Van Lanschot Chabot B.V., gevestigd te ’s-Hertogenbosch, hierna te noemen “ de Vennootschap” en
Van Lanschot Xxxxxx B.V., gevestigd te ’s-Hertogenbosch, hierna te noemen “ de Vennootschap” en
Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot, gevestigd te ’s-Hertogenbosch, hierna te noemen “het Pensioenfonds”,
in aanmerking nemende:
a) dat de Vennootschap met de werknemers die op 30 november 2007 in dienst waren van X. xxx Xxxxxxxx Bankiers N.V., bij de indiensttreding per 1 december 2007 bij de Vennootschap pensioenovereenkomsten heeft gesloten;
b) dat de pensioenovereenkomst ter zake de Basisregeling in de zin van de Pensioenwet en mede met inachtneming van het gestelde in overweging d) een uitkeringsovereenkomst is, met voorwaardelijke aanspraken. De beoogde pensioenopbouw binnen de basisregeling wordt in enig jaar toegekend, voor zover de premie naar het oordeel van het Bestuur van het Pensioenfonds voldoende is om deze beoogde pensioenopbouw te financieren;
c) dat de pensioenovereenkomst ter zake de Excedentregeling een premieovereenkomst in de zin van de Pensioenwet is;
d) dat de verplichtingen van de Vennootschap uit hoofde van de Basis- en Excedentregeling niet verder reiken dan tot het betalen van de toegezegde vaste premie;
e) dat de Vennootschap overeenkomstig het bepaalde in de statuten van het Pensioenfonds pensioenaanspraken wil verlenen of doen verlenen aan de onder a) bedoelde werknemers;
f) dat het Pensioenfonds zich bereid heeft verklaard om de pensioenovereenkomsten van de onder a) bedoelde werknemers gedurende de periode dat zij onafgebroken in dienst zijn van de vennootschap, uit te voeren;
g) dat partijen, ingevolge het bepaalde in geldende pensioenwetgeving en de statuten, in een overeenkomst dienen vast te leggen welke verplichtingen het Pensioenfonds ter zake op zich neemt en welke verplichtingen de Vennootschap tegenover het Pensioenfonds op zich neemt.
komen als volgt overeen:
Artikel 1 Definities
1. In deze overeenkomst zijn de begrippen zoals die worden gehanteerd in de geldende statuten en de pensioenreglementen van het Pensioenfonds van overeenkomstige toepassing, tenzij uit deze overeenkomst anders voortvloeit.
2. In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
a) de statuten: de statuten van het Pensioenfonds, zoals deze luiden per de datum waarop deze overeenkomst ingaat;
b) de pensioenreglementen: de pensioenreglementen van het Pensioenfonds, zoals deze luiden per de datum waarop deze overeenkomst ingaat;
c) pensioenregelingen: de Basis- en Excedentregeling;
Artikel 2 Premiebepaling
1. De Vennootschap verplicht zich ter uitvoering van de pensioenregelingen door het Pensioenfonds jaarlijks een premie te betalen van 20,5% van de pensioengevende salarissom (= salarissom vóór aftrek van de franchise), waarbij het pensioengevend salaris per deelnemer is gemaximeerd op € 100.000,- bruto per jaar (2015). Het maximum pensioengevend salaris wordt jaarlijks overeenkomstig artikel 18ga, Lb van de Wet op de Loonbelasting 1964 zoals dit luidt met ingang van 1 januari 2015 aangepast. De premie staat tot en met 31 december 2019 vast. Na afloop van voornoemde periode van vijf jaar wordt de vaste premie opnieuw vastgesteld.
2. Van de in lid 1 genoemde pensioenpremie is – onverminderd het bepaalde in lid 5 van dit artikel – in de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2019 in beginsel 3,64% van de pensioengevende salarissom beschikbaar voor de excedentregeling. Het restant is beschikbaar voor de basisregeling, ter financiering van:
- De actuarieel benodigde premie voor de inkoop van pensioenaanspraken in de basisregeling.
- De risicopremie voor partnerpensioen en premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid.
- De uitvoeringskosten van het Pensioenfonds.
- De op grond van de wet in de pensioenpremie op te nemen solvabiliteitsopslag.
3. De deelnemer is zijn aandeel in de pensioenpremie (de deelnemersbijdrage) verschuldigd aan de Vennootschap. De Vennootschap is verplicht de deelnemersbijdrage bij elke loonbetaling in te houden, naar rato van de periode, waarop de loonbetaling betrekking heeft. De deelnemersbijdrage wordt vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in het arbeidsvoorwaardelijk overleg bij de Vennootschap.
4. Indien de geambieerde pensioenopbouw in de basisregeling in enig jaar niet met de vaste premie die beschikbaar is voor de basisregeling gefinancierd kan worden, geldt het volgende. De pensioenopbouw voor het betreffende jaar wordt in deze situatie zodanig vastgesteld dat de verlaagde pensioenopbouw voor dat betreffende jaar gefinancierd kan worden met de vaste premie die beschikbaar is voor de basisregeling. Indien de benodigde premie voor de excedentregeling minder bedraagt dan 3,64% van de pensioengevende salarissom, wordt het verschil opgeteld bij de beschikbare premie voor de basisregeling ter financiering van de pensioenopbouw in het betreffende jaar. Het Pensioenfonds beschikt over een procedure op basis waarvan vastgesteld wordt of de pensioenopbouw in het betreffende jaar gekort wordt. Deze procedure is opgenomen in de Actuariële en BedrijfsTechnische Nota (ABTN) van het Pensioenfonds.
5. Indien de vaste premie die bestemd is voor de excedentregeling onvoldoende is voor financiering van de beschikbaar te stellen premies binnen de excedentregeling volgens de reglementaire beschikbare premiestaffel, zal de reglementaire beschikbare premiestaffel naar rato verlaagd worden, zodanig dat de beschikbaar te stellen premie binnen de excedentregeling kan worden gefinancierd uit vaste pensioenpremie die beschikbaar is voor de excedentregeling.
Indien de zuiver kostendekkende premie van de basisregeling, rekening houdend met een solvabiliteitsopslag gelijk aan de dekkingsgraad (met een minimum van 100% en een maximum van het Vereist Eigen Vermogen) lager is dan de voor de financiering van de basisregeling beschikbare premie, wordt het verschil opgeteld bij de beschikbare premie voor de excedentregeling ter financiering van de beschikbaar te stellen premie voor de excedentregeling. Het Pensioenfonds beschikt over een procedure, op basis waarvan vastgesteld wordt of de beschikbaar te stellen premie in het betreffende jaar verlaagd wordt. Deze procedure is opgenomen in de Actuariële en BedrijfsTechnische Nota (ABTN) van het Pensioenfonds.
6. In afwijking van lid 1 kan in overleg tussen partijen de vaste premie voor afloop van de termijn aangepast worden voor daarop volgende jaren:
- bij een ingrijpende aanpassing van de pensioenregeling als gevolg van gewijzigde wet- en regelgeving;
- bij een ingrijpende en onvoorziene wijziging van omstandigheden die leidt tot een wijziging van de in artikel 128 PW bedoelde premie voor de nieuw op te bouwen pensioenaanspraken.
Deze wijziging kan alleen betrekking hebben op toekomstige pensioenopbouw.
7. Bij een tussentijdse wijziging van de vaste premie als bedoeld in lid 7 van dit artikel geldt de nieuwe vaste premie voor een nieuwe periode van vijf jaar vanaf de tussentijdse aanpassingsdatum.
Artikel 3 Premiebetaling
1. De door het Pensioenfonds opgegeven jaarlijkse premie wordt in 4 kwartalen door de Vennootschap aan het Pensioenfonds betaald.
2. De Vennootschap dient uiterlijk binnen 1 maand na afloop van elk kalenderkwartaal de premie, berekend over dat kwartaal, te voldoen aan het Pensioenfonds.
3. In geval van betalingsachterstand wordt door de Vennootschap een rente vergoed op basis van de wettelijke rente vermeerderd met één procent. De rente is verschuldigd vanaf het tijdstip waarop de termijn genoemd onder artikel 3.2 is overschreden.
4. In geval van overschrijding van de termijn genoemd onder artikel 3.2, zal het Pensioenfonds de Vennootschap binnen 2 weken na het tijdstip van overschrijding, schriftelijk aanmanen tot zo spoedig mogelijke afdracht van de pensioenpremies.
5. In het geval de Vennootschap een betalingsachterstand aan pensioenpremies heeft ter grootte van 5% van de totale door het Pensioenfonds te ontvangen jaarpremie en het Pensioenfonds niet beschikt over het op grond van het bij of krachtens artikel 131 van de Pensioenwet voorgeschreven Minimaal Vereist Xxxxx Xxxxxxxx, informeert het Pensioenfonds elk kwartaal schriftelijk de ondernemingsraad van de Vennootschap en het Verantwoordingsorgaan.
6. Voordat het Pensioenfonds de pensioenaanspraken en -rechten vermindert conform hetgeen daarover wordt bepaald in de statuten en/of de pensioenreglementen, zullen de deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden, de Vennootschap en De Nederlandsche Bank NV minimaal een maand voorafgaand aan de vermindering, schriftelijk hierover worden geïnformeerd.
Artikel 4 Verplichtingen van de Vennootschap
1. De Vennootschap neemt alle verplichtingen op zich en aanvaardt alle rechten die uit de statuten en het pensioenreglement van het Pensioenfonds voor de Vennootschap voortvloeien, met inachtneming van het in deze overeenkomst bepaalde.
2. De Vennootschap stelt het Bestuur van het Pensioenfonds en haar organen in staat om alle taken verbonden aan de uitvoering van de pensioenovereenkomsten naar behoren te kunnen doen uitvoeren.
3. Bestuursleden van het Pensioenfonds welke werkzaam zijn bij de Vennootschap of een van de hieraan verbonden gelieerde ondernemingen, worden voor alle werkzaamheden welke voortvloeien uit de taken als bestuurslid voor het Pensioenfonds vrijgesteld van hun normale werkzaamheden.
Artikel 5 Gegevens te verstrekken door de Vennootschap
1. De Vennootschap verplicht zich aan het Bestuur van het Pensioenfonds omtrent de deelnemers, hun echtgenoten dan wel partners en hun kinderen alle gegevens, voor zover haar bekend, te verstrekken, welke het Bestuur in verband met de uitvoering van de pensioenregeling nodig oordeelt. Zij verplicht zich tevens bij ontslag van werknemers, deelnemer zijnde, hiervan onverwijld aan het Bestuur van het Pensioenfonds mededeling te doen. De Vennootschap levert de gegevens en mutaties (incl. personeelsnummers en Burgerservicenummers) maandelijks in bestandsvorm bij het Pensioenfonds aan, uiterlijk binnen 1 maand na afloop van een kalendermaand.
2. De Vennootschap verplicht zich het Pensioenfonds op diens verzoek of ongevraagd te informeren over alle ontwikkelingen binnen de Vennootschap die van invloed kunnen zijn op de pensioenregelingen en de daaruit voortvloeiende huidige en toekomstige pensioenverplichtingen van het Pensioenfonds.
3. Het Pensioenfonds verplicht zich de deelnemer binnen 3 maanden na aanvang van het deelnemerschap te informeren over de inhoud van de pensioenregeling, de toeslagverlening, het recht van de werknemer om bij het Pensioenfonds het geldende pensioenreglement op te vragen, omstandigheden die betrekking hebben op het functioneren van het Pensioenfonds en het recht van de werknemer om bij het Pensioenfonds een verzoek in te dienen voor een berekening van de effecten van uitruil op zijn pensioenaanspraak.
4. De Vennootschap staat er jegens het Pensioenfonds voor in dat de aan het Pensioenfonds te verstrekken gegevens en informatie juist zijn. Het Pensioenfonds heeft het recht controle te doen uitoefenen op de juistheid en volledigheid van de door de Vennootschap periodiek aan te leveren gegevens en op de na te komen verplichtingen. De Vennootschap is aansprakelijk
voor de financiële gevolgen van het leveren van onjuiste of onvolledige gegevens of niet tijdige levering van gegevens en informatie door de Vennootschap aan het Pensioenfonds.
5. Het Pensioenfonds verplicht zich om op verzoek van de Vennootschap de gegevens met betrekking tot de deelnemers en gewezen deelnemers beschikbaar te stellen aan de actuaris van de Vennootschap ten behoeve van IAS19 en/of RJ 271 berekeningen.
Artikel 6 Uitvoering van de pensioenregeling(en)
1. Het Pensioenfonds verplicht zich de voor de deelnemers, gewezen deelnemers, aanspraak- en pensioengerechtigden de uit de pensioenreglementen voortvloeiende pensioenaanspraken en –rechten zo goed mogelijk te waarborgen overeenkomstig de bepalingen van genoemde pensioenreglementen en de eisen die daaromtrent worden gesteld door de wet of door de toezichthouders als bedoeld in artikel 151 van de Pensioenwet. Het Pensioenfonds is voorts verplicht tot een juiste, beheerste, tijdige en volledige uitvoering van het pensioenreglement.
2. Partijen verplichten zich tot getrouwe naleving van al datgene wat ten aanzien van hen is bepaald in de statuten, de pensioenreglementen, deze overeenkomst en de door het Bestuur van het Pensioenfonds genomen besluiten.
3. Met eventuele aan de Vennootschap gelieerde ondernemingen die met de Vennootschap tot een groep behoren als bedoeld in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en aangesloten zijn bij het Pensioenfonds dient het Pensioenfonds afzonderlijke uitvoeringsovereenkomsten aan te gaan.
4. Indien de pensioenregelingen ten tijde van het sluiten van deze overeenkomst of nadien niet voldoen aan de bepalingen in de Wet op de loonbelasting 1964 ten aanzien van een fiscaal zuivere pensioenregeling, zijn de daaruit voortvloeiende financiële gevolgen voor rekening van de Vennootschap.
Artikel 7 Opstellen en wijzigen pensioenreglementen
1. De pensioenreglementen worden opgesteld en kunnen worden gewijzigd bij een besluit van het Bestuur overeenkomstig hetgeen in de statuten is vastgelegd, onder meer op verzoek van de Vennootschap en/of als gevolg van wettelijke wijzigingen.
Ter opstelling van de pensioenreglementen worden door de Vennootschap de pensioenovereenkomsten en alle daarmee verband houdende informatie tijdig aan het Pensioenfonds ter beschikking gesteld.
2. Het Pensioenfonds informeert de deelnemers binnen drie maanden na (het besluit) tot wijziging van het pensioenreglement over die wijziging en de mogelijkheid om het gewijzigde pensioenreglement bij het Pensioenfonds op te vragen of in te zien via de website.
Artikel 8 Vermogenstekorten- en overschotten van het Pensioenfonds
1. De Vennootschap is gehouden tot tijdige betaling van de in artikel 2 beschreven premie. Met het voldoen van de verschuldigde premie heeft de Vennootschap aan al zijn betalingsverplichtingen voldaan.
2. De Vennootschap is niet aansprakelijk voor tekorten in de voorziening pensioenverplichtingen en/of de fondsreserves, noch direct via bijstortingen noch indirect door toekomstige premieverhogingen.
3. De Vennootschap kan geen aanspraak maken op overschotten in het Pensioenfonds, noch direct via terugstortingen noch indirect door toekomstige premieverlagingen. Dit geldt ook in een situatie van (collectieve) waardeoverdracht van de opgebouwde pensioenaanspraken en bij liquidatie, fusie of splitsing van het Pensioenfonds.
Artikel 9 Toeslagverlening
1. Op de opgebouwde pensioenaanspraken van actieve deelnemers, gewezen deelnemers en gewezen partners en op de ingegane pensioenen en de bijbehorende aanspraken op uitgesteld (bijzonder) partner- en wezenpensioen zal indien de financiële situatie van het Pensioenfonds met inachtneming van geldende wet- en regelgeving het mogelijk maakt jaarlijks per 1 januari een toeslag verleend worden van maximaal de stijging van de afgeleide consumenten prijsindex (CPI), zoals vastgesteld door het CBS (periode oktober tot en met september). Het Bestuur van het Pensioenfonds beslist evenwel jaarlijks in hoeverre de pensioenaanspraken worden aangepast. De toeslagverlening is voorwaardelijk. Er is geen reserve gevormd en wordt geen premie betaald. De toeslagverlening wordt uit het beleggingsrendement gefinancierd.
2. Er is geen recht op toeslagen. Het is niet zeker of en in hoeverre in de toekomst toeslagen worden verleend. Bij het toekennen van de voorwaardelijke toeslagen hanteert het Bestuur een dekkingsgraadafhankelijke leidraad. Deze leidraad voorziet in de mogelijkheid om gemiste toeslagen in te halen.
3. Deze toeslagen zijn niet van toepassing op het Anw-hiaatpensioen.
4. De onder lid 1 genoemde toeslagen zijn overeenkomstig van toepassing op de toegekende voortzetting pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid.
Artikel 10 Betalingsvoorbehoud Vennootschap
1. De Vennootschap behoudt zich het recht voor om zijn bijdrage aan het Pensioenfonds tussentijds te verminderen, op te schorten of te beëindigen bij een ingrijpende wijziging van de omstandigheden.
Dit is onder meer het geval:
- indien sprake is van een ingrijpende uitbreiding van bestaande pensioenaanspraken en pensioenrechten als gevolg van wettelijke regelingen betreffende pensioen- of overige uitkeringen ter zake van ouderdom, arbeidsongeschiktheid of overlijden;
- indien de deelnemers wettelijk worden verplicht om aan een andere pensioenregeling deel te nemen; en
- indien de financiële positie van de Vennootschap naar het oordeel van de Raad van Bestuur van de Vennootschap onverminderde betaling van deze bijdragen niet langer rechtvaardigt. Zodra de Vennootschap van dit voorbehoud gebruik maakt, zal het Pensioenfonds de deelnemers hierover direct informeren.
De Vennootschap dient omtrent haar voornemen hiertoe vooraf met het Bestuur van het Pensioenfonds in overleg te treden.
2. De Vennootschap zal waar mogelijk de premiebetaling geheel of gedeeltelijk hervatten en de verminderde aangroei van de pensioenaanspraken als gevolg van de hiervoor bedoelde wijziging van premiebetaling geheel of gedeeltelijk en al dan niet met terugwerkende kracht ongedaan maken.
Artikel 11 Eenzijdig wijzigingsbeding
De Vennootschap kan de pensioenovereenkomst zonder instemming van de werknemer wijzigen indien de bevoegdheid daartoe schriftelijk in de pensioenovereenkomst is opgenomen en er tevens sprake is van een zodanig zwaarwegend belang van de Vennootschap dat het belang van de werknemer dat door de wijziging zou worden geschaad daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken.
Artikel 12 Communicatie
1. De Vennootschap en het Pensioenfonds communiceren op een begrijpelijke wijze over de ambitie en het risico van de pensioenregeling. Onder het risico van de pensioenregeling wordt verstaan:
- Het feit dat de pensioenopbouw in de basisregeling en de beschikbaar te stellen premie in de excedentregeling in enig jaar gekort kunnen worden;
- Het indexatiepotentieel en de kans op korting van opgebouwde pensioenaanspraken en – rechten.
Deze communicatie sluit aan bij de uitkomsten van de meest recente door het Pensioenfonds uitgevoerde haalbaarheidstoets en/of ALM-studie.
2. Het Pensioenfonds en de Vennootschap zullen afspraken maken over de communicatie over de pensioenregeling in de breedste zin van het woord.
Artikel 13 Duur van de overeenkomst
1. Deze overeenkomst is aangegaan voor onbepaalde tijd, met dien verstande dat de overeenkomst van rechtswege zal eindigen op het moment waarop:
a. de laatste werknemer als bedoeld in sub a) van de inleidende overwegingen zijn dienstverband met de Vennootschap zal hebben beëindigd of
b. het aandelenbelang van X. xxx Xxxxxxxx Bankiers N.V. in de Vennootschap minder bedraagt dan 49%.
2. Indien een materiële wijziging plaatsvindt in:
- de statuten van het Pensioenfonds, of
- het pensioenreglement van het Pensioenfonds, of
- de in de Actuariële en BedrijfsTechnische Nota (ABTN) van het Pensioenfonds opgenomen procedure op basis waarvan vastgesteld wordt of de pensioenopbouw in de basisregeling in het betreffende jaar gekort wordt, dan wel de beschikbaar te stellen premie in de excedentregeling in het betreffende jaar verlaagd wordt,
kunnen partijen overeenkomen dat deze uitvoeringsovereenkomst eindigt. Partijen zullen dan met elkaar in overleg treden over het aangaan van een nieuwe uitvoeringsovereenkomst.
3. Opzegging van de overeenkomst kan door elk van de partijen per aangetekende brief geschieden met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste twaalf maanden.
4. Indien de Vennootschap en Bestuur van het Pensioenfonds overeenkomen dat de pensioenverplichtingen worden ondergebracht in een ten tijde van het tekenen van deze overeenkomst nog op te richten Algemeen Pensioenfonds voor de Financiële sector, zal deze overeenkomst automatisch eindigen per de datum waarop pensioenopbouw plaatsvindt binnen het Algemeen Pensioenfonds.
5. Met het voldoen van de verschuldigde premie die voortvloeit uit deze overeenkomst heeft de Vennootschap aan al zijn betalingsverplichtingen voldaan. Na beëindiging van deze overeenkomst kan geen verplichting ontstaan voor de Vennootschap tot het doen van aanvullende stortingen, anders dan een verplichting die voortkomt uit een tijdens de looptijd van deze overeenkomst opgelopen betalingsachterstand aan pensioenpremies, zoals omschreven in artikel 3.
6. Deze overeenkomst treedt in werking op 1 januari 2015 en treedt in de plaats van de op 8 juni 2012 vastgestelde overeenkomst.
7. De overeenkomst is in tweevoud opgemaakt en ondertekend en elk van de partijen heeft een ondertekend exemplaar ontvangen.
Aldus overeengekomen en in tweevoud getekend te ’s-Hertogenbosch, 16-07-2015. Van Lanschot ChabotB.V. Stichting Pensioenfonds X. xxx Xxxxxxxx De heer drs. L.F.J. te Molder Voorzitter, De heer Drs. W.S. Zeverijn
Secretaris, Xxxxxxx Xxx. X. Xxxxxxxxxxxxx