Prestatieafspraken 2021
De Arnhemse Woonprincipes 2025
Prestatieafspraken 2021
Ondertekening
In dit document leggen we de prestatieafspraken vast tussen:
1. Gemeente Arnhem, rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder de heer R. H. M. Paping gemachtigd door de bur- gemeester, handelend namens het College van Burgemees- ters en Wethouders, hierna te noemen: 'de gemeente'.
2. Stichting Portaal, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de xxxx X. Xxxxx namens de directeur-bestuurder de heer X.X. xxx xxx Xxxx hierna te noemen: 'Portaal'.
3. Vivare, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de directeur- bestuurder de heer W.J.M. Angenent, hierna te noemen: 'Vivare'.
4. Stichting Volkshuisvesting Arnhem, rechtsgeldig vertegen- woordigd door de directeur-bestuurder mevrouw X. X. X. xxx Xxxxx, hierna te noemen: 'Volkshuisvesting Arnhem'.
Portaal, Vivare en Volkshuisvesting Arnhem gezamenlijk ook te noemen: 'cor- poraties'.
5. De Brug Huurdersbelangenvereniging, vertegenwoordigd door mevrouw X.X. xxx xxx Xxx, hierna te noemen: ‘De Brug HBV’.
6. Huurders Organisatie Portaal Arnhem, vertegenwoordigd door de heer X.X. xxx Xxxxx, hierna te noemen: ‘HOP Arn- hem’.
7. Huurdersorganisatie Volkshuisvesting Arnhem, vertegen- woordigd door de heer A.P. Diepstraten, hierna te noemen: ‘HOVAR’.
De Brug HBV, HOP Arnhem en HOVAR, gezamenlijk ook te noemen: ‘huur- dersorganisaties’.
Gemeente, corporaties en de huurdersorganisaties gezamenlijk ook te noe-
men: ‘partijen’ of aangeduid als ‘we’.
Partijen werken vanuit de gezamenlijk gedragen Arnhemse Woonprincipes 2025 (te noemen ‘Woonprincipes’), vastgesteld in december 2015, het Volks- huisvestelijk kader, vastgesteld in juli 2019 en de in april 2019 vastgestelde Arnhemse Aanpak Wijkgerichte Energietransitie. Daarnaast heeft de gemeen- teraad op 8 juli 2020 het Plan van Aanpak Woningbouwontwikkeling vastge- steld. De wijkgerichte energietransitie in Arnhem wordt de komende jaren sa- men met inwoners en partners vormgegeven. In Arnhem doen wij het samen, eerlijk, betrouwbaar en betaalbaar voor iedere Arnhemmer.
Deze prestatieafspraken 2021 zijn geldig vanaf 1 januari 2021 na onderteke- ning door alle partijen. De afspraken hebben betrekking op de concrete acti- viteiten voor 2021, met een doorkijk naar vier jaar. De afspraken worden jaarlijks herijkt. Bij fusies dragen de partijen er zorg voor dat in deze overeen- komst gemaakte prestatieafspraken door de nieuwe rechtspersoon worden overgenomen. Deze overeenkomst kan alleen met instemming van alle par- tijen worden ontbonden.
Deze overeenkomst is ondertekend op 9 december 2020 te Arnhem.
Gemeente Arnhem: R. H. M. Paping
Portaal: X. Xxxxx namens X.X. xxx xxx Xxxx
Vivare: W.J.M. Angenent
Volkshuisvesting: X. X. X. xxx Xxxxx
De Brug HBV: X.X. xxx xxx Xxx
HOP Arnhem: X.X. xxx Xxxxx
HOVAR: A.P. Diepstraten
Inhoudsopgave
I Eén stad door afspraken op stadsniveau 10
Waar we gezamenlijk voor staan 10
Onze Inzet voor de komende 5 jaar 10
Waar we gezamenlijk voor staan 14
Onze inzet voor de komende 5 jaar 14
Waar we gezamenlijk voor staan 19
Onze inzet voor de komende 5 jaar 20
II Veerkrachtige wijken door gebiedsgerichte afspraken 23
Waar we gezamenlijk voor staan 23
Onze inzet voor de komende 5 jaar 25
III Bouwen aan vertrouwen door samenwerken en open communicatie 27
Waar wij gezamenlijk voor staan 27
Onze inzet voor de komende 5 jaar 27
Inleiding
Ruim honderd jaar sociale huisvesting in Arnhem
Al ruim honderd jaar dragen de gemeente, de woningcorporaties en de huurders in Arnhem bij aan een samenleving waar iedereen fatsoenlijk en betaalbaar kan wonen. Waar niemand wordt uitgesloten en waar de plek waar je woont niet bepalend is voor de kansen die je krijgt. Er veranderde natuurlijk wel veel gedurende die eeuw. Keer op keer werden de partijen geconfronteerd met nieuwe uitdagingen. Honderd jaar geleden ging het daarbij voornamelijk om het bieden van meer kwaliteit in wonen. Na de tweede wereldoorlog heerste er woningnood en ging het vooral om aantallen nieuwe woningen. In de jaren zeventig van de vorige eeuw ging het over stadsvernieuwing, later ging het op de VINEX-locaties weer over aantallen en vijftien jaar geleden werd de wijkaanpak als meest urgent gevoeld.
Iedere tijd kende zijn eigen opgave, waar de partijen in de volkshuisvesting gezamenlijk de schouders onder zette. Het resultaat mag er zijn. Niet voor niets wordt Xxxxxxxxx in het Canon van de Nederlandse volkshuisvesting een levend museum van de geschiedenis van de sociale volkshuisvesting genoemd.
Opgaven en onzekerheden voor 2021 en verder
Ook nu zijn er meerdere grote vraagstukken in de sociale huisvesting. Het gaat natuurlijk over het woningtekort, het gaat over betaalbaarheid, duurzaamheid en over de leefbaarheid in de zwakke wijken. Die opgaven zijn stuk voor stuk urgent en belangrijk, maar niet alles kan tegelijkertijd en in dezelfde mate. Voor de finan- ciële positie van de in Arnhem werkzame woningcorporaties geldt wat de ministeries van BZK, EZK, Financiën samen met Aedes recent berekende voor de Neder- landse volkshuisvesting als geheel: ze zijn stabiel, maar onder de huidige condities hebben ze onvoldoende financiële ruimte voor de benodigde en geambieerde nieuwbouw, verduurzaming en leefbaarheid. Alle drie de woningcorporaties onderschrijven de intenties die in deze prestatieafspraken zijn verwoord volop, doen wat maximaal mogelijk is en zijn daarop aanspreekbaar, maar zijn wel gehouden aan de wettelijk vastgestelde financiële ratio’s.
Alle bij deze prestatieafspraken betrokken partijen kennen onzekerheden. Als we de afspraken voor 2021 opstellen weten we bijvoorbeeld nog niet wat de conse- quenties zijn van Corona op de woningmarkt en op de economie als geheel. Ook politiek gezien is de situatie onzeker. Begin 2021 zijn er verkiezingen, waar wonen een prominente rol lijkt te gaan krijgen. Het is op het moment dat deze prestatieafspraken worden getekend dan ook onduidelijk onder welke financiële en juridi- sche condities de door de lokale partijen beoogde ambities vorm en inhoud gaan krijgen. Essentieel is dat als een van de partijen een afspraak niet kan nakomen, ze daarover in gesprek gaat met de andere partijen, de situatie toelicht, inzichtelijk maakt wat – eventueel met hulp van de anderen - wel kan. Daarbij blijven de inten- ties gehandhaafd, maar wordt – na overleg – de actie geherformuleerd.
Prestatieafspraken
Sinds een jaar of vijfentwintig maken de woningcorporaties, gemeenten en huurders prestatieafspraken over wat ze als de belangrijkste Arnhemse opgaven op het gebied van wonen zien en welke bijdrage eenieder daaraan gaat leveren. De laatste jaren werken de drie partijen samen onder het motto: ‘eerlijk, betrouwbaar en betaalbaar voor iedere Arnhemmer’. Ze hebben de opgaven beschreven in door alle partijen gedragen Arnhemse Woonprincipes. Het gaat over ‘duurzaam betaal- baar’, ‘wonen-zorg-welzijn’, ‘wijken met identiteit’ en ‘duurzaamheid’. Dat werkte de afgelopen jaren goed, maar de ambities gaan verder.
De Arnhemse woonprincipes zijn voor de komende jaren onveranderd van belang, maar in de voorbereiding richting de prestatieafspraken voor 2021 waren de partijen het erover eens dat dat op drie punten verbetering mogelijk is. Inhoudelijk willen de partijen bovenal meer aandacht voor de toenemende verschillen tussen gebieden, met name op het gebied van leefbaarheid. In een aantal wijken ervaren de bewoners veel overlast en onveiligheid. De situatie is hier de laatste jaren verslechterd en bij ongewijzigd beleid verbetert deze niet. Omdat andere gebieden wel verbeteren, dreigt een tweedeling in de stad. Dit willen partijen kost wat kost voorkomen.
Ook de samenwerking tussen de partijen kan beter. De laatste jaren gebeurde er veel in de sociale huisvesting, zowel in de praktijk als in de wetgeving. Dat heeft ertoe geleidt dat er soms onduidelijkheid is ontstaan over de rolopvattingen, over de wettelijke en over de financiële mogelijkheden. Er is behoefte aan meer dui- delijkheid en hernieuwd bondgenootschap. Ten slotte is er een wens om de opbouw van de prestatieafspraken wat te veranderen, waarin zowel aandacht is voor de overeengekomen intenties achter de afspraken (‘welke film maken we met elkaar”) als voor de afspraken zelf (‘wie doet wat in de volgende scène”).
Deze drie verbeterwensen hebben geresulteerd in een vernieuwde opzet van de prestatieafspraken die starten bij het hoger doel met bijbehorende doelstellingen die vervolgens via drie hoofdstrategieën wordt uitgewerkt in wederkerige afspraken tussen de zeven partijen met concrete acties voor 2021 (Figuur 1Figuur 1. Voor alle afspraken geldt dat bij de uitwerking alle partijen betrokken worden. Echter is de partij waar de afspraak bij staat vermeld de aangewezen trekker voor deze afspraak.
Het hogere doel: Betaalbaar en duurzaam wonen, in een leefbare stad
De concept prestatieafspraken die nu voorliggen beginnen met een hoger doel, waarin krachtig wordt geformuleerd wat de drie partijen drijft. Zo’n hoger doel
wordt ook wel eens ‘de bedoeling’ genoemd en kan - als het goed is - meerdere jaren mee. Uit de woonprincipes en uit de voorbereidingen van de prestatieafspra- ken voor 2021, komt duidelijk naar voren dat de Arnhemse partijen uiteindelijk willen bijdragen aan betaalbaar en duurzaam wonen in een leefbare stad. Deze ambitie raakt de kern van de uitdaging waar de Arnhemse sociale huisvesting nu voor staat.
Maar wat verstaan we onder betaalbaar, duurzaam en leefbaar? Als we dat niet concretiseren, dan weten we ook niet wanneer we succesvol zijn. Dan kan het voorkomen dat de ene partij heel erg tevreden is met een resultaat, waar de ander ontevreden over is. Bovendien wil ook de rest van de stad – de bewoners, de politie, de organisaties in de zorg, welzijn en onderwijs, ondernemers en alle andere partners - weten waaraan wij werken. Met de doelstellingen wordt aange- toond in welke mate we gezamenlijk het hogere doel waarmaken. Ze kunnen worden gezien als onze gezamenlijke beloften aan elkaar en aan de stad.
In Arnhem onderscheiden we drie lijnen (strategieën) waarlangs we de komende jaren ons hoger doel willen realiseren. De eerste heeft betrekking op stadsbrede afspraken, de tweede gaat over het gebiedsgericht werken en de derde over de samenwerking tussen partijen.
1. Eén stad, door afspraken op stadsniveau
We blijven de komende jaren werken aan een ongedeelde stad, door jaarlijks prestatieafspraken te maken over de ontwikkeling van de onderleggers van goede hedendaagse sociale huisvesting. Deze afspraken hebben betrekking op de gehele stad. De afspraken die zijn volbracht zijn niet opnieuw opgenomen. Andere af- spraken hebben een update gekregen. Soms omdat er voortgang is geboekt en we toe zijn aan de volgende fase, soms omdat de omstandigheden wijzigden (zoals wetgeving) en soms omdat we als partijen inmiddels nieuwe (gedeelde) inzichten hebben. We hebben voor ieder van de stadsbrede afspraken beschreven waar we als partijen naar streven, waar we nu staan, wat de gezamenlijke inzet is de komende vijf jaren en wat we concreet van eenieder verwachten. De stadsbrede afspra- ken zijn geordend naar de elementen van de bovenliggende ambitie: Betaalbaar wonen, Duurzaam wonen en Leefbare stad.
2. Veerkrachtige wijken door aanzet tot gebiedsgerichte afspraken
Het accent op veerkrachtige wijken geven we in de nieuwe afspraken vorm in een apart deel met gebiedsgerichte afspraken. Dit is een verandering ten opzichte van de opbouw van voorgaande jaren. In dit deel beschrijven we via gebiedsgerichte afspraken hoe wij werken aan veerkrachtige wijken met een eigen identiteit in een ongedeelde stad. We hebben afgesproken dat we de komende jaren voor alle wijken aanvullend op de stadsbrede afspraken een gebiedsgerichte aanpak zullen formuleren, waarin concreet wordt langs welke route de partijen waar nodig overlast gaan verlagen en de veiligheid gaan verhogen. Wanneer dat de stedelijke afspraken raakt, moet een oplossing worden gevonden, soms op termijn, om de effecten van de gebiedsstrategie te kunnen accepteren. In die zin zijn de stads- brede afspraken kaderstellend voor de gebiedsgerichte aanpak.
In 2021 wordt voor een select aantal wijken verkend wat uit oogpunt van veerkracht en leefbaarheid nodig en haalbaar is en wat dat betekent voor de stadsbrede afspraken. Hierbij wordt nadrukkelijk aangesloten bij de lopende programma’s (o.a. Arnhem-Oost-aanpak, versnellingswijken, ontwikkelperspectieven en aardgas- vrije wijken (zie voor een volledig overzicht bijlage 1) De gebiedsgerichte afspraken hebben daarbinnen in het bijzonder betrekking op de wijken waar de overlast hoog en de leefbaarheid laag scoort, bij een toenemend aantal kwetsbare bewoners.
3. Xxxxxx aan vertrouwen door samenwerken en open communicatie
De partijen beseffen terdege dat om anno 2021 resultaten te bereiken in de sociale huisvesting nauwe samenwerking essentieel is. De opgaven zijn complex en niemand maakt het verschil alleen. Het is belangrijk dat partijen integraal blijven kijken naar de opgave en niet slechts op thema’s afwegingen maken. De woning- corporaties, de gemeente en de huurderorganisaties vinden het daarom belangrijk om te blijven investeren in de samenwerking. Dat vraagt bovenal duidelijkheid over rolopvattingen, over de financiële situatie, over wat er speelt en wie wat doet. We zetten in op een open communicatie.
Figuur 1 - Het hogere doel, de doelstellingen, de strategieën en de afspraken in samenhang
Groeimodel
Met de prestatieafspraken 2021 willen de woningcorporaties, de huurdersorganisaties en de gemeente Arnhem behouden wat goed was, maar ook invulling geven aan de benoemde verbeterambities. Zowel op de inhoud als vorm maken we in deze prestatieafspraken voor 2021 een verbeterslag. Echter, niet alles is in 2021 volledig uitgewerkt. We zien de prestatieafspraken de komende jaren als een groeimodel. We blijven de komende jaren verbeteren.
I Eén stad door afspraken op stadsniveau
Waar we gezamenlijk voor staan
Er zijn en blijven voldoende betaalbare sociale huurwoningen beschikbaar voor de inwoners die hierop vanwege hun inkomen zijn aangewezen.
Huidige situatie
De drie corporaties Vivare, Portaal en Volkshuisvesting bezitten op 01/01/2021 25.600 huurwoningen in Arnhem. Hiervan zijn (op basis van streefhuren) ruim 21.800 zelfstandige huurwoningen bereikbaar en bij mutatie beschikbaar voor de doelgroep die afhankelijk is van huurtoeslag (huur tot 2e aftoppingsgrens- volgens definitie kernvoorraad). Het aantal woningen waarvoor huurders een huidige huur betalen die lager ligt dan de 2e aftoppingsgrens is op 01/12/2020 21.382 zelf- standige woningen. De snelheid van de gewenste toename van het aantal woningen met een huur tot de 2e aftoppingsgrens conform de vastgestelde streefhuren is mede afhankelijk van het aantal mutaties en het tempo van realisatie van nieuwbouw.
Onze Inzet voor de komende 5 jaar
Ontwikkeling van de sociale huurvoorraad
De gezamenlijke inzet is om het aantal, voor de doelgroep, betaalbare woningen de komende jaren te laten groeien. Op basis van de huidige inzichten in de ontwik- keling van de regionale woningmarkt heeft Arnhem tot 2030 een extra woningbehoefte van in tenminste 7.500 woningen. In het PvA woningbouwontwikkeling heeft de gemeente Arnhem afgesproken 30% van de zachte plancapaciteit te realiseren in het sociale huursegment, met hiervoor de corporaties als premium part- ner. De corporaties zijn– mits financieel verantwoord - bereid deze ontwikkelopgave te realiseren. Deze ontwikkelopgave wordt voornamelijk ingevuld voor de doelgroep 1 en 2 persoons huishoudens, maar ook wordt rekening gehouden met de locatie en de wens tot differentiatie in de wijk. Randvoorwaardelijk hierbij is dat de benodigde plancapaciteit door gemeente gewaarborgd wordt.
Met de nieuwbouw van sociale woningen wordt het aanbod sociale huur uitgebreid en wordt de kwalitatieve mismatch tussen de woningvraag en -aanbod vermin- derd. Deze mismatch tussen vraag en aanbod wordt steeds groter. Dit is enerzijds het gevolg van het groeiend aantal kleine huishoudens die tot de doelgroep van de woningcorporatie behoort. Anderzijds komen er de komende jaren juist veel grote eengezinswoningen vrij welke op dit moment bewoond worden door oude- ren. Het beschikbare product kan echter prima worden ingezet voor de duurdere huur of goedkope koop. Het oplossen van de mismatch vraagt om een integrale benadering van de woningmarkt (zowel huur als koop). De partijen spreken af hier gezamenlijk in op te trekken en de transformatie op een goede wijze vorm te geven. Daarmee draagt de invulling van de 30% plancapaciteit bij aan het vergroten van doorstroming, het creëren van inclusieve wijken, het creëren van woningen voor kleine huishoudens en huurwoningen voor huishoudens met bescheiden middeninkomens.
Onzekerheden op de woningmarkt en economische onzekerheden vragen om een vinger aan de pols en een flexibele adaptieve programmering gericht op te reali- seren plannen. Door het monitoren van de planvoorraad, de bouwproductie en de huishoudensontwikkeling wordt jaarlijks met elkaar vastgesteld of de plancapaci- teit nog aansluit bij de woningbouwbehoefte, dan wel naar boven of naar beneden moet worden bijgesteld. Dat geldt ook voor de ontwikkeling van factoren die
bepalend zijn voor de investeringscapaciteit van de corporaties, zoals de huurstroom, de ontwikkeling van de bouwkosten, de overheidsheffingen en de financie- ringsvoorwaarden.
Door deze manier van programmeren zijn plannen gemakkelijker aan te passen aan veranderende omstandigheden zonder dat dit leidt tot vertraging. Deze werk- wijze vraagt dat er steeds voldoende potentiële bouwplannen klaarliggen om vertraging en uitval zoveel mogelijk te beperken.
Om de gevraagde groei uit het woningbehoefteonderzoek Arnhem waar te kunnen maken blijft project specifieke afstemming over de financiële haalbaarheid van projecten van groot belang. In deze financiële haalbaarheid zijn naast onderlinge afspraken over product/doelgroep, locaties/grondprijs en de regie ook externe factoren van belang. Zo is bijvoorbeeld de RVV-subsidie noodzakelijk om een haalbare ontwikkeling van sociale huurwoningen onder de 1e aftoppingsgrens te realiseren.
Oog voor woonlasten en CO2 reductie
Huurdersorganisaties, woningcorporaties en gemeente Arnhem willen armoede tegengaan door te voorkomen dat huurders worden geconfronteerd met te hoge woonlasten. Er is sprake van te hoge woonlasten als de huur en de energiekosten in combinatie met het inkomen, huurtoeslag en dergelijke) zo hoog zijn dat de bewoner onvoldoende geld overhoudt om in de meest noodzakelijke levensbehoefte te voorzien (definitie NIBUD/PBL).
In dit licht is een bijzonder punt van zorg dat er nog steeds een groeiende groep huurders (met een laag inkomen) is die een te hoog percentage van het inkomen aan energie besteedt. Hiernaast heeft de gemeente Arnhem vanuit haar programma Nemia 2020-2030 de doelstelling om CO2 uitstoot terug te brengen.
Gemeente en corporaties hebben daarom, tezamen met een groot aantal andere partijen, een aanpak ontwikkeld om energiearmoede en CO@ uitstoot te vermin- deren. Het doel is om tot eind 2023 2.500 tot 3.000 huishoudens, zowel corporatiewoningen als particuliere woningen, met een laag inkomen, wonende in matig tot slecht geïsoleerde woningen te ondersteunen in het verlagen van hun energierekening.
De basisafspraak voor 2021 is dat de gemeente, de corporaties en de huurdersvertegenwoordigingen zich committeren aan de hierboven beschreven inzet en daarop onderling aanspreekbaar zijn. Ter ondersteuning van deze basisafspraak spreken partijen voorts af dat zij in 2021 zullen zorgdragen voor de volgende con- crete prestaties:
Gemeente
Ontwikkeling van de sociale huurvoorraad
In de ruimtelijke ontwikkelstrategie van de gemeente en bij de instrumenten waarmee zij invloed kan uitoefenen op de realisatie daarvan, speelt de gemeente actief faciliterend in op een groei van het aantal sociale huurwoningen in Arnhem.
G1. Ten behoeve van de gewenste continue bouwproductie op de lange termijn is het nodig om tijdig zicht te hebben op toekomstige potentiële bouwlocaties.
Daarom zorgt de gemeente voor een totale planvoorraad tot en met 2030 van 130% van de woningbehoefte, bestaande uit zowel voldoende “harde”
plannen waarvoor het bestemmings-/omgevingsplan reeds is vastgesteld, als voldoende zachte plannen waarvoor de planvorming nog plaatsvindt.
G2. Om corporaties in positie te kunnen brengen op locaties breidt de gemeente in 2021 haar instrumentarium uit:
o De gemeente betrekt de corporaties tijdig bij de programmering.
o De gemeente deelt periodiek de geactualiseerde lijst met harde en zachte plancapaciteit met de corporaties.
o De gemeente ontwikkelt een doelgroepenverordening woningbouw en onderzoekt de mogelijkheid om e.e.a. op te nemen in de anterieure over- eenkomsten.
o De gemeente vraagt met ingang van 2021 een ontwikkelende partij een intentieverklaring op te stellen met een toegelaten instelling die de inten- tie heeft de sociale huurwoningen te exploiteren en/of te beheren.
o De gemeente organiseert een lokale ontwikkeltafel/stadsakkoord voor het gesprek met corporaties en ontwikkelaars over het realiseren van 30% sociale huurwoningen op nieuwbouwlocaties.
G3. De gemeente Arnhem neemt de regie om, in overleg met de vereniging woonwagenbewoners Arnhem, samen met de corporaties te komen tot het verder uitvoeren van afspraken uit plan van aanpak Woonwagenlocaties. In 2021 werken partijen aan:
o de beleidsmatige uitwerking waaronder het formaliseren van de toewijzingssystematiek en het voldoen aan passende huisvesting.
o door middel van het nader uitwerken van twee pilotlocaties komen tot definitieve overeenstemming over (financiële) voorwaarden van samen- werking en uitbreiding van woonwagenlocaties met de woningcorporaties.
G4. In het geval dat met name de externe factoren (zoals bijvoorbeeld de RVV-subsidie) wijzigen die van invloed zijn op de financiële haalbaarheid van pro- jecten, gaan partijen met elkaar in overleg over de effecten hiervan. Partijen spannen zich gezamenlijk in om voorwaarden en uitgangspunten bij te stellen om de opgave sociale woningbouw alsnog te realiseren.
Oog voor woonlasten
G5. De gemeente neemt de regie voor een gezamenlijke uitwerking van de gedeelde intentie om te hoge woonlasten te voorkomen, waarbij de volgende drie vragen als leidraad dienen:
o Wanneer is er concreet sprake van te hoge woonlasten?
o Waar doet dit zich (naar alle waarschijnlijkheid) voor?
o Welke afspraken maken we over wie wat doet om die situaties te verhelpen?
G6. De gemeente neemt de regie in de uitvoering van de gezamenlijke aanpak bestrijding energiearmoede en richt zich bij het uitvoering geven aan de eerste tranche mede op huurders woonachtig in een corporatiewoning met energielabel E, F, G. Het streven is om dit in het eerste kwartaal van 2021 voor te leggen aan de gemeenteraad.
Corporaties
Ontwikkeling van de sociale huurvoorraad
In de portefeuillestrategie, het huurbeleid en het toewijzingsbeleid streven de corporaties naar een betere kwantitatieve en kwalitatieve match tussen vraag en aanbod in het sociale huursegment en in het huursegment voor lagere middeninkomens.
C1. De corporaties nemen als uitgangspunt dat de huidige omvang van de zelfstandige sociale huurvoorraad, evenals de bereikbare woningvoorraad voor de doelgroep die afhankelijk is van huurtoeslag, minimaal behouden blijft. Hiertoe monitoren ze de ontwikkeling van de voorraad als gevolg van verhuizingen,
huurbeleid, woningtoevoegingen en woningafnames. Een tijdelijke verandering van de omvang van de sociale huurwoningen wordt besproken door par- tijen.
C2. De corporaties zijn bereid de 30% sociaal te bouwen, daarbij is in de meerjarenramingen 2021 e.v. uitgegaan om ca. 1.700 woningen toe te voegen tot 2030. De corporaties bepalen in onderling overleg wie welk aandeel hierin krijgt. Partijen herijken de aantallen jaarlijks in overleg op basis van nieuwe marktinzichten en financiële mogelijkheden in relatie tot andere afspraken.
C3. De corporaties werken gezamenlijk beleid uit waarbij de beschikbaarheid voor de andere, niet primaire doelgroepen in acht worden gehouden. De lande- lijke politiek werkt aan een verruiming van de vrije toewijzingsruimte van 10 naar 15%. Als het parlement hiermee instemt dan willen de corporaties ge- bruik kunnen maken van de wettelijke ruimte dat maximaal 15% toewijzingen boven de EU-doelgroepgrens per corporatie is toegestaan. Deze ruimte gebruiken corporaties als de situatie in een wijk of buurt daar aanleiding toe geeft of wanneer dit vanwege herhuisvesting bij sloop/nieuwbouw nodig is.
C4. Portaal en HOP Arnhem hebben de volgende afspraak. In 2021 past Portaal een inkomensafhankelijke huurverhoging toe van inflatie + maximaal 2% voor hogere inkomens (> € 43.574, prijspeil 2020). Waarbij de huur nooit hoger zal worden dan € 900,- . Portaal toont aan dat de extra inkomsten die deze maatregel oplevert, worden aangewend voor extra investeringen in de gemeente Arnhem in nieuwbouw en/of verduurzaming van de bestaande voorraad. De extra huuropbrengsten als gevolg van de inkomensafhankelijke huurverhoging worden niet betrokken in de huursombenadering als bedoeld in art. 54 lid 2, aanhef en onder de Woningwet. Huurders met betalingsproblemen kunnen altijd terecht bij Portaal voor hulp. We zoeken per huurder naar een passende oplossing.
C5. De corporaties werken onder regie van gemeente mee aan de uitvoering van het plan van aanpak Woonwagenlocaties.
Oog voor woonlasten
C6. De corporaties doen mee met de gezamenlijke uitwerking van de gedeelde intentie om te hoge woonlasten te voorkomen;
C7. De corporaties doen mee in de uitvoering van de gezamenlijke aanpak energiearmoede en passen de aanpak actief toe in hun communicatie en geplande duurzaamheidsprojecten. Er wordt geen extra financiële bijdrage van de corporaties hiervoor gevraagd.
Huurdersorganisaties
Ontwikkeling van de sociale huurvoorraad
H1. De huurdersorganisaties, in dit geval de vereniging Woonwagenbewoners werken onder regie van de gemeente mee aan de uitvoering van een plan van aanpak Woonwagenlocaties
Oog voor woonlasten
H2. De huurdersorganisaties doen mee met de gezamenlijke uitwerking van de gedeelde intentie om te hoge woonlasten te voorkomen; H3. De huurdersorganisaties doen mee in de uitvoering van de gezamenlijke aanpak energiearmoede.
Waar we gezamenlijk voor staan
Partijen werken samen aan een stad met voldoende levensloopbestendige woningen waarin mensen in een gezonde, comfortabele (en betaalbare) woning kunnen wonen met een beperkte CO2-footprint. Dat vraagt om woningen met een beperkte energievraag, afgestemd op de lokale ecologische structuur, gebouwd van duurzame, weinig belastende materialen en gevoed door CO2 neutrale energiebronnen.
Context/Meerjarenopgave
In 2019 is het nationale klimaatakkoord gesloten. Het klimaatakkoord is in samenwerking met heel veel partijen (industrie, landbouw, overheden, woningbouwcor- poraties) tot stand gekomen en omvat afspraken over maatregelen met als einddoel om in 2050 CO2 neutraal te zijn. Als tussendoel is om in 2030 49 % CO2 reduc- tie te realiseren. Eén van de onderdelen van het klimaatakkoord omvat de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Dit betekent een transformatie opgave tot goed geïsoleerde woningen en gebouwen, die we met duurzame warmte verwarmen en waarin we schone elektriciteit gebruiken of bij voorkeur zelf opwekken.
De regierol voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving ligt bij de gemeente. Corporaties hebben een belangrijke rol bij deze transitie.
De gemeente Arnhem heeft hoge ambities op het gebied van energie en duurzaamheid. De ambities, koers en actieprogramma zijn vastgesteld in het programma
‘New Energy made in Arnhem 2020-2030’ (NemiA 2020-2030, vastgesteld op 29 januari 2020).
Huidige situatie
Gemeente en corporaties en ook vele andere partijen werken aan een route om het vastgoed in Arnhem CO2 neutraal te maken richting 2050. Een derde van de Arnhemse woningvoorraad is corporatiebezit waardoor corporaties een belangrijke rol spelen in de energietransitie. Hoewel de corporaties de ambitie van de gemeente onderschrijven en zich hiervoor met overtuiging inzetten, waarschuwen de corporaties dat het binnen de huidige financiële condities niet mogelijk is om de doelstelling van een volledig CO2 neutrale woningvoorraad in 2050 te realiseren. Belangrijke reeds bereikte mijlpalen zijn:
• De corporaties werken aan de hand van het Aedesconvenant door aan het verbeteren van de energieprestatie van hun woningen. Het opwekken van energie door middel van het plaatsen van zonnepanelen op daken van corporatiewoningen is inmiddels verankerd in het beleid. Nieuwbouwwoningen worden zonder gasaansluiting opgeleverd. Tevens zijn er eerste pilots aangaande alternatieve warmteopwekking met natuurlijke bronnen op wijkniveau.
• Naar aanleiding van de, onder regie van de gemeente, opgestelde warmteverkenning hebben de gemeente en corporaties afspraken gemaakt om zich aan- gaande de aardgasvrije opgave eerst te richten op een drietal (deel)wijken of buurten. In deze wijken zijn de partijen gestart met onderzoek naar de technische en financiële haalbaarheid van energieconcepten als alternatief voor aardgas. Vervolg hierop is draagvlak creëren onder de woningeneigenaren en huurders, hiertoe zullen partijen samen optrekken.
• De gemeente Arnhem heeft voor de duurzaamheidsopgave een campagne ontwikkeld; Arnhem AAN gericht op inwoners en ondernemers van Arnhem. Diverse partijen, waaronder de corporaties, communiceren reeds onder de vlag van Arnhem AAN.
Onze inzet voor de komende 5 jaar
De gemeente, de Arnhemse corporaties en hun huurdersorganisaties werken verder aan een route om de woningen van corporaties zo ver mogelijk CO2 neutraal te maken richting 2050. De route kent drie parallelle sporen:
1. Energietransitie: partijen willen in drie wijken de haalbaarheid onderzoeken om belangrijke (eerste) stappen te zetten in de overgang van het gebruik van tradi- tionele warmtebronnen (aardgas) naar nieuwe warmtebronnen, op weg naar CO2 neutrale woningen in 2050.
2. Energiegebruik: partijen willen het energieverbruik onder huurders (en daarmee ook hun woonlasten) verder reduceren door enerzijds de energieprestaties van de bestaande woningvoorraad te verbeteren en anderzijds de energiebewustwording bij huurders te verhogen.
3. Klimaatadaptatie: partijen willen anticiperen op verdere klimaatveranderingen door maatregelen te nemen die gericht zijn op het verminderen en waar moge- lijk afremmen van toenemende hittestress, wateroverlast en droogte.
Naast de invloed van het wonen op het milieu, hebben partijen ook oog voor de mogelijke invloed van de woning op de gezondheid van bewoners.
4. Een gezonde woning is vrij van hinderlijk vocht en schimmel en heeft een goede luchtkwaliteit. Vocht en schimmel en de luchtkwaliteit in woningen kunnen verschillende oorzaken hebben. Het kan zijn dat de oorzaak ligt in de bouwkundige staat van de woning, het materiaalgebruik, in de grondwaterstand maar ook in het gebruik van de woning door bewoners. Niet zelden betreft het een combinatie van factoren. De partijen delen de bezorgdheid over de overlast en ge- zondheidsproblemen die bewoners door vocht en schimmel kunnen ervaren. Partijen haken onder andere aan bij de initiatieven van Rijk en landelijke organisa- ties om de inzet op voorkomen/oplossen van vocht en schimmel te optimaliseren.
Op ieder van deze sporen wordt gezocht naar het optimum tussen investering, verbetering van de energieprestatie en betaalbaarheid voor de huurder. Iedere corporatie houdt de ruimte om daar deels haar eigen keuze in te maken. Investeringsbesluiten op het gebied van duurzaamheid zullen partijen zoveel mogelijk nemen in het licht van deze wettelijke verplichtingen en ambities. De duurzaamheidsinvesteringen zijn onderdeel van een wijkgerichte aanpak en wordt het in samenhang met investeringen in andere thema’s gewogen. Per wijk/gebied zullen partijen een gezamenlijk beeld ontwikkelen van de beste duurzaamheidsstrategie waarbij duurzaamheidsinvesteringen optimaal bijdragen aan onze doelstellingen op het gebied van de energietransitie, het laag houden van de woonlasten en de leefbaarheid van wijken.
De basisafspraak voor 2021 is dat de gemeente, de corporaties en de huurdersvertegenwoordigingen zich committeren aan de hierboven beschreven inzet en daarop onderling aanspreekbaar zijn. Ter ondersteuning van deze basisafspraak spreken partijen voorts af dat zij in 2021 zullen zorgdragen voor de volgende con- crete prestaties:
Gemeente
Energietransitie
G7. De gemeente zal met inbreng van de corporaties en andere stakeholders de transitievisie warmte opstellen, waarbij het uitgangspunt de betaalbaarheid van de eindgebruiker is. Op basis van de laagste maatschappelijke kosten, de CO2 impact per buurt, planningen van de gemeente en de corporaties en bestaande initiatieven in de stad wordt een keuze gemaakt voor de wijken en gebieden waar we de komende jaren aan de slag gaan met de warmtetransi- tie. Voor deze "kansrijke" wijken wordt samen met bewoners en stakeholders een uitvoeringsplan gemaakt. In de participatie met bewoners worden wijk- gesprekken georganiseerd en wordt de campagne Arnhem AAN (xxx.xxxxxxxxx.xx) en het energieloket ingezet. De gemeente legt de Transitievisie Warmte, uiterlijk eind 2021 voor aan het college van B&W.
G8. Bij nieuwe initiatieven van de gemeente om gemeentelijk vastgoed aardgasvrij te maken en aan te sluiten op het stadswarmtenet of een andersoortige warmtebron, zal afstemming met de corporaties plaatsvinden. Dit om zoveel mogelijk samen op te trekken in het vinden en openhouden van haalbare alternatieven voor de gehele wijk.
G9. Partijen vinden het krachtig om vanuit één centraal platform Arnhem AAN te communiceren en te informeren over de energietransitie om inwoners (w.o. huurders van corporaties) energiebewust te maken. De gemeente is trekker en corporaties leveren input voor de doelgroep huurders aan dit platform.
Energieverbruik
G10. Er is nog steeds een groeiende groep huurders (met een laag inkomen) die een te hoog percentage van het inkomen aan energie besteedt. Energiebewust- wording onder huurders en het aanzetten tot besparen is een gezamenlijke inzet van corporaties, gemeente en de huurdersorganisaties ter voorkoming van (verdere) energiearmoede. Gezamenlijk werken en investeren partijen om energiebewustwording onder en besparing door huurders voort te zetten. Dit betekent samen projecten draaien, en de inzet van tools
Klimaat adaptieve maatregelen, circulariteit en stimuleren van de biodiversiteit
G11. De gemeente formuleert een 'Strategie Klimaatadaptatie Arnhem 2020-2030' en organiseert commitment bij benodigde partijen, waaronder de woning- corporaties, door uiterlijk 2021 een intentieverklaring 'Samen werken aan een klimaatadaptieve stad' te ondertekenen. Onderdeel van de intentieverkla- ring is het voornemen om begin 2021 te komen tot een gezamenlijke uitvoeringsagenda.
De gemeente en het Platform Arnhem Klimaatbestendig zullen partijen actief ondersteunen in de realisatie van de genoemde afspraken onder meer door de inzet van bestaande subsidieregelingen, waar mogelijk gemeentelijke middelen en een actieve rol in het zoeken naar subsidies bij provincie, Rijk en Europa.
G12. De gemeente werkt de afspraken die naast biodoversiteit en klimaatadaptatie in de woondeal zijn gemaakt over circulair bouwen verder uit in een 'brede aanpak circulariteit' voor de gemeente Arnhem. In de Woondeal is afgesproken dat bij nieuwbouwplannen partijen zich inspannen om minimaal voor 25% circulair te ontwikkelen en dat zal worden bekeken op welke manier we versneld aan de doelstellingen van 2030 kunnen voldoen van 50% circulair gebruik. In het vervolgproces in 2021 worden deze doelstellingen nader uitgewerkt in samenspraak met de corporaties en andere betrokkenen, zoals projectont- wikkelaars en aannemers.
Gezond wonen
G13. De drie partijen bepalen na de themabijeenkomst in december ’20 en op basis van de monitoring (C17) door de corporaties, welke aanpak ‘vocht en schim- melproblematiek’ nodig is en welke extra activiteiten de partijen in 2021 gaan organiseren in het kader van gezond wonen.
G14. De gemeente geeft via haar eigen kanalen de voorlichting aan alle bewoners van Arnhem op het gebied van voorkomen van schimmel. Dit gebeurt in over- leg met de corporaties en de huurdersorganisaties.
Corporaties
Energietransitie
C8. Bij nieuwe initiatieven van corporaties om hun woningbezit aardgasvrij te maken en aansluiten op het warmtenet van Vattenfall of een andersoortige warmtebron zal afstemming met de gemeente plaatsvinden. Dit om zoveel mogelijk samen op te trekken in het vinden en openhouden van haalbare alter- natieven voor de gehele buurt en/of wijk.
C9. Naast een complexmatige aanpak voor de toepassing van zonnepanelen in duurzaamheidsprojecten, nemen corporaties initiatieven voor een individueel aanbod voor de huurders om te kunnen voorzien in eigen opwek en het verlagen van de CO2 footprint en de woonlasten. Dit kan echter verschillen per complex onder meer doordat daken binnen nu en 10 jaar vervangen moeten worden, panden op de nominatie staan gesloopt te worden of te worden uitgepond óf indien de warmtestrategie van de wijk, het complex, om een andere maatregel vraagt/ energieopwekking voorziet.
• Volkshuisvesting plaatst de komende 10 jaar op ongeveer 2.000 geselecteerde woningen zonnepanelen
• Vivare biedt haar huurders ter verlaging van de woonlasten situationeel tegen een beperkte financiële vergoeding zonnepanelen aan. Het betreft circa
2.000 woningen in 2021 en 2022 verdeeld over het werkgebied van Vivare (aantal in Arnhem begin 2021 bekend). Dit zijn complexen waar Vivare verwacht de komende jaren geen duurzaamheidsmaatregelen uit te voeren. Samen met de huurdersverenigingen wordt de communicatie naar huur- ders uitgewerkt.
• Portaal is reeds in 2019 gestart met de uitvoering van het zonnestroomproject Zonnig Portaal met als voornemen om zoveel mogelijk zonnepanelen te
plaatsen op reeds geselecteerde en geschikte woningen. Thans zijn er 3.790 zonnepanelen geplaatst. Door aanvullend budget en onderzoek bekijkt Portaal voor 2021 de mogelijkheden om op nog meer woningen in Arnhem zonnepanelen te plaatsen.
C10. Indien een huurder eigen zonnepanelen op zijn huurwoning wil plaatsen, verlenen de corporaties (onder voorwaarden) medewerking. Financiering hiervan zal ook voor huurders door de gemeente worden ondersteund via de Toekomstbestendig wonen lening, dan wel door de corporaties binnen haar eigen beleid worden aangeboden.
C11. Waar huurders van woningen die d.m.v. een warmtenet worden verwarmd en voorzien van warm water, nog koken op gas en daarvan af willen, onder- steunen de corporaties dit initiatief door samen met de bewoners te onderzoeken of een afsluiting van deze woning technisch mogelijk is. Daarnaast wordt gekeken naar de benodigde afspraken over de dekking van de afsluitkosten die het netwerk in rekening moet brengen (wettelijk) en de vergoeding van kosten voor technische aanpassingen in de woning. Voor woningeigenaren heeft de gemeente een pioniersbijdrage ontwikkeld om tegemoet te komen in de kosten om het aardgas af te sluiten. Corporaties en gemeente zullen zich in overleg met de huurdersorganisaties inspannen een soortgelijke bijdrage te ontwikkelen voor huurders die van het aardgas af willen.
Energieverbruik
C12. Terugdringen van de energievraag heeft bij de energietransitie de eerste prioriteit bij de corporaties. De corporaties zetten in 2021 de volgende stappen bij het verduurzamen van hun woningvoorraad met als doel het bezit in 2023 gemiddeld op Energie Index 1.40 (label B) te krijgen, conform landelijke afspra- ken:
• Volkshuisvesting. In de periode 2020-2021 wordt gestart met de verduurzaming van 1.097 woningen naar gemiddeld EI 1.2 (label A of beter). De prog- nose totale portefeuille gemiddeld EI 1.40 (label B) is 2023.
• Portaal. Portaal heeft reeds de doelstelling gerealiseerd en zit nu al gemiddeld op een EI van 1,38 en ligt op koers om eind 2024 op een EI van 1,21
(bijna gelijk aan label A) uit te komen. Projecten die hieraan bijdragen zijn onder meer de geplande renovatie- en transformatieprojecten in Presikhaaf, Arnhem-Centrum en in Vredenburg.
• Vivare. Huidige EI voor bezit in Arnhem <1.40. (doelstelling gerealiseerd). Er blijft aandacht voor het verder verduurzamen van de voorraad bij groot- onderhoud. In 2021 en 2022 aanpak van ruim 500 woningen in Geitenkamp/Statenkwartier.
C13. Bij de realisatie van nieuwbouwprojecten door corporaties wordt de technische en financiële mogelijkheid onderzocht om de woningen energieneutraal te realiseren i.p.v. de wettelijke gestelde BENG-eisen
C14. Er is nog steeds een groeiende groep huurders (met een laag inkomen) die een te hoog percentage van het inkomen aan energie besteedt. Energiebewust- wording onder huurders en het aanzetten tot besparen is een gezamenlijke inzet van corporaties, gemeente en de huurdersorganisaties ter voorkoming van (verdere) energiearmoede. Gezamenlijk werken en investeren we om energiebewustwording onder en besparing door huurders voort te zetten. Dit betekent samen projecten draaien, en de inzet van tools.
Klimaat adaptieve maatregelen en stimuleren van de biodiversiteit
C15. De corporaties onderschrijven de ambities van de 'Strategie Klimaatadaptatie Arnhem 2020-2030' en zijn bereid een intentieverklaring 'Samen werken aan een klimaatadaptieve stad' te ondertekenen. Daarmee verklaren zij zich samen met de gemeente en andere partijen in de stad te zullen inzetten om begin 2021 te komen tot een gezamenlijke uitvoeringsagenda. Van deze agenda zullen de onderstaande afspraken onderdeel uitmaken.
C16. Corporaties gaan zich bij renovatie, transformatie en nieuwbouw (de natuurlijke momenten) inzetten om in hitte- en wateroverlastgevoelige gebieden de mogelijkheden te onderzoeken om woningen klimaatbestendiger te maken. Dit kan onder meer door: het aandeel verhard oppervlak te verminderen en te beperken, mede door huurders hierbij te stimuleren en faciliteren. Door bij wisseling van huurder(s) niet te verlangen dat de tuin in de oorspronkelijke staat wordt teruggebracht en dus groen wordt verwijderd, daarbij is wel de randvoorwaarde dat de boom, heester en/of haag geen schade mag aanrichten aan het vastgoed of een risico is voor de bewoners (dit is staand beleid van de corporaties). En onder meer door bij nieuwbouw tuinen niet volledig te betegelen (dit is staand beleid van de corporaties). Door hemelwater van de riolering af te koppelen en door natuurinclusief te bouwen en biodiversiteit te bevorderen.
Het toepassen van klimaatbestendige maatregelen gaat altijd in overleg met en waar mogelijk met inzet van hun huurders. Speciale aandacht gaat uit naar hittebestendige maatregelen in en aan woningen van huurders met een kwetsbare gezondheid (zoals ouderen en chronisch zieken).
C17. Corporaties zien erop toe dat bomen op hun percelen niet zonder zwaarwegende redenen worden gekapt.
Gezond wonen
C18. Corporaties hebben oog voor de aanpak van vocht en schimmel bij verduurzamingsingrepen. Bijvoorbeeld door het creëren van goede ventilatiemogelijk- heden, zodat door duurzaamheidsmaatregelen als betere isolatie geen problemen ontstaan met het binnenklimaat. Corporaties doen een analyse van wat er speelt en pakken aan wat geconstateerd wordt. Naast een projectmatige aanpak zetten corporaties zich volledig in voor een adequate aanpak inciden- ten/individuele gevallen. De corporaties monitoren het aantal ontvangen meldingen en bespreken de bevindingen in het tripartite overleg (G26)
C19. De corporaties geven via haar eigen kanalen voorlichting aan de huurders over het voorkomen van schimmel.
C20. Begin december 2020 volgt een themabijeenkomst voor de driepartijen PA over vocht en schimmelproblematiek. De corporaties coördineren deze bijeen- komst samen met het ministerie van BZK. De drie partijen bepalen na de themabijeenkomst in december 2020 welke extra activiteiten de partijen in 2021 gaan organiseren in het kader van het thema gezond wonen: aanpak vocht en schimmelproblematiek.
Huurdersorganisaties
Energiebewustwording
H4. Er is nog steeds een groeiende groep huurders (met een laag inkomen) die een te hoog percentage van het inkomen aan energie besteedt. Energiebewust- wording onder huurders en het aanzetten tot besparen is een gezamenlijke inzet van corporaties, gemeente en de huurdersorganisaties ter voorkoming van (verdere) energiearmoede. Partijen werken samen om de energiebewustwording onder en besparing door huurders voort te zetten. Dit betekent samen projecten draaien, en de inzet van tools.
Klimaat adaptieve maatregelen, circulariteit en stimuleren van de biodiversiteit
H5. Huurdersorganisaties gaan zich samen met de corporaties inzetten voor het ontstenen van tuinen door huurders actief te stimuleren om hun tuin te ver- groenen en hen waar mogelijk te faciliteren. De gemeente Arnhem en het Platform Arnhem Klimaatbestendig zullen hierbij ondersteunen, waarbij kennis vanuit Stichting Steenbreek wordt meegenomen.
Gezond wonen
H6. Huurdersorganisaties denken mee aan hoe bewoners het best geïnformeerd kunnen worden over gezond wonen. Via hun eigen kanalen ondersteunen zij ook de corporatie in het informeren van bewoners. Ook wordt bekeken of dit een mogelijk thema is voor een nieuwe huurdersdag.
Waar we gezamenlijk voor staan
Partijen werken samen aan een stad waarin alle inwoners op een prettige manier samenleven en meedoen. Bijzondere aandacht gaat naar kwetsbare, minder zelfredzame mensen door hen een goede kans te geven op passende huisvesting en op voorzieningen zodat zij (zo lang als mogelijk is) zelfstandig kunnen wonen en in goede harmonie met hun buurtgenoten. Wij streven er samen naar dat niemand in Arnhem onder de brug hoeft te slapen.
Huidige situatie
In Arnhem zijn diverse groepen kwetsbare mensen. Een groeiende groep ouderen wil en moet langer zelfstandig wonen. GGZ-instellingen kunnen nog maar voor een beperkte groep ook huisvesting bieden. Ook andere kwetsbare doelgroepen (w.o. dak- en thuislozen, ex-gedetineerden) doen vaker en langer een beroep op sociale huisvesting. Kenmerkend voor deze groepen is dat de vraag naar huisvesting vaak urgent is. Tegelijkertijd zien we een ‘mismatch’ tussen de vraag (meestal kleine woningen) en het aanbod.
We constateren een groei van het aantal ‘verwarde personen’ in buurten. Corporaties en gemeente hebben afspraken over een zorgvangnet en de aanpak van overlastsituaties via het OZO; deze is echter met name gericht op de zwaardere situaties.
Onze inzet voor de komende 5 jaar
Leefbaarheid
Leefbaarheid omvat een veelheid aan facetten. Je kan hierbij denken aan veiligheid en het tegengaan van overlast. Daarnaast gaat het ook om het krijgen van de juiste ondersteuning op het gebied van inkomen en zorg. Ook zijn er randvoorwaarden die dit alles mogelijk maken, denk hierbij aan de inrichting van de openbare ruimte en welzijn in zijn algemeenheid. Een wijk of buurt kent dragers en vragers, hierbij is een bepaald evenwicht noodzakelijk.
Bijzondere doelgroepen
Partijen zetten zich in om het mogelijk te maken dat bewoners op een passende wijze kunnen wonen en samenleven. Dit vraagt om bijzondere aandacht voor mensen die rondom het wonen om welke reden dan ook hulp en/of zorg nodig hebben, tijdelijk of permanent. Deze aandacht richt zich zowel op de huisvesting (passend en gespreid) als op het wonen zelf, zoals het (zorg- en welzijnsaanbod in de directe omgeving, afspraken over interventies bij woonoverlast en zorgsigna- len. De gedeelde intentie is om hierbij ook aandacht te geven aan preventieve maatregelen ter voorkoming dat (kwetsbare) huurders een beroep moeten doen op voorzieningen (aanpak schulden, 2e kans beleid, voorlichting, aanpak criminaliteit).
De visie op wonen en zorg zal dit jaar meer duidelijkheid geven in wat Arnhem op het gebied van bijzondere doelgroepen nodig heeft zodat per 2022 de afspraken op dit gebied nog beter en verder uitgewerkt kunnen worden. Hierbij houden we rekening met de uitkomsten van het doelgroepenonderzoek dat Companen in 2020 heeft uitgevoerd.
Afspraken voor 2021
De basisafspraak voor 2021 is dat de gemeente, de corporaties en de huurdersvertegenwoordigingen zich committeren aan de hierboven beschreven inzet en daarop onderling aanspreekbaar zijn. Ter ondersteuning van deze basisafspraak spreken partijen af dat zij in 2021 zullen zorgdragen voor de volgende concrete prestaties:
Gemeente
Bijzondere doelgroepen
G15. In 2021 stelt de gemeente een Woon-zorgvisie vast waar de huisvestingsvraag en aanbod voor kwetsbaren onderdeel van uitmaken. Een deel van deze Woon-zorgvisie heeft betrekking op huurwoningen en huurders. Dit gedeelte wordt uitgewerkt met huurdersorganisaties en corporaties.
G16. In 2020 of 2021 start de woon-/verhuiscoach met de eerste fase van de opdracht. Op basis hiervan wordt tripartiet besloten of het zinvol is de volgende fase in te zetten.
G17. We constateren een groei van het aantal ‘verwarde personen’ in buurten. Voor overlast gevende situaties is een breed palet aan instrumenten beschik- baar. Signalen van ernstige problematiek en overlast worden besproken in het OZO (overleg Zorg en Overlast), de OGGZ-tafel of het Veiligheidshuis. Voor lichtere casussen is er het sociale wijkteam, zij werken vraaggericht en gaan niet ongevraagd op huisbezoek Vanaf 2021 is het weer mogelijk om 'bemoei- zorg' breder in te zetten, er is een meldpunt acute zorg. De gemeente monitort of het beschikbaar instrumentarium afdoende is.
G18. In 2021 sluit de gemeente een WMO-convenant met de corporaties met daarbij aandacht voor financiële verantwoordelijkheid en behoud van grote maat- schappelijke investeringen. Hiervoor onderzoekt de gemeente samen met de corporaties of en onder welke voorwaarden de in woningen en woongebou- wen aan te brengen en aangebrachte (uitgebreide) WMO-voorzieningen ook voor opvolgende huurders gebruikt kunnen worden. Er wordt gezorgd dat input vanuit de doelgroep en de huurdersorganisaties meegenomen kan worden door een bijeenkomst te organiseren.
G19. Gemeente spant zich in om Sociale Wijkteams in te zetten voor de follow-up van door de corporatie gesignaleerde problemen achter de voordeur.
G20. Gemeente neemt in 2021 het initiatief voor een bijeenkomst om met partijen de gevolgen van de Corona-crisis op deze presentatieafspraken van de Co- rona-crisis. Voor zover mogelijk wordt hiervoor aangesloten bij bestaande kennis en initiatieven.
Corporaties
Leefbaarheid
C21. Elke woningcorporatie zet zich in rondom leefbaarheid, passend binnen het wettelijke maximum van €131,37 (prijspeil 01-01-2020) per DAEB-eenheid. Vivare besteedt ca. €50 per DAEB-wooneenheid extra bovenop de wettelijke norm aan leefbaarheid in de gemeente Arnhem. Het leefbaarheidsbudget wordt besteed aan:
- Woonmaatschappelijk werk, huismeesters/buurtbeheerders ter voorkoming en aanpak overlast;
- Interventies die bijdragen aan ‘schoon, heel en veilig’ zoals het plaatsen van poorten, verlichting, opschoondagen en camera’s;
- Ondersteuning van initiatieven voor-, door- en met bewoners.
- Inzet van extra personeel in de kwetsbare wijken met minder veerkracht in (zoals Immerloo).
Bijzondere doelgroepen
C22. In het verlengde van de nieuwe woon/zorgvisie gaan de corporaties in gesprek met de beheerder van het woningverdelingssysteem (Entree) om levens- loop geschikte woningen makkelijker vindbaar te maken en meer onder de aandacht te brengen van de specifieke doelgroep. De input van huurdersorgani- saties wordt hierbij nadrukkelijk meegenomen. Daarnaast wordt Xxxxxx uitgenodigd voor een informatiebijeenkomst aan de partijen.
C23. Corporaties zetten (bijdragen aan) lopende initiatieven zoals Housing First, Meldpunt Ontruimingen, Vroeg Erop af, Stichting Kruispunt en Stichting Stoe-
lenproject de Duif voort die eraan bijdragen dat ‘in Arnhem niemand onder de brug hoeft te slapen’.
C24. In 2021 sluiten de corporaties een WMO-convenant met de gemeente met daarbij aandacht voor financiële verantwoordelijkheid en behoud van grote maatschappelijke investeringen. Hiervoor onderzoeken de corporaties samen met de gemeente of en onder welke voorwaarden de in woningen aange- brachte (uitgebreide) WMO-voorzieningen ook voor opvolgende huurders gebruikt kunnen worden.
• Corporaties houden woningen die in grote mate zijn aangepast vanuit WMO bij voorkeur beschikbaar voor doelgroepen die hieraan behoefte hebben, en bieden die aan woningzoekenden met een passende indicatie.
C25. De corporaties zetten maximaal 20% van de mutaties (conform huisvestingsverordening) in voor lokaal maatwerk ten behoeve van specifieke doelgroepen of experimenten ter bevordering van de leefbaarheid. Corporaties helpen doelgroepen via rechtstreekse toewijzing.
• De corporaties stellen jaarlijks maximaal 120 woningen (als onderdeel van de 20% maatwerk/rechtstreekse toewijzing), onder bepaalde condities, beschikbaar voor de huisvesting van de uitstroom uit intramurale zorginstellingen.
• De maximale inzet voor lokaal maatwerk staat onder druk. De inzet wordt per kwartaal gemonitord. Op het moment dat de 20% onvoldoende lijkt te zijn gaan de corporaties en gemeente samen op zoek naar een passende oplossing.
C26. Corporaties grijpen groot onderhouds- en renovatie/herstructureringsmomenten aan om ook meteen achter de voordeur te komen als de leefbaarheidssi- tuatie in de wijk daarom vraagt. Samen met de gemeente (TLO) wordt er (per project) een plan van aanpak gemaakt met daarbij afspraken over rol, inzet en middelen. De huurdersorganisaties worden geïnformeerd over de voortgang.
C27. De corporaties leveren, naast andere aanbieders, in gezamenlijkheid een bijdrage aan het realiseren van de gemeentelijke taakstelling voor statushouders.
Dit maakt geen deel uit van het lokaal maatwerk. De verdeling onder de drie Arnhemse corporaties is: Volkshuisvesting 50% van het aantal personen, Vivare 30% en Portaal 20%. Daarbij is aandacht voor spreiding.
II Veerkrachtige wijken door gebiedsgerichte afspraken
Waar we gezamenlijk voor staan
De afspraken op het gebied van betaalbaar wonen, leefbare stad en duurzaam wonen gelden voor de stad, maar komen concreet samen in de wijken van Arnhem. Daar liggen de kansen, denk aan locaties om op te bouwen (zie Woondeal), om de woningen te isoleren en om bijvoorbeeld de openbare ruimte te vergroenen.
Daar liggen ook de bedreigingen, zoals wijken waar de overlast toe- en de veiligheid afneemt. Wij zien een opgave om in al de 24 wijken van Arnhem de kansen optimaal te benutten. Iedere wijk heeft zijn eigen krachten en zwakten, kent zijn eigen kans- of probleemanalyse en vraagt dus ook zijn eigen unieke strategie om de grote opgaven in samenhang op te pakken.
Daarbij verdient ons gezamenlijke streven naar leefbare wijken een nadere beschouwing en in het bijzonder ons streven naar ‘veerkrachtige wijken’. Een leefbare wijk is een wijk waar het veilig is, waar de overlast beperkt is, waar voldoende voorzieningen beschikbaar zijn en waar mensen zich thuis voelen. Voor de leefbaar- heid is het belangrijk dat wijken tegen een stootje kunnen. Het gaat ons immers niet alleen om hoe de leefbaarheid nu is, maar ook in de nabije toekomst. Daarom werken wij aan veerkracht van wijken. Veerkracht staat voor het vermogen van een wijk om mee te bewegen met de gewenste en ongewenste, de verwachte en onverwachte ontwikkelingen. Uit landelijk onderzoek is gebleken dat de veerkracht van veel corporatiewijken onder druk staat, omdat daar de concentratie van kwetsbare bewoners toeneemt.
Huidige situatie Leefbaarheid en Veerkracht
De stadsbrede afspraken bieden kansen om In heel Arnhem met wijken aan de slag te gaan. De beoogde toename van de sociale huurvoorraad vraagt om nieuw- bouw (woondeal) en de transformatie naar CO2 neutraal en klimaatvriendelijk wonen om investeringen in de bestaande voorraad. Beide bieden kansen om de veerkracht van wijken die onder druk staan structureel kunnen verbeteren. En dat is ook nodig.
Op het gebied van leefbaarheid en veerkracht zijn er grote verschillen tussen de wijken. In delen van Arnhem staat de leefbaarheid onder druk. Daarnaast zijn er ook vrij veel wijken in Arnhem waar de leefbaarheid zwak of net voldoende is. De gebieden waar de leefbaarheid onvoldoende of zwak is, zijn meestal ook de ge- bieden waar de corporaties veel woningen verhuren. Landelijk gezien, blijken gebieden met veel corporatiebezit zich minder gunstig te ontwikkelen dan gebieden met weinig of geen corporatiebezit. Het aandeel kwetsbare bewoners neemt meer toe in de gebieden met veel corporatiebezit, evenals de problemen rond over- last en onveiligheid. In Arnhem is deze trend ook zichtbaar. Om die reden is Arnhem Oost met de ‘Arnhem-Oost-aanpak’ één van de 16 pilotgebieden in het Rijks- programma ‘Leefbaarheid en Veiligheid’
In wijken waar een toename van kwetsbare bewoners samengaat met een toename van de overlast en een afname van de veiligheid, is de veerkracht in het geding. Daar wordt de leefbaarheid niet alleen laag beoordeeld, maar daar is ook een grote kans dat de situatie verder gaat verslechteren. Ook hierbij gaat het met name om wijken in Arnhem Oost. Zie de rode vlekken op de signaleringskaart (Figuur 2). Deze wijken zijn bij de gemeente, de corporaties en de huurdersvertegenwoordi- gers bekend als wijken die de komende jaren bijzondere aandacht moeten krijgen.
In andere wijken is de leefbaarheid op dit moment niet in het geding is maar de veerkracht wel. In deze wijken is de urgentie maatregelen te treffen zoals in de hiervoor genoemde niet-veerkrachtige wijken minder, maar ook deze wijken vragen aandacht. Voorkomen moet worden dat wijken in een vervalspiraal geraken.
Tenslotte kent Arnhem veel wijken waar de leefbaarheid hoog scoort en die ook veerkrachtig zijn (zie groene delen van de signaleringskaart, Figuur 2). Juist omdat deze wijken veerkrachtig zijn kunnen ze voor de stad een bijzonder waardevolle rol vervullen. Hier leidt een toename van kwetsbare bewoners – bijvoorbeeld als gevolg van lagere huren, aanbieden woonzorgconcepten en directe bemiddeling bijzondere doelgroepen - immers niet tot meer overlast en minder veiligheid. Ze kunnen hierin de contramal zijn voor de aanpak van de minder veerkrachtige delen van de stad.
Figuur 2 – Signaleringskaart Veerkracht Arnhem 2012-2018 (Circusvis/In.Fact.Research 2020)
Onze inzet voor de komende 5 jaar
De komende jaren willen de woningcorporaties, de gemeente Arnhem en de huurdersorganisaties de meest effectieve maatregelen kunnen nemen om de veer- kracht van wijken te versterken. Uitgangspunt daarbij is het streven naar wijken met een eigen identiteit, als onderdeel van een ongedeelde stad. Daarbij speelt niet alleen de verduurzaming een rol, maar ook de bouwopgave, de situatie op het gebied van leefbaarheid en de veerkracht van wijken.
Partijen erkennen dat een sterke concentratie van kwetsbare bewoners de veerkracht van een wijk onder druk zet. Bij het kiezen van de juiste aanpak per wijk gaat het onder meer over maatregelen die zijn gericht op het omgaan met hoge concentraties kwetsbare bewoners en maatregelen die betrekking hebben op het tegen- gaan van die concentraties. In beide categorieën wordt nagegaan welke maatregelen betrekking hebben op het fysieke en welke betrekking hebben op de mensen.
Om te komen tot de optimale mix maatregelen per wijk maken woningcorporaties, de gemeente en de huurdersorganisaties gezamenlijk voor iedere wijk een wijkschets. De wijkschets geeft een bondige beschrijving van de veerkracht van de wijk (wat zien we?) en brengt deze samen in een integrale probleemanalyse (hoe komt dat?). De wijkschets heeft als doel richting te geven op hoofdlijnen en partijen te verbinden. Het dient als startpunt voor nader uit te werken handelingska- ders (wat is nodig). De handelingskaders vormen uiteindelijk het uitgangspunt voor een uitvoeringsagenda per wijk (wat gaan we doen). Met deze aanpak (wijk- schets, handelingskaders, uitvoeringsagenda) sluiten we aan bij de Arnhem-Oost-aanpak, wat ook betekent dat de wijken uit deze aanpak extra aandacht krijgen de komende jaren.
Essentieel is dat bij het kiezen van de meest geschikte strategie per wijk ook de verduurzamingsopgave/-ambities en de in de Woondeal geformuleerde bouwambi- ties worden betrokken. In aantallen te bouwen woningen bieden zowel de veerkrachtige als de niet-veerkrachtige buurten kansen. De invulling van het bouwpro- gramma kan enorm bijdragen aan wijken met een eigen identiteit die allen onderdeel zijn van een ongedeelde stad. Zo ligt het voor de hand in veerkrachtige wijken meer betaalbare woningen te realiseren, dan in niet-veerkrachtige buurten.
De handelingskaders zijn stadsbreed en langjarig leidend voor de aanpak van en inzet in het gebied. Het uitgangspunt is dat stadsafspraken kaderstellend zijn, maar dat deze in wijken waar de veerkracht in het geding is de aanpak niet mag belemmeren.
Afspraken voor 2021
Het is de ambitie om in 2021 van alle (24) Arnhemse wijken een wijkschets op te stellen, voor de wijken met het meest urgente profiel een handelingskader te formuleren en de lessen die worden geleerd te betrekken bij de prestatieafspraken 2022. Bij die lessen kan het onder meer gaan over situaties waar stadsafspraken (HII) worden geraakt.
Gemeente
G21. Onder leiding van de gemeente wordt het in 2020 op basis van de bestaande handelingskaders voor Geitenkamp en Immerloo - ‘t Duifje uitgewerkt in een uitvoeringsagenda vanaf 2021.
G22. Onder leiding van de gemeente wordt in het eerste kwartaal van 2021 samen met de woningcorporaties een wijkschets opgesteld voor de vijf wijken uit de Arnhem-Oost-aanpak waar de veerkracht het meest in het geding is. De input uit de Arnhem-Oost-aanpak wordt meegenomen bij het opstellen van de
wijkschetsen. Aan de hand hiervan wordt voor deze wijken uiterlijk in het tweede kwartaal van 2021 een planning voor het opstellen van handelingskaders opgesteld.
G23. Onder leiding van de gemeente wordt in het eerste kwartaal van 2021 een agenda opgesteld voor de gefaseerde invulling van de overige wijkschetsen met handelingskaders van de stad, waarbij behalve kenmerken op het gebied van leefbaarheid ook andere wijkkenmerken aanleiding kunnen zijn voor de prio- riteit die aan een bepaalde wijk wordt gegeven. (bijvoorbeeld kansen op het gebied van de warmtetransitie en de Woondeal).
G24. De gemeente draagt bij aan het opstellen van de wijkschetsen en handelingskaders.
Corporaties
C28. De woningcorporaties dragen bij aan het opstellen van de wijkschetsen en handelingskaders.
C29. De woningcorporaties nemen de vastgestelde handelingskaders als langjarig uitgangspunt voor handelen.
Huurdersorganisaties
H7. De huurdersorganisaties dragen bij aan het opstellen van de wijkschetsen en handelingskaders.
H8. De huurdersorganisaties nemen de vastgestelde handelingskaders als uitgangspunt voor langjarig handelen.
III Bouwen aan vertrouwen door samenwerken en open communicatie
Waar wij gezamenlijk voor staan
De huurdersorganisaties, de woningcorporaties en de gemeente koesteren een natuurlijk bondgenootschap voor de sociale huisvesting van Arnhem. Partijen tonen lef en zijn bereid om over eigen grenzen heen te stappen om op gezamenlijke doelen resultaat te behalen.
Huidige situatie
Met het de laatste jaren veranderde juridische (Woningwet) en financiële kader (o.a. verhuurdersheffing en Huurtoeslag) is soms onduidelijkheid gerezen over de positie van de andere partij. Het is bij de drie partijen niet altijd duidelijk wat kan, wat mag en met welke consequenties. De drie partijen erkennen elkaars positie en autonomie, maar weten dat het bijdraagt aan een effectieve en plezierige samenwerking als er inzicht is over hoe de andere partijen naar de volkshuisvesting kijken (rolopvatting/waarden), wat de ander wil bereiken (ambities/doelen), wat er nog meer speelt waarmee rekening moet worden (overlegstructuren/aanpa- lende beleidsterreinen) en over welke financiële en juridische mogelijkheden (middelen) er zijn.
Onze inzet voor de komende 5 jaar
De ambitie is te blijven investeren in het natuurlijk bondgenootschap van de drie partijen in de Arnhemse sociale huisvesting.
Het gezamenlijk en met aandacht opstellen van prestatieafspraken is een goed voorbeeld en tevens resultaat van dat natuurlijk bondgenootschap. Het proces van het gezamenlijk opstellen van prestatieafspraken leidt tot meer verbondenheid en onderlinge samenwerking tussen partijen. Gemeente, corporaties en huurders- organisaties weten elkaar steeds beter te vinden en willen deze positieve ontwikkeling doorzetten. Elke partij draagt vanuit haar eigen rol bij aan een goede en respectvolle samenwerking, waarbij rekening wordt gehouden met elkaars belangen, verantwoordelijkheden en inzichten. Iedere partij neemt als volwaardig part- ner deel aan het proces. Naast de gezamenlijke tripartite overleggen, hebben partijen ook bilateraal overleg. We betrachten hierbij maximale transparantie.
We spreken af dat we elkaar actief betrekken bij elkaars beleidsvorming op het gebied van wonen. Gemeente, corporaties en huurdersorganisaties zijn bereid tot uitwisseling van (markt)informatie. We zorgen voor een open communicatie over projecten met een wederzijds belang. We monitoren jaarlijks gezamenlijk de voortgang van de prestatieafspraken.
Partijen staan open voor initiatieven van bewoners in de wijk. Met een positieve grondhouding die start met ‘Ja, mits.’ De belofte is om samen recht te doen aan de bedoeling van het initiatief.
Afspraken voor 2021
Gemeente
G25. De gemeente neemt het initiatief tot het Bestuurlijk overleg. Hierin voeren gemeente, corporaties en huurdersorganisatie ten minste drie keer per jaar overleg: bij de monitor van de prestatieafspraken over het voorafgaande jaar (in het voorjaar), bij de voorbereiding van de prestatieafspraken voor het komende jaar (in de zomer), en rond de vaststelling van de prestatieafspraken (najaar). Tijdens deze bijeenkomsten informeren en consulteren partijen elkaar over hun activiteiten en plannen.
G26. De gemeente neemt het initiatief tot een maandelijks “Ambtelijk Overleg”, waarin medewerkers van alle partijen vertegenwoordigd zijn. In dit overleg vindt afstemming plaats over lopende zaken en projecten en is gelegenheid voor bespreking van specifieke thema’s. Waar nodig sluiten ook andere be- leidssectoren aan. Onderwerpen die aan de orde komen zijn:
• Monitoring van de prestatieafspraken.
• Informeren van corporaties en huurdersorganisaties over voorstellen en communicatie richting de gemeenteraad t.a.v. relevante onderwerpen
• Voorbereiding van het Bestuurlijk Overleg
• In 2021 wordt dit overleg geëvalueerd.
G27. De gemeente neemt het initiatief om samen met de huurdersorganisaties en de drie woningcorporaties een bijeenkomst voor de gemeenteraad voor te bereiden over de situatie in de Volkshuisvesting.
G28. De gemeente neemt het initiatief voor de organisatie van minimaal 2 verdiepende sessies in 2021 gericht op het vergroten van de samenhang en integrali- teit in afwegingen tussen verschillende thema’s.
Corporaties
C30. De woningcorporaties nemen het initiatief tot een gecombineerd ambtelijk en bestuurlijk overleg waarbij de financiële en juridische situatie van de corpo- raties wordt toegelicht en besproken.
C31. Daarnaast nemen de corporaties in samenwerking met de huurdersorganisaties het initiatief voor de organisatie van themabijeenkomsten waarin stil
gestaan wordt bij een bepaald onderwerp. In 2021 wordt het thema ‘achter de voordeur’ behandeld.
C32. De gemeente/ corporatie/ huurdersorganisatie neemt het initiatief en is penvoerder voor de uitwerking van de jaarlijkse monitor over het voorafgaande jaar. In gezamenlijkheid bepalen partijen de indicatoren voor monitoring en interpreteren ze de resultaten. Dit wordt vastgelegd in een gezamenlijke voort- gangsrapportage en besproken tijdens het Bestuurlijk Overleg in het voorjaar. De monitor wordt opgebouwd rond de onderwerpen uit deze prestatieaf- spraken. Hierin komen ten minste de volgende onderwerpen aan bod:
• Slaagkansen en actieve zoektijden van verschillende doelgroepen in Arnhem (huurtoeslagdoelgroep, EU-doelgroep, middeninkomens, starters en door- stromers), inclusief effect van passend toewijzen. We brengen bijzondere doelgroepen in beeld.
• Ontwikkeling kernvoorraad; gewenste omvang en samenstelling van de sociale huurvoorraad verdeeld naar prijsklasse (goedkoop; tot en met de kwali- teitskortingsgrens, betaalbaar; tot de aftoppingsgrenzen, middelduur; tot de liberalisatiegrens).
• Realisatietaakstelling vergunninghouders en de effecten die dit heeft op de druk binnen de sociale huursector.
• Verduurzaming van de woningvoorraad.
• Toevoeging van vrijesectorwoningen.
Aan de hand van deze monitor en de invloeden van nieuwe inzichten, nieuw landelijk, gemeentelijk en/of corporatiebeleid worden de prestatieafspraken waar nodig bijgesteld.
Huurdersorganisaties
H9. Huurdersorganisaties zijn voornemens een huurdersdag te organiseren wanneer de maatregelen dit toelaten.
Begrippenlijst
• Arnhem-Oost aanpak: Ook wel genoemd stadsvernieuwing 3.0. De afspraken zijn gemaakt voor wijken met een stapeling van sociaal-maatschappelijke proble- matiek. Specifiek gaat om vijf wijken in Arnhem-Oost: de Malburgen, ’t Broek, Klarendal, Presikhaaf-West en Geitenkamp. Vergeleken met de rest van de stad en regio, en ook landelijk gezien, kennen deze wijken een hogere werkloosheid, een lager opleidingsniveau, kinderarmoede, radicalisering en een grotere ge- voeligheid voor ondermijnende criminaliteit kent. Met deze aanpak is het de bedoeling om deze specifieke wijken naar het gemiddelde Nederlandse niveau te tillen.
• Bereikbare voorraad: alle zelfstandige huurwoningen voor de doelgroep die afhankelijk is van huurtoeslag (inkomensgrenzen prijspeil 1-1-2020):
Huishoudgrootte | Verzamelinkomen | Kale huurprijs per maand |
eenpersoon | ≤ € 23.225 | € 619,01 |
Tweepersoons | ≤ € 31.550 | € 619,01 |
drie- of meer persoons | ≤ € 31.550 | € 663,40 |
• Energiearmoede: Wanneer een huishouden meer dan 10 procent van het besteedbaar inkomen kwijt is aan energiekosten, wordt gesproken van ‘energiear- moede’.
• Handelingskader: Op basis van een wijkschets worden handelingskaders opgesteld. Deze handelingskaders vormen uiteindelijk het uitgangspunt voor een uitvoeringsagenda per wijk (wat gaan we doen). Met deze aanpak (wijkschets, handelingskaders, uitvoeringsagenda) wordt aangesloten bij de Arnhem-Oost- aanpak.
• Sociale huurvoorraad: alle sociale huurwoningen met een huurprijs tot de liberalisatiegrens (€ 737,14 prijspeil 1-1-2020)
• Stadsakkoord: Met een stadsakkoord Wonen faciliteert de gemeente de dialoog en verbindt partijen (ontwikkelaars, beleggers, corporaties, huurdersorganisa- ties, etc.) aan elkaar om tot afspraken te komen. Het betreft een langjarig proces.
• Wijkschets: Een wijkschets geeft een bondige beschrijving van de veerkracht van de wijk (wat zien we?) en brengt deze samen in een integrale probleemana- lyse (hoe komt dat?). De wijkschets heeft als doel richting te geven op hoofdlijnen en partijen te verbinden. Het dient als startpunt voor nader uit te werken handelingskaders (wat is nodig).
• Woondeal: Het Rijk, de provincie Gelderland en 18 gemeenten maken afspraken om samen snel meer woningen te bouwen in de regio Arnhem-Nijmegen. Tot 2025 moeten er 20.000 woningen bijkomen. Op de lange termijn zelfs 50.000 tot 60.000. De Woondeal moet ervoor zorgen dat er sneller en meer betaalbare huur- en koopwoningen worden bijgebouwd. Het versterken van het groene profiel en ook het bereikbaar houden van de regio zijn daarbij belangrijke uit- gangspunten. Daarnaast wordt ingezet op het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid.
Websites
• Bij pagina 13
o xxxxx://xxx.xxxxxx.xx/xxxx_xx_xxxxxx/Xxxxxxxx_xxxxxxx
• Bij pagina 14
• Bij pagina 20
o xxxxx://xxxxxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxx/xxxxxxxx-xxxxxx/xxxxxxxx-xx-xxxxxxxxxxxxxxxx-xxx
o xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xx/
• Bij pagina 21
o xxxxx://xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx/xxxx/xxx-xx-xxxxxxx-xxxxx/
o xxxxx://xxx.xxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxx
o xxxxx://xxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/
o xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/
o Meldpunt ontruimingen Arnhem heeft geen website
• Bij pagina 24