WERKBESTEK
Vraagspecificatie deel 1 (Eisen)
Verbeteren van de glooiingconstructie ter plaatse van de Nieuwe-Annex-Stavenissepolder,
tussen dp 869+57m en dp 921,
met bijkomende werken in de gemeente Tholen.
Zaaknummer: 31051228
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Colofon
Uitgegeven
door:
Ministerie van Infrastructuur en Milieu Rijkswaterstaat Zeeland
Informatie:
Telefoon:
Fax: 0118 – 622 999
Uitgevoerd
door:
Datum: 28 september 2011
Status: Definitief
Versienummer: 1.0
Inhoudsopgave
1 INLEIDING 4
1.1 Objectoverview 4
2 VAN TOEPASSING ZIJNDE DOCUMENTEN 5
2.1 Bindende documenten 5
2.1.1 Normen en richtlijnen 5
2.1.2 Object- en projectspecifieke tekeningen/documenten 5
2.2 Informatieve documenten 6
3 EISEN 7
3.1 INLEIDING 7
3.2 Object eisen 8
3.2.1 Waterkering 8
3.2.2 Buitenberm, bovenbeloop en kruin 8
3.2.3 Glooiingconstructie 9
3.2.3.1 Overlagingsconstructie 9
3.2.3.2 Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 0
3.2.3.3 Geotextiel 11
3.2.3.4 Opensteenasfaltconstructie (OSA-constructie) 11
3.2.3.5 Waterslot en overgangsconstructie 12
3.2.3.6 Onderhoudsstrook 12
3.2.4 Waterremmende onderlaag 12
3.2.5 Voorland 13
3.2.6 Dijkmeubilair en overige constructies 14
3.3 ASPECTEISEN 17
3.3.1 Veiligheid 17
3.3.2 Gezondheid 18
3.3.3 Beschikbaarheid 18
3.3.4 Betrouwbaarheid 18
3.3.5 Vormgeving 18
3.3.6 Omgevingshinder 18
3.3.7 Uitvoering 19
3.3.8 Beheer en onderhoud 20
3.3.9 Toekomstvastheid 20
3.3.10 Sloop 20
3.4 Externe raakvlakeisen 20
3.5 Interne raakvlakeisen 20
4 INFORMATIE 21
4.1 Verificatiemethoden 21
1 Inleiding
1.1 Objectoverview
Het Werk omvat Verbeteren van de glooiingconstructie ter plaatse van de Nieuwe-Annex- Stavenissepolder, tussen dp 869+57m en dp 921, met bijkomende werken in de gemeente Tholen. De lengte van het dijkvak is circa 5200 meter.
De beschrijving van de huidige situatie van de projectlocaties is opgenomen in de Vraagspecificatie Algemeen. Overzichtstekeningen zijn opgenomen in paragraaf 2.1.2.
In de onderstaande figuur 1.1 is de objectenboom opgenomen. In voorliggend document worden de eisen beschreven waaraan het object, in dit geval de waterkering, dient te voldoen.
Waterkering
Buitenzijde dijklichaam
Binnenzijde dijklichaam
Buitenberm, bovenbeloop en kruin
Glooiingsconstructie
Waterremmende onderlaag
Voorland
Dijkmeubilair en overige constructies
Figuur 1.1 Objectenboom waterkering
2 Van toepassing zijnde documenten
2.1 Bindende documenten
2.1.1 Normen en richtlijnen
Normen en richtlijnen met betrekking tot de Vraagspecificatie deel 1 (Eisen) staan in de Technische bijsluiter.
2.1.2 Object- en projectspecifieke tekeningen/documenten
Type | Code | Titel | Datum/ Versie | organisatie |
Tekening | ZLRW-2011-01001 | Situatie bestaand en nieuw van dp869+57m tot dp879 | 25-10-2011 | Zeeweringen |
Tekening | ZLRW-2011-01002 | Situatie bestaand en nieuw van dp879 tot dp887 | 25-10-2011 | Zeeweringen |
Tekening | ZLRW-2011-01003 | Situatie bestaand en nieuw van dp887 tot dp894 | 25-10-2011 | Zeeweringen |
Tekening | ZLRW-2011-01004 | Situatie bestaand en nieuw van dp984 tot dp903 | 25-10-2011 | Zeeweringen |
Tekening | ZLRW-2011-01005 | Situatie bestaand en nieuw van dp903 tot dp912 | 29-11-2011 | Zeeweringen |
Tekening | ZLRW-2011-01006 | Situatie bestaand en nieuw van dp912 tot dp921+5m | 25-10-2011 | Zeeweringen |
Tekening | ZLRW-2011-01007 | Detail situatie verborgen glooiing van dp869+57m tot dp870+28m en van dp878 tot dp879+50m | 25-10-2011 | Zeeweringen |
Tekening | ZLRW-2011-01008 | Dwarsprofiel 1 bestaand en nieuw t.p.v. dp870-01 | 29-11-2011 | Zeeweringen |
ZLRW-2011-01009 | Dwarsprofiel 2 bestaand en nieuw t.p.v. dp870-02 | 28-09-2011 | ||
Tekening | ZLRW-2011-01010 | Dwarsprofiel 3 bestaand en nieuw t.p.v. dp870-03 | 28-09-2011 | Zeeweringen |
Tekening | ZLRW-2011-01011 | Dwarsprofiel 4 bestaand en nieuw van dp869+57m tot dp870+28m | 28-09-2011 | Zeeweringen |
Tekening | ZLRW-2011-01012 | Dwarsprofiel 5 bestaand en nieuw van dp870+28m tot dp875+90m | 28-09-2011 | Zeeweringen |
ZLRW-2011-01013 | Dwarsprofiel 6 bestaand en nieuw van dp875+90m tot dp878 | 28-09-2011 | ||
Tekening | ZLRW-2011-01014 | Dwarsprofiel 7 bestaand en nieuw van dp878m tot dp878+60m | 28-09-2011 | Zeeweringen |
Tekening | ZLRW-2011-01015 | Dwarsprofiel 8 bestaand en nieuw van dp878+60m tot dp881 | 28-09-2011 | Zeeweringen |
Tekening | ZLRW-2011-01016 | Dwarsprofiel 9 bestaand en nieuw van dp881 tot dp888+23m | 28-09-2011 | Zeeweringen |
Tekening | ZLRW-2011-01017 | Dwarsprofiel 10 bestaand en nieuw van dp888+23m tot dp890+57m | 28-09-2011 | Zeeweringen |
Tekening | ZLRW-2011-01018 | Dwarsprofiel 11 bestaand en nieuw van dp890+57m tot dp894 | 28-09-2011 | Zeeweringen |
Tekening | ZLRW-2011-01019 | Dwarsprofiel 12 bestaand en nieuw van dp894 tot dp900+20m | 28-09-2011 | Zeeweringen |
Tekening | ZLRW-2011-01020 | Dwarsprofiel 13 bestaand en nieuw van dp900+20m tot dp903 | 25-10-2011 | Zeeweringen |
Tekening | ZLRW-2011-01021 | Dwarsprofiel 14 bestaand en nieuw van dp903 tot dp910 | 25-10-2011 | Zeeweringen |
Tekening | ZLRW-2011-01022 | Dwarsprofiel 15 bestaand en nieuw van dp910 tot dp918+74m | 28-09-2011 | Zeeweringen |
Tekening | ZLRW-2011-01023 | Dwarsprofiel 16 bestaand en nieuw van dp918+74m tot dp921 | 29-11-2011 | Zeeweringen |
Tekening | ZLRW-2011-01024 | Details | 29-11-2011 | Zeeweringen |
Tekening | ZLRW-2011-01025 | Transportroute | 25-10-2011 | Zeeweringen |
Type | Code | Titel | Datum/ Versie | organisatie |
Tekening | ZLRW-2011-01620 | Dwarsprofielen 100m, bestaand en ontwerp (basis) dp869+58m t/m dp878 | 28-09-2011 | Zeeweringen |
Tekening | ZLRW-2011-01621 | Dwarsprofielen 100m, bestaand en ontwerp (basis) dp878+52m t/m dp887 | 28-09-2011 | Zeeweringen |
Tekening | ZLRW-2011-01622 | Dwarsprofielen 100m, bestaand en ontwerp (basis) dp888 t/m dp897 | 28-09-2011 | Zeeweringen |
Tekening | ZLRW-2011-01623 | Dwarsprofielen 100m, bestaand en ontwerp (basis) dp898 t/m dp907 | 28-09-2011 | Zeeweringen |
Tekening | ZLRW-2011-01624 | Dwarsprofielen 100m, bestaand en ontwerp (basis) dp908 t/m dp916 | 28-09-2011 | Zeeweringen |
Tekening | ZLRW-2011-01625 | Dwarsprofielen 100m, bestaand en ontwerp (basis) dp917 t/m dp921 | 28-09-2011 | Zeeweringen |
Tekening | ZLRW-2011-01626 | Bouwbord | 28-09-2011 | Zeeweringen |
Tekening | ZLRW-2011-01627 | Omleidingsroute fietsverkeer | 28-09-2011 | Zeeweringen |
Tekening | ZLRW-2011-01628 | Details duiktrap | 29-11-2011 | Zeeweringen |
Tekening | ZLRW-2011-01629 | Tekening Xxxxxxxxxxxxx | 00-00-0000 | Xxxxxxxxxxx |
Tekening | ZLRW-2011-01631 | Schoraanvulling | 29-11-2011 | Zeeweringen |
Document | Kritieke puntenlijst | Kritieke punten Stavenissepolder, Nieuwe- Annex-Stavenissepolder v1.1 | 25-10-2011 | Zeeweringen |
Document | Grondonderzoek Stavenissepolder | Grondonderzoek documenten 11A0887 (Indi- catief grondonderzoek Stavenissepolder te Tholen) | 23-09-2011 | Zeeweringen |
Document | Verkennend bo- demonderzoek Nieuweweg | Grondonderzoek 11A0560 (Verkennend bo- demonderzoek Nieuweweg (ong.) te Stavenis- se. | 23-09-2011 | Zeeweringen |
Document | Puntenbestand schoraanvulling | 3D punten bestand bestaande situatie scho- raanvulling | 29-11-2011 | Zeeweringen |
Document | Experiment schel- pen infrezen voor Zeegras | PDF bestand | 29-11-2011 | Zeeweringen |
Document | Foto dijkvak Oud Kempenshofstede- polder | JPG-foto-bestand overgangsconstructie | 29-11-2011 | Zeeweringen |
Bestaande situatie |
De Opdrachtnemer dient zich vóór inschrijving op de hoogte te stellen van de meest actuele situa- tie van het werkgebied. Als ten opzichte van de tekeningen het werkgebied gewijzigd is door in- vloed van getij en/of wind en/of de natuur, dan zijn deze afwijkingen voor rekening en risico van de Opdrachtnemer. |
Toelichting: Bedoeld wordt in deze eis het meer of minder aanwezig zijn van slib/sediment/zand/begroeiing /zwerfvuil op de glooiingconstructie en/of de vooroever ten opzichte van de bestaande situatie zoals aangegeven op de tekeningen. |
2.2 Informatieve documenten
Lijst met informatieve documenten staat in de Vraagspecificatie Algemeen.
3 Eisen
3.1 Inleiding
In deze paragraaf wordt toegelicht hoe de specificatie is opgesteld. Kenmerkend voor deze specifica- tie is de indeling naar diverse soorten eisen en de samenhang tussen de eisen. De eisen vallen uit- een in de volgende typen eisen:
• Objecteisen;
• Aspecteisen;
• Externe en interne raakvlakeisen.
Naast de objecteisen en raakvlakeisen worden aspecteisen geïdentificeerd. Deze beschrijven speci- fieke eigenschappen van het te ontwikkelen systeem, die geen directe bijdrage leveren aan de pri- maire functie.
Aspect | Toelichting | Relevant |
Veiligheid | Xxxxx met betrekking tot veiligheid tijdens realisatie en veiligheid in de gebruiksfase van gerealiseerde objecten, voor zowel de gebruiker als de omgeving. | Ja |
Gezondheid | Nee | |
Beschikbaarheid | Nee | |
Betrouwbaarheid | Nee | |
Vormgeving | Nee | |
Omgevingshinder | Eisen aan stof, geluid, trillingen, en stank tijdens de realisatie en gebruiksfase. Hier- onder valt ook duurzaam bouwen. | Ja |
Uitvoering | Eisen aan de uitvoering van nieuw te bou- wen en de aanpassing van bestaande objec- ten. | Ja |
Xxxxxx en onderhoud | Xxxxx met betrekking tot de beheerbaarheid van objecten en met betrekking tot de be- nodigde instandhoudingsvoorzieningen en relatie met onderhoudsprocessen (onder- houdbaarheid). | Ja |
Toekomstvastheid | Nee | |
Sloop | Nee |
3.2 Object eisen
Overzicht objecten: zie figuur 1.1
3.2.1 Waterkering
<ID> | Constructie eisen |
3.2.1.1 | • Het te realiseren Werk moet voldoen aan de bij dit contract behorende tekeningen. |
Verificatiemethode: M |
<ID> | Uitvoeringseisen |
3.2.1.2 | • De veiligheid van de waterkering dient tijdens de uitvoering te allen tijde te worden gewaarborgd. • In primaire waterkeringen in tijgebied zijn het opbreken van verdedigingswerken en het verrichten van ontgravingen alleen toegestaan in de periode van 1 april tot 1 oktober. De verdedigingswerken moeten 1 oktober weer gesloten zijn. • Het aantal locaties waar gelijktijdig bekleding wordt verwijderd bedraagt maximaal twee stuks. • Bij verwijdering van de bestaande bekleding mag onder het niveau van Xxxxxxxxx Xxxx Water +1,00 meter het dijklichaam over een lengte van maximaal 400 meter (tijdelijk) onbekleed zijn. • Er dient voldoende materiaal en materieel op het Werk aanwezig te zijn om in geval van calamiteiten onbeschermd talud ter plaatse van opgebroken glooiingconstructies te kunnen verdedigen. • Nieuwe bekleding niet afdekken voordat deze zijn ingemeten door de Opdrachtge- ver. Deze worden zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 5 werkdagen na gereed melding, door de Opdrachtgever ingemeten. |
Verificatiemethode: M |
<ID> | Randvoorwaarden materiaal |
3.2.1.3 | • Alle materialen welke zijn benodigd om het Werk uit te kunnen voeren dienen te voldoen aan de eisen gesteld in de Technische Bijsluiter. |
Verificatiemethode: A |
3.2.2 Buitenberm, bovenbeloop en kruin
<ID> | Uitvoeringseisen |
3.2.2.1 | • Het object dient vrij van puin, steen(slag), asfaltresten, geotextiel en dergelijke te worden opgeleverd. • Alle onverharde oppervlakken van het object welke niet zijn voorzien van een geslo- ten grasmat dienen ingezaaid te worden. • De nieuwe grasmat dient 1 jaar na oplevering gegarandeerd een gesloten grasmat te zijn. |
Verificatiemethode: I |
<ID> | Uitvoeringseisen |
3.2.2.2 | • De vegetatie op het object vanaf 15 maart kort houden. • Indien een bestaande grasmat definitief wordt bedekt met grond dient de Opdracht- nemer deze voorafgaand aan de Werkzaamheden te maaien en te frezen. |
• Tijdens het verrichten van de Werkzaamheden mag geen ingraving in het object ge- schieden anders dan aangegeven op tekening. | |
Verificatiemethode: I |
3.2.3 Glooiingconstructie
3.2.3.1 Overlagingsconstructie
<ID> | Constructie eisen gepenetreerde breuksteen |
3.2.3.1.1 | • Een constructie van gepenetreerde breuksteen bestaat uit een vol- en zat of volledig gepenetreerde laag breuksteen waarvan de holle ruimten tussen de breuksteen tot de onderliggende laag volledig gevuld is met gietasfalt. • Indien op tekening staat voorgeschreven dat de gepenetreerde breuksteen moet worden afgestrooid met lavasteen, moet de gepenetreerde breuksteen volledig wor- den ingegoten en de toplaag van lavasteen zodanig worden aangebracht dat deze toplaag 60% van het oppervlak bedekt en voor 50% in de gietasfalt is ingebed en gehecht. • De breuksteen mag maximaal met 50% (volume) te hergebruiken basalt opge- mengd worden. Te hergebruiken gepenetreerde basalt voor verwerking onderling van elkaar scheiden. De basaltzuilen mogen maximaal 25 cm hoog zijn. |
Verificatiemethode: M |
<ID> | Uitvoeringseisen overlagingsconstructie |
3.2.3.1.2 | De Opdrachtnemer dient maatregelen te treffen om te voorkomen dat vogels of passanten in warm gietasfalt of asfaltmastiek terecht komen. |
Verificatiemethode: E |
3.2.3.2 Steenbekledingsconstructie
<ID> | Constructie eisen betonzuilenbekleding |
3.2.3.2.1 | • Alle taluds waarop een nieuwe steenbekleding wordt aangebracht moeten op 2/3 van de steenbekledingstaludhoogte worden voorzien van een tonrondte van 1/100 van de horizontale lengte van het talud. • De steenbekledingsconstructie bestaat uit betonzuilen, met of zonder ECO-toplaag, met een open oppervlak tussen de betonzuilen, aan de bovenzijde van de zuilen gemeten die minimaal 8% en maximaal 15% bedraagt. • Voor de ruimte tussen de betonzuilen geldt dat de middellijn van een cirkel die juist past boven in de openingen tussen zuilen kleiner moet zijn dan 50 mm. • Het open oppervlak tussen de betonzuilen moet volledig gevuld zijn met steenslag. • In een deel van het Werk dienen duurzaam geproduceerde betonzuilen met een MKI-waarde < 8/ton te worden toegepast. Het betreft het deel van het Werk tussen dp 916 en dp 921, met een oppervlakte van circa 7000 m2). In het overige deel van het Werk (totaal oppervlak circa 50000m2 betonzuilen) mogen ook duurzaam ge- produceerde zuilen toegepast worden. Het toepassen van duurzaam geproduceerde zuilen is onderdeel van de EMVI beoordeling. |
Verificatiemethode: M |
<ID> | Uitvoeringseisen betonzuilenbekleding |
3.2.3.2.2 | • Indien er betonzuilen van verschillende samenstelling of vorm worden toegepast dan dienen deze betonzuilen in een aaneengesloten vak te worden toegepast. • Per vak dienen de betonzuilen dezelfde samenstelling of vorm te hebben. |
• Horizontale overgangen tussen betonzuilen van verschillende samenstelling of vorm zijn niet toegestaan. | |
Verificatiemethode: I |
<ID> | Constructie eisen basaltglooiingsconstructie |
3.2.3.2.3 | • De constructie bestaat uit ongestopte basaltzuilen in polygoonverband, waarbij de zuilen minimaal drie raakvlakken op de vlakke zijden hebben en niet met de voet te bewegen zijn. De zuilen bevinden zich op een laag steenslag en zijn zodanig onder- stopt dat de steenzetting geheel vlak en onwrikbaar is. • De basalt wordt ingewassen met steenslag of gepenetreerd met asfaltmastiek. De openingen tussen de zuilen dienen hierbij geheel gevuld te worden. Voordat begon- nen wordt met inwassen of penetreren dienen de openingen tussen de zuilen geheel schoon (gemaakt) te zijn. • Tussen dp 870+28m en dp 875+90m bevinden zich onder de hoogwaterlijn een aantal verzakkingen. De Opdrachtnemer moet op aanwijzing van de Opdrachtgever deze verzakkingen repareren. De Opdrachtnemer dient in zijn aanbieding te rekenen met 400 m2 aan te repareren verzakkingen onder de hoogwaterlijn. Hierin is niet begrepen het herzetwerk aan de bovenzijde van de basalttafel. |
Verificatiemethode: I |
<ID> | Uitvoeringseisen Basalt |
3.2.3.2.4 | De Opdrachtnemer dient te voorkomen dat tijdens het werk de bestaande te handhaven basalt beschadigd raakt. Beschadigingen door de werkzaamheden dienen voor rekening van de Opdrachtnemer te worden hersteld. Voor aanvang van de werkzaamheden dient de Opdrachtnemer een nul opname te verrich- ten van de te handhaven basalt, in overleg met de Opdrachtgever. |
Verificatiemethode: I |
<ID> | Constructie eisen gekantelde blokkenconstructie |
3.2.3.2.5 | • De constructie moet bestaan uit aaneengesloten schone onbeschadigde gekantelde be- tonnen vlakke- of Haringmanblokken die in halfsteens verband zijn geplaatst. De pas- gaten om tot een halfsteens verband te komen dienen volledig gevuld te zijn met op maat gezaagde betonblokken, gietasfalt of asfaltmastiek en afgestrooid te worden met steenslag 2/6 mm. • Tekort komende blokken worden door de Opdrachtgever ter beschikking gesteld in de- pot Nieuw-Vossemeer. Transporten dienen in overleg met de Opdrachtgever plaats te vinden en zijn voor rekening van de Opdrachtnemer. |
Verificatiemethode: I |
<ID> | Constructie eisen koperslakblokken |
3.2.3.2.6 | Niet van toepassing. |
Verificatiemethode: I |
<ID> | Uitvoeringseisen koperslakblokken |
3.2.3.2.7 | Niet van toepassing |
Verificatiemethode: I |
<ID> | Uitvoeringseisen steenbekledingconstructie |
3.2.3.2.8 | Na het inwassen van de steenbekleding mag geen overtollige steenslag achterblijven op het talud of het voorland. |
Verificatiemethode: I |
3.2.3.3 Geotextiel
<ID> | Constructie eisen geotextiel |
3.2.3.3.1 | • De afzonderlijke banen geotextiel mogen evenwijdig aan of haaks op de kruinlijn van het dijklichaam worden aangebracht waarbij bij een evenwijdige ligging de on- derliggende baan over de bovenliggende baan gelegd wordt. • Onderliggende grond moet vrij van scherpe of harde voorwerpen zijn. |
Verificatiemethode: I |
<ID> | Constructie eisen geotextiel |
3.2.3.3.2 | • De overlap tussen twee banen geotextiel dient minimaal 0,50 m te zijn. |
Verificatiemethode: M |
3.2.3.4 Opensteenasfaltconstructie (OSA-constructie)
<ID> | Constructie eisen OSA-constructie |
3.2.3.4.1 | • De OSA-constructie bestaat uit een in één enkele laag aangebrachte OSA die in de lengterichting van de bekleding geen naden bevat in doorgaande taluds en waarbij de dwarsnaden uitgevoerd zijn als rechte las. |
Verificatiemethode: I
3.2.3.5 Waterslot en overgangsconstructie
<ID> | Constructie eisen waterslot en overgangsconstructie |
3.2.3.5.1 | Het waterslot bestaat uit een volledig gepenetreerde breuksteenconstructie die tot 10 cm in de bestaande ondergrond is aangebracht. Ruimten aan weerszijden van de betonband moe- ten volledig gevuld zijn met gietasfalt of asfaltmastiek. |
Verificatiemethode: M |
3.2.3.6 Onderhoudsstrook
<ID> | Constructie eisen onderhoudsstrook |
3.2.3.6.1 | De constructie bestaat uit een asfaltbekleding op een funderingslaag. |
Verificatiemethode: M |
<ID> | Eisen funderingslaag onderhoudsstrook |
3.2.3.6.2 | • De funderingslaag van de onderhoudsstrook dient te bestaan uit één van de volgen- de materialen: a. Hydraulische fosforslak; b. Hydraulisch hoogovenslak; c. Hydraulisch granulaat van open steenasfalt (OSA). • Het materiaal dient aangebracht en verdicht te worden in lagen van maximaal 0,4 m dikte. • De gemiddelde verdichtingsgraad moet ten minste 101% van de éénpuntsproctor- dichtheid bedragen. De verdichtingsgraad per meetpunt moet ten minste 97% van de éénpuntsproctordichtheid bedragen. |
Verificatiemethode: M |
<ID> | Uitvoeringseisen onderhoudsstrook |
3.2.3.6.3 | • Bestaand asfalt dat voorzien wordt van een nieuwe oppervlakbehandeling of toplaag dient vrij te zijn van verontreinigingen en markeringen. • Er mag geen los steenslag achterblijven na aanbrengen oppervlakbehandeling. |
Verificatiemethode: I |
3.2.4 Waterremmende onderlaag
<ID> | Constructie eisen waterremmende onderlaag |
3.2.4.1 | Een waterremmende onderlaag dient te bestaan uit één van de volgende materialen: a. Klei; b. Mijnsteen; c. Hydraulische fosforslak; d. Hydraulische hoogovenslak; e. Hydraulisch steenpuin van opensteenasfalt OSA” wijzigen in “e. Hydraulisch granu- laat van open steen asfalt (OSA/Fixstone) |
Verificatiemethode: A |
<ID> | Constructie eisen waterremmende onderlaag |
3.2.4.2 | • Het materiaal dient aangebracht en verdicht te worden in lagen van maximaal 0,4 m dikte. |
• De verdichtingsgraad per meetpunt moet ten minste 97% van de éénpuntsproctordicht- heid bedragen. | |
Verificatiemethode: M |
<ID> | Constructie eisen waterremmende onderlaag |
3.2.4.3 | De aan te brengen waterremmende onderlaag niet blootstellen aan opkomend getijdewater voordat de hele waterremmende onderlaag is aangebracht, verdicht en afgedekt.” |
Verificatiemethode: I |
3.2.5 Voorland
<ID> | Constructie eisen Voorland |
3.2.5.1 | • Het voorland bestaande uit slik en/of schor in de werkstrook dient op de oorspron- kelijke hoogte te worden teruggebracht met een nauwkeurigheid van +/- 5 cm op basis van de 0-meting. • Eventuele kreekjes die binnen de werkstrook zijn gelegen dienen vooraf door middel van een inmeting vastgelegd te zijn en na afwerking schor hersteld te zijn. • De toplaag, dik 0,20-0,30 meter, van de oorspronkelijke schorgrond dient in den nieuwe situatie als toplaag verwerkt te zijn. |
Verificatiemethode: M |
<ID> | Constructie eisen Voorland |
3.2.5.2 | • Er mogen geen uit het Werk vrijkomende materialen achter blijven op het voorland. |
Verificatiemethode: I |
<ID> | Uitvoeringseisen Voorland |
3.2.5.3 | • Het voorland buiten de werkstrook mag niet worden betreden of worden gebruikt voor opslag van materialen. • De Opdrachtnemer dient de begrenzing van de werkstrook duidelijk te markeren. |
Verificatiemethode: I |
<ID> | Constructie eisen Zandstrand |
3.2.5.4 | • Het strand dient tot op de dijk aangevuld te worden met een te leveren zandhoeveel- heid. De te leveren en aan te vullen laagdikte is 0,50 m over het volledige oppervlak overeenkomstig de bij het contract behorende tekeningen. • De toplaag, dik 0,5 meter, van het oorspronkelijke strand dient in de nieuwe situatie onder de nieuwe toplaag verwerkt te zijn. • Het voor de Werkzaamheden te gebruiken strand moet bij oplevering vrij zijn van steen en overige materialen. |
Verificatiemethode: M | |
<ID> | Uitvoeringseisen Zandstrand |
3.2.5.5 | • Zandstrand bevindt zich ter plaatse van dp 870. |
Verificatiemethode: M |
<ID> | Constructie eisen Schelpenstrand |
3.2.5.6 | • Schelpenstrand dient te worden uitgebreid door het aanbrengen van extra schelpen, laagdikte is 0,10m tot 0,15m over het volledige oppervlak in overeenstemming met de bij het contract behorende tekeningen. De vrijkomende schelpen uit het project |
verwerken onder de nieuwe toplaag van het schelpenstrand. | |
Verificatiemethode: M |
<ID> | Uitvoeringseisen Schelpenstrand |
3.2.5.7 | • Het Schelpenstrandje bevindt zich ter plaatse van dp878 (binnenzijde Westnol). |
Verificatiemethode: M |
<ID> | Mitigerende maatregelen tijdens uitvoering – lozen water op het voorland |
3.2.5.8 | Indien het noodzakelijk is de werkstrook te ontwateren, dienen maatregelen te worden genomen om effecten op de zeegrasvelden op het voorland te voorkomen. Hierop van toepassing zijn de volgende mitigerende maatregelen: • op het voorland tussen dp 896 en dp 910 en tussen dp 915 en dp 921 mag niet worden afgewaterd. |
Verificatiemethode: I + M |
<ID> | Mitigerende maatregelen na uitvoering – aanbrengen schelpen in de werkstrook |
3.2.5.9 | Tussen 902 en dp 909 dient na uitvoering van de werkzaamheden over de gehele breedte van de werkstrook 15cm ontgraven te worden ten opzichte van de oorspronke- lijke maaiveldhoogte. Daarop dient een schelpenlaag van ecologisch gewonnen gebiedseigen schelpen (fractie 0-40 mm) met een laagdikte van 7 cm (max. 10 cm) te worden aangebracht en te wor- den. afgedekt met slik in een laagdikte van 7 cm (max. 10 cm). Overtollig slik dient egaal ter plaats van de kreukelberm verwerkt te worden (niet nabij de zeegrasvelden). De wieldruk van materieel dat de schelpenlaag aanbrengt mag maximaal 2 ton/m2 bedragen. De periode dat de groeiplaatsen van klein zeegras bedolven worden dient zo kort moge- lijk gehouden te houden. |
0Verificatiemethode: E |
<ID> | Experiment infrezen van xxxxxxxx |
03.2.5.10 | Uitvoeren van een experiment met het infrezen van schelpen naast een bestaand zeegras- veld (tussen dp 905 - dp 906) • Er dienen 5 maal 3 proefvelden te worden gerealiseerd. De proefvelden zijn verdeeld in vakken van 10 bij 5 m. 1. veld 1 frezen (zonder schelpen) 2. veld 2 frezen van schelpen 3. veld 3 niks doen (controleveld). • Aanbrengen velden gebeurt met fulltime begeleiding van een ter zake kundige van de Opdrachtgever. • Experiment dient medio augustus (hoogtepunt zeegras) aan te vangen. • Opdrachtgever zet de velden in het veld uit voor Opdrachtnemer. • Aandacht voor bestaand zeegras, zorgvuldige werkwijze hanteren: 1. De wieldruk van materieel dat de schelpenlaag aanbrengt mag maximaal 2 |
ton/m2 bedragen. 2. De periode dat de groeiplaatsen van klein zeegras bedolven worden dient zo kort mogelijk gehouden te houden. | |
0Verificatiemethode: E |
<ID> | Schorrandverdediging, schelpenrand en schoraanvulling |
03.2.5.11 | Tussen dp 909 en dp 910 dient er een schorrandverdediging, schelpenrand en schoraanvul- ling te worden gerealiseerd overeenkomstig de bij het contract behorende tekeningen. • Werkzaamheden aan het schor bestaan uit aanbrengen schorrandverdediging ter plaatse van dp 909, aanbrengen van een schelpenlaag, laagsgewijs aanbrengen en verdichten van klei en schorgrond, aanbrengen van een afwateringsgeul. • De afwateringsgeul moet wat slingeren (meanderen) om zich verder zelf te kunnen vormen en watervoerend worden aangelegd, volgens de bij het bestek behorende tekeningen. • Schoraanvulling wordt laagsgewijs aangebracht en laagsgewijs verdicht (lagen van maximaal 40 cm). • De schoraanvulling bestaat uit de vrijkomende onderlagen van klei en vrijkomende schorgrond. De schorgrond wordt gebruikt als toplaag. Dit betreft onder andere de schorgrond langs de teen van traject. De schorgrond/klei dient vrij van fysisch ver- ontreiniging (vrij zijn van steen en overige materialen) te worden verwerkt. • De aanvulling van de schorrandverdediging bestaat uit breuksteen 10-60 kg. |
1Verificatiemethode: I en M |
<ID> | Herstel overgangsconstructie Oud-Kempenshofstedepolder |
03.2.5.12 | Tussen dp 866+20m en dp 867+35m dient de bestaande overgangsconstructie van gepene- treerde breuksteen naar betonzuilen te worden ingegoten met asfaltmastiek. Een foto van de overgangsconstructie is toegevoegd aan de documenten. |
1Verificatiemethode: I |
3.2.6 Dijkmeubilair en overige constructies
<ID> | Constructie eisen |
3.2.6.1 | • De positie van het zich in het object bevindende dijkmeubilair aan de nieuwe con- structies aanpassen. • De zich in het object bevindende trappen tussen de kruin en de onderhoudsstrook aanpassen aan het nieuwe constructieniveau. Ontbrekende/tekortkomende materia- len bijleveren. • Slagbomen, draaihekken en schapenhekken worden ter beschikking gesteld door de Opdrachtgever. |
Verificatiemethode: I |
<ID> | Uitvoeringseisen depot |
3.2.6.2 | Het aan de Nieuweweg gelegen perceel, volgens de bij het bestek behorende tekeningen, dient voor de opslag van materialen te worden ingericht als depotruimte. Het perceel heeft een oppervlakte van circa 1,5 ha. Er dient minimaal 10000 m2 te worden verhard of zoveel meer er voor de uitvoering van de werkzaamheden noodzakelijk is. • Het perceel bestemd voor het depot ontdoen van de bovenste laag teelaarde, dik |
0,30m. • De in lid 2 vrijkomende grond verwerken in een grondwal aan de noordzijde en westzijde van het depot, zodat er een geluidswal ontstaat tussen het depot en de bebouwing. • De minimale hoogte van de wal bedraagt maaiveld +2,50m. De hellingen van de ta- luds dienen 1:1 te worden aangebracht met een kruin van 2,5 m breed. • De depotruimte voorzien van verharding bestaande uit hydraulische fosforslakken 0/45mm, dik 0,40m op geotextiel woven. • Er dient een deugdelijke afwatering te worden gerealiseerd rondom het te verharden oppervlak, welke afwatert op de bestaande watergang. • Er dient een toegangsdam te worden gerealiseerd, lengte 50,00 m. • Onder de toegangsdam dient een duiker te worden gerealiseerd. • Op de toegangsdam dient een hekwerk, lengte 55,00 m, te worden aangebracht met dubbele draaibare toegangspoort, breed elk 4,00m, hoogte 2,25m. Het depot dient na de werkzaamheden, uiterlijk 1 maart 2013 te zijn ontmanteld. Nadat de verhardingslaag en het weefsel volledig zijn verwijderd, dient het gehele depot te worden doorgespit, minimaal 0,30 m diep. Daarna dient de opgeslagen bo- venlaag te worden teruggeplaatst en dient het perceel in de oude staat te worden hersteld. | |
Verificatiemethode: I |
<ID> | Perkoenpalen Westhavendam |
3.2.6.3 | Op de Westhavendam dienen de perkoenpalen aansluitend op de onderhoudsstrook te wor- den vervangen door houten palen. • De palen dienen rond te zijn en hebben minimaal een diameter van 0,12m. • Palen steken minimaal 0,70 m in de steenbekleding en 1,00 m boven de steenbe- kleding uit. • Palen dienen rondom te worden ingegoten met asfaltmastiek. |
Verificatiemethode: I en M |
<ID> | Trapconstructie bovenbeloop |
3.2.6.4 | • De trap dient te bestaan uit geprefabriceerde betonnen traptreden, breed 2,0 m. • De trap dient te worden voorzien van een opsluiting van betonbanden. • De trap dient direct op de klei te worden gesteld. • Tussen onderhoudsstrook en trap dient een asfaltpad te worden aangelegd. Breed 2,0m. Constructie gelijk aan de onderhoudsstrook. |
<ID> | Trapconstructie op glooiing |
3.2.6.5 | Het werk omvat onder meer het aanleggen van in totaal 5 trappen op de glooiing. Aan de trappen worden de volgende eisen gesteld: • De Opdrachtnemer dient de lengte van de trappen aan te passen aan de situatie ter plaatse. Hierbij dient ook rekening gehouden te worden met de hoogte van het voorland. • Alle trappen worden voorzien van een wapeningsnet, met voldoende dekking, afge- stemd op het zoute milieu. • De Opdrachtnemer past de standaard tekening per duiktrap aan, ingepast in het dijkprofiel ter plaatse en legt deze ter goedkeuring voor aan de Opdrachtgever. • Op de traptreden onder Xxxxxxxxx Xxxx Water worden kunststof roosters (Glasve- zel versterkte kunststof afgestemd op een zoutmilieu) bevestigd, met een maas- wijdte van 38 x 38 mm, openingen 31 x31 mm, met bezand oppervlak. • Na ontkisten de zijkanten van de trap voorzien van een steunrug van beton. |
<ID> | Maatregelen voorkomen fietsen op onderhoudspad |
3.2.6.6 | De Opdrachtnemer dient maatregelen te treffen om te voorkomen dat na oplevering fietsers gebruik maken van het onderhoudspad tussen dp 879 en dp 911. De maatrege- len bestaan uit de volgende delen: • Afrasteringen plaatsen; • Schapenhekken plaatsen op de onderhoudsstrook en dijkovergangen; • Voetgangersluizen maken naast de schapenhekken, aan de landzijde. Deze slui- zen hebben een vierkante vorm, welke aan twee zijden is voorzien van een schapenraster, en een draaihek welke beurtelings één van de twee andere zij- den afsluit. Draaihekken en schapenhekken worden door de Opdrachtgever ter beschikking gesteld. |
Verificatiemethode: I en M |
3.3 Aspecteisen
3.3.1 Veiligheid
<ID> | Afzetten werkterrein |
3.3.1.1 | • De Opdrachtnemer dient het werkterrein op een dusdanige manier af te zetten dat een eenvoudige toegang van het werkterrein door onbevoegden bemoeilijkt wordt. De wijze van afzetten is ter keuze van de Opdrachtnemer. • Er mag geen geluidsapparatuur of geluid producerende apparatuur gebruikt worden, anders dan strikt noodzakelijk is voor de uitvoering en in verband met communica- tie en veiligheid. |
Verificatiemethode: I |
<ID> | Bescherming van bestaande objecten |
3.3.1.3 | De Opdrachtnemer dient maximale inspanning te verrichten om beschadiging van bestaande objecten te voorkomen. Het gaat daarbij in het bijzonder om de volgende objecten: • Bunker Westhavendam • Damwandscherm Keersluis havenkanaal Stavenisse • Radarinstallatie nabij dp 881+75m De Opdrachtnemer moet in zijn Project Management Plan aangeven welke maatregelen hij zal treffen. |
Verificatiemethode: I |
<ID> | Slappe ondergrond |
3.3.1.4 | Het is de Opdrachtgever bekend dat tussen dp879 en dp901 zeer slappe kleilagen voor komen. In het algemeen kan worden gesteld dat het gehele dijktraject historisch wordt gekenmerkt door vele dijkvallen en doorbraken en dat de draagkracht van het voorland gering is. • De Opdrachtnemer dient in zijn uitvoering rekening te houden met deze geringe draag- kracht. Vraagspecificatie Algemeen bevat een informatief document met een aantal sonderingen bin- nen het dijkvak. De kreukelberm en de overlaging (inclusief ingieten) dient in dit traject te zijn aangebracht alvo- rens de bestaande steenbekleding op de boventafel wordt verwijderd. |
Verificatiemethode: I |
3.3.2 Gezondheid
Niet van toepassing.
3.3.3 Beschikbaarheid
Niet van toepassing.
3.3.4 Betrouwbaarheid
Niet van toepassing.
3.3.5 Vormgeving
Niet van toepassing.
3.3.6 Omgevingshinder
<ID> | Transportroute |
3.3.6.1 | • Het materieel en materialen aan- en afvoeren over de transportroutes welke zijn aangegeven op de bij deze Overeenkomst behorende tekeningen. De transportrou- tes lopen altijd vanaf de aangegeven provinciale- of rijkswegen naar het Werk. • De transportroute blijft open voor alle verkeer. Om de veiligheid van de overige weggebruikers op deze route te waarborgen zal de Opdrachtnemer maatregelen moeten treffen. • De wijze van transport dient afgestemd te worden op de aanwezige infrastructuur en bebouwing om schade voortvloeiend uit transporten te voorkomen. • De Opdrachtnemer dient stofvorming en verstuiving door Uitvoeringswerkzaamhe- den te voorkomen. • De Opdrachtnemer dient vervuiling van de openbare wegen door bouwverkeer te voorkomen. • De Opdrachtnemer dient tussen dp 894 en dp 900 de werkgrens duidelijk te marke- ren. Buiten de werkgrens dient de grasmat intact te blijven voor de recreatie. • Alle halfverharding (puinbanen) aan de binnenzijde van de dijk, zoals aangegeven op de bij het bestek behorende tekeningen, die onderdeel uitmaken van de trans- portroute, verbeteren. De puinbanen over een breedte van gemiddeld 3 meter voor- zien van een laag fosforslakken 0/45mm dik 0,15 m. Deze puinbanen dienen gedu- rende de uitvoering in stand te worden gehouden. Na de uitvoering dient het over- tollige materiaal te worden verwijderd en dient het gebied in de oorspronkelijke staat te worden teruggebracht. Indien er door de Opdrachtnemer een bredere puin- baan wordt vereist dan dient deze te worden gerealiseerd. Deze maatregelen geven geen recht op bijbetaling. • Er mogen geen transporten plaatsvinden aan de binnenzijde van de dijk langs de camping tussen dp 887 en dp 900. • Voor 15 juli 2012 mag de Opdrachtnemer buitendijks tussen dp 906 en dp 916 geen transporten uitvoeren. • na 15 juni 2012 geen transporten uitvoeren tussen dp 869 en dp 872 en tussen dp 887 en dp900. Dit geldt voor zowel binnen- als buitenzijde van de dijk. |
Verificatiemethode: I |
<ID> | Tijdelijke fietsroutes |
3.3.6.2 | • Voor aanvang van de Werkzaamheden dient de fietsroute overeenkomstig tekening ZLRW-2011-01627 te worden ingesteld. De Werkzaamheden omvatten tevens het verwijderen en opslaan van bebording, het plaatsen van tijdelijke bebording en het afsluiten van de binnendijkse transportroute voor het fietsverkeer. • Na het verrichten van de Werkzaamheden dient de oorspronkelijke fietsroute te |
worden hersteld. | |
Verificatiemethode: I |
<ID> | Transport over water |
3.3.6.3 | • Het is niet toegestaan om materialen of materieel via het water aan of af te voeren in de nabijheid van het Werk in verband met de aanwezigheid van mosselpercelen. • Transportbewegingen over mosselpercelen zijn niet toegestaan tenzij de Opdracht- nemer daar schriftelijk toestemming voor heeft van de betreffende perceel eigena- ren. |
Verificatiemethode: I |
<ID> | Werktijden |
3.3.6.4 | • Behoudens met voorafgaande schriftelijke toestemming van de Opdrachtgever mogen op de volgende dagen c.q. tijdstippen geen Werkzaamheden ter plaatse van het object worden verricht: tussen 19.00 uur en 7.00 uur en op zaterdagen, zondagen en feestda- gen. • In de schoolvakantieperiodes (regio’s noord, midden en zuid) mogen er tevens geen Werkzaamheden ter plaatse van het object tussen dijkpaal 892 en dijkpaal 900 worden verricht: tussen 19.00 uur en 9.00 uur. |
Verificatiemethode: I |
3.3.7 Uitvoering
<ID> | Gebruik Depots |
3.3.7.1 | • Voor opslag van materialen komen de door de Opdrachtgever toegewezen depots in aanmerking. Deze depots zijn na 1 maart 2012 beschikbaar voor de opslag van ma- terialen. • De aan de Opdrachtnemer vervallen en af te voeren materialen dienen na afloop van de Werkzaamheden doch uiterlijk voor 1 februari 2013 uit de ter beschikking gestelde depots te zijn verwijderd. • Indien de Opdrachtnemer voornemens is om tijdelijke depot(s) in te richten, dan dient de locatie in overleg met de Opdrachtgever te worden vastgesteld. • Voorafgaand aan gebruik van de depots dient de Opdrachtnemer de 0-situatie vast te leggen en deze bij oplevering in oorspronkelijk staat hersteld te hebben. • De door de Opdrachtgever toegewezen depots worden in het kader van het activitei- tenbesluit aangemerkt als categorie B inrichtingen. (Alleen geschikt voor de opslag van bouwmaterialen) • Op de stranden mag er geen opslag van materialen plaats vinden uitgezonderd het vrijkomende zand of schelpen. |
Verificatiemethode: I + M |
<ID> | Verblijfsruimte Opdrachtgever |
3.3.7.2 | •Beschikbaar stellen van een verblijfsruimte van 1 februari 2012 tot 31 maart 2013 op een in overleg met de Opdrachtgever te bepalen locatie. De keet heeft een grootte van ca. 108 m2, een kamer van ca. 36 m2, overige kamers ca. 18 m2, een keuken (warm en koudstromend water en een wc met waterspoeling). Kantoorinrichting: • 30 Stoelen en 15 tafels; • 5 in hoogte verstelbare bureaus met afsluitbare laden en 5 bureaustoelen; • 9 archiefkasten |
• 1 afsluitbare brandveilige archiefkast; • kapstokken op elke kamer; • internetverbinding (ADSL breedband, snelheid minimaal 12 Mbps) met mini- maal 2 aansluitingen; • 1 fotokopieerapparaat met scanfunctie, inclusief benodigd papier; • 1 kleurenlaser printer geschikt voor A4 en A3 papier, inclusief benodigd papier (in overleg met Opdrachtgever); • digitale fotocamera (inclusief benodigde software en minimaal 4 GB opslagca- paciteit); • brandblusmiddelen. Het verblijf inclusief de inrichting dient te voldoen aan de vigerende Arbo regelge- ving. De keet aansluiten op de riolering, dan wel het afvalwater opvangen in een tank en deze regelmatig legen. De aansluitkosten en abonnementskosten kosten voor de internetverbinding, telefaxaansluiting elektra en water zijn voor rekening van de Opdrachtnemer. De Opdrachtnemer draagt zorg voor: • het verstrekken van koude en warme dranken, het schoonhouden, het ver- warmen en elektrisch verlichten, het nodige drink- en waswater, zeep en schone handdoeken; • keetbediening voor het serveren van koffie e.d. éénmaal daags en tijdens ex- cursies en vergaderingen. | |
Verificatiemethode: E |
3.3.8 Beheer en onderhoud
<ID> | Onderhoudstermijn |
3.3.8.1 | De onderhoudstermijn als bedoeld in paragraaf 27 van de UAV-GC 2005 eindigt op 1 juli 2013. |
Verificatiemethode: I |
3.3.9 Toekomstvastheid
Niet van toepassing.
3.3.10 Sloop
Niet van toepassing.
3.4 Externe raakvlakeisen
<ID> | Schade |
3.4.1 | Schades aan bestaande constructies, ontstaan ten gevolge van activiteiten die verband houden met de te verrichten Werkzaamheden volgens deze Overeenkomst, dienen door en voor rekening van de Opdrachtnemer voor de oplevering van het Werk hersteld te zijn. |
Verificatiemethode: I |
3.5 Interne raakvlakeisen
Niet van toepassing.
4 Informatie
4.1 Verificatiemethoden
Type | ||
A | Analyse | Berekening, historische gegevens, voorgaande testen, analyse rapporten, datasheets van componenten …etc |
D | Demonstratie | Functionele werking aantonen |
I | Inspectie | Visuele controle, kleur, type, ontwerp, constructie, goed vakmanschap |
M | Meting | Test, evaluatie van de resultaten, prestatie |
E | Eigen keuze | Eigen keuze van de Opdrachtnemer |