ARBITRAGEREGLEMENT NHV INHOUDSOPGAVE:
ARBITRAGEREGLEMENT NHV INHOUDSOPGAVE:
Artikel 1: Toepassingsgebied
Artikel 2: Overeenkomst tot arbitrage Artikel 3: Afwijking van het reglement
Hoofdstuk II: De Arbitragecommissie Artikel 4: Samenstelling en benoeming Artikel 5: Einde van het lidmaatschap Artikel 6: Ontheffing
Artikel 7: Wraking
Artikel 8: Vervulling van een opengevallen plaats Artikel 9: Taken voorzitter
Artikel 10: Secretariaat
Hoofdstuk III: Opdracht
Artikel 11: Geschil beslecht door Arbitragecommissie Artikel 12: Beroep op onbevoegdheid
Artikel 13: Einde van de opdracht
Artikel 14: Beëindiging van de opdracht bij trage uitvoering
Artikel 15: Overlijden en beëindiging van het NHV-lidmaatschap van een partij
Hoofdstuk IV: Procedure
Afdeling 1: Algemene bepalingen
Artikel 16: Gelijkheid van partijen
Artikel 17: Persoonlijke verschijning, vertegenwoordiging en bijstand Artikel 18: Meer partijen
Artikel 19: Aantal exemplaren verweerschrift, verdere schriftelijke toelichtingen, bescheiden, verzoeken en mededelingen
Artikel 20: Taal
Artikel 21: Openbaarheid Artikel 22: Plaats van arbitrage
Afdeling 2: Schriftelijke behandeling
Artikel 23: Verzoekschrift
Artikel 24: Toezending verzoekschrift aan de verweerder Artikel 25: Verweerschrift
Artikel 26: Verdere schriftelijke toelichtingen Artikel 27: Overleggen van verdere bescheiden Afdeling 3: Mondelinge behandeling
Artikel 28: Mondelinge behandeling Artikel 29: Verdere zittingen
Artikel 30: Persoonlijke verschijning van partijen
Afdeling 4: Nadere toelichting van de vordering of het verweer
Artikel 31: Nadere toelichting van de vordering of het verweer
Hoofdstuk V: Bewijs
Vastgesteld 4 juni 2016
Afdeling 1: Algemene bepaling
Artikel 32: Bewijs in het algemeen
Afdeling 2: Enige bepalingen betreffende schriftelijk bewijs
Artikel 33: Overleggen bescheiden Artikel 34: Inlichtingen van het NHV Afdeling 3: Getuigen
Artikel 35: Getuigen
Artikel 36: Getuigenverhoor op daartoe aangewezen zitting Artikel 37: Getuigenverhoor op andere zittingen
Artikel 38: Verplichtingen van getuigen Artikel 39: Weigerachtige getuigen
Artikel 40: Getuigenverhoor onder ede en verslag Artikel 41: Wijze van getuigenverhoor
Afdeling 4: Deskundigen
Artikel 42: Deskundigen aangezocht door partijen
Artikel 43: Deskundigen benoemd door de Arbitragecommissie Artikel 44: Medewerking partijen
Artikel 45: Schriftelijk advies
Artikel 46: Horen van partijdeskundigen bij verhoor van deskundigen of mondeling advies Artikel 47: Verhoor van deskundigen
Hoofdstuk VI:Intrekking, vermindering, wijziging en vermeerdering van de vordering, tegenvordering, voeging en tussenkomst, vrijwaring en samenvoeging
Afdeling 1: Intrekking, vermindering, wijziging of vermeerdering van de vordering, voeging en tussenkomst, vrijwaring
Artikel 48: Intrekking van de vordering
Artikel 49: Vermindering, wijziging of vermeerdering van de vordering Artikel 50: Tegenvordering
Artikel 51: Voeging en tussenkomst Artikel 52: Vrijwaring
Afdeling 2: Samenvoeging
Artikel 53: Samenvoeging van gedingen Artikel 54: Procedure bij samenvoeging
Artikel 55: Vervanging van de algemeen voorzitter bij samenvoeging Artikel 56: Gedingen uitgesloten van samenvoeging
Hoofdstuk VII: Voorlopige voorzieningen Artikel 57: Voorlopige voorzieningen
Hoofdstuk VIII: Spoedgeding Artikel 58: Spoedgeding
Artikel 59: Procedure in spoedgeding Artikel 60: Procedure bij afwijzing
Hoofdstuk IX: Vonnis
Afdeling 1: Algemene bepalingen
Artikel 61: Xxxxxxxxx als goede mannen naar billijkheid Artikel 62: Dwangsom
Artikel 63: Eindvonnis en tussenvonnis
Artikel 64: Verbindende kracht van xxxxxx
Afdeling 2: Tijdstip vonnis
Artikel 65: Tijdstip vonnis
Artikel 66: Beëindiging geding bij niet toelichten vordering Artikel 67: Xxxxxx bij niet voeren verweer
Afdeling 3: Vorm en inhoud Artikel 68: Vorm en inhoud Artikel 69: Ondertekening
Artikel 70: Nederlegging ter griffie
Afdeling 4: Herstel en verbetering en aanvulling
Artikel 71: Herstel en verbetering Artikel 72: Aanvullend vonnis Afdeling 5: Vergelijk van partijen Artikel 73: Vergelijk van partijen
Afdeling 6: Publicatie en het verstrekken van kopieën
Artikel 74: Publicatie en het verstrekken van kopieën
Hoofdstuk X: Kosten
Artikel 75: Kosten van de arbitrage Artikel 76: Waarborgsom
Artikel 77: Betaling kosten getuigen, deskundigen en tolken Artikel 78: Kostenveroordeling
Hoofdstuk XI: Slot- en overgangsbepalingen Artikel 79: Geheimhouding
Artikel 80: Aansprakelijkheid Artikel 81: Onvoorziene gevallen Artikel 82: Inwerkingtreding
Hoofdstuk I - Algemene bepalingen
Artikel 1 - Toepassingsgebied
1. Met uitsluiting van de burgerlijke rechter, zijn aan arbitrage op de voet van dit reglement onderworpen alle geschillen, indien en voor zover deze samenhangen met de handbalsport, een en ander in de ruimste zin des woords, tussen:
a. leden van het NHV onderling;
b. leden van het NHV en personen, wier lidmaatschap van het NHV is geëindigd, indien en voor zover het geschil is ontstaan uit een rechtsbetrekking tussen de partijen die bestond voordat dat lidmaatschap eindigde;
c. leden van het NHV en derden, indien de partijen op enig moment zijn overeengekomen het geschil te onderwerpen aan arbitrage op de voet van dit reglement;
d. leden van het NHV en omniverenigingen, indien de handbalafdeling van een omnivereniging bij het geschil is betrokken.
2. Partijen genoemd in het eerste lid van dit artikel kunnen aan arbitrage op de voet van dit reglement ook onderwerpen:
a. de enkele vaststelling van de hoedanigheid of van de toestand van zaken;
b. de enkele bepaling van de hoogte van een schadevergoeding of van een verschuldigde geldsom;
c. de aanvulling of wijziging van de rechtsbetrekking waaruit het geschil tussen partijen is ontstaan.
3. In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid van dit artikel kunnen aan arbitrage op de voet van dit reglement niet worden onderworpen:
a. geschillen genoemd in artikel 6a, derde lid, van de Statuten;
b. geschillen betreffende de betaling van contributies, donaties en dergelijke financiële bijdragen, die natuurlijke personen genoemd in artikel 4, eerste lid, onder b a, van de Statuten verschuldigd zijn aan rechtspersonen genoemd in dat artikel, eerste lid, onder a.
4. Een geschil wordt geacht aanwezig te zijn indien een der betrokken partijen verklaart dat dit het geval is.
Artikel 2 - Overeenkomst tot arbitrage
1. Onder de overeenkomst tot arbitrage genoemd in artikel 1, eerste lid, onder c, van dit reglement wordt mede begrepen een arbitraal beding dat is opgenomen in de partijen bindende Statuten of reglementen.
2. De overeenkomst tot arbitrage genoemd in artikel 1, eerste lid, onder c, van dit reglement wordt bewezen door een geschrift. Daarvoor is voldoende een geschrift dat voorziet in arbitrage op de voet van dit reglement of dat verwijst naar algemene voorwaarden die in arbitrage op de voet van dit reglement voorzien en dat door of namens de wederpartij uitdrukkelijk of stilzwijgend is aanvaard.
Artikel 3 - Afwijking van het reglement
Behoudens het bepaalde in artikel 16, vierde lid, kan van de bepalingen van dit reglement niet bij overeenkomst, daaronder begrepen de overeenkomst tot arbitrage als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c, van dit reglement, worden afgeweken.
Hoofdstuk II – De Arbitragecommissie
Artikel 4 - Samenstelling en benoeming
1. Het geschil, zowel juridische als feitelijke, zal ter beslissing worden onderworpen aan minimaal drie arbiters, bestaande uit leden van de Tuchtcommissie en/of Commissie van Beroep.
2. De arbiters zullen door de algemeen voorzitter van de Tuchtcommissie en algemeen voorzitter van de Commissie van Beroep worden benoemd. De arbiters dienen de benoeming schriftelijk te aanvaarden. Bij de benoeming van een arbiter wordt het volgende in acht genomen: de arbiter behoort onpartijdig en onafhankelijk te zijn, behoort de procederende partijen niet persoonlijk te kennen, behoort geen zakelijke banden met één van deze partijen te hebben die dusdanig van belang zijn dat zij de partijdigheid beïnvloeden. Bovendien behoort de arbiter geen persoonlijk en geen zakelijk belang te hebben bij de uitkomst van de arbitrage. De benoeming van de arbiters dient te geschieden binnen twee weken nadat de zaak aanhangig is gemaakt bij de ambtelijk secretaris Xxxxxxxxxx van de Tuchtcommissie en Commissie van Beroep.
3. De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van het college van arbiters worden door de leden uit hun midden benoemd.
4. Bij ontstentenis of afwezigheid van de voorzitter neemt de plaatsvervangend voorzitter diens taken waar en oefent hij diens bevoegdheden uit. Bij ontstentenis van de plaatsvervangend voorzitter neemt de oudste in leeftijd van de leden de taken van de voorzitter waar en oefent hij diens bevoegdheden uit.
5. Het bepaalde in, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing ingeval de voorzitter dan wel de plaatsvervangend voorzitter verzoekt dat zijn taken worden waargenomen.
6. Indien beide bij het geschil betrokken partijen daarom voor de mondelinge behandeling schriftelijk verzoeken, kan de voorzitter bepalen dat in afwijking van het eerste lid van dit artikel de Arbitragecommissie bestaat uit één arbiter.
Artikel 5 - Einde van het lidmaatschap
Het lidmaatschap van de Arbitragecommissie, en daarmee de aan de arbiter verstrekte opdracht, eindigt slechts:
a. met ingang van het moment dat de opdracht van de Arbitragecommissie eindigt, een en ander onverminderd het bepaalde in de artikelen 6 en 7 van dit reglement;
b. door ontheffing overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 6 en 7 van dit reglement.
Artikel 6 - Ontheffing
1. De algemeen voorzitter van de Commissie van Beroep ontheft een arbiter van zijn opdracht:
a. op diens verzoek;
b. indien de arbiter ophoudt lid van het NHV te zijn;
c. indien de arbiter ophoudt lid van de Tuchtcommissie of Commissie van Beroep te zijn;
d. op verzoek van de partijen bij de arbitrage;
e. indien de arbiter naar het oordeel van de algemeen voorzitter van de Commissie van Beroep rechtens of feitelijk niet meer in staat is, zijn opdracht te vervullen, ambtshalve of op verzoek van een der partijen bij de arbitrage.
2. Een verzoek genoemd in het eerste lid, onder d of e, wordt schriftelijk ingediend bij de ambtelijk secretaris. De ambtelijk secretaris zendt terstond een exemplaar van het verzoek aan de arbiter, de Arbitragecommissie en, in geval van een verzoek genoemd in het eerste lid, onder e, van dit artikel aan de andere partij.
3. De ambtelijk secretaris doet van de ontheffing terstond schriftelijk mededeling aan de arbiter, de Arbitragecommissie en de partijen.
4. In geval de voorzitter van zijn opdracht moet worden ontheven, treedt voor de toepassing van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel de eerste plaatsvervangend voorzitter in diens plaats. In dat geval benoemt de algemeen voorzitter van de Commissie van Beroep een nieuwe arbiter, genoemd in artikel 15, eerste lid, van dit reglement.
Artikel 7 - Wraking
1. Een partij kan een arbiter wraken, indien gerechtvaardigde twijfel bestaat aan diens onpartijdigheid of onafhankelijkheid.
2. Een als arbiter aangezocht lid van het college van arbiters dat het vermoeden heeft dat hij zou kunnen worden gewraakt, doet daarvan terstond mededeling aan de voorzitter, onder vermelding van de vermoedelijke reden voor wraking. De mededeling wordt schriftelijk ingediend bij de ambtelijk secretaris. Het hiervoor in dit lid bepaalde is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van een reeds benoemde arbiter die de hiervoor genoemde mededeling niet reeds heeft gedaan. Xxxxxxx een reeds benoemde arbiter de mededeling doet, zendt de ambtelijk secretaris xxxxxxxx een kopie daarvan aan de Arbitragecommissie en de partijen.
3. De partij die een arbiter wraakt, doet daarvan schriftelijk mededeling aan de algemeen voorzitter van de Commissie van Beroep, onder vermelding van de reden voor wraking. De ambtelijk secretaris xxxxx xxxxxxxx een exemplaar van de mededeling aan de arbiter, de Arbitragecommissie en de andere partij.
4. Indien de gewraakte arbiter niet binnen twee weken respectievelijk zes weken ingeval hij buiten Nederland woont of verblijft, na de dag waarop de mededeling genoemd in het derde lid van dit artikel is ingediend, de algemeen voorzitter van de Commissie van Beroep verzoekt om hem van zijn opdracht te ontheffen, waarover partijen schriftelijk zullen worden geïnformeerd, kan de wrakende partij zich binnen vier weken na het doen van de mededeling genoemd in het derde lid van dit artikel op de voet van het bepaalde in de wet wenden tot de voorzieningenrechter van de rechtbank met het verzoek over de gegrondheid van de wraking te beslissen. Indien de gewraakte arbiter of een der partijen buiten Nederland woont of verblijft, is de hiervoor in dit lid genoemde termijn voor de wrakende partij om zich te wenden tot de voorzieningenrechter acht weken. De partij die het verzoek indient bij de voorzieningenrechter, zendt terstond kopieën van het verzoek aan de ambtelijk secretaris. De ambtelijk secretaris zendt terstond een kopie aan de arbiter, de Arbitragecommissie en de andere partij.
5. Trekt de gewraakte arbiter zich terug of wordt diens wraking door de voorzieningenrechter van de rechtbank gegrond geoordeeld, dan wordt hij vervangen volgens de regels van het arbitragereglement. Indien een arbiter zich terugtrekt, houdt dat niet in een aanvaarding van de geldigheid van de redenen tot wraking.
6. De Arbitragecommissie kan het geding schorsen met ingang van de dag waarop het wrakingsverzoek is gedaan. Na afloop van de schorsing wordt het geding voortgezet in de stand waarin het zich bevindt, tenzij de Arbitragecommissie anders bepaalt. Eveneens zal de schorsing van het geding worden opgeheven, indien het verzoek tot wraking niet binnen vier weken respectievelijk acht weken in de gevallen als bepaald in het vierde lid van dit artikel door de wrakende partij is ingediend bij de voorzieningenrechter van de rechtbank. Alsdan vervalt het recht tot wraking en wordt het geding hervat in de stand waarin het zich bevindt.
Artikel 8 - Vervulling van een opengevallen plaats
1. Indien in de Arbitragecommissie een plaats openvalt, de algemeen voorzitter van de Commissie van Beroep ten spoedigste een nieuwe arbiter. Het bepaalde in artikel 4, tweede lid, van dit reglement is van toepassing.
2. Zolang in de opengevallen plaats geen nieuwe arbiter is benoemd, is het geding geschorst. Na afloop van de schorsing wordt het geding voortgezet in de stand waarin het zich bevindt, tenzij de Arbitragecommissie anders bepaalt.
Artikel 9 - Taken voorzitter
Onverminderd de taken die elders in dit reglement aan de voorzitter zijn opgedragen en de taken die naar de aard van zijn functie op hem rusten, heeft de voorzitter tot taak de werkzaamheden van de Arbitragecommissies, genoemd in artikel 11 van dit reglement, te coördineren en de eenheid van hun uitspraken te bevorderen.
Artikel 10 - Secretariaat
1. Het college van arbiters wordt ondersteund door de ambtelijk secretaris Xxxxxxxxxx van de Tuchtcommissie en Commissie van Beroep.
2. Het secretariaat van het college van arbiters is gevestigd op het bondsbureau te Oosterbeek.
Hoofdstuk III - Opdracht
Artikel 11 - Geschil beslecht door Arbitragecommissie
Een geschil dat aan arbitrage op de voet van dit reglement is onderworpen, wordt beslecht door een Arbitragecommissie, waaraan dat door algemeen voorzitter van de Tuchtcommissie en algemeen voorzitter van de Commissie van Beroep is opgedragen.
Artikel 12 - Beroep op onbevoegdheid
1. De verweerder die in het arbitraal geding is verschenen en die een beroep op de onbevoegdheid van de Arbitragecommissie wenst te doen, hetzij op grond dat het geschil geen geschil is genoemd in artikel 1, leden 1 en/of 2, van dit reglement dan wel dat het geschil een geschil is genoemd in artikel 1, derde lid, van dit reglement, hetzij op grond dat de Arbitragecommissie niet overeenkomstig het in dit reglement bepaalde is samengesteld, dient dit beroep te doen vóór alle weren. Dienovereenkomstig dient het beroep te worden gedaan uiterlijk in het verweerschrift dan wel, bij gebreke van een verweerschrift, voorafgaand aan het eerste mondelinge verweer.
2. Indien het beroep op de onbevoegdheid van de Arbitragecommissie niet met inachtneming van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel is gedaan, vervalt het recht om in het arbitraal geding of bij de rechter op de onbevoegdheid een beroep te doen.
3. Een beroep op haar onbevoegdheid wordt door de Arbitragecommissie beoordeeld.
4. De Arbitragecommissie kan zich ambtshalve onbevoegd verklaren.
Artikel 13 - Einde van de opdracht
De aan de Arbitragecommissie verstrekte opdracht eindigt door de neerlegging ter griffie van haar laatste eindvonnis, een en ander onverminderd het bepaalde in de artikelen 71 en 72 van dit reglement, en voorts op de wijzen bepaald in de artikelen 14 en 48 van dit reglement.
Artikel 14 - Beëindiging van de opdracht bij trage uitvoering
1. Indien de Arbitragecommissie, ondanks herhaalde aanmaning, haar opdracht, alle omstandigheden in aanmerking genomen, op onaanvaardbaar trage wijze uitvoert, kan de meest gerede partij zich op de voet van het bepaalde in de wet wenden tot de president van de rechtbank met het verzoek de opdracht van de Arbitragecommissie te beëindigen. De partij die het verzoek doet, xxxxx terstond kopieën van het verzoek aan de ambtelijk secretaris Xxxxxxxxxx. De ambtelijk secretaris Xxxxxxxxxx zendt terstond een kopie aan de Arbitragecommissie en de andere partij.
2. Indien de president van de rechtbank de opdracht van de Arbitragecommissie beëindigt, belast de voorzitter terstond een nieuwe Arbitragecommissie met de beslechting van het geschil. De nieuwe Arbitragecommissie bepaalt op welke wijze het geding wordt voortgezet, met dien verstande dat, tenzij de Arbitragecommissie met instemming van de partijen anders bepaalt, in ieder geval een zitting zal worden gehouden waarop de partijen in de gelegenheid worden gesteld hun standpunten mondeling toe te lichten. Het bepaalde in artikel 28, tweede lid, van dit reglement is van overeenkomstige toepassing.
3. Indien de voorzitter lid was van de Arbitragecommissie waarvan de opdracht is beëindigd, treedt voor de toepassing van het bepaalde in, tweede lid, de eerste plaatsvervangend voorzitter in diens plaats. In dat geval benoemt de eerste plaatsvervangend voorzitter ook de leden van de nieuwe Arbitragecommissie.
4. Partijen kunnen, in afwijking van het bepaalde in het tweede lid van dit artikel overeenkomen dat de bevoegdheid van de rechter herleeft indien, de president van de rechtbank de opdracht van de Arbitragecommissie beëindigt en de grond voor de bevoegdheid van de Arbitragecommissie een overeenkomst tot arbitrage, genoemd in artikel 1, eerste lid, onder c, van dit reglement was.
Artikel 15 - Overlijden en beëindiging van het NHV-lidmaatschap van een partij
1. De aan de Arbitragecommissie verstrekte opdracht eindigt niet door het overlijden van een partij en evenmin doordat een partij ophoudt lid van het NHV te zijn.
2. Indien een partij overlijdt, schorst de Arbitragecommissie het geding voor een door haar te bepalen termijn. De Arbitragecommissie kan deze termijn verlengen op verzoek van de rechtsopvolgers van de overleden partij en na de andere partij in de gelegenheid te hebben gesteld op dat verzoek te worden gehoord. De Arbitragecommissie kan de termijnen ook ambtshalve verlengen na de partijen in de gelegenheid te hebben gesteld te worden gehoord. Na afloop van de schorsing wordt het geding voortgezet in de stand waarin het zich bevindt.
3. Een verzoek genoemd in het tweede lid van dit artikel wordt schriftelijk ingediend bij de ambtelijk secretaris Xxxxxxxxxx van de Arbitragecommissie. De ambtelijk secretaris Xxxxxxxxxx zendt terstond een exemplaar van het verzoek aan de andere partij.
Hoofdstuk IV - Procedure
Afdeling 1 - Algemene bepalingen
Artikel 16 - Gelijkheid van partijen
De partijen bij de arbitrage worden op voet van gelijkheid behandeld. De Arbitragecommissie geeft elke partij de gelegenheid voor haar rechten op te komen en haar stellingen voor te dragen.
Artikel 17 - Persoonlijke verschijning, vertegenwoordiging en bijstand
1. Een rechtspersoon verschijnt in persoon voor de Arbitragecommissie door zich te doen vertegenwoordigen door een orgaan waarvan of één of meer personen van wie de Statuten van die rechtspersoon bepalen dat daaraan vertegenwoordigingsbevoegdheid toekomt.
2. Indien een partij niet in persoon voor de Arbitragecommissie verschijnt, kan zij zich doen vertegenwoordigen door een advocaat of een bijzonderlijk daartoe schriftelijk gevolmachtigde.
3. Een partij kan zich in het geding door personen van haar keuze doen bijstaan.
4. Indien een partij zich ter zitting doet vertegenwoordigen of bijstaan, doet zij hiervan zo spoedig mogelijk nadat de dag voor de zitting is vastgesteld schriftelijk mededeling aan de Arbitragecommissie en de andere partij. Indien het verzoekschrift, het verweerschrift of een verdere schriftelijke toelichting door een advocaat of een bijzonderlijk daartoe schriftelijk gevolmachtigde is ondertekend, wordt de mededeling geacht te zijn gedaan.
Artikel 18 - Meer partijen
Indien in een geding meer dan één eiser partij is, is ten aanzien van elke eiser het in dit reglement ten aanzien van de eiser bepaalde van toepassing. Indien in een geding meer dan één verweerder partij is, is ten aanzien van elke verweerder het in dit reglement ten aanzien van de verweerder bepaalde van toepassing. In elk van de hiervoor in dit lid genoemde gevallen is hetgeen in dit reglement ten aanzien van de "wederpartij" en de "andere partij" is bepaald van toepassing ten aanzien van alle wederpartijen respectievelijk andere partijen.
Artikel 19 - Aantal exemplaren verweerschrift, verdere schriftelijke toelichtingen, bescheiden, verzoeken en mededelingen
1. Het verzoekschrift, het verweerschrift, elke verdere schriftelijke toelichting en elk door een partij overgelegd bescheid, alsmede, elk krachtens dit reglement door een partij ingediend verzoek, elke door haar ingediende mededeling en door haar verzonden kopie, wordt ingediend in zeven exemplaren, tenzij dit reglement anders bepaalt.
2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel worden, indien er meer dan twee partijen zijn, de in dat lid genoemde stukken ingediend in zoveel exemplaren als er andere partijen zijn, vermeerderd met zes.
3. Het bepaalde in het eerste en tweede lid van dit artikel is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van een verzoek tot voeging of tussenkomst genoemd in artikel 51, eerste lid, van dit reglement.
Artikel 20 - Taal
1. Het verzoekschrift, het verweerschrift en de verdere schriftelijke toelichtingen dienen in de Nederlandse taal te zijn gesteld.
2. Ingeval een partij een bescheid overlegt, dat niet in de Nederlandse, Franse, Duitse, of Engelse taal is gesteld, dient zij daarvan tevens een vertaling in de Nederlandse taal over te leggen, welke voor eensluidend is verklaard door een in Nederland toegelaten beëdigde vertaler.
3. Indien de aanwezigheid van een tolk ten behoeve van een partij of een harerzijds opgeroepen getuige ter zitting naar haar oordeel noodzakelijk is, draagt zij zorg voor de aanwezigheid van een tolk. De betrokken partij doet in voorkomend geval tenminste drie dagen voor de zitting aan de ambtelijk secretaris Xxxxxxxxxx van de Arbitragecommissie schriftelijk mededeling van de naam en de woonplaats van de tolk alsmede van zijn kwalificaties als zodanig.
4. Indien overigens de Arbitragecommissie de aanwezigheid van een tolk ter zitting noodzakelijk acht danwel indien zij de op de voet van het vorig lid van dit artikel voorgestelde tolk niet voldoende gekwalificeerd acht, draagt de Arbitragecommissie zorg voor de aanwezigheid van een tolk.
Artikel 21 - Openbaarheid
1. De zittingen van de Arbitragecommissie zijn openbaar.
2. Op grond van gewichtige redenen kan de Arbitragecommissie bepalen dat een zitting geheel of gedeeltelijk besloten zal zijn.
Artikel 22 - Plaats van arbitrage
1. De plaats van arbitrage is daar waar het bondsbureau van het NHV is gevestigd.
2. De Arbitragecommissie kan zitting houden, beraadslagen, getuigen en deskundigen horen op elke plaats, in of buiten Nederland, die zij daartoe geschikt acht.
Afdeling 2 - Schriftelijke behandeling
Artikel 23 - Verzoekschrift
1. Een geschil wordt aanhangig gemaakt door indiening van een verzoekschrift bij de ambtelijk secretaris Xxxxxxxxxx.
2. Het geschil is aanhangig met ingang van de dag waarop het verzoekschrift door de ambtelijk secretaris Xxxxxxxxxx wordt ontvangen.
3. Het verzoekschrift vermeldt:
a. de naam, het adres en de woonplaats van de eiser;
b. de naam, het adres en de woonplaats van de verweerder;
c. een duidelijke omschrijving van het geschil;
d. een duidelijke omschrijving van de vordering;
e. de grond voor de bevoegdheid van een Arbitragecommissie in de zin van dit reglement om het geschil te beslechten.
4. Bij het verzoekschrift worden overgelegd alle bescheiden die voor de beoordeling van het geschil van belang zijn. Ingeval de grond voor de bevoegdheid van een Arbitragecommissie om het geschil te beslechten een overeenkomst tot arbitrage is, genoemd in artikel 1, eerste lid, onder c, van dit reglement, wordt tevens deze overeenkomst overgelegd.
5. Het verzoekschrift wordt per aangetekende brief aan de ambtelijk secretaris Xxxxxxxxxx toegezonden.
6. Indien ten aanzien van een door de ambtelijk secretaris Xxxxxxxxxx ontvangen verzoekschrift niet is voldaan aan het bepaalde in artikel 4, tweede lid, van dit reglement en/of het bepaalde in het derde en vierde lid van dit artikel, is het geschil desondanks aanhangig. Indien niet is voldaan aan het bepaalde in artikel 4, tweede lid, van dit reglement en/of het bepaalde in, derde lid, van dit artikel, stelt de ambtelijk secretaris Xxxxxxxxxx de eiser in de gelegenheid het begane verzuim binnen een daarvoor door de ambtelijk secretaris Xxxxxxxxxx gestelde termijn te herstellen. De benoeming van de leden van de Arbitragecommissie genoemd in artikel 4, tweede lid, van dit reglement en de toezending van een exemplaar van het verzoekschrift aan de verweerder genoemd in artikel 24 van dit reglement, kan worden opgeschort totdat het verzuim is hersteld, dan wel, indien dit eerder is, totdat de door de ambtelijk secretaris Xxxxxxxxxx gestelde termijn is verstreken.
Artikel 24 - Toezending verzoekschrift aan de verweerder
Terstond nadat de ambtelijk secretaris Xxxxxxxxxx het verzoekschrift heeft ontvangen, zendt hij een exemplaar daarvan aan de verweerder, onder mededeling van:
a. de dag waarop het verzoekschrift door hem is ontvangen; en
b. het bepaalde in artikel 25 van dit reglement.
Artikel 25 - Verweerschrift
1. De verweerder kan een verweerschrift indienen bij de ambtelijk secretaris Xxxxxxxxxx van de Arbitragecommissie.
2. Het verweerschrift is met redenen omkleed.
3. Het verweerschrift wordt ingediend binnen drie weken na de dag waarop het exemplaar van het verzoekschrift bedoeld in artikel 24 van dit reglement aan de verweerder is verzonden. De voorzitter kan de termijn op grond van bijzondere omstandigheden een of meerdere malen verlengen met een door hem te bepalen termijn.
4. Terstond nadat de ambtelijk secretaris Xxxxxxxxxx van de Arbitragecommissie het verweerschrift heeft ontvangen, zendt hij een exemplaar daarvan aan de andere partij.
Artikel 26 - Verdere schriftelijke toelichtingen
1. De Arbitragecommissie kan de partijen in elke stand van het geding in de gelegenheid stellen een verdere schriftelijke toelichting in te dienen.
2. Indien de Arbitragecommissie beslist dat de partijen een verdere schriftelijke toelichting kunnen indienen, doet de ambtelijk secretaris Xxxxxxxxxx van de Arbitragecommissie daarvan terstond schriftelijk mededeling aan de partijen.
3. Ten aanzien van de verdere schriftelijke toelichtingen is het bepaalde in artikel 25 van dit reglement van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat voor de partij die als eerste in de gelegenheid wordt gesteld een verdere schriftelijke toelichting in te dienen de termijn genoemd in, derde lid, van genoemd artikel aanvangt met ingang van de dag waarop de mededeling genoemd in, tweede lid, aan die partij is verzonden.
Artikel 27 - Overleggen van verdere bescheiden
1. De Arbitragecommissie kan de partijen in elke stand van het geding in de gelegenheid stellen verdere bescheiden over te leggen.
2. Ten aanzien van het overleggen van verdere bescheiden is het bepaalde in artikel 26, tweede en derde lid, van dit reglement van overeenkomstige toepassing.
3. Indien een partij verdere bescheiden overlegt, stelt de Arbitragecommissie de wederpartij in de gelegenheid haar standpunt ten aanzien van de verdere bescheiden uiteen te zetten. De voorzitter van de Arbitragecommissie bepaalt of dat mondeling ter zitting zal kunnen geschieden of dat de wederpartij daartoe een verdere schriftelijke toelichting zal kunnen indienen.
Afdeling 3 - Mondelinge behandeling
Artikel 28 - Mondelinge behandeling
1. Ten spoedigste na afloop van de termijn gesteld voor het indienen van het verweerschrift, dan wel, indien de partijen reeds onmiddellijk in de gelegenheid zijn gesteld verdere schriftelijke toelichtingen in te dienen of verdere bescheiden over te leggen, ten spoedigste na afloop van de daarvoor gestelde termijn, bepaalt de voorzitter van de
Arbitragecommissie waar en wanneer een zitting zal worden gehouden, waarop de partijen in de gelegenheid zullen worden gesteld hun standpunten mondeling toe te lichten.
2. De ambtelijk secretaris Xxxxxxxxxx van de Arbitragecommissie doet van de dag, het tijdstip en de plaats van de zitting uiterlijk acht dagen tevoren schriftelijk mededeling aan de partijen.
3. Met instemming van de partijen kan de Arbitragecommissie bepalen dat geen zitting genoemd in het eerste lid van dit artikel zal plaatsvinden.
Artikel 29 - Verdere zittingen
De Arbitragecommissie kan bepalen dat na de zitting bedoeld in artikel 28, eerste lid, van dit reglement een of meer verdere zittingen zullen worden gehouden. De voorzitter van de Arbitragecommissie bepaalt waar en wanneer de zittingen zullen worden gehouden. De secretaris van de Arbitragecommissie doet van de dag, het tijdstip en de plaats van de zitting uiterlijk acht dagen tevoren schriftelijk mededeling aan de partijen.
Artikel 30 - Persoonlijke verschijning van partijen
1. De Arbitragecommissie kan in elke stand van het geding de partijen bevelen persoonlijk ter zitting te verschijnen voor het geven van inlichtingen of teneinde een vergelijk te beproeven. De laatste twee volzinnen van artikel 29 van dit reglement zijn van overeenkomstige toepassing.
2. Indien een partij des bevolen niet ter zitting verschijnt dan wel, verschenen zijnde, weigert de verlangde inlichtingen te verstrekken, kan de Arbitragecommissie daaruit de gevolgtrekkingen maken, die zij juist acht.
Afdeling 4 - Nadere toelichting van de vordering of het verweer
Artikel 31 - Nadere toelichting van de vordering of het verweer
1. De Arbitragecommissie kan de eiser in elke stand van het geding bevelen zijn vordering binnen een daarvoor door de Arbitragecommissie gestelde termijn nader toe te lichten overeenkomstig een daartoe door de Arbitragecommissie gegeven bevel. De Arbitragecommissie kan voorts de verweerder in elke stand van het geding bevelen zijn verweer binnen een daarvoor door de Arbitragecommissie gestelde termijn nader toe te lichten overeenkomstig een daartoe door de Arbitragecommissie gegeven bevel.
2. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 66 en 67 van dit reglement kan de Arbitragecommissie, indien de eiser respectievelijk de verweerder des bevolen zijn vordering respectievelijk zijn verweer niet binnen de daarvoor door de Arbitragecommissie gestelde termijn nader toelicht overeenkomstig het door de Arbitragecommissie daartoe gegeven bevel, daaruit de gevolgtrekkingen maken, die zij juist acht.
Hoofdstuk V - Bewijs
Afdeling 1 - Algemene bepaling
Artikel 32 - Bewijs in het algemeen
De verdeling van de bewijslast, de toelaatbaarheid van bewijsmiddelen en de waardering van het bewijsmateriaal staan ter vrije beoordeling van de Arbitragecommissie.
Afdeling 2 - Enige bepalingen betreffende schriftelijk bewijs
Artikel 33 - Overleggen bescheiden
1. De Arbitragecommissie kan een partij in elke stand van het geding bevelen bepaalde bescheiden over te leggen.
2. Indien een partij des bevolen weigert bepaalde bescheiden over te leggen, kan de Arbitragecommissie daaruit de gevolgtrekkingen maken, die zij juist acht.
3. Indien een partij bepaalde bescheiden overlegt, stelt de Arbitragecommissie de wederpartij in de gelegenheid haar standpunt ten aanzien van die bescheiden uiteen te zetten. De voorzitter van de Arbitragecommissie bepaalt of dat mondeling ter zitting zal kunnen geschieden of dat de wederpartij daartoe een verdere schriftelijke toelichting zal kunnen indienen.
Artikel 34 - Inlichtingen van het NHV
1. De Arbitragecommissie kan het NHV en/of haar organen in elke stand van het geding schriftelijk verzoeken om haar alle inlichtingen te verstrekken die zij naar haar oordeel voor de beoordeling van het geschil behoeft. De ambtelijk secretaris Xxxxxxxxxx van de Arbitragecommissie zendt terstond een kopie van het verzoek aan de partijen.
2. De inlichtingen worden schriftelijk verstrekt. De ambtelijk secretaris Xxxxxxxxxx van de Arbitragecommissie zendt terstond een kopie van de inlichtingen aan de partijen.
3. De Arbitragecommissie stelt de partijen in de gelegenheid hun standpunt ten aanzien van de inlichtingen uiteen te zetten. De voorzitter van de Arbitragecommissie bepaalt of dat mondeling ter zitting zal kunnen geschieden of dat de partijen daartoe een nadere schriftelijke toelichting zullen kunnen indienen.
Afdeling 3 - Getuigen
Artikel 35 - Getuigen
1. De Arbitragecommissie kan in elke stand van het geding aan de partij die dit verzoekt toestaan getuigen te doen horen. De Arbitragecommissie kan voorts ambtshalve bevelen dat bepaalde getuigen zullen worden gehoord.
2. Xxxxxxx een partij getuigen doet horen, kan de wederpartij harerzijds over dezelfde onderwerpen getuigen doen horen.
3. Tenzij de Arbitragecommissie anders bepaalt, kan een partij ten hoogste vier getuigen doen horen.
Artikel 36 - Getuigenverhoor op daartoe aangewezen zitting
1. De voorzitter van de Arbitragecommissie bepaalt waar en wanneer de zitting zal worden gehouden, waarop het getuigenverhoor zal plaatsvinden. De ambtelijk secretaris Xxxxxxxxxx van de Arbitragecommissie doet van de dag, het tijdstip en de plaats van de zitting uiterlijk acht dagen tevoren schriftelijk mededeling aan de partijen.
2. Indien een partij getuigen doet horen, doet zij uiterlijk drie dagen vóór de dag van het getuigenverhoor aan de secretaris van de Arbitragecommissie en aan de andere partij schriftelijk mededeling van de naam, de woonplaats en de eventuele functies van elk der getuigen alsmede van de onderwerpen waarover elke getuige kan verklaren.
3. Indien ten aanzien van een bepaalde getuige niet is voldaan aan het bepaalde in het tweede lid van dit artikel kan de Arbitragecommissie desondanks toestaan dat de getuige wordt gehoord.
4. Elke partij draagt zelf zorg voor de oproeping van de getuigen die zij wenst te doen horen. De Arbitragecommissie bepaalt op welke wijze de getuigen worden opgeroepen van wie zij ambtshalve heeft bevolen dat zij zullen worden gehoord.
Artikel 37 - Getuigenverhoor op andere zittingen
Indien een zitting wordt gehouden zonder dat met inachtneming van het bepaalde in artikel 36, eerste lid, van dit reglement is bepaald dat daarop getuigenverhoor zal plaatsvinden, kan de Arbitragecommissie desondanks op die zitting een of meer getuigen horen. Het bepaalde in artikel 36, tweede en derde lid, van dit reglement is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 38 - Verplichtingen van getuigen
Xxxxx die zijn opgeroepen om te getuigen, zijn verplicht te verschijnen en een verklaring af te leggen. Zij zijn voorts verplicht desverlangd de eed of belofte af te leggen als bedoeld in artikel 40, eerste lid, van dit reglement en een verslag van hun verhoor te ondertekenen, als genoemd in, derde lid, van genoemd artikel.
Artikel 39 - Weigerachtige getuigen
1. Indien een getuige niet vrijwillig verschijnt, dan wel, verschenen zijnde, weigert om, desverlangd onder xxx, een verklaring af te leggen of om een verslag van zijn verhoor genoemd in artikel 40, derde lid, van dit reglement te ondertekenen, kan de Arbitragecommissie aan de partij die dit verzoekt toestaan om zich op de voet van het bepaalde in de wet binnen een door de Arbitragecommissie te bepalen termijn tot de president van de rechtbank te wenden met het verzoek een rechter-commissaris te benoemen voor wie het getuigenverhoor zal plaatsvinden.
2. De Arbitragecommissie kan het geding schorsen tot de ontvangst van het verslag van het verhoor door de rechter-commissaris. Na afloop van de schorsing wordt het geding voortgezet in de stand waarin het zich bevindt.
Artikel 40 - Getuigenverhoor onder ede en verslag
1. De Arbitragecommissie kan verlangen dat een getuige de eed of de belofte aflegt dat hij de waarheid en niets dan de waarheid zal zeggen.
2. Ook indien de getuige niet de eed of de belofte aflegt, is hij verplicht de waarheid en niets dan de waarheid te zeggen. De voorzitter van de Arbitragecommissie wijst de getuige vóór de aanvang van diens verhoor op deze verplichting.
3. De Arbitragecommissie kan bepalen dat van het getuigenverhoor een verslag wordt opgemaakt. Zij kan verlangen dat de getuige dit verslag ondertekent ten bewijze dat het verslag zijn verklaring juist weergeeft.
Artikel 41 - Wijze van getuigenverhoor
1. De getuigen worden door de voorzitter van de Arbitragecommissie ondervraagd.
2. Nadat de voorzitter een getuige heeft ondervraagd kunnen eerst de andere arbiters en vervolgens de partijen de getuige vragen stellen.
3. De Arbitragecommissie kan beletten dat een vraag van een partij wordt beantwoord, indien deze naar het oordeel van de Arbitragecommissie niet ter zake doet.
Afdeling 4 - Deskundigen
Artikel 42 - Deskundigen aangezocht door partijen
Indien een partij het advies van een of meer deskundigen heeft overgelegd, kan de Arbitragecommissie de partij die dit verzoekt toestaan om deze deskundigen te doen horen. De Arbitragecommissie kan ook ambtshalve bevelen dat de deskundigen zullen worden gehoord.
Artikel 43 - Deskundigen benoemd door de Arbitragecommissie
1. De Arbitragecommissie kan een of meer deskundigen benoemen tot het uitbrengen van een advies.
2. De benoeming geschiedt schriftelijk. De akte van benoeming vermeldt de aan de deskundigen verstrekte opdracht.
3. De secretaris van de Arbitragecommissie zendt terstond een kopie van de akte van benoeming aan de partijen.
Artikel 44 - Medewerking partijen
1. De Arbitragecommissie kan elke partij bevelen aan de deskundigen als bedoeld in artikel 43, eerste lid, van dit reglement de bescheiden over te leggen, de inlichtingen te geven en overigens alle medewerking te verlenen, die dezen voor het uitbrengen van hun advies behoeven.
2. Indien een partij weigert aan een bevel als bedoeld in het eerste lid van dit artikel gevolg te geven, kan de Arbitragecommissie daaruit de gevolgtrekkingen maken, die zij juist acht.
Artikel 45 - Schriftelijk advies
1. Indien de deskundigen genoemd in artikel 43, eerste lid, van dit reglement schriftelijk advies uitbrengen, zendt de secretaris van de Arbitragecommissie terstond een kopie daarvan aan de partijen.
2. De Arbitragecommissie stelt de partijen in de gelegenheid hun standpunten ten aanzien van het advies uiteen te zetten. De voorzitter van de Arbitragecommissie bepaalt of dat mondeling ter zitting zal kunnen geschieden of dat de partijen daartoe een verdere schriftelijke toelichting zullen kunnen indienen.
3. Indien een partij dit binnen een week na de dag waarop de kopie van het advies genoemd in het eerste lid van dit artikel aan die partij is verzonden, verzoekt, worden de deskundigen ter zitting gehoord. Het verzoek wordt schriftelijk ingediend bij de secretaris van de Arbitragecommissie. De Arbitragecommissie kan ook ambtshalve bevelen dat de deskundigen zullen worden gehoord.
Artikel 46 - Horen van partijdeskundigen bij verhoor van deskundigen of mondeling advies
Indien de deskundigen als bedoeld in artikel 43, eerste lid, van dit reglement ter zitting worden gehoord, dan wel ter zitting mondeling advies uitbrengen, worden op dezelfde of op een door de Arbitragecommissie te bepalen volgende zitting ook andere deskundigen gehoord, van wie een der partijen verzoekt dezen te horen.
Artikel 47 - Verhoor van deskundigen
Ten aanzien van het verhoor van deskundigen als bedoeld in de artikelen 42, 45, derde lid, en 46 van dit reglement zijn de artikelen 35, tweede en derde lid, 36, 37 en 41 van dit reglement van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk VI - Intrekking, vermindering, wijziging en vermeerdering van de vordering, tegenvordering, voeging en tussenkomst, vrijwaring en samenvoeging
Afdeling 1 - Intrekking, vermindering, wijziging of vermeerdering van de vordering, voeging en tussenkomst, vrijwaring
Artikel 48 - Intrekking van de vordering
1. Zolang geen verweerschrift is ingediend en geen zitting heeft plaatsgevonden kan de eiser zijn vordering intrekken. De intrekking geschiedt schriftelijk en wordt ingediend bij de secretaris van de Arbitragecommissie of, ingeval deze nog niet is benoemd, bij de secretaris.
2. Onverminderd het bepaalde in artikel 66, vierde lid, van dit reglement kan de eiser na het tijdstip genoemd in het eerste lid van dit artikel zijn vordering nog slechts intrekken, indien de verweerder daarin toestemt. Indien de intrekking niet mondeling ter zitting geschiedt, geschiedt zij schriftelijk en wordt zij ingediend bij de secretaris van de Arbitragecommissie. Ten aanzien van de toestemming van de verweerder is het in de vorige volzin bepaalde van overeenkomstige toepassing.
3. De secretaris van de Arbitragecommissie zendt terstond een schriftelijke bevestiging van de intrekking aan de partijen.
4. Door de intrekking eindigt de aan de Arbitragecommissie verstrekte opdracht.
Artikel 49 - Vermindering, wijziging of vermeerdering van de vordering
1. De eiser kan zijn vordering verminderen, wijzigen of vermeerderen.
2. De vermindering, wijziging of vermeerdering geschiedt uiterlijk bij aanvang van de laatste zitting dan wel, ingeval geen zitting heeft plaatsgevonden of de partijen na de laatste zitting nog in de gelegenheid zijn gesteld om verdere schriftelijke toelichtingen in de dienen, uiterlijk in de laatste verdere schriftelijke toelichting die door de eiser wordt ingediend.
3. Indien de vermindering, wijziging of vermeerdering niet mondeling ter zitting geschiedt, geschiedt zij schriftelijk en wordt zij ingediend bij de secretaris van de Arbitragecommissie. De secretaris xxxxx xxxxxxxx een exemplaar van de vermindering, wijziging of vermeerdering aan de andere partij.
4. De andere partij kan zich tegen een wijziging of vermeerdering van de vordering verzetten, indien zij daardoor in haar verdediging onredelijk wordt bemoeilijkt of het geding daardoor onredelijk wordt vertraagd. Indien het verzet niet mondeling ter zitting geschiedt, geschiedt het schriftelijk en wordt het ingediend bij de secretaris van de Arbitragecommissie. De secretaris xxxxx xxxxxxxx een exemplaar van het verzet aan de andere partij. De Arbitragecommissie beslist ten spoedigste over de gegrondheid van het verzet.
Artikel 50 - Tegenvordering
1. De verweerder kan in zijn verweerschrift tegen de eiser een tegenvordering aanhangig maken.
2. Indien de verweerder een tegenvordering aanhangig maakt, is op het verweerschrift het bepaalde in artikel 23, derde lid, van dit reglement van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de adressen en de woonplaatsen van de eiser en de verweerder niet behoeven te worden vermeld.
3. Indien de verweerder een tegenvordering aanhangig maakt is hij in zoverre eiser en de eiser in zoverre verweerder. Dienovereenkomstig is te hunner aanzien in zoverre het in dit reglement ten aanzien van de eiser respectievelijk de verweerder bepaalde van toepassing.
Artikel 51 - Voeging en tussenkomst
1. De Arbitragecommissie kan, op verzoek van een derde die enig belang heeft bij het arbitraal geding en na de partijen bij de arbitrage in de gelegenheid te hebben gesteld op dat verzoek te worden gehoord, die derde toestaan zich in het geding te voegen of daarin tussen te komen.
2. Een verzoek genoemd in het eerste lid van dit artikel wordt schriftelijk ingediend bij de secretaris van de Arbitragecommissie. De secretaris xxxxx xxxxxxxx een exemplaar van het verzoek aan de partijen bij de arbitrage.
3. Indien de grond voor de bevoegdheid van de Arbitragecommissie voortvloeit uit het bepaalde in artikel 1, eerste lid, onder a of b, van dit reglement en de derde geen lid van het NHV is en evenmin een persoon genoemd in artikel 1, eerste lid, onder b, van dit reglement, kan de Arbitragecommissie het verzoek slechts inwilligen, indien de derde met de partijen bij de arbitrage een schriftelijke overeenkomst tot arbitrage heeft gesloten, genoemd in artikel 1, eerste lid, onder c, van dit reglement. Indien de grond voor de bevoegdheid van de Arbitragecommissie een overeenkomst tot arbitrage is, genoemd in artikel 1, eerste lid, onder c, van dit reglement, kan de Arbitragecommissie het verzoek slechts inwilligen, indien de derde bij schriftelijke overeenkomst met de partijen bij de arbitrage tot die overeenkomst is toegetreden.
4. De secretaris van de Arbitragecommissie doet van de beslissing op het verzoek terstond schriftelijk mededeling aan de partijen en de derde.
5. De Arbitragecommissie kan het geding schorsen totdat op het verzoek is beslist. Indien het verzoek wordt afgewezen, wordt het geding na afloop van de schorsing voortgezet in de stand waarin het zich bevindt. Indien het verzoek wordt ingewilligd, bepaalt de Arbitragecommissie op welke wijze het geding wordt voortgezet.
Artikel 52 - Vrijwaring
1. De Arbitragecommissie kan, na de andere partij in de gelegenheid te hebben gesteld op dat verzoek te worden gehoord, de partij die dat verzoekt toestaan een derde in vrijwaring op te roepen.
2. Het verzoek wordt schriftelijk ingediend bij de secretaris van de Arbitragecommissie. Ten aanzien van het verzoek is het bepaalde in artikel 51, tweede lid, laatste volzin, en het derde en vijfde lid, van dit reglement van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat in, tweede lid, van genoemd artikel voor “partijen” wordt gelezen “de andere partij” en dat de mededeling genoemd in, vierde lid, van genoemd artikel niet aan de derde behoeft te worden gedaan.
Afdeling 2 - Samenvoeging
Artikel 53 - Samenvoeging van gedingen
1. Indien bij een Arbitragecommissie een geding aanhangig is, waarvan het onderwerp samenhangt met dat van een geding dat bij dezelfde of een andere Arbitragecommissie
aanhangig is, kan de algemeen voorzitter, op verzoek van een der partijen bij de arbitrages en na de betrokken Arbitragecommissies en de andere partijen bij de arbitrages in de gelegenheid te hebben gesteld op dat verzoek te worden gehoord, de gedingen geheel of gedeeltelijk samenvoegen. De algemeen voorzitter kan, na de betrokken Arbitragecommissies en de partijen bij de arbitrages in de gelegenheid te hebben gesteld te worden gehoord, ook ambtshalve de gedingen geheel of gedeeltelijk samenvoegen.
2. Een verzoek genoemd in het eerste lid van dit artikel wordt schriftelijk ingediend bij de secretaris in zeven exemplaren dan wel, indien er in enige van de arbitrages meer dan twee partijen zijn, in zoveel exemplaren als er andere partijen bij de arbitrages zijn, vermeerderd met zes. De secretaris xxxxx xxxxxxxx een exemplaar van het verzoek aan de betrokken Arbitragecommissie en de andere partijen bij de arbitrages.
3. De secretaris doet van de beslissing van de algemeen voorzitter terstond schriftelijk mededeling aan de betrokken Arbitragecommissie en de partijen bij de arbitrage.
4. Indien een verzoek genoemd in het eerste lid van dit artikel is gedaan, kunnen de betrokken Arbitragecommissies de gedingen schorsen totdat op het verzoek is beslist. Indien het verzoek wordt afgewezen, worden de gedingen na afloop van de schorsing voortgezet in de stand waarin zij zich bevinden.
Artikel 54 - Procedure bij samenvoeging
1. Indien de algemeen voorzitter gedingen gedeeltelijk samenvoegt, bepaalt hij op welke geschillen de samenvoeging betrekking heeft.
2. Indien de algemeen voorzitter gedingen geheel of gedeeltelijk samenvoegt, wijst hij de Arbitragecommissie aan, waaraan hij de beslechting van de samengevoegde geschillen opdraagt. Deze Arbitragecommissie behoeft niet een der oorspronkelijke Arbitragecommissies te zijn. De Arbitragecommissie bepaalt op welke wijze het samengevoegde geding wordt voortgezet.
3. Indien de algemeen voorzitter gedingen gedeeltelijk samenvoegt, zijn de oorspronkelijke gedingen geschorst met ingang van de dag waarop de algemeen voorzitter zijn beslissing neemt. De secretaris van de Arbitragecommissie waaraan de beslechting van de samengevoegde geschillen is opgedragen, zendt zo spoedig mogelijk een door hem gewaarmerkte en ondertekende kopie van het eindvonnis van deze Arbitragecommissie aan de Arbitragecommissies waaraan oorspronkelijk de beslechting van de geschillen was opgedragen. Na de ontvangst van deze kopie worden de geschorste gedingen op door de betrokken Arbitragecommissies te bepalen wijze voortgezet, waarbij met inachtneming van het in het samengevoegde geding gewezen vonnis wordt beslist.
Artikel 55 - Vervanging van de algemeen voorzitter bij samenvoeging
Indien de algemeen voorzitter lid is van een der Arbitragecommissies waaraan oorspronkelijk de beslechting van de geschillen is opgedragen, treedt de plaatsvervangend algemeen voorzitter voor de toepassing van het bepaalde in de artikelen 53 en 54 van dit reglement in diens plaats.
Artikel 56 - Gedingen uitgesloten van samenvoeging
Een geding dat aanhangig is bij een Arbitragecommissie in de zin van dit reglement, kan niet op de voet van het bepaalde in de wet worden samengevoegd met een arbitraal geding dat aanhangig is bij een scheidsgerecht dat niet een Arbitragecommissie in de zin van dit reglement is.
Hoofdstuk VII - Voorlopige voorzieningen
Artikel 57 - Voorlopige voorzieningen
1. Ieder der partijen kan in iedere stand van het geding de Arbitragecommissie verzoeken een voorlopige voorziening te treffen. Het verzoek moet samenhangen met de hoofdzaak.
2. Een verzoek genoemd in het eerste lid van dit artikel wordt schriftelijk ingediend bij de secretaris van de Arbitragecommissie. De secretaris xxxxx xxxxxxxx een exemplaar van het verzoek aan de andere partij en stelt die in de gelegenheid binnen een door de voorzitter van de Arbitragecommissie bepaalde termijn haar standpunt kenbaar te maken.
3. Een voorlopige beslissing of maatregel verliest haar kracht uiterlijk op het moment dat de Arbitragecommissie haar laatste eindvonnis wijst, dan wel, indien dit eerder is, uiterlijk op het moment dat de opdracht van de Arbitragecommissie eindigt.
4. Een voorlopige beslissing of maatregel genoemd in het eerste lid van dit artikel bindt de Arbitragecommissie niet ten aanzien van haar eindbeslissing omtrent het geschil.
Hoofdstuk VIII - Spoedgeding Artikel 58 - Spoedgeding
1. In spoedeisende gevallen kan de algemeen voorzitter, op verzoek van de eiser, bepalen dat een geschil in een spoedgeding zal worden beslecht.
2. Een verzoek genoemd in het eerste lid van dit artikel wordt hetzij vermeld in het verzoekschrift hetzij afzonderlijk schriftelijk ingediend bij de secretaris. Indien het verzoek afzonderlijk wordt ingediend, geschiedt de indiening gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift en zendt de secretaris gelijktijdig met de verzending van het exemplaar van het verzoekschrift genoemd in artikel 24 van dit reglement een exemplaar van het verzoek aan de verweerder.
3. De algemeen voorzitter beslist onverwijld op het verzoek.
4. De secretaris doet van de beslissing op het verzoek terstond schriftelijk mededeling aan de Arbitragecommissie en de partijen.
Artikel 59 - Procedure in spoedgeding
1. Indien een verzoek genoemd in artikel 58, eerste lid, van dit reglement wordt ingewilligd, bepaalt de voorzitter van de Arbitragecommissie onverwijld waar en wanneer een zitting zal worden gehouden, waarop de partijen in de gelegenheid zullen worden gesteld hun standpunten mondeling toe te lichten.
2. De secretaris van de Arbitragecommissie doet van de dag, het tijdstip en de plaats van de zitting zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling aan de partijen.
3. De verweerder kan binnen de door de voorzitter van de Arbitragecommissie gestelde termijn bij de secretaris van de Arbitragecommissie een verweerschrift indienen. Het bepaalde in artikel 35, tweede en vierde lid, van dit reglement is van toepassing. Indien de verweerder niet binnen de door de voorzitter van de Arbitragecommissie gestelde termijn een met redenen omkleed verweerschrift indient, behoudt hij desondanks het recht om ter zitting verweer te voeren en is artikel 67 van dit reglement niet van toepassing.
Artikel 60 - Procedure bij afwijzing
Indien een verzoek genoemd in artikel 58, eerste lid, van dit reglement wordt afgewezen, wordt het geding op de gewone wijze gevoerd. In dat geval vangt de termijn voor het indienen van het verweerschrift genoemd in artikel 25, derde lid, van dit reglement aan met ingang van de dag waarop de mededeling genoemd in artikel 58, vierde lid, van dit reglement aan de verweerder is verzonden.
Hoofdstuk IX - Vonnis
Afdeling 1 - Algemene bepalingen
Artikel 61 - Beslissen als goede mannen naar billijkheid
Met inachtneming van het bepaalde in de wet, beslist de Arbitragecommissie als goede mannen naar billijkheid en bij meerderheid van stemmen.
Artikel 62 - Dwangsom
De Arbitragecommissie kan een dwangsom opleggen in de gevallen waarin de rechter dat kan doen. Ten aanzien van de dwangsom is het bepaalde in de wet van overeenkomstige toepassing.
Artikel 63 - Eindvonnis en tussenvonnis
De Arbitragecommissie kan een geheel of gedeeltelijk eindvonnis of een tussenvonnis wijzen.
Artikel 64 - Verbindende kracht van xxxxxx
1. Een vonnis is verbindend voor de partijen met ingang van het moment dat het wordt gewezen.
2. Hoger beroep van een vonnis is niet mogelijk.
Afdeling 2 - Tijdstip vonnis
Artikel 65 - Tijdstip vonnis
De Arbitragecommissie is vrij te bepalen, wanneer vonnis zal worden gewezen.
Artikel 66 - Beëindiging geding bij niet toelichten vordering
1. Indien een duidelijke omschrijving van het geschil en/of een duidelijke omschrijving van de vordering genoemd in artikel 23, derde lid, onder c, en d, van dit reglement, in het verzoekschrift geheel of gedeeltelijk ontbreekt, en voorts de eiser, zonder daarvoor gegronde redenen aan te voeren, niet binnen een daarvoor door de Arbitragecommissie gestelde termijn een duidelijk omschreven vordering indient en zijn vordering naar behoren toelicht, kan de Arbitragecommissie bij vonnis een einde maken aan het geding.
2. Indien het verzoekschrift wel een duidelijke omschrijving van het geschil en een duidelijke omschrijving van de vordering vermeldt, maar de eiser, zonder daarvoor gegronde redenen aan te voeren, niet binnen de daarvoor door de Arbitragecommissie gestelde termijn zijn vordering nader toelicht overeenkomstig een daartoe door de Arbitragecommissie gegeven bevel, is het bepaalde in het eerste lid van dit artikel van overeenkomstige toepassing.
Artikel 67 - Vonnis bij niet voeren verweer
1. Indien de verweerder, zonder daarvoor gegronde redenen aan te voeren, niet binnen de daarvoor gestelde termijn een met redenen omkleed verweerschrift indient, kan de Arbitragecommissie aanstonds vonnis wijzen. Het hiervoor in dit lid bepaalde is van overeenkomstige toepassing, indien de verweerder wel tijdig een met redenen omkleed verweerschrift heeft ingediend, maar zonder daarvoor gegronde redenen aan te voeren, niet binnen een daarvoor door de Arbitragecommissie gestelde termijn zijn verweer nader toelicht overeenkomstig een daartoe door de Arbitragecommissie gegeven bevel.
2. Bij het vonnis genoemd in het eerste lid van dit artikel wordt de vordering toegewezen, tenzij deze aan de Arbitragecommissie onrechtmatig of ongegrond voorkomt.
3. De Arbitragecommissie kan, alvorens vonnis te wijzen, van de eiser het bewijs van een of meer van zijn stellingen verlangen.
Afdeling 3 - Vorm en inhoud
Artikel 68 - Vorm en inhoud
1. De Arbitragecommissie wijst schriftelijk vonnis.
2. Het vonnis wordt opgemaakt in vier exemplaren. Indien er meer dan twee partijen zijn, wordt het vonnis opgemaakt in zoveel exemplaren als er partijen zijn, vermeerderd met twee.
3. Het vonnis vermeldt:
a. de naam of namen en de woonplaats(en) van de arbiter(s);
b. de namen en de woonplaatsen van de partijen;
c. de grond voor de bevoegdheid van de Arbitragecommissie om het geschil te beslechten;
d. de gronden voor de beslissing;
e. de beslissing;
f. de vaststelling van en de veroordeling tot betaling van de kosten genoemd in artikel 78 van dit reglement;
g. de plaats van de uitspraak;
h. de datum van de uitspraak.
Ingeval de beslissing als hiervoor in dit lid onder e genoemd uitsluitend de vaststelling van de hoedanigheid of de toestand van zaken betreft, genoemd in artikel 1, tweede lid, onder a, van dit reglement, dan wel het vonnis uitsluitend een vergelijk van partijen vastlegt, genoemd in artikel 63 van dit reglement, behoeft het vonnis niet de gronden voor de beslissing te vermelden, als hiervoor in dit lid onder d genoemd. Ingeval het vonnis een gedeeltelijk eindvonnis dan wel een tussenvonnis is, behoeft het niet een beslissing omtrent de kosten te vermelden, als hiervoor in dit lid onder f genoemd.
Artikel 69 - Ondertekening
1. Het vonnis wordt door de arbiters ondertekend.
2. Indien een van de arbiters weigert het vonnis te ondertekenen wordt daarvan door de andere arbiters onder het door hen ondertekende vonnis melding gemaakt. Deze vermelding wordt door hen afzonderlijk ondertekend.
3. Indien een van de arbiters niet in staat is het vonnis te ondertekenen en niet verwacht kan worden dat het beletsel daartoe binnen korte tijd zal zijn opgeheven, is het bepaalde in het tweede lid van dit artikel van overeenkomstige toepassing.
Artikel 70 - Nederlegging ter griffie
1. Terstond nadat de secretaris de ondertekende exemplaren van het vonnis heeft ontvangen, zendt hij een exemplaar per aangetekende brief aan de partijen.
2. Ingeval het vonnis een geheel of gedeeltelijk eindvonnis is, draagt de ambtelijk secretaris Xxxxxxxxxx er zorg voor dat ten spoedigste nadat hij de ondertekende exemplaren van het vonnis heeft ontvangen, een exemplaar wordt neergelegd ter griffie.
3. Een exemplaar van het vonnis blijft gedurende tenminste tien jaren bij het secretariaat van het college van arbiters bewaard.
Afdeling 4 - Herstel en verbetering en aanvulling
Artikel 71 - Herstel en verbetering
1. Een partij kan de Arbitragecommissie verzoeken om een kennelijke reken- of schrijffout in het vonnis te herstellen of, indien in het vonnis de gegevens genoemd in artikel 68, derde lid, onder a, b, g en h, van dit reglement onjuist zijn vermeld of geheel of gedeeltelijk ontbreken, om die gegevens te verbeteren.
2. Een verzoek genoemd in het eerste lid van dit artikel wordt binnen dertig dagen na de dag waarop het vonnis ter griffie van de rechtbank is neergelegd, dan wel, indien het vonnis een tussenvonnis is, binnen dertig dagen na de dag waarop het vonnis is gewezen, schriftelijk ingediend bij de ambtelijk secretaris Xxxxxxxxxx van de Arbitragecommissie. De secretaris xxxxx xxxxxxxx een exemplaar van het verzoek aan de andere partij.
3. De Arbitragecommissie kan binnen dertig dagen na de dag waarop het vonnis ter griffie is neergelegd ook ambtshalve overgaan tot herstel of verbetering genoemd in het eerste lid van dit artikel.
4. Indien de Arbitragecommissie tot herstel of verbetering overgaat, wordt deze in een afzonderlijk stuk vermeld. Dit stuk wordt geacht deel uit te maken van het vonnis. Het stuk wordt opgemaakt in vier exemplaren dan wel, indien er meer dan twee partijen zijn, in zoveel exemplaren als er partijen zijn, vermeerderd met twee. Het stuk vermeldt:
a. de gegevens genoemd in artikel 68, derde lid, onder a en b, van dit reglement;
b. een verwijzing naar het vonnis waarop het herstel of de verbetering betrekking heeft;
c. het herstel of de verbetering; en
d. de datum van het herstel of de verbetering.
Het stuk wordt door de arbiters ondertekend. Ten aanzien van de ondertekening is het bepaalde in artikel 69, tweede en derde lid, van dit reglement van overeenkomstige toepassing. Ten aanzien van het stuk is voorts het bepaalde in artikel 70 van dit reglement van overeenkomstige toepassing.
5. Indien de Arbitragecommissie een verzoek genoemde in het eerste lid van dit artikel afwijst, doet de secretaris van de Arbitragecommissie daarvan terstond bij aangetekende brief mededeling aan de partijen.
Artikel 72 - Aanvullend vonnis
1. Indien de Arbitragecommissie heeft nagelaten te beslissen omtrent een of meer zaken die aan haar oordeel waren onderworpen, kan zij, op verzoek van een partij en na de andere partij in de gelegenheid te hebben gesteld op dat verzoek te worden gehoord, een aanvullend vonnis wijzen.
2. Een verzoek genoemd in het eerste lid van dit artikel wordt binnen dertig dagen na de dag waarop het vonnis ter griffie is neergelegd, schriftelijk ingediend bij de ambtelijk secretaris Xxxxxxxxxx van de Arbitragecommissie. De secretaris xxxxx xxxxxxxx een exemplaar van het verzoek aan de andere partij.
3. Op een aanvullend vonnis is het in dit reglement ten aanzien van vonnissen bepaalde van toepassing.
4. Indien de Arbitragecommissie een verzoek genoemd in het eerste lid van dit artikel afwijst, doet de secretaris van de Arbitragecommissie daarvan terstond bij aangetekende brief mededeling aan de partijen. De secretaris draagt er voorts zorg voor dat een door hem ondertekende kopie van de mededeling ten spoedigste wordt neergelegd ter griffie. Ten aanzien van de mededeling is het bepaalde in de laatste volzin van artikel 70, tweede lid, van dit reglement en het bepaalde in, derde lid, van genoemd artikel van overeenkomstige toepassing.
Afdeling 5 - Vergelijk van partijen
Artikel 73 - Vergelijk van partijen
1. Ingeval de partijen gedurende het geding tot een vergelijk komen, doen zij daarvan terstond mededeling aan de Arbitragecommissie. De mededeling wordt schriftelijk ingediend bij de secretaris van de Arbitragecommissie.
2. De partijen kunnen de Arbitragecommissie gezamenlijk verzoeken het vergelijk in een vonnis vast te leggen. Het verzoek wordt schriftelijk ingediend bij de secretaris van de Arbitragecommissie. Het vonnis wordt door de partijen mede ondertekend.
3. De Arbitragecommissie kan een verzoek genoemd in het tweede lid van dit artikel zonder opgave van redenen afwijzen.
Afdeling 6 - Publicatie en het verstrekken van kopieën
Artikel 74 - Publicatie en het verstrekken van kopieën
1. De secretaris publiceert van elk geheel of gedeeltelijk eindvonnis de volledige tekst op de website van het NHV, tenzij de algemeen voorzitter bepaalt dat publicatie in een bepaald geval achterwege dient te blijven dan wel dient te geschieden met weglating in het vonnis van de namen en woonplaatsen van de daarin genoemde personen alsmede van andere gegevens die omtrent die personen een aanwijzing bevatten.
2. De secretaris kan na overleg met de algemeen voorzitter de persoon die dit verzoekt tegen vergoeding van kosten een kopie van een niet op de website gepubliceerd vonnis verstrekken, zo nodig geanonimiseerd zoals aangegeven in het eerste lid van dit artikel van dit artikel.
Hoofdstuk X - Kosten
Artikel 75 - Kosten van de arbitrage
1. De kosten van de arbitrage zijn:
a. de kosten voor het NHV aan de arbitrage verbonden waaronder de kosten van het neerleggen ter griffie van de vonnissen van de Arbitragecommissie;
b. de kosten voor de getuigen, de deskundigen, genoemd in de artikelen 42 en 43, eerste lid, van dit reglement en de andere deskundigen genoemd in artikel 46 van dit reglement verbonden aan hun verhoor ter zitting;
c. de kosten van het uitbrengen van een advies door deskundigen genoemd in artikel 43, eerste lid, van dit reglement;
d. andere kosten die de arbitrage naar het oordeel van de Arbitragecommissie noodzakelijk heeft meegebracht.
2. De kosten, genoemd in het eerste lid, onder a, van dit artikel, bedragen niet meer dan een door het Bondsbestuur bij algemeen geldend besluit te bepalen bedrag. Voor zover de werkelijke kosten, die voor het NHV aan de arbitrage verbonden zijn geweest, dit bedrag overschrijden, worden zij gedragen door het NHV.*
3. Of en in hoeverre de kosten van rechtskundige bijstand van de partijen dienen te worden begrepen onder de andere kosten genoemd in het eerste lid, onder d, van dit artikel staat ter vrije beoordeling van de Arbitragecommissie.
Artikel 76 - Waarborgsom
1. De secretaris kan in elke stand van het geding bepalen dat de eiser binnen een door hem te bepalen termijn van tenminste één week aan het NHV een waarborgsom dient te betalen, waaruit, voor zover mogelijk, de kosten van de arbitrage zullen worden betaald. De ambtelijk secretaris Xxxxxxxxxx bepaalt het bedrag van de waarborgsom: hij kan dit bedrag in elke stand van het geding verhogen.
2. Indien de secretaris bepaalt dat de eiser een waarborgsom dient te betalen, doet hij daarvan terstond schriftelijk mededeling aan de eiser en, zo deze reeds is benoemd, de Arbitragecommissie, onder gelijktijdige mededeling van het bedrag van de waarborgsom en van de termijn waarbinnen de waarborgsom dient te worden betaald. Het hiervoor in dit lid bepaalde is van overeenkomstige toepassing, indien de ambtelijk secretaris Xxxxxxxxxx het bedrag van de waarborgsom verhoogt.
3. De benoeming van de leden van de Arbitragecommissie genoemd in artikel 4, tweede lid, van dit reglement en de toezending van een exemplaar van het verzoekschrift aan de verweerder, genoemd in artikel 24 van dit reglement, kan worden opgeschort totdat de waarborgsom is betaald.
4. Indien de eiser niet binnen de daarvoor gestelde termijn de waarborgsom of de verhoging daarvan betaalt, maant de secretaris hem aan om binnen een termijn van twee weken alsnog te betalen. Indien de eiser de waarborgsom vervolgens niet binnen twee weken alsnog betaalt, wordt hij geacht zijn vordering te hebben ingetrokken. De secretaris doet van de intrekking terstond schriftelijk mededeling aan de partijen en, zo deze reeds is benoemd, de Arbitragecommissie.
5. Indien de eiser wordt geacht zijn vordering te hebben ingetrokken, stelt de Arbitragecommissie, indien de andere partij dat verzoekt, het bedrag van de kosten van de arbitrage vast, die de eiser naar het oordeel van de Arbitragecommissie aan de andere partij dient te vergoeden. Een verzoek als hiervoor in dit lid genoemd wordt schriftelijk ingediend bij de secretaris van de Arbitragecommissie. De vaststelling door de Arbitragecommissie heeft de vorm van een bindend advies. De eiser is verplicht het door de Arbitragecommissie vastgestelde bedrag aan de andere partij te betalen.
6. Indien uit de waarborgsom de kosten van de arbitrage niet volledig kunnen worden betaald, bepaalt de secretaris welke van die kosten daaruit, al dan niet gedeeltelijk, zullen worden betaald. Het NHV is niet aansprakelijk voor de kosten of gedeelten daarvan die niet uit de waarborgsom kunnen worden betaald.
Artikel 77 - Betaling kosten getuigen, deskundigen en tolken
1. Indien een partij getuigen, deskundigen genoemd in artikel 42 van dit reglement of andere deskundigen genoemd in artikel 46 van dit reglement doet horen, is zij verplicht de voor deze getuigen en deskundigen aan hun verhoor ter zitting verbonden kosten genoemd in artikel 75, eerste lid, onder b, van dit reglement, aan hen te betalen onverminderd haar recht op vergoeding van deze kosten, indien de andere partij wordt veroordeeld tot betaling van de kosten van de arbitrage.
2. Indien de Arbitragecommissie ambtshalve bepaalt dat bepaalde getuigen of deskundigen zullen worden gehoord, kan zij bepalen dat de kosten voor deze getuigen en deskundigen verbonden aan hun verhoor ter zitting genoemd in artikel 75, eerste lid, onder b, van dit reglement, door een der partijen aan hen dienen te worden betaald, onverminderd het recht van deze partij op vergoeding van die kosten, indien de andere partij wordt veroordeeld tot betaling van de kosten van de arbitrage. Het hiervoor in dit lid bepaalde is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de kosten van het uitbrengen van een advies door deskundigen, genoemd in artikel 75, eerste lid, onder c, van dit reglement.
3. Ten aanzien van de kosten voor het optreden van tolken genoemd in het derde en vierde lid van artikel 20 van dit reglement is de regeling met betrekking tot de kosten van getuigen en deskundigen in de beide vorige leden overeenkomstig van toepassing.
Artikel 78 - Kostenveroordeling
1. De Arbitragecommissie stelt met inachtneming van artikel 75 van dit reglement de kosten van de arbitrage vast en maakt daarbij onderscheid tussen de kosten voor het NHV aan de arbitrage verbonden en de overige kosten, zogenoemd in het eerste lid, onder b, c en d, van genoemd artikel.
2. De Arbitragecommissie veroordeelt de partij die in het ongelijk is gesteld tot betaling van de kosten van de arbitrage. Indien elk der partijen gedeeltelijk in het ongelijk is gesteld, kan de Arbitragecommissie elk der partijen veroordelen tot betaling van een door de Arbitragecommissie te bepalen gedeelte van de kosten. De Arbitragecommissie kan ook op grond van bijzondere omstandigheden elk der partijen veroordelen tot betaling van een gedeelte van de kosten.
3. Indien de partij die wordt veroordeeld tot betaling van de kosten van de arbitrage een waarborgsom genoemd in artikel 76, eerste lid, van dit reglement heeft betaald, wordt zij slechts veroordeeld tot betaling van die kosten die niet uit de waarborgsom worden betaald. Xxxxxxx uit een waarborgsom kosten worden betaald, tot betaling waarvan de andere partij is veroordeeld, wordt deze partij veroordeeld om aan de partij die de waarborgsom heeft betaald, deze kosten te vergoeden.
4. Het bepaalde in dit artikel is van toepassing ongeacht of de partij, die in het gelijk is gesteld, heeft gevorderd dat de wederpartij in de kosten zal worden veroordeeld.
Hoofdstuk XI - Slot- en overgangsbepalingen Artikel 79 - Geheimhouding
De directie van het NHV, de leden van de Arbitragecommissies en de secretaris zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen uit hoofde van hun functie omtrent enig geschil dat aan arbitrage op de voet van dit reglement is onderworpen, ter kennis is gekomen.
Artikel 80 - Aansprakelijkheid
Het NHV, de leden van het Bondsbestuur, de stemgerechtigde leden van de Bondsvergadering, de directie van het NHV, de leden de Arbitragecommissie en de secretaris zijn niet aansprakelijk op grond van enig handelen of nalaten met betrekking tot een arbitrage op de voet van dit reglement.
Artikel 81 - Onvoorziene gevallen
In alle gevallen die een aanhangig geschil betreffen waarin dit reglement niet voorziet, treft de voorzitter van de betrokken Arbitragecommissie een voorziening. In alle andere gevallen waarin dit reglement niet voorziet, treft de algemeen voorzitter van de Commissie van Beroep een voorziening.
Artikel 82 - Inwerkingtreding
Dit reglement is niet van toepassing op geschillen die voor het moment dat dit reglement in werking treedt, aanhangig zijn gemaakt.
VOORBEELD ARBITRAGE-OVEREENKOMST
De ondergetekenden:
1. (naam lid) gevestigd/woonachtig te
………………………….(plaats) aan de (adres) ten deze
rechtsgeldig vertegenwoordigd door (naam), in de functie
van (functie contractant) hierna te noemen " partij 1";
en
2. (naam lid) gevestigd/woonachtig te
………………………….(plaats) aan de (adres) ten deze
rechtsgeldig vertegenwoordigd door (naam), in de functie
van (functie contractant) hierna te noemen " partij 2";
In aanmerking nemende dat:
- Partijen bevestigen dat zij een geschil vermeld in de bijlage aanhangig willen maken;
- partijen bevestigen dat zij ten aanzien van het geschil een vordering hebben;
- partijen afspraken hebben gemaakt over de wijze waarop zij het geschil wenst te behandelen;
- partijen de mondelinge afspraken schriftelijk wensen vast te leggen.
Verklaren het volgende te zijn overeengekomen:
Artikel 1
Het geschil, dat tussen de partijen is ontstaan, zowel juridische als feitelijke, zullen met uitsluiting van de gewone rechterlijke macht ter beslissing worden onderworpen aan minimaal 3 arbiters, bestaande uit leden van de Tuchtcommissie en/of Commissie van Beroep.
Artikel 2
Beiden partijen beschrijven gezamenlijk het geschil en hun vorderingen.
Artikel 3
De arbiters zullen door de algemeen voorzitter van de Tuchtcommissie en algemeen voorzitter van de Commissie van Beroep worden benoemd. De arbiters dienen de benoeming schriftelijk te aanvaarden. Bij de benoeming van een arbiter wordt het volgende in acht genomen:
- De arbiter behoort onpartijdig en onafhankelijk te zijn, behoort de procederende partijen niet persoonlijk te kennen, behoort geen zakelijke banden met één van deze partijen te hebben die dusdanig van belang zijn dat zij de partijdigheid beïnvloeden. Bovendien behoort de arbiter geen persoonlijk en geen zakelijk belang te hebben bij de uitkomst van de arbitrage. De benoeming van de arbiters dient te geschieden binnen twee weken nadat de zaak aanhangig is gemaakt bij de ambtelijk secretaris Xxxxxxxxxx van de Tuchtcommissie en Commissie van Beroep.
PARAAF VOOR GELEZEN EN GOEDBEVINDING BOVENSTAANDE :
< PARTIJ 1 > < PARTIJ 2 >
Artikel 4
De arbitrageprocedure wordt door de Arbitragecommissie bindend vastgesteld in het Arbitragereglement NHV.
Artikel 5
De arbiters zullen beslissen als goede mannen en/of vrouwen naar redelijkheid en billijkheid en bij meerderheid van stemmen.
Artikel 6
De uitspraak van de arbiters is bindend voor partijen.
Artikel 7
De in het ongelijk gestelde partij zal worden veroordeeld in de kosten van de arbitrage. Bij meerdere partijen worden de kosten pro ratio verdeeld. De arbiters zijn bevoegd deze kosten geheel of gedeeltelijk te compenseren, indien beide partijen ten dele in het ongelijk worden gesteld.
De arbiters zijn bevoegd ter dekking van de kosten een waarborgsom te verlangen, waarvan ieder van de partijen de helft moet voldoen, en dat na afloop van het geschil zal worden verrekend op de voet van het bepaalde in de eerste alinea van dit artikel.
Artikel 9 - Ongeldig, nietig of onuitvoerbaar
Indien een bepaald artikel, of enkele bepaalde artikelen van deze overeenkomst of een op deze overeenkomst gebaseerde aanvullende overeenkomst ongeldig, nietig of onuitvoerbaar is, zal dat artikel of deze artikelen geacht worden niet te bestaan en zullen de andere artikelen rechtsgeldig blijven.
Artikel 10 - Nederlands Recht
Op deze overeenkomst is het Nederlandse recht van toepassing.
Aldus in ………voud opgemaakt en getekend, te ……………………….
op …………………………
Handtekening Handtekening
Partij 1 Partij 2
Handtekening Getuige
BIJLAGE: GESCHIL en VORDERINGEN
Handtekening Handtekening
Partij 1 Partij 2