Artikel 1 | Begripsbepalingen
Artikel 1 | Begripsbepalingen
1. In dit huishoudelijk reglement wordt verstaan onder:
a. afdelingsbestuur: het bestuur van een afdeling van de vereniging zoals bedoeld in artikel 11 van de statuten.
b. amendement: een voorstel tot wijziging van een voorgesteld, niet al aangenomen, wijzigingsvoorstel.
c. andere reglementen van de vereniging: reglementen zoals bedoeld in artikel 36 van de statuten.
d. bestuur: het bestuur van de vereniging zoals bedoeld in artikel 16 van de statuten.
e. gewone meerderheid: de helft plus één van de uitgebrachte stemmen.
f. schriftelijk: per brief of per e-mail.
g. wijzigingsvoorstel: een voorstel tot wijziging van de statuten, het huishoudelijk reglement, het beginsel- of politiek programma, of een ander reglement of document van de vereniging.
Om het nieuwe HR duidelijker te maken en mogelijke discussies over de betekenissen te vermijden, hebben we enkele begrippen expliciet gedefinieerd.
Oud HR: n.v.t.
Artikel 2 | Onverenigbare functies
1. Een lid van het bestuur kan niet ook lid zijn van:
a. een afdelingsbestuur
b. de commissie van beroep
c. de kandidatencommissie
d. de kascommissie
x. xx xxxx van advies
f. de zoekcommissie
2. Iemand die minder dan een jaar geleden lid was van het bestuur, kan geen lid zijn van:
a. de kandidatencommissie
b. de kascommissie
x. xx xxxx van advies
3. Een lid van het bestuur kan niet minder dan een half jaar geleden lid zijn geweest van:
a. de kandidatencommissie
4. Een lid van de commissie van beroep kan geen enkele andere kaderfunctie binnen de vereniging bekleden.
5. Een lid van de kandidatencommissie kan niet ook lid zijn van:
a. het bestuur
b. de commissie van beroep
x. xx xxxx van advies
d. de zoekcommissie
6. Een lid van de kascommissie kan niet ook lid zijn van:
a. het bestuur
b. de commissie van beroep
c. een afdelingsbestuur
7. Een lid van de raad van advies kan niet ook lid zijn van:
a. het bestuur
b. de commissie van beroep
c. de kandidatencommissie
8. Een vertrouwenspersoon kan niet ook lid zijn van:
a. het bestuur
b. de commissie van beroep
c. de kandidatencommissie
x. xx xxxx van advies
In het oude HR stond overal en nergens waar mensen niet tegelijkertijd lid van mogen zijn. Om het duidelijk te maken hoe het precies zit hebben we het in één artikel gezet. Een aantal dingen zijn nieuw:
• Het is expliciet onmogelijk om naast lid van de commissie van beroep een andere kaderfunctie te bekleden. Een kaderfunctie is een functie binnen de vereniging waartoe iemand benoemd of verkozen is door het congres of het bestuur. Afdelingsbestuurder is ook een kaderfunctie.
• Omdat er binnenkort een DWARS vertrouwenspersoon komt, moet alvast duidelijk zijn welke functies deze persoon niet ook mag bekleden.
• Leden van de kascommissie mogen niet lid zijn van een afdelingsbestuur.
• Afdelingsbestuursleden mogen geen lid zijn van het landelijk bestuur. We snappen dat er af en toe overlap kan zijn als mensen net verkozen zijn tot het bestuur, dat is wat betreft de HR-commissie toelaatbaar.
• We laten het nog wel toe om direct vanuit de raad van advies het bestuur in te gaan. Hoewel we deze praktijk zeer onwenselijk vinden, zien we geen directe belangenverstrengelingen om het te verbieden.
Oud HR: verdeeld over het oude HR, waaronder: art. 9, lid 3 sub g en h; art. 12, lid 2; art. 13, lid 8; art. 20, lid 4 oud HR.
Artikel 3 | Openbaarheid van vergaderingen
1. In beginsel zijn alle vergaderingen toegankelijk voor alle leden.
2. Alleen wanneer vertrouwelijke zaken besproken zullen worden, kan de vergadering bij gemotiveerd besluit de gehele of een gedeelte van de vergadering besloten verklaren.
Dit artikel stond eerst onder het oude hoofdstuk "J. Besluitvorming" (artikel 26 oud). Omdat dit hoofdstuk is opgeheven is het artikel verplaatst naar het hoofdstuk "1. Algemene bepalingen". Het artikel staat niet onder hoofdstuk 2. Congres, omdat het geldt voor alle vergaderingen van alle organen en besturen binnen DWARS. Daarnaast is de verwoording verduidelijkt.
Oud HR: art. 26
Artikel 4 | Verantwoording van het bestuur
1. Het bestuur legt aan het congres schriftelijk verantwoording af over haar werkzaamheden sinds het voorafgaande congres. Daarnaast leggen alle bestuursleden afzonderlijk schriftelijk verantwoording af over hun werkzaamheden.
2. De verantwoording van het bestuur en de verantwoordingen van alle individuele bestuursleden worden bij de uitnodiging voor het congres gevoegd.
Het is belangrijk dat het bestuur verantwoording aflegt aan het congres, zoals ook vastgelegd in het oude huishoudelijk reglement. Hiermee kan het congres zoals bepaald in de statuten artikel 12 lid 2 de uitvoering van het beleid door het bestuur beoordelen.
Oud HR: artikel 6
Artikel 5 | Notulen van het congres
1. De notulist die door het congres is aangewezen volgens artikel 15 van de statuten maakt notulen van wat besproken wordt op het congres en van de besluiten die het congres neemt.
2. De notulen van het congres worden uiterlijk drie weken na het congres openbaar gemaakt.
De secretaris schrijft op het congres niet zelf de notulen, dus dit is aangepast naar de notulist die door het congres wordt aangewezen. In artikel 15 van de statuten staat immers dat het congres een notulist aanwijst, die zorg draagt voor de verslaglegging van het congres. Om te zorgen dat de leden op tijd de notulen krijgen is de termijn hier vastgesteld op drie weken.
Oud HR: artikel 7
Artikel 6 | Kandidaatstellingsprocedure
1. Leden kunnen zichzelf verkiesbaar stellen voor het bestuur, de raad van advies of hoofdredacteur van OverDWARS door zich tot drie weken voor het congres te melden bij de kandidatencommissie. De kandidatencommissie zal de geschiktheid van deze kandidaten onderzoeken en een advies schrijven. Over toelating van kandidaten die zich na sluiting van deze termijn hebben aangemeld, beslist het congres.
2. Wanneer in een advies van de kandidatencommissie schade wordt of dreigt te worden berokkend door het presenteren van feitelijke onjuistheden en/of procedurefouten, kan een beroep bij de commissie van beroep worden ingediend. Indien de commissie van beroep het beroep gegrond verklaart, kan de kandidaat zich kandideren zonder advies.
Dit artikel was eerst onderdeel van het artikel over de kandidatencommissie (artikel 9), echter is de kandidaatstellingsprocedure geen onderdeel van de kandidatencommissie zelf en is het gepaster om hier een apart artikel aan te wijden. Ook is de procedure zo makkelijker te vinden in het HR.
Inhoudelijk gezien is het artikel verder als volgt aangepast:
• Een kandidaat moet zich minstens 3 weken in plaats van 2 weken voor een congres melden bij de kandidatencommissie om recht te hebben op advies.
• Het nieuwe artikel 6 gaat over alle soorten kandidaten, en niet alleen over bestuurskandidaten.
Oud HR: artikel 9, lid 3 sub c tot en met f
Artikel 7 | Moties van het congres
1. Het congres kan middels een motie het bestuur of een ander orgaan oproepen iets te doen of laten. Een motie wordt aangenomen bij gewone meerderheid van stemmen.
De moties stonden eerst onder “K. Jaarverslag en verantwoording” bij het artikel waarin ook de
begroting en het beleidsplan werden behandeld. Aangezien het congres handelt bij een motie is het logischer om moties onder congres te behandelen. De HR-commissie heeft er voor gekozen om de tekst wat betreft de gewone moties zo vaag mogelijk te houden, zodat het congres dit zo veel mogelijk zelf in kan vullen. Moties zijn immers uitspraken van het congres.
In het oude HR was het mogelijk om met een speciale motie zorgen voor de “volledige herroeping” van een “beslissing” van het bestuur (art. 28 lid 6). Dit is vrij duidelijk “lekentaal” voor wat in juridisch jargon het vernietigen van een besluit van het bestuur zou heten. De HR-
commissie had eerst een voorstel geschreven om deze bepaling in meer juridisch duidelijke taal terug te laten komen in het nieuwe HR. Na nader onderzoek zijn we er echter achtergekomen dat deze bepaling nietig (niet geldig) is, omdat het in strijd is met de wet (artikel 2:15 lid 4 Burgerlijk Wetboek). De wet stelt namelijk dat alleen de rechter een besluit van een orgaan van een rechtspersoon kan vernietigen. Daarom hebben we deze niet terug laten komen in ons concept-HR.
Als een lid hun ernstige bezwaren wil uiten over een bestuursbesluit, kan deze dat doen middels een gewone motie. Daarmee kan het congres echter niet de juridische gevolgen van het bestuursbesluit teniet doen.
Oud HR: artikel 28, lid 5 en 6
Artikel 8 | Samenstelling van het bestuur
1. Het congres kiest de bestuursleden. Het bestuur bestaat uit maximaal acht bestuursleden die op het zomercongres worden verkozen voor een termijn van een jaar.
2. Het bestuur bestaat uit de volgende bestuursleden, mits voor elke post een kandidaat verkozen wordt:
a. Voorzitter: de voorzitter is verantwoordelijk voor de coördinatie van interne bestuurszaken. Daarnaast draagt de voorzitter zorg voor de contacten met de media en met andere organisaties, waaronder de contacten met GroenLinks.
b. Secretaris: de secretaris is verantwoordelijk voor de ledenadministratie, bescherming van ledengegevens, de organisatie van congressen, de wisseling van het bestuur, archiveren, notuleren en het wekelijks rondsturen van de vastgestelde notulen.
c. Penningmeester: de penningmeester is verantwoordelijk voor de coördinatie van betalingen, de boekhouding, de begroting, juridische aspecten, het financieel (half)jaarverslag en het beheer van het pand. Daarnaast is de penningmeester
verantwoordelijk voor de contacten met de accountant en voor het aanvragen van subsidies en fondsen.
d. Politiek secretaris: de politiek secretaris is verantwoordelijk voor de inhoudelijke commissies en portefeuillehouders van DWARS, vormt mede de politieke lijn van DWARS en ondersteunt de voorzitter in het uitdragen van de standpunten. De politiek secretaris draagt zorg voor inhoudelijke discussie binnen DWARS.
e. Internationaal secretaris: de internationaal secretaris is verantwoordelijk voor het contact met internationale (koepel)organisaties en de Groene fractie in het Europees parlement. Tevens is de Internationaal secretaris verantwoordelijk voor het organiseren van internationale activiteiten en buitenlandse reizen.
f. Bestuurslid scholing en activiteiten: het bestuurslid scholing en activiteiten is verantwoordelijk voor activiteiten voor de leden, het coördineren van het scholingsprogramma en het organiseren van trainingen om de vaardigheden van leden te versterken.
g. Bestuurslid organisatie en leden: het bestuurslid organisatie en leden is verantwoordelijk voor ledenwerving, ledenbinding en het promotiebeleid. Daarnaast is het bestuurslid verantwoordelijk voor de organisatiestructuur en de afdelingen.
h. Bestuurslid campagne en communicatie: het bestuurslid campagne en communicatie is verantwoordelijk voor de verkiezingscampagnes en inhoudelijke campagnes van DWARS. Daarnaast is het bestuurslid verantwoordelijk voor de externe communicatie van DWARS, zoals het persbeleid en beheer van de sociale mediakanalen.
3. Het bestuur kent een vicevoorzitter. De vicevoorzitter wordt door het congres verkozen uit een van de bestuursleden, niet zijnde de voorzitter.
4. De vicevoorzitter ondersteunt de voorzitter en vervangt deze wanneer nodig.
Het oude HR gaf aan dat het bestuur uit acht bestuursleden bestaat die voor één jaar verkozen worden. Aangezien niet altijd alle bestuursposten opgevuld worden is toegevoegd dat het bestuur uit maximaal acht bestuursleden bestaat.
De omschrijvingen van alle bestuursfuncties zijn bijgewerkt om beter overeen te komen met de huidige verdeling.
Oud artikel: artikel 10
Artikel 9 | Schorsen bestuurslid
1. Het bestuur kan bij twee derde meerderheid van het voltallige bestuur, beslissen om een bestuurslid te schorsen wanneer dat bestuurslid niet naar behoren functioneert totdat een congres kan oordelen over dat functioneren. Het bestuur roept het congres uiterlijk drie maanden na een dergelijk besluit bijeen.
2. De betrokkene staat beroep open bij de commissie van beroep. De commissie van beroep kan de schorsing ongedaan maken.
Er is toegevoegd dat wanneer het bestuur een bestuurslid wil schorsen het voltallige bestuur aanwezig moet zijn. Dit om te voorkomen dat een deel van het bestuur hier geen stem in heeft.
Oud artikel: artikel 11
Artikel 10 | Standpunten
1. Het bestuur kan namens DWARS politieke standpunten innemen en deze naar buiten uitdragen.
2. Standpunten die bestuursleden uitdragen mogen niet in strijd zijn met het beginselprogramma, het politiek programma of uitspraken van het congres.
Onveranderd.
Oud artikel: artikel 8
Artikel 11 | Begroting en beleid
1. Met de begroting die het bestuur de raad van advies voorlegt, wordt tevens een beleidsplan voor het komende jaar aan de raad van advies voorgelegd.
2. Uiterlijk 1 oktober wordt door het bestuur de begroting en het beleidsplan aan de raad van advies overlegd.
3. Met toestemming van de raad van advies kan op de datum uit lid 2 worden afgeweken.
4. De begroting en het beleidsplan worden het eerstvolgende congres vastgesteld door het congres.
5. Het voorstel voor de begroting en het beleidsplan worden gevoegd bij de uitnodiging voor het congres waarin ze behandeld worden.
Dit artikel is grotendeels overgenomen van artikel 28 lid 1 t/m 4 van het oude huishoudelijk reglement. Er is een uitwijkmogelijkheid voor lid 2 toegevoegd, omdat dit praktisch mogelijk moet zijn in overleg met de raad van advies.
Oud HR: art. 28 lid 1 t/m 4
Artikel 12 | Raad van advies
1. De raad van advies heeft drie functies:
a. Het tussentijds ad interim benoemen van leden van het bestuur en leden van commissies die door het congres gekozen worden en het vaststellen van de procedure daartoe;
b. Het adviseren over de politiek inhoudelijke koers en organisatorische gang van zaken;
c. Het bespreken van de uitvoering van uitspraken en besluiten van het congres met het bestuur.
2. Wanneer een bestuurslid vroegtijdig diens post verlaat, licht het bestuur de raad van advies zo snel mogelijk in. De raad van advies besluit na overleg met het bestuur of er ad interim een bestuurslid zal worden benoemd op de vrijgekomen post.
3. De raad van advies bestaat uit minimaal vijf en maximaal zeven leden met gedegen ervaring binnen de vereniging.
4. Leden van de raad van advies worden tweemaal per jaar verkozen voor een termijn van 1 jaar. Er worden drie leden op het zomercongres en vier leden op het wintercongres verkozen.
5. Tussentijds vrijgekomen plekken worden in principe niet opgevuld.
6. De raad van advies komt minimaal vier keer per jaar bijeen, gelijk verdeeld over een jaar.
7. Op verzoek van de raad van advies moeten ten minste twee leden van het bestuur tijdens de vergadering van de raad van advies aanwezig zijn.
8. De raad van advies heeft een presidium dat bestaat uit ten minste twee personen. Zij zijn verantwoordelijk voor de agenda en het bijeenroepen van de raad van advies.
In dit artikel is de organisatie van de raad van advies duidelijk gemaakt. Het is voor een groot deel ongewijzigd gebleven. Er is nu duidelijker gemaakt welke taken de raad van advies heeft. De raad van advies heeft nu ook als expliciete taak gekregen om personen in door het congres benoemde commissie ad interim te benoemen. Hiervoor werd gebruik gemaakt van een lijst van welke commissie dat waren.
Daarnaast is toegevoegd dat de raad van advies bestaat uit vijf tot zeven leden. Deze leden worden niet meer in een keer gekozen maar via een zogenoemde dakpanconstructie.
De HR-commissie wil graag deze kans aangrijpen om te benadrukken dat de raad van advies geen vervanging is van het congres. De raad van advies heeft weliswaar de taak om tussen congressen door bepaalde posten ad interim te benoemen, maar heeft zeker niet dezelfde bevoegdheden als het congres. Het congres staat aan het hoofd van de vereniging, de raad van advies is te allen tijde ondergeschikt aan het congres.
Dakpanconstructie
Het was een duidelijke wens van de vorige RvA om een dakpanconstructie in te voeren. Voordelen hiervan zijn dat er meer ervaring is binnen de RvA en dat bij verkiezingen waarschijnlijk meer keus is voor het congres.
Ook zitten er een aantal nadelen aan de dakpanconstructie, afhankelijk van hoe deze ingevoerd wordt. Het kan namelijk voorkomen dat er tussentijds mensen stoppen en hierdoor de dakpanconstructie in de praktijk niet doorgaat. Ook het zou groepsgevoel binnen de RvA minder kunnen worden. We hebben de afweging tussen de voor- en nadelen gemaakt en hebben besloten het toch in het HR te verwerken. We willen dit wel duidelijk over twee jaar gaan evalueren of de gewenste voordelen behaald worden.
Om de nadelen te beheersen hebben we ervoor gekozen dat mensen altijd voor een jaar verkozen worden in de RvA, om te voorkomen dat er zowel mensen voor een half jaar als voor een jaar worden verkozen. Er zijn drie plekken in de RvA die op het zomercongres gevuld worden, en vier die op het wintercongres worden gevuld (lid 4). Mocht er iemand tussentijds opstappen, wordt diens plek in principe niet ingevuld (lid 5). Hierbij heeft de HR-commissie
expliciet gekozen voor de wat zwakkere tekst “in principe”. Mochten er namelijk opeens veel
leden uit de RvA stappen, is het wél wenselijk om op een congres de plek voor een half jaar op te vullen. Ook wordt hierdoor de druk voor de kandidatencommissie voor het zomercongres niet te hoog. Hierdoor kan het wel voorkomen dat de RvA tijdelijk uit minder dan 7 mensen bestaat. De praktijk zal uitwijzen of deze constructie werkt en over twee jaar zal de dakpanconstructie geëvalueerd te worden.
Oud HR: artikel 13
Artikel 13 | Algemene afdelingsvergadering
1. Het hoogste orgaan van de afdeling is de algemene afdelingsvergadering, die wordt gevormd door de aanwezige leden van een afdeling.
2. Ten minste eenmaal per jaar verkiest de algemene afdelingsvergadering de leden van het afdelingsbestuur.
3. Besluiten van de algemene afdelingsvergadering zijn bindend voor de overige organen van een afdeling.
4. De algemene afdelingsvergadering beslist over de organisatie en structuur van de afdeling. De algemene afdelingsvergadering kan hiertoe een afdelingsreglement opstellen.
5. Een afdelingsreglement kan geen bepalingen bevatten die in strijd zijn met de wet, de statuten, het huishoudelijk reglement, andere reglementen van de vereniging of besluiten van het congres.
Inhoudelijk is dit artikel hetzelfde ongewijzigd ten opzichte van het oude huishoudelijk reglement. De inhoud komt uit de artikelen 3 en 5. Het stuk over het afdelingsreglement is toegevoegd, omdat dit in de praktijk al vaak gebeurt en hier wordt nog even benadrukt dat het niet in strijd mag zijn met het huishoudelijk reglement.
Oud HR: artikel 3 en 5
Artikel 14 | Bijeenroepen van de algemene afdelingsvergadering
1. De algemene afdelingsvergadering wordt ten minste twee keer per jaar bijeengeroepen door het afdelingsbestuur.
2. Op verzoek van ten minste vijf procent van de leden van de afdeling kan een algemene afdelingsvergadering bijeengeroepen worden.
3. Het landelijk bestuur heeft ook de bevoegdheid een algemene afdelingsvergadering bijeen te roepen.
4. Aan alle leden van de afdeling wordt ten minste twee weken voorafgaand aan de vergadering de agenda openbaar gemaakt.
Komt uit artikel 4 van het oude huishoudelijk reglement. Het percentage leden dat nodig is voor een algemene afdelingsvergadering is teruggebracht naar 5%. Hier is voor gekozen, omdat in de praktijk soms maar een heel klein deel van de leden in de afdeling actief is en deze moeten wel het recht hebben een algemene afdelingsvergadering uit te roepen.
Oud HR: artikel 4
Artikel 15 | Afdelingsbestuur
1. Een afdelingsbestuur heeft ten minste drie leden: een voorzitter, een secretaris en een penningmeester.
2. Het afdelingsbestuur heeft in samenspraak met het landelijk bestuur de mogelijkheid om zo nodig een afdelingsbestuurslid ad interim te benoemen tot de eerstvolgende algemene afdelingsvergadering.
3. Het is de verantwoordelijkheid van de secretaris wijzigingen in het afdelingsbestuur door te geven aan de secretaris van het landelijk bestuur.
4. Als voorwaarde voor het verstrekken van gegevens van leden dient de secretaris een privacy- overeenkomst te tekenen.
5. Een afdelingsbestuur is in hun uitingen gebonden aan het beginsel- en politiek programma van DWARS.
6. Een afdelingsbestuur schrijft binnen drie maanden na haar aantreden een beleidsplan en maakt dit openbaar.
Komt uit artikel 5 van het oude huishoudelijk reglement. In het nieuwe huishoudelijk reglement staat duidelijker dat het afdelingsbestuur ook minimaal uit 3 personen moet bestaan en er dus geen ruimte is voor dubbele functionarissen. Ook is er een optie om bestuursleden ad-interim te benoemen toegevoegd. Hierdoor kunnen afdelingen goed blijven functioneren, ook als iemand zijn functie neerlegt. Er is bewust gekozen om hier geen verplichte algemene afdelingsvergadering bij te stellen, omdat dit een keuze is van het afdelingsbestuur, het landelijk bestuur of de leden van de afdeling. Ook termijn voor het indienen van het beleidsplan is verlengt van 2 naar 3 maanden om het voor alle afdelingen haalbaar te houden.
Oud HR: artikel 5
Artikel 16 | Afdelingsbudget
1. Een afdelingsbestuur dient een begroting met toelichting in te dienen bij het landelijk bestuur voor de gestelde deadline.
2. Afdelingen met een lopende rekening hebben een kascommissie bestaande uit drie personen.
3. De kascommissie van een afdeling controleert minimaal twee keer per jaar het financiële beleid van het bestuur van de afdeling en brengt hier schriftelijk verslag van uit. Bij deze controle zijn minstens twee leden van de kascommissie, de penningmeester van de afdeling en een tweede bestuurslid van de afdeling aanwezig.
4. De resultaten van een controle worden tijdens de eerstvolgende algemene afdelingsvergadering schriftelijk aan de leden bekend gemaakt en toegelicht op de vergadering.
5. Een bestuurslid van een afdeling mag na diens aftreden een jaar niet plaatsnemen in de kascommissie van de betreffende afdeling.
Dit artikel is vrijwel ongewijzigd gebleven ten opzichte van artikel 6 uit het oude huishoudelijk reglement.
Oud HR: artikel 6
Artikel 17 | Voorzittersoverleg
1. Het voorzittersoverleg heeft als doel onderlinge uitwisseling tussen afdelingen en wederzijdse raadpleging tussen de afdelingen en het landelijk bestuur.
2. Het voorzittersoverleg bestaat uit afgevaardigden van de afdelingsbesturen, in principe de voorzitters, en ten minste één lid van het landelijk bestuur.
Dit artikel komt uit artikel 7 van het oude huishoudelijk reglement. Het enige verschil is dat de verplichting om 4 keer per jaar bijeen te komen eruit is gehaald. De reden hiervan is dat dit beleid is en niet perse in het huishoudelijk reglement hoeft.
Oud HR: artikel 7
Artikel 18 | Commissies
1. De vereniging kent inhoudelijke, organisatorische, en bijzondere commissies.
2. Een commissie is tijdelijk of permanent.
3. Een commissie heeft een presidium bestaande uit ten minste een voorzitter en eventueel een secretaris en/of een penningmeester.
4. Een commissie heeft een vooraf vastgestelde taak. Een tijdelijke commissie heeft tevens een termijn waarbinnen die taak uitgevoerd wordt.
Het oude HR kende slechts twee commissies (art. 16 oud HR): politiek-inhoudelijke en organisatorische. Maar eigenlijk zijn er binnen DWARS drie soorten landelijke commissies: inhoudelijke, organisatorische en bijzondere.
• Allereerst zijn er de inhoudelijke commissies: een leerzame plek voor discussie over een bepaald thema en inhoudelijke ondersteuning van de vereniging. Inhoudelijke commissies zijn laagdrempelig en open. Een voorbeeld is de commissie Privacy & Technologie.
• Daarna zijn er de organisatorische commissies. Deze commissies ondersteunen een of meer bestuursleden in het uitvoeren van hun taak. Enkele voorbeelden zijn de Bijzondere Activiteitencommissie, de Congrescommissie en de Campagnecommissie.
• Als laatste zijn er de bijzondere commissies. Dit zijn de commissies die het congres (en dus de hele vereniging) dienen. Voorbeelden zijn de kandidatencommissie en de zoekcommissie. Bijzondere commissies leggen verantwoording af aan het congres.
Eigenlijk is er dus niet zo veel veranderd, behalve dat de derde groep “bijzondere commissies”
in het HR is opgenomen. Daarnaast zijn de projectgroepen (art. 17 oud HR) opgeheven. Het enige verschil tussen een projectgroep en commissie was namelijk dat een projectgroep een bepaalde specifieke taak en termijn had. Projectgroepen zijn in het nieuwe HR tijdelijke commissies.
Verder is het nu expliciet mogelijk om een specifieke commissiepenningmeester aan te stellen. Dat is misschien handig voor de lustrumcommissie.
Oud: art. 16 oud HR
Artikel 19 | Commissiepresidium inhoudelijke en organisatorische commissies
1. De bepalingen in dit artikel zijn van toepassing op inhoudelijke en organisatorische commissies.
2. Als de grootte van het commissiepresidium niet vaststaat in de statuten of het huishoudelijk reglement, besluit het bestuur uit hoeveel leden het presidium dient te bestaan.
3. Een lid van het commissiepresidium wordt na een open sollicitatieprocedure door het bestuur benoemd voor een termijn van ten hoogste een jaar. Het commissiepresidium van een tijdelijke commissie wordt benoemd voor de termijn van de commissie.
4. Een lid van het commissiepresidium kan ten hoogste twee jaar aanblijven.
Waar in het oude HR het hele commissiepresidium werd geregeld in één lid (art. 16 lid 3 oud HR), hebben we dit in het nieuwe HR in een apart artikel gezet. Zo is het overzichtelijker en duidelijker. Inhoudelijk is er eigenlijk niets veranderd. Belangrijk is dat dit alleen gaat over het commissiepresidium van inhoudelijke en organisatorische commissies. Voor het commissiepresidium van bijzondere commissies gelden andere regels (art. 26 concept-HR).
Oud: art. 16 oud HR
Artikel 20 | Inhoudelijke commissies
1. Een inhoudelijke commissie is een plek voor inhoudelijke discussie over een thema binnen de vereniging. Zij promoot ook de discussie over haar thema binnen en buiten de vereniging en ondersteunt desgevraagd het bestuur met inhoudelijke kennis.
2. Een inhoudelijke commissie wordt ingesteld door het bestuur.
3. Een inhoudelijke commissie heeft een presidium bestaande uit een voorzitter en een secretaris.
4. Ieder lid van de vereniging kan zich aansluiten bij een inhoudelijke commissie.
5. Elke inhoudelijke commissie vaardigt ten minste een lid van het commissiepresidium af naar het politiek overleg.
De inhoudelijke commissies worden een stuk uitvoeriger behandeld in het concept-HR dan in het oude HR. Feitelijk is het voornamelijk vastleggen wat al de praktijk is. Het belangrijkste is dat inhoudelijke commissies worden ingesteld door het bestuur (lid 2) en dat ieder lid van DWARS zich bij een inhoudelijke commissie kan aansluiten (lid 4).
Oud: art. 16 oud HR
Artikel 21 | Politiek overleg
1. Het politiek overleg heeft als doel het stimuleren van de inhoudelijke discussie binnen DWARS.
2. Het politiek overleg bestaat uit afgevaardigden van het bestuur, inhoudelijke commissies, OverDWARS en de portefeuillehouders.
Dit artikel is inhoudelijk hetzelfde als art. 19 oud HR, behalve dat we geschrapt hebben hoe vaak het politiek overleg samen moet komen per jaar. Dat is voornamelijk een beleidskwestie, en hoeft niet vastgelegd te worden in het HR.
Oud: art. 19 oud HR
Artikel 22 | Organisatorische commissies
1. Een organisatorische commissie ondersteunt een of meer bestuursleden.
2. Een organisatorische commissie wordt ingesteld door het bestuur.
3. Het bestuur besluit in overleg met het commissiepresidium over de wijze van toelating of benoeming van leden van een organisatorische commissie.
Ook organisatorische commissies worden uitvoeriger beschreven in het nieuwe HR. Zo staat vast wat hun taak is: het ondersteunen van een of meer bestuursleden. Organisatorische commissies worden dan ook ingesteld door het bestuur. Het belangrijkste is lid 3. De HR-commissie heeft geconcludeerd dat voor de veel verschillende organisatorische commissies er verschillende manieren zijn over hoe mensen lid kunnen worden van de commissie. Daarom hebben we in het concept-HR gezet dat het bestuur hier per geval over besluit.
Oud: art. 16 oud HR
Artikel 23 | Bijzondere commissies
1. Een bijzondere commissie ondersteunt het congres en dus de vereniging.
2. Bijzondere commissies leggen verantwoording af aan het congres.
3. Alle commissies die gedefinieerd zijn in de statuten of het huishoudelijk reglement, zijn bijzondere commissies.
4. Leden van bijzondere commissies worden voor een bepaalde tijd benoemd door het congres.
5. Het bestuur kan een tijdelijke bijzondere commissie instellen, op de voorwaarde dat het eerstvolgende congres dit besluit bekrachtigt.
6. Permanente bijzondere commissies kunnen alleen worden ingesteld door een bepaling in de statuten of het huishoudelijk reglement.
Bijzondere commissies zijn de “nieuwe” categorie commissies. Bijzondere commissies staan in
dienst van het congres en leggen dus verantwoording af aan het congres. Commissies die specifiek in de statuten of het HR vastgelegd zijn, zijn in beginsel bijzondere commissies. Leden van een bijzondere commissie worden in beginsel voor een bepaalde tijd benoemd door het congres.
Belangrijk is dat niet alle organen die gedefinieerd worden in de statuten of het huishoudelijk reglement bijzondere commissies zijn. De raad van advies, OverDWARS en DWARS Academy zijn nadrukkelijk geen bijzondere commissies.
Commissies zoals de programmacommissie of de HR-commissie, die van tijdelijke aard zijn, hoeven niet van te voren in het HR te staan (lid 6). Wel moet het congres het besluit tot instelling bekrachtigen. Als het congres weigert het besluit te bekrachtigen, wordt de commissie weer opgeheven.
Voordrachten voor bijzondere commissies hebben geen bindende kracht. Dat wil zeggen dat het congres van deze voordrachten kan afwijken, omdat de statuten stellen dat bij een stemming over personen stelt dat deze schriftelijk moet zijn en deze personen persoonlijk een
meerderheid nodig hebben. Wanneer er een stemming wordt aangevraagd, moet elk kandidaat- lid van de commissie zelf een meerderheid van de stemmen behalen.
Oud: n.v.t.
Artikel 24 | Commissiepresidium bijzondere commissies
1. Een bijzondere commissie benoemt uit haar midden de leden van haar presidium.
2. Als de statuten of het huishoudelijk reglement hierin niet voorzien, beslist een bijzondere commissie zelf over de grootte van haar presidium.
Aangezien bijzondere commissies onafhankelijk van het bestuur zijn, is het niet wenselijk dat het bestuur de voorzitter of secretaris van een bijzondere commissie benoemt. Daarom mogen bijzondere commissies zelf beslissen over hun presidium.
Oud: n.v.t.
Artikel 25 | Kascommissie
1. De kascommissie is een permanente bijzondere commissie, bestaande uit drie personen, die het financiële beleid van het bestuur van DWARS controleert.
2. De kascommissie wordt voor een jaar verkozen tijdens het wintercongres. De zoekcommissie draagt de kandidaten voor.
3. De kascommissie controleert het financiële beleid ten minste twee keer per jaar. Bij deze controle zijn de kascommissie, de penningmeester en een tweede bestuurslid aanwezig. De resultaten van een controle worden tijdens het zomer- en wintercongres aan de leden bekend gemaakt en toegelicht.
Inhoudelijk zijn er drie belangrijke wijzigingen ten opzichte van het oude artikel (art. 20 oud HR):
1. De kascommissie is nu (natuurlijk) een bijzondere commissie.
2. Het tweede aanwezige bestuurslid bij de kascommissiecontrole hoeft niet langer de voorzitter of vicevoorzitter te zijn. Elk bestuurslid kan het tweede aanwezige bestuurslid zijn bij de kascontrole.
3. De bepaling over recente bestuursleden in de kascommissie is verplaatst naar artikel 2 concept-HR.
Oud: art. 20 oud HR
Artikel 26 | Zoekcommissie
1. De zoekcommissie is een permanente bijzondere commissie.
2. De taken van de zoekcommissie bestaan ten minste uit:
a. het zoeken en enthousiasmeren van leden die geïnteresseerd zijn in een functie in het bestuur, de raad van advies, of het hoofdredacteurschap van XxxxXXXXX;
b. het informeren van de onder a) genoemde leden over de inhoud van de vacature en de sollicitatieprocedure;
c. het zoeken, enthousiasmeren en informeren van mensen voor andere vacatures binnen DWARS;
d. het helpen van leden om hun plek binnen DWARS te vinden;
en worden verder aangevuld door de opdracht die wordt vastgesteld op het zomercongres.
3. De zoekcommissie bestaat uit ten minste zes en ten hoogste acht leden die op het zomercongres worden benoemd voor een termijn van een jaar. De zoekcommissie wordt voorgedragen door het bestuur.
4. Het zomercongres geeft de zoekcommissie een opdracht voor het aankomende jaar mee.
5. De zoekcommissie legt verantwoording af aan het winter- en zomercongres.
In het oude HR stonden de zoekcommissie, de kandidatencommissie en wat bepalingen over de kandidaatstellingsprocedure in één gigantisch en onleesbaar artikel (art. 9 oud HR). Dit is opgesplitst in art. 28 concept-HR (zoekcommissie), art. 29 concept-HR (kandidatencommissie) en art. 6 concept-HR (kandidaatstellingsprocedure).
Inhoudelijk is het takenpakket in het concept-HR hetzelfde zoals wat de zoekcommissie nu al doet. Wel is nieuw dat de taak van de zoekcommissie om leden te helpen hun plek binnen de vereniging te vinden, is opgenomen in het concept. Deze taak voerde de zoekcommissie al uit, en is daarom opgenomen in het concept-HR. Ook is vastgelegd dat de zoekcommissie wordt voorgedragen door het bestuur.
Oud: art. 9 oud HR
Artikel 27 | Kandidatencommissie
1. De kandidatencommissie is een permanente bijzondere commissie.
2. De kandidatencommissie onderzoekt de geschiktheid van kandidaten voor het bestuur, de raad van advies, en het hoofdredacteurschap van OverDWARS. Op basis van dit onderzoek voorziet de kandidatencommissie het congres van advies over de kandidaten.
3. De kandidatencommissie bestaat uit ten minste vijf en ten hoogste zeven leden, die op het wintercongres worden benoemd voor een termijn van een jaar. De kandidatencommissie wordt voorgedragen door het bestuur.
4. Het wintercongres geeft de kandidatencommissie een opdracht voor het aankomende jaar mee.
5. De kandidatencommissie legt verantwoording af over de procedure aan het winter- en zomercongres.
Inhoudelijk is de belangrijkste verandering dat de kandidatencommissie van 4 tot 6 naar 5 tot 7 leden gaat in het concept-HR. Ook is vastgelegd dat de kandidatencommissie wordt voorgedragen door het bestuur.
Oud: art. 9 oud HR
Artikel 28 | Commissie van beroep
1. De commissie van beroep is een permanente bijzondere commissie.
2. De commissie van beroep wordt voorgedragen door het bestuur.
3. De commissie van beroep bestaat uit ten minste drie en ten hoogste vijf leden.
4. Indien er een beroep is aangetekend, moet de commissie van beroep zich op het eerstvolgende congres verantwoorden.
In het oude HR stond dit onder het oude hoofdstuk Bestuur (art. 12 oud HR). De belangrijkste aanpassingen zijn:
• De overbodige voorbeelden zijn geschrapt.
• De cvb wordt voorgedragen door het bestuur.
• De cvb moet altijd verantwoorden indien er beroep is aangetekend.
• De onverenigbare functies zijn verplaatst naar art. 2 concept-HR.
Oud: art. 12 oud HR
Artikel 29 | Werkgroepen
1. Drie of meer leden kunnen, na kennisgeving aan het bestuur, een werkgroep oprichten.
2. Een werkgroep bepaalt zelf hoe zij zich organiseert en welke activiteiten zij ontplooit.
3. Alles wat een werkgroep onderneemt, doet zij met inachtneming van de wet, de statuten, het huishoudelijk reglement, eventuele andere reglementen van de vereniging, en besluiten van het bestuur.
4. Een werkgroep is inhoudelijk onafhankelijk van het congres, politiek programma, en het bestuur.
5. Een werkgroep mag niet zelfstandig naar buiten toe treden.
6. Een werkgroep wijst een coördinator aan, die het algemeen aanspreekpunt van de werkgroep is, met name voor het bestuur.
7. Werkgroepen kunnen bij het bestuur een verzoek indienen voor het gebruik van het pand, het toekennen van budget, of een plek op de website. Het bestuur besluit over een dergelijk verzoek.
Werkgroepen zijn autonome groepen binnen DWARS. Ze zijn inhoudelijk onafhankelijk (volgens lid 4 zijn ze alleen gebonden aan het beginselprogramma). Ze beslissen zelf hoe ze zich organiseren en wat ze doen (lid 2). Hierbij neemt de werkgroep de nodige regelgeving en besluiten in acht (lid 3).
De HR-commissie interpreteert hier “in acht nemen” niet per se strikt: de werkgroep moet zelf een afweging maken. Daarnaast zal het overtreden van de wet ook vaak gepaard gaan met naar buiten toe treden als werkgroep, wat dan weer sowieso niet mag. De belangrijkste beperking
van werkgroepen - die in het oude HR ook al bestond - is namelijk dat een werkgroep strikt intern is (lid 5).
In het oude HR stond dat een werkgroep pas opgericht kon worden na het bestuur te raadplegen. De HR-commissie vond dit onduidelijk. Met de nieuwe tekst kunnen drie of meer leden een werkgroep oprichten na kennisgeving van het bestuur: een bericht aan het bestuur met de mededeling dat ze een werkgroep oprichten is genoeg.
Daarnaast is de verhouding tussen werkgroepen en het bestuur ook verduidelijkt met lid 7. Werkgroepen kunnen een verzoek indienen bij het bestuur om gebruik te mogen maken van het pand (of een deel ervan), om een budget toegekend te krijgen of een plekje op de website. Het bestuur besluit, net als bij declaraties, over de toekenning ervan.
Als laatste is het vermeldenswaardig dat het oude HR sprak over "Thematische werkgroepen". De HR-commissie vond dat het woord "thematisch" niets toevoegde en heeft het dus geschrapt.
Oud: art. 14 oud HR
Artikel 30 | Vernietiging handeling of besluit van een werkgroep
1. Het bestuur kan besluiten, na het raadplegen van de betreffende werkgroep, bepaalde beslissingen en handelingen van een werkgroep te vernietigen indien deze in strijd zijn met
de wet, de statuten, het huishoudelijk reglement of eventuele andere reglementen van de vereniging of wanneer het bestuur van mening is dat deze de vereniging op onredelijke wijze benadelen.
2. De betreffende werkgroep staat, aangaande een besluit zoals bedoeld in lid 1, beroep open bij de commissie van beroep.
3. Tenslotte staat het bestuur of de betreffende werkgroep, na ontvangst van het besluit van de commissie van beroep, beroep open bij het congres.
4. Het in lid 1 bedoelde besluit is van kracht totdat de commissie van beroep of het congres anders besluit.
Geen verandering t.o.v. het oude HR. Belangrijk voor de interpretatie van dit artikel is dat ook de oprichtingshandeling vernietigd kan worden indien er aan de voorwaarden gesteld in het eerste lid worden voldaan. Zo kan dus een werkgroep opgeheven worden door het bestuur.
Oud: art. 15 oud HR
In het oude HR hadden we het politiek programma en het beginselprogramma aparte kopjes gegeven. Omdat de procedures rondom wijzigingen grotendeels hetzelfde zijn, hebben we besloten om deze samen te voegen.
Artikel 31 | Beginsel- en politiek programma
1. De politieke beginselen van DWARS zijn vastgelegd in een beginselprogramma.
2. De politieke standpunten en uitgangspunten van DWARS zijn vastgelegd in een politiek programma.
3. Optreden in naam van XXXXX mag niet in strijd zijn met het beginselprogramma of het politiek programma.
In dit artikel staan de doelen van beide programma’s beschreven. De HR-commissie heeft ervoor gekozen om de naam van het beginselprogramma weg te laten uit het HR, aangezien dat
overbodig is.
Oud HR: Artikelen 21 en 23
Artikel 32 | Wijzigingsvoorstellen
1. Het beginselprogramma of het politiek programma kan alleen worden gewijzigd door een besluit van het congres. In de uitnodiging voor dit congres moet worden meegedeeld welke wijzigingsvoorstellen op dit congres worden behandeld.
2. Alle leden en organen kunnen een wijzigingsvoorstel indienen op het beginselprogramma of het politiek programma.
3. Een wijzigingsvoorstel moet ten minste vier weken voor het congres ingediend zijn bij het bestuur.
4. Alle leden en organen hebben het recht voor of tijdens het congres amendementen in te dienen op voorstellen zoals bedoeld in lid 1.
In dit artikel staat beschreven hoe leden de programma’s kunnen wijzigen. Dit is grotendeels
overgenomen uit het oude HR, maar het is iets meer beknopt beschreven. De artikelen zijn volgens ons te lang en slecht leesbaar. Daarom hebben we de artikelen gesplitst waardoor we nu een artikel over voorstellen indienen hebben en een artikel over de stemprocedures.
Artikel 24 over de programmacommissie is geschrapt omdat dit beleid is van de politiek secretaris en omdat een deel ervan onder het kopje commissies is beschreven. De programmacommissie is namelijk een tijdelijke bijzondere commissie en kan dus via artikel 25, lid 6 concept-HR door het bestuur worden ingesteld. Dit op de voorwaarde dat het besluit zo’n
commissie in te stellen bekrachtigd wordt door het eerstvolgende congres.
Oud HR: Artikelen 22 en 25
Artikel 33 | Stemprocedure wijzigingsvoorstellen
1. Wijzigingsvoorstellen op het politiek programma worden aangenomen met een gewone meerderheid van stemmen.
2. Wijzigingsvoorstellen op het beginselprogramma worden aangenomen met een twee derde meerderheid op een congres waarbij ten minste 25 leden met stemrecht aanwezig zijn.
3. Amendementen op wijzigingsvoorstellen voor het beginselprogramma of het politiek programma worden aangenomen met een gewone meerderheid van stemmen.
4. De stemming gaat als volgt:
a. Eerst wordt er gestemd over amendementen.
b. Als er op hetzelfde onderwerp meerdere amendementen zijn ingediend, wordt begonnen met het amendement dat het meeste afwijkt van het wijzigingsvoorstel.
c. Indien een amendement wordt aangenomen, vervallen alle minder afwijkende amendementen.
d. Wanneer alle amendementen zijn behandeld, wordt er gestemd over het wijzigingsvoorstel.
e. Als er meerdere wijzigingsvoorstellen over hetzelfde onderwerp zijn ingediend, dan wordt eerst het meest verstrekkende wijzigingsvoorstel behandeld.
f. Indien een wijzigingsvoorstel wordt aangenomen, vervallen alle minder verstrekkende wijzigingsvoorstellen over dat onderwerp.
In het oude HR staan nu twee artikelen over de stemprocedures van de programma’s. Deze zijn
grotendeels hetzelfde. Daarom hebben we ze samengevoegd. Inhoudelijk zijn de stemprocedures niet gewijzigd. Wel is de tekst aangepast om het leesbaarder te maken.
Oud HR: Artikelen 22 en 25
Artikel 34 | Jaarlijkse bijdrage en donatie
1. De hoogte van de jaarlijkse bijdrage van een lid is minimaal € 10,-.
2. De hoogte van een jaarlijkse donatie van een donateur is minimaal € 10,-.
Artikel 1 en 2 waarin minimum hoogte jaarlijkse bijdrage en donatie waren vastgesteld, zijn samengevoegd. Ook is de richtlijn weggehaald, omdat deze in de praktijk niet wordt
gebruikt/nageleefd. Het is voor leden niet meer mogelijk om via een acceptgiro te betalen dus artikel 1 lid 3 van het oude HR is komen te vervallen.
Oud HR: artikel 1 en artikel 2
Artikel 35 | Geef geld voor activiteiten
1. Inhoudelijke commissies krijgen voor het organiseren van een activiteit een vastgesteld budget.
2. Werkgroepen en commissies kunnen voor hun activiteiten financiële ondersteuning aanvragen bij het bestuur door een plan en begroting in te dienen.
3. Het bestuur beoordeelt de in lid 2 genoemde aanvraag vervolgens op inhoud, nut en financiële haalbaarheid.
4. De beslissing om een financieringsaanvraag al dan niet te honoreren wordt gemotiveerd kenbaar gemaakt aan de aanvrager. Dit gebeurt bij voorkeur binnen twee weken.
Dit artikel is aangepast aan hoe het geld tegenwoordig wordt verdeeld. Geld voor organisatorische commissies komt meestal uit een potje van de begroting, zoals bijvoorbeeld scholing of het congres. Voor activiteiten zonder potje kunnen de (organisatorische) commissies net zoals werkgroepen ondersteuning aanvragen bij het bestuur.
De term projectgroepen wordt in het nieuwe HR niet meer gebruikt en is daarom weggehaald in dit artikel.
Oud HR: Artikel 29
Artikel 36 | Tjoek tjoek, vroem vroem, katsjing katsjing
1. Alle leden van DWARS kunnen kleine onkosten achteraf bij DWARS declareren als deze in verband staan met:
x. xx xxxx naar en van een DWARS-activiteit, mits de kosten boven de € 3,- zijn en deze
gemaakt zijn voor een landelijke activiteit of activiteit van diens afdeling;
b. overige kleine onkosten noodzakelijk voor een DWARS-activiteit.
2. Leden van het bestuur kunnen kosten achteraf bij DWARS declareren als deze in verband staan met:
x. xx xxxx naar en van bijeenkomsten waar zij uitgenodigd zijn om namens XXXXX te spreken;
b. de reis naar en van bijeenkomsten die kennis oplevert die nodig is voor de betreffende portefeuille;
c. de entree van bijeenkomsten die bijdragen aan de voor hun portefeuille noodzakelijke kennisvermeerdering.
d. Bestuursleden mogen onkosten van het eten voor de bestuursvergadering declareren, maar alleen wanneer er geen gebruik is gemaakt van vlees- en vishoudende producten.
3. Alleen wanneer er geen toereikend openbaar vervoer is, kan het brandstofverbruik van een auto gedeclareerd worden, mits er zo zuinig mogelijk mee omgesprongen wordt.
4. Reiskosten met het openbaar vervoer worden altijd tegen het, voor het lid, laagst mogelijke tarief vergoed.
5. Alle gemaakte kosten dienen verantwoord te kunnen worden door middel van de betreffende bonnen of facturen.
6. Het bestuur beslist over het al dan niet toekennen van een declaratie.
7. De landelijk penningmeester en afdelingspenningmeesters laten hun eigen declaraties controleren door een ander bestuurslid.
8. Bestuursleden die eindverantwoordelijk zijn voor de organisatie van een activiteit binnen DWARS waarvoor betaald moet worden, kunnen worden vrijgesteld van de kosten hiervoor.
Dit artikel komt vrijwel overeen met het oude HR. Kosten van brandstofverbruik hebben we erin gelaten voor bijvoorbeeld het vervoer van spullen naar het congres en naar het zomerkamp. Om er zeker van te zijn dat penningmeesters niet zichzelf controleren, is punt 7 toegevoegd.
Daarnaast is lid 8 nieuw. De HR-commissie concludeerde dat besturen gelukkig erg terughoudend zijn in het zichzelf vrijstellen van bepaalde kosten. Echter maakt dit dat sommige bestuursposten financieel onnodig veel zwaarder kunnen zijn dan andere posten. Dit is met name het geval voor de post internationaal secretaris. Daarom heeft de HR-commissie ervoor gekozen om met lid 8 een reglementaire grondslag te geven voor besturen om wellicht soms te kiezen om bestuursleden van bepaalde kosten vrij te stellen.
Oud HR: artikel 30
Artikel 37 | Dierlijke producten
1. DWARS geeft geen geld uit aan producten met vlees of vis.
2. DWARS streeft er naar om geen geld uit te geven aan dierlijke producten, of producten die dierlijke producten bevatten.
DWARS geeft sowieso geen geld uit aan producten met vlees of vis. Om in uitzonderlijke situaties zoals bij meerdere allergieën of als er per ongeluk veertig broden voor het kamp met melk erin worden gekocht, hebben we ervoor gekozen voor de verwoording ‘streven naar’. Dit
om te voorkomen dat iemand met allergieën zelf moet betalen of dat degene die per ongeluk
veertig niet vegan broden koopt deze zelf moet betalen.
Oud HR: n.v.t.
Eerst had OverDWARS een eigen hoofdstuk. Omdat we ook een artikel over de Academy
hebben geschreven en de portefeuillehouders niet onder commissies vonden vallen, hebben we deze samengebracht onder het hoofdstuk ‘Overige organen’
Artikel 38 | OverDWARS
1. OverDWARS is het inhoudelijk onafhankelijke digitale openbare ledenblad van DWARS. OverDWARS biedt een platform voor politieke, maatschappelijke en culturele discussie.
2. De redactie legt tijdens het congres verantwoording af.
3. De redactie handelt niet in strijd met het beginselprogramma, de statuten, het huishoudelijk reglement of in strijd met het belang van DWARS.
4. Het budget van OverDWARS bestaat uit een jaarlijks door het congres vastgesteld bedrag in de begroting.
We hebben het punt over de publicatiefrequentie geschrapt omdat dit beleid van de hoofdredacteur is. Deze moet zich verantwoorden op het congres en wanneer er volgens het congres te weinig gepubliceerd is, dan beslist het congres daar verder over.
Het artikel over het budget hebben we bij lid 4 toegevoegd aan dit artikel. Omdat OverDWARS geen inkomsten uit advertenties en abonnementen krijgt, hebben we besloten om dit weg te laten in het nieuwe huishoudelijk reglement
Oud HR: artikel 30, 33
Artikel 39 | De redactie van XxxxXXXXX
1. De redactie bestaat uit een hoofdredacteur, adjunct-hoofdredacteur en redactieleden.
a. De hoofdredacteur wordt gekozen door het congres en is eindverantwoordelijk voor alle inhoud die namens OverDWARS gepubliceerd wordt.
b. De adjunct-hoofdredacteur wordt gekozen door de redactieleden en neemt de taken van de hoofdredacteur waar bij afwezigheid van de hoofdredacteur.
c. Elk lid is vrij toe te treden tot de redactie, niet-leden kunnen toetreden na toestemming van de hoofdredacteur.
2. Bij tussentijds vrijkomen van de post van hoofdredacteur benoemt de redactie een hoofdredacteur ad interim.
3. Bij het ontbreken van redactieleden benoemt het landelijk bestuur de hoofdredacteur ad interim.
4. Bij het ontbreken van kandidaten wijst het bestuur uit haar midden een hoofdredacteur ad interim aan.
5. De hoofdredacteur kan worden ontslagen door het congres.
6. Redactieleden, de adjunct-hoofdredacteur en interim-hoofdredacteur kunnen worden ontslagen door de redactievergadering.
7. Bij ontslag door de redactievergadering staat beroep open bij de commissie van beroep.
Hier enkel taalkundige veranderingen. Artikel 32 uit het oude HR over besluitvorming binnen de redactie hebben we geschrapt omdat dit beleid is van de redactie.
Oud HR: artikel 31
Artikel 40 | DWARS Academy
1. De DWARS Academy is de trainerspoule van de vereniging en heeft als doel om trainingen te ontwikkelen en verzorgen voor organen en leden van de vereniging.
2. De DWARS Academy beslist na een sollicitatieprocedure zelf over de toelating van nieuwe trainers.
3. Het bestuurslid scholing & activiteiten is verantwoordelijk voor de DWARS Academy.
Vanuit de DWARS Academy was de wens om de Academy op te nemen in het huishoudelijk reglement. Het heeft een apart artikel gekregen onder het hoofdstuk “Overige organen” omdat het, net als OverDWARS, geen commissie is. Omdat de inhoudelijke invulling vooral beleid is
van het bestuurslid scholing en activiteiten, en die daar verantwoording over af moet leggen, hebben we besloten de taken van de Academy niet al te veel dicht te timmeren.
Oud HR: n.v.t.
Artikel 41 | Portefeuillehouders
1. Het bestuur kan portefeuillehouders benoemen en bepaalt de procedure hiertoe. Deze procedure bestaat ten minste uit een open sollicitatie.
2. Portefeuillehouders zijn gebonden aan het beginselprogramma, het politiek programma en uitspraken van het congres.
3. Een portefeuillehouder verhoudt zich tot haar portefeuille in twee rollen:
a. als adviseur binnen het politiek overleg en van het landelijk bestuur;
b. als aanjager van zowel het externe als interne debat.
4. Een portefeuillehouder legt verantwoording af aan het bestuur.
Nieuw is dat de procedure tot benoeming van een portefeuillehouder ten minste bestaat uit een open sollicitatie. Dit geeft het bestuur mogelijkheid om de benoemingsprocedure uit te breiden wanneer nodig. Daarnaast zijn portefeuillehouders ook gebonden aan uitspraken van het congres.
Oud HR: artikel 18
Artikel 42 | Delen van persoonsgegevens
1. Persoonsgegevens van leden worden niet gedeeld met derden zonder geïnformeerde toestemming van de betrokkene, dan wel het bestaan van een wettelijke verplichting of andere zwaarwegende reden.
2. Het geven van toestemming zoals bedoeld in lid 1 voor het delen van gegevens voor direct of indirect commercieel gebruik wordt geenszins noodzakelijk gesteld voor het lidmaatschap of het passief of actief deelnemen aan de vereniging.
Geen verandering ten opzichte van het oude HR.
Oud HR: artikel 34
Artikel 43 | Verwerken van persoonsgegevens
1. DWARS, afdelingen, commissies en andere organen:
a. slaan persoonsgegevens van leden uitsluitend op op servers in de Europese Unie;
b. laten persoonsgegevens van leden uitsluitend verwerken door bedrijven in de Europese Unie.
2. Het bestuur kan besluiten een uitzondering te maken op het eerste lid van dit artikel.
Alleen tekstuele veranderingen ten opzichte van het oude HR.
Oud HR: artikel 35
N.B: Niet elke suggestie die we niet hebben overgenomen, voorzien we van toelichting in dit document.
Schorsen van leden
In de bestuursstructuurevaluatie van het zomercongres 2019 werd opgemerkt dat er in de statuten wel gesproken wordt over leden die geschorst zijn, maar dat er geen procedure is om leden te schorsen. De HR-commissie vond het niet nodig om leden te kunnen schorsen, anders dan al wettelijk is bepaald. Volgens de wet is een lid namelijk geschorst als deze geroyeerd is, maar er nog beroep mogelijk is (art. 2:35 lid 4 Burgerlijk Wetboek).