Statuten Stichting GGTO
Statuten Stichting GGTO
Versie 1.1 d.d. 6 januari 2012
Artikel 1 – Naam en zetel
De stichting draagt de naam: Stichting Garantiefonds Gespecialiseerde Touroperators. Afgekort: Stichting GGTO. Zij is gevestigd in de gemeente Amsterdam.
Artikel 2 - Doel en middelen
De Stichting Garantiefonds Gespecialiseerde Touroperators heeft zich overeenkomstig en binnen de grenzen van haar hieronder te vermelden statutaire doelstellingen ten opzichte van haar deelnemers verplicht tot het doen van uitkeringen aan of voor klanten. Door het boeken van de reis bij een deelnemer aanvaardt de klant deze garantie.
1. Stichting GGTO heeft ten doel het doen van uitkeringen aan of voor klanten ter zake van op de Nederlandse markt aangeboden en afgesloten reisovereenkomsten.
Het betreft uitsluitend reisovereenkomsten die als touroperatorproducten kunnen worden aangemerkt, omdat ze uit minimaal twee elementen bestaan van vervoer, accommodatie en overige toeristische diensten, zoals een uitgewerkt programma en excursies. Overeenkomsten uitsluitend betreffende vervoer of accommodatie zijn uitgesloten. Het betreft daarbij uitsluitend reisovereenkomsten die rechtstreeks worden aangeboden door direct selling touroperators.
Uitkering geschiedt indien deze klanten geldelijke schade lijden in gevallen dat de betrokken reisorganisator wegens financieel onvermogen niet presteert.
2. Stichting GGTO gaat over tot uitkering van schade indien:
a. een deelnemende touroperator wegens financieel onvermogen niet kan presteren en de reisovereenkomst door de klant rechtstreeks met de touroperator is afgesloten;
b. het niet presteren van een deelnemende touroperator bestaat uit het wegens financieel onvermogen niet voldoen aan de klant van een schadevergoeding, waartoe bedoelde deelnemer zich schriftelijk aan de klant verplicht heeft.
3. De in lid 1 bedoelde uitkeringen zullen de betaalde reissom niet te boven gaan. Van vergoeding zijn uitgesloten de betaalde verzekeringspremies en poliskosten, wijzigingskosten, kosten voor het verkrijgen van visa e.d.
4. Onder het in lid 1 vermelde doel valt ook dat de Stichting GGTO zorg draagt voor de terugreis van de klant, indien en voor zover de reisovereenkomst het vervoer omvat en de plaats van bestemming reeds is bereikt.
5. Teneinde voormeld doel te kunnen verwezenlijken zal de stichting een fonds vormen op de in artikel 3 genoemde wijze.
6. De stichting heeft geen winstoogmerk.
Artikel 3 - Vermogensopbouw
Het vermogen van de stichting zal worden gevormd door:
1. Eenmalig inschrijfgeld nieuw aan te sluiten organisaties.
2. Jaarlijkse bijdrage aangesloten organisaties.
3. Een bijdrage per boeking van de klant bij aangesloten reisorganisatie. Deze bijdragen worden per kwartaal afgedragen door de deelnemers aan de Stichting GGTO.
4. De bijbehorende tarieven en bedragen worden op de website xxx.xxxxxxxxx-xxxx.xx openbaar gemaakt.
Artikel 4 - Bestuur en toezicht
1. De Stichting GGTO wordt bestuurd door een bestuur bestaande uit twee tot drie leden onder toezicht van een raad van toezicht bestaande uit drie tot vijf leden. Tot bestuurder kunnen uitsluitend natuurlijke personen worden benoemd.
2. De bestuurders worden benoemd en geschorst door het bestuur. In vacatures moet zo spoedig mogelijk worden voorzien. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester.
3. De bestuurders worden benoemd voor een periode van vier jaar. Zij treden af volgens een door het bestuur op te maken rooster. Een volgens het rooster afgetreden bestuurder is onmiddellijk en onbeperkt herbenoembaar. De in een tussentijdse vacature benoemde bestuurder neemt op het rooster van aftreden de plaats in van degene in wiens vacature hij werd benoemd.
4. Ingeval van één of meer vacatures in het bestuur behoudt het bestuur zijn bevoegdheden.
5. De bestuurders ontvangen geen beloning voor hun werkzaamheden, behoudens eventueel een niet bovenmatig vacatiegeld. Zij hebben bovendien recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten.
6. Het toekennen van een beloning aan een of meerdere bestuursleden, kan slechts na goedkeuring van de raad van toezicht.
Artikel 5 – Taken bestuur
1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting. De functie van secretaris en penningmeester kunnen in één persoon worden verenigd.
2. De secretaris is belast met de correspondentie, het bijhouden van de notulen van bestuursvergaderingen, het opmaken van een jaarverslag met betrekking tot de werkzaamheden van de stichting en voorts met de werkzaamheden welke in het algemeen tot
zijn taak behoren.
3. De penningmeester is belast met en verantwoordelijk voor de financiële administratie van de stichting.
4. Indien door enige omstandigheid het bestuur slechts bestaat uit één bestuurder heeft deze alle rechten en verplichtingen door deze statuten aan bestuursleden of een of meer van hen gegeven c.q. opgelegd.
Artikel 6 - Bestuursvergaderingen
1. De voorzitter roept het bestuur bijeen, zo vaak hij dit in het belang van de stichting noodzakelijk oordeelt, dan wel indien een bestuurslid daartoe, onder opgave van de te behandelen punten, aan de voorzitter een verzoek doet.
2. De oproeping tot een vergadering geschiedt schriftelijk, ten minste zeven dagen tevoren, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend. Een oproeping vermeldt, behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de te behandelen onderwerpen.
3. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het bestuur; bij diens afwezigheid wijst de vergadering zelf een voorzitter aan. Een bestuurslid kan zich in de vergadering door een medebestuurslid laten vertegenwoordigen. Een bestuurslid kan slechts voor één mede- bestuurslid als gemachtigde optreden.
4. Toegang tot de vergaderingen van het bestuur hebben de in functie zijnde bestuurders en degenen die daartoe door het bestuur zijn uitgenodigd.
5. Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar wordt een vergadering van het bestuur (de jaarvergadering) gehouden, waar in elk geval aan de orde komt de vaststelling van de balans en de staat van baten en lasten.
Artikel 7 - Besluitvorming
1. In de bestuursvergadering heeft ieder bestuurslid recht op het uitbrengen van een stem.
2. Voor zover in deze statuten niet anders is bepaald neemt het bestuur zijn besluiten met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen van de in de vergadering aanwezige of vertegenwoordigde leden, met dien verstande dat voor het nemen van besluiten tenminste de helft van de bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd dient te zijn.
3. Over personen wordt schriftelijk, over zaken xxxxxxxxx gestemd, tenzij de voorzitter een andere wijze van stemming bepaalt of toelaat en geen van de stemgerechtigden zich voor de stemming tegen deze wijze van stemming verzet. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende gesloten briefjes.
4. Xxxxxx stemmen zijn ongeldig en worden geacht niet te zijn uitgebracht.
5. Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle bestuursleden zich hetzij mondeling, hetzij schriftelijk - waaronder begrepen e-mailbericht - over het voorstel hebben geuit, geen van hen zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet en de vereiste
meerderheid van de bestuursleden zich voor het betreffende voorstel heeft verklaard. Een op deze wijze genomen besluit wordt onder bijvoeging van de ingekomen antwoorden door de secretaris en de voorzitter ondertekend en bij de notulen gevoegd.
Artikel 8 - Bestuursbevoegdheid en vertegenwoordiging
1. Behoudens beperkingen volgens deze statuten is het bestuur belast met het besturen van de stichting.
2. Het bestuur is bevoegd tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen en tot het sluiten van overeenkomsten, waarbij de stichting in het kader van het doel van de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheid voor een schuld van een derde verbindt.
3. De stichting wordt vertegenwoordigd door het bestuur.
4. Het bestuur is bevoegd, indien en voor zover door hem nodig geacht en indien en voor zover mogelijk, de risico's, die de stichting loopt krachtens artikel 2 van deze statuten, door het sluiten van een of meer verzekeringen af te dekken.
Artikel 9 - Dagelijkse leiding
1. De dagelijkse leiding ligt in handen van het bestuur.
2. Het bestuur is bevoegd een of meer procuratiehouders aan te stellen al dan niet met de persoonlijke titel ‘directeur’, die meer in het bijzonder wordt belast met de dagelijkse leiding van de stichting en die in dienst is van de stichting.
2. Het bestuur stelt de taak van de directeur en de gevallen waarin en de wijze waarop hij de stichting kan vertegenwoordigen vast.
Artikel 10 - Raad van toezicht
1. De twee tot vijf leden van de raad van toezicht worden door het bestuur benoemd, bij meerderheid van stemmen, indien er meer kandidaten zijn dan beschikbare plaatsen.
2. Het lidmaatschap van de raad van toezicht eindigt: a. bij schriftelijk bedanken door het lid; b. door overlijden; c. door ontslag krachtens besluit van de tot benoeming van het betrokken lid bevoegde groepering respectievelijk instantie.
3. Vier jaar is de maximale termijn als lid van de raad van toezicht. Een aftredend lid kan wel herkozen worden.
Artikel 11 – Beroepscommissie
1. De raad van toezicht fungeert in gevallen van meningsverschillen tussen (potentiële) deelnemers en het bestuur, als bedoeld in artikel 13 lid 4, als beroepscommissie, met definitief beslissingsrecht.
2. In overleg met het bestuur kan de raad van toezicht ertoe overgaan om een onafhankelijke beroepscommissie in te stellen. De beoogde leden daarvan moeten door het bestuur goedgekeurd worden.
Artikel 12 – Werking raad van toezicht
1. De raad van toezicht heeft onverminderd de overige taken, aan de raad van toezicht bij of krachtens deze statuten toegekend, tot taak toezicht te houden op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in de stichting.
2. Het bestuur verstrekt alle inlichtingen betreffende de zaken van de stichting aan de raad van toezicht, die deze mocht verlangen met inachtneming van het in artikel 14 lid 1 sub c en lid 2 bepaalde.
3. De raad van toezicht kan zich in de uitoefening van zijn taak voor rekening van de stichting
– voor zover dit een door het bestuur naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid vast te stellen bedrag per geval niet te boven gaat - doen bijstaan door deskundigen.
4. De raad van toezicht benoemt een van zijn leden tot voorzitter.
5. De raad van toezicht vergadert zo vaak de voorzitter dan wel twee van zijn leden dan wel het bestuur dit nodig acht. De oproeping geschiedt - onder vermelding van de te behandelen punten - door de voorzitter van de raad van toezicht met inachtneming van een oproepingstermijn van tenminste acht dagen.
De leden van de raad van toezicht kunnen zich door een ander lid van de raad van toezicht bij schriftelijke volmacht doen vertegenwoordigen. Een lid van de raad van toezicht kan voor niet meer dan voor twee andere leden van de raad van toezicht als gemachtigde optreden. De leden van het bestuur wonen, indien de raad van toezicht dit wenst, de vergaderingen van de raad van toezicht bij.
6. De raad van toezicht kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits dit schriftelijk, of per e-mailbericht, gebeurt, alle leden van de raad van toezicht in het te nemen besluit zijn gekend en geen van hen zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet.
7. Ieder lid van de raad van toezicht heeft recht op het uitbrengen van één stem. De raad van toezicht besluit, zowel in als buiten vergadering, met een meerderheid van tenminste drie/vijfden van de uitgebrachte stemmen.
8. Alle besluiten van de raad van toezicht, ook die welke zijn genomen op de wijze in lid 6 voorzien, worden opgenomen in een notulenregister.
9. Wanneer de stichting van enig besluit van de raad van toezicht wil doen blijken, is de ondertekening van het stuk, waarin het besluit is vervat, door de voorzitter en een ander lid van de raad voldoende.
10. Indien door enige omstandigheid een of meer leden van de raad komen te ontbreken, vormen de overgebleven leden van de raad van toezicht, zolang tenminste zeven leden van de raad in functie zijn, een bevoegd college totdat in de vacature(s) is voorzien door degene(n) die op grond van het bepaalde in lid 1 van artikel 10 bevoegd is/zijn om in de vacature(s) te voorzien. Indien in de betreffende vacatures niet binnen vier weken, nadat de raad van toezicht op grond van het bepaalde in de vorige volzin geen bevoegd college meer vormt,
wordt voorzien, vormen de overige leden van de raad van toezicht na verloop van voormelde termijn van vier weken een bevoegd college.
11. De leden van de raad van toezicht zijn tot geheimhouding verplicht ten aanzien van die gegevens die aan hen in hun hoedanigheid ter kennis zijn gekomen en die naar hun aard niet voor verspreiding onder derden zijn bestemd.
12. Vrijwaring bestuur en raad van toezicht. Degene die in het kader van de uitoefening van zijn lidmaatschap van het bestuur of van de raad van toezicht door een derde civielrechtelijk aansprakelijk wordt gesteld, wordt door de stichting voor de financiële gevolgen daarvan gevrijwaard, behoudens in het geval er sprake is van opzet of grove schuld van het betreffende lid.
Artikel 13 - Deelnemers
1. Over verkrijging en beëindiging van het deelnemerschap besluit het bestuur met inachtneming van hetgeen ten tijde dat het besluit wordt genomen daarover in de regels voor deelnemers is bepaald.
2. Het deelnemerschap komt tot stand door het schriftelijk aangaan van een overeenkomst tussen de stichting en de deelnemer, waarin de bepalingen van deze statuten - voor zover relevant - en de bepalingen van de regels voor deelnemers zullen geacht worden te zijn ingelast als tussen partijen overeengekomen.
3. Het deelnemerschap eindigt door: a. opzegging door de deelnemer; b. besluit van het bestuur tot beëindiging, al dan niet met onmiddellijke ingang; een en ander telkens met inachtneming van hetgeen daaromtrent in deze statuten en het deelnemersreglement bepaald is.
4. Tegen een besluit van het bestuur met betrekking tot afwijzing van de aanvraag tot verkrijging van het deelnemerschap en tot beëindiging van het deelnemerschap met onmiddellijke ingang, alsmede in andere in het deelnemersreglement omschreven of te omschrijven gevallen, heeft de onderneming recht op beroep bij de beroepscommissie, zijnde de raad van toezicht, die in tweede aanleg het definitieve beslissingsrecht heeft.
5. Het bestuur is bevoegd de beëindiging van het deelnemerschap openbaar te maken, onverminderd hetgeen in het beroepsreglement met betrekking tot beëindiging krachtens een bestuursbesluit als in het derde lid van dit artikel bedoeld, is bepaald.
6. Bij beëindiging van het deelnemerschap, ongeacht of dit geschiedt door opzegging door de deelnemer dan wel door een besluit van het bestuur als in het derde lid van dit artikel bedoeld, heeft de deelnemer geen recht op algehele of gedeeltelijke terugbetaling van enige bijdrage welke door hem, onder welke titel dan ook, aan de stichting is verstrekt.
7. De overige rechten en verplichtingen van de deelnemer worden geregeld in het deelnemersreglement.
Artikel 14 - Geheimhouding door het bestuur
1. De bestuursleden zijn tegenover derden tot geheimhouding verplicht van alle, in het kader
van hun functie-uitoefening, aan hen opgekomen gegevens - financiële gegevens daaronder begrepen - behalve:
a. de gegevens, welke aan derden moeten worden verstrekt op grond van wettelijke voorschriften;
b. de gegevens, welke aan de commissie van beroep bedoeld in het beroepsreglement ter beschikking dienen te staan om tot een bindend advies te komen;
c. de gegevens, welke aan de raad van toezicht als orgaan van de stichting dienen te worden verstrekt noodzakelijk om tot een behoorlijke taakuitoefening door voornoemde raad te komen;
d. de gegevens, welke aan de assuradeuren verstrekt dienen te worden voor zover dit voor uitvoering respectievelijk nakoming van de verzekeringsovereenkomst noodzakelijk is.
2. De geheimhoudingsplicht door het bestuur met betrekking tot de financiële gegevens van de deelnemers geldt ook ten opzichte van de raad van toezicht, uitgezonderd het in het vorige lid sub c bepaalde.
Artikel 15 - Boekjaar en jaarstukken
1. Het boekjaar van de stichting valt samen met het kalenderjaar. Binnen twee maanden voor aanvang van enig boekjaar legt het bestuur aan de raad van toezicht een begroting ter goedkeuring over.
2. Per het einde van het boekjaar worden de boeken van de stichting afgesloten en wordt daaruit door de penningmeester een balans en een staat van baten en lasten over het afgelopen boekjaar opgemaakt, welke jaarstukken vergezeld van een door het bestuur opgemaakte toelichting en een beoordelingsverklaring van een door het bestuur benoemde registeraccountant, binnen zes maanden na afloop van het boekjaar aan de raad van toezicht worden aangeboden.
3. De jaarstukken worden door het bestuur vastgesteld en door de raad van toezicht goedgekeurd. De goedkeuring strekt tot decharge van het bestuur voor alle handelingen welke uit de jaarstukken blijken.
4. Het bestuur stelt de deelnemers binnen 30 dagen na vaststelling van de jaarrekening in kennis van de gang van zaken van het afgelopen boekjaar.
Artikel 16 - Statutenwijziging
1. Het bestuur is bevoegd de statuten, na verkregen goedkeuring van de raad van toezicht, te wijzigen. Een besluit daartoe moet worden genomen met algemene stemmen in een vergadering, waarin alle bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, zonder dat in het bestuur vacatures bestaan.
2. De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen.
3. De leden van het bestuur zijn verplicht een authentiek afschrift van de akte, houdende
wijziging alsmede de gewijzigde statuten, neer te leggen ten kantore van het Handelsregister, gehouden door de Kamer van Koophandel en Fabrieken in wier gebied de stichting haar zetel heeft.
Artikel 17 - Ontbinding en vereffening
1. Het bestuur is bevoegd na verkregen goedkeuring van de raad van toezicht, de stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen besluit is het bepaalde in artikel 16 lid 1 van toepassing.
2. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit voor de vereffening van haar vermogen nodig is.
3. De vereffening geschiedt door het bestuur. De vereffenaars dragen zorg voor de inschrijving van de ontbinding in het register bedoeld in artikel 16 lid 3.
4. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht.
5. Een eventueel batig saldo van de ontbonden stichting wordt, in overleg met de raad van toezicht, zoveel mogelijk aan een rechtspersoon met een doel, dat zoveel mogelijk overeenkomt met het doel van de stichting, uitgekeerd.
6. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de stichting gedurende zeven jaren berusten onder diegene, die ten tijde van het besluit tot ontbinding van de stichting secretaris van het bestuur was.
Artikel 18 - Reglementen
1. Het bestuur is bevoegd na verkregen goedkeuring van de raad van toezicht reglementen vast te stellen waarin onderwerpen welke niet of niet volledig in deze statuten zijn vervat worden geregeld. Het bestuur is bevoegd reglementen te allen tijde, na verkregen goedkeuring van de raad van toezicht, te wijzigen.
2. Een reglement mag niet met de wet of de statuten in strijd zijn.
Artikel 19 - Slotbepaling
1. In alle gevallen, waarin zowel de wet als deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur.
2. Onder schriftelijk wordt in deze statuten ook e-mailberichten verstaan.
3. Het eerste boekjaar van de stichting eindigt op 31 december 2012.