MASTER 2001 Voertuig
MASTER 2001 Voertuig
De Speciale Voorwaarden van " MASTER 2001 Voertuig " zijn enkel van toepassing voor zover dit uitdruk- kelijk vermeld is in de Bijzondere Voorwaarden van het contract
Artikel 1 – Wie is verzekerd en in welke omstandigheden ?
Wanneer de verzekeringsnemer
1.1.
een natuurlijke persoon is
De verzekeringsnemer alsook zijn naasten zijn verzekerd in de hoedanigheid van :
1.1.1. eigenaar, houder, bestuurder of inzittende van het omschreven voertuig ;
1.1.2. toegelaten bestuurder van het motorrijtuig van dezelfde categorie als het omschreven voertuig, dat aan een derde toebehoort, wan- neer dit voertuig het omschreven voertuig dat tijdelijk buiten gebruik is vervangt, voor zover de duur geen 30 dagen overschrijdt, te beginnen vanaf de dag waarop het omschreven voertuig onbruikbaar werd ;
1.1.3. inzittende van een ander voertuig dan het omschreven voertuig onderworpen aan de wet van 21 november 1989 op de verplichte aansprakelijkheidsverzekering voor motorrij- tuigen die aan een derde toebehoren ;
1.1.4. occasioneel en toegelaten bestuurder van een motorrijtuig van dezelfde categorie als het omschreven voertuig en dat aan een derde toebehoort.
1.2.
De naasten van de verzekeringsnemer zijn :
1.2.1. de samenwonende echtgeno(o)t(e) of de persoon met wie de verzekeringsnemer samenwoont ;
1.2.2. alle personen die met de verzekeringsnemer
in gezinsverband leven.
1.3.
Niettemin blijft de hoedanigheid van ver- zekerde behouden wanneer deze personen tijdelijk buiten het gezin van de verzeke- ringsnemer verblijven om gezondheidsrede- nen, wegens studies, beroepshalve of voor het vervullen van de militaire of burgerlijke dienstplicht
Hebben eveneens de hoedanigheid van verzekerde :
1.3.1. de toegelaten bestuurder van het omschre- ven voertuig ;
1.4.
1.3.2. de toegelaten en gratis vervoerde inzitten- den van het omschreven voertuig.
De rechthebbenden van een verzekerde, overleden na een gedekt schadegeval, voor het verhaal dat ze aldus kunnen doen gelden.
Wanneer de verzekeringsnemer een rechtsper- soon is
1.1.
De verzekeringsnemer alsook zijn naasten zijn verzekerd in de hoedanigheid van :
1.1.1. eigenaar, houder, bestuurder of inzittende van het omschreven voertuig ;
1.1.2. toegelaten bestuurder of inzittende van het motorrijtuig van dezelfde categorie als het omschreven voertuig, dat aan een derde toebehoort, wanneer dit voertuig het omschreven voertuig dat tijdelijk buiten gebruik is vervangt, voor zover de duur geen 30 dagen overschrijdt, te beginnen vanaf de dag waarop het omschreven voertuig onbruikbaar werd.
1.2.
De naasten van de verzekeringsnemer zijn :
1.2.1. de wettelijke en statutaire vertegenwoordi- gers van de verzekeringsnemer ;
1.2.2. de aangestelden en meer in het algemeen de natuurlijke personen die handelen op grond van een arbeidsovereenkomst die hen met de verzekeringsnemer bindt.
.
1.3.
Hebben eveneens de hoedanigheid van verzekerde :
1.3.1. de toegelaten bestuurder van het omschre- ven voertuig ;
1.4.
1.3.2. de toegelaten en gratis vervoerde inzitten- den van het omschreven voertuig.
De rechthebbenden van een verzekerde, overleden na een gedekt schadegeval, voor het verhaal dat ze aldus kunnen laten gelden.
Artikel 2 – Welk voertuig is verzekerd ?
Het omschreven voertuig : het motorrijtuig dat in de Bijzondere Voorwaarden omschreven is met zijn inschrijvingsplaatnummer of zijn onderstelnummer, alsook de aangekoppelde aanhangwagen, voorzien van de plaat van het trekkende voertuig, waarvan de maximum toegelaten massa niet meer dan 500 kg bedraagt.
LAR-6-CP-002-F-03/2001
Ed. 03/2001
L.A.R. Rechtsbijstand NV
Verzekeringsonderneming toegelaten onder codenummer 0356 om de tak "Rechtsbijstand" (tak 17) te beoefenen K.B. van 4 en 13.07.1979 (B.S. van 14.07.1979)
Artikel 3 - Territorialiteit
3.1. De waarborg wordt verleend wanneer het schadegeval zich voordoet in een van de door de Koning bepaalde landen krachtens artikel 3, §1 van de wet van 21 november 1989 op de verplichte aan- sprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen en voor zover de verdediging van de belangen van de verzekerde uitsluitend in een van die landen gevoerd wordt.
3.2.
De waarborg houdt eveneens het extracontractueel burgerrechtelijk verhaal (artikel 4.1.) en de straf- rechtelijke verdediging (artikel 4.2.) in van de verzekeringsnemer en zijn naasten, wanneer het scha- degeval zich voordoet in een ander land dan diegene bedoeld bij artikel 3.1.
Artikel 4 - Gedekte Schadegevallen
4.1.
Het extracontractueel burgerrechtelijk verhaal
Het extracontractueel burgerrechtelijk verhaal met het oog op schadevergoeding voor de verzeker- de voor elke schade die voortvloeit uit lichamelijke letsels of schade aan de verzekerde goederen die opgelopen werd door deze laatste en veroorzaakt werd door een derde.
Het verhaal met het oog op schadevergoeding van een verzekerde op basis van de wetgeving op de arbeidsongevallen.
4.2.
De strafrechtelijke verdediging
De strafrechtelijke verdediging van een verzekerde bij vervolgingen ingesteld voor elke inbreuk, zelfs diegene die beschouwd wordt als zware fout of betrekking heeft tot het rijbewijs en met inbe- grip van een eventueel verzoek om gratie wanneer de verzekerde van zijn vrijheid beroofd werd.
4.3.
De extracontractuele burgerrechtelijke verdediging
4.4.
De extracontractuele burgerrechtelijke verdediging van de verzekerde tegen een vordering tot scha- devergoeding ingesteld door een derde, op de uitdrukkelijke voorwaarde dat er een belangenconflict bestaat tussen de verzekerde en de B.A. autoverzekeraar die zijn burgerrechtelijke aansprakelijkheid dekt en dat het contract dat aangegaan werd bij deze verzekeraar van kracht is.
De administratieve verdediging
De verdediging van de rechten van de verzekerde inzake de inschrijving, de verschillende taksen, de technische keuring, de opvordering van het omschreven voertuig door de bevoegde openbare instelling of het rijbewijs van de verzekeringsnemer of een van zijn naasten.
4.5.
Het schadegeval contractueel Verzekeringen
4.6.
De verdediging van de belangen van de verzekerde bij elk schadegeval dat voortvloeit uit de inter- pretatie of de toepassing van de verzekeringswaarborgen die aangegaan werden bij een andere verzekeraar en die werking moeten hebben ten bate van een verzekerde, met uitsluiting van de be- twistingen inzake de niet-betaling van de premies of de opzegging/schorsing van deze verzekerings- waarborgen.
Het schadegeval contractueel Voertuig
De verdediging van de belangen van de verzekerde tegenover een derde in een contractueel ge- schil inzake :
4.6.1. de uitvoering van het onderhoud of van de herstelling van het omschreven voertuig door een beroepshersteller ;
4.6.2. de uitvoer van een contract inzake parking, car-wash, depannage, sleepdienst, bruiklening, bewa- king en montage van vaste accessoires met betrekking tot het omschreven voertuig ;
4.6.3. de toepassing van de wettelijke of contractuele waarborg met betrekking tot het omschreven voer- tuig ingevolge de verwerving ervan door de verzekerde, voor zover de eerste inverkeersstelling van het voertuig dateert van minder dan 10 jaar terug, vanaf de dag van aankoop door de verzekerde ;
4.6.4. de verkoop van het omschreven voertuig door de verzekerde, die handelt in de hoedanigheid van eigenaar van dit voertuig ;
4.6.5. de uitvoering van een contract dat door de verzekeringsnemer of een van zijn naasten met een pro- fessioneel verhuurbedrijf gesloten werd inzake een motorrijtuig dat occasioneel (maximum 21 dagen) gehuurd wordt ;
4.6.6. de uitvoering van een leasings- of financieringscontract met betrekking tot het omschreven voer- tuig, met uitsluiting van de niet-betaling van de huren en de gevolgen van deze niet-betaling.
De voertuigen met een handelsplaat of een proefrittenplaat zijn uitgesloten van deze waarborg.
Artikel 5 – Niet-gedekte schadegevallen
Naast de gevallen van niet-verzekering vermeld in artikel 19 van de Algemene en Administratieve bepaling- en is de waarborg niet van toepassing :
5.1.
5.2.
op schade berokkend aan ten bezwarende titel vervoerde goederen ;
wanneer het schadeval zich voordoet tijdens de voorbereiding of de deelneming aan een al dan niet toegelaten koers of een snelheids-, regelmatigheids-, of behendigheidswedstrijd ; deze uitsluiting is niet van toepassing wanneer de verzekerde aan een toeristische rally deelneemt.
Artikel 6 – Verzekerde prestaties
6.1. Tegemoetkomingsplafonds van de Maatschappij per schadegeval :
Extracontractueel burgerrechtelijk verhaal (artikel 4.1) 1.500.000 BEF (37.184,03 EUR) per schadegeval
Strafrechtelijke verdediging (artikel 4 .2) : 1.500.000 BEF (37.184,03 EUR) per schadegeval
Extracontractuele burgerrechtelijke verdediging
(artikel 4.3.) : 1.500.000 BEF (37.184,03 EUR) per schadegeval Administratief schadegeval (artikel 4.4.) : 1.500.000 BEF (37.184,03 EUR) per schadegeval Schadegeval contractueel Verzekering (artikel 4.5.) : 250.000 BEF (6.197,34 EUR) per schadegeval Schadegeval contractueel Voertuig (artikel 4.6.) : 250.000 BEF (6.197,34 EUR) per schadegeval
Evenwel, in het geval voorzien in artikel 3.2, is het tegemoetkomingsplafond van de Maatschappij
6.2.
beperkt tot 250.000 BEF (6.197.34 EUR) per schadegeval.
Afgezien van de kosten van haar eigen diensten om het schadegeval in der minne te regelen, neemt de Maatschappij ten laste, ten belope van de bedragen vermeld in artikel 6.1., maar zonder ooit een maximum bedrag van 1.500.000 BEF (37.184,03 EUR) per schadegeval te overschrijden :
6.2.1. De kosten
De kosten voor de verdediging van de rechtsbelangen van de verzekerde, namelijk :
- de honoraria en kosten van de advocaat, gerechtsdeurwaarder, deskundige... ;
- de kosten voor de gerechtelijke, administratieve of andere procedure die ten laste van de verze- kerde blijven, met inbegrip van de kosten en honoraria ten gevolge van een uitvoeringsprocedure en de kosten van het strafgeding.
6.2.2. De verplaatsings- en verblijfskosten
De verplaatsingskosten met het openbaar vervoer (met het vliegtuig – economy class of met de trein –1ste klasse) en verblijfskosten (hotelverblijf van maximum 4.000 BEF (99,16 EUR) per dag en per verzekerde), vereist omwille van de verschijning van de verzekerde in het buitenland in de hoe- danigheid van :
- beklaagde, wanneer deze verschijning wettelijk vereist is en gelast door een rechterlijke beslis- sing ;
- slachtoffer, wanneer de verzekerde zich bij een door de rechtbank aangesteld deskundige moet aandienen.
6.2.3. De borgtocht
Wanneer ten gevolge van een verkeersongeval de verzekerde in voorlopige hechtenis genomen wordt of het omschreven voertuig in beslag genomen wordt, schiet de Maatschappij, ten belope van 250.000 BEF (6.197,34 EUR) per schadegeval, de strafborgtocht voor die door de buitenlandse overheden geëist wordt voor de invrijheidsstelling van de verzekerde of de teruggave van het voer- tuig.
De verzekerde vervult alle formaliteiten die van hem geëist zouden worden voor het vrijmaken van fondsen.
Zodra de borgsom door de bevoegde instantie wordt vrijgegeven en in de mate waarin deze niet aan kosten besteed wordt die ten laste zijn van de Maatschappij krachtens dit contract, betaalt de verzekerde de Maatschappij onmiddellijk de voorgeschoten som terug.
6.2.4. Insolventie
Wanneer de verzekerde slachtoffer is van een verkeersongeval in een lidstaat van de Europese Unie, in Zwitserland, Noorwegen, Hongarije, Slowakije of Tsjechië, en veroorzaakt door een behoor- lijk geïdentificeerde en insolvabele derde, betaalt de Maatschappij, ten belope van 250.000 BEF (6.197,34 EUR) per schadegeval, de vergoedingen ten laste van deze aansprakelijke derde in de mate waarin er geen enkele andere overheids- of privé-instelling schuldenaar kan worden verklaard. Wanneer de verzekerde de omvang of de evaluatie van zijn schade betwist, is de prestatie van de Maatschappij enkel verschuldigd op basis van een definitieve beslissing die aan de verzekerde de vergoeding van de schade die uit dit ongeval voortgevloeid is toekent.
De prestatie van de Maatschappij is niet verschuldigd wanneer de door de verzekerde opgelopen schade voortvloeit uit diefstal, poging tot diefstal of vandalisme op het omschreven voertuig of een ongeval tengevolge diefstal van het omschreven voertuig.
Wanneer verschillende verzekerden recht hebben op de prestatie van de Maatschappij en wanneer het bedrag van het geheel aan schade hoger ligt dan het voorziene maximum van 250.000 BEF (6.197,34 EUR) per schadegeval, worden de schadevergoedingen bij voorrang betaald aan de verze- keringsnemer, vervolgens aan zijn samenwonende echtgeno(o)t(e) of de persoon met wie hij samenwoont, vervolgens aan hun kinderen die de hoedanigheid van verzekerde hebben en vervol- gens naar rato aan de andere verzekerden.
6.2.5. De repatriëring van het voertuig
Mits uitdrukkelijke vermelding in de Bijzondere Voorwaarden van dit contract, zijn de prestaties in de volgende twee alinea’s eveneens gedekt :
Wanneer het omschreven voertuig, dat zich in het buitenland bevindt, onbruikbaar wordt ten gevol- ge van een verkeersongeval dat door het huidige contract gedekt wordt, neemt de Maatschappij, ten belope van de verkoopswaarde van het voertuig en zonder een bedrag van 50.000 BEF (1.239,47 EUR) per schadegeval te overschrijden, de terugbetaling van de repatriëringskosten ten laste op de door haar goedgekeurde wijze.
Wanneer de verzekeringsnemer beslist om zijn beschadigde voertuig niet te repatriëren, betaalt de Maatschappij hem, ten belope van 50.000 BEF (1.239,47 EUR) per schadegeval, het bedrag van de douanekosten die van hem zouden geëist worden door de overheid van het land waarin het voer- tuig verkocht wordt.
6.2.6. Voorschieten van fondsen - materiële schade aan het omschreven voertuig
Wanneer het omschreven voertuig beschadigd is door een gemotoriseerde derde, als gevolg van een verkeersongeval in een lidstaat van de Europese Unie, in Zwitserland of Noorwegen, en voor zover de volledige aansprakelijkheid van de derde niet betwist en schriftelijk bevestigd wordt door de burgerlijke aansprakelijkheidsverzekeraar van deze laatste, schiet de Maatschappij, op schriftelijk verzoek van de verzekerde het hoofdbedrag voor van de materiële schade aan het omschreven voertuig, dat bepaald werd na expertise, ten belope van 250.000 BEF (6.197,34 EUR) per schadege- val.
De Maatschappij verhaalt nadien het voorgeschoten bedrag bij de derde of de verzekeraar van deze derde. Wanneer de maatschappij de fondsen ten onrechte voorgeschoten heeft, is de verzekerde ertoe gehouden het voorgeschoten bedrag aan de Maatschappij terug te betalen.
De prestatie is niet verschuldigd wanneer de materiële schade aan het omschreven voertuig voortvloeit uit diefstal, poging tot diefstal of vandalisme of een ongeval tengevolge diefstal van het omschreven voertuig.
In de mate van haar tegemoetkomingen wordt de Maatschappij in de rechten en vorderingen gesteld van de verzekerde tegen elke aansprakelijk derde.
De voertuigen voorzien van een handelaars- of proefrittenplaat zijn uitgesloten van de prestaties voorzien in artikel 6.2.3, 6.2.4., 6.2.5. en 6.2.6.
Artikel 7 – Drempel van tussenkomst
7.1. Wanneer het gaat om een “schadegeval contractueel Voertuig”, voorzien in artikel 4.6., bedraagt
de drempel van tussenkomst van de Maatschappij 5.000 BEF (123,95 EUR) per schadegeval.
7.2.
Wanneer er beroep is bij het Hof van Cassatie of haar gelijkgestelde in het buitenland bedraagt de
drempel van tussenkomst van de Maatschappij 75.000 BEF (1.859,20 EUR) per schadegeval.
Artikel 8 – Omvang van de dekking in de tijd
De omvang van de dekking in de tijd wordt voorzien in artikelen A.7.2. en 19.2. van de Algemene en admi- nistratieve bepalingen.
Bijgevolg wordt geen schade-aangifte meer aanvaard 90 dagen na de opzegging of schorsing van het contract. Voor het overige houdt de verzekerde zich aan de bepalingen van artikel 12 van de Algemene en administratieve bepalingen.
MASTER 2001 Schade Woning
De Speciale Voorwaarden “ MASTER 2001 Schade Woning ” zijn enkel van toepassing voor zover dit uit- drukkelijk vermeld is in de Bijzondere Voorwaarden van het contract.
Artikel 1 – Wie is verzekerd?
1.1.
1.2.
De verzekeringsnemer.
Alle personen die met de verzekeringsnemer in gezinsverband leven.
Niettemin blijft de hoedanigheid van verzekerde behouden wanneer deze personen tijdelijk buiten het gezin van de verzekeringsnemer verblijven om gezondheidsredenen, wegens studies, beroeps- halve of wegens het vervullen van de militaire of burgerlijke dienstplicht.
Artikel 2 – Wat is het verzekerde goed?
2.1.
Het omschreven gebouw
De eengezinswoning of het appartement dat één wooneenheid vormt, omschreven in de Bijzondere Voorwaarden, met inbegrip van binnenplaatsen, omheiningen, tuinen, privé-zwembad, blijvend aan het erf verbonden goederen (artikel 525 van het Burgerlijk Wetboek), goederen die door incorporatie als onroerend beschouwd worden (zoals ingebouwde badkamers, uitgeruste keu- kens, tellers, aansluitingen, verwarmingsinstallaties) voor zover :
- dit verzekerde goed uitsluitend voor privé-gebruik dient ;
2.2.
- de wederopbouwwaarde ervan niet hoger ligt dan 25.000.000 BEF (619.733,81 EUR) volgens de index ABEX 480.
De inhoud van het omschreven gebouw
De inhoud, dit wil zeggen de roerende goederen, die zich in het omschreven gebouw bevindt, zoals omschreven in artikel 2.1., en die aan de verzekerde toebehoort of toevertrouwd is, met uitsluiting van de inhoud voor beroepsgebruik (onder andere de inboedel, het materieel en de koopwaren).
Onder inboedel wordt verstaan : alle roerende goederen die zich in het omschreven gebouw bevin- den, met inbegrip van elke vaste of andere inrichting aangebracht door de huurders of bewoners.
Onder materieel wordt verstaan : alle goederen voor beroepsgebruik, zelfs diegene die blijvend aan het erf verbonden zijn, met inbegrip van elke vaste of andere inrichting aangebracht door de huur- ders of bewoners, en die geen koopwaren vormen.
Onder koopwaren wordt verstaan : de voorraden, grondstoffen, eetwaren, halffabrikaten, eindpro- ducten, verpakkingen, afvalstoffen eigen aan de beroepsuitbating of aan onderhouds- of herstellings- werken alsook de goederen die aan de cliënteel toebehoren.
Artikel 3 - Territorialiteit
De waarborg wordt verleend in België voor zover de verdediging van de belangen van de verzekerde uit- sluitend voor een Belgische jurisdictie gevoerd wordt.
Artikel 4 – Gedekte schadegevallen
4.1. Het extracontractueel burgerrechtelijk verhaal
Het extracontractueel burgerrechtelijk verhaal met het oog op een schadevergoeding voor de ver-
4.2.
zekerde voor elke schade die voortvloeit uit schade aan het verzekerde goed omschreven in artikel 2 en die veroorzaakt werd door een derde, behalve indien “MASTER 2001 Privé-leven” in voege is op de dag van het schadegeval in het kader van huidig contract.
De strafrechtelijke verdediging
4.3.
De strafrechtelijke verdediging van de verzekerde voor elke overtreding, rechtstreeks gebonden aan het gebruik, het bezit of de eigendom van het verzekerde goed omschreven in artikel 2, van de wetten en reglementen, met uitsluiting van de vervolgingen verbonden aan de uitoefening van een beroepsactiviteit, behalve indien “MASTER 2001 Privé-leven ” in voege is op de dag van het scha- degeval in het kader van huidig contract.
Schadegeval contractueel Verzekeringen
De waarborg wordt verleend om de belangen van de verzekerde te verdedigen bij elk schadegeval ten gevolge van de interpretatie of de toepassing van de verzekeringswaarborgen “Brand en aan- verwante gevaren” (zoals omschreven in artikel 1 van het K.B. van 24 december 1992 die de verze- kering tegen brand en andere gevaren voor wat betreft eenvoudige risico’s, regelt – B.S. 31/12/1992, blz. 27650 – of elke bepaling van een wet of reglement die het aanvult of vervangt), die ten bate van hem bij een toegelaten verzekeraar aangegaan werden en die werking moeten heb- ben wanneer materiële schade het verzekerde goed omschreven in artikel 2 treft.
Artikel 5 – Niet-gedekte schadegevallen
5.1.
Naast de gevallen van niet-verzekering bepaald in artikel 19 van de Algemene en Administratieve Bepalingen wordt de waarborg niet verleend voor schadegevallen van het contract :
5.2.
5.3.
5.4.
met betrekking tot, in zijn geheel of gedeeltelijk, het recht van mede-eigendom (meer bepaald Hoofdstuk III met als titel “Over het mede-eigendomschap” opgenomen onder de Titel II van Boek II van het Burgerlijk Wetboek alsook elke bepaling van een wet of reglement die dit aanvult of ver- vangt, en elke gelijkaardige bepaling van buitenlands recht) ;
met betrekking tot vervuiling of schade aan het milieu ;
in relatie met het ondernemingsrecht, fiscaal recht, erfrecht ;
5.5.
met betrekking tot de verkoop, de aankoop, de onteigening, het beheer, de bouw, de verbouwing of de vernieling van een verzekerd goed ;
5.6.
5.7.
Met betrekking tot een geding of geschil van contractuele aard, een ander dan hetgeen bepaald in artikel 4.3. ;
met betrekking tot de mandeligheid en de grenzen van het verzekerde goed ; die bij een internationale of supranationale rechtbank bepleit worden.
Artikel 6 – Verzekerde prestaties
6.1. Tegemoetkomingsplafond van de Maatschappij :
“extracontractueel burgerrechtelijk verhaal” (artikel 4.1.)
en/of “strafrechtelijke verdediging” (artikel 4.2.) : 100.000 BEF (2.478,94 EUR) per schadegeval
“schadegeval contractueel verzekeringen”
(artikel 4.3.) : 500.000 BEF (12.394,68 EUR) per schadegeval
6.2.
Niettemin is de tegemoetkoming van de Maatschappij inzake de honoraria van de tegendeskundige die aangesteld is om de verzekerde bij te staan geplafonneerd, per schijf, op het percentage van het bedrag van de schade aan het verzekerde goed, dat vastgesteld is als volgt :
Schade waarvan het bedrag lager dan 500.000 BEF
(12.394,68 euro) is : 5 % B.T.W. inbegrepen
Schade waarvan het bedrag gelijk aan of hoger dan 500.000 BEF
(12.394,68 euro) is en lager dan 1.000.000 BEF (24.789,35 euro) : 4 % B.T.W. inbegrepen
Schade waarvan het bedrag gelijk aan of hoger dan1.000.000 BEF
(24.789,35 euro) is en lager dan 2.000.000 BEF (49.578,70 euro) : 3 % B.T.W. inbegrepen
Schade waarvan het bedrag gelijk aan of hoger dan 2.000.000 BEF
49.578,70 euro) is en lager dan 5.000.000 BEF (123.946,76 euro) : 2 % B.T.W. inbegrepen
Schade waarvan het totaalbedrag gelijk aan of hoger dan 5.000.000 BEF
(123.946,76 euro) is : 1 % B.T.W. inbegrepen
Onder het schadebedrag, waarnaar in bovenstaande tabel verwezen wordt, wordt verstaan : het defi- nitief vastgestelde bedrag van de schade aan het verzekerde goed, alle taksen inbegrepen, volgens de evalueringsoperaties (minnelijke tegenexpertise in het kader van een gerechtelijke expertise).
6.3.
Afgezien van de kosten van haar eigen diensten om het schadegeval in der minne te regelen neemt de Maatschappij, ten belope van de in artikel 6.1 en 6.2. vermelde bedragen, de kosten voor de ver- dediging van de rechtsbelangen van de verzekerde ten laste, namelijk :
- de honoraria en kosten van de advocaat, gerechtsdeurwaarder, deskundige... ;
- de kosten voor de gerechtelijke, administratieve of andere procedure die ten laste van de verze- kerde blijven, met inbegrip van de kosten en honoraria ten gevolge van een uitvoeringsprocedure en de kosten van het strafgeding.
In de mate van haar tegemoetkomingen wordt de Maatschappij in de rechten en vorderingen ge- steld van de verzekerde tegen elke aansprakelijke derde.
Artikel 7 – Drempel van tussenkomst
7.1.
7.2.
Behalve in geval van strafrechtelijke verdediging van de verzekerde, bedraagt de drempel van tus- senkomst van de Maatschappij 10.000 BEF (247,89 EUR) per schadegeval.
Evenwel bedraagt de drempel van tussenkomst van de Maatschappij 75.000 BEF (1.859,20 EUR) per schadegeval in geval van beroep bij het Hof van Cassatie of zijn equivalent in het buitenland.
Artikel 8 – Omvang van de dekking in de tijd
De omvang van de dekking in de tijd wordt voorzien in artikelen A.7.2. en 19.2. van de Algemene en admi- nistratieve bepalingen.
Bijgevolg wordt geen schade-aangifte meer aanvaard 90 dagen na de opzegging of schorsing van het contract. Voor het overige houdt de verzekerde zich aan de bepalingen van artikel 12 van de Algemene en
6 administratieve bepalingen.
MASTER 2001 Privé-leven
De Speciale Voorwaarden “ MASTER 2001 Privé-leven ” zijn enkel van toepassing voor zover dit uitdrukke- lijk vermeld is in de Bijzondere Voorwaarden van het contract.
Artikel 1 – Wie is verzekerd en in welke omstandigheden?
1.1.
De verzekeringsnemer alsook zijn naasten zijn verzekerd in het kader van hun privé-leven.
Onder privé-leven wordt verstaan alle daden, handelingen of nalatigheden, met uitsluiting van die- gene die voortvloeien uit de uitoefening van een beroepsactiviteit. Onder beroepsactiviteit wordt verstaan : elke bepaalde bezigheid waaruit men bestaansmiddelen kan halen.
Zijn eveneens gedekt : de verzekerde kinderen, bepaald in artikel 1.2, wanneer zij diensten of pre- staties verlenen in het kader van een studentenarbeidscontract.
Zijn eveneens gedekt : de verzekeringsnemer, alsook zijn naasten, wanneer zij zich voorbereiden op of deelnemen aan een wedstrijd of sportmanifestatie onder het toezicht van een andere persoon, gratis of mits een bezoldiging die, op de dag van het schadegeval, niet hoger ligt dan het bedrag vastgelegd overeenkomstig artikel 2, § 1 van de wet van 24 februari 1978 met betrekking tot het arbeidscontract van een bezoldigd sporter.
1.2.
De naasten van de verzekeringsnemer zijn :
1.2.1. de samenwonende echtgeno(o)t(e) of de persoon met wie de verzekeringsnemer samenwoont ;
1.2.2. alle personen die met de verzekeringsnemer in gezinsverband leven.
Niettemin blijft de hoedanigheid van verzekerde behouden wanneer deze personen tijdelijk buiten het gezin van de verzekeringsnemer verblijven om gezondheidsredenen, wegens studies, beroeps- halve of voor het vervullen van de militaire of burgerlijke dienstplicht ;
1.2.3. de minderjarige kinderen van de verzekeringsnemer en/of samenwonende echtgeno(o)t(e) of van de persoon met wie hij samenwoont, wanneer deze kinderen niet meer in gezinsverband met de verzekeringsnemer leven ;
1.3.
1.2.4. de kinderen van de verzekeringsnemer en/of zijn samenwonende echtgeno(o)t(e) of de persoon met wie hij samenwoont, wanneer deze kinderen niet meer met de verzekeringsnemer in gezins- verband leven, nog geen 25 jaar zijn, ongehuwd zijn en fiscaal ten laste zijn van de verzekeringsne- mer en/of zijn samenwonende echtgeno(o)t(e) of van de persoon met wie de verzekeringsnemer samenwoont.
Hebben eveneens de hoedanigheid van verzekerde :
1.3.1. de leden van het huispersoneel alsook de gezinshulp wanneer zij handelen in privé-dienst voor de
verzekeringsnemer of zijn naasten ;
1.3.2. de personen die, buiten elke beroepsactiviteit om, al dan niet gratis, belast zijn met het toezicht op :
- de verzekeringsnemer of een van zijn naasten,
- de huisdieren waarvan de verzekeringsnemer of een van zijn naasten eigenaar is,
1.4.
wanneer zij schade ondervinden ten gevolge van lichamelijke letsels of schade aan de goederen tij- dens dit toezicht.
De rechthebbenden van een verzekerde, die overleden is als gevolg van een gedekt schadegeval, voor het verhaal dat ze aldus kunnen laten gelden.
Artikel 2 – Wat is het verzekerde goed ?
2.1.
Het gebouw of een gedeelte van een gebouw, de inhoud ervan inbegrepen (met uitsluiting van de inboedel, het materieel en de koopwaren voor beroepsgebruik), door de verzekeringsnemer gebruikt als hoofdverblijf (privé-gebruik), voor zover het in België gelegen is.
2.2.
Het gebouw of een gedeelte van een gebouw, de inhoud ervan inbegrepen (met uitsluiting van de inboedel, het materieel en de koopwaren voor beroepsgebruik), gebruikt als tweede verblijf (privé- gebruik) door de verzekeringsnemer of zijn naasten.
2.3.
Het gebouw of een gedeelte van een gebouw, de inhoud ervan inbegrepen (met uitsluiting van de inboedel, het materieel en de koopwaren voor beroepsgebruik), gebruikt in het kader van hun stu- dies door leerlingen en studenten die verwant zijn met de verzekeringsnemer.
2.4.
het gebouw of een gedeelte van een gebouw, de inhoud ervan inbegrepen (met uitsluiting van de inboedel, het materieel en de koopwaren voor beroepsgebruik), gebruikt door de verzekeringsne- mer of zijn naasten, voor tijdelijk verblijf (maximum 90 dagen) als vakantieverblijf.
Artikel 3 - Territorialiteit
De waarborg is verworven in de hele wereld.
Artikel 4 – Gedekte schadegevallen
De waarborg wordt verleend in geval van extracontractueel schadegeval met betrekking tot het privé-leven van een verzekerde, dit wil zeggen :
4.1.
Het extracontractueel burgerrechtelijk verhaal
Het extracontractueel burgerrechtelijk verhaal met het oog op een schadevergoeding van de verze- kerde voor elke schade die voortvloeit uit lichamelijke letsels of schade aan goederen, die opgelo- pen werd door deze laatste en veroorzaakt werd door een derde.
4.2.
Het burgerrechtelijk verhaal, gebaseerd op artikel 29 bis van de wet van 21 november 1989 op de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen of gelijkaardige bepalingen van bui- tenlands recht wanneer de verzekeringsnemer of een van zijn naasten een dergelijk verhaal kunnen uitoefenen.
De strafrechtelijke verdediging
De strafrechtelijke verdediging van de verzekerde, bij vervolgingen die ingesteld werden bij straf- rechtbanken onder beschuldiging van misdrijf of overtreding en met inbegrip van een eventueel verzoek om genade wanneer de verzekerde van zijn vrijheid beroofd werd.
4.3.
De extracontractuele burgerrechtelijke verdediging
4.4.
De extra-contractuele burgerrechtelijke verdediging van de verzekerde tegen een vordering tot schadevergoeding ingesteld door een derde, onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat er een belang- enconflict bestaat tussen de verzekerde en de verzekeraar B.A. Privé-leven die zijn burgerrechtelij- ke aansprakelijkheid dekt.
De accidentele burenonenigheden
De geschillen met buren gebaseerd op artikel 544 van het Burgerlijk Wetboek, in rechtstreeks ver- band met het verzekerde goed omschreven in artikel 2, voor zover de burenonenigheid accidenteel is, dit wil zeggen ten gevolge van een plotse, onvrijwillige en onvoorziene gebeurtenis uit hoofde van de verzekerden.
Artikel 5 – Niet-gedekte schadegevallen
5.1.
Naast de gevallen van niet-verzekering vermeld in artikel 19 van de Algemene en Administratieve Bepalingen wordt de waarborg niet verleend wanneer het schadegeval :
5.2.
betrekking heeft op een motorrijtuig, woonwagen, bromfiets, brommer en elk ander voertuig onderworpen aan de wet van 21 november 1989 met betrekking tot de verplichte aansprakelijk- heidsverzekering inzake motorrijtuigen ; deze uitsluiting maakt geen inbreuk op de toepassing van artikel 4.1, al.2. ;
voortvloeit uit het gebruik, het bezit of de eigendom van de verzekerde
- van een luchtvaartuig,
- van een motorboot van meer dan 5 DIN PK,
5.3.
- van een zeilboot van meer dan 300 kg ;
voortvloeit uit jachtfeiten die aan de verplichte verzekering onderworpen zijn en die zich voordoen tijdens het uitoefenen van deze activiteit door de verzekerde ;
5.4.
5.5.
bepleit wordt voor een internationale jurisdictie ;
in haar geheel of gedeeltelijk deel uitmaakt van het mede-eigendomsrecht (meer bepaald Hoofdstuk III met als titel “Over het mede-eigenaarschap ” opgenomen onder Titel II van Boek II van het Burgerlijk Wetboek alsook elke bepaling van een wet of reglement die het aanvult of ver- vangt, en elke gelijkaardige bepaling van buitenlands recht) ;
5.6.
5.7.
5.8.
5.9.
betrekking heeft tot de opbouw, verbouwing of vernieling van het verzekerde goed ; betrekking heeft tot contractuele verplichtingen ;
betrekking heeft tot een onroerend goed, behalve de verzekerde goederen bedoeld bij artikel 2 ;
het gevolg is van een zware fout van de verzekerde. Onder zware fout verstaat men :
- dronkenschap, alcoholintoxicatie of een gelijkaardige toestand ten gevolge van producten of stof- fen, andere dan alcoholhoudende dranken, behalve wat betreft de geschillen verbonden aan de deelneming aan het verkeer op de openbare wegen ;
- stoutmoedige en duidelijk gevaarlijke daden als vechtpartijen, weddenschappen, uitdagingen,…
Artikel 6 – Verzekerde prestaties
6.1. Tegemoetkomingsplafond van de Maatschappij :
De extracontractuele burgerrechtelijke aansprakelijkheid
(artikel 4.1) : 500.000 BEF (12.394,68 EUR) per schadegeval
De strafrechtelijke verdediging (artikel 4.2.) : 500.000 BEF (12.394,68 EUR) per schadegeval
De extracontractuele burgerrechtelijke aansprakelijkheid
(artikel 4.3.) : 250.000 BEF (6.197,34 EUR) per schadegeval
8 De accidentele burenonenigheden (artikel 4.4.) : 250.000 BEF (6.197,34 EUR) per schadegeval
6.2.
Afgezien van de kosten van haar eigen diensten om het schadegeval in der minne te regelen, neemt de Maatschappij ten laste, ten belope van de bedragen vermeld in artikel 6.1, maar zonder ooit een maximum bedrag van 500.000 BEF (12.394 EUR) per schadegeval te overschrijden :
6.2.1. De kosten
De kosten voor de verdediging van de rechtsbelangen van de verzekerde, dit wil zeggen :
- de honoraria en de kosten van de advocaat, gerechtsdeurwaarder, expert … ;
- de kosten voor de gerechtelijke, administratieve of andere procedure die ten laste van de verze- kerde blijven, met inbegrip van de kosten en honoraria ten gevolge van een uitvoeringsprocedure en de kosten met betrekking tot het strafgeding.
6.2.2. Verplaatsings- en verblijfskosten
De verplaatsingkosten met het openbaar vervoer (met het vliegtuig – economy-class of met de trein – eerste klasse) en de verblijfskosten (hotelverblijf van maximum 4000 BEF (99,16 EUR) per verzekerde en per dag), vereist omwille van de verschijning in het buitenland van de verzekerde in zijn hoedanigheid van :
- beklaagde, wanneer deze verschijning wettelijk vereist is of gelast door een rechterlijke beslissing ;
- slachtoffer, wanneer de verzekerde zich moet aandienen bij een door de rechtbank aangesteld deskundige.
6.2.3. Insolventie
Wanneer als gevolg van een schadegeval dat gedekt is in toepassing van een verzekeringsgeval “extracontractueel burgerrechtelijk verhaal ” bepaald in artikel 4.1 en opgetreden is in een deelstaat van de Europese Unie, in Zwitserland of in Noorwegen, een verzekerde schade ondervindt door een behoorlijk geïdentificeerde en insolvabele derde, betaalt de Maatschappij, ten belope van een bedrag van 250.000 BEF (6197,34 EUR) per schadegeval, met een franchise van 10.000 BEF (247,89 EUR) per schadegeval, de vergoedingen die ten laste zijn van de aansprakelijke derde, waarbij geen enkele openbare of privé-instelling schuldenaar kan worden verklaard.
Wanneer de verzekerde de omvang en de evaluatie van zijn schade betwist is de prestatie van de Maatschappij enkel verplicht op basis van een definitief vonnis, dat aan de verzekerde de terugbeta- ling van de schade die voortvloeit uit dit schadegeval verleent.
De prestatie van de Maatschappij is niet verplicht wanneer de materiële schade opgelopen door de
verzekerde het gevolg is van diefstal, poging tot diefstal of vandalisme.
In de mate van haar tegemoetkomingen wordt de Maatschappij in de rechten en vorderingen ge- steld van de verzekerde, tegen elke aansprakelijke derde.
Wanneer meerdere verzekerden recht hebben op de prestatie en wanneer het bedrag van het geheel van de schades hoger ligt dan het voorziene maximum van 250.000 BEF (6197,34 EUR) per schadegeval, worden de vergoedingen bij voorkeur betaald aan de verzekeringsnemer, vervolgens aan zijn samenwonende echtgeno(o)t(e) of de persoon met wie hij samenwoont, vervolgens aan de verzekerde kinderen, vervolgens aan de andere verzekerden prorata volgens hun respectievelijke schades. In geval van pluraliteit van begunstigden wordt de franchise van 10.000 BEF (247,89 EUR) per schadegeval door hen gedragen, naar rata van de toegekende schadevergoedingen.
In de mate van haar tegemoetkomingen wordt de maatschappij in de rechten en vorderingen ge- steld van de verzekerde, tegen elke aansprakelijke derde.
Artikel 7 – Drempel van tussenkomst
7.1. De Maatschappij komt tussen in het schadegeval, ongeacht het bedrag in kwestie.
7.3.
7.2. In afwijking van artikel 7.1. bedraagt de drempel van tussenkomst van de Maatschappij 10.000 BEF (247,89 EUR) per schadegeval, wanneer het schadegeval bestaat uit een “extracontractueel bur- gerrechtelijk verhaal ”, bedoeld bij artikel 4.1, of uit een “burgerrechtelijke verdediging ” bedoeld bij artikel 4.3 met betrekking tot een verzekerd goed bedoeld bij artikel 2.
Behalve in geval van strafrechtelijke verdediging van de verzekerde bedraagt de drempel van tus- senkomst van de Maatschappij 75.000 BEF (1859,20 EUR) per schadegeval, in geval van beroep bij het Hof van Cassatie of zijn equivalent in het buitenland.
Artikel 8 – Omvang van de dekking in de tijd
De omvang van de dekking in de tijd wordt voorzien in artikelen A.7.2. en 19.2. van de Algemene en admi- nistratieve bepalingen.
Bijgevolg wordt geen schade-aangifte meer aanvaard 90 dagen na de opzegging of schorsing van het contract. Voor het overige houdt de verzekerde zich aan de bepalingen van artikel 12 van de Algemene en administratieve bepalingen.
MASTER 2001 Relation
De Speciale Voorwaarden “ MASTER 2001 Relation ” zijn enkel van toepassing voor zover dit uitdrukkelijk vermeld is in de Bijzondere Voorwaarden van het contract.
Artikel 1- Wie is verzekerd?
1.1. De verzekeringsnemer, voor zover hij zijn hoofdverblijfplaats in België heeft.
1.2. Alle personen die met de verzekeringsnemer in gezinsverband leven.
Niettemin blijft de hoedanigheid van verzekerde behouden wanneer deze personen tijdelijk buiten het gezin van de verzekeringsnemer verblijven om gezondheidsredenen, wegens studies of beroepshalve of voor het vervullen van de militaire of burgerlijke dienstplicht.
1.3.
1.4.
De minderjarige kinderen van de verzekeringsnemer en/of samenwonende echtgeno(o)t(e) of de persoon met wie hij samenwoont, wanneer deze kinderen niet meer binnen het gezin van de verze- keringsnemer leven.
De kinderen van de verzekeringsnemer en/of zijn samenwonende echtgeno(o)t(e) of de persoon met wie hij samenwoont, wanneer deze kinderen niet meer met de verzekeringsnemer in gezins- verband leven, de leeftijd van 25 jaar niet bereikt hebben, ongehuwd zijn en fiscaal ten laste zijn van de verzekeringsnemer en/of zijn samenwonende echtgeno(o)t(e) of de persoon met wie de verze- keringsnemer samenwoont.
Artikel 2 - Territorialiteit
De waarborg wordt verleend wanneer het schadegeval zich voordoet in een lidstaat van de Europese Unie, in Zwitserland en in Noorwegen en voor zover de verdediging van de belangen van de verzekerde uitslui- tend in een van deze landen gevoerd wordt.
Artikel 3 – Gedekte schadegevallen
De waarborg wordt verleend in geval van geschil met betrekking tot een contract dat met een verzekerde gesloten werd, in het kader van het privé-leven van deze laatste en met als voorwerp de aankoop, ver- koop, bruiklening, verhuring, herstelling of het onderhoud van de roerende goederen alsook de dienstverle- ning aan een verzekerde.
Onder privé-leven wordt verstaan alle daden, handelingen of nalatigheden, met uitsluiting van diegene die voortvloeien uit de uitoefening van een beroepsactiviteit. Onder beroepsactiviteit wordt verstaan : elke bepaalde bezigheid waaruit men bestaansmiddelen kan halen.
Artikel 4 – Niet-gedekte schadegevallen
Buiten de gevallen van niet-verzekering vermeld in artikel 19 van de Algemene en administratieve bepalingen wordt de waarborg niet verleend voor de schadegevallen :
4.1.
4.2.
4.3.
4.4.
4.5.
4.6.
4.7.
met betrekking op een motorrijtuig, caravan, bromfiets, moto en elk ander voertuig onderworpen aan de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte burgerlijke aansprakelijkheid inzake het motorrijtuig ;
met betrekking tot een onroerend goed ; inzake Vennootschapsrecht ;
met betrekking tot software ; inzake auteursrechten ;
inzake de aankoop, verkoop of het beheer van effecten ;
met betrekking tot contracten onder andere inzake de uitoefening van een vrij of zelfstandig beroep ;
4.8.
die voor een internationale of supranationale rechtbank bepleit worden.
Artikel 5 – Verzekerde prestaties
Afgezien van de kosten voor haar eigen diensten om het schadegeval in der minne te regelen neemt de Maatschappij, ten belope van 250.000 BEF (6.197,34 EUR) per schadegeval, de kosten voor de verdedi- ging van de rechtsbelangen van de verzekerde ten laste, dit wil zeggen.
- de honoraria en kosten van de advocaat, gerechtsdeurwaarder, deskundige,…
- de kosten voor de gerechtelijke, administratieve of andere procedure die ten laste van de verze- kerde blijven, met inbegrip van de kosten en honoraria ten gevolge van een uitvoeringsprocedure en de kosten met betrekking tot het strafgeding.
10
Artikel 6 – Drempel van tussenkomst
6.1. De drempel van tussenkomst van de Maatschappij bedraagt 10.000 BEF (247,89 EUR) per schade- geval.
6.2.
In geval van beroep bij het Hof van Cassatie of zijn equivalent in het buitenland bedraagt de drempel van tussenkomst van de Maatschappij niettemin 75.000 BEF (1.859,20 EUR) per schadegeval.
Artikel 7 - Wachttijd
De waarborg wordt verleend na een wachttijd van 3 maanden.
Artikel 8 – Omvang van de dekking in de tijd
De omvang van de dekking in de tijd wordt voorzien in artikelen A.7.2. en 19.2. van de Algemene en admi- nistratieve bepalingen.
Bijgevolg wordt geen schade-aangifte meer aanvaard 90 dagen na de opzegging of schorsing van het contract. Voor het overige houdt de verzekerde zich aan de bepalingen van artikel 12 van de Algemene en administratieve bepalingen.