Begeleidingsovereenkomst horende bij de huurovereenkomst
Begeleidingsovereenkomst horende bij de huurovereenkomst
voor zelfstandige woonruimte gecombineerd met woonbegeleiding in het kader van het project “Woningtoewijzing met verplichte Woonbegeleiding”
De verwijzende partij, NAAM, ADRES, PC, PLAATS, in deze rechtsgeldig vertegenwoordig door: Hierna te noemen “verwijzende partij”;
De begeleidende instelling, NAAM, ADRES, PC Utrecht. in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door:
hierna te noemen: “instelling”
en NAAM hierna te noemen “huurder”;
overwegende dat;
• de gemeente Utrecht in samenwerking met de lokale woningcorporaties en de instellingen speciale regels heeft vastgelegd over de woningtoewijzing voor cliënten van de instelling, in combinatie met afspraken over verplichte woonbegeleiding en zorg;
• de afspraken over verplichte woonbegeleiding en zorg zijn vastgelegd in een zogenaamde: “begeleidingsovereenkomst”;
• in de begeleidingsovereenkomst is onder meer bepaald aan welke afspraken de betrokkenen zich moeten houden; dit is altijd maatwerk;
• in de begeleidingsovereenkomst is onder meer bepaald dat huurder vanaf de start van de huurovereenkomst voor zo lang als nodig naar het oordeel van betrokken partijen, niet zijnde huurder, woonbegeleiding accepteert
• de afspraken in de begeleidingsovereenkomst onlosmakelijk verbonden zijn met de huurovereenkomst;
• Wanneer de huurder zich niet houdt aan de afspraken uit de “begeleidingsovereenkomst”, volgt er altijd eerst een evaluatie met betrokken partijen, waarin vervolgafspraken worden vastgesteld. Indien de huurder zich daarna nog steeds niet houdt aan de gemaakte afspraken zal de begeleidingsovereenkomst door de instelling worden beëindigd en zal de verhuurder vervolgens de benodigde stappen ondernemen gericht op een beëindiging van de huurovereenkomst;
• Na beëindiging van de huurovereenkomst als gevolg van bovenstaande heeft de verwijzende partij de verplichting om de “huurder” binnen 3 maanden te herhuisvesten waarbij uitgangspunt is dat dit binnen de eigen opvang geschied en bij gebreke daarvan bij een door de verwijzende partij te regelen opvang;
• Deze overeenkomst na ondertekening integraal onderdeel uitmaakt van de door huurder gesloten huurovereenkomst;
komen als volgt overeen;
1. De afspraken ten aanzien van de huisvesting en begeleiding
0.0.Xx de huurovereenkomst welke verhuurder met huurder heeft gesloten zijn onder meer de volgende voorwaarden opgenomen:
• de huurder accepteert woonbegeleiding vanaf de start van het huurcontract voor zo lang als nodig, naar het oordeel van betrokken partijen, niet zijnde huurder;
• de huurder voldoet aan de betalingsverplichting ten aanzien van de huur;
• de huurder zal de woning als een goed huurder bewonen hetgeen betekent, dat de verhuurder de woning uitsluitend aan huurder verhuurt onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat huurder zich onthoudt van gedragingen die op enigerlei wijze overlast en/of hinder aan omwonenden kunnen veroorzaken;
• inwoning wordt alleen toegestaan met schriftelijke goedkeuring van de verhuurder. Als er voorwaarden zijn afgesproken dan zullen deze in een door alle partijen getekende bijlage bij de begeleidingsovereenkomst apart benoemd worden.
1.2. De instelling is verplicht om met de huurder nadere afspraken te maken in het kader van verplichte woonbegeleiding welke afspraken zullen worden vastgelegd in de begeleidingsovereenkomst.
1.3. De woonbegeleiding door de instelling heeft ten doel de huurder de woning als goed huurder te laten bewonen; zoals in de huurovereenkomst benoemd. In het kader van de begeleidingsovereenkomst gaat het om specifieke aandachtspunten die zijn geformuleerd in het startgesprek en die vervolgens in de door partijen getekende begeleidingsovereenkomst zijn opgenomen. Tevens wordt in de begeleidingsovereenkomst vastgelegd waarover en op welke manier de betrokken partijen informatie delen.
De verwijzende partij betrekt waar mogelijk de instelling bij het maken van de aandachtspunten of is anders verantwoordelijk voor een goede overdracht van deze afspraken richting de instelling.
1.4. De woonbegeleiding in het kader van deze begeleidingsovereenkomst start na ondertekening van de begeleidingsovereenkomst. Huurder is verplicht de verplichtingen voortvloeiende uit de begeleidingsovereenkomst integraal na te komen. Het niet nakomen van één van de verplichtingen voortvloeiende uit de begeleidingsovereenkomst kwalificeert als een ernstige tekortkoming in relatie tot de tussen verhuurder en huurder gesloten huurovereenkomst.
1.5. De duur van de begeleiding is in beginsel twee jaar met de mogelijkheid tot verlenging.
Een en ander ter beoordeling van de instelling, in goed overleg met de verhuurder en de huurder. Het is mogelijk dat de instelling, na goed overleg met de huurder en de verhuurder, besluit om de feitelijke woonbegeleiding eerder te beëindigen omdat gebleken is dat woonbegeleiding niet langer noodzakelijk is. Begeleiding is maatwerk en doen wat nodig is.
1.6. De instelling zal, indien de huurder zich eenzijdig aan de begeleiding onttrekt of deze afbreekt, de verhuurder hierover zo spoedig mogelijk schriftelijk informeren. In dat geval zal de instelling deze begeleidingsovereenkomst beëindigen.
1.7. De verwijzende partij informeert de instelling over gedrag van de huurder waarop de woonbegeleiding zich richt of zou moeten richten. De verwijzende partij zorgt ook voor een warme overdracht voor een periode van 3 maanden, zo nodig langer. Tevens levert de verwijzende partij het hierbij horende overdrachtsformulier ten behoeve van overdracht naar andere hulpverlenings- instelling aan.
1.8. De instelling en de verhuurder informeren de huurder indien zij op grond van artikel 1.5 of 1.6 contact met elkaar zoeken.
1.9. De instelling organiseert, zoals beschreven in het “proces Xxxxx Xxxxx” 2 tussentijdse evaluaties én een eindevaluatie met huurder en verhuurder.
2. Gevolgen bij niet nakomen
2.1 Het niet nakomen door de huurder van hetgeen onder 1.1, 1.2. en 1.3 is bepaald, leidt tot een evaluatie met betrokken partijen, tenzij dit gezien de ernst van de situatie naar het oordeel van betrokken partijen (niet zijnde huurder) niet mogelijk is, waarin huurder nadrukkelijk wordt gewezen op de gemaakte afspraken. Indien de huurder zich daarna nog steeds niet houdt aan de gemaakte afspraken of indien de betrokken partijen geen nadere afspraken met elkaar hebben gemaakt zal de begeleidingsovereenkomst door de instelling worden beëindigd en zal de verhuurder vervolgens de benodigde stappen ondernemen gericht op een beëindiging van de huurovereenkomst; aangezien huurder uitsluitend gehuisvest kan worden, indien de huurder zich houdt aan de gemaakte (maatwerk)afspraken over goed huurderschap en woonbegeleiding accepteert.
3. Beëindiging van de begeleidingsovereenkomst:
3.1 De begeleidingsovereenkomst eindigt, na een positieve gezamenlijke eindevaluatie, twee jaren na het aangaan daarvan tenzij partijen uiterlijk 3 maanden voor het einde van de begeleidingovereenkomst een verlenging zijn overeengekomen.
3.2 De begeleidingsovereenkomst zal verder door de instelling in ieder geval eenzijdig worden beëindigd indien zich één van de volgende situaties voordoet:
• Indien de huurder zich niet houdt aan de afspraken in de begeleidingsovereenkomst. De huurder wordt, overeenkomstig artikel 2.1. door de instelling op de hoogte gebracht van de constatering dat de afspraken niet zijn nagekomen en dat de begeleidingsovereenkomst derhalve wordt beëindigd;
• Indien wordt geconstateerd dat er ernstige woonoverlast is en dat de begeleiding geen vooruitgang oplevert en er binnen afzienbare tijd geen verbetering wordt verwacht;
• Indien de huurder deze overeenkomst opzegt en/of bij aanvang voor zo lang als nodig naar het oordeel van betrokken partijen (niet zijnde huurder) geen woon begeleiding accepteert.
3.3 Indien deze overeenkomst eindigt om redenen zoals genoemd in artikel 3.2 zal de verhuurder vervolgens de benodigde stappen ondernemen gericht op een beëindiging van de huurovereenkomst.
3.4 De huurder verklaart op de hoogte te zijn van de consequenties van het niet nakomen van het bepaalde in deze overeenkomst.
Aldus opgemaakt en getekend te Utrecht, op DATUM
Huurder
NAAM
handtekening
_
Verwijzende Partij1
NAAM contactpersoon Mail:
Tel:
Begeleidende instelling2
NAAM contactpersoon: Mail:
Tel:
1 De verwijzende partij is de partij die het contingent aanvraagt
2 De begeleidende instelling is de partij die de feitelijke begeleiding biedt Let wel: dit kan dezelfde partij zijn.