OVEREENKOMST TREINDIENST BREUKELEN – UTRECHT CENTRAAL
Bijlage 1 2006IME49A
OVEREENKOMST TREINDIENST BREUKELEN – UTRECHT CENTRAAL
Ondergetekenden:
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid NS Reizigers B.V., krachtens hem verleende bijzondere volmacht vertegenwoordigd door drs. X.X. xxx Xxxxxxxx, Commercieel Regiodirecteur, nader te noemen “NS”
en
2. de Provincie Utrecht, op grond van een machtiging van de Commissaris van de Koningin d.d. 28 februari 2006 vertegenwoordigd door Dr. G. Xxx, lid van het College van Gedeputeerde Staten, nader te noemen “de Provincie”,
3. de Gemeente Utrecht, hierbij ingevolge artikel 171 van de Gemeentewet vertegenwoordigd door mevrouw ing. X.X. xxx xxx Xxxxx, op grond van de machtiging van de Burgemeester, mevrouw mr. X.X. Xxxxxxx-Korf d.d. 24 maart 2006, kenmerk DSO 06.054219, en handelend ter uitvoering van het Collegebesluit d.d. 7 maart 2006 van de Gemeente Utrecht, nader te noemen “de Gemeente”,
4. het Bestuur Regio Utrecht, via een mandaat van het Dagelijks Bestuur van
20 maart 2006 vertegenwoordigd door Xx. X. Xxxxxxxxx, portefeuillehouder Exploitatie Openbaar Vervoer, nader te noemen “het BRU”
NS, de Provincie, de Gemeente en het BRU gezamenlijk ook aan te duiden als “partijen” en ieder afzonderlijk als “een partij”
Overwegende:
1. Dat de minister van Verkeer en Waterstaat (“de Minister”) tot 2015 aan NS een concessie heeft verleend voor het verrichten van openbaar vervoer van personen per trein op het hoofdrailnet, van welk net de spoorverbinding Breukelen – Utrecht Centraal deel uitmaakt;
2. Dat partijen streven naar de ontwikkeling van een stadsgewestelijk spoornetwerk in de regio Utrecht (“Randstadspoor”) en naar een goede integratie daarvan met ruimtelijke ontwikkelingen, het overig openbaar vervoer en de infrastructuur;
3. Dat partijen gezamenlijk onderzoek doen naar een gefaseerde invoering van het gehele netwerk Randstadspoor tot 2015;
4. Dat partijen gezamenlijk een onderzoek hebben uitgevoerd naar de uitbreiding van het personenvervoer per spoor op de spoorverbinding Breukelen – Utrecht Centraal en op basis van de uitkomsten van dit onderzoek per december 2008 een frequentieverhoging op dit traject wensen door te voeren;
5. Dat de Provincie en het BRU voornemens zijn om de busnetwerken rond Breukelen en Maarssen, voor wat betreft dienstregeling en lijnvoering, beter aan te laten sluiten op het vervoer per trein;
6. Dat de regionale Randstadspoor-partners (de provincie, het BRU en de gemeenten Utrecht, Amersfoort en Houten) bij de minister op 18
januari 2006 een verzoek hebben ingediend om de keervoorziening op het spoor bij Breukelen versneld aan te (laten) leggen, waarbij de Randstadspoor-partners, indien nodig, de kosten van de aanleg daarvan zullen voorfinancieren, en het ministerie op 13 februari 2006 aan ProRail de opdracht tot actualisering van de beschikkingsaanvraag heeft verstrekt;
7. Dat na realisatie van deze keervoorziening en een frequentieverhoging van de trein van twee maal naar vier maal per uur per richting, het dan verwachte aantal reizigers per bus én trein groter is dan bij de huidige opzet van het totale OV-netwerk langs het traject Breukelen – Utrecht Centraal;
8. Dat partijen het wenselijk vinden voor elk nieuw station in de regio met NS een beheersovereenkomst en een veiligheidsarrangement te sluiten;
9. Dat partijen hun afspraken xxxxxxx als volgt wensen vast te leggen
Komen het volgende overeen:
Hoofdstuk 1 – Algemeen
Artikel 1 – Doel
Deze overeenkomst heeft tot doel het per medio december 2008 verhogen van de frequentie op de spoorverbinding Utrecht Centraal – Breukelen door NS. Daartoe zullen het BRU en de Provincie:
a. meer reizigers in de treinen tussen Utrecht Centraal en Breukelen realiseren door het busnetwerk voor wat betreft de dienstregeling en de lijnvoering beter te laten aansluiten op het vervoer per trein, met de intentie te feederen op de NS - stations Maarssen en Breukelen;
b. een éénmalige subsidie aan NS verstrekken.
Daarnaast beoogt deze overeenkomst de bediening door NS van een nieuw te openen station Lage Weide te realiseren.
Hoofdstuk 2 - Voorzieningenniveau
Artikel 2 - Verplichtingen NS
1. NS zal de frequentie op het traject Breukelen – Utrecht Centraal per december 2008 gedurende werkdagen tussen 6.00 en 20.00 uur, verhogen van twee maal per uur tot vier maal per uur per richting met stops op alle tussengelegen stations. Vakantieperioden (schoolvakanties regio midden) kunnen hierop een uitzondering vormen.
2. NS zal jaarlijks bij het specificatietraject voor het verkrijgen van de benodigde spoorweginfrastructuurcapaciteit in het eerstvolgende dienstregelingjaar, inbrengen dat de in lid 1 genoemde treindienst in een kwartierpatroon gerealiseerd dient te worden.
3. Bovengenoemde voorziening is aanvullend op de door NS op grond van de vervoerconcessie voor het hoofdrailnet op de verbinding Breukelen – Utrecht Centraal te bieden (minimum) voorzieningenniveau. De
frequentieverhoging zal volledig met inachtneming van de op NS op grond van de vervoerconcessie voor het hoofdrailnet rustende rechten en plichten worden uitgevoerd en wordt geacht daarvan deel uit te maken. Op NS rusten jegens de Provincie, het BRU en de Gemeente geen andere verplichtingen dan die uit hoofde van deze overeenkomst.
4. Indien de vervoerconcessie voor het hoofdrailnet tussentijds wordt gewijzigd of wordt ingetrokken waardoor NS deze overeenkomst niet of niet volledig kan nakomen, treden partijen met elkaar in overleg over een wijziging of eventueel de beëindiging van deze overeenkomst.
Artikel 3 - Verplichtingen provincie Utrecht, BRU
1. Het BRU en de Provincie zullen het busnetwerk rond de NS-stations Maarssen en Breukelen aanpassen met als uitgangspunt het aansluiten van bussen, zowel in dienstregeling als in lijnvoering, op de trein op de stations Breukelen en Maarssen. Hierdoor ontstaat een extra toe- en afvoer van reizigers van en naar de NS-stations Breukelen en Maarssen.
2. De wijzigingen in het busnet gaan in bij de start van de nieuwe treindienstregeling medio december 2008.
Artikel 4 – Station Lage Weide
1. De Gemeente zal uiterlijk 1 juli 2006 aan NS een overzicht verstrekken van schriftelijke toezeggingen van ondernemingen op het bedrijventerrein Lage Weide waarin deze ondernemingen zich verbinden tot de aanschaf en afname van in totaal 1600 NS-jaar(traject)kaarten die recht geven op vervoer per trein van en naar het station Lage Weide. Indien op 1 juli 2006 minder dan 1600 NS-jaar(traject)kaarten zijn toegezegd, komt artikel 4 te vervallen.
2. Op basis van dit overzicht geeft NS uiterlijk op het moment dat ProRail de beschikkingsaanvraag voor het station Lage Weide bij de Minister indient, een schriftelijke bedieningsgarantie aan de Minister, welke garantie een voorwaarde is voor de bouw van het station Lage Weide.
3. De Gemeente spant zich in om de bedrijven op het terrein Lage Weide elk jaar tot en met december 2013 in totaal 1600 NS-jaar(traject)kaarten te laten afnemen en streeft daarbij naar één gezamenlijk aanspreekpunt voor NS.
4. Indien in enig jaar tussen het jaar van opening en december 2014 het aantal verkochte NS-jaar(traject)kaarten naar station Lage Weide uitkomt tussen de 1600 en de 0, ontvangt NS voor elke niet verkochte jaar(traject)kaart tussen 1600 en 800 in het betreffende jaar, van de Gemeente een vergoeding van € 500 per jaar(traject)kaart. NS draagt alleen het financiële risico voor het aantal niet verkochte jaar(traject)kaarten tussen 800 en 0.
5. Als het aantal verkochte jaar(traject)kaarten in enig jaar tussen het jaar van opening van het station en december 2014 uitkomt lager dan 800, zullen partijen een verzoek bij de minister indienen om de bediening van het station te staken. Indien dit verzoek niet wordt gehonoreerd en het station Lage Weide bediend moet blijven worden, blijft lid 4 onverkort van toepassing.
6. De Provincie, het BRU en de Gemeente spannen zich maximaal in, richting de Minister en ProRail BV, voor de aanleg van station Lage Weide,
gericht op opening per december 2008. NS zal het station Lage Weide na oplevering gaan bedienen niet later dan het eerstvolgende dienstregelingjaar dat medio december aanvangt.
7. Het station Lage Weide zal in beginsel iedere werkdag worden bediend van
06.00 uur tot 20.00 uur. Indien de marktvraag aanleiding geeft tot wijziging van de bedieningstijden treden partijen hierover in overleg. NS zal voor genoemde bedieningstijden een ontheffing aanvragen bij de Minister. De Provincie, het BRU en de Gemeente ondersteunen deze aanvraag. Het niet verkrijgen van een ontheffing van de concessie hoofdrailnet artikel 13 lid 1 onder A, is een ontbindende voorwaarde voor de bediening van het station Lage Weide. NS zal in dat geval geen bedieningsgarantie afgeven
8. NS en de Gemeente sluiten voor het station Lage Weide:
a. een beheerovereenkomst die regelt dat het station en het omliggende gebied schoon is en in goede staat verkeert;
b. een veiligheidsarrangement dat regelt dat het station en het omliggende gebied sociaal veilig is en blijft.
Artikel 5 - Keervoorziening
1. Partijen stellen vast dat om logistieke redenen een keervoorziening op de spoorverbinding Breukelen – Utrecht Centraal noodzakelijk is om de in artikel 2 lid 1 bedoelde frequentieverhoging te kunnen realiseren. De Provincie, het BRU en de Gemeente hebben op 18 januari 2006 een verzoek ingediend bij de Minister om de keervoorziening bij Breukelen versneld aan te (laten) leggen. De Provincie, het BRU en de Gemeente verbinden zich om – indien de Minister daarom verzoekt - de keervoorziening voor te financieren teneinde de realisatie van deze keervoorziening door ProRail BV per december 2008 mogelijk te maken.
2. Indien voorzienbaar is dat de keervoorziening uiterlijk per december 2008 niet gerealiseerd kan worden, zal deze overeenkomst worden ontbonden.
3. NS geeft uiterlijk op het moment dat XxxXxxx de beschikkingsaanvraag bij de Minister indient, schriftelijk een gebruiksgarantie af aan de Minister voor de keervoorziening, evenwel onder de voorwaarde dat deze uiterlijk per december 2008 gerealiseerd is.
Artikel 6 – Uitwerking netwerk Randstadspoor tot 2015
1. Partijen verplichten zich om gezamenlijk een uitwerking te maken van het gehele Randstadspoor netwerk, uiterlijk gereed voor de zomer van 2007. Daarbij gaat het om het vaststellen van de vervoerwaardeontwikkeling per station voor de periode tot 2015, het vaststellen van het openingsjaar van de nieuwe stations, het doorrekenen van de mogelijkheden tot frequentieverhoging per corridor en de maatregelen te onderzoeken die verdere frequentieverhoging, indien door de regio gewenst, mogelijk maken.
2. NS zal de kosten van de basisbediening van het landelijk net, conform vervoerconcessie, voor haar rekening nemen. Indien Provincie, Gemeente en BRU een hoger voorzieningenniveau wenselijk achten dan NS vanuit marktoverwegingen opportuun vindt, zal NS aan Provincie, Gemeente en BRU inzichtelijk maken welke financiële gevolgen daarmee samenhangen. Dit conform de werkwijze van de businesscase Breukelen – Utrecht Centraal
Hoofdstuk 3 - Financiën
Artikel 7 - Subsidie
1. De Provincie verstrekt NS, mede namens BRU, uiterlijk 1 december 2008 een eenmalige subsidie ter hoogte van gezamenlijk € 3,6 miljoen als tegemoetkoming in de kosten die NS moet maken voor de in artikel 2 lid 1 bedoelde frequentieverhoging.
2. De Provincie zal dit bedrag opnemen in het BDU-bestedingsplan, welk plan deel zal uitmaken van de provinciale begroting 2008. De bijdrage aan NS krijgt dus de vorm van een subsidie als bedoeld in artikel 4:23 lid 3 onder c van de Awb. NS zal daartoe vóór 15 april 2007 een subsidie- aanvraag bij de Provincie indienen. De Provincie zal in de te verlenen subsidiebeschikking voorwaarden aan NS stellen voor jaarlijkse voortgangsrapportages. In die voortgangsrapportages dient NS aan te geven de aanvraag en toekenning van de spoorwegcapaciteit (via afschriften van brieven) en de dienstregeling voor dat jaar.
3. Dit laat onverlet de kosten die de Provincie, BRU en de Gemeente maken voor de voorfinanciering van de aanleg van de keervoorziening welke kosten geheel door de Provincie, het BRU en de Gemeente worden gedragen.
Hoofdstuk 4 - Overige afspraken
Artikel 8 - Overige verplichtingen
Als blijkt dat de gemiddelde bezetting van de treinen Breukelen – Utrecht Centraal v.v. op maandag t/m vrijdag tussen 06.00 en 20.00 uur, lager ligt dan 75 reizigers per trein, is NS gerechtigd de frequentie van de treindienst Utrecht Centraal – Breukelen per eerstvolgend dienstregelingjaar terug te brengen naar twee keer per uur. NS zal de Provincie, het BRU en de Gemeente hierover vroegtijdig de benodigde informatie verstrekken.
Artikel 9 - Communicatie
Partijen stemmen de interne en externe communicatie over de gemaakte afspraken en nadere uitwerking van deze overeenkomst steeds tijdig met elkaar af
Artikel 10 - Voorbehouden
1. Deze overeenkomst wordt ontbonden indien het Algemeen Bestuur van het BRU (rond juni 2006) niet instemt met de inhoud daarvan.
2. NS doet elk jaar in de periode 2008 tot en met 2014 een aanvraag bij ProRail Capaciteitsmanagement voor spoorweginfrastructuurcapaciteit voor
– onder meer - de in artikel 1 bedoelde frequentieverhoging. NS gaat deze overeenkomst aan onder de ontbindende voorwaarde dat Prorail Capaciteitsmanagement op enig jaar niet instemt met de jaarlijkse capaciteitsvraag en onvoldoende capaciteit aan NS toebedeelt om de frequentieverhoging te kunnen realiseren.
Artikel 11 – Inwerkingtreding, duur en beëindiging
1. Deze overeenkomst treedt in werking nadat de overeenkomst door partijen is ondertekend, en geldt tot de dag dat in december 2014 de NS- dienstregeling 2013/2014 is beëindigd.
2. In geval van een tussentijdse beëindiging van de in artikel 2 lid 1 bedoelde frequentieverhoging, ongeacht de reden daarvan, zal een pro rata restitutie inclusief ontvangen rente (volgens IBOI-index) aan de Provincie Utrecht plaatsvinden van de aan NS betaalde subsidie. Dit laat onverlet het recht van partijen om, in geval van toerekenbare niet nakoming van een partij, schadevergoeding te vorderen van een partij.
Artikel 12 – Bevoegde rechter
Eventuele geschillen zullen worden voorgelegd aan de bevoegde rechter te Utrecht.
Artikel 13 – Partiële nietigheid
Indien één of meer bepalingen van de overeenkomst nietig blijken te zijn of niet rechtsgeldig worden, behouden de overige bepalingen hun rechtskracht. Partijen zullen over éérstbedoelde bepaling overleg voeren teneinde een vervangende regeling te treffen. Bij een vervangende regeling wordt de oorspronkelijke strekking niet aangetast.
Aldus overeengekomen op 18 april 2006 tussen hiervoor aangeduide partijen en getekend in viervoud, ontvangende ieder der partijen één getekend exemplaar van deze overeenkomst,
NS Reizigers BV Provincie Utrecht
namens deze, namens deze,
Drs. X.X. xxx Xxxxxxxx Dr. G. Mik,
Commercieel Regiodirecteur Gedeputeerde
Gemeente Utrecht Bestuur Regio Utrecht
namens deze, namens deze,
Ing. X.X. xxx xxx Xxxxx, Xx. X. Xxxxxxxxx
Wethouder Verkeer en Vervoer, Portefeuillehouder
Xxxxxx, Wijk binnenstad Exploitatie Openbaar Vervoer en Wijk Zuidwest