SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN VLAANDEREN (KONINKRIJK BELGIE)
SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN VLAANDEREN (KONINKRIJK BELGIE)
EN
DE INTERNATIONALE ARBEIDSORGANISATIE (IAO)
* geleid door de beginselen van democratie, sociale rechtvaardigheid en solidariteit die in de inleiding van de beginselverklaring van de IAO en in de verklaring van Philadelphia zijn vastgelegd;
⚫ bij de uitoefening van hun respectievelijke bevoegdheden dezelfde prioriteiten stellend inzake internationale samenwerking met name op het vlak van economische en sociale ontwikkeling,
* begaan zijnde met het bevorderen van de uitwisseling van know-how en ervaringen van elk van beide partijen in een geest van wederkerigheid;
zijn als volgt overeengekomen.
ARTIKEL 1
E-Iet in gezamenlijk overleg bepaalde samenwerkingsprogramma houdt rekening met de prioriteiten inzake internationale samenwerking van de Vlaamse Regering HQ GH SULRULWHLWHQ di e het Internationaal Bureau van de Arbeid in zijn doelstellingen per land en zijn activiteiten inzake technische samenwerking heeft vastgelegd Het omvat voornamelijk programma's en
projecten waarvan de doelstellingen, de begunsti gden en de wijze van uitvoering in gezamenlijk overleg worden bepaald.
ARTIKEL 3
Het aldus vastgelegde programma ten behoeve van de lidstaten van de IAO en de sociale partners is een al naar het geval volledige of gedeeltelijke weerspiegeling van alle diensten en actiemiddelen van de Organisatie, inzonderheid het onderzoek- en studiewerk, de adviesverlening en de technische samenwerkingsprojecten.
In gevallen waarin de IAO een beroep moet doen op goederen of diensten van buiten de organisatie voor activiteiten door de Regering gefinancierd, zal de IAO ernstig overwegen omm
- in overeenstemming niet de geldende regels en gebruiken voor aankopen en rekening houdende met de behoeften van de ontvangende landen- gebruik te maken van Vlaamse goederen of diensten waarvan de beschikbaarheid ervan beklemtoond werd door de Regering
De specifìeke modaliteiten van samenwerking tussen het Internationaal Opleidingscentrum van de Internationale Arbeidsorganisatie, gevestigd in Turijn (Italië), en de Vlaamse Regering worden in bijgaande technische bijlage verder omschreven.
ARTIKEL 5
Om hun samenwerking te versterken, zullen de partijen eveneens de uitwisseling bevorderen van onderzoeks- en studiewerk uitgevoerd door het Internationaal Arbeidsbureau en de Vlaamse universiteiten en instellingen die gespecialiseerd zijn in sociaal en arbeidsmarktbeleid.
Opgemaakt in twee originele exemplaren, respectievelijk in het Engels en het Nederlands, bei- den rechtsgeldig, zonder dat één van beide versies primeert, op 2 oktober 1997.
nale Arbeidsorganisatie,
n het Internationaal Minister-President
1
SAMENWERKING TUSSE N VLAANDEREN ( KONINKRIJK BELGIE) EN HET INTERNATIONAAL OPLEIDINGSCENTRUM VAN DE INTERNATIONALE ARBEIDSORGANISATIE
ARTIKEL 1
De overeenkomstsluitende partijen zullen in het kader van deze overeenkomst een driejarig samenwerkingsprogramma opstellen Bij het bepalen van dat programma zal rekening worden gehouden met de prioriteiten inzake multilaterale samenwerking van de Vlaamse Regering en de door de Raad van het Centrum vastgelegde prioriteiten. Het omvat voornamelijk samenwerkings- en opleidingsprojecten waarvan de doelstellingen, de begunstigden en de modaliteiten van uitvoering in gezamenlijk overleg worden bepaald.
De aldus vastgelegde projecten ten behoeve van de lidstaten en de sociale partners zijn een al naar het geval volledige of gedeeltelijke weerspiegeling van alle diensten en actiemiddelen van de Organisatie, inzonderheid de adviesverlening, de organisatie van vormingscursussen en - stages in het Centrum in het begunstigde land en in Vlaanderen, de ontwikkeling en productie van didactisch materiaal de organisatie van individuele vormingsprogramma's ( onthaal van stagiairs) en de uitwisseling van informatie
De Vlaamse Regering zal voor ieder gemeenschappelijk project de Vlaamse (openbare, gemengde of privé-) instelling aanwijzen of de deskundigen die voor het technische deel van het project verantwoordelijk zullen zijn.
ARTIKEL 3
De vastgelegde projecten maken telkens het voorwerp uit van een bijkomende financiële overeenkomst. Elke bijkomende overeenkomst omvat een beknopte samenvatting van de doelstellingen en de wijze van uitvoering van het project alsook van de tussen de overeenkomstsluitende partijen overeengekomen financieringswijze.
De Vlaamse Regering bepaalt voor ieder- project de administratieve en financiële procedure die ze naar eigen goeddunken kan vaststellen om de bijbehorende middelen beschikbaar te maken.
In gemeenzaam overleg wordt een termijn van drie maanden vastgesteld tussen de principiële goedkeuring van ieder project en de ondertekening van de bijkomende overeenkomst die daar telkens bijhoort.
ARTIKEL 4
Indien dit nuttig en mogelijk mocht blijken, dan zullen de overeenkomstsluitende partijen de totstandkoming van samenwerkingsverbanden met andere organisaties voor
ontwikkelingssamenwerking bevorderen, voornamelijk de programma’s en de organisaties van de Verenigde Naties, de nationale agentschappen voor ontwikkelingssamenwerking, de regionale banken, de Internationale Bank voor Herstel en Ontwikkeling, of de progamma’s van ontwikkelingssamenwerking van de Europese Unie
Ze zullen bovendien de mogelijkheid onderzoeken om partnerschappen tussen het Centrum en de door de Vlaamse Regering aangewezen technische partners te vormen om gezamenlijk te reageren op aanbestedingen voor vormingsprojecten vanwege instanties zoals de Europese Unie, de Wereldbank of de regionale banken
ARTIKEL 5
Om hun samenwerking te versterken, zullen de verdragsluitende partijen de uitwisseling en eventuele detachering van ambtenaren en deskundigen bevorderen De doelstellingen en de uitvoeringswijze van zulke uitwisselingen en detacheringen zullen geval per geval worden vastgelegd, waarbij rekenin,g zal worden gehouden met de administratieve en statutaire procedures die op dat vlak door het Centrum en de Vlaamse Regering worden toegepast.
Het kan eveneens worden overwogen om deskundigen of ambtenaren uit te wisselen tussen het Centrum en openbare ofgemengde instellingen die door de Vlaamse Regering als technische partner bij de projecten worden aangewezen.
Bovendien en aanvullend op het driejarig programma verbindt de Vlaamse Regering zich te antwoorden op de verzoeken van het Centrum om de deskundigen te selecteren die tot de uitvoering van deze programma's kunnen bijdragen of instellingen, ondernemingen en studiecentra aan te bevelen die stagiairs zouden kunnen opvangen
ARTIKEL 7
Het Centrum verbindt zich melding te maken van de steun van de Vlaamse Regering op alle officiële documenten waarop de instellingen en partner-staten van het Centrum zijn vermeld evenals op ieder document met betrekking<J tot de uitvoering van de gezamenlijke projecten.
Het Centrum verbindt zich eveneens de Vlaamse Regering in te lichten over alle projecten of vormingsactiviteiten die uitgevoerd worden in samenwerking met Vlaamse instellingen of ondernemingen en die gefinancierd worden uit andere multilaterale of bilaterale fondsen voor ontwikkelingssamenwerking.
Deze overeenkomst wordt afgesloten voor een duur van vijf (5) jaar en kan jaarlijks stilzwijgend worden vernieuwd Ze kan slechts worden opgezegd door een van beide partijen uiterlijk drie (3) maanden voor het verstrijken van deze overeenkomst.
De follow-up en de evaluatie van de gemeenschappelijke projecten worden aan een gemengde commissie toevertrouwd. Deze zal eenmaal per jaar, afwisselend te Brussel en te Turijn, samenkomen om de uitvoering ervan te evalueren en om maatregelen te treffen die tot de verwezenlijking van de doelstellingen bijdragen. Het Verbindingsbureau van de IAO bij de Europese Gemeenschap en de Beneluxlanden te Brussel zal worden uitgenodigd aan deze vergaderingen deel te nemen