PZH-2018-648381853 (DOS-2015- 0005387)
GS-Voorstel
Besluitnummer
PZH-2018-648381853 (DOS-2015- 0005387)
Paraaf voor agendering | ||
Behandelend ambtenaar | J.G.M. Xxxxxxxxxx MPA | Akkoord |
Ambtelijk opdrachtgever / Leidinggevende | Ewijk - Hoevenaars, AM, van | digitaal |
Bestuurlijk opdrachtgever / Portefeuillehouders | Xxxxx, JF | |
Provinciesecretaris (wnd.) | Ir. X.X. xxx Xxxxxx MPC |
Status Datum vergadering Gedeputeerde Staten Eindtermijn
A-Openbaar 29 mei 2018
Onderwerp
Samenwerkingsovereenkomst verduurzaming gebouwde omgeving
Advies
1 . Aan te gaan voor de duur van het project, de Samenwerkingsovereenkomst Staat der Nederlanden en provincie Zuid-Holland over verduurzaming gebouwde omgeving bij gemeenten met de Staat der Nederlanden (citeertitel: Samenwerkingsovereenkomst Staat- PZH Energietransitie gebouwde omgeving 2018-2020)
2. Vast te stellen de publiekssamenvatting over de ‘Samenwerkingsovereenkomst Staat der Nederlanden en provincie Zuid-Holland over verduurzaming gebouwde omgeving bij gemeenten.
Aangezien de Commissaris van de Koning, na rechtsgeldige besluitvorming door GS, bevoegd is de juridische binding aan te gaan, is het advies aan hem een machtiging af te geven aan mr. J.F. Xxxxx, gedeputeerde energie van de Provincie Zuid-Holland, om de Samenwerkingsovereenkomst Staat-PZH Energietransitie gebouwde omgeving 2018-2020 met de Staat der Nederlanden namens de Provincie Zuid-Holland te ondertekenen.
Besluit GS
Vastgesteld conform advies.
Bijlagen
- Samenwerkingsovereenkomst Staat der Nederlanden en provincie Zuid-Holland over verduurzaming gebouwde omgeving bij gemeenten
- juridisch advies Samenwerking RVO van Doorne advocaten;
- machtigingsformulier CdK.
1 Toelichting voor het College
Provinciale Staten van Zuid-Holland heeft bij de vaststelling van o.a. de kadernota 2018 een aantal moties aangenomen waarin zij opriep haast te maken met de energie transitie. Immers de opgave vanuit het Parijs akkoord is omvangrijk. Er is veel milieuwinst te behalen als de fossiele energie bronnen worden vervangen door duurzame/groene bronnen. In antwoord daarop heeft uw college aangegeven naast de uitvoering van de energie agenda tevens op specifieke benoemde domeinen acties te beleggen. Een van die domeinen betreft het energie gebruik in de gebouwde omgeving. Belangrijk onderdeel daarvan is de toekomstige warmte vraag. De opgave is om aardgasvrij te worden en fossiel gas dient vervangen te worden door een andere warmte/energie bron. Alle gemeenten (60) in Zuid-Holland wordt in het kader van het nationaal energie en klimaat akkoord (in voorbereiding) gevraagd om binnen 3 jaar planen op te stellen waarin staat uitgewerkt hoe deze transitie naar duurzame energievoorziening vorm wordt geven. Hierbij wordt voortgebouwd op de eerder uitgewerkte regionale energiestrategieën. Ter ondersteuning van dit traject richt de provincie een team in van energietransitie-adviseurs. De Rijksdienst voor ondernemend Nederland (XXX.xx) is vanwege zijn specifieke taken en kennis door de provincie Zuid-Holland gevraagd hierin te participeren voor de komende drie jaar (2018-2020).
Financieel en fiscaal kader
Totaalbedrag excl. BTW : € 0 .000.000
Programma : Programma 3 - Aantrekkelijk en Concurrerend
Financiële risico’s : Er zijn geen financiële risico’s.
De samenwerking valt binnen de activiteiten van Programma 3: Aantrekkelijk en Concurrerend, Doel 3-2: Schone en toekomstbestendige energie. Dekking vindt plaats vanuit het budget voor verduurzaming van de gebouwde omgeving dat bij de Begroting 2018 beschikbaar is gesteld. Xxxxxx dan de vergoeding voor de inzet van de XXX.xx gaat de provincie Zuid-Holland geen financiële verplichting aan door ondertekening van deze samenwerkingsovereenkomst.
Xxxxxxxxx xxxxx
Een overheidsopdracht voor diensten is een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel die is gesloten tussen een of meer dienstverleners en een of meer aanbestedende diensten en die betrekking heeft op het verlenen van diensten. De beoogde samenwerking met XXX.xx voldoet aan deze definitie.
De geraamde waarde van de opdracht ligt ruimschoots boven de drempelwaarde van € 221.000. Daarom zou de opdracht volgens Deel 2 van de Aanbestedingswet 2012 (Aw2012) aanbesteed moeten worden, tenzij de opdracht valt onder één van de in de Aw2012 benoemde uitzonderingen. Eén van die uitzonderingen betreft een (publiek-publieke) horizontale samenwerking van algemeen belang, welke voldoet aan de daaraan te stellen vereisten als genoemd in artikel 2.24c (Aw2012).
Daarmee komt de vraag op, of de beoogde samenwerking tussen de provincie en XxX.xx als een zodanige samenwerking kan worden gekwalificeerd en een aanbestedingsplicht dientengevolge niet aan de orde zou zijn. Voor de beantwoording van deze vraag is juridisch advies ingewonnen,
aan Xxx Xxxxxx Advocaten is gevraagd om met betrekking tot de bijgevoegde concept- samenwerkingsovereenkomst haar zienswijze uit te brengen (zie bijlage bij dit voorstel).
Xxx Xxxxxx ziet in de huidige situatie voldoende aanknopingspunten om met een beroep op artikel 2.24c Aw2012 een samenwerkingsovereenkomst aan te gaan met XXX.xx zonder dat er sprake is van een aanbestedingsplicht. Daarbij merkt men echter wel op dat sprake is van een relatief nieuwe bepaling in de Aanbestedingswet 2012 en dat op basis daarvan nog geen rechtspraak beschikbaar is. Een beroep op artikel 2.24c Aw2012 acht men in dit geval daarom ook niet geheel zonder juridische risico's is. Naast Van Doorne is ook de afdeling FJZ geconsulteerd. De afdeling acht het -ook op grond van eigenstandige overwegingen- eveneens niet zonder juridische risico’s om in dit geval een samenwerking aan te nemen als bedoeld in artikel 2.24c Aw2012.
De aanvaarding van dit risico weegt echter op tegen de belangen die met een samenwerking met XxX.xx worden gediend. XxX.xx is op grond van positie, kennis en competenties voor ons de aangewezen mede-overheidspartij, omdat XxX.xx:
o onafhankelijk en langjarig kan ondersteunen;
o Brede en diepgaande taken en expertise op de materie (warmte, energie) heeft, die ingezet wordt voor het dichterbij brengen van overheidsdoelen op dit vlak, dit uit zich in onder andere in procescapaciteit, kennisoverdracht, monitoring van deze overheidsdoelen (bv. wind op land) en subsidieverstrekking;
o Deze kennis actief wil delen met andere overheden (waaronder de provincies);
o Een groot relevant netwerk op alle overheidsniveaus (rijk, provincies, gemeenten, waterschappen) en met semi-overheden heeft, zoals woningbouwcoöperaties, netbeheerders, infrastructuurbedrijven, etc. om via kennisuitwisseling goede en gedragen oplossingen te vinden voor knelpunten;
o Ervaring heeft met complexe maatschappelijke processen en transities;
o Korte lijnen heeft met de beleidsdirecties van de rijksoverheid;
o Ervaring én kennis heeft van aanpalende maatschappelijke vraagstukken/opdrachten op het vlak van energietransitie zoals aardgasvrije wijken, energieke samenleving, industrie, omgevingswet, wind op land etc. om op die wijze ook win-win situaties te kunnen benutten.
Deze competenties en kennis sluiten bij uitstek aan bij de ondersteunende vraag die vanuit het programma energietransitie en de samenwerkingspartners van de provincie (gemeenten) wordt gesteld. Voor aanvullende overwegingen om de samenwerking aan te gaan wordt kortheidshalve verwezen naar overwegingen zoals opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst.
Verder kan overwogen worden dat het -gelet op het door Xxx Xxxxxx genoemde nieuwe karakter van artikel 2.24c Aw2012 en het nog ontbreken van jurisprudentie op dat vlak- op dit moment ook nog erg moeilijk is om vooraf ten aanzien van vrijwel elke voorgenomen samenwerking met 100% zekerheid te stellen of zij in volle omvang met genoemde bepaling in overeenstemming zullen zijn.
Alles tegen elkaar afwegende wordt geadviseerd om de bijgevoegde samenwerkingsovereenkomst met XxX.xx aan te gaan, waarmee ook een aanbestedingstraject
voor de daarin vervatte diensten niet meer aan de orde hoeft te zijn. Dit met name gelet op de bevinding van Xxx Xxxxxx Advocaten dat de huidige situatie voldoende aanknopingspunten bevat om met een beroep op artikel 2.24c Aw2012 een samenwerking aan te kunnen gaan met RVO.
De CdK is bevoegd om, nadat GS rechtsgeldig hebben besloten, op grond van artikel 176 Provinciewet de juridische binding tot stand te brengen. Op grond van de door de CdK afgegeven machtiging wordt mr. J.F. Xxxxx, gedeputeerde van energie, gemachtigd om de overeenkomst ‘Samenwerkingsovereenkomst Staat-PZH Energietransitie gebouwde omgeving 2018-2020’ met de Staat der Nederlanden namens de provincie te ondertekenen.
2 Proces
De samenwerkingsovereenkomst kwam tot stand in overleg met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, de provincie werd hierbij ondersteund door een extern juridisch adviseur.
3 Communicatiestrategie
Geen actieve communicatie. De (formele ) overeenkomst is een uitvloeisel van eerder genomen besluiten en acties waarover eerder al is gecommuniceerd met de voornaamste stakeholders.