.
§4. Het agentschap kan niet beschouwd worden als partij in de arbeidscontracten die gesloten worden tussen de revalidatievoorziening en haar personeel.
Artikel 26bis. §1. Om haar therapeutisch team te versterken, verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe om 0,5 voltijdse equivalenten met een master in de psychologie aan te werven als loontrekkende en in de revalidatievoorziening permanent te werk te stellen in het kader van de activiteiten waarin onderhavige overeenkomst voorziet.
Het in het vorige lid bepaald aantal voltijdse equivalenten met een master in de psychologie mag – conform het sociaal akkoord van 4 februari 2011 tussen de werkgevers- en werknemersorganisaties van de gezondheidssector en de federale regering is gesloten – uitsluitend worden aangewend voor de creatie van nieuwe banen in de revalidatievoorziening: dit personeel moet derhalve worden toegevoegd aan de bestaande personeelsformatie van onderhavige overeenkomst.
§2. Voor de berekening van de loonkost van die psycholoog wordt uitgegaan van de loonschaal 1/80 van het paritair comité 330.
§3. De revalidatievoorziening kan de bijkomende tewerkstellingsuren hetzij aan één afdeling van haar keuze toekennen, hetzij die uren over de verschillende afdelingen verdelen.
§4. Dit artikel brengt geen aanpassing met zich mee van de facturatiecapaciteit van de afdeling.
§5. De sancties die deze overeenkomst voorziet in het geval dat de voorziene personeelsformatie niet permanent wordt ingevuld, zijn eveneens van toepassing op het bijkomend personeel waarin dit artikel voorziet.
Artikel 27. §1. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe haar personeel ten minste te bezoldigen volgens de principes die aan de basis hebben gelegen van de berekening van de personeelskosten van de revalidatievoorziening, berekening die zich in bijlage I t.e.m. III bij deze overeenkomst bevindt. Deze berekening is, zoals aangeduid in voornoemde bijlage, voor de meeste personeelsleden gebaseerd op de loonschalen van het paritair comité 330 en voor enkele personeelsleden - bij gebrek aan geschikte loonschalen van het paritair comité 330 - gebaseerd op de barema's van de federale overheidsdiensten of op het barema van adviserend arts bij de verzekeringsinstellingen.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe bepaalde voordelen die in het raam van nieuwe C.A.O.'s, gesloten binnen het paritair comité 330, aan het personeel zouden toegekend worden en waarvan de kosten ten gevolge van een beslissing van de minister in de verpleeg- en revalidatiedagprijs zouden opgenomen worden, eveneens toe te kennen aan zijn personeel.
Alhoewel deze overeenkomst, zoals vermeld in artikel 26 §1, niet voorziet in de financiering van de vrijstelling van arbeidsrevalidatieverstrekkingen in het kader van de eindeloopbaanproblematiek - waarvoor een financieringsmechanisme buiten deze overeenkomst is voorzien - verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe de bepalingen van de C.A.O. 's terzake ook toe te passen voor zijn personeel. Het niet respecteren van die bepalingen kan dus net als het niet naleven van de andere bezoldigingsregels van deze overeenkomst worden beschouwd als een inbreuk op deze overeenkomst.
§2. Indien een in het personeelskader van de revalidatievoorziening voorziene functie contractueel wordt vervuld door een zelfstandige, verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe voor de revalidatieverstrekkingen van deze zelfstandige een honorarium uit te betalen dat minstens gelijk is aan de totale loonkost in geval van tewerkstelling op basis van het werknemersstatuut. De totale loonkost in geval van tewerkstelling op basis van het werknemersstatuut omvat, naast de bruto bezoldiging onder meer de toeslag voor onregelmatige uren, het vakantiegeld, alle premies en de patronale R.S.Z.-bijdragen.
De revalidatievoorziening zal voor iedere functie die contractueel vervuld wordt door een zelfstandige, onmiddellijk een kopie van het tussen de revalidatievoorziening en de betrokken zelfstandige gesloten
contract bezorgen aan het agentschap.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe ieder (loontrekkend of zelfstandig) personeelslid schriftelijk te informeren over de verplichtingen met betrekking tot zijn bezoldiging zoals die voortvloeien uit artikel 27 van deze overeenkomst.
De revalidatievoorziening bewaart de stukken waaruit blijkt dat het personeel ingelicht is over die verplichtingen en houdt ze ter beschikking van het agentschap.
De revalidatievoorziening machtigt het agentschap om ieder personeelslid dat erom vraagt, de gegevens met betrekking tot zijn bezoldiging die voortvloeien uit voormelde verplichtingen, mede te delen.
§4. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe jaarlijks, ten laatste op 31 maart, aan het Fonds voor de uitbetaling van een vakbondspremie, het in de verpleeg- en revalidatiedagprijs verrekend vast bedrag (momenteel 0,05 euro) over te maken voor iedere verpleeg- en revalidatiedag en voor iedere 3 uren- of 6 uren- nazorgweek die het voorbije kalenderjaar door de verzekeringsinstellingen uitbetaald werd.
Voor de toepassing van deze paragraaf dient rekening gehouden te worden met de mathematische waarde van iedere vergoedbare revalidatieprestatie, zoals die blijkt uit de bepalingen van artikel 11 §1 en van artikel 12 §5.
Artikel 28. Het aandeel van de personeelskosten in de in artikel 11 vastgestelde verpleeg- en revalidatiedagprijs, die krachtens deze overeenkomst voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komt, zal aan de realiteit aangepast worden, indien de werkelijke personeelsuitgaven, ten gevolge van de evolutie van de anciënniteit van het werkelijk tewerkgestelde personeel, 1 % hoger zouden komen te liggen dan de personeelskost die begrepen is in die prijs. Desgevallend is artikel 193 van het besluit van toepassing.
Hoofdstuk X. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 29. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe alle nuttige maatregelen te nemen op het vlak van de brandveiligheid van alle gebouwen die door de revalidatievoorziening worden aangewend voor haar werking; voor ieder van die gebouwen zal de revalidatievoorziening daartoe bestendig contact houden met een bevoegde brandweerdienst en onmiddellijk de door deze laatste opgelegde maatregelen en werken uitvoeren.
Artikel 30. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de revalidatie te organiseren zoals voorzien in het revalidatieproject (dd. 5 juni 2007) dat werd goedgekeurd door het College van geneesheren- directeurs van het RIZIV. Aanpassingen aan dit revalidatie-project zijn alleen mogelijk via de procedure tot wijzigingen van een revalidatieovereenkomst, zoals beschreven in de artikels 159 tot en met 173 van het Besluit van de Vlaamse Regering.
Artikel 31. Om de kwaliteit van de revalidatie te waarborgen, verbindt de revalidatievoorziening zich er toe ieder personeelslid te informeren over al de bepalingen van deze overeenkomst die voor hem van belang zijn om zijn taak in de revalidatievoorziening te kunnen vervullen conform de bepalingen van de overeenkomst.
Ook verbindt de revalidatievoorziening zich er toe aan ieder personeelslid een exemplaar te bezorgen van het in artikel 30 vermelde revalidatieproject van de revalidatievoorziening en het personeelslid op de in artikel 30 vermelde draagwijdte van die tekst te wijzen. De revalidatievoorziening bewaart de in dit verband door het personeel ondertekende ontvangstbewijzen en houdt ze ter beschikking van het
agentschap.
Artikel 32. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de verzekeringsinstellingen, het agentschap en de Zorgkassencommissie al de informatie te bezorgen die gevraagd wordt in het kader van de controle op de therapeutische en financiële naleving van de overeenkomst of met het oog op het algemeen beheer van de revalidatieovereenkomsten. De revalidatievoorziening verbindt zich tevens ertoe alle afgevaardigden van de Zorgkassencommissie, de expertencommissie en het agentschap toe te laten de bezoeken af te leggen die zij hiertoe nuttig achten.
Artikel 33. Onverminderd de bepalingen van artikel 2 §6, verbindt de Raad van Bestuur zich ertoe - om redenen van transparantie - jaarlijks, ten laatste op 30 juni, aan het agentschap een overzicht te bezorgen van de in het voorbije kalenderjaar door de Raad van Bestuur ontwikkelde activiteiten die eveneens verslaafden of ex-verslaafden beogen maar die niet door de gesloten revalidatieovereenkomst worden gedekt, alsook van de financiële middelen (bedrag; bron van de inkomsten; activiteiten waarvoor de financiering bedoeld is) en het personeel waarover ze buiten het personeelskader waarin deze revalidatieovereenkomst voorziet, beschikt. In dit overzicht moeten ook de activiteiten worden opgenomen die op dezelfde sites plaatsvinden als de sites waar de revalidatieactiviteiten worden gerealiseerd die door de gesloten revalidatieovereenkomst worden gedekt, zelfs als die activiteiten niet onder de naam van de revalidatievoorziening of de Raad van Bestuur zouden plaatsvinden en geen verslaafden of ex-verslaafden beogen en als de werkgever van sommige aldaar tewerkgestelde personeelsleden niet de revalidatievoorziening of de Raad van Bestuur is.
Met betrekking tot het personeel dat instaat voor de activiteiten buiten het kader van deze overeenkomst, dienen in dat overzicht de volgende gegevens te worden vermeld:
- de naam en voornaam;
het aantal werkuren per week;
- de periode tijdens welke ieder personeelslid gedurende het betrokken kalenderjaar werd tewerkgesteld;
- de werkgever van ieder personeelslid;
- de activiteiten waarin deze personeelsleden waren ingeschakeld;
- de plaats van tewerkstelling.
Hoofdstuk XI. BIJZONDERE FINANCIERINGSMODALITEITEN
Artikel 34. §1. De structurele subsidie, ter compensatie van de loonkost van het personeel voor outreaching, wordt met ingang van 01.01.2019 geïntegreerd in de basisforfaitprijs. De in artikel 11, §1 vermelde prijs van de verpleeg- en revalidatiedag wordt, conform de berekening vermeld in bijlage III, daardoor verhoogd met X.
Hoofdstuk XII. OVERGANGSBEPALINGEN
Artikel 35. Deze overeenkomst wordt op therapeutisch vlak beschouwd als een normale verderzetting van de revalidatieprogramma’s, zoals bepaald in de overeenkomst ondertekend op 25 juli 2007 tussen het beheerscomité van de dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering en DE V.Z.W. PROVINCIALAAT DER BROEDERS VAN LIEFDE UIT GENT, M.B.T. HET RESIDENTIEEL KORTDUREND JONGERENPROGRAMMA VAN DE SLEUTEL
Voor elke zorggebruiker die een beslissing tot goedkeuring voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in het kader van het in het eerste lid vermelde overeenkomst heeft bekomen, mag
de revalidatievoorziening het begonnen revalidatieprogramma verder zetten tot het einde van de periode waarvoor een beslissing tot goedkeuring werd bekomen.
Bij een eventueel nieuwe aanvraag vanaf 1 januari 2019 tot verlenging van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen en waarvoor de 1ste dag waarop revalidatieverstrekkingen in het kader van de verlenging worden verricht na 1 januari 2019 valt moeten de zorggebruikers beantwoorden aan de voorwaarden zoals bepaald in deze overeenkomst en moet de procedure zoals bepaald in artikel 15 van deze overeenkomst worden doorlopen.
Bij een eventueel nieuwe aanvraag vanaf 1 januari 2019 tot verlenging van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen en waarvoor de 1ste dag waarop revalidatieverstrekkingen in het kader van de verlenging worden verricht vóór 1 januari 2019 valt moeten de zorggebruikers beantwoorden aan de voorwaarden zoals die geldig waren vóór het in werking treden van deze overeenkomst en moet de procedure zoals die geldig was vóór het in werking treden van deze overeenkomst worden doorlopen.
Hoofdstuk XIII. GELDIGHEIDSTERMIJN VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 36. §1. Deze overeenkomst, opgemaakt in twee exemplaren en behoorlijk ondertekend door beide partijen, treedt in werking op 1 januari 2019.
Deze overeenkomst geldt voor onbepaalde duur.
Het beëindigen van deze overeenkomst verloopt hetzij conform de procedure zoals bepaald in artikel 182 tot en met 189 van het besluit in het geval de minister de overeenkomst wil beëindigen, hetzij conform de procedure zoals bepaald in artikel 174 tot en met 181 van het besluit, in het geval de revalidatievoorziening de overeenkomst wil beëindigen.
§2. De bijlagen bij deze overeenkomst maken een integrerend deel ervan uit, binnen de door de artikelen van de overeenkomst bepaalde grenzen. De artikelen van de overeenkomst primeren echter steeds op de bijlage.
Het betreft de volgende bijlagen:
- Bijlage I: Berekening van de (in artikel 11 §1 vermelde) prijs per verpleeg- en revalidatiedag. Deze bijlage vermeldt tevens in detail het personeelskader van de revalidatievoorziening waarover de revalidatievoorziening vanaf 1 januari 2019 kan beschikken. Het betreft de bijlage zoals overgenomen van de wijzigingsclausule d.d. 09.02.2016 bij de basisovereenkomst met het RIZIV d.d. 25.07.2007.
- Bijlage II: Aanpassing van de prijzen (capaciteit en algemene kosten) voor de revalidatieverstrekkingen. Het betreft de bijlage zoals overgenomen van de wijzigingsclausule d.d. 28.11.2017 bij de basisovereenkomst met het RIZIV d.d. 25.07.2007. Wat de personeelsomkadering betreft die de overeenkomst voorziet, blijven de gegevens die worden vermeld in de bijlage I geldig, behalve dat het volledige personeelskader, inclusief de VTE die voorheen gefinancierd werden in het kader van een bijkomende financiering door de Vlaamse overheid, vanaf 1 januari 2019 integraal worden opgenomen in de overeenkomst met de Vlaamse Gemeenschap.
- Bijlage III: Aanpassing van de prijzen voor de revalidatieverstrekkingen in de residentiële setting, ingevolge de integratie van de structurele subsidies vanaf 01.01.2019.
Hoofstuk XIV. REGISTRATIE TREATMENT DEMAND INDICATORS
Artikel 37. Sciensano en de revalidatievoorzieningen voor verslaafden die met de minister een overeenkomst hebben afgesloten, richten samen een longitudinale databank op binnen Sciensano. Deze databank bevat
bepaalde gegevens die systematisch en op uniforme wijze door de verschillende revalidatievoorzieningen geregistreerd worden met betrekking tot de door hen gerealiseerde revalidatieprogramma’s.
Sciensano analyseert de registratiegegevens van de databank en stelt in samenspraak met de revalidatievoorzieningen ten behoeve van de expertencommissie en het agentschap een jaarlijks rapport op van de resultaten van de gegevensanalyses.
Artikel 38. §1. De in §2 bedoelde gegevens worden geregistreerd voor elke zorggebruiker die in de revalidatievoorziening een revalidatieprogramma aanvat in een afdeling van de revalidatievoorziening waarvan de werking (al dan niet gedeeltelijk) gefinancierd wordt via deze overeenkomst. De gegevens worden geregistreerd voor alle zorggebruikers, ongeacht of zij rechthebbende zijn of niet.
§2. Per aangevat revalidatieprogramma zoals bedoeld in §1 wordt er een registratieregel of –record aangemaakt dat de volgende gegevens bevat:
- De scores op de verschillende Treatment Demand Indicators of TDI-variabelen1 bij aanvang van het revalidatieprogramma.
- De afstand tussen de verblijfplaats van de zorggebruiker (op het moment dat het revalidatieprogramma aanvangt) en het adres van de (antenne van de) revalidatievoorziening waar de zorggebruiker het revalidatieprogramma aanvat.
- De datum waarop het revalidatieprogramma effectief eindigt.
- Of de zorggebruiker een rechthebbende is, of niet.
§3. Op basis van de in §2 vermelde registratiegegevens moet het onder meer mogelijk zijn om inzicht te krijgen in:
1. De karakteristieken van de gerevalideerde zorggebruikers (algemene demografische kenmerken; aard, ernst en voorgeschiedenis van de verslavingsproblematiek; woonsituatie; arbeidssituatie, …) per type van revalidatie-afdeling waar het revalidatieprogramma verstrekt wordt2. Het moet ook mogelijk zijn om inzicht te krijgen in verschillen (variatie) tussen de revalidatievoorzieningen die over een zelfde type van revalidatie-afdeling beschikken, aangaande de hier bedoelde karakteristieken van hun zorggebruikers, zonder dat evenwel vermeld wordt op welke revalidatievoorziening bepaalde gegevens betrekking hebben.
2. De karakteristieken van de verstrekt revalidatieprogramma’s (type verwijzer, reële duur van het revalidatieprogramma, …) per type van revalidatie-afdeling waar het revalidatieprogramma verstrekt wordt. Het moet ook mogelijk zijn om inzicht te krijgen in verschillen (variatie) tussen de revalidatievoorzieningen die over een zelfde type van revalidatie-afdeling beschikken, aangaande de hier bedoelde karakteristieken van de revalidatieprogramma’s die er verstrekt worden, zonder dat evenwel vermeld wordt op welke revalidatievoorziening bepaalde gegevens betrekking hebben.
3. Indien zorggebruikers (achtereenvolgens) meerdere revalidatieprogramma’s volgen (al dan niet in verschillende types van revalidatie-afdelingen, in verschillende revalidatievoorzieningen of in verschillende jaren), de kenmerken / karakteristieken van de zorgpaden die ze, in voorkomend geval, over verschillende jaren doorlopen (de types van revalidatie-afdelingen waar ze achtereenvolgens behandeld worden, de effectieve duur van elke revalidatieprogramma, de tijd die verloopt tussen twee achtereenvolgende revalidatieprogramma’s, de verwijzende persoon of instantie voor elke revalidatieprogramma, …) en de
1 De Treatment Demand Indicators is een set van variabelen die door de European Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction (EMCDDA) zijn opgesteld om de populatie van problematische druggebruikers te beschrijven. Deze parameters dienen door alle lidstaten van de Europese Unie geregistreerd en overgemaakt te worden aan het EMCDDA. De TDI-parameters van het EMCDDA zijn geoperationaliseerd in een Belgisch TDI-protocol. De wijze waarop de gegevens geregistreerd worden in het kader van het in deze overeenkomst geregelde registratieproject verschilt op een aantal vlakken van het TDI-protocol. De belangrijkste verschillen worden gepreciseerd in deze overeenkomst. Onder meer dienen de revalidatievoorzieningen aan Sciensano alle afzonderlijke registratiegegevens van alle revalidatieprogramma’s over te maken en niet alleen de registratiegegevens van het laatste programma dat een zorggebruiker in een bepaald jaar heeft aangevat.
2 Met ‘type van revalidatie-afdeling’ wordt in deze overeenkomst bedoeld, de verschillende onderscheiden soorten residentiële en ambulante afdelingen waarvan de werking via de overeenkomst vergoed wordt: therapeutische gemeenschappen of andere residentiële afdelingen voor langdurige revalidatie voor verslaafden, crisisinterventiecentra, medisch-sociale opvangcentra, andere gespecialiseerde dagcentra voor verslaafden, …
evolutie die zorggebruikers doormaken doorheen het zorgpad op het vlak van de TDI-parameters als druggebruik, woonsituatie, arbeidssituatie, …, die volgens §2 gemeten worden bij aanvang van elk nieuw revalidatieprogramma. Het moet ook mogelijk zijn om inzicht te krijgen in eventuele verschillen tussen regio’s met betrekking tot de hierboven bedoelde kenmerken van de zorgpaden die zorggebruikers er doorlopen. Hierbij wordt minstens de situatie in de verschillende grootsteden (en hun omgeving) met elkaar vergeleken.
4. Per type van revalidatie-afdeling en per regio van het land: de verhouding van het aantal, in een bepaald type van revalidatie-afdeling, gerevalideerde verslaafden dat woonachtig is in een bepaalde regio ten opzichte van het totaal aantal inwoners van de regio in kwestie of, indien mogelijk, ten opzichte van het (op basis van andere gegevens geschatte) aantal verslaafden dat in die regio verblijft. Deze informatie moet onder meer toelaten om eventuele, lokale behandelingsnoden precies te kunnen vaststellen. Daarvoor mogen de afzonderlijk geanalyseerde regio’s niet te groot zijn.
Artikel 39. §1. In artikel 38 wordt slechts globaal vastgesteld welke gegevens de revalidatievoorzieningen dienen te registreren. Om de in dat artikel beschreven informatie te kunnen afleiden uit de gegevens kan het noodzakelijk zijn dat ook nog andere gegevens geregistreerd worden. Het komt Sciensano en de revalidatievoorzieningen toe om samen de nodige afspraken te maken over welke gegevens precies geregistreerd worden, hoe elk gegeven uniform door elke revalidatievoorziening gescoord of vastgesteld wordt, …, zodat de gegevens van de verschillende revalidatievoorzieningen vergelijkbaar zijn en geen bias vertonen. Deze afspraken worden door Sciensano vastgelegd in een registratieprotocol dat aan elke revalidatievoorziening bezorgd wordt.
De revalidatievoorzieningen maken alle in artikel 38 §2 bedoelde registratierecords afzonderlijk over aan Sciensano. Ze bezorgen dus niet uitsluitend het record dat betrekking heeft op het laatste revalidatieprogramma dat een bepaalde zorggebruiker in een bepaald jaar heeft aangevat én ze bezorgen ook geen tabellen waarin de registratiegegevens van verschillende records geaggregeerd of opgeteld zijn.
De in deze paragraaf bedoelde afspraken mogen niet strijdig zijn met de bepalingen van de reglementering inzake de bescherming van de privacy en de wet op de patiëntenrechten.
De anonimisering of codering van de registratiegegevens wordt uitgevoerd door het E-health platform.
§2. Indien Sciensano het agentschap via een aangetekende brief laat weten dat de revalidatievoorziening de voorziene gegevens niet op de overeengekomen manier registreert of verstrekt of niet binnen de afgesproken tijdslimieten bezorgt, kunnen de betalingen door de verzekeringsinstellingen van de revalidatieverstrekkingen die krachtens deze overeenkomst voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, van ambtswege opgeschort worden, op voorwaarde dat de revalidatievoorziening de kans heeft gehad om de redenen voor het niet naleven van deze bepalingen toe te lichten, en dit tot dat de revalidatievoorziening zijn verplichtingen naleeft.
Artikel 40. §1. Te beginnen vanaf het jaar 2019 (jaar x) wordt er jaarlijks vóór het einde van het jaar aan de expertencommissie en het agentschap een rapport, bedoeld in artikel 37, bezorgd dat opgesteld is in het Nederlands. Het agentschap deelt mee in hoeveel exemplaren het rapport bezorgd moet worden.
§2. De in §1 bedoelde rapporten bevatten in principe de in artikel 38 §3 vermelde informatie-elementen. Elk van die informatie-elementen dient niet noodzakelijk telkens, maar wel regelmatig aan bod te komen in de in
§1 bedoelde rapporten.
De informatie die in artikel 38 §3, 1), 2) en 4) omschreven wordt, is in principe gebaseerd op de gegevens die de revalidatievoorzieningen geregistreerd hebben over de revalidatieprogramma’s die in het jaar voordien (jaar x-1) zijn aangevat of verdergezet.
De informatie over de in artikel 38 §3, 3) bedoelde zorgpaden is in principe gebaseerd op de gegevens over de zorggebruikers die sinds de oprichting van de in artikel 39 bedoelde databank verschillende revalidatieprogramma’s hebben aangevat en die ook in het jaar x-1 een nieuw revalidatieprogramma hebben
aangevat.
Behalve de in artikel 38 §3 vermelde informatie-elementen kunnen in de jaarrapporten ook andere gegevens opgenomen worden die relevant zijn voor het beleid inzake revalidatie van verslaafden.
De expertencommissie of het agentschap kunnen vragen om ook andere gegevens te registreren of op te nemen in het rapport.
§3. Het dient in principe mogelijk te zijn om vast te stellen welk deel van de gegevens van de jaarrapporten betrekking heeft op verzekerde rechthebbenden en welk deel betrekking heeft op andere zorggebruikers.
Artikel 41. De in artikel 12 §1 bepaalde prijs van de verpleeg- en revalidatiedag werd verhoogd teneinde financieel tegemoet te komen in het TDI – registratieproject.
De in het eerste lid vermelde prijs waarmee het revalidatieforfait werd verhoogd, is volledig indexeerbaar en is gekoppeld aan het spilindexcijfer 103,04 (juni 2017, basis 2013). Dit bedrag wordt aangepast overeenkomstig de bepalingen van artikel 192 van het besluit.
Artikel 42. De financiële middelen die voor het registratieproject zijn uitgetrokken voor de revalidatie- revalidatievoorzieningen voor verslaafden enerzijds en anderzijds Sciensano, worden zowel door de revalidatie-revalidatievoorzieningen als door Sciensano exclusief aan dit project besteed. Deze middelen dekken alle onkosten die verbonden zijn aan de realisatie van het project.
Iedere externe financiële bijdrage aan het registratieproject moet worden bekendgemaakt in het in artikel 39 bedoelde rapport.
Opgemaakt te Brussel op 31 mei 2019 in 2 originele exemplaren. Elke partij verklaart een ondertekend exemplaar te hebben ontvangen.
De voorzitter van de Raad van Bestuur van de revalidatievoorziening | De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin |
Xx Xxxxxxxxxx | |
Een lid van de Raad van Bestuur van de revalidatievoorziening | |
Overeenkomst De Sleutel RKJ 7.73.034.56