Begripsbepalingen
Begripsbepalingen
Artikel 1
In dit reglement wordt, voor zover niet uitdrukkelijk anders blijkt, verstaan onder:
a) de coöperatie: de Nederlandse Coöperatieve Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM U.A.;
b) het Algemeen Bestuur: het Algemeen Bestuur van de NVM;
c) Commissie Lidmaatschapszaken: de door het Algemeen Bestuur benoemde commissie als bedoeld in artikel 9 van de statuten van de coöperatie.
d) het NVM-lid: de Onderneming als bedoeld in artikel 7 van de statuten van de coöperatie waaraan het lidmaatschap of het aspirant –lidmaatschap op grond van de statuten van de coöperatie is toegekend.
e) Onderneming: een zelfstandige en duurzame organisatie in de vorm van een rechtspersoon, personenvennootschap of eenmanszaak, die erop gericht is met kapitaal en arbeid in Nederland, althans in hoofdzaak aldaar, op professionele wijze onderstaande werkzaamheden te verrichten.
- bemiddeling verlenen bij het tot stand brengen en het sluiten van overeenkomsten betreffende onroerende goederen en beperkte rechten waaraan onroerende goederen kunnen zijn onderworpen, in opdracht en op naam van personen tot wie de bemiddelaar niet in vaste betrekking staat; en/of
- het beoefenen van de rentmeesterij; en/of
- verrichten van opnames en waarderingen van onroerende goederen en het uitbrengen van deskundigenbericht daaromtrent.
f) Makelaar: de natuurlijke persoon die professioneel:
- bemiddeling verleent bij het tot stand brengen en het sluiten van overeenkomsten betreffende onroerende goederen en beperkte rechten waaraan onroerende goederen kunnen zijn onderworpen, in opdracht en op naam van personen tot wie hij niet in vaste betrekking staat; en/of
- de rentmeesterij beoefent; en/of
- opnames en waarderingen van onroerende goederen verricht.
g) Taxateur: de natuurlijke persoon die professioneel:
opnames en waarderingen van onroerende goederen verricht en daaromtrent deskundigenberichten uitbrengt.
h) NVM-Makelaar/Taxateur: de NVM-Makelaar of NVM-Taxateur zoals bedoeld in artikel 32.1 van de statuten van de coöperatie die overeenkomstig artikel 34 en 35 van de statuten aangesloten is bij de coöperatie en één of meer vakgroepen.
i) NVM-Makelaar: de Makelaar die overeenkomstig artikel 34 en 35 van de statuten aangesloten is bij de coöperatie en één of meer vakgroepen.
j) NVM-Taxateur: de Taxateur die overeenkomstig artikel 34 en 35 van de statuten aangesloten is bij de coöperatie en één of meer vakgroepen.
k) Vestiging: iedere plek of locatie in Nederland waar of vanuit waar op duurzame wijze de werkzaamheden zoals vermeld onder g van dit artikel, ten behoeve van de Onderneming worden uitgeoefend.
l) concern: een aantal ondernemingen of rechtspersonen, al dan niet ter uitoefening van de werkzaamheden zoals vermeld onder e) van dit artikel die hetzij in financieel, hetzij in organisatorisch, of economisch opzicht zodanig met elkaar zijn verweven dat zij een eenheid vormen;
Doel en middelen
Artikel 1a
1. De NVM streeft naar de instandhouding van een verenigingsbureau.
2. De plaats van vestiging van dit bureau is Nieuwegein.
3. Het Algemeen Bestuur benoemt en ontslaat het ten dienste van de coöperatie werkzame personeel en stelt het salaris alsmede de overige arbeidsvoorwaarden voor dit personeel vast.
Artikel 1b
1. De ledenraad kan besluiten dat de coöperatie zich voor het nastreven van haar doeleinden bedient van een of meer rechtspersonen. Eenheid van beleid dient daarbij te worden gewaarborgd.
2. Heeft de rechtspersoon de vorm van een besloten vennootschap, dan dienen de aandelen
daarvan in handen van de coöperatie te zijn; het algemeen bestuur beheert de aandelen en oefent de bevoegdheden van de aandeelhouders in de vergadering van aandeelhouders uit.
3. De begroting en het beleidsplan voor het komende jaar en de jaarrekening worden door het algemeen bestuur ter goedkeuring aan de ledenraad voorgelegd, bij voorkeur gelijktijdig met de begroting en de jaarrekening van de coöperatie.
Lidmaatschap en Aansluiting
Artikel 2
De Commissie Lidmaatschapszaken bestaat uit vier leden, waaronder een voorzitter.
Artikel 3
1. De Commissie Lidmaatschapszaken brengt de aanvragen tot toelating als lid of tot aansluiting als NVM –Makelaar dan wel als NVM –Taxateur ter kennis van de leden.
2. Gedurende veertien dagen na publicatie van deze kennisgeving kunnen leden en NVM Makelaars/Taxateurs schriftelijk hun bezwaren bij de Commissie Lidmaatschapszaken kenbaar maken.
Artikel 4
1. De datum van ingang van het lidmaatschap van de coöperatie en van de betreffende vakgroep(- en), wordt gesteld op de eerste van de maand, tenzij aanleiding wordt gevonden voor het bepalen van een andere datum.
2. De instantie die over het verzoek tot aansluiting beslist, bepaalt tevens de datum van afleggen van eed of belofte door de makelaar of de taxateur. De datum van ingang van de aansluiting bij de coöperatie en bij de betreffende vakgroep(-en), wordt gesteld op de volgende dag op die waarin de eed of belofte is afgelegd, tenzij aanleiding wordt gevonden voor het bepalen van een andere datum.
Artikel 5
De leden zijn gehouden erop toe te zien, dat degenen die aan hun onderneming of het concern waarvan deze onderneming deel uitmaakt zijn verbonden, zich gedragen als hadden dezen dezelfde verplichtingen als de leden.
Artikel 6
1. De coöperatie en nauw aan haar gelieerde rechtspersonen (zoals die welke zijn bedoeld in artikel 1a.) zijn jegens de leden aansprakelijk voor onverhoopt optredende schade, voortvloeiend uit een handelen of nalaten van enig orgaan van de coöperatie of de betreffende rechtspersoon dan wel van enig persoon die zitting heeft in een orgaan van de coöperatie of de betreffende rechts- persoon dan wel van enig persoon in dienst van of op andere wijze werkzaam voor de coöperatie of de betreffende rechtspersoon, uitsluitend elk voor zich en voor zover deze schade wordt gedekt door een aansprakelijkheidsverzekering, die na raadpleging van de ledenvergadering door de zorg van het algemeen bestuur is gesloten.
2. De leden zijn verplicht zich te onthouden van andere aanspraken.
Geldmiddelen
Artikel 7
De ledenraad kan besluiten dat het bedrag van de verschuldigde contributie volgens door de ledenraad te bepalen maatstaven afhankelijk is van
a. de omvang van de onderneming
b. het aantal NVM Makelaars/Taxateurs
c. het aantal vestigingen van de onderneming
Artikel 8
1. Ingeval de ledenraad van de in artikel 7 sub a gegeven bevoegdheid gebruik maakt, zijn de leden verplicht desgevraagd aan de penningmeester opgave te doen van het door hen overeenkomstig de door de ledenraad vastgestelde regeling aan contributie verschuldigde bedrag.
2. Blijft een lid alsdan in gebreke de gevraagde opgave te doen binnen een door de penningmeester te stellen termijn, dan heeft de penningmeester het recht het verschuldigde bedrag ambtshalve vast te stellen en is het lid gehouden dit bedrag te voldoen.
3. Xxxx het betrokken lid binnen dertig dagen na dagtekening van de kennisgeving van de vaststelling schriftelijk en gemotiveerd tegen deze vaststelling bij het Algemeen Bestuur in beroep, dan stelt dit het verschuldigde bedrag, al dan niet gewijzigd, vast. Het lid is alsdan gehouden tot betaling van dit bedrag.
Artikel 9
Vorderingen op een vestiging worden door het Algemeen Bestuur beschouwd als vorderingen op het lid waarvan de vestiging deel uitmaakt. Wordt een vestiging gedreven door meerdere leden dan zijn zij voor deze vorderingen hoofdelijk aansprakelijk.
Artikel 10
Vorderingen, jegens een lid, van een afdeling, van een vakgroep of van een aan de coöperatie nauw gelieerde rechtspersoon kunnen door het algemeen bestuur worden beschouwd als vorderingen van de coöperatie. Alvorens tot maatregelen over te gaan pleegt het Algemeen Bestuur overleg met de penningmeester van de betreffende afdeling, vakgroep of rechtspersoon. Aan het eventueel achterwege blijven van dit overleg kan het lid geen rechten ontlenen.
Een lid is verplicht deze schulden desgevorderd te voldoen aan de penningmeester van de coöperatie; door op deze wijze aan de coöperatie te betalen wordt het lid volledig gekwiteerd ter zake van zijn verplichtingen jegens de coöperatie respectievelijk de betreffende afdeling, vakgroep of gelieerde rechtspersoon.
Artikel 11
Aan een lid dat ten genoegen van de penningmeester van het Algemeen Bestuur aantoont, dat het de verschuldigde contributie of enige andere vordering van de coöperatie niet, althans bezwaarlijk kan voldoen, kan het Algemeen Bestuur uitstel van betaling verlenen, betaling in termijnen toestaan, dan wel toestaan een alsdan door het Algemeen Bestuur vast te stellen lager bedrag te betalen.
Artikel 12
1. De contributie is verschuldigd per één januari van het betreffende jaar en dient uiterlijk één maart te zijn voldaan.
2. Xxxxxx het lidmaatschap in werking na één januari dan is de contributie verschuldigd naar rato van het aantal maanden dat ligt tussen de maand voor die van toetreding en het einde van het jaar. In dit geval dient de contributie voldaan te zijn binnen twee maanden na aanvang van het lidmaatschap.
Artikel 13
1. Niet tijdig betaalde vorderingen worden rentedragend vanaf het moment waarop zij voldaan hadden moeten worden. De rente is gelijk aan de wettelijke rente, tenzij de ledenraad een ander rentepercentage vaststelt.
2. De kosten welke de coöperatie maakt ter invordering van hetgeen een lid, op welke grond ook, aan de coöperatie is verschuldigd, zijn voor rekening van het lid.
3. Xxxxxxx de penningmeester besluit een vordering ter incasso uit handen te geven, komen alle incassokosten, ook de buitengerechtelijke, ten laste van het betrokken lid. Deze kosten worden gesteld op ten minste vijftien procent van de vordering doch bedragen nooit minder dan € 125, - als werkelijk door de coöperatie gemaakte of te maken buitengerechtelijke kosten, geldt het daarvoor door de coöperatie gevorderde bedrag, behoudens tegenbewijs door het betrokken lid.
4. De coöperatie is bevoegd haar vorderingen of die van met haar nauw gelieerde rechtspersonen, te compenseren met de door leden bij haar of bij met haar gelieerde rechtspersonen gestorte waarborgsommen, vooruitbetalingen en dergelijke.
Artikel 14
1. Telkenjare stelt de penningmeester een ontwerpbegroting van de inkomsten en uitgaven voor het volgend jaar op.
2. Het Algemeen Bestuur stelt het ontwerp, al dan niet gewijzigd, vast en draagt zorg dat het ontwerp
kan worden behandeld in een Ledenraad welke voorafgaat aan het jaar waarvoor de begroting dient.
3. De Ledenraad stelt de begroting, al dan niet gewijzigd, vast.
4. Zodra het bedrag van het totaal der begrote uitgaven dreigt te worden overschreden, stelt de penningmeester het Algemeen Bestuur daarvan in kennis.
Artikel 15
Uit de geldmiddelen van de coöperatie kan het Algemeen Bestuur volgens door dit college vast te stellen maatstaven, onder meer:
a. aan:
- de leden van de Ledenraad;
- de leden van het Algemeen Bestuur;
- de leden van commissies;
- degenen, die deelnemen aan de tuchtrechtspraak en de beslissing van geschillen met betrekking tot de voorwaarden en tarieven;
- personen die door het algemeen bestuur als adviseur zijn benoemd;
- personen die door een tuchtcollege of het college ter beslissing van geschillen met betrekking tot de voorwaarden en tarieven als getuige of deskundige worden gehoord;
vergoedingen toekennen, zoals:
- een vergoeding wegens bestede tijd;
- een vergoeding wegens reis- en verblijfskosten, die redelijkerwijs ter uitoefening van hun functie zijn gemaakt;
- presentiegelden;
voor zover de hiervoor genoemde personen niet verbonden zijn aan een lid van de coöperatie, kan het Algemeen Bestuur hun tevens een honorarium toekennen;
b. een vergoeding toekennen aan de afdelingen of de vakgroepen ter gehele of gedeeltelijke dekking van de door hun gemaakte algemene dan wel bijzondere kosten indien daarbij naar het oordeel van het Algemeen Bestuur het algemeen belang van de coöperatie is betrokken.
c. een vergoeding toekennen aan een lid of aan een NVM Makelaar/Taxateur ter gehele of gedeeltelijke dekking van de door dit lid of de NVM Makelaar/Taxateur gemaakte kosten bij een aangelegenheid waarbij naar het oordeel van het Algemeen Bestuur het belang van de coöperatie is betrokken.
Artikel 16
1. Na afloop van het kalenderjaar stelt de penningmeester een rekening en verantwoording van de inkomsten en uitgaven over dat jaar op, alsmede een verslag over de financiële toestand van de coöperatie.
2. Nadat het Algemeen Bestuur deze stukken, al dan niet gewijzigd, heeft vastgesteld, worden zij ter goedkeuring voorgelegd aan de Ledenraad.
3. Het Algemeen Bestuur draagt zorg, dat deze stukken, bijzondere omstandigheden voorbehouden, kunnen worden behandeld in de voorjaarsledenraad welke volgt op het betreffende kalenderjaar.
Financiële commissie
Artikel 17
1. Er is een financiële commissie, bestaande uit een oneven aantal van ten minste drie en ten hoogste vijf NVM Makelaars/Taxateurs.
2. De leden van de commissie worden benoemd en ontslagen door de ledenraad. Als richtlijn geldt dat uit elke vakgroep een NVM Makelaar/Taxateur wordt benoemd.
3. De commissie benoemt uit haar midden een voorzitter.
4. Jaarlijks is één van de leden van de commissie, daartoe door de Ledenraad aangewezen, aftredend. De commissie kan een voordracht daaromtrent doen. Herbenoeming is mogelijk.
5. De commissie heeft tot taak het Algemeen Bestuur, de vakgroepbesturen en de Ledenraad te adviseren omtrent het gevoerde en te voeren financiële beleid.
6. De commissie vergadert zo dikwijls als zij nodig acht. Het Algemeen Bestuur nodigt haar in ieder geval uit advies uit te brengen omtrent de aan de Ledenraad voor te leggen ontwerpen voor de
begroting en de rekening en verantwoording. De op deze stukken betrekking hebbende adviezen brengt het Algemeen Bestuur ter kennis van de Ledenraad.
7. De leden van het Algemeen Bestuur en van de vakgroepbesturen en het ten dienste van de coöperatie werkzame personeel zijn gehouden alle door de commissie verlangde inlichtingen en gegevens te verstrekken.
Algemeen bestuur
Artikel 18
1. Ieder jaar, in de voorjaarsledenraad, treedt ten minste één van de leden van het Algemeen Bestuur af.
2. Is geen van de leden van het Algemeen Bestuur tot aftreden verplicht, dan wijst het algemeen bestuur een lid aan dat aftreedt.
Artikel 19
1. Verplicht aftredend is elk lid van het Algemeen Bestuur dat sinds zijn benoeming of herbenoeming drie jaar zitting heeft, behoudens het bepaalde in artikel 20
2. Een lid dat in hoedanigheid van voorzitter of vakgroepvoorzitter zitting heeft in het Algemeen Bestuur, treedt, ongeacht het bepaalde in het eerste lid en behoudens het bepaalde in artikel 20, af op de eerstvolgende Ledenraad vanaf het moment dat hij eerdergenoemde hoedanigheid verliest.
Artikel 20
1. Een aftredend lid dat door de Xxxxxxxxx is benoemd, kan worden herbenoemd, tenzij hij in het jaar van aftreden zijn maximale zittingstermijn voltooit.
2. De maximale zittingstermijn voor een lid is zes jaar.
3. De maximale zittingstermijn als voorzitter is negen jaar.
Artikel 21
Het Algemeen Bestuur stelt desgewenst een eigen reglement van orde vast.
Artikel 22
1. Het Algemeen Bestuur kan uit zijn midden een dagelijks bestuur vormen.
2. Indien het Algemeen Bestuur niet anders bepaalt, bestaat het dagelijks bestuur uit voorzitter, secretaris en penningmeester.
Artikel 23
Het Algemeen Bestuur kan uit zijn midden plaatsvervangers voor de voorzitter, de secretaris en de penningmeester benoemen.
Artikel 24
1. De voorzitter leidt de vergaderingen van het Algemeen Bestuur. Hij verleent het woord en kan dit ontnemen.
2. Van de vergaderingen van het Algemeen Bestuur en het dagelijks bestuur worden notulen gemaakt, welke door twee leden van het Algemeen Bestuur, waaronder de voorzitter, worden ondertekend.
Artikel 25
1. Het Algemeen Bestuur is bevoegd commissies in te stellen en op te heffen en adviseurs te benoemen en te ontslaan.
2. Het Algemeen Bestuur stelt de taken en bevoegdheden van deze commissies en adviseurs vast. Het kan taken en bevoegdheden aan hen delegeren.
3. Een commissielid dat vier jaar zitting heeft is aftredend. Herbenoeming is mogelijk zolang het lid niet langer dan acht jaar zitting heeft.
4. De Ledenraad is bevoegd het Algemeen Bestuur jaarlijks een voordracht te doen ter benoeming van één lid van elke door het Algemeen Bestuur ingestelde commissie en daarbij aan te geven dat deze voordracht als een bindende is bedoeld. Het Algemeen Bestuur is verplicht tot benoeming
xxx xx xxxxx bindend voorgedragen kandidaat, xxxxx zich in de betreffende commissie een vacature voordoet.
5. Het Algemeen Bestuur wijst aan welk commissielid als voorzitter van een commissie optreedt.
6. Het Algemeen Bestuur voegt aan een commissie een of meer medewerkers van het verenigingsbureau toe, belast met de zorg voor het secretariaat van de commissie.
7. Elke commissie draagt zorg voor regelmatige, ten minste jaarlijkse, rapportage aan het Algemeen Bestuur.
Ledenraad
Artikel 26
1. De leden van de Ledenraad dienen ten genoegen van de voorzitter aan te kunnen tonen dat zij als zodanig zijn benoemd, bij gebreke waarvan zij hun functie niet kunnen uitoefenen.
2. Iedere persoon die op de voet van artikel 63 van de statuten door een lid van de ledenraad is aangewezen hem te vertegenwoordigen dient ten genoegen van de voorzitter aan te kunnen tonen dat hij als zodanig is aangewezen, bij gebreke waarvan hij het ledenraadslid niet kan vertegenwoordigen.
Artikel 27
1. Tijdens de Ledenraad kan worden besloten dat de notulen van de vergadering worden vastgesteld door een uit haar midden aan te wijzen commissie van ten minste drie gewone leden.
2. Indien de Xxxxxxxxx hiertoe besluit, heeft een ieder die de vergadering bijwoonde het recht gedurende dertig dagen na verzending van de aldus vastgestelde notulen op- en aanmerkingen schriftelijk bij het Algemeen Bestuur in te dienen.
3. Wordt van dit recht gebruik gemaakt, dan geschiedt de nadere vaststelling van de notulen alsnog in en door de eerstvolgende Ledenraad.
4. De notulen worden door twee leden van het Algemeen Bestuur, waaronder de voorzitter, ondertekend.
Afdelingen
Artikel 28
Het Algemeen Bestuur stelt geen nieuwe afdelingen in, indien niet ten minste vijftien gewone leden daarvan deel uit zullen maken.
Artikel 29
Het Algemeen Bestuur stelt nieuwe afdelingen niet in of heft bestaande niet op, dan na overleg met de daarbij rechtstreeks betrokken afdelingsbesturen en het bestuur van de vakgroep NVM Wonen.
Artikel 30
De afdelingen dragen er zorg voor dat aan het Algemeen Bestuur regelmatig worden toegezonden de notulen en bindende besluiten van hun ledenvergaderingen, de jaarverslagen en de gegevens die van belang zijn voor een juiste ledenadministratie.
Artikel 31
1. De afdelingen voorzien in hun eigen geldmiddelen, onder meer door het jaarlijks heffen van bijdragen van de leden.
2. De afdelingen dragen hun eigen lasten.
Artikel 32
Ingeval de gang van zaken binnen een afdeling naar het oordeel van het Algemeen Bestuur, gezien de belangen van de coöperatie, in ernstige mate te wensen overlaat, is het Algemeen Bestuur bevoegd tijdelijk voorzieningen te treffen teneinde de afdeling goed te doen functioneren, met inachtneming van statuten en reglementen van de betreffende afdeling.
Artikel 33
Een lid dat bij de uitoefening van de werkzaamheden zoals omschreven in artikel 1 sub e buiten het gebied van de afdeling treedt waartoe het behoort, is verplicht zich te houden aan de regels en gebruiken welke gelden binnen de afdeling waar de uitoefening van het beroep plaatsvindt.
Artikel 34
1. Een afdeling kan een lid van de NVM op diens verzoek het gastlidmaatschap toekennen. Wanneer het lid door het Algemeen Bestuur in de betreffende afdeling is ingedeeld kan het verzoek pas na toestemming van het Algemeen Bestuur worden ingewilligd.
2. Een gastlid heeft het recht de vergaderingen van de afdeling waar hij gastlid is bij te wonen, maar kan aldaar geen stemrecht uitoefenen en heeft overigens de rechten en verplichtingen die deze afdeling hem toekent.
3. Het gastlidmaatschap eindigt, indien en zodra het gastlid geen gewoon lid van de coöperatie meer is. Het eindigt bovendien krachtens opzegging vanwege het gastlid, alsmede door opzegging door de afdeling waarvan hij gastlid is, met inachtneming van een opzegtermijn van één maand; artikel 30 van de statuten is van overeenkomstige toepassing.
Vakgroepen
Artikel 35
1. De vakgroepen dragen bij het voorbereiden, vaststellen en uitvoeren van hun beleid en het ontwikkelen van hun activiteiten zorg voor afstemming op het beleid en de activiteiten van de coöperatie.
2. De vakgroepbesturen dragen zorg dat het Algemeen Bestuur kennis draagt van de begroting, het beleidsplan, de rekening en verantwoording en van andere stukken waarvan het Algemeen Bestuur als coördinerend beleidsorgaan in de coöperatie kennis behoort te dragen.
3. Begroting, beleidsplan en rekening en verantwoording worden na hun vaststelling door of in overleg met het Algemeen Bestuur ter kennis van alle leden en NVM Makelaars/Taxateurs in de coöperatie gebracht.
4. Het secretariaat van een vakgroep alsmede de ledenadministratie en de financiële administratie, worden door het verenigingsbureau verzorgd. Het Algemeen Bestuur wijst in overleg met het desbetreffende vakgroepbestuur een of meer medewerkers van het bureau aan die, onder verantwoordelijkheid van de directeur van het NVM Bureau, zijn belast met de zorg voor het secretariaat van die vakgroep.
Vakgroepregio’s
Artikel 36
1. Het Algemeen Bestuur stelt het werkgebied van de vakgroepregio’s vast, zodanig dat voor iedere vakgroep heel Nederland is ingedeeld in elkaar niet overlappende gebieden die uitsluitend gehele werkgebieden van afdelingen in de zin van artikel 70 van de statuten omvatten.
2. Het vakgroepbestuur kan de volgende taken delegeren aan een regiocoördinator:
a. vervullen van een coördinerende en initiërende rol met betrekking tot activiteiten voor en van de regionale vakgroepleden;
b. zorgdragen voor en afstemmen van activiteiten en uitwisselen van informatie met de afdelingsbesturen en regiocoördinatoren van andere vakgroepen binnen de betreffende regio;
c. signaleren van regionale ontwikkelingen. Initiëren en organiseren in samenwerking met de coöperatie van informatieve bijeenkomsten over regionale ontwikkelingen en/of de regionale impact van landelijke ontwikkelingen;
d. vertegenwoordigen van de regionale vakgroepleden richting regionale overheden en marktpartijen;
e. namens de regionale vakgroepleden deelnemen aan regionale overlegstructuren, projectgroepen, commissies en dergelijke;
f. opbouwen en onderhouden van een netwerk met relevante regionale functionarissen, partijen en organisaties.
g. afstemmen van (voorgenomen) regionale vakgroepactiviteiten met andere NVM- besturen/regiocoördinatoren in de regio;
h. ter beschikking stellen van kennis, relatienetwerk en dergelijke aan de andere NVM-besturen
c.q. regiocoördinatoren in de regio;
i. bevordering van samenwerking en onderlinge cohesie van alle NVM-leden en NVM Makelaars/Taxateurs in de regio;
j. adviseren van de Commissie Lidmaatschapszaken vakgroepbestuur bij de beoordeling van lidmaatschapskwesties;
x. signaleren en attenderen op ontwikkelingen in de regio die (mogelijk) de aandacht van de Commissie Lidmaatschapszaken of vakgroepbestuur behoeven;
l. op verzoek van de Commissie Lidmaatschapszaken of vakgroepbestuur voeren van gesprekken;
m. op verzoek van de Commissie Lidmaatschapszaken of vakgroepbestuur verrichten van ‘waarnemingen op locatie’;
n. op verzoek van de Commissie Lidmaatschapszaken aanwijzen van mentoren die nieuwe NVM-leden bij de uitoefening van het vak wegwijs maken binnen de NVM;
o. in overleg met de vakgroepsecretaris bepalen wie wordt uitgenodigd voor de regiobijeenkomst.
3. Naast de in het vorige lid genoemde, heeft het vakgroepbestuur de bevoegdheid de regiocoördinator nadere taken en bevoegdheden toe te kennen.
Slotbepalingen
Artikel 37
Indien de statuten, reglementen of besluiten in een bepaald geval niet voorzien, onduidelijk zijn, of twijfel overlaten, beslist het Algemeen Bestuur.
Vastgesteld in de ledenvergadering van negen december negentienhonderd drieëntachtig en gewijzigd bij besluit van de ledenvergadering van
- twaalf december negentienhonderd zevenennegentig, ingaande één januari negentienhonderd achtennegentig;
- twaalf december negentienhonderd negenennegentig (art. 7 lid 2)
- 15 december 2000 (artikel 6, artikel 7 lid 1, artikel 15 lid 2, artikel 27 leden 1 en 2, artikel 28 leden 1, 2 en 3 en artikel 32 lid 1), waarbij is bepaald dat de wijzigingen in werking treden op het moment van het vervallen van de wetgeving betreffende de makelaardij, te weten 1 maart 2001;
- 16 mei 2003 (artikelen 1a, 11, 16, 17, 21 t/m 29, 35 t/m 44, 46, 51 en 52a), waarbij is bepaald dat deze wijzigingen inwerkingtreden op 1 juli 2003);
- 29 juni 2005 (wijziging van artikel 10 en toevoeging van lid 1a aan artikel 11).
- 12 december 2008 waarbij het gehele reglement is herzien in verband met de inwerkingtreding van het ondernemingslidmaatschap, met bepaling dat deze wijzigingen inwerkingtreden op 1 januari 2009.
- 11 december 2009 (artikel 1b vervallen, artikel 2 gewijzigd, waarbij is bepaald dat de wijzigingen in werking treden op 1 januari 2010.
- 9 december 2011 waarbij het reglement is aangepast door de invoering van het aspirant- lidmaatschap. Deze wijzigingen gaan in per 1 januari 2012 mits de Ledenraad akkoord gaat met de invoering van het aspirant –lidmaatschap.
- 17 december 2015 ingaande per 1 januari 2016 waarbij de definities in artikel 1 zijn aangepast en doorgevoerd in het reglement
- 26 juni 2019, ingaande per 1 oktober 2019 waarbij de statuten van de NVM zijn gewijzigd en de NVM is omgezet naar een coöperatieve vereniging.