Ondertekening
Ondertekening
Provincie Overijssel Waterschap Drents Overijsselse Delta
W.H. Xxxx X. Xxxxxx
Waterschap Vechtstromen Waterschap Rijn en IJssel
B.H.M. Aarnink P. Schrijver
LTO-Noord
2018-084
X. Xxxxxx
Co-financiering overhevelingsgelden binnen het
Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) en het aanbrengen van DAW-projecten
7 februari 2018
Bestuursovereenkomst
Overijssel – waterschappen – LTO-Noord
Cofinanciering overhevelingsgelden binnen het Plattelandsontwikkelings- programma (POP3) en het aanbrengen van DAW-projecten
ringen water uit pijler 1-gelden, met een minimum
3. Partijen stemmen de communicatie vooraf onder-
Overwegende dat:
1. Provincie en waterschappen de taak hebben de doelen van de Kaderrichtlijn Water in de regionale wateren en de grondwaterlichamen te realiseren.
2. LTO-Nederland middels het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer de doelen van de Kaderrichtlijn Water wil behalen en de agrarische watervoorziening klimaatbestendig wil maken.
3. Het Rijk (kamerstukken TK 28 625 nummers 168 en 189) heeft besloten om middelen vanuit pijler 1 van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid in te zetten voor de internationale doelen Kaderrichtlijn
Water, Nitraatrichtlijn en klimaatadaptatie. Hiervoor is geen nationale cofinanciering noodzakelijk.
4. De gezamenlijke waterschappen landelijk cofinan- ciering hebben toegezegd voor de watergerelateer- de maatregelen, zoals aangeboden in de brief van de Unie van Waterschappen op 28 februari 2013 aan de staatsecretaris van EZ. De staatssecretaris van EZ heeft dit aanbod op 26 april 2013 geaccep- teerd. De afspraken zijn uitgewerkt in het bestuur- lijk overleg Unie van Waterschappen, IPO, EZ op 22 januari 2014. De bijdrage van de waterschappen
is voor Overijssel en Gelderland bevestigd met de brief van de dijkgraven aan de Gedeputeerde Sta- ten van Overijssel en Gelderland op 11 april 2013.
5. De bestuursovereenkomst voor de uitvoering van de Zoetwatervoorziening Oost Nederland is afge- sloten in december 2015, mede ondertekend door provincie Overijssel, LTO-Noord en de waterschap- pen met werkgebied in Overijssel.
6. Partijen van mening zijn dat een integrale uitvoe- ring van de Kaderrichtlijn water , Nitraatrichtlijn en klimaatadaptatie (middels de Zoetwatervoor- ziening Oost-Nederland ZON) synergievoordelen oplevert. Partijen willen zich daarom inzetten om de beschikbare gelden zoveel mogelijk gebundeld in te zetten. Dit is conform de vaststelling van de realisatiestrategie ZON door het RBO Rijn-Oost op 15 december 2016.
Sluiten een samenwerkingsovereenkomst betreffende
Artikel 1. Doel van de Bestuursovereenkomst
1. Dat waterschappen en provincie afspreken om de overhevelingsgelden binnen POP3 (gelden afkom- stig uit pijler 1 van het gemeenschappelijk land- bouwbeleid) te voorzien van een even grote som regionale middelen;
2. Dat deze regionale middelen samenhangend aangewend worden voor de internationale doelen Kaderrichtlijn Water (KRW), Nitraatrichtlijn en
klimaatadaptatie (de laatste via de Zoetwatervoor- ziening Oost-Nederland);
3. Dat LTO-Noord en de waterschappen Drents Over- ijsselse Delta en Vechtstromen per waterschapsge- bied één of meer projecten formuleren conform de doelen van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer van LTO en de internationale doelen zoals benoemd in lid 2 van dit artikel. Dat waterschap Rijn en IJssel projecten met deze doelen in haar werkgebied ondersteunt;
4. Dat partijen in deze overeenkomst afspraken ma- ken over de rapportage van deze middelen richting het Rijk.
Artikel 2. Financiën
1. Provincie en waterschappen stellen gezamenlijk een bedrag van € 9.570.000,- aan cofinanciering voor de overhevelingsgelden POP3 beschikbaar voor de periode 2017-2021.
a. De provincie Overijssel stelt € 1.000.000,- beschikbaar voor landbouwprojecten op het gebied van internationale doelen water (KRW en klimaatadaptatie).
b. De waterschappen Drents Overijsselse Delta, Vechtstromen en Rijn en IJssel stellen gezamenlijk
€ 8.570.000,- beschikbaar. Hiervan besteden de drie waterschappen € 7.570.000,- aan niet-pro- ductieve investeringen water (internationale doelen KRW en klimaatadaptatie) en stellen ze
€ 1.000.000,- beschikbaar voor landbouwpro- jecten op het gebied van internationale doelen water (KRW en klimaatadaptatie).
2. De provincie Overijssel en de waterschappen Drents Overijsselse Delta, Vechtstromen en Rijn en IJssel hebben geen overeenstemming kunnen bereiken over de meebetaling van de waterschappen aan
de uitvoeringskosten van de pijler 1 gelden met bestemming niet-productieve investeringen. Voor nu is de oplossing dat de waterschappen
€ 800.000,- extra bijdragen aan de regionale regeling met bestemming Deltaplan Agrarisch Waterbeheer, na beschikking van de gereserveerde POP3 middelen voor niet productieve investeringen water. De provincie Overijssel zal de uitvoeringskos- ten op zich nemen.
3. De verdeling van het in lid 1 en 2 door de wa- terschappen beschikbaar gestelde bedrag voor landbouwprojecten op het gebied van internatio- nale doelen water, zijnde € 1.800.000,-, over de waterschappen Vechtstromen, Drents Overijsselse Delta en Rijn en IJssel is naar verhouding van de toegekende subsidie voor niet-productieve investe-
van € 50.000,-.
Artikel 3. Provinciale regeling
1. Provincie Overijssel stelt samen met de drie water- schappen de tekst voor een provinciale subsidiere- geling op om de bedragen voor landbouwprojecten op het gebied van landbouwprojecten voor inter- nationale doelen water (KRW en klimaatadaptatie) ter beschikking te stellen. Dit betreft een totaalbe- drag van € 2.800.000,- (zie artikel 2.1 en 2.2).
2. De provincie stelt de subsidieregeling vast na in- stemming van de waterschappen.
3. De provincie zet de provinciale subsidieregeling open en neemt het besluit over de subsidieaanvra- gen. De waterschappen conformeren zich aan de subsidietoekenning van de provincie.
4. De aanvrager declareert de subsidie volgens de provinciale regels bij de provincie. De provincie factureert het door de waterschappen te betalen bedrag bij de waterschappen. De verdeling tussen provincie en waterschappen volgt de financiële verdeelsleutel van 1,0 (provincie) staat op 1,8 (wa- terschappen).
Artikel 4. Verantwoording
1. Het Rijk wil een verantwoording hebben of de middelen aan de internationale doelen Kaderricht- lijn Water, Nitraatrichtlijn of klimaatadaptatie zijn besteed.
2. De provincie verantwoordt de besteding van de bijdragen van de provincie en de waterschappen op het gebied van landbouwprojecten voor inter- nationale doelen water (KRW en klimaatadaptatie) aan het Rijk.
3. De waterschappen verantwoorden de cofinancie- ring van niet-productieve investeringen water (in- ternationale doelen KRW en klimaatadaptatie) naar het Rijk. De hoogte van de cofinanciering is gelijk aan de toegekende POP3 subsidie niet-productieve investeringen water uit de overgehevelde pijler 1 middelen (zie artikel 3 lid 1 sub b.).
4. Provincie en waterschappen informeren elkaar mi- nimaal jaarlijks over de projecten en bestedingen.
Artikel 5. Communicatie en publiciteit
1. De provincie draagt zorg voor de communicatie op provinciaal niveau over de openstelling van provin- ciale regelingen.
2. De waterschappen dragen zorg voor de commu- nicatie over projecten op grond van de regionale regelingen binnen het eigen beheergebied en voor zover vallend binnen de provincie Overijssel.
ling af.
Artikel 6. Bezwaar en beroep
Voor de provinciale regeling zoals afgesproken in artikel 3.
1. draagt de provincie zorg voor tijdige en proce- dureel correcte behandeling van bezwaar- en beroepsprocedures;
2. zal de provincie advies aan het betrokken water- schap vragen bij de inhoudelijke behandeling van bezwaar- en beroepsprocedures;
3. verplichten de waterschappen zich er toe gevraag- de adviezen tijdig af te geven en de provincie waar nodig bij te staan in bezwaar- en beroepsprocedu- res.
Artikel 7
Indien blijkt dat afspraken uit deze Bestuursover- eenkomst niet uitvoerbaar of onbillijk zijn, dient onverwijld overleg tussen partijen te worden belegd, teneinde deze Bestuursovereenkomst zodanig te wijzigen, dat deze geen onuitvoerbare of onbillijke bepalingen meer bevat.
Artikel 8
Een partij die meent dat er een geschil bestaat over de uitvoering van deze Bestuursovereenkomst, deelt dat schriftelijk binnen twee weken aan de andere partij of partijen mee. De mededeling bevat een aan- duiding van het geschil.
Artikel 9
Binnen twee weken na de in artikel 8 bedoelde schriftelijke mededeling overleggen partijen over een oplossing voor het geschil en trachten zij via minne- lijke weg tot overeenstemming te komen met, indien partijen dit gezamenlijk wensen, de inschakeling van een mediator. De kosten voor een mediator worden gezamenlijk door partijen gedragen.
Artikel 10
Deze Bestuursovereenkomst kan alleen schriftelijk met instemming van alle partijen worden gewijzigd of opgezegd doch slechts nadat overeenstemming is be- reikt over de gevolgen van de wijziging of opzegging.
Artikel 11
Deze Bestuursovereenkomst treedt in werking op de dag volgend op die waarop deze door alle partijen is ondertekend en eindigt zodra volledige uitvoering is gegeven aan de in deze Bestuursovereenkomst gemaakte afspraken.