Contract
1 BIJLAGE 1: OBLIGATIEVOORWAARDEN ‘OBLIGATIELENING I’
OVERWEGINGEN:
(A) De Uitgevende Instelling schrijft, ter (I) herfinanciering van een portefeuille van 5 operationele Zonnestroomsystemen en 3 Zonnestroomsysteem in installatievoorbereiding en (II) ter financiering van (een deel van) de aankoop-, installatie-, en exploitatiekosten van 2 tot 17 nieuwe Zonnestroomsystemen, de Obligatielening uit, bestaande uit maximaal 1.000 Obligaties met een nominale waarde van €1.000 elk, in totaal maximaal €1.000.000, een en ander overeenkomstig het Informatiememorandum
(B) Op 20 November 2019 heeft de directie van de Uitgevende Instelling besloten tot de uitgifte van de Obligatielening.
(C) In de onderhavige Obligatievoorwaarden stelt de Uitgevende Instelling de voorwaarden vast waaronder de Obligatielening wordt uitgegeven.
(D) Geïnteresseerden bevestigen met een Inschrijving op de Obligatielening kennis te hebben genomen van het Informatiememorandum en deze Obligatievoorwaarden.
(E) Inschrijven op de Obligatielening is enkel mogelijk gedurende Inschrijvingsperiode, gebruik makend van de online inschrijvingsmogelijkheid op de website van DuurzaamInvesteren (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx). Een concept Inschrijfformulier is opgenomen in Bijlage 2 (Voorbeeld Inschrijfformulier).
ARTIKEL 1. DEFINITIES
In deze overeenkomst hebben de volgende termen met een hoofdletter de betekenis zoals hierna omschreven. Alle hierna gedefinieerde woorden en termen in het enkelvoud hebben dezelfde betekenis als in het meervoud en vice versa.
“Aflossing”: Een (gedeeltelijke) terugbetaling van de Hoofdsom aan de Obligatiehouder door de Uitgevende Instelling.
“Aflossingsdatum”: De datum waarop de Obligatielening geheel afgelost dient te zijn, zijnde 120 maanden (10 jaar) na de Ingangsdatum, voor zover de Uitgevende Instelling geen gebruik maakt van de mogelijkheid om vervroegd af te lossen.
“Algemene Vergadering van obligatiehouders”: de vergadering van alle obligatiehouders welke houders zijn van door de Uitgevende Instelling uitgegeven obligaties (niet te verwarren met de Vergadering van Obligatiehouders waarin enkel de Obligatiehouders uit deze uitgifte zijn vertegenwoordigd).
“Artikel”: Een Artikel uit deze overeenkomst.
“Corresponderende Verplichtingen”: De huidige en toekomstige betalingsverplichtingen van de Uitgevende Instelling jegens een of meer Obligatiehouders op grond van of in verband met deze Obligatievoorwaarden (maar, ter voorkoming van misverstanden, uitgezonderd de Parallelle Vordering).
“DuurzaamInvesteren”: Handelsnaam van Crowdinvesting B.V., een naar Nederlands recht opgerichte besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, gevestigd en kantoorhoudend aan de Keizersgracht 127, 1015 CJ te Amsterdam en geregistreerd in het handelsregister van de Kamer van Koophandel te Amsterdam onder nummer 58407529
“Geïnteresseerde”: Een natuurlijke- of rechtspersoon die de aanschaf van Obligaties overweegt.
“Herstelplan”: het herstelplan zoals beschreven in Artikel 10.3.
“Hoofdsom”: Het door de Obligatiehouder, onder de Obligatievoorwaarden, in Obligaties geïnvesteerde bedrag, exclusief Transactiekosten.
“Informatiememorandum”: Het op 29 juni 2020 door de Uitgevende Instelling uitgegeven memorandum verbonden aan de uitgifte van de Obligatielening, inclusief de daarbij behorende Bijlagen.
“Ingangsdatum”: De datum waarop de Obligatielening aanvangt, uiterlijk 14 dagen na sluiting van de Inschrijvingsperiode mits de uitgifte van de Obligatielening daaraan voorafgaand niet is ingetrokken. De Ingangsdatum zal door de Uitgevende Instelling, met inachtneming van bovenstaande beperking, worden vastgesteld en aan Obligatiehouders worden gecommuniceerd.
“Inschrijver”: Een Geïnteresseerde die een Inschrijving doet of heeft gedaan.
“Inschrijving”: Een toezegging van een Geïnteresseerde om Obligaties te verwerven.
“Inschrijvingsperiode”: De periode van 6 juli tot en met 31 juli (of zoveel eerder als dat de inschrijving sluit) gedurende welke Geïnteresseerden in kunnen schrijven op de Obligatielening.
“Inschrijfformulier”: Het online inschrijfformulier op de website van XxxxxxxxXxxxxxxxxx.xx waarmee de Inschrijver een Inschrijving doet.
“Kwaliteitsrekening”: De in artikel 25 van de Wet op het Notarisambt bedoelde bijzondere rekening ten name van de Notaris, welke wordt aangehouden bij ABN-AMRO Bank N.V. onder IBAN-nummer XX00XXXX0000000000 ten name van Horst & Xxx xx Xxxxxx Notarissen.
“Looptijd”: De looptijd van de Obligatielening, zijnde 120 maanden (10 jaar) vanaf de Ingangsdatum.
“Notaris”: Mr. X.X.X. xxx xx Xxxxxx, notaris te Hilversum, verbonden aan Xxxxx & Xxx xx Xxxxxx Notarissen met adres Xxxxxxxxx 0, 0000 XX Xxxxxxxxx, ingeschreven bij de kamer van koophandel onder nummer 72389117, dan wel diens waarnemer of een andere notaris verbonden aan Xxxxx & Xxx xx Xxxxxx Notarissen.
“Obligatie”: Een door Uitgevende Instelling uitgegeven niet-beursgenoteerde schuldtitel op naam, met een nominale waarde van €1.000 (duizend euro) per stuk.
“Obligatiehouder”: De natuurlijke- of rechtspersoon die één of meerdere Obligaties houdt.
“Obligatielening”: De door de Uitgevende Instelling uit te geven 5,75% obligatielening met een nominale waarde van maximaal €1.000.000 (een miljoen euro) met een Looptijd van 120 maanden (10 jaar) zoals beschreven in het Informatiememorandum.
“Obligatievoorwaarden”: Deze voorwaarden waaronder de Uitgevende Instelling de Obligatielening uitgeeft. De Obligatievoorwaarden zijn opgenomen in het bij de Obligatielening behorende Informatiememorandum in Bijlage 1 (Obligatievoorwaarden).
“Parallelle Vordering”: De vordering van de Stichting op de Uitgevende Instelling zoals beschreven in Artikel 9.1.
“Portefeuille Zonnestroomsystemen”: de specifieke Zonnestroomsystemen gefinancierd middels deze Obligatielening en bijbehorende storting eigen vermogen. Dit omvat tevens de bijbehorende Solar Service Overeenkomsten (contracten met afnemers) en Solar Service Beheerscontracten (contracten met leveranciers van bijv. onderhoud en bemetering) waarvan de Uitgevende Instelling rechthebbende is.
“Register”: Het register van Obligatiehouders waarin de naam en het adres van alle Obligatiehouders zijn opgenomen met vermelding van de betreffende nummers van de Obligaties die door de Obligatiehouders worden gehouden.
“Rente”: De door de Uitgevende Instelling op grond van de Obligatielening verschuldigde vergoeding van 5,75% op jaarbasis over de uitstaande (nog niet afgeloste) Hoofdsom. Rentebetaling geschiedt jaarlijks op de Rentedatum, voor het eerst in 2021.
“Rentedatum”: De datum waarop, gedurende de Looptijd, jaarlijks de aan de Obligatiehouder verschuldigde Xxxxx en Aflossing wordt uitgekeerd. Deze datum valt gedurende de Looptijd telkens 12 maanden na de vorige Rentedatum waarbij de eerste Rentedatum valt 12 maanden na de Ingangsdatum.
“Stichting”: Stichting Belangenbehartiging DuurzaamInvesteren, een naar Nederlands recht opgerichte stichting, statutair gevestigd te Amsterdam en ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 69337772.
“Toekomstige Obligatieleningen”: enige in de toekomst door de Uitgevende Instelling uit te geven obligatielening welke in rang gelijk zal zijn aan de Obligatieleningen waarvan de voorwaarden min of meer vergelijkbaar zijn aan deze Obligatielening.
“Transactiekosten”: Eenmalige kosten die aan de Inschrijver in rekening worden gebracht voor gebruik van de website van DuurzaamInvesteren (xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx). De Transactiekosten bedragen 3,0% (inclusief BTW) over de Hoofdsom en worden geheven door DuurzaamInvesteren wanneer de Inschrijver een Inschrijving doet.
“Uitgevende Instelling”: Sosimple Solar Investment I B.V., een naar Nederlands recht opgerichte vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, statutair gevestigd te Amsterdam en ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 74762907, rechtsgeldig vertegenwoordigd door xxx. X. Xxx.
“Zonnestroomsysteem”: Een fotovoltaïsche elektriciteitsproductie installatie en alle bijbehorende technische, financiële en juridische zaken waaronder begrepen maar niet beperkt tot de fotovoltaïsche panelen, bevestigingsmaterialen, omvormers, bekabeling, netaansluiting(en), monitoringapparatuur, batterijen en al het andere dat nodig is voor de exploitatie van de installatie.
ARTIKEL 2. DOEL VAN DE OBLIGATIELENING
2.1 De opbrengst van de uitgifte van de Obligatielening wordt door de Uitgevende Instelling uitsluitend ingezet voor de financiering van de aankoop en installatiekosten van de Portefeuille Zonnestroomsystemen, zoals beschreven in het Informatiememorandum.
ARTIKEL 3. OBLIGATIELENING
3.1 De Uitgevende Instelling geeft de Obligatielening uit krachtens de in deze Obligatievoorwaarden beschreven voorwaarden. Obligatiehouders worden met het doen van een Inschrijving geacht kennis te hebben genomen van deze Obligatievoorwaarden en zijn daaraan gehouden.
3.2 De uit te geven Obligatielening bedraagt €1.000.000 (één miljoen euro), verdeeld in maximaal 1.000 Obligaties van nominaal €1.000 elk, oplopend genummerd vanaf 1. De Obligaties vormen directe verplichtingen van de Uitgevende Instelling jegens de Obligatiehouders die onderling en ten opzichte van elkaar van gelijke rang zijn, zonder enig verschil in preferentie. De directe verplichtingen van de Uitgevende Instelling uit hoofde van deze Obligatielening zijn beperkt tot hetgeen betrekking heeft op de Portefeuille
3.3 De Obligaties zijn niet en zullen niet geregistreerd worden onder de ‘U.S. Securities Act of 1933’ of geregistreerd worden bij enige toezichthouder op het effectenverkeer in een staat van of in een andere jurisdictie behorende tot de Verenigde Staten van Amerika. De Obligaties mogen expliciet niet worden aangeboden, verkocht of geleverd, direct of indirect, in- of aan of namens ingezetenen van de Verenigde Staten van Amerika.
ARTIKEL 4. INSCHRIJVING OP EN UITGIFTE VAN OBLIGATIES
4.1 Geïnteresseerden kunnen inschrijven op de Obligatielening gedurende de Inschrijvingsperiode. Na sluiting van de Inschrijvingsperiode zal de Uitgevende Instelling Obligaties aan Geïnteresseerden toewijzen met inachtneming van de bepalingen in dit Artikel.
4.2 Inschrijven op de Obligatielening geschiedt middels het invullen van het online Inschrijfformulier, beschikbaar op de betreffende projectpagina op xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx en het overmaken van het te investeren bedrag, vermeerderd met Transactiekosten, op de Kwaliteitsrekening van de Notaris.
4.3 De Uitgevende Instelling kan zonder opgaaf van reden een Inschrijving weigeren, de Inschrijvingsperiode verlengen, verkorten of opschorten (welke aangepaste termijn dan geldt als de Inschrijvingsperiode) dan wel de aanbieding en uitgifte van de Obligatielening intrekken voorafgaande of gedurende de Inschrijvingsperiode. De Uitgevende Instelling is niet aansprakelijk voor enige schade die iemand door een dergelijke handeling van de Uitgevende Instelling lijdt.
De Uitgevende Instelling zal de uitgifte van de Obligatielening intrekken indien voor het einde van de Inschrijvingsperiode voor minder dan €500.000 (vijfhonderdduizend euro) is ingeschreven op Obligaties.
4.4 Inschrijvingen worden in behandeling genomen op volgorde van binnenkomst. Indien de Uitgevende Instelling een Inschrijving niet (geheel) accepteert zal zij dit zo snel mogelijk en in ieder geval voor uitgifte van de Obligatielening melden aan de Inschrijver. Zonder andersluidend bericht wordt een Inschrijving door de Uitgevende Instelling geaccepteerd en wordt het beoogde aantal Obligaties toegewezen aan de Inschrijver. De Uitgevende Instelling is de enige die Obligaties kan toewijzen.
4.5 Een Inschrijver heeft 14 dagen na Inschrijving de mogelijkheid om, zonder opgaaf van reden, de Inschrijving terug te trekken. De Inschrijving wordt in dat geval van rechtswege ontbonden
4.6 De Ingangsdatum van de Obligatielening valt, tenzij de Uitgevende Instelling de uitgifte van de Obligatielening intrekt, uiterlijk 14 dagen na sluiting van de Inschrijvingsperiode. De Ingangsdatum alsmede een bevestiging van toewijzing van Obligaties zal door de Uitgevende Instelling na sluiting van de Inschrijvingsperiode aan Obligatiehouders worden gecommuniceerd.
ARTIKEL 5. LEVERING EN ADMINISTRATIE VAN DE OBLIGATIES; REGISTER
5.1 Uitgifte van de Obligaties geschiedt door inschrijving van de Inschrijver in het Register als Obligatiehouder. Obligatiehouders ontvangen een bevestiging van inschrijving en zijn vrijelijk gerechtigd hun inschrijving in het Register in te zien ten kantore van de Uitgevende Instelling. Er zullen geen bewijzen van inschrijving worden verstrekt.
5.2 De Uitgevende Instelling houdt het Register in elektronische of andere door de Uitgevende Instelling te bepalen vorm, waarin in ieder geval de namen en adressen van Obligatiehouders zijn opgenomen, zoals van tijd tot tijd gewijzigd, onder vermelding van het aantal door hen gehouden Obligaties.
5.3 Een Obligatiehouder dient iedere wijziging in de gegevens als genoemd in lid 2 van dit artikel onmiddellijk aan de Uitgevende Instelling door te geven. Een wijziging van deze gegevens van de Obligatiehouder zijn slechts tegenover het Uitgevende Instelling van kracht nadat de Obligatiehouder de Uitgevende Instelling daarvan schriftelijk in kennis heeft gesteld.
5.5 De Uitgevende Instelling actualiseert het Register na iedere wijziging van de daarin opgenomen gegevens zoals beschreven in lid 3 van dit Artikel.
ARTIKEL 6. RENTE EN AFLOSSING
6.1 De Uitgevende Instelling is over het niet afgeloste deel van de Hoofdsom, en eventueel achterstallige Rente, een Rente verschuldigd aan de Obligatiehouder van 5,75% op jaarbasis, te rekenen vanaf de Ingangsdatum.
De Rentebetaling geschiedt jaarlijks op de Rentedatum, voor het eerst in 2021, op welke datum de Rente over het daaraan voorafgaande (gedeelte van een) jaar dient te zijn voldaan.
6.2 De Obligatielening heeft een Looptijd van 10 jaar (120 maanden) vanaf de Ingangsdatum. Met uitzondering van het eerste jaar na de Ingangsdatum zal de Uitgevende Instelling per jaar, op de Rentedatum, naast Rente betalen, ook een deel van de Obligatielening Aflossen. Aan het einde van de Looptijd, op de Aflossingsdatum, dient de Obligatielening geheel te zijn afgelost (terugbetaald te zijn). Het schema van Rente- en Aflossingsbetalingen is hieronder opgenomen. In geval van een herstelplan als bedoeld in Artikel 10.3 kan de Looptijd worden verlengd met een periode van 5 jaar waardoor deze
maximaal 15 jaar zal worden. De betalingen aan een Obligatiehouder worden telkens gecorrigeerd voor het aantal Obligaties dat een Obligatiehouder houdt. Het totaal te betalen bedrag wordt afgerond op twee cijfers achter de komma. In onderstaande tabel zijn de Rente- en Aflossingsbetalingen uit hoofde van één Obligatie weergegeven. De som van de Rente- en Aflossingsbetalingen gedurende de Looptijd bedraagt €1.350,78 per Obligatie met een nominale waarde van €1.000,00.
In geval van een verlenging van de Looptijd zal het schema van Rente- en Aflossingsbetalingen worden gewijzigd zoals in overleg met de Algemene Vergadering van obligatiehouders
6.3 De Uitgevende Instelling is gerechtigd om op enig moment (een deel van) de Obligatielening vervroegd af te lossen. Indien de Uitgevende Instelling besluit tot vervroegde Aflossing is zij een Obligatiehouder een boete verschuldigd waarmee Uitgevende Instelling Obligatiehouders compenseert voor het negatieve effect van de vervroegde aflossing op het jaarlijks effectief rendementspercentage voor Obligatiehouders, met inachtneming van de door Obligatiehouders betaalde transactie kosten van 3,0%. Als vervroegde Aflossing geldt elk bedrag dat in een jaar, per Obligatie, wordt Afgelost boven de aflosverplichting van het betreffende jaar conform het overzicht in Artikel 6.2. Vervroegde Aflossingen worden pro-rata in mindering gebracht op toekomstige aflossingsverplichtingen.
6.4 De Uitgevende Instelling zal bij het niet geheel of tijdig kunnen voldoen aan haar betalingsverplichtingen jegens de Obligatiehouder deze – uiterlijk één werkdag voorafgaand aan de Rentedatum in een jaar - informeren over de kasstroom die de Uitgevende Instelling kent en aannemelijk maken dat deze niet afdoende is om (volledig) aan haar betalingsverplichtingen te voldoen.
6.5 Alle betalingen aan een Obligatiehouder, waaronder Rente en (vervroegde) Aflossing, zullen worden gedaan op de door de Obligatiehouder gebruikte rekening bij de initiële storting van de Hoofdsom op de kwaliteitsrekening van de Notaris. Betaling door de Uitgevende Instelling middels storting op dat rekeningnummer werkt bevrijdend, ook ingeval van overdracht of overgang van (een) Obligatie(s), tenzij door de Obligatiehouder tijdig per e-mail of aangetekende post een andere tenaamstelling en/of rekeningnummer is/zijn meegedeeld aan de Uitgevende Instelling en de Uitgevende Instelling het passeren van deze wijziging heeft bevestigd.
6.6 De administratie van de Uitgevende Instelling is leidend voor het leveren van bewijs voor betaling van Rente en Aflossing met uitzondering van door de Obligatiehouder te leveren tegenbewijs.
ARTIKEL 7. OVERDRAAGBAARHEID
7.1 De Obligaties zijn beperkt verhandelbaar en zullen niet worden genoteerd op een gereglementeerde markt.
7.2 De Obligaties zijn zonder schriftelijke, andersluidende toestemming van de Uitgevende Instelling enkel overdraagbaar tussen Obligatiehouders.
7.3 Overdracht onder bijzondere titel, zoals ten gevolge van schenking of verkoop, van de Obligatie(s) kan, onverminderd het bepaalde in het tweede lid van dit artikel, slechts rechtsgeldig plaatsvinden door middel van een schriftelijke overeenkomst tussen overdragende en verkrijgende Obligatiehouders. De Uitgevende Instelling zal de overdracht, na ontvangst van de hiervoor bedoelde documenten, verwerken in het Register en de overdragende en de verkrijgende Obligatiehouder hierover schriftelijk informeren.
7.4 In afwijking van het tweede lid van dit artikel, kan of kunnen in geval van overlijden van een Obligatiehouder de Obligatie(s) onder algemene titel krachtens erfrecht overgaan op erfgenamen van de Obligatiehouder. In die situatie geldt dat de verkrijgende Obligatiehouder, onder overlegging van een verklaring van erfrecht, mededeling van de overdracht aan de Uitgevende Instelling dient te doen. De Uitgevende Instelling zal, na bevestiging van ontvangst van bedoeld bewijs, de overdracht verwerken in het Register.
ARTIKEL 8. VERPLICHTINGEN UITGEVENDE INSTELLING
8.1 Behoudens ten aanzien van obligaties en bij deze Obligaties achtergestelde leningen, zal de Uitgevende Instelling gedurende de Looptijd geen geldlening aangaan anders dan een obligatielening met voorwaarden welke hoofdzakelijk gelijk zijn aan die van deze Obligatielening of bij deze obligatieleningen achtergestelde leningen.
8.2 De Uitgevende Instelling zal geen dividend uitkeren of enige andere uitkering of vergoeding aan aandeelhouders of daarmee verbonden personen betaalbaar stellen of voldoen anders dan:
i. indien zich geen Verzuim als bedoeld in Artikel 10 heeft voorgedaan welke voortduurt; en
ii. indien en voorzover uit een cashflow overzicht en tussentijdse balans blijkt dat de voorgaande 4 kwartalen de inkomende kasstromen voldoende waren om aan al haar rente en aflossingen over die 4 kwartalen te voldoen met een marge van tenminste 20% EN na de betaling van de betreffende uitkering of betaling, de Uitgevende Instelling over voldoende liquide middelen beschikt om met inachtneming van de verwachte inkomende kasstromen, met eveneens een marge van 20%, in de komende 4 kwartalen al haar rente en aflossingen onder enige financiering over die periode te kunnen voldoen.
8.3 De Obligatiehouders kunnen zich in geval van opeisbaarheid van de uitstaande bedragen onder de Obligaties slechts verhalen op het vermogen van de Uitgevende Instelling. Obligatiehouder zal zich, tenzij sprake is van opzet of grove schuld, niet verhalen op (privé)vermogen van aandeelhouders of bestuurders van de Uitgevende Instelling.
ARTIKEL 9. PARALLELLE VORDERING EN ZEKERHEDEN
9.1 De Uitgevende Instelling verbindt zich onherroepelijk en onvoorwaardelijk voor zover nodig bij wijze van schuldigerkenning om aan de Stichting een bedrag te voldoen gelijk aan de Corresponderende Verplichtingen zoals deze op enig moment kunnen bestaan (de “Parallelle Vordering”). Iedere betalingsverplichting uit hoofde van de Parallelle Vordering is opeisbaar op hetzelfde moment als waarop de betreffende Corresponderende Verplichtingen opeisbaar zijn.
9.2 De Stichting heeft (ten aanzien van de Parallelle Vordering) een zelfstandig, onafhankelijk parallel vorderingsrecht op de Uitgevende Instelling ter zake van de rechten en vorderingen van de Obligatiehouders, dat op geen enkele wijze afbreuk doet aan de (corresponderende) rechten en vorderingen van de Obligatiehouders.
9.3 Iedere betaling die de Stichting ontvangt op de Parallelle Vordering of iedere kwijtschelding of uitstel van betaling (eventueel na een door Obligatiehouders genomen besluit) vermindert de Corresponderende Verplichtingen van de Obligatiehouders voor een gelijk bedrag, en vice versa. De Parallelle Vordering zal te allen tijde gelijk zijn aan het totaal van de Corresponderende Verplichtingen.
9.4 De Stichting enerzijds en de Obligatiehouders anderzijds zijn gehouden om af te zien van handelingen waardoor de Uitgevende Instelling, door de Stichting en de Obligatiehouders tegelijkertijd, tot betaling van de Parallelle Vordering én de vorderingen van de Obligatiehouders wordt aangesproken.
9.5 De Stichting is gehouden om in de uitoefening van zijn rechten als bedoeld in dit Artikel te allen tijde te handelen in het belang van de Obligatiehouders, en door haar uit hoofde van de Parallelle Vordering
ontvangen betalingen onverwijld af te dragen aan de Obligatiehouders naar rato van hun bezit van Obligaties.
9.6 Tot zekerheid van de nakoming door de Uitgevende Instelling van de Parallelle Vordering (en de parallelle vordering van alle overige door de Uitgevende Instelling uitgegeven obligaties, draagt de Uitgevende Instelling zorg voor - en verleent daar alle medewerking aan - de vestiging op naam van de Stichting van:
i. Een zekerheidsrecht naar het recht van Zuid-Afrika middels een overeenkomst tot overdracht (‘ceding’) op de voor overdracht vatbare (toekomstige) rechten/vorderingen uit de Solar Service Overeenkomsten en (indien van toepassing) verzekeringen horende bij de Zonnestroomsystemen in het bezit van de Uitgevende Instelling.
ii. Instaprechten naar het recht van Zuid-Afrika met betrekking tot de Beheerscontracten aangaande de Zonnestroomsystemen in het bezit van de Uitgevende Instelling, waarbij Sosimple Solar Asset Management B.V. ten behoeve van Sosimple Solar Investment I B.V. contracten zal beheren en revenuen zal incasseren (Beheerscontracten voor onderhoud, verbruiksregistratie en facturatie alsmede klant relatiemanagement), in het geval van een faillissement van Sosimple Solar Asset Management.
iii. Een zekerheidsrecht naar het recht van Zuid-Afrika op de Zonnestroomsystemen en andere bezittingen van Uitgevende Instelling in Zuid-Afrika in de vorm van een “general notarial cover bond registered with the South African Registrar of Deeds”.
9.7 Ingeval de Stichting overgaat tot uitwinning van de zekerheden, verleent de Uitgevende Instelling daaraan alle medewerking in Nederland en Zuid-Afrika.
9.8 Bij gehele Aflossing en gehele vervroegde Aflossing is de Stichting gehouden tot het verlenen van medewerking aan de bevestiging van het einde van de zekerheden als bedoeld in lid 6 van dit artikel.
9.9 De Notaris of enig ander bevoegd jurist zal zorgdragen voor het vestigen van het bovengenoemde zekerheidsrecht.
9.10 De kosten voor het vestigen van de zekerheden, en mogelijke uitwinning ervan, zijn voor rekening van de Uitgevende Instelling, en kunnen onder de zekerheden komen te vallen als onderdeel van de vorderingen van de Obligatiehouders op de Uitgevende Instelling.
ARTIKEL 10. VERZUIM EN OPEISBAARHEID
10.1 Onverminderd eventuele wettelijke rechten van de Obligatiehouder op ontbinding en/of schadevergoeding wegens tekortkoming van of door de Uitgevende Instelling, is de nog uitstaande Hoofdsom vermeerderd met bijgeschreven Rente direct opeisbaar in de navolgende gevallen:
i. Indien de Uitgevende Instelling één of meer van zijn verplichtingen uit hoofde van deze Obligatievoorwaarden jegens Obligatiehouder niet, niet tijdig, niet volledig of niet behoorlijk nakomt en na te zijn gesommeerd en een termijn van ten minste 30 (dertig) dagen te hebben gekregen om zijn verplichting alsnog na te komen, in verzuim blijft en geen Herstelplan als bedoeld in artikel 10.3 aan de Algemene Vergadering van obligatiehouders kan worden voorgelegd;
ii. Indien de Uitgevende Instelling een geldlening met een derde aangaat (hoe ook genaamd), die in rang hoger is dan de Obligatielening of beschreven Xxxxxxxxxxxx Zonnestroomsystemen als zekerheden verstrekt aan een derde (ter voorkoming van misverstanden anders dan een Toekomstige Obligatielening);
iii. Indien en zodra de Uitgevende Instelling in staat van faillissement wordt verklaard, haar eigen faillissement aanvraagt, of surseance van betaling wordt verleend of aanvraagt;
iv. In geval van beslaglegging op of overdracht van een naar het oordeel van een Obligatiehouder belangrijk gedeelte van de activa behorende tot de Zonnestroomstystemen (waaronder ook begrepen verhuurcontracten) van de Uitgevende Instelling;
v. Bij een besluit tot splitsing, (juridische) fusie, verkoop, ontbinding of liquidatie of algehele staking of staking van een essentieel onderdeel van de onderneming van de Uitgevende Instelling.
10.2 Indien zich een omstandigheid voordoet zoals beschreven in Artikel 10.1 is de Uitgevende Instelling zonder nadere ingebrekestelling in verzuim. De Uitgevende Instelling is verplicht hiervan onverwijld melding te maken aan de Obligatiehouders en de Stichting.
10.3 Indien, om welke reden dan ook, de Uitgevende Instelling onverhoopt in verzuim is ten aanzien van een betalingsverplichting betreffende deze Obligatielening als bedoeld in Artikel 10.1 (i), zal de Uitgevende Instelling aan Obligatiehouders en alle overige obligatiehouders vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van obligatiehouders voorstellen om de Looptijd overeenkomstig het bepaalde in Artikel
6.3 met niet meer dan 5 jaar te verlengen tot maximaal 15 jaar, waarbij de Uitgevende Instelling alle beschikbare kasstromen voorzover niet nodig voor operationele kosten, zal aanwenden ten gunste van alle obligatiehouders (waaronder de Obligatiehouders) om zodoende de achterstallige aflossing- en rentebetalingen alsnog te verrichten (het “Herstelplan”). Dit voorstel zal door de Algemene Vergadering van obligatiehouders worden aangenomen wanneer de Uitgevende Instelling aannemelijk kan maken dat de Uitgevende Instelling met inachtneming van de verlengde Looptijd (en de respectievelijke verlengde looptijd van de overige obligatieleningen) aan al haar verplichtingen jegens Obligatiehouders (en de respectievelijke obligatiehouders) kan voldoen. Hiertoe dient de Uitgevende Instelling, binnen drie maanden na vaststelling van dit verzuim, een door een onafhankelijke derde, ter zake kundige, partij opgestelde financiële prognose van de kasstromen met alle obligatiehouders (waaronder de Obligatiehouders) te delen.
10.4 Conform Artikel 8.2 mag Uitgevende Instelling gedurende een verzuim en de periode waarin een Herstelplan van toepassing is, geen dividenden of overige uitkeringen uitkeren en worden alle beschikbare kasstromen na operationele kosten aangewend om aan de verplichtingen jegens Obligatiehouders en de overige obligatiehouders te voldoen.
10.5 Indien uit het Herstelplan als bedoeld in Artikel 10.3 blijkt dat met inachtneming van de verlenging van de Looptijd, nog altijd niet alle betalingsverplichtingen van de Uitgevende Instelling onder de Obligaties en alle overige obligaties kunnen worden voldaan, treedt Artikel 10.1 (i) in werking.
ARTIKEL 11. STICHTING; TAAK, BEËINDIGING FUNCTIE, VERGADERINGEN
11.1 De Stichting houdt enkel de zekerheden genoemd in Artikel 9.6 voor rekening van de Obligatiehouders.
11.2 Voor het verrichten van executiehandelingen voortvloeiend uit de zekerheidsrechten genoemd in Artikel 9.6 behoeft de Stichting de voorafgaande machtiging van de Vergadering van Obligatiehouders, voor welke machtiging een Gekwalificeerd Besluit is vereist. Voor handelingen benodigd om de genoemde zekerheidsrechten te vestigen of in stand te laten is de Stichting niettemin bevoegd.
11.3 Iedere Obligatiehouder zal (naar evenredigheid van zijn aantal Obligaties) de Stichting, binnen tien dagen na een daartoe strekkend verzoek, vrijwaren van alle kosten, verliezen of verplichtingen die ontstaan voor de Stichting (anders dan door grove schuld of opzet van de Stichting) in verband met diens optreden als Stichting op grond van deze Obligatievoorwaarden (tenzij de Stichting voor die kosten, verliezen of verplichtingen een vergoeding heeft ontvangen of kan ontvangen van de Uitgevende Instelling op grond van de Obligatievoorwaarden).
11.4 Ten aanzien van de Stichting geldt dat:
(a) Onverminderd het onderstaande lid (b) de Stichting niet aansprakelijk is voor enige actie die hij heeft ondernomen op grond van of in verband met deze Obligatievoorwaarden, tenzij dit direct is te wijten aan opzet of grove schuld.
(b) Deze bepaling strekt zich ook uit tot het handelen of nalaten van een functionaris, medewerker of opdrachtnemer van de Stichting in verband met een vordering die hij mogelijk heeft jegens die Stichting of in verband met een handeling of nalatigheid van enige aard door die functionaris, medewerker of opdrachtnemer met betrekking tot de Obligatievoorwaarden en iedere functionaris, medewerker of opdrachtnemer van de Stichting kan zich beroepen op deze bepaling.
11.5 Door opzegging met inachtneming van een opzegtermijn van ten minste één (1) maand kan de Stichting zijn functie beëindigen; de Stichting zal echter zijn functie niet eerder (feitelijk) beëindigen dan nadat een vervanger is aangesteld waaraan de Parallelle Vordering is overgedragen en te wiens gunste de zekerheid is gevestigd. Na opzegging van de zijde van de Stichting is de Stichting gehouden alle noodzakelijke medewerking te verlenen aan de aangestelde vervanger tot overdracht van de Parallelle Vordering en vestiging van de zekerheid. Opzegging geschiedt tegen de laatste dag van een maand.
11.6 Ingeval van vervanging van de Stichting treedt de aangestelde vervanger met betrekking tot alle (overige) rechten en verplichtingen onder de Obligatielening in de plaats van de Stichting, daaronder uitdrukkelijk begrepen de volmacht en last met privatieve werking als bedoeld in het tweede lid van dit Artikel waartoe de Obligatiehouders, voor zover vereist, de Stichting de bevoegdheid verlenen.
ARTIKEL 12 – VERGADERING VAN OBLIGATIEHOUDERS EN ALGEMENE VERGADERING VAN OBLIGATIEHOUDERS
12.1 Een vergadering van obligatiehouders (“Vergadering van Obligatiehouders”) zal worden gehouden (i) indien de Stichting dit wenselijk acht voor zover een beslissing nodig is verband houdende met de zekerheidsrechten bedoeld in Artikel 9.6 (ii) op schriftelijk verzoek van de Uitgevende Instelling; (iii) op schriftelijk verzoek van de houders van ten minste 30% (dertig procent) van het totale nominale bedrag aan uitstaande Obligaties of (iv) ingeval zich een omstandigheid als bedoeld in Artikel 10.1 heeft voorgedaan en geen sprake is van stilzwijgend overnemen van een voorstel tot verlenging van looptijd conform Artikel 10.
12.2 De Vergadering van Obligatiehouders zal worden uitgeschreven door de Uitgevende Instelling. De Uitgevende Instelling roept de Vergadering van Obligatiehouders uiterlijk binnen één (1) maand, na ontvangst van het schriftelijke verzoek daartoe, bijeen. Obligatiehouders zullen ten minste vijftien (15) dagen voor de dag waarop de vergadering wordt gehouden een oproepingsbrief voor de Vergadering van Obligatiehouders ontvangen. De oproepingsbrief moet de te bespreken onderwerpen bevatten, de plaats waar de Vergadering van Obligatiehouders zal worden gehouden alsmede een begeleidende toelichting daarop.
12.3 In spoedeisende gevallen (waaronder mede wordt verstaan in geval zich een omstandigheid als bedoeld in Artikel 10.1 heeft voorgedaan), zulks ter beoordeling van de Uitgevende Instelling of de Stichting, kan de oproepingstermijn ten aanzien van de Vergadering van Obligatiehouders worden teruggebracht tot vijf (5) dagen, de dag van de vergadering en van de oproeping niet meegerekend.
12.4 Indien de Uitgevende Instelling in gebreke blijft met het bijeenroepen van een Vergadering van Obligatiehouders, als bedoeld in artikel 12.1, heeft de Stichting casu quo hebben de verzoekende Obligatiehouders zelf het recht een Vergadering van Obligatiehouders uit te schrijven met inachtneming van de hiervoor in Artikel 12.1 tot en met 12.3 omschreven termijnen en formaliteiten.
12.5 De Vergadering van Obligatiehouders wordt voorgezeten door een door de Uitgevende Instelling aan te wijzen persoon. Indien de door de Uitgevende Instelling aangewezen persoon niet ter vergadering aanwezig is of de Uitgevende Instelling geen persoon heeft aangewezen, wordt de Vergadering van Obligatiehouders voorgezeten door een door de vergadering uit haar midden aan te wijzen persoon.
12.6 Op een Vergadering van Obligatiehouders zal door middel van stembriefjes worden gestemd. Elke Obligatie geeft de houder ervan recht op één stem in de vergadering van Obligatiehouders.
12.7 Tenzij het een Gekwalificeerd Besluit (als gedefinieerd in artikel 12.8 hierna) betreft, worden besluiten in de Vergadering van Obligatiehouders genomen met een absolute meerderheid van stemmen.
12.8 In het geval dat de besluiten van de Vergadering van Obligatiehouders betrekking hebben op onderwerpen zoals hieronder beschreven, kunnen deze slechts genomen worden met een meerderheid van drie/vierde (3/4) gedeelte van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste drie/vierde (3/4) gedeelte van het totaal aantal uitstaande Obligaties aanwezig of vertegenwoordigd is (“Gekwalificeerd Besluit”).
Deze onderwerpen hebben betrekking op:
a. het veranderen van de Looptijd en/of het veranderen van de Rentebetalingsdatum, anders dan als bedoeld in Artikel 10.3; of
b. het verminderen van de uitstaande Hoofdsom anders dan door Xxxxxxxxx en/of het verminderen van de Rente;
c. het veranderen van de Obligatievoorwaarden die betrekking hebben op het onmiddellijk betalen van Hoofdsom en Rente door de Uitgevende Instelling op een manier die nadelig is voor de Obligatiehouders anders dan als bedoeld in Artikel 10.3;
d. het aantrekken van andere financieringen dan de Obligatielening of een Toekomstige Obligatielening (waaronder begrepen maar niet beperkt tot bancaire financieringen en niet- bancaire geldleningen van derden) voor welke financieringen eerste zekerheden worden gegeven op de met de Obligatielening gefinancierde Portefeuille Zonnestroomsystemen, met in achtneming van artikel 10; of
e. het verlenen van een machtiging als bedoeld in artikel 11.2 van deze Obligatievoorwaarden.
12.9 Behoudens ingeval er sprake is van een noodsituatie (waarmee wordt bedoeld een omstandigheid als bedoeld in Artikel 12.3 of waarbij het voortbestaan van de Uitgevende Instelling onmiddellijk wordt bedreigd) zal in een Vergadering van Obligatiehouders ten minste 2/3 (twee/derde) gedeelte van het aantal uitstaande Obligaties aanwezig of vertegenwoordigd moeten zijn om rechtsgeldige besluiten te kunnen nemen. Ingeval het quorum niet wordt gehaald zal – met inachtneming van dezelfde oproepingsformaliteiten als van de eerste vergadering van Obligatiehouders – binnen vier (4) weken daarna een tweede Vergadering van Obligatiehouders moeten worden gehouden, waarin opnieuw een Gekwalificeerd Besluit kan worden genomen, ongeacht het aanwezige quorum.
12.10 Besluiten van de Vergadering van Obligatiehouders kunnen buiten vergadering worden genomen, mits
(a) met medeweten van de Stichting, (b) schriftelijk en (c) met unanieme stemmen.
12.11 Het bepaalde in dit Artikel 12 omtrent een Vergadering van Obligatiehouders (anders dan Artikel 12.8) is eveneens van toepassing op de Algemene Vergadering van obligatiehouders met dien verstande dat naast de Obligatiehouders ook alle andere obligatiehouders aanwezig en vertegenwoordigd zijn. Daarnaast geldt in afwijking van het bepaalde in Artikel 12.6 dat op de Algemene Vergadering van obligatiehouders alle obligatiehouders een gewogen stemrecht hebben pro rata de totale nog uitstaande hoofdsom van de door de betreffende obligatiehouder gehouden obligaties.
ARTIKEL 13 – WIJZIGING VAN OBLIGATIEVOORWAARDEN
13.1 Wijziging van deze Obligatievoorwaarden anders dan zoals bedoeld in Artikel 13.3 kan uitsluitend geschieden door de Uitgevende Instelling met instemming van de Stichting en machtiging daartoe van de Vergadering van Obligatiehouders, voor welke machtiging een Gekwalificeerd Besluit is vereist. De Obligatiehouders worden schriftelijk geïnformeerd over de wijziging van de Obligatievoorwaarden.
13.2 Zowel de Stichting (ingeval de wijziging betrekking heeft op de zekerheden), de Uitgevende Instelling als de Obligatiehouders kunnen bij de bijeenroeping als bedoeld in Artikel 13.1 een voorstel tot wijziging van de Obligatievoorwaarden aan de Vergadering van Obligatiehouders voorleggen. Voorts kan een individuele Obligatiehouder de Uitgevende Instelling enkel verzoeken, doch niet dwingen, om een voorstel te doen voor de wijziging van de Obligatievoorwaarden.
13.3 In aanvulling op het bepaalde in Artikel 13.1 kan de Uitgevende Instelling zonder toestemming van de Obligatiehouders besluiten deze Obligatievoorwaarden aan te passen indien het veranderingen betreffen van niet-materiële aard en/of indien het veranderingen betreffen van formele, onderschikte en/of technische aard en deze wijzigingen de belangen van de Obligatiehouders of de Stichting niet schaden.
ARTIKEL 14. KENNISGEVING
14.1 Alle kennisgevingen door de Uitgevende Instelling en/of de Stichting aan de Obligatiehouders dienen schriftelijk te geschieden en zijn geldig indien deze zijn verzonden naar de (email)adressen van de individuele Obligatiehouders, zoals vermeld in het Register. Iedere kennisgeving wordt geacht te zijn gedaan op de dag dat deze is verzonden.
14.2 Kennisgevingen door de Obligatiehouders dienen schriftelijk te worden gedaan door verzending daarvan aan het adres van de Uitgevende Instelling.
ARTIKEL 15. SLOTBEPALINGEN
15.1 Als enige bepaling in de Obligatievoorwaarden nietig of vernietigbaar zou zijn, zal dat geen afbreuk doen aan de rechtsgeldigheid van alle overige bepalingen in de Obligatievoorwaarden.
15.2 Behoudens in geval van opzet of bewuste roekeloosheid is de totale aansprakelijkheid van de Uitgevende Instelling uit hoofde van de uitgifte van de Obligatielening beperkt tot de vergoeding van eventuele schade tot maximaal de Hoofdsom en de eventueel nog uitstaande Rente, waarbij aansprakelijkheid voor enige vorm van indirecte (gevolg)schade is uitgesloten.
15.3 Op deze Obligatievoorwaarden is Nederlands recht van toepassing. Geschillen worden voorgelegd aan de Rechtbank te Amsterdam.