Algemene Leveringsvoorwaarden
Algemene Leveringsvoorwaarden
Amstelhof Energie BV
voor de levering van warmte aan kleinverbruikers (<100 kW)
2014
INHOUDSOPGAVE
Artikel 1 - Begripsomschrijving en toepasselijkheid 3
Artikel 2 - Aanvraag voor uitbreiden of wijzigen van een aansluiting 3
Artikel 3 - Onderhouden, controleren, vervangen, verplaatsen, uitbreiden, wijzigen of wegnemen van
een aansluiting 4
Artikel 4 - Rechten met betrekking tot het perceel 5
Artikel 5 - De binneninstallatie 5
Artikel 6 - Overeenkomst tot transport en levering 6
Artikel 7 - Aard van de levering 6
Artikel 8 - Beperking of onderbreking van het transport en/of de levering in bijzondere omstandigheden
en bij uitvoering van werkzaamheden 6
Artikel 9 - Onderbreking van de levering wegens niet-nakoming 7
Artikel 10 - Bepaling omvang van de levering 8
Artikel 11 - De meetinrichting(en) 8
Artikel 12 - Onderzoek van de meetinrichting 8
Artikel 13 - Gevolgen van onjuiste meting 9
Artikel 14 - Tarieven 9
Artikel 15 - Betaling 10
Artikel 16 - Borgstelling, vooruitbetaling en waarborgsom 10
Artikel 17 - Wanbetaling 11
Artikel 18 - Verbodsbepalingen 11
Artikel 19 - Andere verplichtingen 12
Artikel 20 - Aansprakelijkheid 12
Artikel 21 - Klachten en geschillen 13
Artikel 22 - Afwijkingen van deze algemene leveringsvoorwaarden 14
Artikel 23 - Wijzigingen van de voorwaarden en tarieven 14
Artikel 24 - Bijzondere bepalingen 15
Artikel 25 - Slotbepalingen 15
Artikel 1 - Begripsomschrijving en toepasselijkheid
1.1 In deze algemene leveringsvoorwaarden wordt verstaan onder:
Aansluiting: de leiding van het bedrijf die de binneninstallatie met de hoofdleiding verbindt, met inbegrip van de meetinrichting voor zover deze door het bedrijf is aangebracht en alle andere door of vanwege het bedrijf in of aan die leiding aangebrachte apparatuur;
Bedrijf: Amstelhof Energie B.V., kantoorhoudende aan de Xxxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 XX Xxxxxxxxx;
Binneninstallatie: de in het gehuurde aanwezige leidingen en de daarmee verbonden toestellen, bestemd voor het betrekken van warmte, één en ander met inbegrip van de meetinrichting(en), te rekenen na de aansluiting dan wel vanaf een nader overeen te komen plaats; de binneninstallatie behoort tot het gehuurde;
Gehuurde: woonruimte gelegen in het Amstelhofcomplex, welke door het Amstelhof Properties b.v. aan de huurder is verhuurd en ten behoeve waarvan een aansluiting tot stand is gekomen, dan wel transport en levering van warmte geschiedt, één en ander ter beoordeling van het bedrijf;
Hoofdleiding: de distributieleiding van het bedrijf waarop aansluitingen tot stand kunnen worden gebracht;
Huurder: degene die een huurovereenkomst met Amstelhof Properties b.v. heeft, zijnde een natuurlijk persoon, die warmte van Amstelhof Energie B.V. betrekt en/of de beschikking over een aansluiting van maximaal 100 kW heeft;
Levering: de terbeschikkingstelling van warmte ;
Meetinrichting: de apparatuur bestemd voor het vaststellen van de omvang van het transport en de levering, van de voor de afrekening door het bedrijf nodig geachte gegevens en voor de controle van het verbruik;
Transport: het transport van warmte naar het punt waar de aansluiting overgaat in de binneninstallatie;
Warmtewisselaar: een apparaat om warmte over te dragen van een warm naar een koud medium, waarbij die media bij de warmteoverdracht door een wand gescheiden blijven.
1.2 Deze algemene leveringsvoorwaarden zijn onlosmakelijk verbonden met de huurovereenkomst tussen Amstelhof Properties b.v. en de huurder. Als deze huurovereenkomst eindigt, eindigt de overeenkomst tot levering van warmte zonder opzegging. Alle overeenkomsten waarop deze algemene leveringsvoorwaarden van toepassing zijn, zijn onderworpen aan Nederlands recht.
Artikel 2 - Aanvraag voor en het uitbreiden of wijzigen van een binneninstallatie
2.1 Een aanvraag tot uitbreiding of wijziging van een bestaande binneninstallatie geschiedt door het indienen van een daartoe door het bedrijf verstrekt formulier, dan wel op een andere door het bedrijf toegestane wijze.
2.2 Een uitbreiding dan wel een wijziging van een bestaande binneninstallatie wordt uitsluitend door of vanwege het bedrijf tot stand gebracht. De wijze van uitvoering en de plaats van aansluiting alsmede het aantal meetinrichtingen worden door het bedrijf, zoveel mogelijk in overleg met de huurder, vastgesteld
2.3 Het bedrijf is bevoegd niet over te gaan tot uitbreiden of wijzigen van een binnenaansluiting dan wel hiervoor bijzondere voorwaarden te stellen, om aldus te voorkomen dat de belangen van het bedrijf of die van één of meerdere huurders worden geschaad. Een dergelijk geval kan zich onder andere voordoen indien:
a. de transport- of leveringscapaciteit van het bedrijf ter plaatse onvoldoende is;
b. de binneninstallatie naar het gemotiveerde oordeel van het bedrijf te ver van de dichtstbijzijnde hoofdleiding is verwijderd;
c. de voor het uitbreiden of wijzigen van de binnenaansluiting benodigde vergunningen en toestemmingen niet of alleen op voor het bedrijf bezwaarlijke voorwaarden kunnen worden verkregen;
d. de huurder in verzuim is een vordering ter zake van levering dan wel van een andere opeisbare vordering die het bedrijf op hem heeft, te voldoen, mits voldoende samenhang bestaat tussen de vordering en de aanvraag om het niet aansluiten dan wel het stellen van bijzondere voorwaarden te rechtvaardigen. Dit geldt mede met betrekking tot vorderingen van het bedrijf ter zake van levering ten behoeve van de uitoefening van een beroep of bedrijf;
2.4 Voorts is het bedrijf bevoegd een aansluiting en/of binnenaansluiting niet uit te breiden of te wijzigen dan wel geheel of gedeeltelijk weg te nemen, indien één of meer van de in of krachtens deze algemene leveringsvoorwaarden gestelde bepalingen of voorschriften niet zijn of worden nagekomen en de uitoefening van die bevoegdheid door het bedrijf gerechtvaardigd is.
Artikel 3 - Onderhouden, controleren, vervangen, verplaatsen, uitbreiden, wijzigen of wegnemen van een aansluiting
3.1 Een aansluiting wordt uitsluitend door of vanwege het bedrijf onderhouden, gecontroleerd, vervangen, verplaatst, uitgebreid, gewijzigd en weggenomen. Tenzij er sprake is van spoed of overmacht, zal één en ander na voorafgaande mededeling aan en zoveel mogelijk in overleg met de huurder plaatsvinden.
3.2 Het onderhoud en de controle van de aansluiting en binneninstallatie zijn voor rekening van het bedrijf. Onverminderd het bepaalde in artikel 11 lid 1 van deze algemene leveringsvoorwaarden zijn het vervangen, verplaatsen, uitbreiden, wijzigen en wegnemen voor rekening van de huurder, indien:
a. dit geschiedt op zijn verzoek;
b. dit het gevolg is van zijn handelen of nalaten ten gevolge van omstandigheden die hem redelijkerwijs zijn toe te rekenen.
Artikel 4 - Rechten met betrekking tot het gehuurde
4.1 De huurder zal toestaan dat zowel voor henzelf als ten behoeve van derden in, aan, op, onder of boven het gehuurde leidingen worden gelegd, aansluitingen tot stand worden gebracht, aftakkingen op reeds bestaande aansluitingen worden gemaakt, alsmede dat deze en bestaande leidingen, aansluitingen of aftakkingen in stand worden gehouden, onderhouden, uitgebreid, gewijzigd of weggenomen. De ten gevolge van deze werkzaamheden door het bedrijf aan de huurder toegebrachte directe schade zal door of vanwege het bedrijf worden hersteld of vergoed.
4.2 De huurder draagt ervoor zorg dat de leidingen, aansluitingen en aftakkingen als bedoeld in lid 1 goed bereikbaar zijn. Indien een of meer onderdelen daarvan niet goed bereikbaar zijn geworden door een handelen of nalaten van de huurder of een voorganger daarvan, maant het bedrijf de huurder aan om binnen een redelijke door het bedrijf te stellen termijn de bereikbaarheid te herstellen. Indien dat niet gebeurt, heeft het bedrijf het recht op kosten van de huurder:
a. de belemmeringen weg te nemen;
b. wijzigingen in het tracé van de betreffende aansluiting(en), leiding(en) en/of aftakking(en) aan te brengen;
c. een of meer geheel nieuwe aansluitingen, leidingen en/of aftakkingen tot stand te brengen.
Artikel 5 - De binneninstallatie
5.1 De binneninstallatie moet voldoen aan het bepaalde in of krachtens de voorwaarden van het bedrijf.
5.2 De huurder draagt er zorg voor dat de binneninstallatie goed wordt onderhouden. Op een daartoe strekkend verzoek van het bedrijf is hij verplicht alle verlangde gegevens betreffende de binneninstallatie aan het bedrijf te verstrekken.
5.3 Het bedrijf is bevoegd zo vaak het dit nodig oordeelt een binneninstallatie te onderzoeken. Indien een binneninstallatie naar het gemotiveerde oordeel van het bedrijf niet voldoet aan het bepaalde in of krachtens de voorwaarden van het bedrijf, is de huurder verplicht gebreken voor zijn rekening – en zo nodig onmiddellijk – te laten herstellen en daarbij eventuele aanwijzingen van het bedrijf op te volgen. Het bedrijf heeft echter geen verplichting na te gaan of aan het bepaalde in of krachtens de voorwaarden van het bedrijf is voldaan.
5.4 Indien de huurder lekkage in, dan wel andere gebreken aan de binneninstallatie constateert, zal hij het bedrijf daarvan onverwijld in kennis stellen.
5.5 Wanneer een meetinrichting tot de binneninstallatie behoort geldt het navolgende:
- de huurder dient iedere (voorgenomen) wijziging van deze apparatuur te melden aan het bedrijf;
- het is de huurder niet toegestaan deze apparatuur zelf of door derden te laten vervangen;
Artikel 6 - Overeenkomst tot transport en levering
6.1 Levering geschiedt uit hoofde van een overeenkomst tussen het bedrijf en de huurder. Een overeenkomst tot levering houdt mede de verplichting van het bedrijf in om het voor levering benodigde transport van warmte te regelen.
6.2 Een overeenkomst tot levering gaat in op de dag waarop de huurder voor het eerst warmte van het bedrijf betrekt en/of de beschikking heeft over een aansluiting. Het bedrijf kan verlangen dat de overeenkomst schriftelijk wordt aangegaan. Het bedrijf kan weigeren een overeenkomst tot levering aan te gaan op dezelfde gronden als aangegeven in artikel 9 ten aanzien van de onderbreking van de levering. Een overeenkomst wordt ten minste op schrift gesteld.
6.3 Onverminderd het bepaalde in lid 2 van dit artikel behoudt het bedrijf zich het recht voor om vóór of bij aanvaarding van de aanvraag dan wel na totstandkoming van de overeenkomst, doch voordat de levering aanvangt, het betalingsgedrag van de huurder te toetsen en zekerheden als bedoeld in artikel 16 te vragen.
6.4 Een overeenkomst tot levering geldt voor de duur van de huurovereenkomst tussen Amstelhof Properties b.v. en de huurder, tenzij anders is overeengekomen. Indien de overeenkomst met twee of meer huurders wordt aangegaan, zijn alle huurder hoofdelijke gehouden tot nakoming van de overeenkomst.
6.5 De overeenkomst tot levering is onlosmakelijk verbonden met de tussen Amstelhof Properties b.v. en huurder gesloten huurovereenkomst en kan derhalve niet separaat worden opgezegd, met uitzondering van opzegging door het bedrijf in geval van zwaarwichtige belangen en met inachtneming van een opzegtermijn van minimaal negentig dagen. De opzegging dient gemotiveerd en schriftelijk te geschieden. Als de huurovereenkomst tussen partijen eindigt, eindigt de overeenkomst met bedrijf tot levering van warmte van rechtswege.
6.6 Bij beperking of onderbreking van het transport en/of de levering of een verbod als bedoeld in artikel 8 en 9 van deze algemene leveringsvoorwaarden, blijft de overeenkomst tot levering onverminderd van kracht.
Artikel 7 - Aard van de levering
7.1 Door het bedrijf wordt warmte geleverd.
7.2 In principe wordt de warmte continu getransporteerd en geleverd. Het bedrijf staat echter niet in voor de continuïteit van het transport en de levering. Indien zich omstandigheden voordoen, waardoor het transport en/of de levering wordt/worden of moet/moeten worden onderbroken, zal het bedrijf al het redelijkerwijs mogelijke doen om op de kortst mogelijke termijn het transport en/of de levering te hervatten.
Artikel 8 - Beperking of onderbreking van het transport en/of de levering in bijzondere omstandigheden en bij uitvoering van werkzaamheden
8.1 Het bedrijf is bevoegd om in het belang van een goede openbare voorziening het transport en/of de levering van warmte te beperken, te onderbreken, het verbruik voor bepaalde doeleinden te verbieden dan wel aan het transport en/of de levering bijzondere voorwaarden te verbinden.
8.2 Tevens kan het bedrijf, indien dit naar zijn oordeel noodzakelijk of gewenst is, in verband met uitvoering van werkzaamheden, in het belang van de veiligheid of in geval van redelijkerwijs te duchten gevaar voor schade het transport en/of de levering gedurende een zo kort mogelijke tijd – indien mogelijk na voorafgaande waarschuwing – beperken of onderbreken. Ingeval van uitvoering van geplande werkzaamheden stelt het bedrijf de huurder ten minste drie dagen tevoren op de hoogte van de werkzaamheden.
Artikel 9 - Onderbreking van de levering wegens niet-nakoming
9.1 Het bedrijf is bevoegd na voorafgaande waarschuwing – tenzij dat om redenen van veiligheid niet van het bedrijf verlangd kan worden – de levering te onderbreken, indien en zolang huurder één of meer artikelen van deze algemene leveringsvoorwaarden niet nakomt. Een dergelijk geval kan zich onder andere voordoen indien:
a. de binneninstallatie niet voldoet aan het bepaalde in of krachtens de voorwaarden van het bedrijf;
b. één of meer van de in artikel 18 van deze algemene leveringsvoorwaarden genoemde verbodsbepalingen zijn overtreden;
c. de huurder overeenkomstig het bepaalde in artikel 17 van deze algemene leveringsvoorwaarden in verzuim is een vordering ter zake van levering, dan wel een andere opeisbare vordering, die het bedrijf op hem heeft, te voldoen, met inbegrip van die ter zake van levering ten behoeve van een ander, respectievelijk vorig perceel, mits er voldoende samenhang bestaat tussen de vordering en de verbintenis van het bedrijf om de onderbreking te rechtvaardigen. Dit geldt mede met betrekking tot vorderingen van het bedrijf ter zake van aansluiting of levering ten behoeve van de uitoefening van een beroep of een bedrijf;
d. de huurder een geldende betalingsregeling niet nakomt.
Het bedrijf zal overigens slechts gebruik maken van zijn bevoegdheid tot onderbreking van de levering, indien en voor zover de niet-nakoming van zijn verplichtingen door de huurder dat rechtvaardigt.
9.2 Van de bevoegdheid van het bedrijf om de levering te onderbreken op grond van het bepaalde in het vorige lid onder c zal het bedrijf geen gebruik maken als de huurder binnen tien kalenderdagen na de afwijzing als bedoeld in artikel 17 lid 4 zich in verband met deze afwijzing heeft gewend tot de geschillencommissie als bedoeld in artikel 21 overeenkomstig de daarvoor geldende regeling in het reglement van deze commissie.
9.3 De in het eerste lid van dit artikel bedoelde onderbreking van de levering wordt pas ongedaan gemaakt nadat de reden daarvoor is weggenomen en de kosten van onderbreking en hervatting van de levering, alsmede van eventueel door het bedrijf in verband hiermede geleden schade, geheel zijn voldaan. Aan de hervatting van de levering kan het bedrijf nadere voorwaarden verbinden.
9.4 Het gebruik door het bedrijf van zijn bevoegdheden als bedoeld in dit artikel en het vorige artikel kan niet leiden tot aansprakelijkheid van het bedrijf voor eventueel daaruit ontstane schade.
Artikel 10 - Bepaling omvang van de levering
10.1 Het bedrijf bepaalt op welke wijze de omvang van de levering wordt vastgesteld. Geschiedt deze vaststelling door meting met behulp van een (of meer) meetinrichting(en), dan zijn de daardoor verkregen gegevens bindend, onverminderd het bepaalde in de artikelen 12 en 13 van deze algemene voorwaarden.
10.2 Ten minste éénmaal per jaar wordt de stand van de meetinrichting(en) door of vanwege het bedrijf op een door het bedrijf te bepalen tijdstip vastgesteld.
10.3 Indien het bedrijf redelijkerwijs niet in staat is de stand van de meetinrichting(en) op te nemen of indien bij het opnemen van de meter een fout is gemaakt, mag het bedrijf de omvang van de levering bepalen overeenkomstig het gestelde in artikel 13 lid 2 van deze algemene leveringsvoorwaarden, onverminderd het recht van het bedrijf om het werkelijk geleverde alsnog vast te stellen aan de hand van de stand(en) van de meetinrichting(en) en dat in rekening te brengen.
10.4 Indien het bedrijf bij het opnemen van de meetinrichting(en) dan wel bij het administratief verwerken van de meterstand(en) een fout heeft gemaakt, wordt(en) zo nodig eerst opnieuw de stand(en) opgenomen alvorens het bepaalde in artikel 13 lid 2 van overeenkomstige toepassing zal zijn.
Artikel 11 - De meetinrichting(en)
11.1 Een meetinrichting wordt door of vanwege het bedrijf en op zijn kosten geplaatst, onderhouden, vervangen, uitgebreid, gewijzigd, verplaatst en weggenomen met inachtneming van hetgeen daaromtrent in de van kracht zijnde tarievenbladen is vermeld.
11.2 Vervanging, al dan niet als gevolg van uitbreiding of wijziging van de binneninstallatie, verplaatsing of wegneming van de meetinrichting mag alleen door of vanwege het bedrijf geschieden. De daaraan verbonden kosten komen eveneens voor rekening van het bedrijf. Vervanging of verplaatsing is echter voor rekening van de huurder, indien de vervanging of de verplaatsing geschiedt op zijn verzoek of het gevolg is van zijn handelen of nalaten, behalve in het geval waarin dit handelen of nalaten het gevolg is van omstandigheden die hem redelijkerwijs niet zijn toe te rekenen.
11.3 In het geval van onderzoek van de meetinrichting is het bepaalde in artikel 12 lid 4 van toepassing.
11.4 Het bedrijf deelt de huurder zoveel mogelijk vooraf mee wanneer de meetinrichting wordt vervangen of verplaatst.
11.5 De huurder draagt er zorg voor dat de meetinrichting steeds goed bereikbaar is en goed kan worden afgelezen. Voorts dient hij de meetinrichting te beschermen tegen beschadiging en tegen verbreking van de verzegeling en te behoeden voor vorstschade.
Artikel 12 - Onderzoek van de meetinrichting
12.1 Bij twijfel over de juistheid van de meting kunnen zowel de huurder als het bedrijf verlangen dat de meetinrichting wordt onderzocht. Het bedrijf deelt de huurder zoveel mogelijk vooraf mede wanneer dit onderzoek zal plaatsvinden en/of wanneer de meetinrichting voor onderzoek zal worden weggenomen. Het bedrijf stelt de huurder op de hoogte van de onderzoeksmogelijkheden en van de kosten van het onderzoek.
12.2 Het onderzoek wordt door of vanwege het bedrijf verricht, tenzij de huurder een onderzoek door een onafhankelijke organisatie verlangt.
12.3 De kosten van het onderzoek en de vervanging van de meetinrichting zijn voor rekening van xxxxxx op wiens verzoek het onderzoek wordt verricht. Indien volgens het onderzoek de afwijking groter is dan toegestaan, komen de kosten ten laste van het bedrijf.
12.4 Zolang de mogelijkheid bestaat dat de huurder nader onderzoek van de meetinrichting verlangt of de herberekening als bedoeld in artikel 13 niet is afgewikkeld, houdt het bedrijf de meter beschikbaar voor het nadere onderzoek tot zes weken na verzending van het resultaat van het onderzoek als bedoeld in lid 2. In geval een geschil aanhangig wordt gemaakt, dient het bedrijf de desbetreffende meter zo mogelijk te bewaren respectievelijk bij eventuele herplaatsing te kunnen traceren tot er een uitspraak is omtrent het geschil of het geschil is beëindigd.
Artikel 13 - Gevolgen van onjuiste meting
13.1 Indien uit het onderzoek blijkt dat de afwijking groter is dan toegestaan, stelt het bedrijf de omvang van de levering vast aan de hand van de uitkomsten van het onderzoek. Herberekening zal plaatsvinden over de periode dat de meetinrichting onjuist heeft gefunctioneerd, doch ten hoogste over een tijdvak van vierentwintig maanden wanneer het bedrijf te veel berekend heeft en een tijdvak van achttien maanden wanneer het bedrijf te weinig berekend heeft, teruggerekend vanaf het moment van het verwijderen van de ondeugdelijke meetinrichting. In geval van fraude zal echter herberekening over de volledige periode plaatsvinden.
13.2 Indien het onderzoek geen hanteerbare maatstaf oplevert voor het vaststellen van de omvang van de levering, is het bedrijf bevoegd de omvang van de levering in het desbetreffende tijdvak te schatten naar de beste ter beschikking van het bedrijf staande gegevens hieromtrent, waarbij als maatstaf dient:
- de omvang van de levering in het overeenkomstige tijdvak van het voorafgaande jaar, of
- de gemiddelde omvang van de levering in een eraan voorafgaand en een erop volgend tijdvak, of
- een andere, na overleg met de verbruiker te bepalen billijke maatstaf.
Artikel 14 - Tarieven
14.1 Voor het uitbreiden, wijzigen en wegnemen van een aansluiting en voor de levering is de huurder een vergoeding verschuldigd volgens de van kracht zijnde tarievenbladen van het bedrijf.
14.2 Het bedrijf stelt het tarief vast met inachtneming van de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen. De huurder is gehouden desgevraagd de daartoe benodigde gegevens te verstrekken.
14.3 Alle bedragen die de huurder ingevolge deze algemene leveringsvoorwaarden verschuldigd is, kunnen worden verhoogd met de belastingen en de heffingen die het bedrijf bevoegd is in rekening te brengen.
Artikel 15 - Betaling
15.1 Alle bedragen die de huurder ingevolge deze algemene leveringsvoorwaarden verschuldigd is, brengt het bedrijf hem door middel van een nota in rekening. Dit is niet van toepassing op voorschotten als bedoeld in lid 2 van dit artikel en indien de huurder betaalt door middel van automatische bankafschrijving.
15.2 Indien het bedrijf dit verlangt, is de huurder voorschotten verschuldigd op hetgeen hij wegens de levering over het lopende tijdvak van afrekening zal moeten betalen. Het bedrijf bepaalt in redelijkheid de grootte van de voorschotten, de periode waarop zij betrekking hebben, de tijdstippen waarop zij in rekening worden gebracht en het tijdstip waarop de gespecificeerde afrekening plaatsvindt. Deze gespecificeerde afrekening vindt ten minste éénmaal per jaar plaats, onder verrekening van de voorschotten. Bij verandering van omstandigheden kan de huurder wijziging van de grootte van de voorschotten verzoeken.
15.3 Een nota dient te worden voldaan binnen veertien dagen na ontvangst dan wel binnen de door het bedrijf op of bij de nota aangegeven termijn, indien die langer is dan veertien dagen. De wijze van betaling is tussen het bedrijf en de huurder nader overeen te komen. Het bedrijf biedt de huurder een ruime keuze uit betalingswijzen.
15.4 De verplichting tot betaling wordt niet opgeheven of opgeschort op grond van bezwaren tegen de nota, tenzij de huurder binnen de in lid 3 van dit artikel bedoelde betalingstermijn bij het bedrijf een bezwaarschrift indient, waarbij hij zijn bezwaren tegen de nota met redenen omkleedt. In dat geval wordt de betwiste betalingsverplichting opgeschort totdat het bedrijf op het bezwaarschrift heeft beslist.
15.5 De huurder is slechts gerechtigd de hem in rekening gebrachte bedragen te verrekenen met enig bedrag dat het bedrijf hem schuldig is, indien is voldaan aan de wettelijke vereisten voor verrekening. Verrekening met voorschotten als bedoeld in lid 2 van dit artikel is echter niet toegestaan.
Artikel 16 - Borgstelling, vooruitbetaling en waarborgsom
16.1 Indien daar redelijkerwijs aanleiding voor is, kan het bedrijf van de huurder een borgstelling of bankgarantie verlangen tot zekerheid van de betaling van de op grond van deze algemene leveringsvoorwaarden verschuldigde bedragen, tenzij het bedrijf toepassing geeft aan het bepaalde in lid 2 of 3 van dit artikel.
16.2 Het bedrijf is gerechtigd vooruitbetaling te verlangen van het bedrag dat verschuldigd is wegens het vervangen, verplaatsen, uitbreiden, wijzigen of wegnemen van een aansluiting en/of binneninstallatie.
16.3 Tot zekerheid van de betaling van de ter zake van de levering verschuldigde bedragen kan het bedrijf van de huurder de storting van een waarborgsom eisen. De waarborgsom zal niet hoger zijn dan het bedrag dat de huurder naar het oordeel van het bedrijf vermoedelijk gemiddeld voor levering over een periode van zes maanden zal moeten betalen. De waarborgsom wordt terugbetaald, zodra de noodzaak tot zekerheidsstelling niet meer aanwezig is en in ieder geval zo spoedig mogelijk na beëindiging van de overeenkomst tot levering, onder aftrek van het bedrag dat eventueel nog betaald moet worden.
16.4 Over de waarborgsom wordt vanaf de datum van storting door het bedrijf rente vergoed, te weten de helft van de wettelijke rente. Uitbetaling van de rente geschiedt uiterlijk bij de terugbetaling van de waarborgsom.
Artikel 17 - Wanbetaling
17.1 De huurder is zonder nadere ingebrekestelling in verzuim indien niet binnen de in artikel 15 lid 3 bedoelde termijn is betaald.
17.2 Een gevolg van het in verzuim verkeren is dat de huurder een vergoeding voor de redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte verschuldigd is alsmede de wettelijke rente voor iedere kalenderdag dat betaling te laat wordt verricht, onverminderd het bepaalde in artikel 9. De hoogte van de vergoeding voor de redelijke kosten is vastgelegd in het tarievenblad.
17.3 Indien de huurder in verzuim is deelt het bedrijf hem dit schriftelijk mee, onder vermelding van de gevolgen indien hij niet alsnog binnen veertien dagen betaalt. Aan deze aanmaning zijn geen kosten verbonden.
17.4 Indien de huurder binnen de in lid 3 bedoelde termijn van veertien dagen een schriftelijk en gemotiveerd verzoek tot het treffen van een betalingsregeling bij het bedrijf heeft ingediend, treden de gevolgen van niet-betaling niet eerder in dan nadat het bedrijf op dit verzoek - eveneens schriftelijk en gemotiveerd - afwijzend heeft beslist.
17.4 Gedurende de looptijd van een door het bedrijf met de huurder gesloten betalingsregeling dient de huurder alle uit hoofde van de betalingsregeling en alle overige aan het bedrijf verschuldigde bedragen volledig te voldoen. Over deze bedragen kan geen verzoek tot een betalingsregeling worden ingediend. Komt de huurder zijn verplichtingen inzake de betalingsregeling (zoals eenduidig geformuleerde betaaltermijnen) niet na, dan is hij ten aanzien hiervan zonder nadere ingebrekestelling in verzuim.
Artikel 18 - Verbodsbepalingen
18.1 Het is de huurder verboden:
a. door middel van de aansluiting en/of de binneninstallatie via het net van het bedrijf hinder of schade te veroorzaken voor het bedrijf of andere huurders;
b. toestellen van de binneninstallatie af te koppelen;
c. door of vanwege het bedrijf aangebrachte verzegelingen te verbreken of te doen verbreken;
d. handelingen te verrichten of te doen verrichten, waardoor de omvang van de levering niet of niet juist kan worden vastgesteld, dan wel een situatie te scheppen, waardoor het normaal functioneren van de meetinrichting(en), de eventuele warmtewisselaar of (andere) apparatuur van het bedrijf wordt verhinderd of het van kracht zijnde tarievenblad van het bedrijf niet of niet juist kan worden toegepast;
e. een net van het bedrijf te gebruiken voor aarding van elektrische installaties, toestellen, bliksemafleiders en dergelijke;
18.2 Het is de huurder verboden zonder schriftelijke toestemming van het bedrijf de geleverde warmte anders dan ten behoeve van het gehuurde te gebruiken. Het bedrijf kan aan een dergelijke toestemming voorwaarden verbinden.
18.3 Indien wordt vastgesteld dat circulatiewater verloren is gegaan, zal, behoudens in geval van overmacht, de verloren gegane hoeveelheid water alsmede de daarin aanwezige warmte aan de huurder in rekening worden gebracht. Alle schade die het bedrijf door dit verloren gaan mocht lijden, zal door de huurder aan het bedrijf worden vergoed, waarbij artikel 20, lid 7 van overeenkomstige toepassing is.
Artikel 19 - Andere verplichtingen
19.1 Het bedrijf zal bij de uitvoering van het bepaalde in of krachtens deze algemene leveringsvoorwaarden die zorg betrachten die van een zorgvuldig handelend bedrijf mag worden verwacht. In het bijzonder zal het bedrijf zoveel mogelijk trachten te voorkomen dat de huurder bij de uitvoering van werkzaamheden hinder of schade ondervindt.
19.2 De huurder is verplicht aan het bedrijf de nodige medewerking te verlenen bij de toepassing en de uitvoering van het bepaalde in of krachtens deze algemene leveringsvoorwaarden en de controle op de naleving daarvan, en wel in het bijzonder door:
a. het bedrijf zo spoedig mogelijk op de hoogte te stellen van door hem waargenomen of vermoede schade, gebreken of onregelmatigheden in het in gehuurde aanwezige gedeelte van de aansluiting, inclusief de meetinrichting, verbreking van de verzegeling daaronder begrepen;
b. aan personen, die van een door het bedrijf uitgegeven legitimatiebewijs of machtiging zijn voorzien, toegang te verlenen tot het gehuurde – mede ten behoeve van de uitvoering van een van overheidswege op het bedrijf rustende verplichting – van 07.00 tot 20.00 uur, behoudens op zon- en feestdagen; alsmede in geval van dringende reden ook op andere dagen en buiten deze uren;
c. het bedrijf tijdig op de hoogte te stellen van adres- c.q. (handels)naamswijzigingen.
19.3 De huurder is verplicht het redelijkerwijs mogelijke te doen om schade aan het in het gehuurde aanwezige zaken van het bedrijf te voorkomen.
Artikel 20 - Aansprakelijkheid
20.1 a. Het bedrijf is, met inachtneming van het bepaalde in de overige leden van dit artikel, jegens de huurder aansprakelijk voor schade als gevolg van onderbreking van het transport of de levering van warmte echter uitsluitend indien en voor zover:
- de onderbreking het gevolg is van een aan het bedrijf toerekenbare tekortkoming en
- het personenschade betreft als gevolg van lichamelijk letsel of overlijden en/of
- het zaakschade betreft bestaande uit vernietiging, beschadiging of verlies van een zaak en/of
- het noodzakelijke kosten betreffen ter voorkoming van zaakschade bij een onderbreking van meer dan 8 uur.
b. Voor zaakschade en voor de noodzakelijke kosten ter voorkoming van zaakschade geldt een drempelbedrag van € 40,- voor de huurder, met dien verstande dat bij overschrijding het drempelbedrag mede wordt vergoed. Voor personenschade als gevolg van lichamelijk letsel of overlijden geldt geen drempelbedrag.
20.2 Het bedrijf is, met inachtneming van het bepaalde in de overige leden van dit artikel, voorts aansprakelijk voor schade aan personen of zaken ten gevolge van een gebrekkige aansluiting, een gebrekkig transport of een gebrekkige levering dan wel van een onjuist handelen of nalaten in verband met aansluiting, transport of levering – niet zijnde een onderbreking van het transport of de levering – doch niet, indien de schade het gevolg is van een tekortkoming die het bedrijf niet kan worden toegerekend.
20.3 Behoudens ingeval de schade ontstaat als gevolg van opzet of bewuste roekeloosheid van het bedrijf of diens leidinggevende werknemers, is in alle gevallen van vergoeding uitgesloten indirecte schade zoals in ieder geval schade als gevolg van bedrijfsstilstand, als gevolg van het niet kunnen uitoefenen van een beroep of bedrijf of als gevolg van winstderving.
20.4 Indien en voor zover het bedrijf jegens de huurder in het kader van deze algemene leveringsvoorwaarden tot schadevergoeding verplicht is, komt schade aan personen en/of zaken slechts voor vergoeding in aanmerking tot een bedrag van ten hoogste € 5.000.000,- per gebeurtenis voor alle huurders tezamen, voor zover het personenschade betreft en € 2.500.000,- per gebeurtenis voor alle huurders tezamen voor zover het zaakschade en de noodzakelijke kosten ter voorkoming van zaakschade betreft, met dien verstande dat, ongeacht de omvang van het totaal der schade, de vergoeding van de noodzakelijke kosten ter voorkoming van zaakschade is beperkt tot ten hoogste € 75,- per huurder en de totale vergoeding van zaakschade en noodzakelijke kosten ter voorkoming van zaakschade is beperkt tot ten hoogste € 3.500,- per huurder. Indien het totaal der schaden meer bedraagt dan de vermelde € 5.000.000,- aan personenschade en/of € 2.500.000,- aan zaakschade of noodzakelijke kosten ter voorkoming van zaakschade, is het bedrijf niet gehouden meer schadevergoeding te betalen dan bedoeld bedrag, waarbij met inachtneming van de eerder in dit lid genoemde maxima per huurder, de aanspraken van de huurders naar evenredigheid zullen worden voldaan.
20.5 Schade dient zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vier weken na het ontstaan aan het bedrijf te zijn gemeld, tenzij de huurder aannemelijk maakt dat hij de schade niet eerder heeft kunnen melden.
20.6 De aansprakelijkheidsregeling in de vorige leden van dit artikel geldt mede ten aanzien van ieder ander bedrijf dat warmte levert, waarmee het bedrijf ten behoeve van de openbare voorziening van warmte samenwerkt, alsmede ten aanzien van personen voor wie het bedrijf of dat andere bedrijf dat warmte levert aansprakelijk is.
20.7 De huurder is aansprakelijk voor alle schade aan enige door het bedrijf ten behoeve van het transport en/of de levering in, aan, op, onder of boven het perceel aangebrachte voorziening, tenzij de schade het gevolg is van een tekortkoming die de huurder niet kan worden toegerekend. Indien de huurder schade moet vergoeden, is deze beperkt tot een bedrag van ten hoogste € 3.500,- per huurder en per gebeurtenis.
Artikel 21 - Klachten en geschillen
21.1 Indien de huurder een klacht heeft over de totstandkoming of uitvoering van de overeenkomst (daaronder niet begrepen de afwijzing van een voorgestelde betalingsregeling), dient hij deze eerst aan het bedrijf voor te leggen. Onverminderd het bepaalde in artikel 15, lid 4, dient de huurder een klacht voor te leggen binnen 8 weken nadat hij het feit waarop de klacht gestoeld is, heeft ontdekt of redelijkerwijze had kunnen ontdekken. Het voorleggen van een klacht dient te gebeuren met een
brief gericht aan het bedrijf, die de gronden van de klacht bevat. De huurder wordt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen acht weken na ontvangst van de klacht, door het bedrijf schriftelijk en gemotiveerd in kennis gesteld van de bevindingen van het bedrijf naar aanleiding van de klacht en van de conclusies die het bedrijf daaraan heeft verbonden.
21.2 Indien een klacht niet naar tevredenheid van beide partijen is opgelost alsmede ingeval van afwijzing van een voorgestelde betalingsregeling als bedoeld in artikel 17, lid 4, kan het resterende geschil zowel door de huurder als door het bedrijf worden voorgelegd aan de Geschillencommissie Energie (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx) of aan de bevoegde rechter in Amsterdam.
21.3 Wanneer de huurder ervoor kiest een geschil voor te leggen aan de Geschillencommissie, is het bedrijf aan deze keuze gebonden zodra het bedrijf met het indienen van een verzoek tot behandeling door de Geschillencommissie bekend is. Een geschil dient schriftelijk bij de Geschillencommissie aanhangig te zijn gemaakt uiterlijk drie maanden nadat de klacht aan het bedrijf is voorgelegd. Voor gevallen als bedoeld in artikel 9 lid 2 geldt een termijn van tien kalenderdagen.
21.4 Wanneer bij het bedrijf de wens bestaat het initiatief te nemen een geschil te laten behandelen door de Geschillencommissie, dan stelt hij de huurder schriftelijk voor het geschil te laten behandelen door de Geschillencommissie. Het bedrijf kondigt daarbij aan dat hij het geschil aanhangig zal maken bij de bevoegde rechter als de huurder niet binnen vijf weken schriftelijk laat weten in te stemmen met behandeling van het geschil door de Geschillencommissie. Indien het bedrijf, in het geval de huurder het verzoek heeft afgewezen of niet binnen de termijn van vijf weken heeft geantwoord, het geschil niet binnen twee maanden aanhangig heeft gemaakt bij de bevoegde rechter, kan de huurder het geschil alsnog voor behandeling voorleggen aan de Geschillencommissie.
21.5 De Geschillencommissie doet uitspraak onder de voorwaarden zoals deze zijn vastgesteld in het Reglement Geschillencommissie Energie. De beslissingen van de Geschillencommissie geschieden bij wege van bindend advies. Voor de behandeling van een geschil is een vergoeding verschuldigd. Indien de Geschillencommissie oordeelt dat de klacht gegrond is, dan moet het bedrijf de huurder laatstbedoeld bedrag vergoeden.
Artikel 22 - Afwijkingen van deze algemene leveringsvoorwaarden
22.1 In bijzondere gevallen, zulks ter beoordeling van het bedrijf, kunnen afwijkingen van deze algemene leveringsvoorwaarden worden toegestaan. Deze afwijkingen zullen schriftelijk worden vastgelegd.
22.1 In alle gevallen waarin deze algemene leveringsvoorwaarden niet voorzien, zal het bedrijf een regeling treffen naar redelijkheid. Uitgangspunt hierbij zijn het algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht en de overige voor het bedrijf van toepassing zijnde wettelijke bepalingen.
Artikel 23 - Wijzigingen van de voorwaarden en tarieven
23.1 Deze algemene leveringsvoorwaarden kunnen door het bedrijf worden gewijzigd. Wijzigingen van de voorwaarden worden tenminste tien kalenderdagen vóór inwerkingtreding bekend gemaakt. Tariefswijzigingen worden uiterlijk op de dag van inwerkingtreding bekend gemaakt. Wijzigingen treden in werking op de in de bekendmaking vermelde datum.
23.2 Indien in enig jaar een of meer besluiten van de Autoriteit Consument en Markt (ACM), die mede van belang zijn bij het vaststellen van de tarieven door het bedrijf, in werking treden of bekendgemaakt worden op een zodanig tijdstip, dat bekendmaking door het bedrijf niet op of voor 1 januari van het betreffende jaar kan geschieden, treden in afwijking van het eerste lid tariefwijzigingen van het bedrijf in werking op het moment dat het besluit van de ACM van kracht wordt, tenzij in de bekendmaking door het bedrijf, voor zover wettelijk toegestaan, een latere datum van in werking treden is vermeld.
23.3 Bekendmaking vindt plaats door middel van een persoonlijke kennisgeving of door middel van een algemene kennisgeving geplaatst op de internetsite van het bedrijf of in één of meer dag- of weekbladen die in het gebied waarin het bedrijf warmte levert verspreid worden, dat de voorwaarden, voorschriften en regelingen zijn gewijzigd en bij het bedrijf ter inzage liggen en aldaar op aanvraag kosteloos verkrijgbaar zijn.
23.4 Wijzigingen gelden ook ten aanzien van reeds bestaande overeenkomsten. Indien een huurder een wijziging niet wenst te accepteren, kan hij tegen deze wijziging een klacht indienen overeenkomstig het bepaalde in artikel 21 van deze algemene leveringsvoorwaarden.
Artikel 24 - Bijzondere bepalingen
24.1 De verplichting tot levering ingevolge de overeenkomst, bedoeld in artikel 6 van deze algemene leveringsvoorwaarden, eindigt in ieder geval indien en voor zover een aan het bedrijf verleende toestemming om warmte te leveren wordt ingetrokken of vervallen verklaard.
24.2 Voor het geval het bedrijf zijn rechten en verplichtingen uit de overeenkomst als bedoeld in artikel 6 van deze algemene leveringsvoorwaarden aan een derde dient of wenst over te dragen, verleent de huurder hiertoe bij voorbaat zijn toestemming.
Artikel 25 - Slotbepalingen
25.1 Deze algemene leveringsvoorwaarden treden in werking op 1 januari 2015. Met ingang van die datum vervallen de tot dan geldende voorwaarden.
25.2 Deze algemene leveringsvoorwaarden kunnen worden aangehaald als ‘algemene leveringsvoorwaarden’ (versie 2014).
25.3 Deze algemene leveringsvoorwaarden liggen bij het bedrijf ter inzage en zijn aldaar op aanvraag kosteloos verkrijgbaar.