Statuten van de vereniging Sportvisserij Nederland
Statuten
van de vereniging Sportvisserij Nederland
Inhoudsopgave
Artikel 1 - Begripsomschrijvingen 2
Artikel 2 - Naam en zetel 2
Artikel 3 - Doel 3
Artikel 4 - Boekjaar 4
Artikel 5 - Organen 4
Artikel 6 - Lidmaatschap 4
LIDMAATSCHAP FEDERATIES EN BUITENGEWONE LEDEN 5
Artikel 7 - Aanmelding 5
Artikel 8 - Schorsing 5
Artikel 9 - Beëindiging lidmaatschap 6
LIDMAATSCHAP SPORTVISSERS 7
Artikel 10 - Aanmelding 7
Artikel 11 - Sancties 7
Artikel 12 - Beëindiging lidmaatschap 8
RECHTEN EN VERPLICHTINGEN LEDEN 9
Artikel 13 - Rechten en verplichtingen van de federaties en buitengewone leden 9
Artikel 14 - Rechten en verplichtingen van de sportvissers 9
BESTUUR 10
Artikel 15 - Samenstelling en benoeming 10
Artikel 16 - Beëindiging bestuurslidmaatschap 11
Artikel 17 – ambtelijk secretaris 11
Artikel 18 - Bestuurstaken 12
ALGEMENE LEDENVERGADERINGEN 12
Artikel 19 - Algemene ledenvergadering 12
Artikel 20 - Toegang en stemrecht algemene ledenvergadering 13
Artikel 21 - Leiding en xxxxxxx xxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxx 00
Artikel 22 - Tuchtrechtspraak 15
Artikel 23 - Geschillenbeslechting 15
Artikel 24 - Tuchtcommissie & commissie van beroep 15
Artikel 26 - Geldmiddelen 16
Artikel 27 - Bureau 17
Artikel 28 - Huishoudelijk Reglement 17
Artikel 29 - Statutenwijziging 17
Artikel 30 - Ontbinding en vereffening 18
Artikel 31 - Slotbepaling 18
Artikel 1 - Begripsomschrijvingen
Belangengebied
Territoriaal gebied zoals te eniger tijd exclusief voor een federatie door de algemene ledenvergadering van de vereniging vastgesteld en eventueel nadien door de algemene ledenvergadering van de vereniging na overleg en instemming van de betrokken federaties vastgesteld casu quo gewijzigd.
Federatie
Een overkoepelende organisatie op het gebied van de sportvisserij met als rechtsvorm de volledige rechtsbevoegdheid bezittende vereniging met een eigen belangengebied.
Hengelsportvereniging
Een binnen een belangengebied van een federatie gevestigde vereniging die een organisatie vormt van sportvissers en lid is van die federatie.
Instituut Sportrechtspraak
Het Instituut Sportrechtspraak, dat krachtens een overeenkomst in naam, ten behoeve van en voor rekening en risico van Sportvisserij Nederland tuchtrechtspraak (op het gebied van seksuele intimidatie, doping en matchfixing) evenals geschillenbeslechting die niet is voorbehouden aan de Tuchtcommissie en de Commissie van beroep, waaronder mede begrepen mediation, uitoefent.
Platform sportvissers
De organisatie-eenheid binnen de vereniging waarin de leden-sportvissers zijn of worden ondergebracht en waaruit een Vertegenwoordiging Sportvissers wordt gekozen. voor de algemene ledenvergadering. Het platform kent geen rechtspersoonlijkheid en kent geen bestuur of algemene ledenvergadering. Nadere regels over het Platform Sportvissers worden vastgelegd in het Reglement Vertegenwoordiging Sportvissers.
Specialistenvereniging
Een vereniging die als landelijke organisatie, niet zijnde een federatie, zich blijkens statutaire doelstellingen en door hen ontwikkelde activiteiten naar het oordeel van het bestuur representatief is voor de behartiging van de belangen van een in de Nederlandse sportvisserij uitgeoefend specialisme.
Sportvisser
Ieder natuurlijk persoon die door een federatie of een hengelsportvereniging in staat wordt gesteld de sportvisserij te beoefenen en die in aanmerking moet worden genomen voor de berekening van de contributie zoals in artikel 26 omschreven.
Vereniging
De organisatie genaamd Sportvisserij Nederland, die de landelijke overkoepeling vormt van de aangesloten federaties en specialistenverenigingen en de bij hen aangesloten hengelsportverenigingen en sportvissers.
Artikel 2 - Naam en zetel
1. De vereniging draagt de naam: Sportvisserij Nederland, en is opgericht op vier januari negentienhonderd vijfenzeventig.
2. De vereniging is met ingang van twintig december negentienhonderdnegentig aangegaan voor onbepaalde tijd.
3. De vereniging heeft haar zetel in de gemeente De Bilt.
Artikel 3 - Doel
1. De vereniging heeft tot doel:
i. het op nationaal en internationaal niveau behartigen van de belangen in de ruimste zin van de sportvisserij als vorm van recreatie, zulks ten behoeve van de leden, buitengewone leden, de aangesloten hengelsportverenigingen, de aangesloten sportvissers en alle overige personen die vanuit Nederland de sportvisserij beoefenen;
ii. de inzet hierbij is te komen tot optimale mogelijkheden voor de sportvissers en een goede en gevarieerde visstand in de zee, kust- en binnenwateren van Nederland, hetgeen omvat:
a. het streven naar gewenste wet- en regelgeving en de handhaving daarvan;
b. het streven naar gewenste goede en gevarieerde visserijmogelijkheden;
c. het streven naar een goede, gevarieerde en duurzame natuurlijke visstand in de zee, kust- en binnenwateren van Nederland;
d. het streven naar een zo eenvoudig mogelijk en zo groot mogelijke toegankelijkheid van viswateren;
e. het aanbieden van door sportvissers gewenste landelijke activiteiten in de sfeer van recreatie, toerisme en sport;
f. het bevorderen van draagvlak, kennis, inzet en zorg voor de natuur;
g. het bevorderen van de juiste vismethoden;
h. het bevorderen van het verantwoord omgaan met vis (vissenwelzijn) en ervoor zorg dragen dat vissen zorgvuldig en met respect worden behandeld;
i. het verzorgen van een goede voorlichting naar sportvissers en de samenleving;
j. het bevorderen van opleiding en begeleiding van met name jeugdige sportvissers;
k. het stimuleren van de deelname aan de sportvisserij als vrijetijdsbesteding, het vergroten van het ledenaantal van de hengelsportorganisaties en het versterken van de structuur
van de hengelsportorganisaties.
2. Zij tracht dit doel in samenwerking met de leden federaties, de buitengewone leden en de bij hen aangesloten hengelsportverenigingen en sportvissers die daarnaast ook lid zijn van de vereniging, onder meer te bereiken door:
a. nationaal sportvisserijbeleid te formuleren, vast te stellen en uit te dragen;
b. sportvisserijbelangen te behartigen (lobby, overleg, beïnvloeding) bij de nationale en (inter)nationale organisaties overheid, overheden, politiek en maatschappelijke organisaties;
c. contacten te onderhouden en waar nodig samen te werken met nationale en internationale organisaties op het gebied van (sport)visserij, recreatie, toerisme en sport, visstandbeheer, waterbeheer en natuurbeheer, ruimtelijke ordening, milieu en dierenwelzijn;
d. de Nederlandse sportvisserij te vertegenwoordigen in relevante nationale en internationale overlegplatforms, commissies, bestuursorganen en dergelijke;
e. voorlichting, public relations en promotie op nationaal niveau te verzorgen;
f. relevante kennis en informatie te verzamelen;
g. kaderleden van federaties, landelijke specialistenorganisaties en hengelsportverenigingen te informeren over ontwikkelingen op nationaal en internationaal niveau;
h. kennis en opleiding aan te bieden aan kaderleden van federaties, landelijke specialistenorganisaties en hengelsportverenigingen over onder andere bestuurlijk
management, vrijwilligersbeleid, belangenbehartiging, communicatie, visserijwetgeving, controle, visstandbeheer, jeugdopleiding en -begeleiding en verenigingsactiviteiten;
i. federaties en landelijke specialistenorganisaties en hengelsportverenigingen waar nodig bij hun werkzaamheden te ondersteunen;
j. naar derden tegen vergoeding van kosten relevante diensten te verlenen en kennis te verstrekken;
k. nationaal gewenste sportvisserij activiteiten te realiseren;
l. nationale sportvisserijdocumenten uit te geven;
m. nationale- en internationale viswedstrijden (mede) te organiseren.
3. De vereniging beoogt een ideële doelstelling te hebben. De vereniging heeft geen winstoogmerk.
Artikel 4 - Boekjaar
Het verenigingsjaar valt samen met het kalenderjaar.
Artikel 5 - Organen
De vereniging kent de volgende organen:
a. het bestuur;
b. de algemene ledenvergadering;
c. de aanklager, de tuchtcommissie en de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak;
c. de Tuchtcommissie en de commissie van beroep;
d. het Platform en de Vertegenwoordiging sportvissers;
e. door het bestuur in te stellen commissies.
Artikel 6 - Lidmaatschap
1. De vereniging kent als leden:
a. federaties;
b. sportvissers;
c. buitengewone leden zoals specialistenverenigingen;
d. ereleden.
2. Federaties
a. Lid van de vereniging zijn federaties, zoals bedoeld in artikel 1.
2. Sportvissers
a. Lid van de vereniging zijn sportvissers, zoals bedoeld in artikel 1.
a. Het bestuur besluit over de toelating van de sportvisser als lid. De regels betreffende de procedure tot toelating staan nader uitgewerkt in het huishoudelijk reglement.
b. Na hun toelating ressorteren sportvissers onder het platform Sportvissers.
c. Het bestuur houdt een ledenadministratie bij, waarin de gegevens van de sportvisser als lid zijn opgenomen, waaronder de naam/geboortedatum/adres/geslacht/emailadres en telefoonnummer van de leden.
3. Buitengewone leden
a. Buitengewoon lid van de vereniging kunnen zijn landelijke organisaties, niet zijnde federaties, die blijkens statutaire doelstellingen en door hen ontwikkelde activiteiten naar het oordeel
van het bestuur representatief zijn voor de behartiging van de belangen van een in de Nederlandse sportvisserij uitgeoefend specialisme. die als zodanig overeenkomstig het bepaalde in het huishoudelijk reglement zijn toegelaten.
b. Waar in deze statuten wordt gesproken over leden en lidmaatschap worden daaronder
tevens begrepen buitengewone leden en het buitengewoon lidmaatschap, tenzij nadrukkelijk anders wordt vermeld.
4. Ereleden
Ereleden zijn personen, die daartoe door de algemene ledenvergadering zijn benoemd wegens hun buitengewone verdiensten voor de vereniging of voor de doelstelling van de vereniging. Zij zijn gerechtigd algemene ledenvergaderingen bij te wonen maar zij hebben daarin geen stemrecht.
LIDMAATSCHAP FEDERATIES EN BUITENGEWONE LEDEN
Artikel 7 - Aanmelding
1. De aanmelding voor het lidmaatschap van een federatie, dan wel buitengewoon lidmaatschap, dient schriftelijk of elektronisch te geschieden bij het bestuur onder overlegging van de volgende bescheiden:
a. de statuten en het huishoudelijk reglement van de aanvrager; alsmede de samenstelling van het bestuur van de aanvrager ten tijde van de aanmelding voor het lidmaatschap onder vermelding van hetgeen eventueel ter zake in het huishoudelijk reglement is bepaald;
b. een gespecificeerde opgave van, voor zover het aspirant leden betreft, het aantal hengelsportverenigingen dat lid is van de aanvrager en van het totaal aantal aangesloten sportvissers op het moment van de aanvraag en voor zover het aspirant buitengewone leden betreft eveneens, indien van toepassing, een opgave van het aantal hengelsportverenigingen en/of sportvissers dat lid is van de aanvrager en van het totaal aantal aangesloten sportvissers op het moment van de aanvraag;
c. de jaarrekening van de aanvrager over het afgelopen verenigingsjaar dan wel een ander financieel overzicht waaruit diens financiële positie blijkt;
d. een uittreksel uit de notulen van de algemene vergadering waarin tot het aanvragen van het lidmaatschap van de vereniging is besloten en waaruit de motieven die aan dit besluit ten grondslag liggen duidelijk blijken;
e. voor zover het betreft leden / federaties een gespecificeerde omschrijving inclusief een nauwkeurige kaart van het belangengebied van de aanvrager.
2. De algemene ledenvergadering beslist - al dan niet op voorstel van het bestuur - over toelating van federaties dan wel buitengewone leden op de eerstvolgende algemene ledenvergadering. Aan de toelating kunnen voorwaarden worden verbonden. De aanvrager wordt ten spoedigste van het besluit van die vergadering in kennis gesteld.
3. Het bestuur maakt de toetreding van een nieuwe federatie of nieuw buitengewoon lid aan de leden bekend.
Artikel 8 - Schorsing
1. Het bestuur is bevoegd een federatie of buitengewoon lid te schorsen voor een periode van ten hoogste drie maanden, indien het lid bij herhaling in strijd met de uit het lidmaatschap voortvloeiende verplichtingen handelt of het belang van de vereniging door handelingen of gedragingen in ernstige mate heeft geschaad.
2. Alvorens tot schorsing over te gaan, wordt het bestuur van de betreffende federatie of buitengewoon lid door het bestuur gehoord, althans behoorlijk daartoe opgeroepen, tenzij naar het oordeel van het bestuur de schorsing niet kan worden uitgesteld om dringende redenen.
3. De schorsing van de federatie of buitengewoon lid eindigt van rechtswege wanneer niet voor het einde van de schorsingsperiode een besluit is genomen hetzij tot opzegging van het lidmaatschap van het betrokken lid, of tot ontzetting van het lid uit zijn lidmaatschap, hetzij tot beëindiging van de schorsing. Het betrokken lid ontvangt omtrent zijn schorsing een schriftelijke mededeling, vermeldende de periode gedurende welke het lid is geschorst en de redenen welke tot zijn schorsing hebben geleid. Voorts doet het bestuur mededeling dat het zal overgaan tot opzegging van zijn lidmaatschap of ontzetting uit zijn lidmaatschap wanneer het betrokken lid vóór het
einde van de schorsingsperiode dan wel daarna de overtreding(en) of handeling(en) in strijd met de statuten, het huishoudelijk reglement of de besluiten van de vereniging herhaalt.
4. Tijdens de schorsing kunnen door de federatie of het buitengewoon lid geen lidmaatschapsrechten worden uitgeoefend. en kan door de hengelsportverenigingen van de betreffende federatie geen gebruik worden gemaakt van de door de vereniging verschafte faciliteiten op het gebied van de sportvisserij.
5. Schorsing ontheft de federatie of het buitengewoon lid niet van zijn verplichtingen.
6. De tuchtcommissie(s) en de aanklager van het Instituut Sportrechtspraak zijn bevoegd om in zaken seksuele intimidatie, doping en matchfixing betreffende aan om leden een sanctie op te leggen.
Artikel 9 - Beëindiging lidmaatschap
1. Het lidmaatschap van een federatie of buitengewoon lid eindigt:
a. doordat het lid ophoudt te bestaan;
b. door schriftelijke opzegging door het lid;
c. door schriftelijke opzegging door namens de vereniging. Deze opzegging kan geschieden wanneer een lid zijn verplichtingen jegens de vereniging niet, niet tijdig of niet volledig nakomt,
wanneer een lid failliet wordt verklaard alsook wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap van het betrokken lid voort te zetten;
d. door ontzetting uit het lidmaatschap met onmiddellijke ingang. Deze ontzetting kan alleen plaatsvindenworden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, het huishoudelijk reglement of de besluiten van de vereniging en/of de toepasselijke reglementen en besluiten van het Instituut Sportrechtspraak handelt, alsmede wanneer een lid de vereniging op onredelijke
wijze benadeelt.
2. Opzegging van het lidmaatschap door een de federatie of buitengewoon lid kan slechts plaatsvinden tegen het einde van het verenigingsjaar, volgend op dat waarin wordt opgezegd. Zij geschiedt door een schriftelijke
kennisgeving aan het bestuur, die vóór eenendertig december in het bezit van de secretaris moet zijn. De secretaris is verplicht de ontvangst van de kennisgeving binnen acht dagen schriftelijk aan het lid te bevestigen. Indien een opzegging niet tijdig heeft plaatsgehad, eindigt het lidmaatschap op het vroegst toegelaten tijdstip volgende op de datum waartegen was opgezegd, tenzij het bestuur deze termijn verkort.
3. Onmiddellijke beëindiging van het lidmaatschap door opzegging is voor een de federatie of buitengewoon lid voorts mogelijk:
a. binnen één maand nadat een besluit waarbij de rechten van een federatie de leden of buitengewoon lid zijn beperkt of hun diens verplichtingen zijn verzwaard aan het lid een federatie of buitengewoon lid bekend is geworden of is meegedeeld. Het besluit is
alsdan niet op dat lid van toepassing. Een en ander geldt niet voor besluiten inzake verzwaring van de verplichtingen van geldelijke aard.
b. binnen een maand nadat een besluit tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm of tot fusie aan hem is meegedeeld.
4. Opzegging van het lidmaatschap van een federatie of buitengewoon lid door namens de vereniging kan tegen het einde van een verenigingsjaar door het bestuur worden gedaan, met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste vierentwintig (24) maanden (24), wanneer een lid na daartoe bij herhaling schriftelijk te zijn aangemaand niet volledig aan zijn geldelijke verplichtingen jegens de vereniging over het lopende verenigingsjaar heeft voldaan, alsmede wanneer het lid heeft opgehouden te voldoen aan de vereisten, die op dat moment door de statuten voor het lidmaatschap worden gesteld. Deze Opzegging kan onmiddellijke beëindiging van het
lidmaatschap tot gevolg hebben, wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet kan worden gevergd het lidmaatschap te laten voortduren. De opzegging geschiedt steeds schriftelijk met opgave van de redenen.
5. Ontzetting uit het lidmaatschap van een federatie of van een buitengewoon lid kan alleen worden uitgesproken, wanneer een federatie of een buitengewoon lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging en/of de toepasselijke reglementen en besluiten van het Instituut Sportrechtspraak handelt of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. Zij geschiedt door het bestuur de algemene ledenvergadering, dat het lid binnen een maand na het besluit daartoe in kennis stelt met opgave van de redenen. Het betrokken lid is bevoegd binnen één maand na de ontvangst van de kennisgeving in beroep te gaan bij de algemene ledenvergadering. Indien beroep wordt ingesteld zijn het besluit tot ontzetting uit het lidmaatschap voorstel en beroep onderhevig aan een bindend advies van het Instituut Sportrechtspraak (artikel 24), met inachtneming van het aldaar bepaalde. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst. Het besluit van het bestuur de algemene ledenvergadering tot ontzetting kan slechts worden genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen. Hetzelfde geldt voor het besluit van de algemene ledenvergadering in het beroep tegen het besluit tot ontzetting.
6. Wanneer het lidmaatschap van de federatie of het buitengewoon lid in de loop van een verenigingsjaar eindigt, ongeacht de reden of oorzaak, blijft toch de contributie voor dat jaar door de federatie of het lid volledig verschuldigd, tenzij het bestuur van de vereniging anders beslist.
LIDMAATSCHAP SPORTVISSERS
Artikel 10 - Aanmelding
1. De aanmelding voor het lidmaatschap van een sportvisser, dient schriftelijk of elektronisch te geschieden bij het bestuur en geschiedt gelijktijdig met door de aanvraag tot een (Jeugd)VISpas. Sportvissers kunnen lid zijn van een hengelsportvereniging. , of zich rechtstreeks hebben aangemeld bij de vereniging. Het bestuur kan deze bevoegdheid tot toelating delegeren aan de directeur van het Bureau directie van de vereniging.
2. In het geval het bestuur niet tot toelating besluit, staat hiertegen beroep open bij de Commissie van beroep algemene ledenvergadering.
Artikel 11 - Sancties
1. De tuchtcommissie(s) en de aanklager van het Instituut Sportrechtspraak zijn bevoegd om in zaken seksuele intimidatie, doping en matchfixing betreffende aan om leden sportvissers een sanctie op te leggen.
2. In alle overige zaken waarbij sprake is van wangedrag, ongewenst gedrag (zoals overtreding van
Visserijwetgeving) door een sportvisser dan wel indien een sportvisser in strijd handelt met de uit het lidmaatschap voortvloeiende verplichtingen en/of het belang van de vereniging door handelingen of gedragingen in ernstige mate heeft geschaad, is de Tuchtcommissie (en in hoger beroep: de Commissie van beroep) van Sportvisserij Nederland bevoegd een sanctie op te leggen.
3. De sanctie zoals bedoeld in lid 1 kan zijn:
- (schriftelijke) waarschuwing;
- berisping;
- geldboete;
- tijdelijke of definitieve inname van de (Jeugd)VISpas;
- een combinatie van genoemde sancties.
De Tuchtcommissie (en in hoger beroep: de Commissie van beroep) van Sportvisserij Nederland kunnen het bestuur van de vereniging bij hun besluit adviseren de sportvisser te schorsen, te royeren of het lidmaatschap op te zeggen. Het bestuur is niet aan dit advies gebonden.
3. De regels betreffende de sancties en procedures staan nader uitgewerkt in het Tuchtreglement Sportvisserij Nederland.
Artikel 12 - Beëindiging lidmaatschap
1. Het lidmaatschap van een sportvisser eindigt:
a. door het overlijden van het lid;
b. door tijdige opzegging door het lid;
c. door opzegging door de vereniging;
d. door ontzetting (royement).
2. Na opzegging van het lidmaatschap door het lid, eindigt het lidmaatschap tegen het einde van het boekjaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn van een opzeggingstermijn van ten minste drie maanden. Is niet tijdig opgezegd, dan wordt het lidmaatschap verlengd met wederom een periode van twaalf (12) maanden vanaf 1 januari en geldt de opzegging tegen het einde van de looptijd van die twaalf (12) maanden.
3. Zolang het lidmaatschap niet is beëindigd, behoudt de vereniging haar rechten en moet de sportvisser zijn verplichtingen nakomen.
4. Het lidmaatschap kan onmiddellijk door opzegging door de sportvisser worden beëindigd indien:
a. van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren;
b. binnen een maand nadat hem een besluit, waarbij zijn rechten zijn beperkt, of wel zijn verplichtingen ten opzichte van de vereniging zijn verzwaard, bekend is geworden of medegedeeld. Het besluit is dan niet op hem van toepassing.
c. binnen een maand nadat hem een besluit is medegedeeld tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm, of tot fusie of tot splitsing.
5. De opzegging door sportvissers dient schriftelijk of langs elektronische weg aan het bestuur te worden gedaan.
6. Opzegging door de vereniging kan geschieden, indien:
a. de sportvisser de belangen van de vereniging schaadt;
b. wanneer de sportvisser heeft opgehouden te voldoen aan de vereisten welke door de statuten en reglementen aan het lidmaatschap zijn gesteld;
c. wanneer een sportvisser zijn verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt, waaronder ook indien een lid zijn financiële verplichtingen niet nakomt;
d. wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
7. Opzegging van het lidmaatschap door de vereniging geschiedt door het bestuur. De betrokkene wordt ten spoedigste schriftelijk of langs elektronische weg van het besluit tot opzegging van het
lidmaatschap, met opgave van redenen, in kennis gesteld.
8. Zodra de opzegging van het lidmaatschap door de vereniging of de ontzetting uit het lidmaatschap van de vereniging van kracht wordt en onherroepelijk vaststaat, betekent dit voor een sportvisser dat ook het lidmaatschap van de desbetreffende hengelsportvereniging(en) binnen de vereniging wordt beëindigd.
RECHTEN EN VERPLICHTINGEN LEDEN
Artikel 13 - Rechten en verplichtingen van de federaties en buitengewone leden
1. Het lidmaatschap van de vereniging geeft de federaties en buitengewone leden het recht:
a. deel te nemen aan de ledenvergaderingen, daarin het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen;
b. gebruik te maken, respectievelijk door de hengelsportverenigingen gebruik te laten maken, van alle door de vereniging geboden faciliteiten op het gebied van de sportvisserij neergelegd in de statuten, het huishoudelijk reglement en/of besluiten van de vereniging;
c. de leden, de hengelsportverenigingen en de sportvissers,aangesloten sportvissers en / of hengelportverenigingen deel te laten nemen aan door de vereniging, al dan niet in samenwerking met een andere (overkoepelende) organisatie, georganiseerde wedstrijden en andere activiteiten. De voorwaarden hiertoe worden door de
algemene ledenvergadering vastgesteld.
2. De federaties en buitengewone leden zijn verplicht:
a. de statuten, het huishoudelijk reglement en de besluiten van de vereniging na te leven, alsmede de toepasselijke reglementen inzake seksuele intimidatie, doping en matchfixing
en zijn gehouden zich te onderwerpen aan geschillenbeslechting door het Instituut Sportrechtspraak en de besluiten van diens organen. en waaronder de tuchtcommissie en de commissie van beroep;
b. zich ten opzichte van elkaar naar redelijkheid en billijkheid te gedragen;
c. de jaarlijkse contributie te voldoen op de daarvoor in de statuten en het huishoudelijk reglement vastgestelde wijze en tijdstippen;
d. de vereniging schriftelijk op de hoogte te stellen van mutaties in hun bestuur alsmede van andere, voor de vereniging van belang zijnde gegevens, zoals in het huishoudelijk reglement nader geregeld;
e. een voorstel tot wijziging van hun statuten aan de vereniging over te leggen ter toetsing aan
de statuten van de vereniging. Eventuele strijdigheden worden vervolgens alsdan ter kennis gebracht aan het lid;
f. het bestuur van de vereniging uit te nodigen hun ledenvergadering(en) bij te wonen en de aan de orde zijnde stukken toe te zenden;
g. tot het openstellen voor de sportvissers van alle viswateren waarover zij de beschikking hebben, hetzij als eigen gebruiker/visrechthebbende, hetzij op basis van een machtiging
verleend door derden die een zodanige openstelling toelaten toelaat; deze verplichting is niet van toepassing indien door de algemene ledenvergadering op grond van bijzondere
omstandigheden aan een federatie of buitengewoon lid ter zake ontheffing is verleend;
h. te bevorderen dat de hengelsportverenigingen de verplichtingen nakomen welke voor die hengelsportverenigingen en de betrokken sportvissers direct of indirect voortvloeien uit het lidmaatschap van de vereniging.
Artikel 14 - Rechten en verplichtingen van de sportvissers
1. Sportvissers zijn verplicht:
a. de statuten en de reglementen van de vereniging en de besluiten van haar organen na te leven en , waaronder de reglementen seksuele intimidatie, doping en matchfixing betreffende van het Instituut Sportrechtspraak;
b. met zorg en respect met de vissen om te gaan;
c. de belangen van de vereniging niet te schaden;
d. alle overige verplichtingen welke de vereniging in naam van haar leden aangaat, of welke uit het lidmaatschap van de vereniging voortvloeien, te aanvaarden en na te komen;
e. sportvissers zijn naast de verplichtingen zoals hiervoor genoemd, meer specifiek
verplicht voorschriften en/of aanwijzingen van overheden van en/of de hengelsportvereniging en/of de federatie na te leven en zich te houden aan de voorwaarden die gelden bij hun schriftelijke toestemming.
2. Het bestuur is bevoegd ten laste van sportvissers de leden in het kader van de bestrijding van doping in de sport verplichtingen aan te gaan met de Dopingautoriteit (een zelfstandig bestuursorgaan met rechtspersoonlijkheid), opdat de sportvissers leden van de vereniging gebonden zijn aan de door de vereniging en de Dopingautoriteit gehanteerde (Nationaal) Dopingreglement, alsmede aan de daarop gebaseerde beslissingen van de Dopingautoriteit en haar commissies of organen.
BESTUUR
Artikel 15 - Samenstelling en benoeming
1. Het bestuur bestaat uit ten minste drie natuurlijke personen. Het aantal bestuursleden wordt door de algemene ledenvergadering vastgesteld.
2. De algemene ledenvergadering stelt op voordracht van het bestuur een Selectiecommissie bestuur in:
a. de voorzitter van de Selectiecommissie bestuur is onafhankelijk en wordt voor de duur van drie jaar op voordracht van het bestuur door de algemene ledenvergadering in functie benoemd en kan aansluitend nog twee keer drie jaren tot een maximum van negen jaren worden herbenoemd;
b. de samenstelling van de Selectiecommissie bestuur, de selectie van kandidaten en de werkwijze van de Selectiecommissie bestuur staat nader uitgewerkt in het huishoudelijk reglement.
3. De bestuursleden worden door de algemene ledenvergadering op voordracht van het bestuur benoemd. Indien de voordracht voor een bestuursfunctie één kandidaat voor een te vervullen plaats bevat, dan heeft een besluit over de voordracht tot gevolg dat de kandidaat is benoemd, tenzij het bindende karakter aan de voordracht door de algemene vergadering wordt ontnomen. De voorzitter wordt bovendien in functie benoemd. Het bestuur draagt zorg voor een onderlinge portefeuilleverdeling welke kenbaar wordt gemaakt aan de leden en buitengewone leden. Xxxxx bestuurslid krijgt de verantwoordelijkheid voor één portefeuille. Het bestuur maakt een verdeling in werkvelden. Het bestuur regelt onderling de vervanging.
4. Het bestuur kiest uit zijn midden een vice-voorzitter, zijnde niet de secretaris of penningmeester. tenzij de door de algemene ledenvergadering vastgestelde portefeuilles een afzonderlijke
vice-voorzitter kennen.
5. Het zijn van bestuurslid lidmaatschap van het bestuur van de vereniging is onverenigbaar met het zijn van bestuurslid van bestuurslidmaatschap van een federatie, een hengelsportvereniging, een specialistenvereniging, vertegenwoordiger van het Platform Sportvissers en het zijn van lid van de Tuchtcommissie en de Commissie van beroep van Sportvisserij Nederland.
6. Het zijn van afgevaardigde van een platform in de algemene ledenvergadering, is onverenigbaar met het lidmaatschap van het bestuur van de vereniging en van het zijn van lid van de Tuchtcommissie en de Commissie van beroep van Sportvisserij Nederland.
7. Op de vergaderingen en de besluitvorming van het bestuur is het bepaalde in deze statuten voor zoveel mogelijk van toepassing. Hiervan wordt uitgezonderd de stemverhouding zoals in genoemde artikelen is omschreven. Voor de stemverhouding in het bestuur geldt dat ieder bestuurslid één stem heeft. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
8. Een bestuurslid neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de vereniging.
Wanneer hierdoor geen bestuursbesluit kan worden genomen, wordt het besluit genomen door de algemene ledenvergadering.
9. Bestuursleden hebben altijd het recht om de algemene ledenvergadering te adviseren over een besluit dat moet worden genomen.
Artikel 16 - Beëindiging bestuurslidmaatschap
1. Het bestuurslidmaatschap eindigt door:
a. opzegging door het bestuurslid;
b. overlijden;
c. ontslag met onmiddellijke ingang door de algemene ledenvergadering;
d. het verstrijken van de benoemingsperiode;
e. de situatie ontstaat dat sprake is van een onverenigbare functie.
2. Een bestuurslid is op elk moment bevoegd ontslag te nemen, mits dit schriftelijk geschiedt met een opzeggingstermijn van ten minste drie maanden.
3. De algemene ledenvergadering kan door haar gekozen bestuursleden schorsen of ontslaan. Het besluit hiertoe wordt genomen op voorstel van het bestuur met een gewone meerderheid van de stemmen in een algemene ledenvergadering, of op voorstel van tenminste drie leden-federaties van de vereniging.
Een schorsing van een bestuurslid die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag of tot opheffing van de schorsing eindigt door verloop van die termijn.
4. Ieder jaar aan het einde van de jaarvergadering treden tenminste twee bestuursleden af volgens een door het bestuur op te maken rooster van aftreden, zodanig dat ieder bestuurslid uiterlijk aftreedt aan het einde van de jaarvergadering die is gehouden in het derde jaar volgende op het jaar waarin de loop waarvan hij werd benoemd. Een aftredend bestuurslid is terstond herkiesbaar.
5. Voor ieder bestuurslid kan het bestuur uit zijn midden een plaatsvervanger aanwijzen, die bij ontstentenis of belet van een bestuurslid de functie vervult van degene voor wie hij als plaatsvervanger is aangewezen. Een niet voltallig bestuur behoudt zijn bevoegdheden.
6. Bij ontstentenis of belet van alle bestuursleden berust het bestuur tijdelijk bij de continuïteitscommissie, of de door deze commissie aan te wijzen personen. Voor de gedurende deze periode verrichte bestuursdaden worden de aangewezen personen met een bestuursleden gelijkgesteld.
Artikel 17 – Ambtelijk secretaris
1. De vereniging heeft een ambtelijk secretaris, wiens taak en bevoegdheden worden geregeld in het huishoudelijk reglement.
2. De ambtelijk secretaris wordt benoemd en ontslagen door het bestuur. Een besluit tot benoeming of ontslag kan slechts worden genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde van de zitting hebbende bestuursleden. Indien niet het vereiste aantal stemmen wordt behaald, kan het bestuur zijn voorstel tot benoeming ter besluitvorming voorleggen aan de algemene ledenvergadering.
3. De ambtelijk secretaris woont de algemene ledenvergaderingen en de vergaderingen van het bestuur bij; hij heeft in deze vergaderingen een adviserende stem.
Artikel 18 - Bestuurstaken
1. Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging. Bij de vervulling van hun taak richten de bestuurders zich naar het belang van de vereniging.
2. Ieder bestuurslid is tegenover de vereniging gehouden tot een behoorlijke taakvervulling van de hem opgedragen taak. Indien het een aangelegenheid betreft die tot de werkkring van twee of meer bestuursleden behoort, is ieder van hen geheel aansprakelijk ter zake van een
tekortkoming, tenzij deze niet aan hem is te wijten en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden.
3. Voor het besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot geldleningen, het kopen, vervreemden, bezwaren, huren of verhuren van registergoederen en het sluiten van overeenkomsten, waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk schuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor de schuld van een derde verbindt, behoeft het bestuur de goedkeuring van de algemene ledenvergadering.
4. Het bestuur vertegenwoordigt de vereniging:
a. in en buiten rechte;
b. de vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan twee gezamenlijk handelende bestuursleden waarvan één de voorzitter of penningmeester zal dienen te zijn.
5. Het bestuur heeft de bevoegdheid commissies in te stellen met als taak het geven van adviezen aan het bestuur en/of het uitvoeren van werkzaamheden op een bepaald terrein. Een dergelijke commissie wordt voorgezeten door het bestuurslid tot wiens portefeuille het werkterrein van de commissie behoort. De werkwijze, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de in dit lid bedoelde commissies kan bij reglement door het bestuur nader worden geregeld.
6. Het bestuur is verplicht gedurende het verenigingsjaar de bestuurders van de federatie- en buitengewone leden over beleidszaken te informeren en te consulteren via daartoe te houden overleg.
7. Het bestuur is bevoegd na goedkeuring van de algemene ledenvergadering met het Instituut Sportrechtspraak een de leden bindende overeenkomst aan te gaan krachtens welke overeenkomst het uitoefenen van tuchtrechtspraak en geschillenbeslechting binnen de vereniging is opgedragen aan het Instituut Sportrechtspraak. Wijziging van deze overeenkomst dient voorafgaande goedkeuring van de algemene ledenvergadering te hebben.
ALGEMENE LEDENVERGADERINGEN
Artikel 19 - Algemene ledenvergadering
1. De algemene ledenvergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur met inachtneming van een termijn van ten minste één maand door middel van een aan alle federaties en andere leden behoudens de leden-sportvissers en het Platform Sportvissers te verzenden schriftelijke mededeling vergezeld van de agenda alsmede een toelichting daarop.
2. Het Platform Sportvissers heeft het recht één persoon af te vaardigen vaardigt één persoon af naar de algemene ledenvergadering. De afgevaardigde vertegenwoordigt alle sportvissers die onder het platform vallen.
3. De afgevaardigde wordt door en uit de sportvissers die onder het Platform Sportvissers vallen gekozen, middels digitale stemming.
4. Algemene ledenvergaderingen worden ten minste één maal per jaar gehouden, zijnde de jaarvergadering welke uiterlijk in de maand juni wordt gehouden, en voorts, wanneer het bestuur dit wenselijk of noodzakelijk acht of wanneer dit schriftelijk met opgave van de te behandelen onderwerpen wordt verzocht door ten minste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van een/tiende van de stemmen in de algemene ledenvergadering, indien daarin alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
5. In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde:
a. de voorziening in vacatures in het bestuur;
b. vaststelling van het jaarverslag en de jaarrekening over het afgelopen verenigingsjaar, voorzien van de toelichting en de verklaring van de registeraccountant;
c. vaststelling van de begroting voor het komende verenigingsjaar;
d. vaststelling van het bedrag als bedoeld in artikel 26 lid 2 volgend op voor het komende verenigingsjaar.
6. Na ontvangst van een het in lid 4 bedoelde verzoek is het bestuur verplicht tot bijeenroeping van een algemene ledenvergadering, die ten hoogste vier weken na de indiening van het verzoek moet worden gehouden. Indien het bestuur aan het verzoek binnen veertien dagen, nadat het dit heeft ontvangen, geen gevolg geeft, kunnen de verzoekers zelf tot de bijeenroeping overgaan op de wijze, die is voorgeschreven voor bijeenroeping van algemene ledenvergaderingen door het bestuur.
Artikel 20 - Toegang en stemrecht algemene ledenvergadering
1. Alle bestuursleden van de leden, de leden van het bestuur van de vereniging, ereleden en de afgevaardigde van het Platform Sportvissers alsmede door het bestuur uitgenodigde personen hebben toegang tot de algemene ledenvergadering. Een lid is niet bevoegd zich door een ander lid te laten vertegenwoordigen.
2. Stemgerechtigd zijn de leden en de afgevaardigde van het Platform Sportvissers met uitzondering van de ereleden.
a. Namens elke federatie kan door een bestuurslid van die federatie ter vergadering een eensluidende stem worden uitgebracht tot een maximum van 10 stemmen.
b. Elke federatie heeft één stem. Daarboven heeft elke federatie één stem voor elke tienduizend (10.000) aangesloten sportvissers. Een rest van vijfduizendenéén (5.001) of meer aangesloten sportvissers is eveneens één stem. Het aantal aangesloten sportvissers is betreft het totaal aantal vastgesteld over het voorafgaande jaar op eenendertig december zoals schriftelijk voor één februari van het lopende jaar opgegeven.
c. Elk buitengewoon lid heeft één stem.
d. Het Platform Sportvissers heeft - via de afgevaardigde - één stem.
3. Xxxxxxxx over zaken geschiedt mondeling en over personen schriftelijk. Het aannemen van voorstellen bij acclamatie is mogelijk, mits dit geschiedt op voorstel van de voorzitter en geen van de aanwezige leden hoofdelijke stemming verlangt.
4. Over alle voorstellen betreffende zaken wordt beslist met een gewone meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen, voor zover de statuten niet anders bepalen. Bij staking van stemmen wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
5. Bij stemming over personen is diegene gekozen, die de gewone meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen op zich heeft verenigd. Indien niemand die meerderheid heeft verkregen, wordt een tweede stemming gehouden tussen de twee personen, die het hoogste aantal stemmen hadden verworven, of, als meer dan twee personen het hoogste aantal stemmen hadden verworven, tussen die personen, en is hij gekozen, die bij die tweede stemming de meeste stemmen op zich heeft verenigd. Indien bij die tweede stemming de stemmen staken, beslist het lot. De stemmingen geschieden door middel van ongetekende stembriefjes. Xxxxxxxxxxxx, die niet zijn ingevuld of waarop meer dan de naam van één kandidaat is ingevuld, zijn ongeldig.
6. Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn zij niet in een vergadering bijeen, heeft, mits het is genomen met voorkennis van het bestuur, dezelfde kracht als een besluit van de algemene ledenvergadering. Een dergelijk besluit wordt door de secretaris aangetekend in het notulenboek, terwijl er melding van wordt gemaakt in de eerstvolgende algemene ledenvergadering.
7. Het ter vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd
over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
8. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
9. Een stemgerechtigd lid kan zijn stemrecht ook uitoefenen door middel van een elektronisch communicatiemiddel, op voorwaarde dat de stemgerechtigde via het elektronisch communicatiemiddel kan worden geïdentificeerd, rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen op de vergadering en het stemrecht kan uitoefenen. Het bestuur kan voorwaarden stellen aan het gebruik van het elektronisch communicatiemiddel. Deze voorwaarden worden bij de oproeping bekend gemaakt.
Een stemgerechtigd lid kan zijn stem voorafgaand aan de algemene vergadering via een elektronisch communicatiemiddel uitbrengen, maar niet eerder dan op de dertigste dag voor die van de vergadering. Een dergelijke stem wordt gelijkgesteld met stemmen die gedurende de vergadering worden uitgebracht. Een stem die op die wijze is uitgebracht, kan niet worden herroepen.
Artikel 21 - Leiding en verslag algemene ledenvergadering
1. De voorzitter van het bestuur leidt de algemene ledenvergadering. Bij zijn afwezigheid of ontstentenis zal de vice voorzitter en bij diens ontstentenis één van de andere bestuursleden de vergadering leiden. Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering zelf in een voorzitter.
2. Van het in de algemene ledenvergadering verhandelde worden door of onder verantwoordelijkheid van de secretaris of bij diens ontstentenis door of in opdracht van de fungerend voorzitter van de vergadering notulen gemaakt. Deze notulen worden door de eerstvolgende algemene ledenvergadering vastgesteld.
Artikel 22 - Tuchtrechtspraak
1. De tuchtrechtspraak inzake seksuele intimidatie, doping en matchfixing en onderwerpen evenals geschillenbeslechting die niet is zijn voorbehouden aan de Tuchtcommissie en de Commissie van beroep Sportvisserij Nederland, waaronder mede begrepen mediation, zijn op basis van een overeenkomst ondergebracht bij het Instituut Sportrechtspraak conform diens vigerende reglementen en regelingen en door diens organen, waaronder aanklager, tuchtcommissie en commissie van beroep, zoals gepubliceerd op de website van het Instituut Sportrechtspraak.
2. De reglementen en regelingen van het Instituut Sportrechtspraak worden vastgesteld door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak.
3. Wanneer een beslissing tot gevolg heeft dat een besluit nietig is of wordt vernietigd, kan hieraan door het betrokken lid en/of persoon noch door derden enig recht op schadeloosstelling worden ontleend. Evenmin kan aanspraak worden gemaakt op een gewijzigde uitslag of op het opnieuw houden van een wedstrijd of evenement.
4. De door het Instituut Sportrechtspraak uit te oefenen tuchtrechtspraak en geschillenbeslechting geschiedt in naam, ten behoeve, alsmede voor rekening en risico van de vereniging. De
vereniging vrijwaart het Instituut Sportrechtspraak, zijn bestuursleden, zijn tuchtrechters, zijn arbiters, zijn bindend adviseurs, zijn mediators, zijn ambtelijk secretariaat, zijn juridisch
secretariaat, zijn deskundigen en zijn juridisch adviseurs voor elke aansprakelijkheid ten aanzien van door of namens het Instituut verzorgde rechtspleging en mediations.
Artikel 23 – Tuchtrechtspraak en geschillenbeslechting Instituut Sportrechtspraak
1. De tuchtrechtspraak inzake seksuele intimidatie, doping en matchfixing is op alle leden van de vereniging van toepassing.
2. Personen, die een al dan niet betaalde functie binnen de vereniging uitoefenen, zijn eveneens (mede) onderworpen aan de tuchtrechtspraak van het Instituut Sportrechtspraak.
3. Geschillen tussen federaties onderling en/of de vereniging kunnen naar keuze van partijen conform betreffende reglementen en organen van het Instituut Sportrechtspraak
worden beslecht door:
a. arbitrage;
b. bindend advies;
c. of mediation.
3. Een geschil tussen een lid en een niet-lid kan alleen ter beslechting aan het Instituut Sportrechtspraak worden voorgelegd wanneer betrokken partijen zich hiertoe vooraf schriftelijk bereid hebben verklaard.
Artikel 24 – Tuchtcommissie en Commissie van beroep Sportvisserij Nederland
1. De beoordeling of sprake is van wangedrag of ongewenst gedrag door een sportvisser dan wel of een sportvisser in strijd handelt met de uit het lidmaatschap voortvloeiende verplichtingen en/of het belang van de vereniging door handelingen of gedragingen in ernstige mate heeft geschaad, vindt (uitsluitend) plaats door de Tuchtcommissie Sportvisserij Nederland. Tegen een uitspraak van de Tuchtcommissie kan een sportvisser in beroep bij de Commissie van Beroep. De in verband hiermee in deze statuten en/of het huishoudelijk reglement en/of bijzondere reglementen opgenomen regels en procedures zijn op alle leden sportvissers van toepassing.
2. Geschillen tussen federaties onderling en/of de vereniging kunnen naar keuze van partijen conform betreffende reglementen en organen van het Instituut Sportrechtspraak
worden beslecht door:
a. arbitrage;
b. bindend advies; c. of mediation.
3. Een geschil tussen een lid en een niet-lid kan alleen ter beslechting aan het Instituut Sportrechtspraak worden voorgelegd wanneer betrokken partijen zich hiertoe vooraf schriftelijk bereid hebben verklaard.
Artikel 25 - Uitspraak
1. Een uitspraak van de Tuchtcommissie en van de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak evenals uitspraken van de Tuchtcommissie of Commissie van beroep Sportvisserij Nederland zijn bindend, zowel voor het betrokken lid en/of personen, de andere
leden van de vereniging als de vereniging zelf.
2. Alle leden, organen en commissies van de vereniging zijn gehouden mede te werken aan het tot stand komen van een uitspraak van de tuchtcommissie en/of van de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak alsmede van een uitspraak van de Tuchtcommissie of
Commissie van beroep van Sportvisserij Nederland alsmede mee te werken aan het ten uitvoerleggen van de door deze commissies opgelegde straffen.
Artikel 26 - Geldmiddelen
1. De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit contributies van de leden en de buitengewone leden, opbrengsten uit sportvisdocumenten, subsidies, de opbrengst van activiteiten van de vereniging, schenkingen, erfstellingen, legaten en alle overige baten.
2. Ieder federatielid betaalt een contributie, waarvan het bedrag jaarlijks door de algemene ledenvergadering op de navolgende wijze wordt vastgesteld.
a. De door een lid over enig jaar verschuldigde contributie wordt bepaald door het aantal sportvissers dat in het betreffende kalenderjaar op eenendertig december onder welke titel dan ook door dat lid of een daarbij als lid betrokken hengelsportvereniging in staat wordt gesteld de sportvisserij te beoefenen, met uitzondering van die sportvissers welke door een besluit van de algemene ledenvergadering zijn uitgezonderd als meetellende voor de bepaling van de contributie.
b. De door een federatielid over enig jaar verschuldigde contributie beloopt het product van het aantal door dat lid vertegenwoordigde sportvissers, als bedoeld in voorgaande lid zin, en het bedrag per sportvisser dat daartoe door de algemene ledenvergadering voor het betreffende jaar
wordt vastgesteld.
c. De federatieleden zijn verplicht een voorschotcontributie voor het lopende jaar te voldoen op basis van een door het bestuur van de vereniging opgestelde voorlopige afrekening.
3. De door een buitengewoon lid verschuldigde contributie wordt voor ieder buitengewoon lid jaarlijks afzonderlijk door de algemene ledenvergadering vastgesteld.
4. De tijdstippen en de wijze waarop de contributie alsmede de voorschotcontributie door de leden en de buitengewone leden moeten worden voldaan en het overige ter zake dienende worden nader geregeld in het huishoudelijk reglement.
5. De federaties en de buitengewone leden zijn verplicht de bepalingen in deze statuten en in het huishoudelijk reglement omtrent de jaarlijkse contributieafdracht en de voorschotcontributie alsmede de door de algemene ledenvergadering genomen besluiten als bedoeld in lid 2 van dit artikel na te leven.
6. De federaties en de buitengewone leden zijn verplicht door middel van daartoe geëigende bescheiden, het juiste aantal sportvissers aan te tonen. De door de algemene ledenvergadering op voorstel van het bestuur aan te stellen registeraccountant is bevoegd de door de federaties en de buitengewone leden opgegeven aantallen van de door hen als vorenbedoeld vertegenwoordigende sportvissers te controleren. De federaties en de buitengewone leden zijn verplicht daaraan alle medewerking te verlenen.
7. De algemene ledenvergadering kan al dan niet op voorstel van het bestuur geheel of gedeeltelijk ontheffing van de contributiebetalingsverplichting verlenen op grond van bijzondere omstandigheden.
8. Erfstellingen zullen niet anders dan onder het voorrecht van boedelbeschrijving worden aanvaard.
Artikel 27 - Bureau
1. De vereniging heeft een bureau dat haar bijstaat in de uitoefening van de werkzaamheden. De taken en bevoegdheden van het bureau worden nader geregeld in het huishoudelijk reglement.
2. Het bureau staat onder leiding van een directeur. De directeur wordt aangesteld door, werkt in opdracht van en is verantwoording schuldig aan het bestuur.
3. Ten kantore van het bureau is het secretariaat gevestigd van het bestuur, de commissies en de werkgroepen. Alle stukken bestemd voor het bestuur, de commissies en de werkgroepen moeten worden ingediend bij voormeld secretariaat.
Artikel 28 – Huishoudelijk Reglement
1. De algemene ledenvergadering stelt bij huishoudelijk reglement nadere regels vast omtrent alle
onderwerpen, waarvan de regeling haar gewenst voorkomt.
2. Het huishoudelijk reglement kan door de algemene ledenvergadering worden gewijzigd, aangevuld of ingetrokken, mits het voorstel daartoe in de oproeping tot de vergadering is vermeld.
3. Het huishoudelijk reglement mag geen bepalingen bevatten, die in strijd zijn met de wet of de statuten.
Artikel 29 - Statutenwijziging
1. Wijziging van de statuten kan slechts geschieden door een besluit van de algemene ledenvergadering in een vergadering, waartoe werd opgeroepen met de mededeling dat daarin wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. De termijn voor de oproeping tot die vergadering moet ten minste vier weken bedragen.
2. Degenen, die de oproeping tot die vergadering hebben gedaan, moeten ten minste zes weken vóór die vergadering een afschrift van het voorstel, waarin de wijzigingen woordelijk zijn opgenomen, voor alle leden ter inzage leggen tot en met de dag, waarop de vergadering wordt gehouden.
3. Het besluit tot wijziging van de statuten kan slechts worden genomen in een vergadering, waarin ten minste twee/derde van de stemgerechtigde leden aanwezig of vertegenwoordigd is en met een meerderheid van ten minste twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen. Indien niet
het vereiste aantal leden aanwezig of vertegenwoordigd is, wordt ten minste zes en ten hoogste tien weken daarna een tweede vergadering gehouden, waarin het voorstel kan worden aangenomen ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden, mits met een meerderheid van ten minste twee/derde van de geldig uitgebrachte stemmen.
Bij oproeping voor de tweede vergadering wordt medegedeeld dat het een tweede vergadering betreft als bedoeld in dit artikel en dat aldaar kan worden besloten over de voorgestelde statutenwijziging ongeacht het aantal ter vergadering uit te brengen stemmen.
Het voorstel voor de statutenwijziging wordt wederom ter inzage gelegd als voorgeschreven in het voorgaande lid 2, waarvan in de oproeping voor de tweede vergadering melding wordt gemaakt. Indien het voorstel ongewijzigd is gebleven blijft hernieuwde toezending daarvan aan de leden achterwege.
4. Een bepaling van deze statuten, die de bevoegdheid tot wijziging van een of meer andere bepalingen beperkt, kan slechts worden gewijzigd met inachtneming van die beperking.
5. De wijziging van de statuten treedt eerst in werking, nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van die akte is ieder bestuurslid afzonderlijk bevoegd.
6. Het bestuur is verplicht een authentiek afschrift van de in lid 5 bedoelde akte en van de volledige tekst van de na de wijziging geldende statuten neer te leggen ten kantore van het
Handelsregister.
Artikel 30 – Ontbinding en vereffening
1. De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene ledenvergadering in een vergadering, waartoe werd opgeroepen met de mededeling dat daarin ontbinding van de vereniging zal worden voorgesteld. De termijn voor de oproeping tot die vergadering moet ten minste vier weken bedragen.
2. Op het besluit tot ontbinding is het bepaalde in artikel 29 lid 3 voor wijziging van de statuten van overeenkomstige toepassing.
3. Bij het besluit tot ontbinding wijst de algemene ledenvergadering vereffenaars aan. Indien zij geen vereffenaars heeft aangewezen, geschiedt de vereffening door het bestuur.
4. De bestemming van het batig saldo wordt, op voorstel van het algemeen bestuur, bepaald door de ledenvergadering bij het besluit tot ontbinding, welke bestemming zoveel mogelijk in
overeenstemming met het doel van de vereniging dient te zijn.
5. De vereniging houdt op te bestaan op het tijdstip waarop geen aan haar, dan wel aan de vereffenaars bekende baten meer aanwezig zijn. De vereffenaars doen hiervan opgaaf aan de registers waar de vereniging is ingeschreven.
6. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden vereniging gedurende tien jaren berusten onder de jongste vereffenaar.
Artikel 31 - Slotbepaling
In alle gevallen, waarin de statuten, het huishoudelijk reglement of de wet niet voorzien, beslist het bestuur.