Voorwaarden advisering en werkwijze Commissie voor de milieueffectrapportage
Voorwaarden advisering en werkwijze Commissie voor de milieueffectrapportage
Vastgesteld door het bestuur op 11 april 2022
I Voorwaarden voor Advisering
1. Definities
Aanvang adviestraject: Het moment waarop de Relevante documenten en het Tarief door de Commissie
m.e.r zijn ontvangen (zie artikel A onder b van de Werkwijze).
Advies: Advies van de Commissie m.e.r. – verplicht en niet verplicht – op aanvraag van Opdrachtgever over de milieu-informatie behorende bij een Voornemen.
Adviestraject: De periode waarin de Commissie m.e.r. werkzaamheden verricht ten behoeve van de totstandkoming van een Advies.
Initiatiefnemer: De natuurlijke persoon of (privaatrechtelijke) rechtspersoon die bij het bevoegd gezag een aanvraag heeft gedaan het besluit te nemen waarvoor het milieueffectrapport of de m.e.r.- beoordeling wordt opgesteld.
Opdrachtgever: Het bevoegd gezag dat de Commissie m.e.r. om advies vraagt.
Overeenkomst: De overeenkomst van opdracht tussen Partijen om een niet verplicht Advies te geven over een Voornemen (zie artikel 4 onder b).
Partij: Opdrachtgever of de Commissie m.e.r.
Partijen: Opdrachtgever en de Commissie m.e.r.
Relevante documenten: Alle documenten die nodig zijn voor het uitbrengen van het Advies, waaronder
het formulier ‘Adviesaanvraag nieuw project’.
Tarief: Tarief voor het uit te brengen Advies conform de op grond van artikel 2.23a Wet milieubeheer/ artikel 13.7 Omgevingswet goedgekeurde tariefstelling, zoals te vinden op de website van de Commissie m.e.r.
Voornemen: Het voornemen van het bevoegd gezag tot het vaststellen van een plan, programma of project bij de voorbereiding waarvan een milieueffectrapport of een m.e.r.-beoordeling wordt gemaakt, dan wel anderszins milieu-informatie is betrokken.
Voorwaarden advisering en werkwijze: Dit document ‘Voorwaarden advisering en werkwijze Commissie
voor de milieueffectrapportage’.
Werkgroep: de werkgroep samengesteld door de voorzitter van de Commissie en bestaande uit een (plaatsvervangend) voorzitter en deskundigen, als bedoeld in artikel B onder a van de Werkwijze.
2. Algemeen
a. De Commissie m.e.r. is bij wet ingesteld en bevoegd om Adviezen te geven over milieueffectrapporten en andere documenten waarin milieu-informatie is vastgelegd. Indien artikel
7.12 of 7.32 lid 5 van de Wet milieubeheer/ artikel 16.39 van de Omgevingswet van toepassing is, is zij ook de enige organisatie die daartoe bevoegd is.
b. Het doel van dit document ‘Voorwaarden advisering en werkwijze Commissie m.e.r.’ is in de eerste plaats (Hoofdstuk I) het vastleggen van de rechten en verplichtingen van Partijen gedurende een Adviestraject (alsmede de periode daarna, zie artikel 11). Daarnaast geeft dit document in Hoofdstuk II inzicht in de werkwijze van de Commissie m.e.r. gedurende dat Adviestraject in meer praktische zin.
3. Toepasselijkheid
a. Deze Voorwaarden advisering en werkwijze zijn van toepassing op alle werkzaamheden van de Commissie m.e.r. met betrekking tot de totstandkoming van Adviezen.
b. Algemene inkoop- of andere algemene voorwaarden van de Opdrachtgever zijn niet van toepassing op de rechtsverhouding tussen de Partijen en worden hierbij uitdrukkelijk van de hand gewezen.
c. Deze Voorwaarden advisering en werkwijze zijn te vinden op de website.
Op verzoek van Opdrachtgever wordt kosteloos een fysieke kopie toegestuurd.
4. Kwalificatie
a. In de gevallen als bedoeld in artikel 7.12 en 7.32 lid 5 van de Wet milieubeheer/ artikel 16.39 van de Omgevingswet heeft Opdrachtgever de wettelijke verplichting Advies te vragen aan de Commissie
m.e.r. In die gevallen is geen sprake van een overeenkomst van opdracht tussen partijen, maar van verplichtingen van Partijen (tot het vragen van advies en betalen van het Tarief enerzijds, en het geven van advies anderzijds) op grond van de wet (Wet milieubeheer/ Omgevingswet). Deze Voorwaarden voor Advisering (Hoofdstuk I) gelden in die gevallen niet als algemene voorwaarden in de zin van artikel 6:231 onder a van het Burgerlijk Wetboek, maar als een omschrijving van de regels en werkwijze van de Commissie m.e.r.
b. Ingeval Opdrachtgever Advies vraagt aan de Commissie m.e.r. zonder daartoe wettelijk verplicht te zijn, is sprake van een Overeenkomst, en gelden deze Voorwaarden voor Advisering (Hoofdstuk I) als algemene voorwaarden in de zin van artikel 6:231 onder a van het Burgerlijk Wetboek.
5. Tarieven
a. Opdrachtgever betaalt het Tarief voorafgaand aan de door de Commissie uit te voeren werkzaamheden aangaande het Advies.
b. Er geldt een gereduceerd Tarief bij niet verplichte adviezen voorafgaand aan het (definitieve of voorlopige) toetsingsadvies. Dit geldt bijvoorbeeld voor een advies reikwijdte en detailniveau, een tussentijds advies en een voortoetsing van het milieueffectrapport. Het moet daarbij gaan om twee adviezen binnen één m.e.r.-procedure, binnen een periode van twee jaar. Bij drie of meer adviezen binnen één m.e.r.-procedure worden afspraken op maat gemaakt.
c. Als een gereduceerd Tarief voor een Advies in rekening is gebracht, maar dat Advies wordt niet binnen twee jaar na het uitbrengen ervan opgevolgd met een aanvraag voor een toetsingsadvies, kan de Commissie m.e.r. een aanvullende factuur sturen ter hoogte van het bedrag van de reductie, waarmee (in totaal) het Tarief wordt betaald dat gold op het moment van de adviesaanvraag.
d. Als de Opdrachtgever gedurende het adviestraject de adviesaanvraag intrekt, conform de uitzondering zoals in artikel 6 onder c is omschreven, of wanneer het adviestraject om een andere reden wordt beëindigd, dan ontstaat geen recht op (geheel of gedeeltelijke) restitutie van het betaalde Tarief.
6. Adviestermijn
a. De Commissie m.e.r. is niet verplicht te starten met haar werkzaamheden aangaande het Advies voor Aanvang adviestraject. De in artikel D onder a van de Werkwijze genoemde termijnen gaan lopen op het moment van Aanvang adviestraject.
b. Overschrijding van de in artikel D onder a van de Werkwijze bedoelde termijnen door de Commissie
m.e.r. leidt niet tot verzuim.
c. Als een adviestraject is gestart, brengt de Commissie m.e.r. te allen tijde een Advies uit, tenzij het besluit van de Opdrachtgever om de adviesvraag in te trekken is ingegeven door het stopzetten van de besluitvormingsprocedure, hetgeen schriftelijk of per e-mail dient te worden bevestigd aan de secretaris van de werkgroep.
7. Openbaarheid
a. Het Advies is zonder uitzondering openbaar en wordt gepubliceerd op de website van de Commissie
m.e.r. Bij ieder Advies wordt een persbericht uitgebracht.
b. De Relevante documenten waarover de Commissie m.e.r. adviseert zijn openbaar of worden zo spoedig mogelijk – in ieder geval voorafgaand aan het uitbrengen van het advies – door Opdrachtgever openbaar gemaakt. De Commissie maakt de stukken via haar website openbaar.
c. Relevante documenten waaromtrent het bevoegd gezag gebruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheid ingevolge artikel 19.3 van de Wet milieubeheer, worden niet openbaar gemaakt. Opdrachtgever brengt de secretaris van de werkgroep in een zodanig geval schriftelijk of per e-mail op de hoogte.
8. Geheimhouding
a. De Commissie m.e.r. maakt hetgeen haar bij de uitvoering van de advisering ter kennis komt, anders dan de documenten als bedoeld onder artikel 7 onder b, en waarvan zij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs kan vermoeden niet verder bekend.
b. Het eerste lid is niet van toepassing indien en voor zover enig wettelijk voorschrift of een rechterlijke uitspraak tot bekendmaking van informatie verplicht.
9. Persoonsgegevens
a. Indien de Commissie m.e.r. in het kader van haar werkzaamheden aangaande het Advies persoonsgegevens verwerkt is zij verwerkersverantwoordelijke als bedoeld in de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).
b. De Commissie m.e.r. voldoet aan haar vereisten als verwerkersverantwoordelijke en garandeert de toepassing van passende technische en organisatorische maatregelen, opdat de verwerking aan de vereisten van de Algemene Verordening Gegevensbescherming voldoet en de bescherming van de betrokkenen is gewaarborgd.
10. Aansprakelijkheid
a. De Commissie m.e.r. is niet aansprakelijk voor enige schade, verband houdend met of voortvloeiend uit (het gebruik van) het Advies en de ter zake door de Werkgroep verrichte werkzaamheden, tenzij sprake is van opzet of grove schuld aan de zijde van de Commissie en/of leden van de Werkgroep.
b. Ingeval van schade voorvloeiende uit een andere oorzaak dan bedoeld onder a is de Commissie m.e.r., en/of zijn de leden van de Werkgroep, slechts aansprakelijk voor directe schade, en is de
totale aansprakelijkheid van de Commissie m.e.r. en/of de leden van de Werkgroep in verband met welke rechtsgrond dan ook, (cumulatief) beperkt tot een maximum van het Tarief.
c. Opdrachtgever vrijwaart de Commissie m.e.r. en/of de leden van de Werkgroep tegen aanspraken van derden voor schade verband houdend met of voortvloeiend uit (het gebruik van) het Advies.
d. Indien Opdrachtgever niettegenstaande lid a en b van mening is dat de Commissie m.e.r. aansprakelijk is voor door haar geleden schade, dan dient zij haar aanspraak zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen drie maanden na de datum van Advies, onderbouwd en schriftelijk aan de Commissie kenbaar te maken, bij gebreke waarvan de aanspraak komt te vervallen.
11. Voortdurende bepalingen
a. Een opdracht eindigt na het uitbrengen van het Advies.
b. Bepalingen die naar hun aard bestemd zijn om ook na het uitbrengen van het Advies voort te duren, behouden nadien hun werking. Tot deze bepalingen behoren in ieder geval de bepalingen met betrekking tot openbaarheid (artikel 7), geheimhouding (artikel 8), aansprakelijkheid (artikel 10) en toepasselijk recht en geschillen (artikel 12).
c. Indien enige bepaling van deze Voorwaarden voor Advisering ongeldig wordt bevonden, tast dit niet de geldigheid van de gehele Voorwaarden aan.
12. Toepasselijk recht en geschillen
a. Op de rechtsverhouding tussen Partijen is Nederlands recht van toepassing.
b. Alle geschillen die voortvloeien uit of samenhangen met het Advies en de ter zake door de werkgroep verrichte werkzaamheden zullen in eerste instantie door partijen inhoudelijk worden besproken en bij gebreke van een oplossing, worden voorgelegd aan de Rechtbank Midden- Nederland, locatie Utrecht.
II Werkwijze
A. Aanvang adviestraject
a. Een verzoek om Advies wordt bij het secretariaat van het bureau van de Commissie m.e.r.
aangemeld door middel van een ingevuld formulier ‘Adviesaanvraag nieuw project’ op het mailadres
xxxxxxxxx@xxxxxxxxxxxx.xx.
b. De Commissie m.e.r. start niet eerder met haar werkzaamheden dan na ontvangst van de Relevante documenten, en na ontvangst van het in rekening gebrachte Tarief op haar bankrekening. Opdrachtgever verstrekt de Relevante documenten digitaal aan het secretariaat van het bureau van de Commissie m.e.r.
B. Samenstelling werkgroep
a. Ten behoeve van het opstellen van het Advies stelt de voorzitter van de Commissie m.e.r. een werkgroep samen, bestaande uit een (plaatsvervangend) voorzitter en leden van de Commissie m.e.r./deskundigen. De leden/deskundigen zijn onafhankelijk en worden op persoonlijke titel en op basis van hun eigen deskundigheid uitgenodigd om in de werkgroep zitting te nemen. De werkgroep wordt ondersteund door een (plaatsvervangend) secretaris van het bureau van de Commissie m.e.r.
b. De Opdrachtgever krijgt per e-mail bericht over de samenstelling van de werkgroep. De Opdrachtgever kan binnen een week na dat bericht per e-mail aan de (plaatsvervangend) secretaris van de werkgroep eventuele bezwaren kenbaar maken ten aanzien van deelname van de (plaatsvervangend) voorzitter of een van de leden/deskundigen aan de werkgroep, vanwege rechtstreekse betrokkenheid of (de schijn van) belangenverstrengeling van die voorzitter of lid/deskundige met het Voornemen. De voorzitter van de Commissie beoordeelt de aangedragen bezwaren en besluit over de deelname van het betreffende lid/de deskundige aan de werkgroep.
c. Indien de Opdrachtgever binnen een week na het bericht over de samenstelling van de werkgroep niet op de onder b. omschreven wijze kenbaar heeft gemaakt niet akkoord te zijn met de samenstelling van de werkgroep, gaat de voorzitter van de Commissie m.e.r. ervan uit dat Opdrachtgever daarmee akkoord is.
C. Locatiebezoek
a. De Opdrachtgever faciliteert een bezoek van de werkgroep aan de locatie van het Voornemen van de Initiatiefnemer en het gebied dat mogelijk effecten ondervindt van dat Voornemen, om inzicht te krijgen in de specifieke omstandigheden van het plan.
b. Opdrachtgever draagt ervoor zorg dat daarbij in ieder geval vertegenwoordigers van de Opdrachtgever en van de Initiatiefnemer aanwezig zijn. Opdrachtgever kan daarbij, indien gewenst, ook zorgen voor de aanwezigheid van derde-betrokkenen.
c. De Opdrachtgever en de secretaris van de werkgroep treden in overleg over de invulling van het locatiebezoek.
d. Als al in een eerder adviestraject een locatiebezoek heeft plaatsgevonden, of een locatiebezoek niet mogelijk of opportuun is, treden de Opdrachtgever en de secretaris van de werkgroep in overleg over een andere invulling van het locatiebezoek, zoals een digitaal startgesprek.
D. Uitbrengen advies
a. De Commissie m.e.r. streeft ernaar binnen zes weken na Aanvang van het adviestraject een Advies uit te brengen. Indien Opdrachtgever verzocht heeft om de zienswijzen over het voornemen te betrekken in het Advies, streeft de Commissie m.e.r. ernaar om binnen negen weken na Aanvang van het adviestraject een Advies uit te brengen.
b. Voordat het Advies wordt uitgebracht, stelt de werkgroep een zogenoemd conceptadvies op. De Opdrachtgever kan bespreekpunten over het conceptadvies bij de secretaris van de werkgroep inbrengen en wordt uitgenodigd voor een mondelinge toelichting door de werkgroep over het conceptadvies. De werkgroep verduidelijkt het Advies naar eigen inzicht naar aanleiding van de bespreking.
c. Wanneer het conceptadvies een negatief toetsingsadvies betreft (toetsingsadvies waarin wordt geconstateerd dat essentiële milieu-informatie ontbreekt), adviseert de Commissie m.e.r. de Opdrachtgever de milieu-informatie aan te (laten) vullen en opnieuw een (definitief) eindtoetsingsadvies te vragen. Van het negatieve (voorlopige) toetsingsadvies wordt door de Commissie m.e.r. wel openbaar kennisgegeven, zoals omschreven in dit artikel onder e.
d. Het vragen van een niet verplicht Advies ontslaat Opdrachtgever in voorkomend geval niet van zijn wettelijke verplichting tot het vragen van een Advies aan de Commissie m.e.r. zoals bedoeld in artikel 7.12 en 7.32, lid 5, van de Wet milieubeheer/ artikel 16.39 van de Omgevingswet.
e. Het Advies wordt per e-mail aan de Opdrachtgever uitgebracht en daarna gepubliceerd op de website van de Commissie m.e.r.